Download - A8 DWT Kinderen nog steeds seksslaaf; a keti no koti ete! · Ik kan me nog her-inneren dat ik vaak wilde sopropo klaar-maakte, want dat groeide op het erf. Maar ja, als kind kan je

Transcript
Page 1: A8 DWT Kinderen nog steeds seksslaaf; a keti no koti ete! · Ik kan me nog her-inneren dat ik vaak wilde sopropo klaar-maakte, want dat groeide op het erf. Maar ja, als kind kan je

WOMEN’S RIGHTS CENTRE GENDEROPTIEK JAARGANG 14 NO4A8 DWT maandag 3 juli 2017

tdoor Carla Bakboord

Afgelopen zaterdag vierden wij 1juli, Keti Koti. Een dag om stil testaan bij de tot slaaf gemaakten

die zowel lichamelijk, seksueel, econo-misch, sociaal als psychisch, twee eeu-wen lang vastgeketend waren en pas 154jaar geleden bevrijd zijn van deze vormvan gruwelijke onderdrukking. Slaver-nij, gepaard met geweld en macht, is zokenmerkend voor het kolonialisme.Maar in Suriname leven we toch nietmeer in het koloniaal tijdperk? Nee,maar we ervaren wel de naweeën daar-van. Vele burgers zijn nog steeds slacht-offer van lichamelijk, seksueel, psy-chisch, economisch als ook politiekgeweld gepleegd door machthebbers.Nu hebben onze nationale politiekemachthebbers de plaats ingenomen vande koloniale onderdrukkers. Volgens deBraziliaanse filosoof Paolo Freire isonderdrukking een daad van geweld.Hij benadrukt dat in de strijd tegenonderdrukking veel onderdrukten de

neiging hebben om zelf onderdrukkerste worden, omdat zij denken dat zij nietskunnen veranderen aan hun onderdruk-te positie. Hun ideaal mensbeeld, staatdan gelijk aan dat van een onderdruk-ker. En zo wordt dit denken en handelenvia cultuur, opvoeding en onderwijsstructureel overgedragen. En blijvenvelen vastgeketend aan dit onderdruk-kingspatroon.

Seksueel misbruikDe cultuur van onderdrukking manifes-teert zich niet alleen in het publiekedomein, maar ook in het familiedomein.

Zo worden kinderen thuis stelselmatigseksueel misbruikt, verwaarloosd, enlichamelijk mishandeld door familiele-den die meer macht over hen hebben. Enzij die hen moeten beschermen staanhelaas veel te vaak aan de kant van depleger. Speelt het onmachtige gevoel erniets aan te kunnen veranderen een rol?Ik sprak met Sara, een vrouw van 67 jaar,die als kind misbruikt is door haar vader.Als zwijgende, roepend in de woestijn,kon zij als kind haar pijn niet uiten.Velen hadden echter wel eerder oor voorde dader. Het wordt tijd dat wij erbewust van worden dat de strijd tegenonderdrukking niet gericht is om deplaats in te nemen van de onderdrukker.Dat was voor Sara al heel duidelijk. Zij isnooit op de stoel van haar dader, deonderdrukker, gaan zitten. Integendeelis zij liefdevol omgegaan met kinderenen kwetsbaren. Zij vertelt met pijn inhaar hart regelmatig haar verhaal zodatanderen er kracht uit kunnen putten.Sara:‘Ik woonde sinds mijn vijfde jaar bijoma. Als kind weet je natuurlijk niet

waarom je bij je oma bleef. Toen mijnoma ziek werd, woonde ik alleen in haarhuis. Ik was elf jaar. En moest toen weerbij mijn moeder gaan wonen. En dan zitdie vent aan je. Toen pas had ik doorwaarom ik bij mijn oma bleef. Mijnvader had mij misbruikt toen ik vier jaarwas. Ik liep dus weg van mijn moedershuis en bleef alleen in mijn oma’s huis. Ikkookte poptjie patu. Ik kan me nog her-inneren dat ik vaak wilde sopropo klaar-maakte, want dat groeide op het erf.Maar ja, als kind kan je niet alleen wonenen moest ik steeds weer terug naar mijnmoeder met alle gevolgen van dien. Zo

liep ik vaak weg van haar en sliep somsop straat. En dan haalde mijn moederme weer van de straat, bracht me weerthuis en het misbruik ging maar door. Ikwas zo eenzaam die tijd. Zo bang. Maarik kon nergens anders heen dan bij mijnoma. Maar zij was ziek. Ik was mijnbescherming kwijt. Mijn moeder kon meniet helpen toen. Het was een heel ande-re tijd. Die mensen van vroeger stoptenalles weg. Ik denk, ze ontkende het. Jeleeft in een andere wereld. Waar zou ikmoeten gaan? Je gaat niet bij je tante.Die gooit je er weer uit. Straks, mi o tyaria nen. Je had niemand bij wie je kongaan. Toen overleed mijn oma. Via kennis-sen van mijn moeder liet een verpleeg-kundige mij opnemen in, het heettetoen, s’Lands Psychiatrisch Inrichting(LPI). Ze zeiden aan me dat ze me naareen school brachten. Omdat ik niet naarschool ging. Ik was blij en dacht dat iknaar een school ging waarbij je inwoont.Dat was mij verteld. Want je kan alsmeisje niet alleen wonen. Later bleek dat

