Engelkens door 't luchtruim zwevend
2.1. EnZon
gelgen
--
kensblij
- door
en
won'tlucht-
ruim
--der-
zwe-kla-
revend
van'tzon
zoegen-
tezo- kind
blij
jezo
-
wonrein
en
der- zacht
teer.
5
Envan
dede
her-heer
vander-- kens-
dooddie
ener wa
le
venren,-
knieldie
dener- bij
vre
dede
- op aar
krib-
- de
be
neer.bracht.
9
Glo
ri
a
-
13
in
ex-
cel-
cis
De
o
Glo
17
ri a
- in
ex
cel-
- cis
De
o