New DWT A11 #METOO Dader van seksueel misbruik · 2018. 3. 1. · Zo sprak ik met Imro. Hij...

1
maandag 4 december 2017 DWT A11 WOMEN’S RIGHTS CENTRE GENDEROPTIEK JAARGANG 14 N0.9 T ijdens deze zestien dagen Campagne van Activisme tegen Gendergerelateerd Geweld (25 november-10 decem- ber) ben ik niet verrast met het aantal gevallen van seksueel mis- bruik tegen vrouwen en kinde- ren. Ik weet immers dat deze gru- welijke vorm van geweld nog steeds dagelijks thuis, op het werk, in de sport, in muziek- bandjes, binnen de religieuze gemeenten en op straat plaats- vindt. En we zijn nog steeds niet in staat dit gezamenlijk aan te pakken. Wat mij wel verrast heeft, is de moed die vele vrouwen en man- nen hebben opgebracht om hun ervaring met ons te delen. Want u moet begrijpen dat dit niet eenvoudig is. Vooral omdat de samenleving zelden solidair is met klokkenluiders. Altijd maar bagatelliseren of het nu wel of niet waar is. Hebben zij niet zelf de aanleiding gegeven? Waarom komen zij er nu pas mee? Waar- om hebben zij het misbruik zo lang laten doorgaan? Al dit soort vragen belem- meren getroffenen van seksueel misbruik om uit de kast te komen. Boven- dien worden zij dan ineens uitgemaakt voor dader. En zijn zij plots schuldig aan het uiteen- vallen van de familie van de dader. En wie maakt zich zorgen om het leed van de getroffenen en hun familie? De samenleving legt al te vaak de schuld en de verantwoordelijkheid op de schouders van zij die seksueel misbruikt zijn. En waarom niet op de daders? Waarom geen 16 Dagen Campagne van Activisme tegen Daders van Gendergerelateerd Geweld? Waarom misbruiken daders hun gezag en macht? Zij durven dit immers niet met hun meer- dere te doen. Daar zijn zij zelf te bang voor. En waarom roept de samenleving hen niet op te stop- pen met dit misbruik? Of, waar- om treft de overheid vanuit een multidisciplinair beleid geen hardere maatregelen om deze verschrikkelijke vorm van geweld tegen te gaan. Zijn we eerder solidair met daders dan begaan met het lot van kwetsba- ren? Of hebben we geen idee hoe dit aan te pakken? Uit de statistieken blijkt dat voornamelijk mannen zich wereldwijd schuldig maken aan seksueel misbruik van vrouwen en kinderen. Daar schijnen we echter niet wakker van te liggen. Het moet toch een oorzaak heb- ben? Die dieperliggende oor- zaak heeft alles te maken met machtsverhoudingen. Machtsverhoudingen Wereldwijd zijn er miljoenen mannen die vrouwen en kinde- ren respectvol en met liefde behandelen. Als alle mannen vrouwen en kinderen zouden mishandelen en seksueel mis- bruiken, zouden we al gauw den- ken dat dit een aangeboren eigenschap is. Gelukkig is dit niet zo. We zouden dan niets meer aan hun gedrag kunnen veranderen. Mijn vader heeft mij nooit respectloos behandeld, seksueel misbruikt of mishan- deld. Ik ken heel veel mannen die het gedrag van mannen, die vrouwen en kinderen geweld aandoen, verachten. Zo sprak ik met Imro. Hij bestempelde dit als een vorm van lafheid en als machtswellust. Hij vond dat zo’n man geen beetje respect zal opbrengen voor wie dan ook, behalve aan wie hij onder- geschikt is. Tijdens een project dat ik jaren geleden heb uit- gevoerd over seksueel misbruik, sprak ik met een donor die mij toen op het hart drukte: “Carla, we moeten alles in het werk stellen om deze mannen op te sluiten. Ze zullen niet stoppen