Zuinig met energie, gul met solidariteit

141
Tom Balthazar Zuinig met energie, Gul met solidariteit – Tom Balthazar Wie vandaag vertelt dat hij met zeker- heid de oplossing kent om morgen de crisis op te lossen, is een oplichter of een fantast. Maar er bestaan wel wegen om er uit te raken, en vele daarvan lopen langs de Europese Unie. In dit boekje geeft Tom Balthazar enkele vernieuwende voorstellen voor een sterk en sociaal Europa. Tegelijk heeft hij het over het be- lang van Europa en de band tus- sen Europees en lokaal beleid. Tussendoor leest u ook zijn per- soonlijke visie op de hedendaagse politiek. Tom Balthazar is sinds 2007 sche- pen van Milieu en Sociale Zaken in Gent. Voordien was hij er gemeen- teraadslid en voorzitter van de sp.a- fractie. Als schepen werkte hij samen met de stedelijke diensten 18 beleids- nota’s uit. Telkens in een heel eigen stijl: creatief, gedreven en actiegericht. Op 7 juni 2009 is hij voor het eerst kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. www.tombalthazar.be Zuinig met energie, Gul met solidariteit Vanuit Gent op de bres voor een sterk en sociaal Europa

description

In dit boekje geeft Tom Balthazar enkele vernieuwende voorstellen voor een sterk en sociaal Europa. Tegelijk heeft hij het over het belang van Europa en de band tussen Europees en lokaal beleid. Tussendoor leest u ook zijn persoonlijke visie op de hedendaagse politiek.

Transcript of Zuinig met energie, gul met solidariteit

Tom Balthazar

Zuinig met energie, G

ul met solidariteit – To

m Balth

azar

Wie vandaag vertelt dat hij met zeker-heid de oplossing kent om morgen de crisis op te lossen, is een oplichter of een fantast.

Maar er bestaan wel wegen om er uit te raken, en vele daarvan lopen langs de Europese Unie.

In dit boekje geeft Tom Balthazar enkele vernieuwende voorstellen voor een sterk en sociaal Europa. Tegelijk heeft hij het over het be-lang van Europa en de band tus-sen Europees en lokaal beleid. Tussendoor leest u ook zijn per-

soonlijke visie op de hedendaagse politiek.

Tom Balthazar is sinds 2007 sche-pen van Milieu en Sociale Zaken in

Gent. Voordien was hij er gemeen-teraadslid en voorzitter van de sp.a-

fractie. Als schepen werkte hij samen met de stedelijke diensten 18 beleids-nota’s uit. Telkens in een heel eigen stijl: creatief, gedreven en actiegericht.

Op 7 juni 2009 is hij voor het eerst kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.

www.tombalthazar.be

Zuinig met energie,Gul met solidariteit

Vanuit Gent op de bres voor een sterk en sociaal Europa

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

Vanuit Gent op de bres voor een sterk en sociaal Europa

Zuinig met energie,Gul met solidariteit

Vanuit Gent op de bres voor een sterk en sociaal Europa

TOM BALTHAZAR

© Tom Balthazar

Verantwoordelijke uitgever: Tom Balthazar, Onderbergen 59, 9000 Gent

1

Inhoudstafel

1. Zacht is niet zwak: kordaat op de bres voor meer sociaal resultaat . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Nu zeker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Geen simpel hoopje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12Meer Gent in Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14Zuinig met energie, gul met solidariteit . . . . . . 16Bedankt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

2. Kritisch en sceptisch, maar niet blind en doof 19Wat zouden wij zonder Europa zijn? . . . . . . . . 22De kleintjes nog het meest. . . . . . . . . . . . . . . . 24Nog meer in de toekomst dan het heden . . . . . 26Politiek globalisme. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

3. Wij duwen Europa, Europa duwt ons . . . . . . 31Netwerken van steden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33Burgemeestersconvenant . . . . . . . . . . . . . . . . . 36Op weg naar een lokaal klimaatverbond . . . . . . 39Europa duwt ons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40

4. Never waste a good crisis. . . . . . . . . . . . . . . 43Gevaarlijk ingewikkeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45Internationale controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47

5. Het water staat nog niet tot aan onze lippen, maar het scheelt niet veel . . . . . . . . . . . . . . 51Na Kyoto naar Kopenhagen . . . . . . . . . . . . . . . 53

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

2

Noordzeering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55Slimme netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57Ook minder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59

6. De lucht en het water zijn van iedereen . . . . 63Mikado . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66Fijn stof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67

7. Achter moderne woorden schuilen soms oude verschrikkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71Telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72Elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72Post. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73Working Poor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75

8. En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79Dramatische koppels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81Het jaar 2010. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82Armoede in de stad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83

9. Wanneer vrijheid onverschilligheid wordt: de schande van de Roma. . . . . . . . . . . . . . . . . . 97Europees charter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99De Poolse loodgieter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101Sociale Europol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103Roma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104

10. Ziek maakt arm en arm maakt ziek . . . . . . . . 109Vooruitgang. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111

Inhoudstafel

3

Mobiele patiënten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114Vermarkting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116

11. Afrit Vlaanderen: en waar dan naar toe? . . . . 119De toekomst van Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . . 123

12. Door de ogen van een ander zie je heel wat beter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127Bij onderhandelingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130Stop nu even . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132Coda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133

13. Meer weten of iets laten weten . . . . . . . . . . 135

5

1. Zacht is niet zwak: kordaat op de bres voor meer sociaal resultaat

Wie vandaag beweert dat hij met zekerheid hetrecept kent om snel uit de crisis te raken, is eenoplichter of een fantast.

Net zoals niemand de ernst en de omvang vande crisis had voorspeld, zijn er geen personen, par-tijen of organisaties die het wonderrecept kennenom ons hier snel en trefzeker uit te loodsen.

Dat betekent niet dat er geen uitwegen zijn, endat we met de armen gekruist moeten wachten totde storm overwaait. Actie is nodig en actie kan,maar ze vraagt wel de moed om keuzes te maken.

We staan op een kruispunt waar keuzes nood-zakelijk zijn. De keuze voor meer controle op debanken bijvoorbeeld. In een internationaal en èchtafdwingbaar kader. Of voor grote investeringendie de economie aanwakkeren. Maar dan welgericht. Geen beton om het beton, maar investe-ringen die ons sterker maken en onafhankelijkervan olie en gas. En die ons tegelijkertijd versneldvooruit helpen in de strijd tegen de klimaatveran-dering.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

6

De keuze ook voor een economie die draait endie het klimaat spaart, maar die ook de mensenspaart en de nodige zekerheid biedt. Door eenkrachtige sociale zekerheid; door een arbeidsrechtdat duidelijk maakt dat werknemers geen grond-stoffen zijn die je koopt en verkoopt naargelang dewinst wat hoger of lager is.

We kunnen daarbij niet iedereen plezier doen.Grootscheepse investeringen in windenergie of infijnmazige netwerken van kleine elektriciteitspro-ducenten zullen de olielobby en sommige energie-concerns geen plezier doen. Maar ze zijn welnodig.

Belangrijke investeringen in onderwijs, kinder-opvang en wetenschappelijk onderzoek kunnenniet zonder centen die dan geen tweede keer kun-nen uitgegeven worden in andere domeinen. Der-gelijke budgetverschuivingen stranden vaak opprotest. Maar ze zijn wel nodig.

Belangrijke investeringen in een modern enperformant netwerk van openbaar vervoer metsnelle trams en voorstadstreinen vragen middelendie niet zullen kunnen gebruikt worden voornieuwe of bredere autosnelwegen. Touring en deVAB zullen dit geldverspilling vinden. Maar dieinvesteringen zijn wel nodig als we echt uit de files

Zacht is niet zwak: kordaat op de bres voor meer sociaal resultaat

7

willen geraken en onze kinderen willen weghou-den bij de longarts.

Om de spaarders echt te beschermen en de kre-dietverschaffing aan de ondernemingen niet telaten stilvallen, zijn fundamentele hervormingenin de financiële sector noodzakelijk. Tijdens deG20-top van 1 en 2 april 2009 werden daar de eer-ste stappen voor gezet. Maar tegen de oprichtingvan een echte internationale regulator bestaat nogzeer veel verzet. Er zal nog gigantisch veel lobby-werk opduiken in een poging om de aangekon-digde regels over de controle op beleggingsfond-sen en financiële groepen soepeler en vrijblijven-der te maken. Nochtans zijn die regels echt welnodig.

Het grote gevaar in deze onzekere tijden is datinvesteringen in zachte sectoren zoals onderwijs ofgezondheidszorg of pleidooien voor de verdereuitbouw van een rechtvaardige samenleving, wor-den afgedaan als naïef of onbetaalbaar.

En dat tegelijk uit angst en boosheid gegrepenwordt naar partijen die zich met luid gebrul afzet-ten tegen (soms echte en onbetwistbare) gebrekenvan de overheid en die onder het mom van eenflinke grote kuis ook klaar staan om de meestwaardevolle elementen van ons sociaal systeem

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

8

weg te vegen. Denk maar aan wat Lijst Dedeckerwil doen met het brugpensioen. Of aan de ravagedie zou volgen in de gezondheidszorg en hetonderwijs als hun plannen voor de belastingsher-vorming doorgevoerd worden. Want wie aaniedereen (en vooral aan welstellenden) belooft dathij veel minder belastingen zal moeten betalen,moet er ook durven bij zeggen welke verpleegkun-dige, welke politieagent en welke onderwijzer danzal moeten ontslagen worden.

In een uitzonderlijk jaar als 2009 mogen zachtewaarden zich niet zwak tonen. Met het volle besefvan de ernst van de economische situatie en metzin voor realiteit moet het mogelijk zijn om uit deverdediging te breken.

Als in de Verenigde Staten Barack Obama enJoe Biden het land warm kunnen maken voor eenbelangrijke uitbreiding van de ziekteverzekeringen voor een ruimere toegang tot degelijk onder-wijs, moet deze golf ook over Europa kunnenwaaien.

Uiteraard is de situatie in West-Europa grondigverschillend en start men in de VS nu pas met deopbouw van stelsels die hier al kort na de tweedeWereldoorlog werden uitgebouwd. Maar het gaatover een trend. De trend om ook in economisch

Zacht is niet zwak: kordaat op de bres voor meer sociaal resultaat

9

moeilijke tijden op doordachte en kordate wijzeaandacht te geven aan collectieve schatten zoalshet milieu of aan essentiële maatschappelijkewaarden, zoals stevig verankerde solidariteit metmensen die ziek zijn of voor wie het om andereredenen niet lukt om door arbeid een volwaardiginkomen te verwerven.

Bewegingen die ijveren voor de beschermingen de ontplooiing van belangrijke collectievewaarden mogen zich niet in het defensief latendrukken. Net nu blijkt dat de vrije markt veel meerbehoefte heeft aan regulering en controle. Net nugebleken is dat een geglobaliseerd kapitalisme echtniet automatisch zijn evenwichten zoekt en vindt.

Nu zeker

De sp.a, waar ik op mijn 26ste na enkele jarenberaad lid van werd, trekt naar de verkiezingenvan 7 juni 2009 met de slogan ‘Nu zeker’ en zovoel ik het persoonlijk ook aan.

Als het moeilijk gaat, mag men niet weglopen.Als het moeilijk gaat, is het zeker het moment

om te helpen, om ons engagement te tonen, om telaten voelen en horen dat een linkse partij van-daag meer dan ooit nodig is en klaar staat om con-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

10

structief én offensief mee te bouwen aan eennieuwe toekomst.

Dit is meteen ook de reden waarom ik op 7 junikandidaat ben voor de verkiezingen van het Euro-pees parlement.

Het zijn nochtans – zeker in België – geen tij-den om met plezier en bewondering naar het poli-tiek spektakel te kijken.

Tijdens het voorbije jaar heb ik een merkwaar-dig fenomeen ervaren dat tekenend is voor deplaats die politiek verworven heeft in ons land.

Hoewel ik er in 2006 na (iets te) lang twijfelenvoor gekozen heb te stoppen als advocaat om mijvoluit te kunnen inzetten als schepen in Gent,merkte ik tijdens het voorbije jaar meer dan eensdat het nieuws over de politieke actualiteit in onsland mij nog nauwelijks interesseerde. De einde-loos aanslepende regeringsvorming, de grote enkleine ruzietjes tussen de N-VA en de CD&V, degeblokkeerde staatshervorming en de stoere ofnietszeggende verklaringen van Reynders enLeterme: het waren hoofdstukken in de krant dieik – zelfs als beroepspoliticus – meer dan eensongelezen oversloeg.

