Zwevend tussen orthodox en radicaal

1
© Copyright 2015 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 11 juli 2015 ZWEVEND TUSSEN orthodox EN radicaal achtergrond Het orthodoxe, salafistische geluid binnen de Nederlandse moslimwereld klinkt steeds vaker en vooral luider. Opvallend is dat op een enkele uitzondering na, gematigde moslims zwijgen over de opmars van een beweging die ze als intolerant ervaren. Waarom? Is salafisme het voorpor- taal van radicalisering of niet? En: hoe salafistisch is de moskee van Geleen? door Johan van de Beek en Claire van Dyck I I brahim Wijbenga, publicist, radi- caliseringsdeskundige en uitge- sproken kritische moslim, was kortgeleden in Maastricht panel- lid bij het debat ‘Eerste hulp bij radicalisering’. Een zin die hij vaker gebruikt, sprak hij daar ook uit: „Er is niks mis met salafis- me.” Maar na deze uitspraak komt, weet ook Wijbenga, een ‘maar’. Een heleboel ‘maren’ zelfs. Eerst de feiten. Het salafisme (afge- leid van salaf, dat refereert aan de eer- ste generaties na Mohammed) wil te- rug naar de zuivere leer uit de tijd van de profeet. Dit betekent onder andere een strenge naleving van regels. Dat gaat veel verder dan het dragen van een baard en traditionele kleding door mannen en een niqab door vrouwen. De totale onderwerping van het leven aan Allah heeft, aldus arabist Maurits Berger, ook tot gevolg dat juist salafis- ten zich niet veel aantrekken van de klassieke theologische opvatting die zegt dat je niet mag oordelen over de religieuze beleving van geloofsgenoten. Juist het indelen van moslims in goed en fout is kenmerkend voor salafisten. Die hebben de constante aanvechting om anderen langs de haram/halal-meet- lat te leggen. Dit is exact de reden waar- om wereldse moslims zich vaak in een hoek gedrongen voelen door salafisten, omdat die hen als moslim light betite- len, of nog erger, via takfir (excommu- nicatie), tot ongelovigen bestempelen. Ook worden medemoslims soms be- dreigd of onder druk gezet, omdat ze in de politiek zitten (wat haram - verbo- den - is omdat alleen Allah wetten mag maken). Ook is ‘subsidiemoslim’ een veelgebruikt scheldwoord en stigma voor elke moslim die in organen zit die met of voor de overheid werken. Moslims die het doelwit worden van (online)haatcampagnes, bezwijken vaak onder de niet aflatende druk. Ze stappen uit belangrijke functies (jonge- renimam Yassin ElForkani) of hullen zich in stilzwijgen. Er bestaat bij gema- tigde moslims schroom om in debat te gaan met mensen die menen dat ze god op hun schouder hebben zitten. Ook zien ze salafisten vaak als mensen die vooral bezig zijn met uiterlijk ver- toon, regeltjes en religiositeit, maar niet met spiritualiteit. Van kuffar (ongelovi- gen) nemen salafisten afstand. Er zijn zusters die er in publieke ruimtes op let- ten dat er minstens een meter of drie tussen hen en de kuffar zit. De antropoloog Martijn de Koning van de Universiteit van Amsterdam zegt dat het salafisme - sterk bekerings- gericht - al sinds de jaren tachtig in op- komst is in Nederland. Wat bijdraagt aan de verspreiding is dat de voertaal Nederlands is (en niet Arabisch of Ber- bers, dat veel jongeren niet beheersen) en omdat de verspreiders van deze ge- loofsrichting bedreven zijn in moderne communicatie via internet. „Toen ik me er in de beginperiode in verdiepte, kraaide er geen haan naar. Pas toen Mo- hammed Bouyeri Theo van Gogh ver- moordde, werd het in Nederland