ze gezegd hebben dat ik aan epilepsieleed. En dat ik daarom ingesloten moestworden. En zo werd die vent beschermd.Ik kon niemand iets vertellen. Niemandzou mij geloven. Ik werd alleen maar vol-gespoten met allerlei middelen. Daarwerd ik helemaal sloom van. Via een verpleegkundige kwam ik uitdie inrichting en vertrok met haar naarNederland. Ik dacht dat ik bevrijd was.Maar daar werd ik als slaaf misbruikt. Ikmoest allerlei karweitjes opknappen inde huishouding. Ik wist natuurlijk vanniets en ik kon nergens naar toe. Ikkende heg noch steg. Als je dit niet doet,pak ik je paspoort en gooi ik je zo in eeninrichting. En ja, daar wilde ik natuurlijknooit meer naar terug. Dus deed je maarwat je opgedragen werd. Ik gun dit nie-mand.’

Vertrouwen versterken‘Ik ben sterk geworden, omdat je vechten je wil wel. En je wil ook voor je kinde-ren vechten. Het heeft ook geholpen datik lieve vriendinnen had. Die hebbenmijn vertrouwen versterkt, waardoor ikdie extra kracht kreeg om door te gaan.

Aan de andere kant had ik pech. Ik leef-de met een man die in een verenigingzat met mannen. En die kwamen regel-matig op bezoek. En je sliep natuurlijkniet want je bent bang dat er iets metjouw kinderen gebeurt. Je bent dag ennacht op jouw hoede. Er is gelukkignooit iets gebeurd, maar je gaat ook nietwachten totdat het gebeurt. Je moetproberen eruit te komen. Dat vertrou-wen in de mens moet je weer terugwin-nen. Want als je dat niet hebt, heb jegeen kracht. Ook al wordt je zo vaakvoor de gek gehouden. En ook al heb-ben de mensen allerlei vooroordelenover je. Ik ben nooit de hulpverleningingegaan. Dan heb je soms dat ze jou deschuld geven. En zeggen dat jij ook geenkoekje was. Ik was vier jaar. Hoe kunnenze zo denken? De groetjes, mij zie je dannooit meer hier. Ik ben blij dat ik nietterecht ben gekomen in het zware levenen mij niet ben gaan gedragen zoals diemensen die mij misbruikten. Ik wildemijn bevrijding gebruiken om ookanderen te versterken en te beschermen.Het verkrachten van kinderen moettoch stoppen?’.-.

Kinderen nog steeds seksslaaf; a keti no koti ete!

door Henna Guicherit

Als ik, in deze tijd van crisis, moetkiezen voor een buitenlands ofeen Surinaams product dan laat

ik mij zoveel mogelijk leiden door deslogan ‘Sranan sani na wi sani.’ Het isimmers meer dan ooit zaak dat wij onzenationale productie en werkgelegen-heid stimuleren. En tegelijkertijd deimport beperken tot producten die echtnoodzakelijk zijn. Dan zal onze import-basket er heel anders gaan uitzien enzullen er meer arbeidsplaatsen wordengecreëerd voor werkwilligen, schoolver-laters en afgestudeerden. De crisis waar-in wij zijn geloodst, verplicht ons omons consumptiepatroon aan te passen.Om meer te produceren en te exporte-ren en vooral ook onze productiviteit teverhogen. En dit zijn beslist niet onzesterke kanten. Net zoals men in sommi-ge huishoudens de tering niet naar denering wil zetten en ertoe overgaat telenen en te bedelen, zo ook doet vader-tje Staat. In sommige gezinnen wordende kinderen ook hiertoe aangezet enmoet jij die op straat wordt aangespro-ken hen leren dat je voor al je geld moetwerken en wat je niet hebt, je niet kuntuitgeven. Alle mooipraterij in hetgebouw met de toren ten spijt; na jarenvan geldverspilling is alles wat de klok

slaat bedelen en lenen. Maar, wordt erwel hard gewerkt om de torenhogeschulden af te lossen? Of is het ‘na onsde zondvloed’? Het gemak waarmee de handel vanalles en nog wat ons land binnenbrengten de obstakels die worden opgewor-pen voor nationale producenten enexporteurs, zijn beslist geen stimulans.Ook de veeleisende consumenten niet.Die vinden het meer dan normaal datalles wat zij nodig hebben er gewoonmoet zijn. Al moet het van Mars of Jupi-ter worden ingevlogen. Maar kunnenwij het ons wel permitteren om onzeschaarse valuta uit te geven aan goede-ren die niet echt nodig zijn en aan goe-deren die wij met een beetje moeitezeker wel zelf kunnen produceren?Daar staan velen kennelijk niet bij stil.Wanneer ik bij een recent bezoek aan desupermarkt suikerriet sap uit Thailand,kokoswater uit Vietnam, boterkoekjesuit Oostenrijk en grapefruits uit de Ver-enigde Staten (SRD 12,- per stuk) aantref,dan bloedt mijn hart. Zelfs gesnedenoker uit Guatemala, doksen uit de Ver-enigde Staten en rijstwafels uit Neder-land, een land waar geen korrel rijstgroeit. Houten liniaaltjes helemaal uitChina en wij maar tonnen rondhoutexporteren naar dat land. En wat denktu van die bedjes voor huisdieren uit