Een groot deel van de bevolking heeft dit alveel eerder gedaan en kijkt vol onbegrip naar con-

Zacht is niet zwak: kordaat op de bres voor meer sociaal resultaat

11

flicten die zeer weinig te maken hebben met deconcrete problemen waar men zelf mee kampt endie bovendien – en dat is nog erger – ook zeerweinig te maken hebben met de grote problemenwaar onze samenleving en de wereld doorbedreigd worden. Vergelijkingen leiden onvermij-delijk tot overdrijvingen, maar soms zijn ze pijn-lijk waar. In een periode waarin onze wereldbedreigd wordt door een klimaatcrisis die – zonderoverdrijven – echt desastreuze gevolgen kan heb-ben, gaat de centrale aandacht van de politiekebesluitvorming in ons land naar Brussel-Halle-Vilvoorde. In een periode waarin onze onder-nemingen betrokken zijn in een keiharde, wereld-wijde concurrentie en waarin landen als China,India of Brazilië allang geen loutere lagelonenlan-den meer zijn, maar volwaardige wereldeconomie-en met eigen onderzoek en eigen investeringsca-paciteit, is de besluitvorming in België al meer daneen vol jaar geblokkeerd door discussies over destaatshervorming.

Dat is erg en onrustwekkend. Zeker wanneermen bovendien moet vaststellen dat sommigeessentiële kerntaken van de overheid niet naarbehoren vervuld worden. Denk maar aan de onbe-grijpelijk slechte werking van de federale over-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

12

heidsdienst financiën en aan de – ondanks alleverbetering – nog steeds problematisch slechtewerking van de gerechtelijke diensten, waar vooralde uitvoering van beslissingen blijft sputteren.Zodat het spijtig genoeg waar is dat de schendingvan sommige regels in de praktijk gewoon onbe-straft blijft. En je dus een fiets kan stelen zonderdaar ooit last van te hebben. Maar evengoed eenonderneming kan leegzuigen, failliet laten gaan ennadien vrolijk en uitdagend opnieuw beginnen.

Geen simpel hoopje

We leven in een periode waarin het vertrouwen inpolitici erg klein is geworden. En daar zijn ook veleredenen voor.

Maar het is zeker een tijd waarin politiek ergbelangrijk is, en waarin een goed geleide overheidde weg zal moeten wijzen om samen uit de crisiste raken.

Het is niet omdat zoveel geprutst wordt dat weallemaal prutsers zijn. Er is in dit verband overi-gens geen ‘wij’. Ik heb altijd een hekel gehad aantermen zoals de ‘politieke klasse’ of – erger nog –de ‘politieke kaste’. Ik voel mij niet verwant metYves Leterme of Jean-Marie De Decker, en even-

Zacht is niet zwak: kordaat op de bres voor meer sociaal resultaat

13

min met Didier Reynders of Jurgen Verstrepen.Hun engagement, hun drijfveren en hun stijl

zijn dermate verschillend dat we echt wel mogenweigeren om samen op een simpel hoopje geveegdte worden.

Maar er is wel een collectieve verantwoorde-lijkheid voor alle personen die het grote voorrechthebben gekregen om een verkozen mandaat uit teoefenen. En dat is: telkens opnieuw het moeilijkevenwicht zoeken tussen consequentie en con-structiviteit. Hard en stevig opkomen voor je idee-en en je projecten, maar tegelijk positief durvenmeewerken aan de uitvoering van onderhandeldeoplossingen.

Het is een naïeve en zelfs ronduit verkeerdegedachte dat er zoiets zou bestaan als hét alge-meen belang: de meeste beslissingen kennen win-ners en verliezers. Wie voor iedereen goed trachtte doen, doet vaak helemaal niets. Maar er bestaanwel een hele reeks waarden die in het algemeenbelang van de democratie zijn. Sommige zijn evi-dent: betrouwbaarheid, integriteit en eerlijkheid.Maar ook: luisterbereidheid, de wil om tot oplos-singen te komen en die ook efficiënt uit te voeren.Zelfs indien het mogelijk is dat ook een anderepartij daarvoor wat applaus of waardering krijgt.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

14

Ik durf zeggen dat we in het Gentse stadsbe-stuur dicht in de buurt van dat model komen.

Als er mij bij wijze van small talk gevraagdwordt, hoe het in Gent is, antwoord ik de jongstetijd steevast ‘Beter dan in Brussel’.

Voor een flink stuk komt dat omdat de proble-men waar je als stadsbestuur mee te maken hebtminder zwaar en polariserend zijn dan voor eenfederale regering. En ook omdat we het geluk heb-ben – voorlopig toch nog – niet verlamd te zijndoor zware budgettaire problemen. Maar toch ookdoor andere zeden en gewoonten: correcte samen-werking tussen politiek en administratie; een goedevenwicht tussen lange termijnplanning en snelleacties; een subtiele combinatie van ernst en crea-tiviteit.

Meer Gent in Brussel

Ik vind het dus een voorrecht om als schepen temogen werken in Gent, maar voel tegelijk aan dat degrote problemen van onze tijd alleen kunnen aange-pakt worden in een groot internationaal verband.

Dat maakt Europese politiek zo boeiend en zobelangrijk en motiveert mijn kandidatuur voor deEuropese verkiezingen.

Zacht is niet zwak: kordaat op de bres voor meer sociaal resultaat

15

Niet om zo snel mogelijk naar Straatsburg teverdwijnen, maar wel om onze groep te ondersteu-nen en met meer kracht en gezag te mogen spre-ken (en indien nodig op tafel te kloppen) in Brus-sel.

Door wat meer te lezen en na te denken overEuropees beleid, is mij duidelijk geworden hoegroot de invloed van het Europees beleid is op hetnationaal beleid, maar ook op het beleid van ste-den en gemeenten. Maar het omgekeerde is evenwaar: indien de Europese Unie met succes enkracht wil vooruitgaan, moet zij daarbij ook meerleren samenwerken met de niveaus waar het beleidconcreet uitgevoerd wordt, dicht bij de burgers enin nauwe samenwerking met het levend weefselvan onze samenleving. Dat is in de steden en degemeenten.

De fameuze slogan ‘think global, act local’ gaatook op voor de relatie tussen de Europese Unie ende steden en gemeenten. Laat de kleintjes maarwat globaler denken. Maar de Unie ook wat loka-ler.

Ik durf alvast voor mijzelf de fameuze zin vanAuguste Vermeylen (“Wij moeten Vlaming zijn omEuropeeër te worden”) na 108 jaar herformuleren als“Gentenaar blijven om meer Europeaan te worden”.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

16

Zuinig met energie, gul met solidariteit

Ik hoop in dit boekje wat toelichting te geven bijmijn ideeën en bij de voorstellen waarmee we metde sp.a naar de Europese verkiezingen trekken. Datprogramma is overigens voor de allereerste keereen echt gemeenschappelijk programma van allesocialistische en sociaal-democratische partijendie zich verenigd hebben in de PES (‘Party of Euro-pean Socialists’). Het kwam tot stand na een heelbreed consultatieproces waar dankzij een creatiefgebruik van het internet ook heel veel individuelemilitanten en geïnteresseerden bij betrokken wer-den.

Ik gaf het de titel ‘Zuinig met energie, gul metsolidariteit’ omdat daar meteen enkele grote uitda-gingen van onze tijd in vervat zijn. Anders en zui-niger omgaan met energie is niet alleen absoluutnodig in de strijd tegen de klimaatverandering,maar ook om een einde te maken aan de ronduitgevaarlijke afhankelijkheid van petroleum en gas,waarvan de reserves hoofdzakelijk in het Midden-Oosten en Rusland liggen.

‘Gul met solidariteit’ is niet alleen gekozenomwille van het contrast, maar omdat het de kernin zich draagt van wat uniek is aan Europa:

Zacht is niet zwak: kordaat op de bres voor meer sociaal resultaat

17

georganiseerde en gerichte solidariteit met al wietijdelijk (of soms blijvend) niet de kans heeft omhelemaal op eigen benen te staan.

Als ik de hoop uitdruk dat die solidariteit gul isen moet blijven, betekent dat zeker niet dat steunen hulp zonder voorwaarden of regels zou moetentoegekend worden. Maar wel dat sociale zekerheidvolwaardige rechten moet bieden. Uit solidariteiten menselijke plicht, maar ook in ons aller belang.Want voor iedereen kan ooit het moment komendat hij ziek of werkloos wordt. Voor iedereen komtooit het moment dat hij stopt met werken en maghopen op een pensioen.

Dat wordt de echte uitdaging voor het Europavan de 21ste eeuw: warm, maar bruisend. Met eeneconomie die onze welvaart kan verzekeren, maarze ook eerlijker verdeelt.

Bedankt

Dit boekje is geen afsluitend levenswerk waarjaren met een heel team aan gewerkt werd. Maartoch mocht ik bij de redactie en de eindspurt reke-nen op de zeer gewaardeerde hulp van meerderemensen. Ik noem ze graag allemaal. Sommigenzochten snel wat documentatie op. Anderen heb-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

18

ben tot de laatste minuut mee teksten uitgetikt ennagelezen. Zeer hartelijk dank aan Alain Tack,Carine Van der Straete, Eleke Langeraert, Bob VanDe Voorde, Koen Philippeth, Eva Naessens en WimVerween. En om vele andere redenen ook aan mijnvrouw Ann Coupez, die plots moest merken dat deaandacht en de tijd niet enkel wegvloeiden naarons geliefde Gent, maar nu ook nog naar eenboekje over het grote en verre Europa.

Gent, 21 april 2009Tom Balthazar

19

2. Kritisch en sceptisch, maar niet blind en doof

Als er maatregelen moeten doorgevoerd wordendie pijn doen of op de zenuwen van teveel mensenwerken, dan durven nationale politici nogal eenste melden dat het “moet van Europa” en dat ze erdus niks kunnen aan doen.

Soms is dat een terecht en begrijpelijk excuus.Sommige richtlijnen dreigen in hun doorgedrevenliberaliseringslogica zeer waardevolle openbarediensten aan te tasten of kennen een graad vandetail die op onbegrijpelijk pietluttige wijze onzebeleidsvrijheid aantast.

Maar soms is het ook een vorm van lafheid ofvan een gebrek aan bereidheid om waardevolle ofnoodzakelijke regels uit te leggen of te verdedigen.

Ik herinner mij een opmerkelijk voorbeeld uiteen hoorzitting die we enkele weken geleden orga-niseerden in de Gentse Heirniswijk. Die wijk issamen met een deel van Gentbrugge getroffendoor een merkwaardige en zeer vervelende insec-tenplaag. Rond de Schelde die daar langzaam aanhet verzanden is en sinds vele jaren niet meer voorde scheepvaart kan gebruikt worden, heeft zich

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

20

een kolonie ‘knijten’ of ‘biting midges’ ontwikkelddie tijdens de zomermaanden voor stevige hinderzorgt bij omwonenden tot een honderd meterlangs beide oevers van de Schelde. We kregenhierover tegenstrijdige verklaringen zodat we aanhet Instituut voor Tropische Geneeskundegevraagd hadden om een grondig onderzoek uit tevoeren. Naar de oorzaken én naar de remedies.

Gewapend met ‘muggenvallen’ en microscopentrokken de onderzoekers ten aanval. Om na enkelemaanden terug te komen met de conclusie dat hetom Culicoides Riethi ging. Over de soort was erzekerheid. Over mogelijke remedies heel wat min-der. Het was immers de eerste keer ooit dat in eenbewoond gebied een dergelijke verstoring van hetecologisch evenwicht werd vastgesteld.

Omdat wij in Gent de traditie hebben om ookover vervelende dossiers open te communiceren,organiseerden we een hoorzitting waar meer danhonderd buurtbewoners op afkwamen.

De jonge onderzoekers werden bestookt metvragen en moesten commentaar geven bij allerleivoorstellen om het probleem op te lossen. Eenbuurtbewoner was het talmen beu en vond dat ermaar eens flink met insecticide over het helegebied moest gespoten worden.

Kritisch en sceptisch, maar niet blind en doof

21

“Excuseer, maar dat mag niet van Europa”, washet verontschuldigende antwoord van de jongebiologe die reeds gemerkt had dat spreken ophoorzittingen nog een heel stuk moeilijker is dantijdens een internationaal wetenschappelijk con-gres.

Ik had begrip voor de moeilijkheden, maarvond het uit de mond van een biologe een onbe-grijpelijk excuus.

