NEUROFYSIOLOGIE
1. Inleiding1.1 Situering Het lichaam = orgaanstelsels met elk een bepaalde functie :spijsverteringsstelsel, ademhalingsstelsel, hormonaal stelsel,…en zenuwstelsel.
Neurowetenschappen = wetenschappelijke studie van het zenuwstelsel.Cognitieve neurowetenschap = wetenschappelijke studie v/d relatie tss hersenen en gedrag :(interdisciplinair : samenwerking tussen natuurwetenschappers en menswetenschappers)visuele perceptie, selectieve aandacht, geheugen, emoties, taal, slapen, intelligentie, sociaal gedrag, persoonlijkheid, bewustzijn.
* Neuro-anatomie : de structuur op macroscoptisch niveau* Neurofysiologie : de functies en werking van het zenuwstelsel (en de spieren en zintuigen)* Neurofarmacologie : geneesmiddelen en drugs* Pathologie = ziekteleer : neurologie (zenuwstel) en psychiatrie (psychische stoornisssen)
Functies van het zenuwstelsel- de biologische basis van alle ‘geestelijke verschijnselen’ ligt in de hersenen- de initiatie van al onze gewilde motorische bewegingen (skeletspieren)- regelende functie : behoud van de homeostase van het lichaam (samen met de hormonen)
1.2 Anatomische begrippen
Het sagittale vlakVerdeelt de mens in een linker- en rechterkantMidsagittale vlakDe middenlijn van het vlak ligt in het lichaam (links = rechts)
Het frontale vlakVerdeelt de mens in een voor- en achterkant
Het transversale vlakVerdeelt de mens in een boven- en onderkant
1.3 Indeling van het zenuwstelsel
Anatomische indeling :
CZS = centrale zenuwstelsel : verwerking van informatie- Hersenen (in de schedel)- Ruggenmerg (vanuit hersenen naar wervelkolom)
Neuronen :- sensorische- motorische- interneuronen
PZS = perifere zenuwstelsel (al het zenuwweefsel buiten het centrale zenuwstelsel) - craniale zenuwen = kopzenuwen - spinale zenuwen = ruggenmergzenuwenNeuronen : - sensorische
- motorische
De transversale doorsnedeZicht langs Onderwerp:
De frontale doorsnedeZicht langs voor
De Midsagittale doorsnedeZicht naar het midden
A. HET CENTRALE ZENUWSTELSELHet centraal zenuwstelsel : de hersenen (in de schedel)
De tussenhersenenLiggen tussen de beide grote hersenhemisferen en onder de hersenbalk. Onderdelen :
- de thalamus = het schakel station tussen binnenkomende info en de grote hersenen- de hypothalamus = het regelen van de lichaamsfuncties (samen met de hypofyse)- de pineal gland
Onderverdeling van de hersenen :- cerebrum = de grote hersenen- diëncephalon = de tussenhersenen- cerebellum = de kleine hersenen- de hersenstam = de hersenstam
De hersenstam ligt tussen de diëncephalon en het ruggenmerg en heeft een regulerende functie voor vitale functies.- de middenhersenen (schakel naar oor/oog)- de brug (overgang hersenstam-ruggenmerg)- de kleine hersenen (coördinatie motoriek)- het verlengde merg
De grote hersenen2 symmetrische helften :
- de linker hemisfeer- de rechter hemisfeer
Gescheiden door een diepe groeve en verbonden door de hersenbalk.Het oppervlak toont veel windingen en groeven
Het centrale zenuwstelsel : het ruggenmergVia het achterhoofdsgat (opening in schedelbasis) loopt h ruggenmerg vanuit de schedel naar het wervelkanaal.
Het verzorgt het contact tussen het lichaam en de hersenen + is belangrijk voor de reflexen.
B. HET PERIFERE ZENUWSTELSEL= alle zenuwen die (vastgehecht aan de hersenen of het ruggenmerg) zich buiten de schedelholte en het wervelkanaal vertakken!
De verschillende zenuwen en hun functies :Sensorische = afferente = aanvoerende zenuwen- bevatten uitsluitend aanvoerende neuronen- vervoeren informatie vanuit receptoren naar het centraal zenuwstelsel
Motorische = efferente = afvoerende zenuwen- bevatten uitsluitend afvoerende neuronen- vervoeren informatie vanuit het centraal zenuwstelsel naar de effectoren
-> spieren (contracties)-> klieren (secreties)
Gemengde zenuwen- bevatten zowel aanvoerende als afvoerende neuronen- vervoeren informatie vanuit receptoren naar het centraal zenuwstelsel- vervoeren informatie vanuit het centraal zenuwstelsel naar de effectoren
Het zenuwstelsel voert zijn functies uit dankzij deneuronen -> opvangen, geleiden en doorgeven v prikkels
Sensorische neuronen- in het CZS : de zintuigen- in het PZS
Interneuronen- in het CZS- de hersenen : complex netwerk van neuronverbindingen- het ruggenmerg -> transportneuronen van en nr hersenen
-> reflexcentrumMotorische neuronen- in het CZS : effectoren (meestal spieren)- in het PZS
Het perifere zenuwstelsel : de craniale zenuwen = de kopzenuwen
Het perifere zenuwstelsel : de spinale zenuwen = de ruggenmergzenuwen
Ruggenmergzenuwen bezenuwen elk een deel van het lichaam sensorisch én motorisch!We kunnen de huid indelen volgens segmenten die gerelateerd zijn aan een specifieke zenuw.
Het perifere zenuwstelsel : de fysiologische indeling naar functie
De 12 hersenzenuwen zijn verbonden met de hersenstam :- motorische zenuwen- sensorische zenuwen
De spinale zenuwen : gemengde zenuwenRuggenmergzenuwen ontspringen uit het ruggenmerg.(ze corresponderen met een stukje ruggenmerg)Ze krijgen de naam van de wervel van waaruit ze het ruggenmerg verlaten.
- 8 cervicale zenuwen (de hals)- 12 thoracale zenuwen (de borst)- 5 lendenwervelzenuwen in de lenden- 5 zenuwen in het heiligenbeen- 1 zenuw in het staartbeen- de ruggenmergkegel eindigt thv de lendenwervels(onder de ruggenmergkegel de paardestaart)
Functies van het perifere zenuwstelsel
1) Het (willekeurig) somatisch zenuwstelsel-> onder invloed van de vrije wil-> intact bewustzijn voor de zintuiglijke verwerking van prikkels
Soma = lichaam = huid + skelet + spieren
1. sensorische zenuwenWe zijn ons bewust van de info die deze zenuwen aanbrengen- algemene zinnen : huid (tast, pijn, temperatuur,…)- proprioceptie : skelet (stand van gewrichten) en spieren (spanning in spieren)- speciale zinnen : zicht, gehoor, reuk en smaak
2. motorische zenuwen- bezenuwingen van de skeletspieren- motorische responsen onder invloed van de vrije wil -> willekeurig somatisch PZS
2) Het (onwillekeurig) autonoom zenuwstelsel-> regelt de orgaanfuncties-> coördineert tussen de orgaanstelsels
Autonoom zenuwstelsel = visceraal zenuwstelsel = ingewanden : hart, longen, maag,…
1.sensorische zenuwen(onbewuste) informatie afkomstig van de organen over de interne conditie van het lichaam.Bv. O2-gehlate en glucoseconcentratie in het bloed, uitrekkinggraad van organen (maag),…
2. motorische zenuwen- beïnvloeding van klieren, de hartspier en gladde spieren van organen- sympatisch : actief bij FFF-situaties, stress en wanneer prestaties moeten geleverd worden -> energieverbruikend -> neurotransmitter noradreline -> vb’en : hart en ademhaling gaan sneller, minder bloed naar spijsvertering
- parasympatisch : ‘actief’ wanneer men passief (ontspannen) is -> energiebesparen : rust en vertering -> neurotransmitter acetylcholine -> vb’en : rustigere hartslag en ademhaling, veel bloed naar spijsvertering
- motorische responsen niet onder invloed van de vrije wil -> onwillekeurig somatisch PZS
2. De ontwikkeling van het zenuwstelsel2.1 De ontwikkeling van het zenuwstelsel voor de geboorte
De hersenventrikels= holtes in het hersenweefsel gevuld met cerebrospinaal vocht (CSV)
Het centraal kanaal- over de ganse lengte van het ruggenmerg (in het midden) - gevuld met cerebrospinaal vocht (CSV) = hersen-ruggenmergvocht- in open verbinding staat met hersenventrikelsIn de hersenen verbreedt dit kanaal zich op 4 plaatsen
Het zenuwstelsel ontwikkeld zich embryonaal aan de dorsale kant v/h embryo.
De neurale plaat ontwikkeld zich uit het ectoderm.
De neurale wanden van de neurale plaat worden hoger en zo vormen zich de neurale wallen (neural folds), waartussen de neurale groeve ligt.
De neurale wallen verhogen en groeien naar elkaar toe zodat de neurale buis gevormd wordt :- de hersenen (voorste gedeelte)- het ruggenmerg (achterste gedeelte)
Cerebrospinaal vocht :- in het centraal kanaal- in de hersenventrikels- rondom de hersenen- rondom het ruggenmerg
2.1 Aanlegstoornissen (sluitingsdefecten v neurale buis tijdens embryonale ontwikkeling)Anencephalie Stoornis in de sluiting van het voorste gedeelte van de neurale buis.- grote hersenen en diepere structuren zijn grotendeels niet gevormd- deze kinderen kunnen max. enkele uren tot dagen na de geboorte blijven leven
Spina bifida = gespleten wervelkolom = open rugStoornis in de sluiting van het achterste gedeelte van de neurale buis (in lumbosacrale gebied) :
* genetische factoren : erfelijkheidsleer* voedingsfactoren : foliumzuurtekort* omgeveingsfactoren
Spina bifida occulta = verborgen spina bifida waarbij allen de wervelbogen niet gesloten zijn:weinig symptonen, geen uiterlijke kenmerken, vaak pas toevallig ontdekt!Spina bifida aperta = de eigenlijke ‘open rug’
1. cyste met vocht = vochtblaas -> geen neurologische afwijkingen2. cyste met zenuwweefsel (ruggenmerg of zenuwen) -> neurologische afwijkingen!
Afwijkingen onder het niveau van het letsel : incontinentie, waterhoofd, verlammingen.
Microcefalie Kleine omvang van de schedel + onvolledig ontwikkelde hersenen.- aangeboren of komt tot uiting tijdens eerste levensjaren (1/1500)- genetische factoren of omgevingsfactoren (alcoholgebruik of infectie tijdens zwangerschap)- mentale retardatie, vertraagde spraak en motorische ontwikkeling, hyperactiviteit, stuipen- microcefalie kan een onderdeel zijn van andere syndromen
2.3 De ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel na de geboorte- groot deel van de hersenontwikkeling vind plaats voor de geboorte- de hersenen van een pasgeborene zijn groot in verhouding tot het lichaam- toename van het aantal neuronverbindingen (synapsen) -> genetische + omgevingsfact. (oef)- toename van myelinisatie (zenuwimpulsen bij een baby verlopen trager!)- 4 jarige leeftijd : 80% van het volwassen hersengewicht is bereikt
3. De hersenvliezen3.1 BeschrijvingDe hersenen en het ruggenmerg worden omgeven door drie vliezen. Van buiten naar binnen :Dura mater = hard vliesLigt tegen de binnenzijde van de schedel en plooit tussen de 2 grote hersenhemisferen naar binnen waar het een tussenschot vormt. Ter hoogte van het achterhoofdsgat verlaat het harde vlies de schedel -> het harde ruggenmergvlies zit ter hoogte van het wervelkanaal en wordt door de epidurale ruimte gescheiden van bot.