met het mis- bruiken van kinderen en vrouwen, zolang we hen niet leren hun gedrag te veranderen. Maar in de tussentijd is ons beleid; opsluiten die daders. We moeten vrouwen en meis- jes beschermen tegen dit soort mannen!” Vandaag dacht ik aan hem. Nog steeds krijgen we niet genoeg jongens en mannen mee in onze trainingen ‘Interventie huiselijk geweld’ en ‘Gender’. In de training leren deelne- mers hoe het komt dat niet alle mannen plegers zijn; wat de die- perliggende oorzaak is van sek- sueel misbruik en geweld tegen kinderen en vrouwen; wat de samenleving verwacht van het gedrag van mannen en vrouwen en dat velen niet aan de verwach- ting voldoen. Zo leren wij dat heel veel van ons gedrag aange- leerd is. Daarom zijn niet alle mannen daders en alle vrouwen en kinderen slachtoffers. Kom uit de kast Ik ben wel blij dat nu, in vergelij- king met een aantal jaren terug, meer jongens en mannen deel- nemen aan de trainingen. En dat velen nu begrijpen dat machts- verhoudingen tussen jongens en meisjes, mannen en vrouwen, maar ook ouderen en kinderen voedingsbodem zijn voor geweld tegen vrouwen en kinderen. Zolang wij onze jongens blijven leren dat zij de baas zijn over hun zusters, vriendinnen, moeder en later ook hun vrouw, en hen dus niet als gelijkwaardig moeten beschouwen, zijn we bezig daders van geweld tegen vrou- wen en kinderen te kweken. Zo wordt jongens geleerd zich niet te zacht en liefdevol te gedra- gen. En als ze dat wel doen wor- den zij uitgemaakt voor ‘bobo’ of ‘meitie’. En zouden ze weleens homoseksueel kunnen worden. Mannen die huilen omdat ze pijn hebben, lief en zacht zijn omdat zij daartoe het vermogen hebben, hun vriendin en later hun vrouw gelijkwaardig behandelen. Man- nen die koken, boodschappen doen, de haren van hun kinderen kammen, worden allemaal beschouwd ‘homogedrag’ te ver- tonen. Alsof alle homoseksuelen deze eigenschappen ook zouden hebben. Aay baya!! Zo zijn we als volwassenen bezig onze jongens deze positieve eigenschappen te ontnemen. We leren hen liever hun gevoelens op een agressieve manier te uiten om zo een ‘echte’ man te kunnen zijn. Het is triest dat we deze mooie eigenschappen onze jongens en mannen afpakken. Want juist deze leggen immers het funda- ment voor gezonde, liefdevolle en gelijkwaardige relaties die geen ruimte laten voor verkrachting en misbruik. Hier kunnen die zoge- naamde ‘echte’ mannen heel veel van leren. Doen ze dit niet dan zullen ze uiteindelijk in de gevan- genis belanden. Net zoals die dappere vrouwen en mannen met de #MeToo cam- pagne uit de kast komen en hun pijnlijke ervaring met ons delen om het seksueel misbruik te laten stoppen, zo zouden die stoere, ‘echte’ mannen verantwoorde- lijkheid op zich moeten nemen door ook uit de kast te komen. Ik verwacht van hen dat zij wereld- kundig maken: “#MeToo ben een dader van seksueel misbruik tegen vrouwen en kinderen; #MeToo ben schuldig; #MeToo bied mijn verontschuldiging aan; #MeToo heb spijt en #MeToo stop er nu helemaal mee!” Dan… ben jij een ECHTE man!.