Het besluit waarbij insecticiden (op enkele uit-zonderingen na) verboden worden, vormt inder-daad de uitvoering van een Europese richtlijn.Maar dan wel van een richtlijn die er niet kwamom ons te pesten, maar om onze gezondheid tebeschermen. Omdat insecticiden nu eenmaal zeernadelige gevolgen kunnen hebben: mannelijkeonvruchtbaarheid bijvoorbeeld of foetale sterfte.

In dit geval heeft Europa dus gezorgd voorvooruitgang. Heldere wetgeving die steunt opwetenschappelijk advies en die vermijdt dat er inelk land verschillende regeltjes bestaan, waardoorsmokkel, sluikgebruik en normatieve concurrentiede kop kunnen opsteken. Ongezonde stoffen zijnoveral ongezond. Zware metalen zijn even bedrei-gend voor de Duitse rivieren als voor de FranseCamargue. Los asbeststof is even schadelijk voor

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

22

de Griekse stukadoor als voor de Poolse loodgieter.Daarom is het goed dat onze milieuwetgeving

voor een zeer belangrijk deel steunt op Europeserichtlijnen. Daarom is het goed dat veiligheidsnor-men voor huishoudtoestellen en gereedschappenverregaand geharmoniseerd zijn.

Wat zouden wij zonder Europa zijn?

Hoewel het gepast en noodzakelijk is om kritischte blijven over de Europese Unie en haar instellin-gen, moeten wij durven erkennen dat de EuropeseUnie ons al erg veel voordelen gebracht heeft enook voor de toekomst de kans biedt om sterker debelangrijkste stormen van deze tijd te doorstaan.

Wie twijfelt aan het nut van de Europese Uniemoet eens eventjes terugdenken aan de actualiteitvan het voorbije anderhalf jaar en zich voorstellendat we die tijd zouden moeten doorgekomen zijnmet een onafhankelijke Belgische frank. Meerderekeren zou een devaluatie van onze munt onvermij-delijk geweest zijn. Denk maar aan de vele maan-den van communautaire blokkage. Het eindeloosaanslepen van de regeringsonderhandelingen. Hetbijna volledig ontbreken van echt economischbeleid onder Leterme. Of aan het ontslag van een

Kritisch en sceptisch, maar niet blind en doof

23

eerste minister in het kader van een interne oorlogbinnen de top van de instellingen naar aanleidingvan een verwarrende reeks van gerechtelijke pro-cedures over de overname van de belangrijkstebank van het land. Het waren stuk voor stukmomenten die de monetaire stabiliteit van het landzwaar bedreigden en dus ofwel tot een devaluatievan de munt ofwel tot peperdure interventies vande nationale bank zouden geleid hebben.

De Euro heeft ons daar voor behoed, en samenmet ons ook de andere landen van de Eurozone dienaast de andere economische problemen ten min-ste niet bedreigd waren door monetaire instabili-teit.

In Denemarken, IJsland en Brazilië weten zehoe pijnlijk en ronduit verarmend een snelle deva-luatie kan zijn. IJsland zag de waarde van deKroon in augustus en september van vorig jaar opzes weken dalen van 1,075 tot 0,325 euro voor 100Kroon. De Deense Kroon van 10,5 tot 8,5 euro.Brazilië en vooral alle Brazilianen voelden de Realin dezelfde periode dalen van 40 tot 31 euro.

Los van de euro zijn er nog vele andere voor-beelden te geven. Het boeiende en goed leesbareboekje van Hendrik Vos en Rob Heirbaut (“HoeEuropa ons leven beïnvloedt”) staat er vol van. Zo

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

24

zorgen de Europese milieu- en productnormenervoor dat de concurrentie binnen de Unie tenminste niet voor gevolg kan hebben dat degezondheid of de veiligheid in het gedrang kunnenkomen. De spelregels zijn voor iedereen gelijkzodat de concurrentie kan gaan waarover ze moetgaan: prijs en kwaliteit (en onvermijdelijk ook welover efficiënte reclame, maar sinds onze dochtervan drie jaar oud actief aandringt op de aankoopvan K3-koekjes besef ik dat alleen de allerhoogstemachten opgewassen zijn tegen de kracht vangoed uitgekiende marketing).

De kleintjes nog het meest

Ter linkerzijde heeft men zich al vaak boosgemaakt op de Europese regels over de bescher-ming van de vrije markt en het verbod van eenzij-dige staatsinterventie. Dat is in concrete dossiersvaak begrijpelijk. Het is normaal dat werknemersdie bedreigd worden met ontslag niet begrijpen dathet Europees recht verbiedt dat de staat verliezenten laste neemt of abnormaal goedkope leningenverschaft. Zeker niet als de indruk ontstaat dat dieregels niet voor iedereen even streng worden toe-gepast of ze door nationale of regionale overheden

Kritisch en sceptisch, maar niet blind en doof

25

worden gebruikt als een eenvoudig excuus (“Wewillen wel, maar we mogen niet van Europa…”).

Maar in de storm die we nu doormaken, is hetverbod van protectionistische maatregelen eenechte bescherming voor kleinere landen zoals Bel-gië. Over heel de wereld vragen alle grote indus-triële groepen om staatssteun. Het zijn vooral degrote landen die daartoe in staat zijn en die ookondersteuningsmaatregelen kunnen nemen dievoldoende grootschalig zijn om echt effect te heb-ben. Als Duitsland schrootpremies aanbiedt aan de82 miljoen Duitsers die mogelijk een nieuwewagen zullen kopen, heeft dit daadwerkelijk effectop de Duitse auto-industrie. Ook al was er reedsveel kritiek op het compleet gebrek aan selectivi-teit van de maatregel.

In de reddingsmaatregelen die nodig waren omde bankencrisis niet verder te laten ontaarden,hebben de grote Europese landen meer slagkrachtomdat zij zich verder konden (of durfden) wagenbij het verlenen van staatswaarborgen of hetondersteunen van kapitaalsverhogingen. De wijzewaarop Frankrijk en Nederland trefzeker en domi-nant gereageerd hebben op de noodtoestand bijDexia en Fortis was veelbetekenend en heeft erreëel toe geleid dat er (opnieuw) een belangrijk

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

26

deel van de economische beslissingsmacht uit onsland verdwenen is.

Indien protectionisme onbeperkt en onbelem-merd zou toegelaten zijn, zouden de grote Euro-pese landen nog veel verder kunnen gaan in hetselectief ondersteunen van hun eigen economie ofhet (tijdelijk) afschermen van hun markten.

Het zijn dus kleine landen als België met eenopen economie, die onvermijdelijk en onverbidde-lijk afhankelijk zijn van de export, die zich hetmeest mogen beschermd voelen door het verbodvan eenzijdige steunmaatregelen. En die in deEuropese Unie een waarborg mogen zien tegen degolven van neonationalisme die momenteel dooralle grote landen waaien.

Nog meer in de toekomst dan het heden

Maar de waarde van de Europese Unie ligt nogmeer in de toekomst dan in het heden. Het is nietgezond om paniek te zaaien, maar we moeten onzeogen wel voldoende open doen om wakker te blij-ven. De economische verhoudingen in de wereldzijn grondig en snel aan het wijzigen. De zoge-naamde BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India enChina) zijn versneld aan het uitgroeien tot econo-

Kritisch en sceptisch, maar niet blind en doof

27

mische wereldmachten. India en China zijn al langgeen louter lagelonenlanden meer. Hun concur-rentiekracht ligt nog voor een belangrijk deel bijde lage loonkost (en de vaak nog mensonterendearbeidsvoorwaarden), maar de gedachte dat hetWesten zich veilig kan concentreren op research,design en de productie van ingewikkelde kwali-teitsproducten, is werkelijk achterhaald. En eigen-lijk licht racistisch. Wij zijn immers niet slimmer,handiger of creatiever dan de Chinezen of deIndiërs. We kunnen er – als we daar als gemeen-schap voldoende voor over hebben – enkel zorgendat meer mensen goed opgeleid zijn, dat creativi-teit bloeit en finaal ook economische effectenkrijgt.

De angst voor de confrontatie met de rauwearmoede heeft mij tot nu toe weggehouden uitIndia, maar vorig jaar had ik de kans om Peking teleren kennen en ook wat meer over China te lezen.Men kan moeilijk anders dan werkelijk onder deindruk zijn van de snelheid, de kracht en de vast-beradenheid waarmee dit land zich omhoog hijstop de trap van de economische ontwikkeling. Ofhet er plezierig is om te leven, en wat de gevolgenzijn van dit helse tempo op de gezondheid en hetindividueel geluk van de Chinezen, vormt een

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

28

afzonderlijk (en niet zo eenvoudig!) debat. Maarhet gaat daar – zoals in het liedje van Raymondvan het Groenewoud – vooruit, verbazend snelvooruit.

En dat gebeurt niet alleen met landbouwers dieop enkele dagen tot stikster, bandwerker of speel-goedbouwer zijn omgeschoold, maar even goedmet lassers en informatici, paswerkers en inge-nieurs, laboranten en chemici.

Als de Europese landen zich in die meer con-currentiële wereld willen recht houden, zal onzepositie moeten verstevigd worden. Onder meer metmeer goed gecoördineerd wetenschappelijk onder-zoek. De Verenigde Staten geven momenteelanderhalf keer meer uit aan wetenschappelijkonderzoek dan alle landen van de Europese Uniesamen (die nochtans meer inwoners hebben ensamen een grotere economie). Bovendien wordt ditonderzoek in de Verenigde Staten meer gebundelden gefocust. Op gebied van onderzoek, innovatieen ontwikkeling is dus een echte inhaalbewegingnodig. De prachtige en verrijkende mobiliteit diebij studenten aangewakkerd werd met hetErasmus-programma, is nog meer nodig vooronderzoekers en post-graduaatstudenten.

Maar in het programma van de PES is er ook

Kritisch en sceptisch, maar niet blind en doof

29

veel aandacht voor gelijke toegang tot levenslangleren, met bijzondere aandacht voor tweedekans-onderwijs en opleiding voor mensen die hun basis-opleiding niet hebben afgemaakt.

Er wordt zo vaak herhaald dat wij een ‘learningsociety’ zijn. Dat is meer en meer waar, maar hetmoet dan wel een society zijn die aan iedereen opalle leeftijden de kans geeft om mee te hollen ofom terug op te stappen als men ooit ergens de tramgemist heeft.

Politiek globalisme

In zijn boeiende boekje ‘Een New Age of Empires’legt Guy Verhofstadt op overtuigende wijze uit datin een land als China “na de economische opgangonvermijdelijk een politieke en militaire zal vol-gen”.

Met een zelfzekerheid waar zelfs waarzeggerszich niet durven aan wagen, maar gesteund op fei-ten en een samenhangende analyse voorspelt hijdat de dominantie van de VS onvermijdelijk zalafbrokkelen, en dat een aantal nieuwe imperia zul-len groeien. De rangorde in 2050 wordt zelfs voor-speld. Gerangschikt volgens Bruto BinnenlandsProduct zal China op de eerste plaats staan, dan de

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

30

VS, gevolgd door India op drie, Brazilië op vier,Mexico op vijf, Rusland op zes. Groot-Brittanniëwordt als negende getipt, Duitsland als tiende enFrankrijk als twaalfde.

Die rangschikking ziet er vandaag en ook mor-gen grondig anders uit als Europa als één geheelbekeken wordt.

Maar het gaat niet om de plaats op hitparades,wel om de bescherming van onze welvaart en omde mogelijkheid om impact te hebben op dewereldverhoudingen en op het terugdringen vande mensonterende (en in Afrika nog steedsgroeiende) verschillen tussen arm en rijk.

In hetzelfde boekje pleit Verhofstadt voor meer‘politieke globalisering’ als aanvulling op de eco-nomische globalisering. Ik zou het zelfs een nood-zakelijk wapen tegen de ontsporingen van de eco-nomische globalisering willen noemen. Een echteafdwingbare greep op multinationals en interna-tionaal werkende economische groepen is moge-lijk vanuit grote, sterke internationale gehelen.Alleen de Europese Unie kan voor ons die rol spe-len. Meer greep op de wereld kan enkel via meerEuropa.

31

3. Wij duwen Europa, Europa duwt ons

Net zoals het leven van individuele burgers ofafzonderlijke ondernemingen meer en meer beïn-vloed wordt door de Europese Unie en het Euro-pees recht, gebeurt dit ook voor de lokale besturen.Men zou kunnen denken dat steden en gemeentenniets met de Europese Unie te maken hebben, endat de relatie met dat verre supranationale niveauuitsluitend verloopt via de gewesten of de federalestaat, maar gelukkig is dit niet waar.