Arachnoidea = het spinnenwebvliesZit vast op het harde vlies, maar ze worden van elkaar gescheiden door een dunne spleet
Subarachnoïdale ruimteRuimte tussen zachte vlies en spinnenwebvlies en gevuld met CSV
Pia materZacht vlies dat dmv bindweefselbalkjes verbonden is met het spinnenwebvlies.Het zacht vlies bevat veel bloedvaten en zit vast op de hersenen en het ruggenmerg.
Epidurale verdoving= plaatselijke anestheticum die ingebracht wordt in de epidurale ruimte.
3.2 Pathologie (lezen…)Meningitis= een infectie van de hersen- en ruggenmergvliezen veroorzaakt door een bacterie of virus.Symptomen bij pasgeborenen : koorts, braken, sufheid, ademhalingsproblemen, stuipenSymptomen bij kinderen en volwassenen : hoofdpijn, koorts, nekstijfheid
1. bacteriële meningitisMinder frequent maar gevaarlijker! (er is maar tegen 1 bacteriële meningitis een vaccin)Mogelijke complicaties : verlamming, blindheid, doofheid, sterfte.Therapie : antibiotica.
2. virale meningitisGoedaardig. Niet te behandelen met antibiotica!
Hematomen = bloedingen1. Epiduraal hematoom : epi (boven) + dura (dura mater)
2. Subduraal hematoom : sub (onder) + dura (dura mater)
Tussen schedel en dura materOorzaak : barst in schedelbot!1) Onmiddellijk na het trauma een kort bewustzijnsverlies2) Na 2à5u :
- progressieve hoofdpijn- bewustzijnsstoornissen- dieper wordende coma
hoge druk -> onherstelbare schade aan hersenweefsel..zo snel mogelijk ingrijpen!
Tss dura mater en spinnenwebvliesAcuut subduraal hematoomVanaf het trauma bewusteloos.Vaak sterfte!
Subacuut subduraal hematoomNa aantal dagen vermindering van het bewustzijnsniveau. Betere prognose…
Chronisch subduraal hematoomNiet tgv trauma maar bij patiënten van bloedverdunners. Sluipende symptomen. Operatieve genezing.
4. CSV = cerebrospinaal vocht = hersen-ruggenmergvocht
4.1 De circulatie van het CSVHet zenuwstelsel wordt aan alle kanten omgeven door het cerebrospinaal vocht :1. in de subarachnoïdale ruimte | Alles staat in verbinding met elkaar als 1 circualtie!2. in de hersenventrikels | => Er is een continue aanmaak met een evenwicht 3. in het centraal kanaal | tussen productie en drainage.
De botten van de schedel en de wervelkolom zijn hard om de hersenen en het ruggenmerg te beschermen.
De herzenvliezen zijn 3 membramen die de hersenen en het ruggenmerg beschermen.
CSV in d hersenventrikels :- 2 laterale- het 3de ventrikel- het 4de ventrikel
CSV in de subarachnoïdale ruimte als bescherming rond de hersenen, het ruggenmerg. + het CSV in het centrale kanaal.
De 4 hersenventrikels Staan in open verbinding met elkaar, met het centrale kanaal en met de spinnenwebruimte
-> 2 laterale ventrikels (zijventrikels) van de grote hersenhelften-> het derde ventrikel van de tussenhersenen-> het vierde ventrikel tussen het verlengde merg en de kleine hersenen
De productie en de drainage van het CSV zijn met elkaar in evenwicht!
4.2 Stoornissen van de liquorcirculatieHydrocefalie = waterhoofdTeveel vocht in de schedel waardoor de hersenwerking wordt verstoord.-> kan zowel voor als na de geboorte ontstaan-> acuut (plotseling) of progressief (sluipend)-> kan blijvende hersenbeschadiging (handicap) veroorzaken
Oorzaak :1. Een stoornis in de verhouding tussen productie en afvoer van het CSV :Volume van de hersenventrikels neemt toe door :
Productie van CSVIn de hersenventrikels liggen kluwen van kleine bloedvaten (choroïd plexus) die zorgen voor een continue productie van het vocht.
Drainage van CSVVia arachnoïde villi wordt het vocht afgevoerd naar superieure sagittale sinus. Daar wordt het afgevoerd via de venen.
Functies van het CSV- schokabsorberend- thermische buffer- gewicht dragend (hersenen ‘drijven’)- transport van afvalstoffen van neuronen en neurogliacelle naar het bloed- transport van voedingsstoffen en O2 van het bloed naar neuronen en neurogliacellen
- obstructie in de CSV circulatie- een gestoorde afvoer in de CSV- hersenbloeding in de eerste levensjaren
2. Ophoping van vocht veroorzaakt een stijging van de druk in de schedel : -> tot 1 jaar : grotere schedel doordat fontanellen nog niet verbeend zijn -> >1 jaar : fontanellen verbenen, schedel kan nt meer uitzetten = hersenbeschadiging
Symptomen (afh van de oorzaak) :- motorische afwijkingen, verminderde intelligentie, bewustzijnsstoornissen, misselijkheid,…(er is in bepaalde gevallen met een snelle behandeling kans op volledig herstel)
Therapie : drainage via shunt = afvoer van overtollig vocht naar de buikholte
5. Bouwstenen van het zenuwstelsel (!!!)5.1 Het zenuwweefselMicroscopische en biochemische aspecten van het zenuwstelselHet zenuwstelsel is opgebouwd uit cellen : zenuwcellen (neuronen) + neuroglia cellen.
Bouw van het neuron1. het cellichaam2. de dendrieten3. het axon4. omgeven dr celmembraan
Neuronen = zenuwcellenGeleiden de zenuwimpulsen- zijn prikkelbaar- kunnen prikkels geleiden- kunnen klier-, spier- en zenuwcellen prikkelen
Neuroflia cellenNiet prikkelgeleidend maar ondersteunen de neuronen-> op metabolische manier = voeding-> op mechanische manier = bescherming
Cell body = cellichaam :celkern + typische organellen.Thv de axonheuvel :integratie v inkomende zenuwprikkels en (soms) afvuren van nieuwe zenuwprikkels : sensorische neuronen1. Synthese van neurotransmitters2. Transport van vesikels (gevuld met neurotransmitter) naar axon uiteinde
Het axon = de zenuwvezelPer neuron is er (theoretisch) maar 1 axon! Een axon is veel langer dan een dendriet.De axonheuvel = verdikte regio waar het cellicham overgaat in de axon.De zenuwprikkel ontstaat in de axonheuvel en plant zich automatisch voort langs het axon.Het axonuiteinde is sterk vertakt : eindknopjes met vestikels gevuld met neurotransmitter.Het axon vervoert de zenuwprikkel wég van het cellichaam.
Het ruggenmerg : grijze stof - witte stof
Zenuwcellen => microscopisch - zenuw => macroscopisch
Dwarse doorsnede doorheen het omhusle van de spinale zenuw (ruggenmergzenuw) :Zenuwen zijn ‘wit’ -> gemyeliniseerde axonen (zenuwvezels)
DendrietenKlein, kort en sterk vertakkend.Prikkelaanvoerders van zenuwimpulsen naar het cellichaam
In springende conditie springt de zenuwimpuls van de ene knoop naar de andere
Knoop van Ranvier
Myelineschede 1. axon mét myelineschede = gemyeliniseerde zenuwvezel
2. axon zonder myelineschede= niet-gemyeliniseerde zenuwvezel
Schwann cel = type neurogliacelWikkelt zich rond het naakte axonDoor een 10à100-tal wikkelingen ontstaat de myelineschede :- electrische isolatie- snellere zenuwimpulsgeleiding- myelinisatie neemt toe van geboorte tot maturiteit = reactiesnelheid versnelt
Grijze stof= cellichamen van neuronen- dendrieten- niet gemyelinisserde axonen- neuroglia cellen
Witte stof= gemyeliniseerde axonen(van neuronen naast elkaar)Witte kleur door myeline!
ruggen
5.2 Soorten neuronen
ruggenmergzenuw
De volledige zenuw
Bloedvaten
Individueel axon
Bundeltje axonen
Individueel axon
Bundeltje axonen
Neuronen : héél gevoelige cellen!- continue voldoende zuurstoftoevoer is noodzakelijk
-> vanaf 3min zonder zuurstof is er permanente schade-> thrombose = blokkeert zuurstoftoevoer-> CO-vergiftiging : CO bindt sterker op hemoglobine dan O2!
- continue voldoende glucose-toevoer is noodzakelijk-> nood aan continue glucose homeostase-> hypoglycemie kan dodelijke afloop hebben
- neuronen moeten goed beschermd worden-> door delen van het skelet-> door hersenvliezen en ruggenmergvliezen-> door CSV = cerebrospinaal vocht-> bloed-hersen barrière
Bij schade…heel traag en slecht herstel + dikwijls onherstelbare schade!-> directe schade : trauma’s-> indirecte schade : bloedingen, tumoren, meningitis -> verhoogde druk
5.3 Reflexen
Motorisch neuron -> PZSVervoert info v CZS nr effectoren.Effectoren worden geprikkeld :Spieren -> contractiesKlieren -> secreties
Sensorisch neuron -> PZSVervoert info naar CZS!-> somatisch sensorisch-> autonoom sensorisch
Soms zelf een zintuigcel, maar meestal geprikkeld door een zintuigcel
CZS = centraal zenuwstelsel
Interneuron -> CZSBinnenkomende info integreren en (soms) start v/e motorische prikkel
Effector : spierZintuigcel voor pijn
Een reflex = onwillekeurige reactie op een bepaalde prikkel -> eenvoudigste zenuwschakeling.Muscle spindle = spiervoeltje = somatisch zintuigorgaantje gevoelig vr uitrekking spiercellen
5.4 Neuroglia cellen- kleiner dan neuronen- talrijker dan neuronen- niet prikkelbaar!- mitose : ze kunnen zich delen- zenuwweefsel-tumoren -> in neuroglia cellen
6. Signaalgeleiding (!!!)6.1 Actiepotentiaal AP : Een zenuwprikkel = een elektrische prikkel => actiepotentiaal
In het centraal zenuwstelsel :Astrocyten :Ondersteuning en bescherming van neuronenMicroglia cellen :2de lijns afweer -> vernietigen van pathogenenOligodendrocyten :Myelineschede voor prikkel-geleidingEpendym cellen :1) Aflijning ventrikels v/d hersenen en van het centraal kanaal (ruggenmerg)2) productie van cerebrospinaal vocht3) hulp bij CSV circulatie (ciliën)
In het perifere zenuwstelselSchwann cellen :1) vorming en behoud van myelineschede rond het axon van één neuron2) hulp bij herstel van axonen
Actiepotentiaal (AP)= een heel kortstondige verandering v/d celmembraanpotentiaan door instroom v Na+-ionen!
1. ionen stromen vanuit het extracellulaire milieu het intracellulaire milieu binnen2. het actiepontentiaal (elketrisch potentiaal over de celmembraam) verandert
Eens het actiepotentiaal ontstaan is, plant het zich automatisch voort in 1 bepaalde richting- Vanuit het axon weg van het cellichaam- Vanuit de dendrieten naar het cellichaam : het cellichaam integreert ze -> niet ontstaan van AP in axon heuvel -> wel ontstaan van AP in axon heuvel : AP plant zich voort richting axonuiteinde ↓ Vrijstelling v neurotransmitters in synaptische speel
Werking van de synaps :overdracht van de zenuwprikkel -> via de synaps -> naar het volgende neuron
Actiepotentiaal
Stap 1Het AP bereikt het axonuiteinde
Stap 2De vesikels van de synaps laten neurotransmitter vrij in de synaptische spleet
Vesikels v synaps
Synaptische spleet Postsynaptisch membraan
Synaptische eindknop
De bouw van de synapsDe presynaptische celAxonuiteinden eindigen in knopjes die neurotransmitter bevatten.
De synaptische spleetsmalle ruimte tussen het synaptisch neuron en de postsynaptische cel/neuron.