-. V an tijd tot tijd slaat er iemand alarm over het feit dat jongens minder goed presteren in het onderwijs dan meisjes. De cijfers laten zien dat er in het kleuteronderwijs iets meer jongens [50-51 procent] dan meis- jes zijn. Op de lagere school stijgt het percentage jongens [52 pro- cent] zelfs nog ietsje vergeleken met meisjes. Op de Mulo daalt het percentage jongens dan ineens fors naar 42 procent. Die missen- de 10 procent jongens vinden we voor een groot gedeelte terug in de technische hoek: op de lts/ets (tegenwoordig Lager Beroeps Onderwijs) is 89-90 procent van de leerlingen van het mannelijk geslacht. Teveel vrouwen De trend van doorstuderende meisjes en afhakende jongens in hoger onderwijs is niet alleen zichtbaar in Suriname. De menin- gen over de oorzaak van deze trend lopen uiteen. Een veelge- hoorde kreet: er zijn teveel vrou- wen in het onderwijs. De jongens hebben geen rolmodellen. In Nederland voerden ze er zelfs een campagne over: Laat jij jouw jon- gen wel genoeg jongen zijn? Jon- gens barsten van de impulsieve energie, was de boodschap. En dat komt door alle testosteron in hun lijf. Dus die hebben een hele ande- re aanpak nodig. Die de juf ze niet kan geven. Dr. Tavecchio, hoogleraar Pedagogiek, waarschuwde voor het gebrek aan waardering voor ‘typisch jongensgedrag’: “Steeds negatieve reacties krijgen op je gedrag (zit stil, hou op, doe niet) is heel ongunstig voor je zelfver- trouwen. En het lokt ook negatief gedrag uit omdat we steeds reage- ren op het gedrag dat ons stoort.” Dus ik werd eerst heel boos dat we anno 2017 nog steeds niet snap- pen dat veel verschillen tussen jongens en meisjes meer met opvoeding dan met testosteron te maken hebben. Maar ik herkende het verhaal van dr. Tavecchio wel uit de praktijk. Zelfs als het een jongetje is gelukt om vijftien minuten he-le-maal stil te zitten - en hij daarna toch weer even op móet springen om te kijken waar die brandweerwagen met loeien- de sirene naar toe rijdt- reageren we direct op de overtreding: ‘Lorenzo je bent alweeeeeer uit je stoel!’ Dus het jongetje denkt: ‘wat maakt het uit hoe goed ik mijn best doe om stil te zitten, ik krijg die ‘bok’ toch…zie daar: het uitlokken van vervolg storend gedrag! Ik herkende het verhaal van dr. Tavecchio uit trainingen voor leerkrachten in activerende didac- tiek; en ik herkende het uit mijn eigen ervaring als dramadocent waar ik kinderen tijdens mijn uit- leg van de volgende oefening regelmatig uit de gordijnen moet plukken. Het grappige is: in die trainingen ging het altijd gewoon om drukke kinderen; niet persé om jongens. En in mijn dramaklas moet ik verschillende drukke kin- deren uit de gordijnen plukken; absoluut niet alleen jongens. Herkenbaar Ik besloot daarom om de hele tes- tosterondiscussie even aan de kant te schuiven en te kijken naar de feiten: dat je in elke klas rustige en drukke kinderen hebt en dat we met drukke kinderen blijkbaar meer moeite hebben. Aha! Ik luis- terde vervolgens naar een andere gedragsdeskundige die bena- drukte dat er niet genoeg wordt bewogen in het onderwijs. Helaas zeer herkenbaar. Een andere des- kundige benadrukte dat ouders van nu onvoldoende tijd en aan- dacht hebben voor hun kinderen; Opnieuw, zeer herkenbaar. De tablet en/of smartphone hebben de functie van de televisie als oppas overgenomen. Buitenspe- len bestaat bijna niet meer. Dus al die opgekropte energie moet op school eruit. En daar zit hem het probleem. Ons onderwijssysteem is geba- seerd op stilzitten, luisteren en passief wezen. Paulo Freire, de wereldberoemde pedagoog en filosoof uit ons buurland Brazilië, schreef al in 1970 over de pedago- gie van de onderdrukten. Hij