Europa speelt wel degelijk een belangrijke rolvoor de steden en gemeenten. Die rol kan en magin mijn ogen nog groter worden. Dat hoeft nietnoodzakelijk een uiting van bemoeizucht ofbureaucratische regelneverij te zijn. Het kan ookgaan om een zeer gezonde tendens. Voor grotebeleidsdomeinen, zoals het gevecht tegen dearmoede of de strijd tegen de klimaatverandering,worden de hoofddoelstellingen internationaalvastgesteld en gestroomlijnd, maar de uitvoeringmoet toevertrouwd worden aan de besturen diehet meest rechtstreekse contact met de Europea-nen hebben, en op het terrein voor snelle en con-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

32

crete actie kunnen zorgen.Zoals ik geleerd heb van Eline Van Bever van

het Centrum voor Lokale Politiek van de Universi-teit Gent, kunnen steden en gemeenten verschil-lende niveaus innemen op de ‘ladder of Euro-peanization’.

De eenvoudigste stap is de verplichte stap:meewerken aan de uitvoering van de Europesewetgeving. Zo spelen alle steden en gemeenten eenbelangrijke rol bij de uitvoering van de richtlijnenover milieuvergunningen (vooral voor kleineondernemingen) en wordt het beleid inzake ruim-telijke ordening en natuurontwikkeling meebepaald door de vaak bekritiseerde (maar in haardoelstelling erg nobele) habitatrichtlijn die zorgtvoor de bescherming van de broed- en trekgebie-den van vele vogelsoorten. Ook bij de uitvoeringvan de erg belangrijke waterrichtlijn spelengemeenten een cruciale rol. Zij staan in voor dezware taak van de afwerking van de rioleringsnet-ten, en voor het ambitieuze programma van maxi-male scheiding van huishoudelijk afvalwater enhemelwater. De regen die op onze daken terechtkomt hoort eigenlijk niet thuis in klassieke riole-ringen en bemoeilijkt de werking van de waterzui-veringsinstallaties. Die waterrichtlijn is wel een

Wij duwen Europa, Europa duwt ons

33

voorbeeld van een richtlijn die tot grote discussiesleidt omdat de financiële gevolgen in sommigelandelijke gebieden erg zwaar zijn en niet steedsevenredig met het nochtans erg belangrijke doelvan de optimale zuivering van onze rivieren. DeVlaamse uitvoering ervan is tussen haakjes eenvoorbeeld van een regeling waarvan de concreteuitvoering veel te weinig vooraf doorgesproken is.

Maar het verplicht uitvoeren van wetgevingkan moeilijk een spontane bijdrage van steden engemeenten aan de uitvoering van het Europeesbeleid genoemd worden.

Netwerken van steden

Sommige steden en gemeenten gaan een heel stukverder en verenigen zich in grote Europese netwer-ken die kennis en informatie uitwisselen of – beternog – samen de verbintenis aangaan om versneldbepaalde doelen te bereiken en elkaar daarbij testimuleren (en desnoods te controleren).

De kans is groot dat deze netwerken steedsbelangrijker worden. Zeker in België.

Naarmate de federale staat slechter functio-neert en de grenzen echt vervagen kunnen soepelenetwerken tussen steden helpen om concrete

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

34

samenwerkingsprojecten op te zetten. Zo zijn Ant-werpen en Gent lid van Eurocities, waar wij samenmet vele andere steden leren hoe we elkaar kunnenvooruit helpen en – toegegeven – ook wel de wegwijzen naar specifieke Europese subsidies.

Soms leidt dit ook tot echt heel specifieke engerichte netwerken, waar lokale besturen met dehulp van de Europese Unie een stap vooruit kun-nen zetten in de ontwikkeling van een duurzamesamenleving. Zo is Gent de leading partner vanCIVITAS-ELAN, waar we samen met Zagreb,Porto, Ljubljana en Brno de mobiliteit van de toe-komst ontwikkelen. Dat gaat natuurlijk over debevordering van het gebruik van het openbaarvervoer en de fiets, maar ook over de zoektochtnaar betere en fijnmazige aansluiting tussen dediverse vormen van openbaar vervoer en nieuwevormen van autogebruik, zoals de soepele ver-huurdienst Cambio voor mensen die slechts af entoe een wagen nodig hebben. Of fietsverhuurdien-sten en kleinschalige transportdiensten naar afge-legen industrieterreinen zoals Max Mobiel. Hetzijn boeiende en leerrijke ervaringen die echt hetverschil kunnen uitmaken en waar iedereen zijnbest doet om over een langere periode vooraf afge-sproken doelen te bereiken.

Wij duwen Europa, Europa duwt ons

35

Gelijkaardige netwerken helpen om de top tebereiken op gebied van rationeel energiegebruik.Het Concerto-programma bevordert de ontwikke-ling van duurzame wijken, waar energievoorzie-ning op de meest moderne wijze collectief georga-niseerd wordt. We hopen er in Gent drie miljoeneuro voor te ontvangen die o.m. zal gebruikt wor-den om van de nieuwe woonwijk aan de Gasme-terlaan een CO2-neutrale wijk te maken. We hopener zelfs voor de sociale woningen gebruik van temaken om de (onvermijdelijk nog iets duurdere)‘passiefbouw-techniek’ te hanteren zodat de ver-warmingskosten voor de bewoners tot het absoluteminimum kunnen beperkt worden.

Dergelijke samenwerkingsprogramma’s zijnniet noodzakelijk voorbehouden aan grotere ste-den. Ook regio’s of groeperingen van kleineregemeenten kunnen er gebruik van maken. Wie zeintensief gebruikt, kan echte doorbraken realise-ren. Kijk maar naar Limburg, waar de samenwer-king tussen Belgisch en Nederlands Limburg bezigis om van de ziekenhuizen, universiteiten en hoge-scholen echt transnationale instellingen te maken.

Buiten het strikte verband van de EuropeseUnie mocht ik al meewerken met ECCAR: de ‘Euro-pean Coalition of Cities Against Racism’. Het is een

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

36

samenwerkingsverband tussen 85 steden, deUNESCO en de Fundamental Rights Agency van deEuropese Unie. Elke stad moet zichzelf verplichtenom een eigen aangepast 10-puntenprogrammavoor de bestrijding van racisme en discriminatieaan te nemen en moet hierover om de twee jaareen rapport afleveren. Tijdens de jaarlijkse alge-mene vergadering leren wij veel van elkaar endoor het systeem van de verplichte rapporteringwordt het meer dan een vrijblijvend internationaalpraatclubje.

Burgemeestersconvenant

Heel bijzonder en echt veelbelovend is het ‘Burge-meesterconvenant’ van steden die meewerken aande uitvoering van het klimaatplan van de EuropeseUnie.

Op de klimaatconferentie van Poznan werddoor David Cadman voorspeld dat “geen enkelnationaal klimaatplan kan slagen als de lokalebesturen er niet bij betrokken worden”. Cadman isgeen Europeaan maar een Canadees. Hij is schepenvan Vancouver en voorzitter van de ‘InternationalCouncil for Local Environment Initiatives (ICLEI) –Local Governments for Sustainability’: een inter-

Wij duwen Europa, Europa duwt ons

37

nationale organisatie van lokale overheden diezich verregaand engageren voor duurzame ont-wikkeling.

De Europese Unie besefte dat het steden engemeenten zijn die de meest directe en overtui-gende impact kunnen hebben op het energiege-bruik en het transportgedrag van gezinnen enkleine ondernemingen en lanceerde de oproepvoor het ‘burgemeestersconvenant’ waarmee ste-den kunnen aantonen dat zij concreet zullen mee-werken bij de strijd tegen klimaatverandering.Iedereen moet bereid zijn verder te gaan dan dedoelstelling van de Europese Unie, en moet dus deambitie hebben om binnen zijn stedelijke gemeen-schap de uitstoot van broeikasgassen met méérdan 20 procent te doen dalen tegen 2020.

In België werd het convenant tot nu toe onder-tekend door vijf steden. Gent hoopt als eerste Bel-gische stad met een lokaal klimaatplan een toon-aangevende rol te spelen.

Ik was fier toen ik op 11 februari 2009 – daagsna na de ondertekening van het convenant dooronze burgemeester Daniël Termont – in de gebou-wen van de Europese Commissie een uiteenzettingmocht geven over onze initiatieven, en er ook metbewondering kon luisteren naar de projecten van

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

38

andere voorbeeldsteden zoals Hannover, Freiburgen Nantes.

Het is vooral Hannover dat mij inspireerde endat met zijn ‘Klima-Allianz’ een voorbeeld kanvormen voor vele andere Belgische steden, maarevengoed voor streekallianties van kleineregemeenten.

In de Klima-Allianz heeft de stad Hannover eengroot lokaal pact gesloten voor een gebied vanongeveer 900.000 inwoners en werkelijk alle acto-ren betrokken bij de strijd tegen klimaatverande-ring. Zowel de bedrijven als de scholen, de zieken-huizen als de transportondernemingen, de winkelsals de verenigingen werden aangespoord om meete stappen in dit unieke project, dat – toegegeven– ambities heeft die nog veel verder gaan dan deambities die wij nu durven stellen. De regio rondHannover verbindt er zich toe om in 2020 eenCO2-uitstoot te hebben die minstens 40 procentlager is dan in 1990. Ze kunnen hiertoe onder meerrekenen op zeer belangrijke middelen van deStadtwerke Hannover AG, het energiebedrijf dat inopenbare handen gebleven is.

Naast zeer belangrijke inspanningen van hetstadsbestuur zelf, zijn per sector apart actieplan-nen gemaakt met eigen ambities en eigen verant-

Wij duwen Europa, Europa duwt ons

39

woordelijken. Zo is er een programma voor deindustrie, voor de kantoren en voor de privatewoningmarkt. Voor de sensibilisering en degedragsverandering van de burgers is er een breedverband van sociaal-culturele organisaties, sport-verenigingen, kerken, politieke partijen, milieug-roepen en consumentenorganisaties die zich ver-bonden hebben in een netwerk voor de uitvoeringvan de Klima-Allianz.

Op weg naar een lokaal klimaatverbond

Ik zal zeer binnenkort aan het Gentse college voor-stellen om een gelijkaardig project voor onze regiote lanceren, waarbij wij alle sectoren van de stede-lijke gemeenschap zullen aansporen om zich teverenigen rond de strijd tegen de klimaatverande-ring.

Wij denken aan de haven en de grote onder-nemingen, de winkels en kleine ondernemingen,het onderwijs en de zorgsector, de transportonder-nemingen, de cultuursector en de private wonin-gen waarvoor we met de bestaande organisatieseen concreet actieplan willen uitwerken. Per sectorkan met deskundig advies een realistische, maarambitieuse doelstelling afgesproken worden. Een

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

40

klein coördinatiecomité moet de weg naar ditobjectief begeleiden.

De stad hoeft hierbij geen leider of controleurte zijn, maar regisseur en overkoepelend coördina-tor.

Wij hopen dat veel hulp en inspiratie kankomen van de universiteit en de hogescholen, dieover de vele vakgroepen en onderzoeksgroepenheen meer en meer expertise op milieuvlak uitbou-wen en het best de weg kennen naar de internatio-nale wijsheid hierover. In een soepel klimaatplat-form kan deze kennis uitgewisseld en versterktworden.

Europa duwt ons

Lokale besturen kunnen dus een unieke rol spelenbij de uitvoering van Europees beleid en Europaecht vooruit duwen. Maar het omgekeerde magook verwacht worden. Wij mogen hopen datEuropa ons vooruit duwt. Zeker de steden engemeenten die bereid zijn om actief voorop telopen in de uitvoering van Europees beleid.

Men moet wel toegeven dat de middelen daar-toe erg beperkt zijn. In tegenstelling tot wat vaakbeweerd wordt, beschikt de Europese Unie immers

Wij duwen Europa, Europa duwt ons

41

slechts over vrij beperkte middelen. De globalebegroting bedroeg in 2008 wel het spectaculairebedrag van 120 miljard euro per jaar, maar eigen-lijk is dit niet meer 1 procent van het globaal BrutoNationale Inkomen van alle lidstaten samen. Ofniet veel meer dan de globale ontvangsten van deBelgische federale staat die per jaar bijna honderdmiljard euro bedragen.