De postsynaptische celDeze cel bevat receptoren waarop de neurotransmitters zich binden.
Receptor van Na+- ion kanaal
Stap 3De synaptische speel laat (NT) neurotrasmitter vrij
Vesikel van synaps
Stap 4De neurotransmitters binden zich op de postsynaptische neuron
Stap 5Na+-ionen kanalen openen
Stap 6Na+-ionen gaan binnen in de postsynaptische neuron en veroorzaken AP
De neurotransmissie = het overbrengen van de neurotransmittersDe synaps is de plaats waar de elektrische prikkel (de actiepotentiaal) overgedragen wordt :-> van één zenuwcel naar een andere zenuwcel-> van een zenuwcel naar een effectorcel (spiercel of kliercel)
Morfologie van de synaps1. het axonuiteinde van een presynaptisch cel/neuron (= een prikkelaanvoerend neuron) is gevuld met synaptische vesikels die gevuld zijn met neurotransmitter
2. Het celmembraan va de possynaptische cel/neuron (een zenwucel of effectorcel!) bevat receptoren waarop de neurotransmitters zich specifiek binden.
3. De synaptische spleet = een smalle ruimte tussen het synaptisch neuron en de postsynaptische cel/neuron.
De werking van de synapsStap 1De presynaptische cel (presynaptisch neuron) vuurt een signaal af dat het axonuiteinde bereikt.Stap 2De presynaptische cel laat neurotransmitter vrijkomen in de synaptische speeltStap 3De neurotransmitter gaat door de synaptische spleetStap 4De neurotransmitter moleculen binden zich specifiek op receptoren in de postsynaptische celStap 5De postsynaptische receptoren worden geactiveerdStap 6Er is een elektrische activatie van de postsynaptische cel => actiepotentiaal
6.2 De zenuwcel : een complex netwerk van neuronen…
Neurotransmissie = de prikkeloverdracht van het ene neuron naar het andere gebeurd indirect : de tussenkomt van neurotransmitters!In de synaps wordt een elektrisch signaal omgezet in een chemisch signaal = neurotransmitters.In de postsynaptische cel (kan, want niet als het om een inhiberende NT gaat!) het chemisch signaal trug omgezet worden in een elektrisch signaal.
Er zijn verschillende soorten neurotransmitters die elk op een specifieke receptor (van de postsynaptische cel) binden :Exiterende NT : dopamine, noradrenaline, serotonine, …Inhiberende NT : GABA
Het zenuwweefsel in de synaps (vooral in de hersenen) is heel complex! De zenuwcellen maken gigantisch veel contacten met elkaar. Eén neuron kan informatie ontvangen van 10.000 synapsen! Alle synaptische activiteiten samen bepalen wat de uitgaande prikkel van het neuron zal zijn..
6.3 PathologieMultiple slerose= een chronische progressieve neurologische aandoening waarbij de myelinescheden van de neuronen in het Centrale Zenuwstelsel vernietigd worden.
- meest frequente neurologische ziekte bij jong volwassenen (piek tss 20 en 30jaar)- 2 x meer vrouwen als mannen
Oorzaak : auto-immuunziekte- Het immuunsysteem valt het eigen myeline aan.- Genetische factoren + omgevingsfactoren (virale infectie).
Symptomen (afh per persoon!)- motorische stoornissen : spierzwakte, trillen, spasmen, verlammingsverschijnselen, stijfheid- motorische handicaps : na 10jaar kan nog 80% lopen- stoornissen in gevoelswaarwording : paresthesieën (waarneming zonder prikkeling) en pijn- oogstoornissen- incontinentie en stoelgangproblemen- geestelijke veranderingen : cognitieve achteruitgang, depresiviteit
Therapie : immuunonderdrukkende medicijnen (cortisone)
Prognose (afh van de vorm en verschillend van per persoon!)Intermitterende MSDe meest voorkomende vorm (85%) waarbij opflakkeringen (3/2jaar) worden afgewisseld met herstelperioden. Meest voorkomende uitvalsverschijnselen : oogstoornissen, stoornissen in gevoelswaarwording, incontinentie en problemen bij coördinatie. Meestal gaat deze vorm over in secundair progressieve MS.
Secundair progressieve MSProgressieve achteruitgang met weinig tussentijds herstel.
Primair progressieve MSVan bij het begin verslechtering zonder tussentijds herstel. Vooral op latere leeftijd
GBS = Guillain-Barré Syndroom = afbraak van myeline in de zenuwen in het perifere zenuwstelsel.(aantasting van de sensorische of de motorische zenuwen…)Oorzaak : auto-immuuniteitsziekteSymptomen : verschijnen accuutPrognose : gedeeltelijk of volledig herstel is mogelijk met behoud van restverschijnselen
6.3 De neurotransmitterKortstondige herkenning van de neurotransmitter
1. vrijstelling van neurotransmitter 2. de werking van de neurotransmitter wordt beeïndigd door :
-> heropname door de presynaptische cel-> enzymatische afbraak in de synaptische spleet
3. nieuwe zenuwprikkel => nieuwe vrijstelling van neurotransmitter
Opgelet! Veel psychofarmaca (bv. antidepressiva) beïnvloeden het afbraakproces…Soorten neurotransmitters (naar functie)Exiterende neurotransmitters = opwekkende neurotransmittersStimuleren de postsynatische cel -> grotere kans op AP in de postsynap. cel
Inhiberende neurotransmitters = remmende neurotransmittersRemmen de stimulatie van de postsynaptische cel af -> kleinere kans op AP in postsynap.cel
MAAR…meestal veel complexere situatie!-> een neuron staat oiv verschillende neurotransmitters-> exiterende + inhiberende = bepaalt of het postsynaptisch neuron een AP zal laten ontstaan
Soorten neurotransmittersAcetylcholine = AChVooral betrokken bij de impulsoverdracht van de zenuw naar de skeletspiercellen. De actiepotentiaal maakt in het uiteinde van een zenuwcel ACh vrij. Dit ACh diffundeert door de synaptische spleet van een synaps motorisch neuron naar de volgende cel : 1) Naar een skeletspiercel -> activeert deze door zich te binden aan de acetylcholine-receptor. Deze binding zorgt voor een spiercontractie2) Naar een zenuwcel -> weer een elektrisch signaal en zelfde procedure,..
In het CZS belangrijk voor het geheugen en intellectuele functies…ziekte van Alzheimer : te weinig Ach!
Er zijn drie typen ACh-receptoren = ontvangers :1. Muscarinegevoelige : in parasympatische eindsynapsen/bezenuwing v inwendige organen2. Nicotinegevoelige a : in ganglia in het autonoom zenuwstelsel3. Nicotinegeveolige b : op de motorische eindplaten van skeletspieren -> contracties
Noradrenaline=> Heeft een sterk opwekkende werking!1. Als neurotransmitter in de hersenen + in de zenuwuiteinden van het (ortho)sympatisch zenuwstelsel -> effectorcellen (gladde spier, hartspier, klieren) : presteren, angst en stress…2. Als hormoon in het bijniermerg met een gelijke werking als adrenaline
Over het algemeen voelen mensen met te weinig noradrenaline zich depressief en mensen met een teveel aan noradrenaline euforisch, gespannen, angstig of opgewonden. Dit hangt af van de stemming en/of van andere neurotransmitters, zoals onder andere serotonine.
- Synapsen orthosympatische neuronen -> effectorcellen (gladde spier, hartspier, klier)* bij FFF voor lichamelijk en geestelijk presteren* in de bijnier voor de vrijstelling van adrenaline en naradrenaline hormonen
- autonome beïnvloeding van de hartspier (hart sneller doen slaan)
Noradrenaline : Vrijgesteld door sympatisch zenuwstelsel -> versnelt hartfrequentieAcetylcholine : Vrijgesteld door parasympatisch zenuwstelsel -> vertraagt hartfrequentie
DopamineSpeelt een grote rol bij het ervaren van emoties, genot/welzijn, verslavingsgedrag (cocaïne).Te zwakke dopamine-neurotransmissie : Ziektebeeld : ziekte van Parkinson Therapie : dopamine agonisten
Te sterke dopamine-neurotransmissie :Ziektebeeld : SchizofrenieTherapie : dopamine antagonisten…nevenwerking Parkingsonsymtomen!
SerotonineSpeelt een rol :
- slaap-waak ritme- controle van stemmingen -> te weinig serotonine bij depressie- regulatie van de eetlust- regulatie van de lichaamstemperatuur
Aminozuur neurotransmittersBepaalde aminozuren zijn werkzaam als neurotransmitter :1) Exciterende aminozuren : Glutamaat en aspartaat2) Inhiberende aminozuren : GABA en glycine(benzodiazepines als versterking v/d GABA neurotransmissie = slaap- en kalmeermiddelen)
NeuropeptidenPeptide = kleine keten van aminozuren.Endorfines => morfine-achtige werking : natuurlijke pijnstiller, gevoelens v euforie (heroïne)
6.4 Drugs en druggebruikAlgemeenDrugs = producten die men inneemt omdat men (zonder medische redenen) zijn gevoelens en bewustzijn wenst te beïnvloeden of te veranderen. Soorten producten :
1. Legale producten : alcohol, cafeïne, nicotine2. Illegale producten : cocaïne, XTC,…
1) Drugs bevatten psycho-actieve stoffenHet onderscheid tussen psycho-actieve drugs en psycho-actieve medicatie is niet altijd duidelijk : bepaalde producten die door sommige individuen als drugs worden gebruikt, worden in andere omstandigheden als medicijn gebruikt, Bv :
- cocaïne als plaatselijk verdovingsmiddel- vroeger werden amfetamines als medicijn gebruikt, nu als drugs- heroïne (drugs) is nauw verwant aan morfine (medicijn)
Hoe maakt men het onderscheid tussen drugs en medicatie? => de reden van gebruik :1) als genotsmiddel / als roesmiddel = drugs met controle van de gebruiker zelf2) om medische redenen = medicijn met controle van de arts
Psychofarmaca = alle medicijnen met een psycho-actief effect.De actieve stoffen uit deze producten werken in op de hersenen en beïnvloeden daar de werking van bepaalde neurotransmitters.
Opgelet! Omdat in drugs ook stoffen zitten met een psycho-actief effect die op een gelijkaardig manier als de neurotransmitters inwerken op de hersenen, plaatst men soms de drugs ook binnen de groep van psychofarmaca…De psycho-actieve bestanddelen in drugs :
- plantaardige oorsprong : papaver, cocaplant, canabisplant, koffie- en tabaksplant - plantaardige oorsprong + chemische nabehandeling : heroïne- zuiver synthetisch : amfetamines en XTC
2) Manieren van druggebruikObjectief / wetenschappelijk benaderd is het risico van druggebruik afhankelijk van :
-> het soort drugs-> de manier van druggebruik : de motieven tot het druggebruik
Problematisch druggebruik houdt risico’s in tot drugverslaving!Softdrugs : bv. cannabisLagere gezondheidsrisico’s en lagere verslavingskansen.Maar…de manier van druggebruik speelt een rol! Bv. problematisch cannabisgebruik kan leiden tot psychische afhankelijk van cannabis.Harddrugs : bv. alcoholHogere gezondheidsrisico’s en hogere verslavingskansen.Maar…de manier van druggebruik speelt een rol! Bv. af en toe een glas alcohol in gezelschap leidt tot relatief weinig gezondheids- en verslavingskansen. Problematisch alcoholgebruik = wanneer de alcohol een functie vervult die de persoon zonder alcohol niet kan bereiken! (problemen vergeten, stress/angsten verminderen, in e roes komen)Een alcoholverslaafde drinkt teveel én op misplaatste momenten -> voortdurend alcohol nodig om van stemming te veranderen
Drugsafhankelijkheid = Drugsverslaving = wanneer druggebruik het centrale thema is in het leven van de verslaafde= wanneer men niet meer normaal kan functioneren zonder de drugs in het lichaam :
1) Fysische afhankelijkheid met lichamelijke ontwenningsverschijnselen op momenten dat de drug zich (bijna) niet meer in het lichaam bevindt : beven, zweten, misselijkheid,…2) Psychische afhankelijkheid : wanneer men de verleiding niet kan weerstaan en zich angstig, depressief, geïrriteerd,…voelt als de drug zich niet meer in het lichaam bevindt.