deze volksrepubliek. Ik denk dat iederestoffeerder zijn hand daar niet vooromdraait. Als dan essentiële medicijnenof medische hulpmiddelen niet voorra-dig zijn, dan mag ik wel boos worden.Laten wij, in het bijzonder onze jonge-ren, stimuleren om te doen als dieJapanners in de opkomstfase van hunindustrie in de jaren zestig en zeventig;goedkoop reproduceren en de marktveroveren.

HoopvolLangzaam maar zeker komen er geluk-kig meer kwaliteitsproducten van Suri-naamse bodem op de schappen zoalsRogom mayonaise en veggie cake-mix,Afu-Mena Podosirie en Afiingi, Guyabazeep, Tan Bun Skrati en koekjes vandiverse kleine ondernemers om er maarenkelen te noemen. Deze producentenmoeten wij beschouwen als onze rolmo-dellen uit de kleine en middelgrotebedrijven. Ik heb geluiden opgevangen als zoude Centrale Bank van Suriname eennieuwe maatregel aan het invoeren zijnom de valutamarkt verder te stabilise-ren. Hoewel nog onduidelijk, begrijp ikdat deze er op is gericht om valutalenin-gen te beperken tot bedrijven die kun-nen aantonen dat zij valuta verdienen inhet buitenland. Dus als je valuta leent,moet je valuta verdienen. Dit zal beteke-nen dat importeurs voor hun importenvan allerhande producten niet kunnenaankloppen bij de bank voor een valuta-lening tenzij zij ook exporteurs zijn. Demachtige kapitaalkrachtige handelarenzullen nog wel van de toren blazen. Ikwaande mij laatst in een droom zittendop de stoel van de president van de Cen-trale Bank met uitzicht op de amandel-bomen en de Suriname rivier. Ik zal u dedetails besparen en mij beperken toteen maatregel die ik in mijn wens-droom heb afgekondigd voordat ikwakker schrok door het geblaf van mijntrouwe waakhond. De Centrale Bankverstrekt vanaf heden valutaleningenaan ondernemers die met een goedinvesteringsplan de nationale productieverhogen met hun import vervangende

productie. En dan een ander vrolijk geluid; deimportheffing op kipdelen wordt ver-hoogd. Kippenkwekers kunnen voor devergroting van hun capaciteit een aan-vraag doen bij een fonds dat speciaal inhet leven wordt geroepen om investe-ringen in de pluimveesector te stimule-ren. Tegelijkertijd zal in de komendevier jaren de import van kip en kipdelenworden afgebouwd. Dit stemt mij goed.Vooral ook omdat de kwaliteit van onzeSranan fowru beter is en minder of geenantibiotica en groeihormonen bevat. Maar, is Sranan sani wel bun sani?Soms wel en soms niet. Ik besef wel datals ik u aanspoor om te kiezen voor hetSurinaams product, ik mij ook moetrichten tot de Surinaamse producenten;klein en groot. Want zij hebben de

morele plicht om ons een kwalitatiefgoed product te leveren met een goedeprijs-kwaliteitverhouding. Ik besef weldat de importproducten afkomstig zijnvan ondernemingen die veelal wereld-wijd en heel grootschalig producerenmet behulp van geavanceerde technolo-gie. Hun kostprijs is vanwege de auto-matisering en grootschaligheid veellager. Maar het Surinaamse product uitde voedselindustrie is wel smakelijkeren veiliger. Ik blijf hoopvol en realis-tisch. Van idee naar werkelijkheid is ahell of a job in dit land. Het lijkt er als tevaak op dat het bij ideeën, wensen, plan-nen en dromen blijft. Maar ik heb hetwel over haalbare en duurzame diversi-ficatie van onze economie waar vooralde kleine vrouwelijke ondernemers ookeen zeer belangrijke schakel vormen.-.

Als ik moet kiezen dan …………

De rubriek ‘Genderoptiek’ is één van de middelen van het Women's Rights Centre omgendergelijkheid en gendergelijkwaardigheid te bevorderen, vrouwenrechten te beplei-

ten en alle vormen van geweld tegen vrouwen uit te bannen. Deze pagina komt totstand onder auspiciën van het Women's Rights Centre (WRC).

Redactie en samenstelling: Carla Bakboord MSc. en Drs. Henna [email protected]

Vormgeving: Raymiel Breidel en Othniël MoertamatdWT fotoProducten van Rogom Farm.-.

Foto / WordPress.comWolfenbuttel, het psychiatrisch centrum uit dekoloniale tijd.-.

Foto / Msweb.nl

Foto / howsouthafrica.com

Foto / WordPress.com