Toch bereikt nu al een deel van de fondsen delokale besturen. Voor een deel gebeurt dat via hetEuropees Sociaal Fonds (ESF) en het EuropeesFonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) dieoorspronkelijk tot bedoeling hadden om die regio’svan Europa die achterop hinken in economischeontwikkeling op een hoger niveau te tillen door deontwikkeling van wegen en havens en door degerichte ondersteuning van projecten in de lokaleeconomie.

Hoewel ze oorspronkelijk bedoeld waren voorde armste streken van Spanje, Portugal en Grie-kenland, die bij hun toetreding in 1981 en 1986echt nog ver achterop hinkten, hebben alle lidsta-ten snel een verdeling geëist waarbij naar alle lid-staten voldoende middelen terugvloeien.

En zo komt het dat je in Proven bij Poperingeof Schuiferskapelle bij Tielt borden kunt zien met

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

42

de vermelding dat de heraanleg van het dorpspleinmet de vernieuwing van de kerstverlichtinggebeurt met Europese steun.

Als dat gebeurt om armere streken vooruit tehelpen of zuurstof te geven aan vervallen stadsde-len, kan men daar alleen maar blij en dankbaarvoor zijn. Maar we hopen dat er bij de verdelingwat meer gerichte selectiviteit komt: toelagenkomen best terecht bij de steden en gemeenten dieze nodig hebben en ook gebruiken voor de uitvoe-ring van Europees beleid. Wie voorop loopt in devernieuwing van onze economie, in de strijd tegende armoede of de beheersing van de klimaatcrisisverdient echt wel wat meer steun dan wie rustigeen plein wil renoveren of nieuwe kerstverlichtingwil aanbrengen.

43

4. Never waste a good crisis

Toen Hillary Clinton op 5 maart 2009 haar eerstebezoek bracht aan Brussel als Secretary of State,mocht Karel De Gucht haar ‘s avonds uitnodigenom een hapje te eten in het prachtige Egmont-paleis. Niet intiem, maar samen met een hele reeksdiplomaten en topambtenaren, en ook enkele‘young Belgian politicians’, die allen zeer gechar-meerd terug naar huis reden.

In haar toespraak schudde ze iedereen wakkermet het provocerende “Never waste a good crisis”.Een uitspraak van Rahm Emanuel, de kabinetschefvan Barack Obama, die zijn stijl nooit heeft moe-ten aanpassen aan de electorale noodzaak.

Het is een uitspraak die choquerend kan over-komen bij de tienduizenden mensen die inmiddelshun job kwijt zijn en de miljoenen spaarders diebang zijn dat hun pensioenreserve samen met deaandelenkoersen weggesmolten is.

Maar de provocerende aansporing is welterecht. Crisismomenten moeten gebruikt wordenom maatregelen te nemen. Voor de Eerste Hulp,maar ook en zelfs vooral voor de preventie op lan-gere termijn.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

44

Men mag hopen dat de ernst van de situatiehelpt om weerstanden te doorbreken en maatrege-len door te drukken die zonder moed en doortas-tendheid onvermijdelijk stranden op de weerstandvan sterke lobbygroepen.

De maatregelen die overeengekomen werdentijdens de G20-top in Londen op 1 en 2 april 2009,waren tot voor kort in elk geval ondenkbaar. Denkmaar aan de maatregelen tot bestrijding van deinternationale fiscale fraude of de samenwerkingtussen de financiële controle-instituten.

We hopen dat ze uitgevoerd worden en vooraldat er internationale organen komen die dergelijkeregels ook echt kunnen afdwingen.

In het programma van de PES zijn daartoe eenreeks belangrijke voorstellen opgenomen.

Zo is er o.m. het voorstel om een Europeseregulator op te richten die de bankcommissies vanalle lidstaten ertoe moet brengen om de financiëleinstellingen op identieke wijze te controleren enhun informatie uit te wisselen, en die waar nodigook zelf rechtstreeks kan ingrijpen.

Uit de financiële crisis van het voorbije halfjaar is in elk geval gebleken dat er een ernstig pro-bleem is met de betrouwbaarheid van beleg-

Never waste a good crisis

45

gingsinstrumenten en met de controle op hetinternationaal financieel verkeer.

Gevaarlijk ingewikkeld

Naast de echte economie is een artificiële econo-mie gegroeid waar onrealistisch hoge rendementenwerden gezocht met complexe technieken diesoms ronduit immoreel zijn. Het ingewikkeldeshort selling is daar een onwaarschijnlijk voor-beeld van. Hoewel de techniek voor het eerst zoutoegepast zijn in 1609 door de sluwe en wraak-zuchtige Nederlands koopman Isaac le Maire,kende de techniek de jongste jaren een herople-ving. Kort samengevat komt het erop neer dat menaandelen verkoopt waarover men nog nietbeschikt op het ogenblik van de verkoop. Als mende verkochte (en nog te leveren) aandelen enkeledagen nadien kan aankopen aan een lagere prijs,wordt een winst geboekt dankzij de koersdaling.Zo ontstaat een objectief belang bij de daling vande koers en het is niet uitgesloten dat ook geruch-ten worden gelanceerd om die koers te doen dalen.

Ook binnen de banksector hebben zich technie-ken ontwikkeld die ver af staan van de oorspron-kelijke activiteit en door grootschalig en ongecon-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

46

troleerd gebruik mee de oorzaak zijn geweest vande financiële crisis. Zo werd in de VS de merk-waardige techniek ontwikkeld van het ‘effectise-ren’ van vorderingen op klanten. De vorderingendie de banken hadden op de klanten aan wie zegeleend hadden, werden ‘herverpakt’ in effectendie dan apart kunnen verhandeld worden.

Het zijn maar twee voorbeelden. Tijdens dejongste jaren werden beleggingsinstrumenten ont-wikkeld die zo ingewikkeld en zo ver verwijderdzijn van de echte (producerende en dienstverle-nende) economie dat zij zelfs niet meer begrepenwerden door de mensen die ze moesten verkopen.Ik hoorde onlangs nog een jonge marketeer uit definanciële sector vertellen over seminaries rondnieuwe beleggingsportefeuilles waarbij iedereentijdens de flitsende presentaties knikkend enbewonderend nota’s nam, maar waarbij ‘s avondsna voldoende pinten en gin tonics ook de econo-misten, actuarissen en gespecialiseerde juristentoegaven dat ze er eigenlijk niets van begrepen.

Het is een enorme simplificatie om te vertellendat banken nu niet aan regels onderworpen zijn:bank- en kapitaalmarktrecht is een afzonderlijkerechtstak waar je een paar weken kan op doorblok-ken, maar het probleem schuilt vooral in het gebrek

Never waste a good crisis

47

aan internationaal afdwingbare controle en voor-afgaande toetsing van beleggingsproducten. En datis ronduit gevaarlijk. Er bestaat nu meer gedetail-leerde normering en gespecialiseerde voorafgaandecontrole voor het op de markt brengen van machi-nes of voedselproducten zoals boormachines,speelgoedwagentjes of aardbeienyoghurt dan voorhoogrentende online-rekeningen of korven vanaandelen en grondstoffenkoersen.

Het ogenblik is aangebroken om doortastendestappen vooruit te zetten in de richting van eeninternationaal geharmoniseerde en duidelijkeafdwingbare regelgeving voor de financiële sector.Banken moeten terug naar hun basistaak: spaar-gelden beheren en met die spaargelden kredietenverschaffen aan bedrijven die investeren in onder-zoek of productie, of aan gezinnen die vervroegdduurzame gebruiksgoederen zoals huizen ofwagens willen kopen. Zoals de NobelprijswinnaarPaul Krugman schreef: bankieren moet opnieuwsaai worden.

Internationale controle

Het programma van de PES stelt verschillendeconcrete maatregelen voor. Vooreerst een centrale

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

48

Europese regulator die bankcommissies van deverschillende landen aanstuurt (en op termijn mis-schien vervangt) en die zelf kan ingrijpen metsancties en dwingende maatregelen. Drama’s zoalsKaupthing en Lehman Brothers zijn mits behoor-lijke controle en interne discipline echt te voorko-men. Eigenlijk zou dit zelfs op wereldschaal moe-ten georganiseerd worden, maar het verzetdaartegen mag de Europese Unie niet beletten omnu het voortouw te nemen. Financiële veiligheidkan een echte economische troef worden.

Ook een Europees ratingagentschap kan denodige veiligheid brengen. Universele en gecon-troleerde regels moeten duidelijk maken hoe risi-covol een belegging is en hoe daarover informatiemoet gegeven worden. Dergelijke ratingagent-schappen moeten zich bij hun taak houden en echtonafhankelijk zijn: je kan niet tegelijk betrokkenzijn bij het opzetten van structuren van beleg-gingsfondsen en bij het toekennen van cijfers dieaangeven hoe risicovol dat systeem is.

Een nieuw financieel kader moet ook eenonderscheid maken tussen verschillende types vanbanken. Rudi Vandervennet en Koen Schoors leg-gen in het door Steve Stevaert zo onrechtvaardigen goedkoop aangevallen boek ‘Rood zonder roest’

Never waste a good crisis

49

uit dat er verschillende standaarden moetenkomen voor de depositobanken en zuivere inves-teringsbanken. Wie werkt met het geld van despaarders (en daarom mag genieten van de depo-sitogaranties die de gemeenschap verschaft) moetandere, strengere spelregels aanvaarden dan zui-vere zakenbanken.

De uitvoering van deze principes vraagt moeden gedetailleerd wetgevend werk, maar de bedoe-ling moet duidelijk zijn: veiligheid en betrouw-baarheid terugbrengen, en investeringsmogelijk-heden scheppen voor de echte economie. Deeconomie waar goederen en diensten gemaaktworden, en geen financiële droomkastelen, die bijhun instorting onvervalste aardbevingen veroor-zaken.

51

5. Het water staat nog niet tot aan onze lippen, maar het scheelt niet veel

Vorig jaar organiseerden wij met onze Gentsegezondheidsdienst in samenwerking met Sensoaeen kleine ontwerpwedstrijd rond Wereldaidsdag.De opdracht was eenvoudig: maak een goede affi-che die ons opnieuw wakker maakt of doet naden-ken over HIV/AIDS.

De jonge ontwerper Gaby Luypaert won dewedstrijd met een heel sobere affiche: een zwarteachtergrond met centraal het bekende rode lintjeen daaronder krachtig en eenvoudig de tekst: ‘Youcan’t see it, it’s just there’.

Het zou ook in het Nederlands mooi geweestzijn (‘Je ziet het niet, maar het is er wel’), maarspijtig genoeg worden boodschappen in het Neder-lands steeds meer als te melig beschouwd.

Maar de boodschap was heel terecht, en ooktekenend voor de mentaliteit rond HIV/AIDS.Omdat het probleem niet zichtbaar is, maken velener geen groot probleem van.

De klimaatverandering dreigt slachtoffer teworden van hetzelfde fenomeen. Er wordt heel

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

52

veel over gepraat, maar omdat velen onder ons deverandering zelf niet merken (of niet echt willenmerken), wordt het ook niet als een ernstig pro-bleem beschouwd.

Die mentaliteit is gevaarlijk en eigenlijk dubbelfout: vooreerst omdat er wel al verschillen te mer-ken zijn, maar vooral omdat het probleem weldegelijk ernstig en onrustwekkend is.

De loutere opsomming van alle wetenschappe-lijke artikels zou al een boekje op zich vragen,maar de rapporten van het ‘IntergovernmentalPanel on Climate Change’ (IPCC) laten echt geenernstige twijfel. Het IPCC, dat samen met Al Gorein 2007 de Nobelprijs van de Vrede won, beschrijftvlijmscherp hoe menselijke activiteit en vooral hetmassaal gebruik van fossiele brandstoffen zoalskolen, gas en petroleum, heeft geleid tot een ver-hoging van de gemiddelde temperatuur op aarde.

De eerste gevolgen hiervan zijn onmiskenbaar:oprukkende woestijnvorming, meer stormen, lang-durige droogte, bosbranden.

Maar het zijn vooral de gevolgen op termijn diezo onrustbarend zijn dat passief afwachten vol-strekt onverantwoord is: voedseltekorten door ver-anderde oogstpatronen; gebieden die echt onbe-woonbaar worden door de stijgende zeespiegel;

Het water staat nog niet tot aan onze lippen, maar het scheelt niet veel

53

meer bosbranden, stormen en orkanen; uitbreidingvan het gebied van tropische ziekten zoals mala-ria; overstromingen; verdwijnen van sommigeplant- en diersoorten.