Gewenning = tolerantie = het lichaam past zich aan de drugs aan waardoor de drugs minder actief of sneller afgebroken wordt -> drugsdosis moet opgedreven worden om hetzelfde effect te bekomen -> nevenwerkingen en gezondheidsrisico’s worden groter -> vicieuze cirkel!
3) Druggebruik en gezondheidsrisico’sGeneesmiddelenleer : De effecten en ongewenste nevenwerkingen van het product hangen af van de dosering…Toxologisch gezien -> De dosis bepaalt de giftigheid.
Illigale proucten vallen in tegenstelling tot medicatie niet onder medische (en andere) controles en hebben daardoor meer gezondheidsrisico’s!
De gezondheidsrisico’s bij drugs1) Genetische factoren kunnen een rol spelen bij de gevoeligheid voor een drug2) De dosis bepaalt de giftigheid en zo ook de risico’s -> overdosis kan dodelijk zijn!3) Risico’s door hygiënische- en gezondheidsmaatregelen te negeren
Risico’s op korte termijn : als gevolg van de invloed en vlak na het gebruik. Vb :- concentratieproblemen- geheugenstoornissen van het korte termijn geheugen (afspraken niet nakomen)- oververmoeidheid- prikkelbaarheid- afzondering- gevaarlijk rijgedrag
Risico’s op lange termijn : als gevolg van langdurig frequent gebruik- belanden in een vicieuze cirkel en neerwaartse spiraal van de verslaving- weinig toekomstperspectieven door het gebruik- problemen op persoonlijk, lichamelijk, sociaal en justitioneel vlak
Door gebruik van drugs kunnen psychiatrische aandoeningen ontstaan of verergeren!Afhankelijk van de soort drugs kunnen psychiatrische problemen en verslavingsproblemen samen optreden en/of elkaar versterken : depressiviteit, gejaagdheid, opwinding, gedragsproblemen : agressie, impulsiviteit, apathie.Sommige drugs kunnen ernstige verwardheid en (zeldzaam) psychosen veroorzaken.Een psychose = een ernstige psychiatrische stoornis waarbij het realiteitsbesef ernstig verstoord is. Gepaard met hallucinaties, wanen, cognitieve stoornissen, bizar gedrag,…-> Overmatig gebruik kan leiden tot een kortdurend psychotische gedrag met een herstel van weken tot maanden…Soms ontwikkelt men een chronische psychose!-> Iemand die om genetische redenen gevoelig is voor een psychose maakt hierop meer kans!
** Cannabisgebruik : gezondheidsrisico’s ivm psychosePersonen die gevoelige zijn voor schizofrenie hebben meer kans op schizofrenie (psychotische symptomen)Ook is er mogelijks al een aanleg voor psychosen…De kans op schizofrenie is nog groter wanneer men al blowt vanaf heel jonge leeftijd!Personen met familieleden die leiden aan schizofrenie of andere aandoeningen : gevaarlijk!** Speed en cocaïne : gezondheidsrisico’s ivm psychoseOvermatig gebruik kan psychotische symptomen en achtervolgingswaanzin veroorzaken.Cocaïnegebruik -> meer kans op depressies (somber, apathisch, moe, futloos, geen eetlust,…)XTC -> gevaarlijk wanneer men gevoelig is voor psychose, depressie, angststoornissen.** Tripmiddelen (LSD, paddo’s) : gezondheidsrisico’s ivm psychoseRisicovol bij mensen met een gevoeligheid voor het ontwikkelen van een psychose!
Algemene regel : druggebruik bij mensen die gevoelig zijn voor het ontwikkelen van psychiatrische aandoeningen is bijzonder risicovol! En omgekeerd -> de lijdensdruk bij psychiatrische aandoeningen maakt mensen gevoeliger voor drugsverslaving! (Dubbele diagnose = psychiatrische aandoening én een verslavingsproblematiek)
4) Drugspreventie : voorkomen is beter dan genezen!Waarom gebruikt iemand drugs => een complexe vraag…3 samenhangende factoren :1. de mens met zijn behoeften, gevoelens, vaardigheden en kwetsbaarheden2. het middel met zijn specifieke aantrekkingskracht3. het milieu : invloed van het gezin, de vrienden, de samenleving, de cultuur
6.5 Pathologie – psychofarmacaPsychofarmaca = stoffen met psycho-actief effect :Stoffen die inwerken op de hersenen en daar de neurotransmissie beïnvloeden1. transmitteragonisten = versterken van de neurotransmissie Verschillende mogelijkheden :- stimulatie van de aanmaak en de vrijstelling van neurotransmitters- inhibitie (remming) van de re-uptake van de neurotransmitter door de presynaptische cel- inhibitie van het enzyme dat de neurotransmitter afbreekt- lijken op de NT en zelf binden op de specifieke NT-receptoren en deze activeren
2. tranmitterantagonisten = verzwakken van de neurotransmissieVerschillende mogelijkheden :- blokkeren van de aanmaak en de vrijstelling van neurotransmitters- versnellen van de re-uptake van van de neurotransmitter door de presynaptische cel- versnellen van het enzyme dat de neurotransmitter afbreekt- lijken op de NT en zelf binden op de specifieke NT-receptoren en deze niet stimuleren
6.6 Pathologie – ziektebeeldenDe ziekte van Alzheimer= de meest voorkomende oorzaak van dementie (2/3)Dementie = algemene achteruitgang van de verstandelijke vermogens (cognitieve functies)- na 65jaar en meer bij vrouwen dan bij mannen- Oorzaak : multifactoriële - Symptomen : geheugenstoornissen + andere cognitieve stoornissen (desoriëntatie)- Prognose : geleidelijk begin en progressieve cognitieve achteruitgangGevolgen voor de patiënt :- verwardheid -> angstgevoelens- grotere kans op depressie- (vaak) een tekort aan acethylcholine in de hersenen (therapie : acetylcholine agonisten)
De ziekte van Parkinson= 2de meest voorkomende neurologische aandoening na Alzheimer.Voornaamste symptomen -> beweginsstoornissen :Rusttremor (beven in rust), spierstijfheid en bewegingstraagheid!- rond 50 à 60jaar- dopamine tekort in de hersenen, therapie : dopamine agonisten- Prognose : (verschillend per persoon) progressieve ziekte met mogelijks stabiele perioden
Shizofrenie= ernstige psychiatrische aandoening met acute psychotische periodes* Positieve symptomen : Tijdens acute psychotische fases -> wanen, hallucinaties, vreemd gedrag.Therapie : psychiatrische opname* Negatieve symptomen : Algemeen -> depressiviteit, asociaal gedrag, concentratievermogen
- begint meestal in adolescentie- komt heel vaak voor 1% van de bevolking!- multifactoriële aandoening + overactieve dopamine neurotransmissie- therapie : dopamine antagonisten als anti-psychotica
DepressieSymptomen Depressie heeft een chronisch verloop van maanden tot jaren. Na herstel veel kans op herval!moeten minstens 2 weken aanhouden! Depressie ≠ zich depressief voelen…Komt voor bij 1/10 mannen en bij 1/5 vrouwen!Symptomen :- gevoelens van wanhop, zinloosheid, schuld en waardeloosheid- geen waardevolle toekomstperspectieven zien- concentratiestoornissen- slaapstoornissen (teveel of te weinig)- eetstoornissen
Bipolaire stoornis = manisch depressieve stoornis :Depressieve perioden afwisselend met manische perioden (grootheidswaan, euforie,…)
* Oorzaak : multifactoriële aandoening + serotonine-tekort en/of noradrenaline-tekort* Therapie : psychotherapie (praten) + antidepressiva (medicatie)
Antidepressiva- agonisten van noradrenaline en serotonine (inhibitie van re-uptake)- tegenwoordig minder nevenwerkingen : SSRI’s- medicatie werkt pas na enkele weken…- geen talerantie (gewenning) = geen verslavend effect- na de behandeling geleidelijk afbouwen!- medicatie werkt niet àltijd- psychotherapie is evenzeer belangrijk!
Slaap- en kalmeermiddelen- klasse benzodiazepines
-> agonisten van de GABE neurotransmitter-> algemene remming van zenuwactiviteiten : kalmer, sufheid, moeheid
- psychisch en fysisch verslavend!- bij chronische angstproblemen : kalmeermiddel + antidepressiva (sociale fobie, obsessief compulsief gedrag,…)
TetanusWordt veroorzaakt door een bacterie die een neurotoxisch toxine produceert : tetanustoxineTetanustoxine = een acetylcholine agonist.Een stijve verlamming die zich uitbreit tot aan de hartspier => sterfte.Therapie : preventieve vaccinatie! Bij infectie een antiserum toedienen.
7. De zintuigen7.1 De perceptie = de bewsute waarneming
Bewuste waarneming = perceptiein verschillende stappen
Een prikkel kan een reactie uitlokken :1) een somatisch motorische reactieActies van skeletspieren -> gewilde bewegingen
2) een autonoom motorische reactieActies van gladde spieren (organen) en klieren -> ‘zonder vrije wil’ het behoud v homeostaste. * via sympatische neuronen * via parasympatische neuronen
De Somatosensorische waarnemingAlgemene zinnenSomatosensorische receptoren liggen verspreid over het volledie soma (het lichaam)Proprioceptie : behoud v/d lichaamspositie dmv gewrichten, spieren, pezen (nt altijd bewust)De huid : tast (druk, trillingen), temperatuur en pijn
Speciale zinnenZien, horen, reuk, smaak, evenwicht (binnenoor)
Stap 1Een zintuiglijke receptor (zintuig) ontdekt een stimulus in de externe of interne omgeving.
Stap 4De informatie-interpretatie gebeurd in het cerebrum en is een perceptie (indruk) van de zintuiglijke waarneming!
Stap 2Zintuiglijke neuronen (zintuigcel) stuurt een zenuwimpuls naar het ruggenmergzenuwen en zo naar de craniale zenuwen (hersenen) (of rechtstreeks naar de hersenen)
Stap 3De hersenen interpreteren de informatie van de zintuiglijke receptor.
7.2 Zien
Bouw van het oog7.1 Zien
7.1.1 Bouw van het oog
Accommodatie van de lens
Accommodatie van de lens
Oogzenuw Gele vlek
Harde oorgrok
Hoornvlies
Vaatvlies
Netvlies
Glasachtig lichaam(vult de achterste kamer)
Blinde vlek
Straallichaam
Voorkamervocht(vult de voorste kamer tss hoornvlies en lens)
Verschillende stralen van v/e dicht voorwerp
Bijna parallelle stralen v/e ver voorwerp
De lens vormt van het voorwerp een beeld. In het netvlies bevinden zich fotoreceptoren (oog-zintuigcellen)Om een voorwerp scherp te zien moet het beeld op het netvlies vallen!
Ver voorwerp – platte lensDe lens wordt afgeplat door relaxatie van de accomodatiespieren (spieren van het straallichaam)
Dicht voorwerp – bolle lensDe lens accomodeert :spiercontracties v/d accomodatiespieren (spieren v/h straallichaam) maken de lens boller waardoor het beeld terug mooi op het netvlies valt (en niet achter het netvlies)
Van lichtprikkel tot “zien”
Het netvlies bevat de fotoreceptoren : kegeltjes + staafjes.
1. Het oog focust zich met behulp van de oogspieren op een voorwerp2. Beeld valt op de gele vlek
De gele vlek = plekje in het netvlies met de hoogste densiteit aan fotoreceptoren (kegeltjes)Blinde vlek = plaats waar de uitlopers v/d prikkelvervoerende cellen (v/h oog) het oog verlaten. Bevat geen fotoreceptoren dus wanneer het beeld op de blinde vlek zou vallen zouden we niks zien..
