PRESENTATIEVAARDIGHEDEN Reflectieverslag
11-‐03-‐2013
Haagse Hogeschool Docent: H. Van Feenstra, [email protected] Code: VD-‐A240-‐11 Naam: Floor Hendriks Studentnummer: 12089249 Link naar Youtube filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=TH5t7TYxX4g&feature=youtu.be
Inhoudsopgave
Reflectie van de presentatie. 3 SMART leerdoelen 4 beoordelingsformulieren 4 spreekschema 5
Reflectie van de presentatie.
Goede beheersing van: -‐ Houding en non-‐verbale communicatie
Beweging: Ik sta niet helemaal stil maar beweeg ook niet te veel. Af en toe verander ik van been of zet een klein stapje. (8.18-‐8.32 min). Het komt niet over als zenuwachtig gedrentel. Stabiele stand: Ik sta stevig en goed geaard met de grond. Benen iets uit elkaar en schouders naar achteren. Op mijn vorige opleiding hebben we veel geoefend met de juiste houding aannemen gedurende een presentatie. Non-‐verbale communicatie: gedurende de gehele presentatie gebruik ik non-‐verbale communicatie. Dit doe ik met mijn handen. De armen bewegen vanzelf mee, ik hoef hier niet over na te denken. (8.58-‐9.17 min – 9.55-‐10.05 min)
-‐ Stemgebruik Spreekvolume: gedurende de hele presentatie blijf ik hetzelfde spreekvolume aanhouden. Naar mijn gevoel is het luid en duidelijk. Intonatie: af en toe wissel ik af met mijn stem. Een voorbeeld hiervan is bij 9.38-‐9.52 min, de rede van de intonatie is omdat het een leuk weetje is. Het publiek reageert hier positief op. ( andere voorbeelden 9.55-‐10.05 min 11.14-‐11.18 min)
Vaardigheden om te ontwikkelen: -‐ Geen gebruik maken van kernkaarten/ aantekeningen
De gehele presentatie houd ik kernkaarten vast waar ik eigenlijk geen gebruik van maak. De rede dat ik dit doe is omdat ik mijzelf dan zeker voel. Het geeft een veilig gevoel, want stel nou dat…?! Echter weet ik dat ik de presentatie goed heb voorbereid en ze niet nodig heb. Ik heb ze niet nodig in mijn handen om deze een doel te geven, de non-‐verbale communicatie gaat vanzelf. Als je aantekeningen bij je hebt, heb je soms de neiging om erop te kijken terwijl dit helemaal niet nodig is. Je kijkt om het kijken en leest niks. (10.30-‐10.35 min 10.38-‐10.40 min 11.23-‐11.26 min)
-‐ Kijken naar de powerpoint Gedurende de presentatie draai ik mijzelf enkele keren half om, kijk naar de powerpoint en praat door. Dit is een punt waar ik aan moet werken. Als ik omdraai en naar de powerpoint kijk moet ik een stilte laten vallen, iets aangeven op de powerpoint of het niet doen. Doorpraten en omdraaien kan storend werken voor het publiek, je kan de aandacht verliezen en mogelijk ben je niet goed verstaanbaar. Een duidelijk voorbeeld hiervan is: 10.34-‐10.50 min. (ander voorbeeld is 11.01-‐11.11 min)
SMART leerdoelen
-‐ Ik wil aan het eind van dit jaar een presentatie hebben gegeven waar ik geen gebruik maak van kernkaarten. Ik wil hiervan leren dat ik ook zonder kernkaarten mijzelf zeker kan voelen tijdens een presentatie.
-‐ Ik wil aan het einde van dit jaar een andere audiovisuele tool gebruiken om een presentatie te geven (bijvoorbeeld prezi), dit om te ontdekken of dit meer effectief is dan powerpoint en om de reactie van het publiek te pijlen op deze tool. (Blijft de aandacht er bijvoorbeeld beter bij? Werkt het voor mij als presentator beter?)
Beoordelingsformulieren
Spreekschema
Floor: Introductie Evelien: Kern1 ‘Carnaval: een traditie’ Onderwerpen: vasten – verkleden waarom? – optocht – de prins en zijn raad van 11 – benaming van dorpen – vastenperiode Floor: Kern 2 ‘Carnaval en voeding’ Onderwerpen: de dagelijkse kost – uitgavenpatroon – bier – wijn – hoe overleef ik de carnaval? – tips Evelien: Afsluiting
Top Related