Ronde Tafel-bijeenkomstOndersteuningsorganisatiesvoor innovatie in het onderwijs

28 oktober 2009

Niel Walpot (Kennis en Innovatie)

Vera Pieterman (directie kennis)projectleider

Ronde Tafel-bijeenkomstOndersteuningsorganisatiesvoor innovatie in het onderwijs

28 oktober 2009

Historisch perspectief

Sinds jaren ’70: overheid sturend in innovatiesLubbers I: autonomieversterking scholen, ondersteuning is basisvoorzieningNav OECD/WRR in 1990: keuzevrijheid scholen in ondersteuningNu: duaal systeem van vraagsturing en subsidie voor denktank/innovatiefunctie/sturing op specifieke doelen (Hoofdlijnenbrief)

Ideaalbeeld?

Ondersteuningsstructuur die innovatiekracht van scholen versterktAutonome,innoverende school Innovatie op uitvoerings- en organisatieniveauWat is hier voor nodig?

Hoe innovatief zijn scholen?

‘slechts bij een klein percentage scholen sprake van een autonome, zelfsturende school’‘het kunnen innoveren is voor veel instellingen geen vanzelfsprekendheid’

Wat is de ondersteuningsstructuur?

Publiek bekostigdVraagsturingUitvoering subsidieregeling

Aanpak van het project

Ronde Tafel met uitvoeringsorganisaties Enquête onder schoolleidersPapers van wetenschappersLessen trekken uit evaluatiesLeren van andere sectoren

Andere sectorenAutonomieVersterken innovatievermogenHoe maatschappelijke doelen bereiken?

Centrale vragenHoe effectief is de ondersteuningsstructuur? (heroverwegingen)Zijn alle functies van ondersteuning vervuld?Kunnen scholen steeds beter innoveren?Wat zijn effectieve innovatiestrategieën?

Zes rollen bij ondersteuning van innovatie in het onderwijs

1. Het overwinnen van weerstand tegen innovatie die bij onderwijsinstellingen kan bestaan (deels gevoed door misverstanden over wat innovatie is);

2. Docenten gelegenheid en mogelijkheid geven aan innovatie te werken;

3. Het vergroten van het gevoel voor urgentie van innovatie en het laten zien van innovatiekansen;

4. Het versterken van professioneel leiderschap binnen onderwijsinstellingen;

5. Handvatten bieden om om te gaan met risico’s die aan innovatie verbonden zijn, of deze risico’s verlagen;

6. Het vergroten en verspreiden van kennis over welke innovaties daadwerkelijk werken.

Centrale vragen aan de aanwezigen (1)

Hoe kijkt u aan tegen het stelsel van innovatieondersteuning als geheel? Is dit effectief of ontbreken bepaalde functies? Moeten er zaken anders?

Centrale vragen aan de aanwezigen (2)

Wat is er al veranderd doordat onderwijsinstellingen zelfstandiger zijn geworden?

Hoe ziet u het stelsel verder ontwikkelen in de nabije toekomst?

Centrale vragen aan de aanwezigen (3)

Hoe ziet u uw eigen rol ontwikkelen? Zijn er taken die u verwacht af te ronden (omdat onderwijsinstelling deze zelf oppakken) en nieuwe rollen die u wil vervullen?

Centrale vragen aan de aanwezigen (4)

Noem een andere organisatie in de innovatie-omgeving die u ziet als succesvol. Waarom juist deze?

Centrale vragen aan de aanwezigen (5)

Wat zijn cruciale factoren voor succesvolle ondersteuning? Aan de hand van welke indicatoren is dit meetbaar?

Centrale vragen aan de aanwezigen (6)

Hoe is de verhouding tussen ondersteuningsinstellingen en het ministerie van OCW op dit moment en wat moet OCW anders gaan doen?

Centrale vragen aan de aanwezigen (7)

Wanneer u denkt aan 2020, hoe zien onderwijsinstellingen en innovatieprocessen er dan uit?

Zijn onderwijsinstellingen dan zelf innovatiever?

Zijn er dan minder ondersteuningsinstellingen?

- Einde -