Licht
Glasachtig lichaam
Kegel
Staafje
Harde oogrok
Vaatvlies
Fotoreceptoren (oogzintuigcelen)
Pigmentlaag
Kegeltjes voor de kleurwaarneming
Stafjes voor de zwart-wit waarneming
Staafcel
Kegelcel
VaatvliesHarde oogrokNetvliesBlinde vlek
De weg die het licht volgtis tegengesteld aan de weg die de elektrische impulsen volgt!
Slechtziendheid en blindheid kunnen verschillende oorzaken hebben…Ziekten van het oog, de oogzenuwen, de visuele cortex.
Bijziend Verziend
Normaal Astigmatisme
De oogzenuwen kruisen gedeeltelijk.
1. Deze sensorische neuronen vormen een synaps met andere neuronen in de thalamus.
2. Vanuit de thalamus vertrekken neuronen die de visuele informatie naar de visuele cortex brengen.(achteraan de grote hersenen)
3. Wanneer de visuele informatie toekomt in de visuele cortex ontstaat de visuele waarneming.
PathologieOut of focus = beeld valt niet op het netvlies!
Strabisme = scheelzien= beide ogen kunnen niet gelijktijdig op een object fixeren door een storing van de spierbalans van de uitwendige oogspieren.
Dubbelzien = er ontstaan 2 beelden : 1 gevormd door linker oog + 1 gevormd door rechteroog.Maar…de hersenen aanvaarden maar 1 beeld om dubbelzien te vermijden :-> alternerende fixatie = afwisselend links en rechts-> fixatie met één oog (bij kindjes met een plakker op goede oog om lui oog te vermijden!)Oplossing : operatie aan de oogspieren.
Glaucoom= de 2de meest voorkomende oorzaak van blindheid door een verhoogde druk in de oogbol die ontstaat door een slechte afvoer van het voorkamervocht.
-> netvlies en oogzenuw worden samengedrukt-> bloedvaatjes worden dichtgedrukt : geen bloedtoevoer voor netvlies en oogzenuw
(fotoreceptoren en de neuronen van de oogzenuw sterven af)
- progressieve ziekte- enige symptomen : wazig zicht en hoofdpijn, geen pijn aan de ogen!- vanaf 40jaar jaarlijks laten testen op glaucoom
Normaal oogDichte objecten ziet men scherpVerre objecten ziet men scherpHet beeld richt zich op het netvlies.
BijziendheidDichte objecten ziet men scherp.Verre objecten ziet men onscherp.Te lange oogbol zorgt ervoor dat het beeld voor het netvlies komt. Oplossing : de concave (holle) lens.(Lenzen met negatieve dioptrie)Oorzaak : ouderdom -> de lens verliest het vermogen om te accomoderen.
VerziendheidDichte objecten ziet men onscherp.Verre objecten ziet men scherp.Te korte oogbol zorgt ervoor dat het beeld achter het netvlies komt. Oplossing : de Convexe (bolle) lens.(lenzen met positieve dioptrie)
AstigmatismeWazig zicht.Een onregelmatige kromming van het hoornvlies of de lens zorgt ervoor dat het beeld ongelijk terecht komt.Oplossing : oneven lens.
Cataract= ouderdomsslijtage aan de lens en wereldwijd meest voorkomende oorzaak van blindheid!= deelse of volledige troebeling van de ooglens (aan 1 oog of aan beide ogen)Therapie : bril of contactlenzen dragen, een operatie (een artificiële lens ter vervanging)
Gestoord kleurenzicht en kleurenblindheidBlauwe, groene en rode kegeltjes zijn verantwoordelijk voor het zien van kleuren.Gestoord kleurenzicht = minder of niet gevoelig voor 1 of meerdere grondkleur(en) waardoor bepaalde kleurschakeringen niet herkend worden. Daltonisme = rood-groen kleurenblindheid.(Daltonisme : erft X-chromosomaal recessief)Kleurenblindheid (zelden)= ongevoeligheid voor alle grondkleuren waardoor men alles zwart-wit waarneemt.
7.3 Het gehoor
BuitenoorOntvanger
MiddenoorVersterker
BinnenoorOmzetter van prikkels :mechanische -> elektrische
De oorschelp verzamelt geluid en leidt het in het externe auditieve kanaal naar het trommelvlies.
Het trommelvlies vibreert synchrone geluidsgolven om de gehoorbeentjes in het middenoor te bewegen
De 3 gehoorbeentjes versterken de drukgolven brengen de geluidgolven van het trommelvlies over naar het binnenoor.
Het slakkenhuis zet de drukgolven om naar zenuwinformatie die naar de hersenen gestuurd worden om het geluid te interpreteren
Vestibulair apparaat- Cemicirculaire kanalen - Vestibule
GehoorzenuwOvale vensterSlakkenhuis
Ronde venster
Gehoorgang
Trommel-vlies
Hamer Stijgbeugel Aambeeld
De omzetting van geluid tot zenuwimpulsen :
Pathologie : gehoorverliesGeleidingsdoofheid= de prikkel geraakt niet tot bij de gevoelige zintuigcellen in het binnenoor door :1) problemen met het trommelvlies : verdikt of perforatie2) otosclerosis = vergroeing van de gehoorbeentjes3) een obstructie in het buitenoor of het middenoor :
-> verstopping van de uitwendige gehoorgang-> overvloedige hoeveelheid vloeistof in het middenoor door middenoorontsteking
Perceptiedoofheid= door beschadiging aan zintuigcellen of een gehoorzenuw door :1) schade aan gehoorzenuw door infecties (bof, rode hond, syfilis, meningitis)2) schade aan zintuigcellen = haarcellen (onomkeerbare gehoorschade!)
-> verlies van haarcellen door veroudering-> schade aan haarcellen door geluidsoverlast
Het evenwichtHet behoud van evenwicht :-> proprioreceptoren in de spieren en gewrichten-> receptoren in het binnenoor : misselijkheid tijdens beweging (lezen in auto, zeeziek) door tegenstrijdigheid tussen de info van de ogen en de info van het vestibulum. Pilletjes tegen ‘reisziekte’ remmen de info die afkomstig is van het vestibulum.
De haarcellen in het orgaan van Corti zijn de zintuigcellen van het gehoor!Door trillingen buigen ze om en ontstaan er zenuwimpulsen die via de gehoorzenuw naar de hersenen worden geleid.Hoge tonen : prikkelen haarcellen in basis v slakkenhuisLage tonen : prikkelen haarcellen in top v slakkenhuisLuide tonen : kunnen haarcellen beschadigen…
Stap 1 : Geluidgolven doen het trommelvlies trillen. De vibraties worden doorgezonden naar de beentjes van het middenoor nr het ovale venster
Stap 2 : Bewegingen v/h ovale venster veroorzaken drukgolven in de slakkenhuis-vloeistof die de haarcellen v/h orgaan van Corti prikkelen.
Ziekte van Menière : draai-duizeligheid, braken en gehoorverlies + gesuis in 1 oor.
8. Het spierstelselDe soorten spierweefsel :8.1 De soorten spierweefsel
Skeletspier -> bundels skeletspiercellen -> individuele skeletspiercellen/spiervezels
SkeletspiercellenContracties van de skeletspiercellen staan onder controle van de motorische neuronen van het somatische zenuwstelsel : vrije wil!
HartspierenContracties van de harspiercellen staan onder controle van de pacemaker in het hart (grondslagfrequentie) + onder controle van het autonome zenuwstelsel (sneller/trager)/
Gladde spiercellenContracties van gladde spiercellen staan onder controle van de motorische neuronen van het autonome zenuwstelsel :sympatisch + parasympatisch -> gn vrije wil!
8.2 Contractie van
dwarsgestreepte spieren
De neuromusculaire junctie (NMJ) = de synaps tussen een presynatpische cel (motorisch neuron v/h somatische zenuwstelsel)en een postsynaptische cel (motorisch neuron v/e skeletspiercel)De neuromusculaire junctie (NMJ)
Motorisch neuron vuurt zenuwprikkel af↓
Skeletspier = bundels van skeletspiercellen
Skeletspiercel = spiervezel bestaat
uit myofibrillen
De skeletspier
eenheidsstructuur v/d skeletspiercel = een sacromeer
Het gestreepte voorkomen v/e skeletspiercel komt door de regelmatige rangschikking van myofilamenten (actine + myosine)
Microscopisch beeld v/e langse doorsnede van een skeletspiercel
Microscopisch beeld en diagram v/e myofibril
Een sacromeer : myosinefilamenten + actinefilamenten
Sliding mechanisme :Tijdens contractie schuiven de actinefilamenten tss de myosinefilamenten.Alle sacromeren korten in -> één spiercel kort in -> meer spiercellen korten in -> volledige spier kort in
Stap 1 : zenuwprikkel vanuit een motorisch neuron bereikt de neuromusculaire junctie
Contractie van dwarsgestreepte spieren :
1) een zenuwprikkel vanuit een motorisch neuron nodig2) voldoende energie in de spier nodig
Stap 2 : In de neuromusculaire junctie wordt acetylcholine vrijgesteld
Motorisch neuron
Acetulochine
Electrische impuls
Celmembraan
Synaptische spleet
Sacroplasmi reticulm
Myofibril
Stap 3 : de acetylcholine bindt op specifieke receptoren op de motorische eindplaat (= het celmembraan van de skeletspier)
Stap 4 : De actiepotentiaal verspreidt zich over het celmembraan van de volledige skeletspiercel. Verschillende moleculaire reacties volgen elkaar op en leiden tot contractie.
Vrijstelling van acetylcholine in de neuromusculaire junctie↓
Electrische activiteit van de skeletspiercel↓
Contractie
Pathologie : spierziektenZiekten waarbij de oorzaak van het probleem zich in de spieren zelf situeert.(Neuromusculiare aandoeningen = aandoeningen van neurale aard = defect aan zenuwstelsel)
- spierdystrofie van Duchenne- Myotone dystofie = ziekte van Steiner- Myositis : auto-immuuniteitsziekte -> ontsteking van de spieren- Myasthenia gravis : auto-immuuniteitsziekte -> aanval van eigen acetylcholinreceptoren
9. Het cerebrum = de grote hersenen (!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!)
Bovenaanzicht :
Rechts zij-aanzicht :
Voorhoofdskwab = frontale kwab
Pariëtale kwab
Longitudinale fissuur= de diepe groeve
Precentrale winding/gyrus
Centrale groeve/sulcus
Postcentrale winding
Linker hemisfeer Rechter hemisfeer
Achterhoofdskwab= occipitale kwab
Gyrus
Centrale sulcus
Cerebrale cortex
Witter stof van het cerebrum
Fissuur
Centrale sculus= diepe groeve
Het cerebrum = de grote hersenen- cortex- witte stof- corpus callosum = verbindingsbalk van zenuwweefsels die de 2 hersenhelften verbinden- basale gangliaDienchepalon =de tussenhersenen- thalamus- hypothalamusVentrikels = hersenholtes gevuld met cerebrospinaal vocht- 2 laterale ventrikels- derde en vierde ventrikelsVooraanzicht frontale doorsnede (voor de hersenstam) :
FRONTALE KWAB
Precentrale gyrus= precentrale winding
Temporale kwabCerebellum= kleine hersenen
OCCIPTALE KWAB
Postcentrale gyrus= postcentrale winding
Partiëtale kwab
Longitudinale fissuur= diepe groeve
Cerebrum
Corpus callosum
Thalamus
Hypothalamus
Cortex van het cerebrum
Witte stof v/h cerebrum
Lateraal ventrikel
||| Basale ganglia||
Derde ventrikelOogzenuw
Inferieur aanzicht = onderaanzicht (zicht op oorsprong craniale zenuwen = hersenstam) :
Functionele gebieden in het cerebrum :
Middenhersenen
Brug van Varol
Spinal cord = ruggenmerg
Cerebellum = kleine hersenen
Verlengde merg
Hersenzenuwen
Oogzenuw
Hyposfyse klier
Cerebrum = grote hersenen
Primair somato-sensorisch gebied in de postcentrale gyrus/windingPrimair motorisch
gebied in de precentrale gyrus
Met een specifieke techniek kan men actieve hersendelen visualiserenHoren : activiteit in temporale kwab -> primaire en secundaire auditieve centraZien : activiteit in occipitale kwab -> primaire en secundaire visuele centraSpreken : activiteit in frontale kwab -> centrum van Broca in linkerhemisfeer!Lezen : activiteit in primair motorisch gebied (oogspieren) + activiteit in temporale kwab -> centrum van Wernicke in linkerhemisfeerd!
