VGT 15 april 2011 GE deel 2
M.P.A. van Meer
Vraag 141
Op een blanco CT-scan van de bovenbuik vindt u bij een patiënt met een blanco voorgeschiedenis een bijniertumor met een diameter van 3 cm en een Hounsfield waarde van 1.
Het meest waarschijnlijk betreft het hier een cyste.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Bijniertumoren
• 1% op CT scans
• Meestal benigne adenomen: – (Meestal kleiner)
– 70% vetdensiteit en snelle wash-out > 60% bij lipid-poor
– < 10 HU is diagnostisch
• Maligne tumor (meta/ bijnier carcinoom) :– Inhomogeen (centrale necrose bijv) en heterogene aankleuring
– inavsief
– Grillig begrensd
– calcificaties
– (Groter: > 5cm ook vaak door late diagnose)
– icm Cushing en virilisatie
Antwoord 141
Op een blanco CT-scan van de bovenbuik vindt u bij een patiënt met een blanco voorgeschiedenis een bijniertumor met een diameter van 3 cm en een Hounsfield waarde van 1.
Het meest waarschijnlijk betreft het hier een cyste.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 142
142. “Morison’s pouch” bevindt zich rechts boven in de buik.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Morison’s pouch
• Hepatorenale recessus van de subhepatische ruimte:
• Cave ascites en hemoperitoneum• 30 - 40 ml bloed/vocht is al detecteerbaar met echo of CT
Antwoord 142
“Morison’s pouch” bevindt zich rechts boven in de buik.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 143
Ulceraties van de maag en dunne darm zijn geassocieerd met het MEN (multipele endocriene neoplasmata) syndroom type 2.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Multiple endocriene neoplasie
• MEN I en MEN II beide autosomaal dominant
• Type I: – met name bijschildklier tumoren, gastro-entero-hepatisch traject
(gastrinoma, insulinoma, vipoma o.a.), en anterieure adenohypofyse endocriene tumoren (vaak benigne)
– non-endocriene manifestatie met hogere maligniteitskans
• Type II: – met name feochromocytoma (=50% MEN2B) en medullair thyroid
carcinoma (= 100 % MEN2A) en soms hyperparathyreoidie (50% MEN2A)
– Mucosale neuroom (=100% MEN2B)
– Benige en maligne ontaarden
Antwoord 143
Ulceraties van de maag en dunne darm zijn geassocieerd met het MEN (multipele endocriene neoplasmata) syndroom type 2.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 144
Een ductaal pancreas carcinoom kleurt op de CT-scan in de arteriële fase na intraveneus contrastmiddel in het merendeel van de gevallen sterker aan dan normaal pancreas parenchym.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Pancreas adenocarcinoom
• CT kenmerken:
– Hypovasculaire tumor, dus iso-hypodens op CECT
– Double duct sign van CBD en ductus pancreaticus bij 75% van de tumoren in caput
– Volle pancreas kop
– Verlies van het lobulaire parenchym
– Atrofie van de staart
Vraag 144
Een ductaal pancreas carcinoom kleurt op de CT-scan in de arteriële fase na intraveneus contrastmiddel in het merendeel van de gevallen sterker aan dan normaal pancreas parenchym.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 145
De verwekker van pseudomembraneuze colitis is Pseudomonas aeruginosa.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Pseudomembraneuze colitis
• Post-antibiotische colitis
• Verstoring van de darmflora door overmatige groei van clostridium difficile 2 toxinen tasten darmmucosa aan
• Cave nosocomiale infectie met sporenvorming
• Cave paardemest stank – diarree, dehydratie, sepsis, toxisch megacolon, darmperforatie
Antwoord 145
De verwekker van pseudomembraneuze colitis is Pseudomonas aeruginosa.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 146
Een man van 67 jaar klaagt over een toenemende omvang van de buik. Op een CT-scan wordt een sterk gedilateerd colon gezien met de kalibersprong in het sigmoïd. Er wordt getwijfeld tussen een carcinoom en een diverticulitis als onderliggende oorzaak.
Een diverticulitis is een frequentere oorzaak voor een dergelijk beeld dan een carcinoom.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Colon adenocarcinoom vs. diverticulitis
• Kliniek met leukocytosis en focale buikpijn vs. gewichtsverlies
• Circumferentiële apple-core obstruerende laesie vs. lokale wandverdikking en vetinduratie
• Geen murale stratificatie bij CECT vs. wel bij diverticulitis
• Synchrone laesies vs. 1 locatie van diverticulitis
• Locoregionale lymfadenopathie vs. diverticulose
vs.
Antwoord 146
Een man van 67 jaar klaagt over een toenemende omvang van de buik. Op een CT-scan wordt een sterk gedilateerd colon gezien met de kalibersprong in het sigmoïd. Er wordt getwijfeld tussen een carcinoom en een diverticulitis als onderliggende oorzaak.