echt actueel. Hij bezocht de El-Tawheed en de As Soennah moskee en begaf zich daarmee in salafistische kringen”, aldus De Koning in een interview met www.nieuwwij.nl. Getalsmatig zijn salafisten in de minderheid, maar ze bepalen wel het discours. Of de moskee in Geleen, die deze week weer in opspraak kwam nadat duidelijk werd dat ze een in België ver- oordeelde terrorist binnen haar muren liet spreken, een salafistische signatuur draagt? Volgens sommige mensen die er komen (of kwamen) is dat het geval. Die overtuiging baseren ze niet alleen op uiterlijke kenmerken van een harde kern van jonge gelovigen die de mos- kee frequenteert, maar ook op de nei- ging van diezelfde groep om zich te dis- tantiëren van of neer te kijken op ande- re gelovigen. Het uitnodigen, in april van dit jaar, van een provocatieve predi- ker als Abou Hafs, populair onder sala- fistische jongeren, was ook een vinger- wijzing. Binnen de geloofsgemeen- schap schuurt dat, vooral omdat er geen cultuur van open debat heerst. Is het salafisme een gevaar? In de meest gunstige (lees: vredelievende) in- terpretatie van deze stroming gaat het om mensen die zich willen afzonderen van de Nederlandse maatschappij. De Koning: „Ze willen een eigen niche creëren. Ze zijn fundamentalistisch, maar in principe niet extremistisch in de zin dat het aannemelijk is dat ze in Nederland geweld toe zullen passen.” En dat is nu juist het punt waarop de meningen uiteenlopen. De Britse ex-radicaal Maajid Nawaz, nu leider van de contra-extremistische denktank Quilliam in Londen, schrijft in zijn fascinerende boek Radical (My Journey out of Islamist Extremism) dat salafisten in Groot-Brittannië aanvanke- lijk niets wilden weten en zelfs neerke- ken op Hizb ut-Tahrir, waar Nawaz voor rekruteerde. Hizb ut-Tahrir is een radicale beweging die, net zoals Islamiti- sche Staat (IS), streeft naar de vestiging van een mondiaal kalifaat. Hizb ut-Tahrir was en is een islamistische be- weging. Simpel gedefinieerd is islamis- me, aldus Nawaz, het verlangen om isla- mitische wetgeving (sharia) op te leg- gen aan een samenleving. Als islam draait om de manier waarop een mens omgaat met religie, dan gaat islamisme om de manier waarop een persoon om- gaat met de samenleving. Aanvankelijk, schrijft Nawaz, zat er helemaal niets politieks in de salafisti- sche filosofie. Die was helemaal gericht op puurheid, op bidden, de Koran le- zen en bonuspunten verdienen voor het hiernamaals. Pas toen salafisme en islamisme een huwelijk aangingen, ont- stond het jihadisme. Tijdens een radicaliseringbijeen- komst die onlangs in Weert werd ge- houden, ging Steven Lenos namens het landelijk kenniscentrum radicalisering en polarisatie in op de verschillende stromingen die weer bestaan binnen het salafisme (zie schema). Allemaal voortgekomen uit het Saoedische waha- bistische salafisme, worden onderschei- den: 1. de puristen die apolitiek zijn en geweld afwijzen, 2. de haraki’s die wel politiek actief zijn, streven naar een ide- ale islamitische maatschappij maar ter- reur afwijzen en 3. de salafi-jihadi’s en de takfiri’s die de gewelddadige strijd omarmen en het recht claimen om te kunnen bepalen wie een echte moslim is. Alle drie wijzen integratie af en kie- zen voor segregatie. Westerse waarden (o.a. democratie en gelijke rechten voor vrouwen en homo’s) worden catego- risch afgewezen. Niet zelden is er ook sprake van virulent antisemitisme. En de scheidslijn tussen streng