maakte het onderscheid tussen onderwijs dat onderdrukt, en onderwijs dat bevrijdt. Onderwijs dat onderdrukt beschouwt leer- lingen als holle vaten die gevuld moeten worden. Degenen die zich het gewilligst vol laten stoppen met de voorgeschreven kennis en het braafst doen wat hun wordt gezegd, zijn de beste leerlingen. Degenen die het best uit het hoofd kunnen leren en bij de repetitie kunnen herhalen, scoren het hoogst en mogen door naar hoger onderwijs; waar ze nog meer uit hun hoofd mogen leren en nog meer repetities mogen maken. Onderwijs dat bevrijdt, beschouwt leerlingen als jonge mensen die hun leefwereld, hun ervaringen en al hun potentieel meebrengen in het klaslokaal. Het beschouwt leerlingen als jonge mensen die moeten ontdekken wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn of kunnen worden; die problemen moeten leren oplossen, zelfstandig moeten leren denken, vaardigheden oefe- nen zoals kritische vragen stellen, argumenteren en onderzoeken. Het beschouwt ieder kind als een uniek individu met een eigen bij- drage. Ik geloof in jou In Suriname hebben we verschil- lende pogingen gedaan tot onderwijsvernieuwing, waarvan ‘Ik geloof in jou’ (launch 2009) misschien wel de grootst opgezet- te was. Dit programma plaatste de leer-kracht van het kind (de kracht om te leren) centraal. Het stimuleerde de leerkracht om tegemoet te komen aan de ver- schillende intelligenties van kin- deren: de ene is woordslim, de ander beeldslim, de ander muziekslim, mensenslim of zelf- slim….dat wil zeggen dat het ene kind graag leert door lezen, de ander door plaatjes; de ander door rijtjes op rijm of op ritme; dingen samen doen of juist lekker alleen. Maar verandering is moei- lijk. Zonder adequate ondersteu- ning vallen onderwijsteams terug in de manier waarop ze het altijd gedaan hebben. Dus daar ligt onze uitdaging. Het verschil tussen jongens en meisjes, naar mijn bescheiden mening? We hebben meisjes veel beter gedrild in binnenblijven, netjes zitten, luisteren en doen wat je wordt gezegd dan jongens. Dus het is geen wonder dat zij het in het onderwijs langer volhou- den. We hebben altijd al enorme aantallen kinderen verloren uit het onderwijsproces; we zijn al lang tevreden met een slagings- percentage van tussen de 45 en 55 procent. Er is genoeg reden tot alarm ja. Over onderwijs dat onze kinderen anno 2017 nog steeds onderdrukt.-. Geraadpleegd: ABS geselecteerde genderstatistiekenschooljaren 2011/2012 t/m 2013/2014 Jongens, meisjes en onderwijs #METOO Dader van seksueel misbruik door Carla Bakboord De rubriek ‘Genderoptiek’ is één van de middelen van het Women's Rights Centre om gendergelijkheid en gendergelijkwaardigheid te bevorderen, vrouwenrechten te bepleiten en alle vormen van geweld tegen vrou- wen uit te bannen. Deze pagina komt tot stand onder auspiciën van het Women's Rights Centre (WRC). Redactie en samenstelling: Carla Bakboord MSc. en Drs. Henna Guicherit [email protected] Vormgeving: Raymiel Breidel door Maggie Schmeitz Foto / Carla Bakkboord Training Interventie Huiselijk Geweld vanuit een mensenrechten- en reliegieuze grondbeginselen perspectief geörganiseerd door het Instituut voor Women and Gender Studies en WRC. De training is gefinancierd door de Paho.-. Illustratie / worldnews.com Illustratie / livelaw Foto / VVOB π Foto / mijnsurinaamseuitdaging.blogspot.com

