BORGING BEGINT BIJ HET BEGIN
Heerenveen, 16 september 2015
Jonneke Adolfsen
Change in education…
….. is easy to propose,
hard to implement
and extraordinary difficult to sustain
(Hargreaves & Fink, “Sustainable Leadership”)
3
Inhoud
• De wetenschap• Monitoring praktijkervaringen landelijke pilots
• Reflectie en uitwerking
4
Borging
• Een ontwikkeling is geborgd als deze na een bepaalde tijd nog steeds algemeen zichtbaar is binnen de school (Datnow, 2005)
• Belangrijkste criterium: de getrouwheid waarmee de vernieuwing wordt gecontinueerd, ook als extra ondersteuning en middelen niet meer beschikbaar zijn(Han en Weiss, 2005)
5
Inspectie van het Onderwijs (2009)
Excellente scholen onderscheiden zich vooral door een beter didactisch handelen en een betere leerlingenzorg, maar ook door een betere kwaliteitszorg: ze evalueren de prestaties van leerlingen systematischer en borgen hun kwaliteit beter. Ze werken daardoor opbrengstgerichter dan andere scholen, en dat vertaalt zich in goede opbrengsten die ze over schooljaren heen laten zien en vasthouden.
Nogmaals borging
• Onderwijsontwikkeling kan gezien worden als geborgd als het niet meer gezien wordt als iets nieuws of anders maar als onderdeel van zowel de eigen normen en waarden als de procedurele structuur. (McLauglin & Mitra , 2001)
• Bij borging zijn vooral de continue aandacht voor evaluatie en de daaruit voortvloeiende veranderingen die een dynamische omgeving vragen van belang. (McIntosh et al., 2009)
U.S. Department of Education (2010)
– gemiddeld genomen boeken CSR-scholen weinig vooruitgang maar individuele scholen hebben hun resultaten duidelijk verbeterd
– belangrijke onderscheidende factoren: • gedeeld onderwijskundig leiderschap, • schoolklimaat, • aandacht voor instructie, • datagebruik• externe ondersteuning.
– de verschillende scholen combineren deze factoren op een verschillende manier en leggen verschillende accenten, afhankelijk van de eigen situatie.
Borging is geen aparte fase die plaatsvindt na de implementatie van de gewenste
ontwikkeling, maar is een onderdeel van continue
schoolontwikkeling als een cyclisch proces.
(Anderson en Stiegelbauer, 1994; Coburn, 2003; McLaughlin & Mitra, 2001; McIntosh et al., 2009; Darling-Hammond & Rothman, 2011)
Cyclisch proces
Onderwijsontwikkeling in de praktijk
• Veel variatie in ontwikkeling in scholen
– Doelen (bijv. curriculair en pedagogisch-didactisch)
– Aanpak (bijv. top-down, bottom up, combinatie)
– Resultaten (van geïsoleerde veranderingen tot schoolbreed)
10
Onderwijsontwikkeling in de praktijk Maar ook:
• Scholen zien zich geconfronteerd met ontwerpproblematiek:
– Inhoudelijk Wat pakken we aan? Welke resultaten streven we na? Wat betekent dat op leerling-, klas-, school- en schooloverstijgend niveau? (nano, micro, meso, macro)
– TechnologischHoe gaan we te werk? Hoe zorgen we bijv. voor doorgaande leerlijnen?
– Sociaal-politiekWie betrekken we, wanneer, in welke rollen? Wie beslist?
11
Leiderschap en synergie
• Om duurzame veranderingen binnen een school en tussen scholen tot stand te brengen is synergie nodig tussen:
–curriculumontwikkeling–schoolorganisatieontwikkeling–professionele ontwikkeling van alle
betrokkenen
curriculumontwikkeling
school-
organisatie-
ontwikkeling
professionele
ontwikkeling
cultuur:
samenwerkingscultuur, curriculair
leiderschapinfrastructuur: overlegstructuren
tijd, budgetde school als onderwijs-, leer-
en ontwerp-omgeving
veranderbereidheidbetrokkenheid
curriculaire competentiesvakinhoudelijk
vakdidactisch
curriculair planmatig
consistentie
intrapersoonlijk
interpersoonlijk
vakvernieuwing of leergebieden
passende leermiddelen
doorlopende leerlijnen
onderwijs op maat, talentontwikkeling
samenhang in het onderwijsaanbodschoolexamens
ambities, profilering
visie (waartoe leren leerlingen)
curriculum op meso-(school)niveau
curriculum op micro-(klas)niveau
curriculum op nano-(leerling)niveau
Synergie in ontwikkelingen (copyright SLO)
13
Cruciaal• Formuleer nauwkeurig voor welk probleem het
beoogde project een oplossing biedt
• Beschrijf – wat je gaat doen, – hoe je het gaat doen, – wat daarvoor nodig is (tijd, middelen,
mensen,…..)– hoe je gaat bepalen of je doelen bereikt zijn
en of je interventies geëigend bleken
Bezinning• Wie doen er mee?
• Netwerkvorming, mensen met zeggenschap• Uitwisseling, verkenning, band creëren• Beperkte groep of hele school?
• Wat pak je aan?• Waarop vind je elkaar? What’s in it for me / us? What makes
me / us tick? Urgentie? Idealisme? Elkaar vinden op gezamenlijk doel
• Elementen van het curriculum (doorlopende leerlijnen, continuïteit)
• Hoe pak je het project aan?• Projectmatig werken• Feedback organiseren, terugkijken naar gezamenlijk doel• Rol projectleider, schoolleider, docenten, leerlingen en andere
betrokkenen
Waarop vind je elkaar?
Copyright SLO
16
Implementatiedip
17
Uitwerking
• Alignment / verbinding
• Professionele leergemeenschappen
• Datagestuurd keuzes maken
• Eigenaarschap en gedeelde verantwoordelijkheid
Ontwikkelmodel
• Goede koers• Goede start• Goede feedback• Goede ontwikkeling• Goede differentiatie
• GEÏNTEGREERD – garantie voor borging
Schoolontwikkeling met het TGI-model
.
Thema gecentreerde interactie (Ruth Cohn)
Dynamisch balanceren verhoogt teameffectiviteit!
Top Related