gelovig en extremist is soms dun. Dit raakt de kern. In Weert maakte iemand namens de Marokkaanse mos- kee een belangrijk punt: „Hoe stel je vast waar de salafistische moslim staat? Hoe weet je wat iemand ècht denkt?” De dubbele tong wordt, ook in moslim- kringen, als een probleem gezien. Een ‘matige’ toon kan worden aangeslagen in de media of tijdens openbare lezin- gen, terwijl de jihadistische toon kan klinken onder gelijkgestemden, in de huiskamer of op een besloten Face- bookgroep. Omdat, aldus de AIVD (Transforma- tie van het jihadisme in Nederland), steeds meer predikers in de midden- groep tegen het jihadisme aanleunen, is het salafisme zijn bufferfunctie tegen radicalisering aan het verliezen. Eerder lijkt er sprake van een kweekvijver voor radicalen, aldus de dienst. Terug naar Wijbenga. Die wees er in een recent artikel (Trouw) op dat vrij- heid van godsdienst de hoeksteen van onze samenleving is. „De overheid is neutraal in geloofszaken en dat bete- kent onder andere dat onze grondwet ook ruimte biedt aan mensen die de scheiding tussen kerk en staat niet er- kennen en ook enkele democratische uitgangspunten niet omarmen.” De kernvraag volgens Wijbenga is hoe een geseculariseerde samenleving zoals Nederland om moet gaan met ge- dachtegoed dat bovendien een inspira- tiebron is voor gewelddadig extremis- me. Fouad el Bouch alias Abou Hafs, die in april van dit jaar op uitnodiging naar de moskee in Geleen kwam, zet zich in voor een ‘duurzaam islamitisch activisme’ en ‘moslimemancipatie’ ge- richt op de eigen religieuze identiteit. Hij gebruikt de vrijheid van meningsui- ting om de democratische rechtstaat af te wijzen en geloofsgenoten op te roe- pen om zoveel mogelijk afstand te ne- men van kuffar. Zijn goed recht, hoe verwerpelijk de boodschap allicht mag zijn. Maar een dempende werking op radicalisering hebben dergelijke predi- kers evenmin, constateert Wijbenga. Het onverdraagzame en antidemocra- tische karakter van het salafisme baart ook de Raad van Marokkaanse Moskee- ën Nederland zorgen. Woordvoerder Aissa Zanzen omschreef in NRC salafis- me als een sluipend gif. „Onschuldig als je er weinig van inneemt, maar wan- neer je er langdurig aan wordt blootge- steld, kan het zich uiten in haat en wrok tegen Nederland en het Westen.” Bijkomend punt van zorg is dat de ultraorthodoxe leer wordt verbreid met kapitaal uit de Golfstaten. Landen waar geen godsdienstvrijheid heerst, gebrui- ken onze vrijheid om die via salafisti- sche moskeeën te ondermijnen. De Tweede Kamer wil dat de inlichtingen- dienst AIVD onderzoek doet naar die geldstromen. Wijbenga doet een oproep aan de sa- lafisten zelf: „Talloze bekeerlingen en andere jonge moslims lopen in de ar- men van marginale, extremistische ty- pes. De meeste salafistische imams sto- ren zich daaraan, maar laten hun onge- noegen nauwelijks blijken. Heel onver- standig, want daardoor laten ze het speelveld aan de extremisten.” En, voegt hij eraan toe, het oude verhaal dat jongeren naar het kalifaat gaan van- wege de misdaden van het regime van Assad klopt niet meer. „Iedereen die nu vertrekt, gaat om religieuze redenen. En die redenen zijn hen aangeleerd. In sala- fistisch-jihadistische kringen.” Salafisme: onschuldig als je er weinig van inneemt, maar bij langdurige blootstelling kan het zich uiten in haat en wrok tegen het Westen. Aissa Zanzen Bewerking van een klassieke salafisme- recruterings- poster. illustratie MGL