Transcript of New DWT A11 #METOO Dader van seksueel misbruik · 2018. 3. 1. · Zo sprak ik met Imro. Hij...

Page 1: New DWT A11 #METOO Dader van seksueel misbruik · 2018. 3. 1. · Zo sprak ik met Imro. Hij bestempelde dit als een vorm van lafheid en als machtswellust. Hij vond dat zo’n man

maandag 4 december 2017 DWT A11

WOMEN’S RIGHTS CENTRE GENDEROPTIEK JAARGANG 14 N0.9

Tijdens deze zestien dagenCampagne van Activismetegen Gendergerelateerd

Geweld (25 november-10 decem-ber) ben ik niet verrast met hetaantal gevallen van seksueel mis-bruik tegen vrouwen en kinde-ren. Ik weet immers dat deze gru-welijke vorm van geweld nogsteeds dagelijks thuis, op hetwerk, in de sport, in muziek-bandjes, binnen de religieuzegemeenten en op straat plaats-vindt. En we zijn nog steeds nietin staat dit gezamenlijk aan tepakken.

Wat mij wel verrast heeft, is demoed die vele vrouwen en man-nen hebben opgebracht om hunervaring met ons te delen. Wantu moet begrijpen dat dit nieteenvoudig is. Vooral omdat desamenleving zelden solidair ismet klokkenluiders. Altijd maarbagatelliseren of het nu wel ofniet waar is. Hebben zij niet zelfde aanleiding gegeven? Waaromkomen zij er nu pas mee? Waar-om hebben zij het misbruik zolang laten doorgaan? Aldit soort vragen belem-meren getroffenen vanseksueel misbruik om uitde kast te komen. Boven-dien worden zij danineens uitgemaakt voordader. En zijn zij plotsschuldig aan het uiteen-vallen van de familie vande dader. En wie maaktzich zorgen om het leedvan de getroffenen enhun familie?

De samenleving legt alte vaak de schuld en deverantwoordelijkheid opde schouders van zij dieseksueel misbruikt zijn.En waarom niet op dedaders? Waarom geen 16Dagen Campagne vanActivisme tegen Dadersvan Gendergerelateerd Geweld? Waarom misbruiken dadershun gezag en macht? Zij durvendit immers niet met hun meer-

dere te doen. Daar zijn zij zelf tebang voor. En waarom roept desamenleving hen niet op te stop-pen met dit misbruik? Of, waar-om treft de overheid vanuit eenmultidisciplinair beleid geenhardere maatregelen om dezeverschrikkelijke vorm vangeweld tegen te gaan. Zijn weeerder solidair met daders danbegaan met het lot van kwetsba-ren? Of hebben we geen idee hoedit aan te pakken? Uit de statistieken blijkt datvoornamelijk mannen zichwereldwijd schuldig maken aanseksueel misbruik van vrouwenen kinderen. Daar schijnen weechter niet wakker van te liggen.Het moet toch een oorzaak heb-ben? Die dieperliggende oor-zaak heeft alles te maken metmachtsverhoudingen.

MachtsverhoudingenWereldwijd zijn er miljoenenmannen die vrouwen en kinde-ren respectvol en met liefdebehandelen. Als alle mannenvrouwen en kinderen zoudenmishandelen en seksueel mis-bruiken, zouden we al gauw den-

ken dat dit een aangeboreneigenschap is. Gelukkig is ditniet zo. We zouden dan nietsmeer aan hun gedrag kunnen

veranderen. Mijn vader heeft mijnooit respectloos behandeld,seksueel misbruikt of mishan-deld. Ik ken heel veel mannen diehet gedrag van mannen, dievrouwen en kinderen geweldaandoen, verachten. Zo sprak ikmet Imro. Hij bestempelde ditals een vorm van lafheid en alsmachtswellust. Hij vond dat zo’nman geen beetje respect zalopbrengen voor wie dan ook,

behalve aan wie hij onder-geschikt is.