Een diverticulitis is een frequentere oorzaak voor een dergelijk beeld dan een carcinoom.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 147
Een carcinoid van het ileum is bij klinische presentatie meestal kleiner dan een lymfoom van de dunne darm.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Carcinoid vs. lymfoom dunne darm
• Lymfoom:– Vaak: circumferentiële wandverdikking over langere segmenten
met vernauwing, maar zelden obstructie van het lumen
– (Minder vaak andere presentaties: massa’s, multinodulair, caviterend)
• Carcinoid:– Vaak kleine submucosale laesies /nodules
– Meest voorkomende voorkeursplaats: terminale ileum
– Onduidelijke primaire tumor, vaak alleen desmoplastische mesenteriale massa zichtbaar
CarcinoidLymfoom
Antwoord 147
Een carcinoid van het ileum is bij klinische presentatie meestal kleiner dan een lymfoom van de dunne darm.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 148
De meest voorkomende vorm van dunne darm obstructie is een strengileus.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Obstructieve ileus
Meest voorkomende oorzaken (Westerse landen):
1. postoperatieve adhesies (=60%!) (m.n. appendectomie, colorectaal, gynaecologie bovenste tr. Digestivus ok’s)
2. maligniteit
3. Morbus Crohn
4. Hernia’s
Antwoord 148
De meest voorkomende vorm van dunne darm obstructie is een strengileus.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 149
Maligniteit wordt vaker gezien bij een ulcus duodeni dan bij een ulcus ventriculi.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Ulcus ventriculi vs. ulcus duodeni
• Ulcus duodeni: – Meeste in de bulbus duodeni– Ook geassocieerd met H. pylori, echter itt maag bijna allemaal
benigne– Op CT en MRI soms alleen wandverdikking en vetstranding– Cave: M. Crohn bij multipele aphteuze ulcera overal in duodenum
• Ulcus ventriuculi: (nu zelden voor fluoroscopie)– Benigne:
• posterieure wand van antrum en fundus en kleine curvatuur• Scherp en ronde randen• Mucosa intact Hampton line (lucente lijn langs de nek van de met contrast
gevulde ulcera)
– Maligne: • grote curvatuur en proximale maag• Irregulair, verhoogde randen• Mucosa aangedaan (o.a. Carman meniscus sign, met barium collecties convex
naar lumen)
Antwoord 149
Maligniteit wordt vaker gezien bij een ulcus duodeni dan bij een ulcus ventriculi.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Vraag 150
Bij bevolkingsonderzoek van mensen boven de 50 jaar worden in een bepaald aandeel van de populatie premaligne, adenomateuze poliepen in het colon gevonden.
Dit percentage is eerder 0,4% dan 4%.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Poliepen colon
• Hyperplastische poliepen: (< 1 cm) en in distale colon + rectum• Hamartomateuze poliepen: bij Peutz-Jeghers, Cowden en
Cronkhite-Canada syndroom• Inflammatoire pseudopoliepen: het intacte mucosa rond de
ulceratie (bij colitis ulcerosa) of weefsel overgroei later • Adenomateuze poliepen: premaligne neoplasmata
– Tubulaire– Villaire– Plat (sessiele) – Tubulovillaire (bloemkool) (meest maligne)
Grootte belangrijk: < 1cm, 1 % maligne> 2 cm, 40-50% maligne
6 % van de bevolking risico op coloncarcinoom in het algemeen. 50 % meer kans op coloncarcinoom bij pos. familie geschiedenis
Antwoord 150
Bij bevolkingsonderzoek van mensen boven de 50 jaar worden in een bepaald aandeel van de populatie premaligne, adenomateuze poliepen in het colon gevonden.
Dit percentage is eerder 0,4% dan 4%.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 190
190. 28-jarige vrouw met aspecifieke buikklachten. MRI-scan laat een laesie zien in de rechteronderbuik op T1-, T2- en T1- vetsuppressie gewogen opnamen. Het betreft hier het meest waarschijnlijk een endometriosecyste.A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 191
191. 51-jarige man met bovenbuiksklachten. CT-scan in de arteriële en portale fase na intraveneus contrastmiddel toont een laesie in de pancreaskop. Een sereus cystadenoom is meer waarschijnlijk dan een mucineus cystadenoom.A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 192
192. Dit is een CT-scan zonder toediening van intraveneus contrastmiddel. Het beeld past beter bij steatose dan bij hemochromatose van de lever.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 193
193. Dit is een bariumonderzoek van de maag. Op grond van dit beeld is een adenomateuze poliep waarschijnlijker dan een ulcus ventriculi.
A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 194
194. Onderstaand CT-beeld past beter bij een invaginatie dan bij een inwendige herniatie.A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 195
195. Dit is de arteriële fase van een CT-scan van de bovenbuik na intraveneus contrastmiddel.Op grond van dit beeld is een trombose van de linker vena porta tak waarschijnlijker dan een trombose van de rechter vena porta tak.A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 196
196. Onderstaande beelden zijn van dezelfde patiënt en passen beter bij een appendagitis epiploica dan bij een sigmoid diverticulitis.A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 197
197. Bij echografie wordt een sterk verdikte wand van een jejunumlis gezien.Naar aanleiding hiervan wordt een CT gemaakt zonder enig contrastmiddel.Op grond van deze beelden is een dunnedarmwand hematoom waarschijnlijker dan een invaginatie.A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Beeldvraag 198
198. Dit is een CT-scan zonder contrasttoediening.Onderstaand beeld past beter bij een echinococcuscyste dan bij een textiloom (gossypiboma). A. Juist B. Onjuist C. Weet niet
Top Related