Transcript of Zwevend tussen orthodox en radicaal

Page 1: Zwevend tussen orthodox en radicaal

© Copyright 2015 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 11 juli 2015

Z W E V E N D T U S S E N

orthodox E N radicaal

achtergrond

Het orthodoxe, salafistische geluid binnen de Nederlandse moslimwereld klinkt steeds vakeren vooral luider. Opvallend is dat op een enkele uitzondering na, gematigde moslims zwijgenover de opmars van een beweging die ze als intolerant ervaren. Waarom? Is salafisme het voorpor-taal van radicalisering of niet? En: hoe salafistisch is de moskee van Geleen?

door Johan van de Beeken Claire van Dyck

II brahim Wijbenga, publicist, radi-caliseringsdeskundige en uitge-sproken kritische moslim, waskortgeleden in Maastricht panel-lid bij het debat ‘Eerste hulp bijradicalisering’.

Een zin die hij vaker gebruikt, sprak hijdaar ook uit: „Er is niks mis met salafis-me.” Maar na deze uitspraak komt,weet ook Wijbenga, een ‘maar’. Eenheleboel ‘maren’ zelfs.

Eerst de feiten. Het salafisme (afge-leid van salaf, dat refereert aan de eer-ste generaties na Mohammed) wil te-rug naar de zuivere leer uit de tijd vande profeet. Dit betekent onder andereeen strenge naleving van regels. Datgaat veel verder dan het dragen vaneen baard en traditionele kleding doormannen en een niqab door vrouwen.De totale onderwerping van het levenaan Allah heeft, aldus arabist MauritsBerger, ook tot gevolg dat juist salafis-ten zich niet veel aantrekken van deklassieke theologische opvatting diezegt dat je niet mag oordelen over dereligieuze beleving van geloofsgenoten.Juist het indelen van moslims in goeden fout is kenmerkend voor salafisten.Die hebben de constante aanvechtingom anderen langs de haram/halal-meet-lat te leggen. Dit is exact de reden waar-om wereldse moslims zich vaak in eenhoek gedrongen voelen door salafisten,omdat die hen als moslim light betite-len, of nog erger, via takfir (excommu-nicatie), tot ongelovigen bestempelen.Ook worden medemoslims soms be-dreigd of onder druk gezet, omdat zein de politiek zitten (wat haram - verbo-den - is omdat alleen Allah wetten magmaken). Ook is ‘subsidiemoslim’ eenveelgebruikt scheldwoord en stigmavoor elke moslim die in organen zit diemet of voor de overheid werken.

Moslims die het doelwit worden van(online)haatcampagnes, bezwijkenvaak onder de niet aflatende druk. Zestappen uit belangrijke functies (jonge-renimam Yassin ElForkani) of hullenzich in stilzwijgen. Er bestaat bij gema-tigde moslims schroom om in debat tegaan met mensen die menen dat ze

god op hun schouder hebben zitten.Ook zien ze salafisten vaak als mensendie vooral bezig zijn met uiterlijk ver-toon, regeltjes en religiositeit, maar nietmet spiritualiteit. Van kuffar (ongelovi-gen) nemen salafisten afstand. Er zijnzusters die er in publieke ruimtes op let-ten dat er minstens een meter of drietussen hen en de kuffar zit.

De antropoloog Martijn de Koningvan de Universiteit van Amsterdamzegt dat het salafisme - sterk bekerings-gericht - al sinds de jaren tachtig in op-komst is in Nederland. Wat bijdraagtaan de verspreiding is dat de voertaalNederlands is (en niet Arabisch of Ber-bers, dat veel jongeren niet beheersen)en omdat de verspreiders van deze ge-loofsrichting bedreven zijn in modernecommunicatie via internet. „Toen ikme er in de beginperiode in verdiepte,kraaide er geen haan naar. Pas toen Mo-hammed Bouyeri Theo van Gogh ver-moordde, werd het in Nederland echtactueel. Hij bezocht de El-Tawheed ende As Soennah moskee en begaf zichdaarmee in salafistische kringen”, aldusDe Koning in een interview metwww.nieuwwij.nl. Getalsmatig zijnsalafisten in de minderheid, maar zebepalen wel het discours.