Lateraal aanzicht van de rechter cerebrale hemisfeer :
Sensorische gebieden > vooral in de achterste helft van het cerebrum (achter centrale sulcus)Primaire sensorische gebieden : ontvangen rechtstreekse informatie van de zintuigen-> hier ontstaat de bewuste waarneming!
HOREN
ZIEN
SPREKEN
LEZEN
Primair visueel gebied (zien) in de occiptale kwab
Secundair somato-sensorisch gebied in de pariëtale kwab
Centrum van Wernicke : het begrijpen van woorden!
Secundair auditief gebied
Secundair visueel gebied in de occiptale kwab
Lezen
Primair auditief gebied in de temporale kwab
Premotor cortex in de frontale kwab
Centrum v Broca = spraakcentrum in centrale kwab
Secundair gebied in frontale cortex
Centrale gyrus/winding
Integratief gebied= tertair sensorisch gebied tss pariëtale, occipitale en frontale kwab
Broca uitzonderlijk rechts…
Wernicke uitzonderlijk rechts..Temporale kwab
Premotor cortex/gebied
primair somato-sensorisch gebied in de postcentrale gyrus
Secundair somato-sensorisch gebied in de pariëtale kwab
Pariëtale kwab
Secundair visueel gebied in occipitale kwab
Primair visueel gebied in occipitale kwab
Occipitale kwab
Primair motorisch gebied in de precentrale gyrus
Frontale kwab
Primair auditief gebied in temporale kwab
Secundair auditief gebied in temporale kwab
Zij-aanzicht van de diepe groeve in het cerebrum
Frontaal visueel gebied
- primair somato-sensorisch gebied in de postcentrale gyrus- primair visueel gebied in de occipitale kwab (gele vlek!) : info v/d 2 gezichtsvelden- primair auditief gebied in de temporale kwab : info v/d 2 oren
Secundaire sensorische gebieden : liggen naast de primaire sensorische gebieden enverwerken de informatie die van de primaire gebieden komt adhv opgeslagen informatie
- secundair somato-sensorisch gebied in de pariëtale kwab achter de centrale gyrus- secundair visueel gebied in occipitale kwab : herkenning dankzij visueel geheugen- secundair auditief gebied in temporale kwab : herkenning dankzij auditief geheugen- Centrum van Wernicke in de temporale kwab (linkerhemisfeer!) : klanken begrijpen => de integratie van auditieve informatie tot taal
Tertiair sensorisch gebied = het algemeen integratief gebied integreert info uit de secundaire gebieden (zintuiglijke info) met info uit sensorische geheugen => herkenning!Na de interpretatie en de herkenning van de informatie wordt deze doorgestuurd naar de prefrontale cortex! (Tertiaire gebied ligt op de grens v/d pariëtale, occipitale en frontale kwab)bv. geblinddoekt een voedingsmiddel herkennen adhv reuk, smaak, tastwaarneming in mond.
Motorische gebieden -> vooral in de voorste helft van het cerebrum (voor centrale sulcus)Primaire motorische gebieden : versturen rechtstreekse informatie naar de skeletspieren-> hier onstaan gewilde bewegingen!
- Primair motorisch gebied in de precentrale gyrus (voor de centrale sulcus) door kruising van de dalende zenuwbanen in het centraal zenuwstelsel :
-> primair motorisch cortexgebied in linkerhemisfeer voor rechterkant v lichaam -> primair motorisch cortexgebied in rechterhemisfeer voor linkerkant v lichaam- Somatotopie (zie verder!!!)
Secundaire motorische gebieden : (bevat opgeslagen info over bewegingspatronen) ontvangen informatie van tertiaire motorische gebieden en stimuleren de primaire motorische gebieden door de informatie door te sturen.
- Premotor cortex in de frontale kwab (voor het motorische gebied)- Centrum van Broca in de frontale kwab (linkerhemisfeer!) = spraakcentrum :
Programmatie van de taalproductie (beschadiging -> spraakproblemen)
Tertiaire motorische gebieden = de prefrontale cortex in het voorste deel van de frontale kwab ontvangt de info uit de primaire en secundaire sensorische gebieden en ‘beslist’ over de beste respons gezien de situatie => redeneren, lange-termijn planning.Aspecten v onze persoonlijkheid hebben e biologische grondslag in de prefrontale cortex!
SomatotopieSpieren van het lichaam hebben in de somatotopie-zone een punt-voor-puntprojectie (= motorische homunculus) :
- lateraal : gelaat en armen- mediaal : romp en bene- hoe verfijnder en preciezer de bewegingen, hoe groter het overeenkomstige deel in de precentrale gyrus of postcentrale gyrus.
Motorische en somato-sensorische homunculus = hemisfeer!
Precentrale gyrus => motoriek : Postcentrale gyrus => somatosensoriek :de activiteit van de skeletspieren de somato-sensorische perceptie- linker humunculus vr rechter kant van lichaam - linker humunculus vr rechter kant v lichaam- rechter hunmunculus vr linker kant van lichaam - rechter humunculus vr linker kant van lichaam
Voorbeeld van soma-sensorische perceptie van een huidprikkel :Informatie uit de tastzintuigen in de huid van de linkervoet arriveren in de grote hersenen in het mediale deel van de postcentrale gyrus van de rechter hersenhemisfeer. Als de prikkel daar toekomt weet je dat de huid van je linkervoet geprikkeld wordt.
Voorbeeld van een activiteit van de skeletspieren :Wanneer je spieren van je rechterkaak wil samentrekken ontstaat er ene prikkel in de precentrale gyrus van de linker hemisfeer.
Stoornissen in de motorische cortexgebiedenVerlamming= door een beschadiging van het contralaterale primaire motorische cortexgebied.Contralateraal -> verlamde spieren in linker lichaamshelft door beschadiging rechts :halfzijdige verlamming = hemiparese = -plegie = -anesthesie (rek. houden met somatotopie)
* Parese = vermindering van spierkracht* Paralyse = volledige verlamming van een spier
Apraxie= door een beschadiging in het secundaire motorische cortexgebied.Moeite met eenvoudige en complexe handelingspatronen (bv. muziekinstrument bespelen).Spieren kunnen individueel wél gebruikt worden (geen beschadiging aan prim. motor. cortex)Afasie van Broca = motorische afasie
Pariëtale kwab
= door een beschadiging in het centrum van Broca zijn er spraak- (en soms schrijf-)problemen.Men begrijpt de taal nog grotendeels -> geen probleem in het centrum van Wernicke.
Het frontaal syndroom= door een beschadiging van de prefrontale cortex.Oorzaken : trauma, bloeding, tumor, infectieSymptomen :
- persoonlijkheidsveranderingen (bv. geen besef van omgangsvormen)- cognitieve stoornissen (bv. concentratiestoonissen)- verminderde impulscontrole = sociaal onaangepast gedrag (ongeremd eten, roken,…)- dwangmatigheid = zinloos herhalen van het gedrag (moeilijkheden bij verandering)
Stoornissen in de sensorische cortexgebiedenGezichtsstoonissen= door een beschadiging van de primaire visuele cortex.
Stoornissen van de sensibiliteit in de contralaterale lichaamshelft= door een beschadiging van het contralaterale primaire somato-sensorische cortexgebied.Contralateraal -> beschadiging in de linker lichaamshelft door een beschadiging rechts :halfzijdige stoornis = hemiparese = -plegie = -anesthesie (rek. houden met somatotopie)
* hymo-esthesie = vermindering van gevoeligheid* anesthesie = volledige ongevoeligheid
Centrale doofheid= door een beschadiging aan beide primaire gehoorcentra (zelden).
Agnosie= door een beschadiging in het secundair sensorisch cortexgebied
- visuele agnosie = niet meer herkennen wat men waarneemt- auditieve agnosie = niet meer herkennen wat men hoort- tactiele agnosie = niet meer herkennen wat men voelt
Afasie van Wernicke = sensorische afasie= door een beschadiging in het centrum van Wernicke zijn er problemen v begrijpen en lezen.Men spreekt de taal nog grotendeels -> geen probleem in het centrum van Broca.
Specialisaties per hemisfeerPrimaire gebieden -> functies zijn in beide hemisferen vertegenwoordigd!Secundaire gebieden en tertiaire gebieden hebben wel specialisatie links en rechts.
Ruimtelijke cognitie = ruimtelijk waarnemenBelangrijk voor dagelijks gedrag en functioneren om onszelf te verplaatsen en voorwerpen in de omgeving te lokaliseren. Stoornissen in visueel-ruimtelijke functies kunnen sterke invaliderende gevolgen hebben…Verschillende deelfuncties :
- waarneming- concentratie- geheugen van ruimtelijke informatie- handelen
CVA = cerebrovasculair accident = de beroertePathologische indeling1) intracerebrale bloedingen = hersenbloedingen (verhoogde druk -> afsterven hersenweefsel)2) afsluiting en stenose (vaatvernauwing) (door hersentrombose,embolie, atherosclerose) -> vooral door obesitas, roken, alcoholgebruik, hoge bloeddruk,…
Klinische indeling1) TIA = voorbijgaande neurologische uitval met herstel binnen 24u2) RIND = voorbijgaande neurologische uitval met herstel na meer dan 24u3) Progressieve infarct = toenemende symptomen met sterfte afloop4) Completed infarct = normale beroerte (vooral bij Westerse oudere personen) : stabilisatie v neurologische symptomen + geleidelijk en deels herstel -> blijvende invaliditeit
De bloed-hersenbarrière= afsluiting van het hersenweefsel tgo de rest van het lichaam, door een afsluiting van de gespecialiseerde haarvaten (soort neuroglia) die zorgen voor de gecontroleerde uitwisseling.Functies van de gespecialiseerde haarvaten :
- bescherming tegen schadelijke stoffen of binnendringende microben- zuurstof, glucose en aminozuren toevoeren- toevoer v psycho-actieve drugs :
anti-depressiva en anti-psychotica, alcohol, THC (cannabis) en MDMA (XTC)
10. Het diëncephalon (!!!)Thalamus= het schakelstation tussen lager gelegen hersendelen en de cerebrale cortex.1) Alle aanvoerende banen maken synaps in de thalamus met een neuron nr cerebrale cortex.2) schakel tss aanvoerende banen van cerebellum en basale ganglia naar de cerebrale cortex.3) schakel tss limbisch syteem (emoties) en cerebrale cortex
Speelt een belangrijke rol bij slaap-waak regulatie = bewustzijnsniveau’s (schade -> coma)!Verwerkt prikkels alvoerens ze naar de specifieke primaire cortexgebieden gaan.
Hypothalamus => belangrijk deel van het limbisch systeem!1. Controlecentrum van het autonoom zenuwstelsel (parasympatisch en
sympatisch)Beïnvloed de bloeddruk, het tempo en de kracht van de hartslag, snelheid en diepte van ademhaling, beweging van het spijsverteringskanaal, pupilgrootte,…
2. Centrum voor emotionele reactiesVoelen van plezier, angst en woede, beïnvloeding van vitale instincten (sexuele drift), regulatie van de eetlust en dorstgevoel (honger vs verzadiging),…+ de aanzet van fysieke expressiepatronen van emoties via het stimuleren van het autonoom motorische wegen (parasympatisch en sympatisch). Bv. droge mond, zweten,…bij angst.