Bovendien dreigen ontwikkelingslanden nogzwaarder getroffen te worden, waardoor de stui-tende en mensonterende ongelijkheid tussen hetNoorden en het Zuiden nog verder dreigt toe tenemen. Maar ook Europa is echt op eigen grond-gebied bedreigd: woestijnvorming en watertekortzijn in Spanje nu al een echte zorg.

Het IPCC legt ook uit dat een reactie nog moge-lijk is, maar dat alles moet gedaan worden om deglobale stijging te beperken tot twee graden. Daar-toe moet tegen 2050 de CO2-uitstoot gedaald zijnmet 50 procent.

Na Kyoto naar Kopenhagen

Sinds 1997 wordt wereldwijd discussie gevoerdover de uitvoering van het Kyoto-protocol en heeftde wereld de schande moeten aanzien dat hetmeest welvarende en technologisch sterkst ont-wikkelde land ter wereld onder Bush en de zijneneenvoudig is blijven weigeren om het Kyoto-pro-tocol te ondertekenen.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

54

Uiteindelijk is Europa dan toch de voorlopergeworden in de uitvoering van het Kyoto-protocolen werd de bekende ‘triple 20’-doelstelling aan-vaard. Tegen 2020 moet minstens 20 procent vande energie uit hernieuwbare bronnen komen.Tegen 2020 moet de CO2-uitstoot met minstens 20procent verminderd zijn. Tegen 2020 moet het glo-baal energiegebruik met minstens 20 procentgedaald zijn. De driemaal 20-doelstelling heeft hetvoordeel van de duidelijkheid en zal zonder gron-dige inspanningen niet te bereiken zijn. En tochkan ze – met de woorden van Gert De Block in‘Rood zonder roest’ – toch als “too little, too lateand too lonely” omschreven worden.

De jongste wetenschappelijke vaststellingenleren ons inderdaad dat we nog ambitieuzer zullenmoeten zijn en dat een daling van 20 procent vande CO2-uitstoot niet zal volstaan om het fameuze‘turning point’ te vermijden.

Het jaar 2009 wordt op internationaal vlak echtcruciaal omdat eind dit jaar in Kopenhagen onder-handeld wordt over de opvolger van het Kyoto-akkoord. De PES wil dat Europa hierbij een echtevoortrekkersrol speelt, en hoopt hierbij uiteraard temogen rekenen op de sinds het aantreden vanObama en Biden toch wel sterk veranderde inzich-

Het water staat nog niet tot aan onze lippen, maar het scheelt niet veel

55

ten in de Verenigde Staten. Concreet stellen wijvoor de na te streven verlaging van de uitstoot vanbroeikasgassen op te drijven tot 30 procent tegen2020. We willen dat hierover ook een allesomvat-tende Europese klimaatrichtlijn wordt uitgevaar-digd zodat alle maatschappelijke actoren meebetrokken worden in het project en dat de lidstatenverplicht worden om deze richtlijnen met natio-nale wetten of andere dwingende instrumenten uitte voeren. Dat is de Europese vertaling van de ‘BigAsk’-campagne die in Groot-Brittannië gestartwerd en in hier in België door mijn broer Nic ver-der aangewakkerd werd.

Noordzeering

Het offensief tegen de klimaatverandering zal opvele fronten tegelijk moeten gevoerd worden.Gedurfd en toekomstgericht denken zal noodzake-lijk zijn.

Een van die spectaculaire projecten is defameuze ‘Noordzeering’: een grote ketting vanwindmolenparken en waterkrachtcentrales diesamen een beslissende stap vooruit moeten moge-lijk maken in onze zoektocht naar meer propere enecht veilige energie. Het gaat om een gedurfd en

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

56

technisch niet eenvoudig project, maar de eerstewindmolens op de Thornton Bank (waarnaar bin-nenkort zelfs boottochtjes georganiseerd worden!)bewijzen dat het niet onmogelijk is en vooral dathet werkt. Landen als België en Nederland, dieinternationale faam hebben verworven met bag-gerwerken en complexe constructies in en nabijhet water, kunnen hun kennis en kunde hierin nogverder ontwikkelen en van onschatbare internatio-nale waarde maken.

Het project Noordzeering voorziet in verbin-dingen tussen een reeks van windmolenparken opde Noordzee met medewerking van alle Noordzee-landen: Nederland, België, Groot-Brittannië,Frankrijk, Denemarken, Duitsland en Noorwegen.Op volle capaciteit moet het mogelijk zijn 13.400TWh te produceren. Meer dan de energieproductievan de Perzische Golf, die momenteel 11.300 Twhbedraagt. Het aantal nieuwe jobs rond dit enormproject wordt geschat op 700.000. Een voorbeeldbij uitstek van de fameuze ‘New Green Deal’: mettoekomstgerichte investeringen in hernieuwbareenergie de economie relanceren.

Het water staat nog niet tot aan onze lippen, maar het scheelt niet veel

57

Slimme netwerken

In de beschrijving van de Noordzeering en vannieuwe energiesystemen op het land heeft men hetvaak over ‘slimme’ netwerken: een begrip dat somswat raar en pretentieus overkomt.

Alles heeft te maken met de zoektocht naar eenoptimale ‘balancing’: het bereiken van het nood-zakelijke evenwicht tussen de vraag naar energiedie sterk schommelt (bijvoorbeeld tussen dag ennacht) en het aanbod van energie.

Tegen wind- en zonne-energie wordt doortegenstanders en sceptici vaak aangevoerd dat ditgeen betrouwbare energiebronnen zijn omdat zeons slechts van elektriciteit kunnen voorzien als ervoldoende wind en zon aanwezig zijn. In een landals België is dit voor zonne-energie onvermijdelijkwaar, hoewel de evolutie op de markt van de zon-nepanelen snel gaat. Moderne panelen halensteeds meer energie uit het beschikbare licht zodater echt niet meer alleen op zonnige namiddagenelektriciteit gemaakt wordt.

In een modern energielandschap zijn alle pro-ducenten met elkaar verbonden en zorgen compu-tergestuurde netwerken (‘smart grids’) voor hetconstant zoeken naar het evenwicht tussen de

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

58

vraag en de verschillende beschikbare energie-bronnen. Dit moet zowel gebeuren op het groot-schalig niveau van de transportnetwerken (dieonder hoogspanning staan) als op het kleinschaligniveau van de distributienetwerken.

In het project van de Noordzeering wordt opgrootschalig vlak gepleit voor het uitwerken vanverbindingen tussen de windparken op de Noord-zee en de waterkrachtcentrales in Noorwegen enSchotland, eventueel aangevuld met enkele snelopstartbare piekcentrales op gas voor de (liefst zozeldzaam mogelijke) momenten dat de combinatiewind- en waterkracht onvoldoende is.

Op het kleinschalig niveau kunnen we steedsmeer groeien naar een combinatie van kleinelokale energieproducenten: individuele gezinnendie via hun zonnepanelen elektriciteit aan het netleveren; afvalverbrandingsinstallaties die onshuishoudelijk afval omzetten in energie; scholen,ondernemingen en nieuwe woonwijken die metmoderne systemen van warmtekrachtkoppelingkleine centrales uitbouwen die gelijktijdig zorgenvoor de productie van warmte en elektriciteit. Methet systeem van ‘slimme meters’ kan de boekhou-ding minuut op minuut bijgehouden worden enzelfs afgestemd worden met ‘slimme toestellen’ die

Het water staat nog niet tot aan onze lippen, maar het scheelt niet veel

59

dan in dalperiodes stroom kunnen afnemen (was-machines, diepvriezers, oplaadsystemen voor elek-trische wagentjes).

Ook minder

Een grondige bijsturing van het energiebeleid inde richting van een koolstofarme samenleving ineen ‘postfossiel’ tijdperk, kan niet alleen gebeurendoor energie op een andere wijze te produceren,maar ook door zuiniger om te gaan met energie.Zoals Geert Noels overtuigend uitlegt in zijnboeiende boek ‘Econoshock’ is de beste nieuweenergiebron de doorgedreven bevordering vanenergie-efficiëntie.

Hoewel de industrie hiervoor zeer belangrijkestappen moet zetten (en de kostprijs van de olie in2008 hiervoor ook een echte drijfveer vormde)moeten we beseffen en erkennen dat er ook zeerbelangrijke inspanningen van de individuele bur-gers en de gezinnen zullen moeten komen. Zowelvoor onze verplaatsingen als voor de verwarmingen verlichting van onze huizen kunnen wij hetecht doen met minder energie.

Hoewel ik vaak durf te waarschuwen tegen degevaren van een te verregaand technologisch

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

60

vooruitgangsoptimisme (dat ons doet geloven datwe dankzij de technologische vooruitgang onzelevenswijze helemaal niet zullen moeten aanpas-sen) mag op het vlak van verhoogde energie-effi-ciëntie toch veel verwacht wordt van innovatie.Maar dit moet dan wel actief gestimuleerd worden.Het PES-programma stelt voor dat Europa een echtinnovatief voorloperbeleid gaat voeren op het vlakvan normen voor apparaten, voertuigen, processenen gebouwen.

De Europese Unie kan gericht research stimule-ren en bepaalde industriële sectoren er versneldtoe brengen om veralgemeend voor de meest zui-nige procédés te kiezen. De gevolgen hiervan kun-nen werkelijk spectaculair zijn. De modernstekoelkasten verbruiken tienmaal minder dan koel-kasten die vijftien jaar geleden geproduceerd wer-den.

Voor socialisten stelt zich op dit vlak wel eenbelangrijk sociaal dilemma. Het gevaar is reëel (enopenbaart zich nu al) dat de meest energiezuinigetechnieken alleen zullen gebruikt worden doormensen die het zich kunnen veroorloven om denieuwste toestellen en materialen te gebruiken.Dat gevaar bestaat voor wagens en koelkasten,maar evengoed voor appartementen en huizen. De

Het water staat nog niet tot aan onze lippen, maar het scheelt niet veel

61

goedkoopste huurwoningen zijn vaak de slechtstgeïsoleerde. Oudere woningen voldoen onvermij-delijk niet aan moderne isolatiestandaarden envragen vaak ingrijpende renovatiewerken dieonbetaalbaar zijn voor eigenaars die voor de aan-koop al tot hun leningplafond moeten gaan.

Voor de aankoop van toestellen is sociale com-pensatie moeilijk te organiseren, maar overheids-maatregelen ter bevordering van duurzaam ver-bouwen en isolatie van woningen kunnen zekergericht worden naar gezinnen die deze tussenkom-sten onmogelijk zelf kunnen betalen en die boven-dien dubbel zwaar getroffen worden door de stij-gende energieprijzen.

Lokale besturen kunnen op dit vlak een onver-vangbare rol spelen, en binnen hun gemeenschapvoor een echt sneeuwbaleffect zorgen. In 2007hebben wij in Gent net zoals in een aantal anderesteden een lokaal non profit-bedrijfje opgerichtdat zich heel specifiek bezighoudt met het bevor-deren van rationeel energiegebruik bij de Gente-naars thuis. De vzw REGent (waarvan collega Mar-tine De Regge voorzitter is) volgt een inmiddelsbeproefde methode: equipes van ‘energiescanners’kammen de woning van kelder tot zolder uit engeven gerichte en goed begrijpbare tips over ener-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

62

giebesparende maatregelen. Equipes van ‘energie-snoeiers’ kunnen kleine en eenvoudige maatrege-len snel uitvoeren.

In samenwerking met het OCMW en Samenle-vingsopbouw worden deze inspanningen zeerbewust bij voorrang gericht naar groepen die hierhet meest baat bij hebben: gepensioneerden, werk-lozen, leefloontrekkers en alle andere Gentenaarsmet een beperkt inkomen. Sinds de oprichtingwerden 1.986 huizen en appartementen bezocht enzijn de afspraken gemaakt voor nog eens 1.020huizen.

Daarnaast kan een stad nog zoveel anderemaatregelen op dit vlak doorvoeren, gaande vanfinanciële ondersteuning (met premies en lenin-gen) over doorgedreven sensibilisering (met wed-strijden zoals Klimaatwjiken) tot verspreiding vangespecialiseerde kennis zoals bij de Eco-bouw-pools, waar architecten, aannemers en enhousiastebouwheren elkaar in kleine groepjes coachen overtechnieken van duurzaam bouwen.

Het zijn voorbeelden bij uitstek van globaalbeleid dat best lokaal uitgevoerd wordt.

63

6. De lucht en het water zijn van iedereen

De zorg voor ons leefmilieu begint en eindigt nietbij de strijd tegen de opwarming van de aarde.