Of de moskee in Geleen, die dezeweek weer in opspraak kwam nadatduidelijk werd dat ze een in België ver-oordeelde terrorist binnen haar murenliet spreken, een salafistische signatuurdraagt? Volgens sommige mensen dieer komen (of kwamen) is dat het geval.Die overtuiging baseren ze niet alleenop uiterlijke kenmerken van een hardekern van jonge gelovigen die de mos-kee frequenteert, maar ook op de nei-ging van diezelfde groep om zich te dis-tantiëren van of neer te kijken op ande-re gelovigen. Het uitnodigen, in aprilvan dit jaar, van een provocatieve predi-ker als Abou Hafs, populair onder sala-fistische jongeren, was ook een vinger-wijzing. Binnen de geloofsgemeen-schap schuurt dat, vooral omdat ergeen cultuur van open debat heerst.

Is het salafisme een gevaar? In demeest gunstige (lees: vredelievende) in-terpretatie van deze stroming gaat hetom mensen die zich willen afzonderenvan de Nederlandse maatschappij. De

Koning: „Ze willen een eigen nichecreëren. Ze zijn fundamentalistisch,maar in principe niet extremistisch inde zin dat het aannemelijk is dat ze inNederland geweld toe zullen passen.”En dat is nu juist het punt waarop demeningen uiteenlopen.

De Britse ex-radicaal Maajid Nawaz,nu leider van de contra-extremistischedenktank Quilliam in Londen, schrijftin zijn fascinerende boek Radical (MyJourney out of Islamist Extremism) datsalafisten in Groot-Brittannië aanvanke-lijk niets wilden weten en zelfs neerke-ken op Hizb ut-Tahrir, waar Nawazvoor rekruteerde. Hizb ut-Tahrir is eenradicale beweging die, net zoals Islamiti-sche Staat (IS), streeft naar de vestigingvan een mondiaal kalifaat. Hizbut-Tahrir was en is een islamistische be-weging. Simpel gedefinieerd is islamis-me, aldus Nawaz, het verlangen om isla-mitische wetgeving (sharia) op te leg-gen aan een samenleving. Als islamdraait om de manier waarop een mensomgaat met religie, dan gaat islamismeom de manier waarop een persoon om-gaat met de samenleving.

Aanvankelijk, schrijft Nawaz, zat erhelemaal niets politieks in de salafisti-sche filosofie. Die was helemaal gerichtop puurheid, op bidden, de Koran le-zen en bonuspunten verdienen voorhet hiernamaals. Pas toen salafisme enislamisme een huwelijk aangingen, ont-stond het jihadisme.

Tijdens een radicaliseringbijeen-komst die onlangs in Weert werd ge-houden, ging Steven Lenos namens het

landelijk kenniscentrum radicaliseringen polarisatie in op de verschillendestromingen die weer bestaan binnenhet salafisme (zie schema). Allemaalvoortgekomen uit het Saoedische waha-bistische salafisme, worden onderschei-den: 1. de puristen die apolitiek zijn engeweld afwijzen, 2. de haraki’s die welpolitiek actief zijn, streven naar een ide-ale islamitische maatschappij maar ter-reur afwijzen en 3. de salafi-jihadi’s ende takfiri’s die de gewelddadige strijdomarmen en het recht claimen om tekunnen bepalen wie een echte moslimis. Alle drie wijzen integratie af en kie-zen voor segregatie. Westerse waarden(o.a. democratie en gelijke rechten voorvrouwen en homo’s) worden catego-risch afgewezen. Niet zelden is er ooksprake van virulent antisemitisme. Ende scheidslijn tussen streng gelovig enextremist is soms dun.