3. Regulatie van slaap-waak cycliDe biologische klok obv prikkels van visuele wegen ivm licht-donker.
4. Belangrijk in het endocrien stelsel (samen met de hypofyse)
Epithalamus
Bevat de pijnappelklier -> secretie van melatonine = slapend inducerend signaal. (slaap-waak)
11. Het limisch syteem (belangrijk voor het begrijpen van de biologische achtergrond van emoties!)
Het limbisch systeem = set hersenstructuren op de hersenstam en onder de cerebrale cortex.
11.1 De functies van het limbisch systeemHet emotionele brein : emoties en motivaties= regulatie van emotioneel en motivationeel gedrag :
- emoties omtrent overleven (angst, kwaadheid en verzadiging) en voortplanting- opvangen van reuk- en smaakprikkels (deze kunnen rechtstreeks emoties oproepen)
Verbinding met het autonome zenuwstelsel : via de hypothalamus(deze verbinding kan psychosomatische klachten verklaren!)Het sympatisch zenuwstelsel : actief bij prestaties (heftige emoties : stress, angst,…)Het parasympatisch zenuwstelsel : actief bij relaxatie.
De rol van het amygdala en de hippocampus : het geheugen- emotionele intelligentie -> denken en emoties- opslag van vroegere emotionele gebeurtenissen
De amygdala= een amandelvormige kern van zenuwcellen in de temporale kwab van het cerebrum.Belangrijk bij de verwerking van emoties! 1) We leren uit emoties van anderen. Angstig gezicht zien -> wekt angst op…bedreigend!Dus : verhoogde activiteit van de amygdala = overactief gevarensignaalsysteem : mogelijks een oorzaak bij neuropsychiatrische ziektebeelden zoals depressie, autisme,…Dus : verminderde activiteit van de amygdala : weinig vermogen tot empathie.2) Herinneringen aan emotionele gebeurtenissen worden opgeslaan.Angstconditionering = aanleren van angst via klassieke conditionering
Beschadiging in 1 van de amandelkernen : geheugenverlies, apathie -> affectieve afstomping, emotioneel onstabiel en asociaal gedragINPUT : informatie uit gebieden die zintuiglijke prikkels ontvangen
Frontale kwab
(een deel van) Thalamus
Hippocampus
Amygdala
Hypothalamus
Delen v ‘geurhersenen’
Structuren van de diëncefalon (tussenhersenen) die behoren tot het limbisch systeem!
Mediale regio’s per cerebrale hemisfeer die behoren tot het limbisch systeem!
TUSSENFASE : registreren van in-put -> modulatie : emotie -> voorbereiden van out-put
OUTPUT : 1) naar de prefrontale cortex -> sturen van het gedrag 2) naar de hypothalamus -> sturen van het stressysteem
De hippocampus- Opslag van informatie in het langetermijngeheugen. Beschadiging : bv. alzheimer- Overlevingsgedrag sturen
De rol van de prefrontale cortexDe amygdala en prerontale cortex spelen een grote rol bij neurowetenschappelijk onderzoekDe prefrontale cortex : de basis van de typische menselijke eigenschappen.-> laterale prefrontale cortex : werkgeheugen en abstract denken-> mediale prefrontale schors : motivaties-> ventrale prefrontale cortex : emoties en gedrag
De maturiteit van de prefrontale cortex vindt pas later in de ontwikkeling van het individu plaats : controle over gewilde hanelinge, langetermijn planning, sociaal geaccepteerd gedrag.Emotie en rationaliteit -> twee systemen die elkaar aanvullen bij het nemen van beslissingen.
12. De hersenstamLigt tussen het ruggenmerg en de tussenhersenen, met van boven naar onder :1. de middenhersenen2. pons = de brug3. medulla = het verlengde merg
De hersenstam = een verbindingsweg en schakelstation tussen de hersenen en de rest van het lichaam!In de hersenstam bevinden zich :- sensorische opstijgende banen- motorische dalende banen- verbindingen met het cerebellum- enkele kernen : groepjes cellichamen van neuronen in het centraal zenuwstelsel
-> bepaalde kernen doen dienst als reflexcentrum vr de craniale reflexen (pupilreflex)- aan de hersenstam ontspringen de craniale zenuwen.
De reticulaire formatie (strekt zich over de hele hersenstam uit) = diffuus en moeilijk te definiëren gebied in de hersenstam waar bijna alle opstijgende en dalende banen passeren en waar deze banen de hersenstam prikkelen.= een netwerk van met elkaar verbonden neuronen die een functionele eenheid vormen1) motorisch gedeelte van de recticulaire formatieVerbinding met motorneuronen in het ruggenmerg2) sensorische gedeelte van de recticulaire formatie = RAS = reticulair activeringscentrumVia de thalamus projecties naar de cerebrale cortex :
- stimulatie van de cortex => actief bewustzijnsniveau (slaap = inactief RAS)- filterfunctie zodat triviale gebeurtenissen de cortex niet eens bereiken!
Het slaapcentrum = groep neuronen op de reticulaire formatie die zich tussen de pons en het verlengde merg bevinden en een belangrijke rol spelen bij het slapen.
De invloed van drugs op het RAS => drugs zijn bewustzijnsonderdrukkende middelen :* alcohol, slaapmiddelen, kalmeermiddelen onderdrukken het RAS* LSD onderdrukt de filterende functie van het RAS = overspoeling van sensoriële info!
Bij schade aan het RAS => trauma, hersenbloeding, -infarct,...coma (diepe bewusteloosheid)!Bij coma reageert men niet op externe prikkels. De blijvende schade is afh van hersendelen.Flauwvallen is een onschuldige vorm van bewusteloosheid door een O2-tekort in de hersenen.Klinisch dood = controle op Ademhaling – Bewustzijn – Circulatie : reanimatie is mogelijk.Hersendoor = vitale delen v/d hersenen zijn onomkeerbaar beschadigd : reanimatie is zinloos.
De interactie tussen de reticulaire formatie en het cerebrumWakker zijnDe reticulaire formatie stimuleert alle hersendelen continue tot hoge activiteit :
- er gaan veel impulsen van en naar de spieren- hoog bewustzijnsniveau- paraat motorisch stelsel = hoge spierspanning
En omgekeerd prikkelt de actieve toestand de reticulaire formatie zodat je actief blijft.Wanneer je rustiger wordt zal je slaperig worden.
SluimerenBiologische klok en vermoeidheid zorgen ervoor dat het lichaam steeds minder actief wordt.De reticulaire formatie vermindert de activiteit v/h cerebrum en bewustzijnsniveau neemt af.
SlapenEr is steeds minder contact tussen de reticulaire formatie en het cerebrum. De verminderde activiteit zorgt voor afname van de spierspanning en dit zorgt dan weer voor minder prikkels naar de reticulaire formatie…Platliggen in bed versterkt dit proces!Slaap = geen bewuste sensorische en motorische prikkels + laag bewustzijnsniveau.Maar autonome (onbewuste) functies voor de werking van organen gaan gewoon door!
OntwakenEen ongewone prikkel (alarmsignaal, huilen van een baby, kraken van de trap) leidt tot activering van de reticulaire formatie. De biologische klok (met een normaal slaappatroon) doet de prikkelbaarheid van de reticulaire formatie rond het normale ontwaakmoment toenemen = de slaap wordt minder diep en leidt uiteindelijk tot wakker worden.
Het verlengde merg -> regulatie van de lichaamshomeostase (circulatie, ademhaling,…)Belangrijk ivm het autonome zenuwstelsel : CV centrum = cardiovasculair centrum in het verlengde merg ontvangt sensoriële in-put van autonome receptoren, van de cerebrale cortex en van het limbisch systeem.(Autonome receptoren voor de bloeddruk = baroreceptoren = drukreceptoren)De homeostase van de bloeddruk :Lage bloeddruk -> activatie sympatische neuronen -> vrijstelling van noradrenaline in pacemakercellen en hartspiercellen van de kamers -> verhoging van de hartslagfrequentie.Resultaat : een verhoging van de bloeddruk!Hoge bloeddruk -> activatie parasympatische neuronen -> vrijstelling van Acetylcholine in pacemakercellen -> verlaging van de hartslagfrequentie.Resultaat : een verlaging van de bloeddruk!
Het ademhalingscentrum in het verlengde merg ontvangt informatie van receptoren over het O2-gehalte en het CO2-gehalte van het bloed,…De homeostase in de ademhaling :Te hoog CO2-gehalte -> er is te weinig O2 in het bloed! De prikkelfrequentie naar de ademhalingsspieren wordt verhoogd -> snellere en diepere ademhaling.Te hoog O2-gehalte -> er is te weinig CO2 in het bloed! De prikkelfrequentie naar de ademhalingsspieren wordt verminderd -> tragere en oppervlakerige ademhaling.
Opgelet…heftige emotionele toestanden kunnen leiden tot hyperventilatie :Te snelle en te diepe ademhaling -> te veel O2 in en teveel CO2 uit -> vaatvernauwing-> verminderde bloedtoevoer naar de hersenen -> O2 wordt minder goed afgegeven aan de weefsels! (duizeligheid, hoofdpijn, ‘flauw vallen’)
13. De basale ganglia = basale nuclei Algemeen nucleus = ophoping van grijze stof omgeven door witte stof
In de linker en de rechter cerebrale hemisfeers bevinden zich 3 kernen die samen de basale ganglia vormen.
Voornamelijk motorische functie : - het starten en beëindigen van bewegingen- regulatie van geschikte spierspanning- controle van automatische lichaamsbewegingen
Eens een aangeleerde beweging een automatische wordt, wordt deze vanuit de basale ganglia gestuurd (ipv vanuit de cerebrale cortex)
Schade :- trema = oncontroleerbaar trillen- spierstijfheid- onwillekeurige skeletspiercontracties
Pathologie :Ziekte van ParkinsonZiekte van Huntington
14. Het cerebellum = de kleine hersenenFunctie : het coördineren van de motoriek van het lichaam Sensorische informatie (afkomstig van spieren, skelet, evenwichtsorganen en de ogen) informeert het cerebellum van informatie ivm de stand van beweging.Motorische informatie informeert het cerebellum ivm gewilde spierbewegingen.=> Het cerebellum integreert al deze info en stuurt motorische impulsen naar spieren
1) vgl van de gewilde/gewenste bewegingen (cerebrale cortex) tgo de mogelijkheden in realiteit (info via proprioceptie, evenwicht in binnenoor en het zicht) => cerebellum stuurt bij!2) Helpt in de coördinatie van complexe opeenvolgingen van skeletspiercontracties (dansen)
Pathologie : cerebellaire aaxie = een gegeneraliseerde coördinatiestoornisDrugs : alcohol remt de activiteit van het cerebellum
Een voorbeeld…het naar de mond brengen van een glas : wat gebeurt er? Stap per stap :1) De willekeurige beweging (vrije wil) wordt in gang gezet door de grote hersenen. 2) Via afdalende banen bereiken de impulsen het ruggenmerg3) Via de ruggenmergzenuwen komen de impulsen bij de spieren van de arm aan.4) Door een samenspel van spieren, pezen, gewrichten en botten strekt de arm met de hand zich in de richting van het glas. Via proprioreceptie is het cerebellum van alles op de hoogte.5) Het cerebellum krijgt van de hersenen tegelijkertijd als het ware een kopie van de bedoelde beweging en eens die in gang is gezet, neemt het cerebellum de controle en coördinatie over.6) De spierbewegingen worden door het cerebellum bijgestuurd: de arm gaat in de richting van het glas, de arm wordt tijdig afgeremd, de hand pakt het glas in een vloeiende beweging, het glas gaat in de richting van de mond en wordt aan de lippen gezet..De uitgevoerde beweging wordt als het ware voortdurend vergeleken met de blauwdruk (de ‘kopie’ die vanuit de grote hersenen naar de kleine hersenen is gegaan) zodat tijdens de beweging bijsturing kan plaatsvinden. Zonder tussenkomst van het cerebellum zouden alle bewegingen houterig, schokkerig en ongecontroleerd gebeuren.