De zorg voor ons leefmilieu omvat de zorg voorwat echt van ons allemaal is, de vier grote elemen-ten: lucht en water, bodem en vuur.

Bodem en vuur kan men zich nog toe-eigenen.Maar water en lucht zijn echt ons gezamenlijk erf-goed. Ons erfgoed dat ons het leven gaf en dat weabsoluut moeten bewaren en bewaken om verdergezond te leven en het leven te kunnen doorgevenaan onze kinderen en hun kinderen.

Die zorg voor proper water en gezonde lucht isbij uitstek een grensoverschrijdende zorg. Rivierenvloeien door meerdere landen. De lucht waait hethele continent rond. Met fijn stof dat ziek maakt.Maar ook met zuurstof die ons laat verder leven.

Het lijkt een evidentie, maar het is ook eenzegen dat de Europese Unie zich actief is gaanbezig houden met de bescherming van het leef-milieu. Dat startte reeds in 1967 met de eerstemilieurichtlijn over gevaarlijke stoffen. En groeidelangzaam tot een geheel van richtlijnen en veror-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

64

deningen die nu twee derden van ons milieurechtbepalen. Met de Vogelrichtlijn in 1979, het Natura2000-netwerk van natuurgebieden in 1992, deREACH-regels over chemische stoffen in 2003 enhet actieplan voor ecotechnologie in 2004.

Het zijn maar enkele stappen in de opbouw vaneen beleid dat er moet voor zorgen dat er binnende Unie geen kans bestaat dat regels versoepelenomwille van economische druk. De lat moet vooriedereen even hoog liggen. Lozen in de Schelde iseven erg als lozen in de Rijn. Emissienormen in hetRuhr-gebied moeten even streng zijn als emissie-normen in de Rhônevallei.

Heeft dit tot voldoende resultaten geleid? Neen,want anders zou er opnieuw vis in alle rivierenzwemmen en zouden minder kinderen door long-ziekten geplaagd zijn.

Maar het is wel absoluut zeker dat zonderEuropese stimulans en internationale dimensienog veel minder vooruitgang geboekt zou wordenen een gevaarlijke concurrentie in de richting vanmeer vrijblijvende en meer strenge regels zou kun-nen ontstaan.

Ik meen in elk geval dat Europa nog verder eenbelangrijke rol kan spelen in de bescherming vanons leefmilieu en in het verhogen van de standaar-

De lucht en het water zijn van iedereen

65

den binnen de verschillende lidstaten. Ook decoördinatie en de stimulering van het onderzoekmoet op Europees niveau gebeuren.

Er is op het vlak van onderzoek en ontwikke-ling nog gigantisch veel werk te verrichten. Uiter-aard op het gebied van energie-efficiëntie ennieuwe technieken van energieproductie, maarook op zoveel andere domeinen. Beheersing vanhet afvalprobleem, door zo dicht mogelijk het‘cradle to cradle’-beginsel te benaderen en allegrondstoffen maximaal recycleerbaar te maken.Van afval een grondstof maken. De waterzuiveringverbeteren, goedkoper en efficiënter maken.Bodemsanering betaalbaar maken. Luchtvervui-ling verder beheersen, zowel voor de industrie alsde transportsector.

Technologisch vooruitgangsoptimisme magons niet doen vergeten dat de weg naar een duur-zame samenleving ook langs gedragsveranderingverloopt, maar onderzoek en ontwikkeling op hetgebied van eco-innovatie moeten verder gestimu-leerd worden en kunnen van Europa op dit domeinecht een voorloper maken.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

66

Mikado

Ik ben er overigens van overtuigd dat de strijdvoor de bescherming van het leefmilieu ook eensociale strijd is, en na teveel vertraging ook defi-nitief een plaats heeft verworven in de kern vanhet socialistisch gedachtegoed. Niet als groenevernis, maar omdat de zorg voor publieke goede-ren zoals water en lucht, en het streven naar meergelijke kansen op gezondheid tot onze kernop-drachten behoren.

Dit werd recent nog zeer grondig en overtui-gend aangetoond in de tekst waarmee Bart Mar-tens en enkele medestanders Mikado lanceerden:‘Milieu in het Kader van een Duurzame Ontwikke-ling’, een denk- en actietank over de band tussenmilieu en sociaal beleid.

Wie zin heeft om even op te stijgen in boeiendeideologische sferen, raad ik de website van Mikadovan harte aan (www.mikadoweb.be).

Wij blijven nog even met onze voeten op degrond waar we elke dag zoeken naar het moeilijkeevenwicht tussen een gezond leefmilieu, een brui-sende economie en onze nog veel te ongezondetransportgewoonten.

De lucht en het water zijn van iedereen

67

Fijn stof

Eén van die taaie en vervelende problemen daarbij ishet fijn stof. Gevaarlijk voor de gezondheid en veelte sterk aanwezig in het dichtbevolkte Vlaanderen.Maar nog het sterkst in havengebieden en zones metveel verkeer. Zo komt het dat Ruisbroek en Zwijn-drecht, Evergem en Vilvoorde zeer hoog scoren op demerkwaardige hitparade van de meest vervuildegemeenten die de Vlaamse Milieu Maatschappijdagelijks op het internet zet. Ook de stad Gent scoorthier regelmatig veel te hoog en dat betreur ik zeer.

In verkiezingstijden wordt dan wel eensbeweerd dat we hier helemaal niets tegen onderne-men. Het is nochtans niet waar.

De luchtkwaliteit is een thema waarover weregelmatig spreken met de specialisten van onzemilieudienst, die steevast doorgedreven engage-ment voor het milieu koppelen aan wetenschappe-lijke ernst en bestuurlijke grondigheid.

Zij lieten vorig jaar uitgebreide metingen uit-voeren en hebben de resultaten daarvan nu toever-trouwd aan een Nederlands bureau dat een ont-werp van luchtkwaliteitsplan zal opmaken, opgrond van de ervaringen die hierover opgedaanwerden in Nederlandse steden.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

68

Dit plan zal in het najaar afgewerkt worden ennog een grondige discussie vragen. 70 procent vanhet fijn stof komt immers uit het buitenland zodatde mogelijkheden om fijn stof terug te dringenzich beperken tot de ‘lokale verkeersbijdrage’ die15 procent is. Het terugdringen van deze bijdragevraagt om maatregelen in het verkeer, en die lei-den vaak tot discussie.

Met het mobiliteitsbeleid dat krachtig aange-wakkerd wordt door collega Karin Temmermanhebben we nochtans al heel wat stappen in degoede richting gezet: bevordering van de fiets,meer openbaar vervoer en ontmoediging van dewagen in het hart van de stad.

Het ontwerp van luchtkwaliteitsplan zal onsduidelijk maken welke aanvullende maatregelenvereist zijn.

Omdat dit plan onvermijdelijk nog enkelemaanden op zich zal laten wachten, zal ik binnen-kort alvast enkele voorlopige maatregelen voor-stellen. Eén daarvan is een lokale premie voorroetfilters, in aanvulling bij de recent gelanceerdeVlaamse premie. Alsook het installeren van roet-filters op de wagens van het stadsbestuur die nogniet aan de modernste normen voldoen. Bij devoorlopige maatregelen hoort ook een overleg met

De lucht en het water zijn van iedereen

69

De Lijn en alle publieke organisaties die in onzeregio met veel wagens of vrachtwagens rondrij-den. Doel: een gezamenlijk convenant over dereductie van fijn stof. Ook kleinere maatregelenkunnen helpen: zo wil ik het aantal elektriciteits-generatoren voor feesten en werken maximaalbannen en moeten onze toeristische bootjes naareen elektrische toekomst gaan. Alle maatregelenhelpen en voor de toekomst staat de discussieopen. Ook over de fameuze milieuzones, maar danliefst wel op basis van grondig wetenschappelijkadvies.

71

7. Achter moderne woorden schuilen soms oude verschrikkingen

De jongste twintig jaar hebben heel wat trendywoorden een stevige opmars gemaakt in hetsociaal-economisch beleid: flexibilisering endynamisering, liberalisering en moderniseringwaren er enkele van.

Het leken neutrale begrippen waar alleen ver-krampte conservatieven konden tegen zijn.

De Europese Unie was de motor achter een golfvan liberaliseringen gepaard met het afschaffenvan monopolies in meerdere economische secto-ren. Ook in sectoren van klassieke publieke dienst-verlening waar we voordien verzorgd of bediendwerden door overheidsdiensten of door onder-nemingen waarvan de overheid hoofdaandeelhou-der was.

Meerdere sectoren zijn op die manier grondigveranderd. Onder het mom van de bevorderingvan de concurrentie en de verbetering van dedienstverlening zijn het ook domeinen gewordenwaar winst het allereerste en soms unieke doel is.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

72

Telefoon

Ook in België heeft deze golf ingrijpende gevolgengehad en zijn er nog meer liberaliseringen opkomst. In sommige domeinen moet men toegevendat er een echte verbetering plaatsvond voor deconsument en dat de nadelige gevolgen voor dewerknemers vrij beperkt gebleven zijn. Dit is hetgeval in de telecommunicatiesector, waar dedienstverlening echt wel verbeterd is en waar som-mige prijzen – zoals voor vaste telefonie – uitein-delijk ook gedaald zijn. Het gaat wel over eenmarkt die tijdens de voorbije twintig jaar sterkgegroeid is. Vooral door het aanbieden van allerleinieuwe diensten (zoals mobiel telefoneren eninternet) die ten tijde van de goede oude RTT (voorvele jongeren al volstrekt onbekend!) eenvoudigniet bestonden.

Elektriciteit

In andere domeinen zijn de gevolgen voor dewerknemers vrij beperkt gebleven, maar werd ertot op vandaag voor de consument geen echtevooruitgang geboekt. Dit is vooral het geval in deenergiesector, waar de liberalisering – althans inBelgië – absoluut nog niet voor prijsverlagingen of

Achter moderne woorden schuilen soms oude verschrikkingen

73

echte concurrentie heeft gezorgd. De elektriciteits-markt wordt nog steeds absoluut gedomineerddoor Electrabel, met enkel Luminus als serieuzeconcurrent. Dat de gevolgen voor de werknemersin deze sector beperkt bleven, heeft vooral temaken met het feit dat het om een erg kapitaalin-tensieve sector gaat. Elektriciteit produceren kan jenu eenmaal doen met weinig mensen.

Post

In andere sectoren tonen buitenlandse voorbeel-den en de aanzetten tot invoering in België datslecht begeleide liberalisering zo goed als nietsopbrengt voor de consument en vreselijke gevol-gen kan hebben voor de betrokken werknemers.Het verhaal van de treinen in Groot-Brittannië isonderhand bekend. Wat zich aankondigt in depostsector, belooft weinig goeds.

In de sector van de post dreigt liberaliseringzonder strenge voorwaarden vooreerst tot gevolgte hebben dat bepaalde erg waardevolle vormenvan dienstverlening gewoon verdwijnen. Op naamgeadresseerde brieven bestellen in landelijkegemeenten is nu eenmaal duur en vergt een zeerfijnmazige organisatie met postbodes tot in alle

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

74

uithoeken van het land. Men kan aan private dis-tributiebedrijven niet verwijten dat ze dit geenlucratieve markt vinden, maar het verdwijnen vande bestelling van op naam geadresseerde brieven(en verjaardagskaartjes!) houdt ook in tijden vangroeiend gebruik van e-mail, sms en twitter eenechte verarming van onze communicatiemogelijk-heden in.

Bovendien is het ook een sector waar hetgevaar op een aanzienlijke achteruitgang van deloon- en arbeidsvoorwaarden echt groot is. Als jeziet hoe in sommige Europese postbedrijven stel-selmatig een beroep wordt gedaan op onderaanne-mers, kan je het protest van de vakbonden goedbegrijpen. Onderaanneming in deze sector bete-kent in de werkelijkheid dat het kleine zelfstandi-gen zijn die elke ochtend tussen 4 en 8 uur methun eigen wagentje wat poststukken mogen gaanrondvoeren. Zonder arbeidsongevallenverzeke-ring. Zonder beroepsziekteregeling. Zonder ouder-schapsbescherming. En met het risico dat bij eenvolgende aanbesteding gekozen wordt vooriemand die voor enkele eurocenten minder nogeen halfuurtje vroeger uit zijn bed wil kruipen.Deze tendens is nu al volop te zien in de markt vande krantendistributie en dreigt een voorbeeld te

Achter moderne woorden schuilen soms oude verschrikkingen

75

worden voor de wijze waarop wij ook onzegewone post thuisbezorgd zullen krijgen.