Dit raakt de kern. In Weert maakteiemand namens de Marokkaanse mos-kee een belangrijk punt: „Hoe stel jevast waar de salafistische moslim staat?Hoe weet je wat iemand ècht denkt?”De dubbele tong wordt, ook in moslim-kringen, als een probleem gezien. Een‘matige’ toon kan worden aangeslagenin de media of tijdens openbare lezin-gen, terwijl de jihadistische toon kanklinken onder gelijkgestemden, in dehuiskamer of op een besloten Face-bookgroep.

Omdat, aldus de AIVD (Transforma-tie van het jihadisme in Nederland),steeds meer predikers in de midden-groep tegen het jihadisme aanleunen,is het salafisme zijn bufferfunctie tegenradicalisering aan het verliezen. Eerderlijkt er sprake van een kweekvijvervoor radicalen, aldus de dienst.

Terug naar Wijbenga. Die wees er ineen recent artikel (Trouw) op dat vrij-heid van godsdienst de hoeksteen vanonze samenleving is. „De overheid isneutraal in geloofszaken en dat bete-kent onder andere dat onze grondwetook ruimte biedt aan mensen die descheiding tussen kerk en staat niet er-kennen en ook enkele democratischeuitgangspunten niet omarmen.”

De kernvraag volgens Wijbenga ishoe een geseculariseerde samenlevingzoals Nederland om moet gaan met ge-

dachtegoed dat bovendien een inspira-tiebron is voor gewelddadig extremis-me. Fouad el Bouch alias Abou Hafs,die in april van dit jaar op uitnodigingnaar de moskee in Geleen kwam, zetzich in voor een ‘duurzaam islamitischactivisme’ en ‘moslimemancipatie’ ge-richt op de eigen religieuze identiteit.Hij gebruikt de vrijheid van meningsui-ting om de democratische rechtstaat afte wijzen en geloofsgenoten op te roe-pen om zoveel mogelijk afstand te ne-men van kuffar. Zijn goed recht, hoe

verwerpelijk de boodschap allicht magzijn. Maar een dempende werking opradicalisering hebben dergelijke predi-kers evenmin, constateert Wijbenga.

Het onverdraagzame en antidemocra-tische karakter van het salafisme baartook de Raad van Marokkaanse Moskee-ën Nederland zorgen. WoordvoerderAissa Zanzen omschreef in NRC salafis-me als een sluipend gif. „Onschuldig alsje er weinig van inneemt, maar wan-neer je er langdurig aan wordt blootge-steld, kan het zich uiten in haat en

wrok tegen Nederland en het Westen.”Bijkomend punt van zorg is dat de

ultraorthodoxe leer wordt verbreid metkapitaal uit de Golfstaten. Landen waargeen godsdienstvrijheid heerst, gebrui-ken onze vrijheid om die via salafisti-sche moskeeën te ondermijnen. DeTweede Kamer wil dat de inlichtingen-dienst AIVD onderzoek doet naar diegeldstromen.

Wijbenga doet een oproep aan de sa-lafisten zelf: „Talloze bekeerlingen enandere jonge moslims lopen in de ar-

men van marginale, extremistische ty-pes. De meeste salafistische imams sto-ren zich daaraan, maar laten hun onge-noegen nauwelijks blijken. Heel onver-standig, want daardoor laten ze hetspeelveld aan de extremisten.” En,voegt hij eraan toe, het oude verhaaldat jongeren naar het kalifaat gaan van-wege de misdaden van het regime vanAssad klopt niet meer. „Iedereen die nuvertrekt, gaat om religieuze redenen. Endie redenen zijn hen aangeleerd. In sala-fistisch-jihadistische kringen.”

Salafisme: onschuldigals je er weinig vaninneemt, maar bijlangdurige blootstellingkan het zich uiten inhaat en wrok tegenhet Westen.

Aissa Zanzen

Bewerkingvan eenklassiekesalafisme-recruterings-poster. illustratie MGL