Tijdens een project datik jaren geleden heb uit-gevoerd over seksueelmisbruik, sprak ik met eendonor die mij toen op hethart drukte: “Carla, wemoeten alles in het werkstellen om deze mannenop te sluiten. Ze zullenniet stoppen met het mis-bruiken van kinderen envrouwen, zolang we henniet leren hun gedrag teveranderen. Maar in detussentijd is ons beleid;opsluiten die daders. Wemoeten vrouwen en meis-jes beschermen tegen ditsoort mannen!” Vandaagdacht ik aan hem. Nogsteeds krijgen we niet

genoeg jongens en mannen meein onze trainingen ‘Interventiehuiselijk geweld’ en ‘Gender’. In de training leren deelne-

mers hoe het komt dat niet allemannen plegers zijn; wat de die-perliggende oorzaak is van sek-sueel misbruik en geweld tegenkinderen en vrouwen; wat desamenleving verwacht van hetgedrag van mannen en vrouwenen dat velen niet aan de verwach-ting voldoen. Zo leren wij datheel veel van ons gedrag aange-leerd is. Daarom zijn niet allemannen daders en alle vrouwenen kinderen slachtoffers.

Kom uit de kastIk ben wel blij dat nu, in vergelij-

king met een aantal jaren terug,meer jongens en mannen deel-nemen aan de trainingen. En datvelen nu begrijpen dat machts-verhoudingen tussen jongens enmeisjes, mannen en vrouwen,maar ook ouderen en kinderenvoedingsbodem zijn voor geweldtegen vrouwen en kinderen.Zolang wij onze jongens blijvenleren dat zij de baas zijn over hunzusters, vriendinnen, moeder enlater ook hun vrouw, en hen dusniet als gelijkwaardig moetenbeschouwen, zijn we bezigdaders van geweld tegen vrou-wen en kinderen te kweken.Zo wordt jongens geleerd zichniet te zacht en liefdevol te gedra-gen. En als ze dat wel doen wor-den zij uitgemaakt voor ‘bobo’ of‘meitie’. En zouden ze weleenshomoseksueel kunnen worden.Mannen die huilen omdat ze pijnhebben, lief en zacht zijn omdatzij daartoe het vermogen hebben,hun vriendin en later hun vrouwgelijkwaardig behandelen. Man-nen die koken, boodschappendoen, de haren van hun kinderenkammen, worden allemaalbeschouwd ‘homogedrag’ te ver-tonen. Alsof alle homoseksuelendeze eigenschappen ook zoudenhebben. Aay baya!! Zo zijn we alsvolwassenen bezig onze jongens

deze positieve eigenschappen teontnemen. We leren hen lieverhun gevoelens op een agressievemanier te uiten om zo een ‘echte’man te kunnen zijn. Het is triest dat we deze mooieeigenschappen onze jongens enmannen afpakken. Want juistdeze leggen immers het funda-ment voor gezonde, liefdevolle engelijkwaardige relaties die geenruimte laten voor verkrachting enmisbruik. Hier kunnen die zoge-naamde ‘echte’ mannen heel veelvan leren. Doen ze dit niet danzullen ze uiteindelijk in de gevan-genis belanden. Net zoals die dappere vrouwenen mannen met de #MeToo cam-pagne uit de kast komen en hunpijnlijke ervaring met ons delenom het seksueel misbruik te latenstoppen, zo zouden die stoere,‘echte’ mannen verantwoorde-lijkheid op zich moeten nemendoor ook uit de kast te komen. Ikverwacht van hen dat zij wereld-kundig maken: “#MeToo ben eendader van seksueel misbruiktegen vrouwen en kinderen;#MeToo ben schuldig; #MeToobied mijn verontschuldiging aan;#MeToo heb spijt en #MeToostop er nu helemaal mee!”Dan… ben jij een ECHTE man!.-.

