Beoordeling effecten additionele N-depositie in Natura 2000
Gerard Smit, Rob Lensink (Bureau Waardenburg)Jeroen van Rooij
Natura 2000
•Instandhoudingsdoelen voor
- Habitattypen
- Soorten van bijlage 2
- Vogelsoorten
Foto heide
Voor habitats als deze heide zijn doelen geformuleerd om de instandhouding in de toekomst te waarborgen.
Natura 2000
Kwaliteit habitattypen• abiotische omstandigheden (grondwater)• beheer (kappen, plaggen, maaien, branden)• externe factoren als N-depositie
hydrologie
Ndep
beheerbodem
Veel habitats zijn afhankelijk van zorgvuldig beheer om instandhouding in de toekomst te waarborgen.
N-depositie
• Achtergronddepositie (1.000 – 3.000 mol N/ha/jr)
De achtergrond depositie in ons land is (te) hoog. Gemiddeld valt het equivalent van een zak kunstmest jaarlijks op een ha. Vooral in het midden en zuiden.
N-depositie
• Kritische depositiewaarde (517 - >2.400 mol N/ha/jr)
De achtergrond depositie in ons land is (te) hoog. Natuur op hogere zandgronden is gevoeliger dan natuur in de lagere delen van ons land.
BronnenVoorbeelden van projecteffecten op Natura 2000Bestorting Vooroeververdeding en Oosterscheldekering lokaal 1,5-2 mol/ha/jaar
Diesel aangedreven puinbreker 0,051 mol/ha/jaar op circa 8 km
Tapijtfabriek 8-10 mol/ha/jaar op 500 meter
Aanpassing randweg (+3.000 mvt/etmaal) 2-3 mol/ha/jaar op ca. 5 km
Zandwinning 5-10 mol op 750 meter
Bronnen
• Additionele depositie (0 – 10 mol N/ha/jr)
1 mol = 14 gram(3 zakjes suiker)
Het effect van projecten die in de praktijk beoordeeld worden ligt vaak in de orde van grootte van enkele molen.
De perceptie
• Achtergrond ca 2000 mol/ha/jr
• Effect enkele mol: 1 mol is 14 gram
• Hoe 14 gram terug te zoeken op een ha?
Jaarlijks valt er een zak kunstmest gratis uit de lucht op 1 ha. Wat is de toegevoegde waarde van een hoeveelheid van enkele zakje suiker?
Effecten beoordelen
• Relevante factoren kwaliteit habitat
• Omvang additie stikstof
• Verschil tussen achtergrond en kritische depositie habitat
• Juridische werkelijkheid
• Ecologische werkelijkheid
Van belang zijn: ruimtelijke spreiding Ndep, KDW habitats, sleutelfactoren kwaliteit uit de N2000 beheerplannen.
A2 Leenderheide - Valkenswaart
• In de berm heidevegetaties van goede kwaliteit (kdw 1.071 mol)
• Maatregelen beheerplan gericht op verbetering door beheer en waterhuishouding.
• Ondanks de forse overschrijding KDW goede kwaliteit habitat op korte afstand van de rijksweg.
• Goede kwaliteit habitat door recent uitgevoerd herstelbeheer.
• Plaatselijke verschillen in Ndep, aanzienlijk hoger dan de bijdrage project.
• Projectbijdrage zeer klein (0,1% - 0,3 % van KDW) ten opzichte van lokale variatie.
• Autonome ontwikkeling Ndep is gunstig.
• Effecten op maatregelen voor kwaliteits verbetering zijn uit te sluiten.
• Effecten op instandhoudingsdoelen behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit uit te sluiten.
Hier is de kwaliteit van heide gekarteerd binnen 500 m van de rijksweg.
Kleinschalige woningbouw Breda
• Personenauto in 2015: 0,0327 gram NH3 en 0,30 gram NOx per km
Particuliere verbrandingsemissies (o.a. verwarming)
• Gemiddeld per huishouden: 1,72 kg NOx per jaar (CBS)
Overige emissies• Respiratie en transpiratie mens en gezelschapsdieren,
schoonmaakmiddelen (www.emissieregistratie.nl)
Woningbouw - bronnen
Transport
Kleinschalige woningbouw Breda
grenzend aan N2000-gebied
28 woningen
220 autoverplaatsingen/weekdag
0,05 mol/ha/jaar op 500 meter
Het gevoelige habitat ligt buiten 500 m, de uitbreiding ligt buiten 500 m, sleutelfactoren kwaliteit hydrologie en beheer. Kortom geen effecten agv woningbouw.
Conclusie
• De ecologische werkelijkheid is een ander dan de juridische
• De enkele mol is ecologisch niet relevant
• Sleutelfactoren in kwaliteit habitat bepalen ernst eventueel effect
• Via beheer en inrichting zijn veel effecten te mitigeren
• Belang generiek beleid dat leidt tot reductie emissie is groot.
Top Related