15. Spinal cord = Het ruggenmerg15. Het ruggenmerg
Spinal cord : Grijze materieWitte materie
Meningen van het ruggenmerg
Pia mater
Arachnoid mater
Dura mater
Ruggenmerg
Meningen
Zenuw
Wervel
Tussenwervelschijf
CSV = cerebrospinaal vocht bevindt zicht in en rond het ruggenmerg!- het centraal kanaal centraal in de grijze stof- in de arachnoide ruimte tussen de pia mater en de arachnoide mater
Het ruggenmerg
Afferente (aanvoerende) zenuwvezels = sensorische zenuwvezels=> vervoeren sensorische (zintuiglijke) informatie naar het centraal zenuwstelsel.Verbonden met het ruggenmerg via de dorsale wortel.De cellichamen van de sensorische zenuwvezels liggen in het spinale ganglion.Motorische zenuwvezels=> vervoeren motorische informatie naar de skeletspieren.Verbonden met het ruggenmerg via de ventrale wortel.
DUSDicht bij het ruggenmerg zijn sensorische (dorsale) en motorische (ventrale) zenuwvezels van elkaar gescheiden, maar…in de wervelkolom komen ze samen en vormen daar de gemende ruggenmergzenuw = spinal nerve!Per ruggenmergsegment verlaat 1 paar spinale zenuwen via laterale openingen tussen 2 wervels de wervelkolom.
Witte stof
Grijze stof
Dorsale wortelDorsale wortel nuclei
Ventrale wortel
Ruggenmergzenuw
Reflexen
De functies van het ruggenmerg1) De verbindingsbaan met vaste routes tussen hersenen en ruggenmerg :
-> afvoerende = dalende impulsen van hersenen naar ruggenmerg-> aanvoerende = stijgende impulsen van ruggenmerg naar hersenen
2) Een reflexcentrum. Een reflex = een onmiddellijke, automatische motorische reactie van het lichaam op een sensorische prikkel : in het centraal zenuwstelsel (spinal cord voor spinale reflexen of hersenstam voor craniale reflexen) zorgt voor de overschakeling tussen sensorisch en motorisch => de impulsen moeten NIET eerst naar primaire of secundaire gebieden van de cerebrale cortex lopen => tijdswinst!
Reflexen : de bewustwording treedt pas op nadat het motorische effect al heeft plaatsgevonden!
Maar !!!VRAAG : iemand met boulimia die opzettelijk wil braken (dus opzettelijke debraakreflex wil opwekken) -> dan vindt de bewustwording toch plaat voorhet motorische effect?ANTWOORD : dat nadenken en vervolgens beslissen om de braakreflex op te wekken is geen deel van de reflex. De reflexboog start bij de receptoren in de keelholte, die wanneer ze voldoende geprikkeld worden, zenuwimpulsen gaan genereren die via sensorische zenuwen naar het braakcentrum worden geleid, waarop het braken (motorisch effect) automatisch volgt. Wanneer we dit vergelijken met bijvoorbeeld de kniepeesreflex, dan staat het opwekken van de braakreflex gelijk met het slaan met het hamertje op de kniepees. Telkens volgt een automatische (onwillekeurige) reactie van een effector (meestal spieren).
Pasgeborenen hebben een uitgebreid aantal aangeboren reflexen :Zuigreflex, grijpreflex, terugttrekreflex, hoestreflex,…Sommige reflexen zijn aangeleerd = geconditioneerde reflexen = voorwaardelijke reflexen
De kniepeesreflex = een spierspoelreflex = een spinale reflex zonder interneuronSpierspoeltjes = kleinereceptoren die gevoelig zijn voor uitrekking (hamertik op kniepees) en zo een spiercontractie teweeg brengen in de quadriceps dijspier als (overdreven) tegenreactie
Stap 1 : een stimulus veroorzaakt een gewaarwording van pijn
Stap 2 : sensorische informatie wordt door zintuiglijke zenuwcellen (sensorische neuronen) vervoerd naar het ruggenmerg.
Stap 3 : de sensorische informatie wordt geïntegreerd en de bijhorende motorische zenuwcellen/neuronen worden gestimuleerd.
Stap 4 : de motorische neuronen/zenuwcellen stimuleren de bijhorende spieren.
Stap 5 : contracties in de beenspieren zorgen ervoor dat het been zich optilt van het glas.
De terugtrekreflex = spinale reflex met 1 interneuron
op de verlening. Achterover hellen v/h lichaam is de natuurlijke prikkel voor de kniepesreflex!
De reflexboog= de weg die de impulsen afleggen vanaf de receptor (ontvanger) tot de effector (uitvoerder) :receptor -> sensorisch neuron -> interneuron(en) -> motorisch neuron -> effector
Autonome reflexen hebben als effector een gladde spier, hartspier of klier.Bijvoorbeeld : de pupilreflex => de iris is een effector uit glad spierweefsel.
De stijgende banen = somatosensorische pathwaysSomatisch sensorische informatie (afkomstig uit huid, spieren en skelet) stijgt via 2 somatisch sensorische pathways op naar het primair somatosensorische centrum van de cerebrale cortex.
Homolaterale somasensorisch pathway :Fijne tast, vibratie en propioceptieDe pathway kruist de zenuwbaan in het ruggenmerg niet maar loopt steeds aan dezelfde kant! Ze kruist pas in het verlengde merg in de hersenen en komt terecht in het primaire somatosensorische gebied in de linker hemisfeer. De baan bestaat uit 3 neuronen :1) het sensorisch neuron die de prikkel langs de achterkant v/h ruggenmerg binnenbrengt en onmiddellijk homolateraal opstijgt.2) in het verlengde merg bevindt zich een synaps met het 2de neuron dat direct mediaal kruist en opstijgt naar het 3de neuron.3) het 3de neuron loopt van de thalamus naar de hersenschors (cerebrale cortex) : bewuste waarneming
Antelaterale somasensorisch pathway :Pijn, kietels en jeukDe pathway kruist de zenuwbaan in het ruggenmerg in het ruggenmergsegment waar de prikkel binnenkomt : dus de sensorische informatie afkomstig van de linker lichaamshelft komt terecht in het primair somatosensorisch gebied van de rechter hemisfeer (en omgekeerd)
De dalende banen = piramidebanen
1) lokale interneuronen helpen de ritmische activiteit in specifieke spiergroepen te coördineren. (Bv. afwisselend buigen en strekken van de onderbenen tijdens het wandelen)
Neuronen in de hersenen en het ruggenmerg coödineren alle willekeurige en niet-willekeurige bewegingen. Uiteindelijk komen alle somatisch mtoroneuronen samen in de lagere motorneuronen.
NMJ = neuromusculaire junctie :De axonen van de lagere motorneuronen lopen rechtstreeks naar de skeletspieren en bezenuwen ze.-> De axonen verlaten de hersenstam om de skeletspieren van het hoofd te bezenuwen.-> De axonen verlaten het ruggenmerg om de skeletspieren van de romp en de ledematen te bezenuwen.
Lagere mototneuronen verkrijgen hun instructies van vele andere neuronen in hersenen en ruggenmerg !!!
2) lokale interneuronen en lagere motorneuronen krijgen hun in-put van hogere motorneuronen uit het primair motorisch gebied van de cerebrale cortex. Deze plannen, starten en dirigeren opeenvolgingen van willekeurige bewegingen via 2 piramidebanen :- de laterale corticospinale banen- de anterieure corticospinale banenAlle piramidelijnen kruisen de middenlijn!De meeste hogere motorneuronen kruisen de middenlijn in het verlengde merg en maken synaps met lagere motorneuronen in de andere kant van het lichaam.De overige hogere motorneuronen dalen homolateraal in de voorste streng van het ruggenmerg en kruisen de middenlijn in het ruggenmergsegment waar het lage motorneuron de prikkel wegvoert naar de skeletspier.
Schade in linker hemisfeer => geen bezenuwing in rechterkant van het lichaamSchade in rechter hemisfeer => geen bezenuwing in linkerkant van het lichaamMaar! Hou altijd rekening met de somatotopie!!!
3) De basale ganglia communiceren met motor gebieden van de cerebrale cortex, de thalamus en de middenhersenen. Deze verbindingen zorgen voor : - het starten en eindigen van bewegingen
- het onderdrukken van niet gewilde bewegingen- het onderhouden van een normaal niveau van de spierspanning
4) Neuronen verbinden het cerebellum met motor gebieden van de cerebrale cortex en de hersenstam. Het cerebellum : - coördineert de lichaamsbewegingen
- helpt bij het behouden van een normale lichaamshouding- helpt bij het behouden van een normaal lichaamsevenwicht
PathologieHernia= het uipuilen van het zachte gedeelte (pia mater) van een tussenwervelschijf waardoor zenuwwortels gekneld geraken! (meestal tss 4de en 5de lumbale wervel of tss 5de en sacrum)
- lage rugpijn- sensibele stoornissen : uitstralende pijn in overeenkomstig dermatoom - motorische stoornissen : paresthesieën en verminderde kracht van been en voet
Dwarslaesie van het ruggenmerg= een dwarsletsel in het ruggenmerg veroorzaakt door een trauma, schot- of steekwonden of door beschadiging bij een operatie : de wervelkolom is gebroken of verbrijzeld waarbij er delen in of tegen het ruggenmerg komen en zenuwbanen beschadigen of doorgesneden worden! Of door ziekte (ontsteking, gezwel, bloeding, infarct) waarbij de doorbloeding stagneert en weefsel afsterft.Bij een trauma (ongeval) onnodige bewegingen vermijden om een dwarslaesie te voorkomen!=> het slachtoffer niet verplaatsen want een wervel kan wel gebroken zijn maar daarom nog niet verschoven (en dus nog geen schade aan het ruggenmerg hebben aangericht).
* Symptomen van complete (totale) dwarslaesie= op een bepaalde hoogte is het ruggenmerg volledig onderbroken met bilaterale symptomen.(symptomen aan beide lichaamshelften) :
- uitval van de sensibiliteit onder het niveau van de beschadiging- uitval van de motoriek (paralyse = verlamming)onder het niveau van de beschadiging
- uitval van reflexen- uitval van blaas- en rectumfunctie = incontinentie van stoelgang en urine
* Symptomen van partiële (gedeeltelijke) dwarslaesie= gelijkaardige symptomen die minder duidelijk aanwezig (kunnen) zijn en afhangen van welke banen beschadigd zijn!
TherapieOperatie in het acute stadium (= schok van het ruggenmerg) is enkel nodig wanneer de neurologische symptomen zich uitbreiden : verwijderen van 1 of meer wervelbogen zodat het ruggenmerg meer ruimte krijgt.Het chronische stadium : langdurig revalidatieproces waarbij diverse lichaamsfuncties zich nog kunnen herstellen (tenzij het definitief kapot is!). De patiënt zal moeten leren leven met zijn fysieke handicap.
ALS = amyotrope laterale sclerose= progressieve degeneratie van motorische neuronen in het ruggenmerg en de hersenstam.(dus ook van de centrale motorische zenuwen) De sensibiliteit blijft intact!
- begin : spierzwakte en afname van weefselmassa van kleine handspieren- uitbreiding naar ademhalingsspieren spieren (slik- en spraakmoeilijkheden)- uitbreiding naar ademhalingsspieren- sterfte 2 à 10jaar na begin v/d ziekte dr verlamming van slik- en ademhalingsspieren
Top Related