Van tijd tot tijd slaat eriemand alarm over het feitdat jongens minder goed

presteren in het onderwijs danmeisjes. De cijfers laten zien dat erin het kleuteronderwijs iets meerjongens [50-51 procent] dan meis-jes zijn. Op de lagere school stijgthet percentage jongens [52 pro-cent] zelfs nog ietsje vergelekenmet meisjes. Op de Mulo daalt hetpercentage jongens dan ineensfors naar 42 procent. Die missen-de 10 procent jongens vinden wevoor een groot gedeelte terug inde technische hoek: op de lts/ets(tegenwoordig Lager BeroepsOnderwijs) is 89-90 procent vande leerlingen van het mannelijkgeslacht.

Teveel vrouwenDe trend van doorstuderendemeisjes en afhakende jongens inhoger onderwijs is niet alleenzichtbaar in Suriname. De menin-gen over de oorzaak van dezetrend lopen uiteen. Een veelge-hoorde kreet: er zijn teveel vrou-

wen in het onderwijs. De jongenshebben geen rolmodellen. InNederland voerden ze er zelfs eencampagne over: Laat jij jouw jon-gen wel genoeg jongen zijn? Jon-gens barsten van de impulsieveenergie, was de boodschap. En dat

komt door alle testosteron in hunlijf. Dus die hebben een hele ande-re aanpak nodig. Die de juf ze nietkan geven. Dr. Tavecchio, hoogleraarPedagogiek, waarschuwde voorhet gebrek aan waardering voor‘typisch jongensgedrag’: “Steedsnegatieve reacties krijgen op jegedrag (zit stil, hou op, doe niet) isheel ongunstig voor je zelfver-

trouwen. En het lokt ook negatiefgedrag uit omdat we steeds reage-ren op het gedrag dat ons stoort.”Dus ik werd eerst heel boos dat weanno 2017 nog steeds niet snap-pen dat veel verschillen tussenjongens en meisjes meer metopvoeding dan met testosteron temaken hebben. Maar ik herkende

het verhaal van dr. Tavecchio weluit de praktijk. Zelfs als het eenjongetje is gelukt om vijftienminuten he-le-maal stil te zitten -en hij daarna toch weer even opmóet springen om te kijken waardie brandweerwagen met loeien-

de sirene naar toe rijdt- reagerenwe direct op de overtreding:‘Lorenzo je bent alweeeeeer uit jestoel!’ Dus het jongetje denkt:‘wat maakt het uit hoe goed ikmijn best doe om stil te zitten, ikkrijg die ‘bok’ toch…zie daar: hetuitlokken van vervolg storendgedrag! Ik herkende het verhaal van dr.Tavecchio uit trainingen voor

leerkrachten in activerende didac-tiek; en ik herkende het uit mijneigen ervaring als dramadocentwaar ik kinderen tijdens mijn uit-leg van de volgende oefeningregelmatig uit de gordijnen moetplukken. Het grappige is: in dietrainingen ging het altijd gewoonom drukke kinderen; niet perséom jongens. En in mijn dramaklasmoet ik verschillende drukke kin-deren uit de gordijnen plukken;absoluut niet alleen jongens.

HerkenbaarIk besloot daarom om de hele tes-tosterondiscussie even aan dekant te schuiven en te kijken naarde feiten: dat je in elke klas rustigeen drukke kinderen hebt en datwe met drukke kinderen blijkbaarmeer moeite hebben. Aha! Ik luis-terde vervolgens naar een anderegedragsdeskundige die bena-drukte dat er niet genoeg wordtbewogen in het onderwijs. Helaaszeer herkenbaar. Een andere des-kundige benadrukte dat oudersvan nu onvoldoende tijd en aan-dacht hebben voor hun kinderen;Opnieuw, zeer herkenbaar. Detablet en/of smartphone hebbende functie van de televisie alsoppas overgenomen. Buitenspe-len bestaat bijna niet meer. Dus al

die opgekropte energie moet opschool eruit.En daar zit hem het probleem.Ons onderwijssysteem is geba-seerd op stilzitten, luisteren enpassief wezen. Paulo Freire, dewereldberoemde pedagoog enfilosoof uit ons buurland Brazilië,schreef al in 1970 over de pedago-gie van de onderdrukten. Hijmaakte het onderscheid tussenonderwijs dat onderdrukt, enonderwijs dat bevrijdt. Onderwijsdat onderdrukt beschouwt leer-lingen als holle vaten die gevuldmoeten worden. Degenen die zichhet gewilligst vol laten stoppenmet de voorgeschreven kennis enhet braafst doen wat hun wordtgezegd, zijn de beste leerlingen.Degenen die het best uit hethoofd kunnen leren en bij derepetitie kunnen herhalen, scorenhet hoogst en mogen door naarhoger onderwijs; waar ze nogmeer uit hun hoofd mogen lerenen nog meer repetities mogenmaken. Onderwijs dat bevrijdt,beschouwt leerlingen als jongemensen die hun leefwereld, hunervaringen en al hun potentieelmeebrengen in het klaslokaal. Hetbeschouwt leerlingen als jongemensen die moeten ontdekkenwat ze leuk vinden en waar zegoed in zijn of kunnen worden;die problemen moeten lerenoplossen, zelfstandig moetenleren denken, vaardigheden oefe-nen zoals kritische vragen stellen,argumenteren en onderzoeken.Het beschouwt ieder kind als eenuniek individu met een eigen bij-drage.

Ik geloof in jouIn Suriname hebben we verschil-

lende pogingen gedaan totonderwijsvernieuwing, waarvan‘Ik geloof in jou’ (launch 2009)misschien wel de grootst opgezet-te was. Dit programma plaatste deleer-kracht van het kind (dekracht om te leren) centraal. Hetstimuleerde de leerkracht omtegemoet te komen aan de ver-schillende intelligenties van kin-

deren: de ene is woordslim, deander beeldslim, de andermuziekslim, mensenslim of zelf-slim….dat wil zeggen dat het ene

kind graag leert door lezen, deander door plaatjes; de anderdoor rijtjes op rijm of op ritme;dingen samen doen of juist lekkeralleen. Maar verandering is moei-lijk. Zonder adequate ondersteu-ning vallen onderwijsteams terugin de manier waarop ze het altijdgedaan hebben. Dus daar ligtonze uitdaging. Het verschil tussen jongens enmeisjes, naar mijn bescheidenmening? We hebben meisjes veel

beter gedrild in binnenblijven,netjes zitten, luisteren en doenwat je wordt gezegd dan jongens.Dus het is geen wonder dat zij het

in het onderwijs langer volhou-den. We hebben altijd al enormeaantallen kinderen verloren uithet onderwijsproces; we zijn allang tevreden met een slagings-percentage van tussen de 45 en 55procent. Er is genoeg reden totalarm ja. Over onderwijs dat onzekinderen anno 2017 nog steedsonderdrukt.-.Geraadpleegd: ABS geselecteerdegenderstatistiekenschooljaren2011/2012 t/m 2013/2014

Jongens, meisjes en onderwijs

#METOO Dader van seksueel misbruikdoor Carla Bakboord

De rubriek ‘Genderoptiek’ is één van de middelen van het Women'sRights Centre om gendergelijkheid en gendergelijkwaardigheid te

bevorderen, vrouwenrechten te bepleiten en alle vormen van geweld tegen vrou-

wen uit te bannen.Deze pagina komt tot stand onder auspiciën van het Women's Rights

Centre (WRC).

Redactie en samenstelling: Carla Bakboord MSc. en Drs. Henna Guicherit

[email protected]

Vormgeving: Raymiel Breidel

door Maggie Schmeitz

Foto / Carla BakkboordTraining Interventie Huiselijk Geweld vanuit een mensenrechten- en reliegieuze grondbeginselen perspectief geörganiseerddoor het Instituut voor Women and Gender Studies en WRC. De training is gefinancierd door de Paho.-.

Illustratie / worldnews.com

Illustratie / livelaw

Foto / VVOB

π

Foto / mijnsurinaamseuitdaging.blogspot.com