De PES wil een algemeen Europees kader voorpublieke dienstverlening. In plaats van automa-tisch naar meer liberalisering te hollen, moet sec-tor per sector grondig onderzocht worden of echteconcurrentie wel mogelijk is en wat de gevolgenzijn voor de dienstverlening. Ook is het steedsnodig om de sociale gevolgen grondig voor tebereiden en op te vangen. Voor sommige sectorenmoeten liberalisering en klassieke marktwerkinggewoon uitgesloten worden: in de gezondheids-zorg leidt dit onvermijdelijk tot een gezondheids-zorg met twee snelheden. Ik vertel daar wat meerover in hoofdstuk 10 van dit boekje.

Working Poor

Los van het doorbreken van oude monopolies,hebben zich de jongste jaren op onze arbeidsmarkteen aantal tendensen voorgedaan die ondermoderne woorden oude verschrikkingen terug-brengen.

Het toenemende gebruik van interim-arbeidheeft vele jonge werknemers in een langdurige,bijna chronische onzekerheid gestort. Interim-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

76

arbeid is in een dynamische economie onvermijde-lijk, maar wordt zo vaak gebruikt dat tienduizen-den jongeren eigenlijk het statuut van daglonerverworven hebben. Zij moeten zich niet meer aan-melden bij één of ander aanwervinglokaal, maarthuis zitten wachten op een sms’je of een telefoon-tje om te weten of zij die dag zullen kunnen gaanwerken.

Ook de nog steeds bestaande plaag van deschijnzelfstandigen heeft perverse effecten. Hetgaat om mensen die formeel onder het socialezekerheidsstatuut van de zelfstandigen werken endie zogezegd als vrije ondernemers contractenafsluiten met een opdrachtgever. Maar vaak heb-ben ze slechts één enkele opdrachtgever die zowelde prijs, de arbeidsuren als de leveringstermijnenbepaalt. Onze wetgeving biedt de mogelijkheid omhiertegen op te treden en doet dat in sommige sec-toren ook vrij streng, maar het blijft een gevaar-lijke tendens.

Er dreigt meer en meer een zeer zwaar contrastte ontstaan tussen de (soms erg rigide) bescher-ming van overheidspersoneel en de vrij behoor-lijke bescherming van werknemers in grote bedrij-ven aan de ene kant en de gestage afbrokkelingvan reële houvast in een aantal andere statuten

Achter moderne woorden schuilen soms oude verschrikkingen

77

aan de andere kant. Ook bij de jongste golf vanontslagen werd dit duidelijk. In grote ondernemin-gen kan er voor de ‘vaste werknemers’ ten minsteonderhandeld worden over brugpensioen, outpla-cement, aanvullende opzeggingsvergoedingen enandere afscheidspremies. Voor de mensen die(soms al jaren!) onder interim-statuut werken, ein-digt het verhaal pijnlijk eenvoudig. Ze worden devolgende week eenvoudig niet meer opgeroepen.Ook voor arbeiders in kleine ondernemingen is dearbeidsrechtelijke bescherming echt bijzonderbeperkt. Voor de mecanicien die ontslagen wordtna het faillissement van een kleine garage, kan ermet niemand onderhandeld worden. De opzeg-gingsvergoeding blijft beperkt tot de voor arbei-ders nog steeds erg korte termijnen voorzien in dearbeidsovereenkomstenwet en CAO 75 (afhanke-lijk van de anciënniteit variërend tussen 28 en 168werkdagen).

Dit contrast mag echt niet groter worden. Wemoeten absoluut vermijden dat er net zoals in deVerenigde Staten een groep van ‘Working Poor’groeit: mensen die werken, hard werken, maardoor te lage lonen of weerkerende episodes vangedeeltelijke werkloosheid het gevoel hebben datzij niet meer leven, maar louter overleven.

79

8. En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

Het volgend jaar, het jaar 2010, is aangekondigdals het ‘Europees jaar van de bestrijding vanarmoede en sociale uitsluiting’.

Uiteraard lost een dergelijk jaar het probleemniet op en zouden we kunnen zeggen dat elk jaareen jaar van de strijd tegen de armoede moet zijn.

Toch is het goed dat er een veralgemeende enhopelijk ook doortastende aandacht zal zijn vooreen probleem dat op Europees niveau tot voor kortniet voldoende ernstig werd genomen.

Het is nochtans een pijnlijk en ernstig pro-bleem. Zelfs voor het uitbreken van de economi-sche crisis in augustus 2008, waren er al vele teke-nen dat wij aan het afglijden zijn naar wat RikCoolsaet in zijn boeiend boek ‘De geschiedenis vande wereld van morgen’ de 20/70/10-samenlevingnoemt. 10 procent rijken, 70 procent middenklasseen 20 procent armen die eerder overleven danleven en van steeds meer aspecten van de samen-leving uitgesloten zijn.

Het 20/70/10-model komt uit de VerenigdeStaten, en gelukkig staan we daar nog ver van af,

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

80

maar het aantal mensen dat in armoede leeft ofdaar dreigen in te belanden is veel te hoog. In hetbesluit over het Europees jaar wordt vermeld dat“78 miljoen mensen in de Europese Unie het risicolopen tot armoede te vervallen, waaronder 19 mil-joen kinderen”.

Dit is onaanvaardbaar veel en moet op allemogelijke fronten bestreden worden.

Het probleem heeft steeds bestaan, en wordt inbelangrijke mate veroorzaakt door te lage uitke-ringen en scherp gestegen kosten voor wonen enenergie. Maar een reeks nieuwe tendensen heefthet probleem versterkt. De eisen op de arbeids-markt bijvoorbeeld, waar echt ongeschooldearbeid nog nauwelijks bestaat. Of de onzekerheidop de arbeidsmarkt, waar het aantal mensen datwerkt op interimbasis of in tijdelijke contractensterk toegenomen is. Ook het toenemend aantalechtscheidingen en relatiebreuken eist een zwaretol: alleenstaande vrouwen met kinderen hebbenhet erg lastig en worden af en toe geconfronteerdmet de schande van vaders die aan hun meest ele-mentaire verplichtingen trachten te ontkomen.Onder jongeren richt druggebruik onvervalstedrama’s aan. Het aantal mensen met psychischeproblemen neemt toe. De mogelijkheden om op

En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

81

krediet te kopen verspreiden zich als een traag gifen kunnen zelfs mensen met een behoorlijk inko-men zwaar in de miserie storten.

Dramatische koppels

Het zijn vooral de combinaties van risicofactorendie zo gevaarlijk zijn. Ik noem maar enkele drama-tische koppels: scheiden en langdurig ziek worden;ontslagen worden en een depressie doormaken;niet meer uit de schulden raken en beginnen drin-ken.

En zo zijn er nog vele andere combinaties dietot gevolg hebben dat in het besluit over het Euro-pees jaar van de armoede een pijnlijk langeopsomming wordt gegeven van groepen waarvoor“een vergroot risico op armoede en sociale uitslui-ting bestaat, zoals kinderen, vroegtijdige school-verlaters, alleenstaande ouders, grote gezinnen,gezinnen met een enkel inkomen, jongeren, metname jonge vrouwen, bejaarden, migranten enetnische minderheden, mensen met een handicapen hun verzorgers, daklozen, werklozen, met namelangdurig werklozen, gevangenen, vrouwen en kin-deren die het slachtoffer van geweld zijn en zwaredruggebruikers”.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

82

Het is een pijnlijk lange inventaris die ook dui-delijk maakt dat niet voor alle groepen dezelfdestrategie kan gevolgd worden.

In het programma van de PES worden concretemaatregelen gevraagd tegen generatiearmoede ende armoede onder kinderen alsook een Europeseminimumnorm voor pensioenen om de groeiendearmoede onder ouderen tegen te gaan.

Het jaar 2010

We mogen in elk geval hopen dat de Commissieecht werk maakt van 2010 als Europees jaar tegende armoede, en dat dit niet beperkt blijft tot enkelecongressen of campagnes.

Voor de activiteiten in het kader van het jaartegen de armoede wordt door de Unie een bedragvan 17 miljoen euro vrijgemaakt. Ik hoop dat eendeel hiervan ook kan gebruikt worden door delokale besturen, die een erg belangrijke rol kunnenspelen bij een doorgedreven strijd tegen dearmoede.

Ik hoop binnenkort na overleg met het OCMW,onze nieuwe cel armoedebestrijding en de betrok-ken verenigingen ‘waar armen het woord nemen’een voorstel uit te werken voor de Gentse invulling

En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

83

van dat jaar en hoop dat we daarvoor ook federale,Vlaamse én Europese steun krijgen.

We denken daarbij aan een congres over de rolvan steden en gemeenten bij armoedebestrijdingen een internationale bijeenkomst van verenigin-gen waar armen het woord nemen en zich organi-seren. Het zou vooral goed zijn als wij het jaarzouden kunnen gebruiken om enkele ‘uitbraakpro-jecten’ te lanceren of beter bekend te maken. Pro-jecten waarmee getoond wordt dat een uitwegmogelijk is. Denk maar aan gerichte opleiding,schuldbeheersing, ontwenning, aangepaste arbeidin de sociale economie, enz.

Hoewel de belangrijkste instrumenten voorarmoedebestrijding vooral in federale en Vlaamsehanden liggen, ben ik ervan overtuigd dat lokalebesturen – gemeenten en OCMW’s – toch eenbelangrijke rol kunnen spelen, en daar wil ik hetnog even over hebben.

Armoede in de stad

Ik coördineerde vorig jaar binnen de Gentse sp.aeen kleine werkgroep rond armoede in de stad, enstelde daar toen veertien krachtlijnen voor eenprogressief stedelijk armoedebeleid voor.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

84

Hoewel ze evident niet allemaal kunnen uitge-voerd worden via het Europees forum en ook geendeel uitmaken van ons programma voor dekomende Europese verkiezingen, wil ik dit boekjetoch graag gebruiken om deze krachtlijnen voorhet eerst kort voor te stellen. Uiteraard kan ik nietop elke beleidslijn voldoende diep ingaan en zul-len de kenners dit onvermijdelijk wat oppervlakkigvinden. Ik nodig ze uit om er samen met mij ooiteens een echt boek over te schrijven, maar vooralom – waar ze ook wonen en werken – mee te wer-ken aan de noodzakelijk actie.

(1) Beter en intenser onderzoek is noodzakelijk,maar mag de actie niet verlammen.Als je spreekt met specialisten in armoedebestrij-ding, zal je erg vaak overtuigende pleidooienhoren voor meer onderzoek en gerichte analysevan cijfers en enquêtes. Sommigen pleiten zelfsvoor stedelijke onderzoekseenheden of studiecel-len. Hoewel de mensen die in armoede leven opkorte termijn weinig hebben aan een dergelijkonderzoek, mag dit zeker niet zomaar als nutteloosafgewezen worden. De problematiek is complexerdan men op het eerste gezicht denkt. Het is vooralover het samenspel tussen de risicofactoren dat we

En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

85

meer inzicht moeten krijgen om de schande van degeneratiearmoede te kunnen bestrijden. Onderzoekmag en moet dus, maar mag echt de actie niet ver-lammen. Dat was bijvoorbeeld de reden waarom iker mij tegen verzet heb dat de stedelijke armoede-cel zich in den beginne enkel met studie enbeleidsanalyse zou bezighouden. De nood is tehoog. Onderzoek en actie moeten samen verlopen.

(2) We moeten ambitieus zijn, maar voorzichtigmet valse illusies. De belangrijkste hefbomen zittenniet in stedelijke handen.Tijdens vele toespraken kondigt onze Gentse bur-gemeester Daniël Termont met de hem zo kenmer-kende kracht en pragmatiek aan dat de rode draadvan ons bestuursakkoord de strijd tegen armoedeis en dat wij hieraan absoluut voorrang willen ver-lenen. Ik ben als socialist steeds blij en fier als ikdit hoor zeggen, maar houd tegelijkertijd mijn hartvast omdat ik weet dat we als lokale overheid maareen erg beperkte impact op dit pijnlijke probleemhebben. De grote hefbomen voor de werking vande economie zitten niet in onze handen. De socialezekerheid wordt federaal geregeld. De bijstand aanpersonen met een handicap is hoofdzakelijk inhanden van de gemeenschappen die ook de

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

86

belangrijkste sleutels van het woonbeleid beheren.Alle mogelijkheden van een lokale overheid moe-ten aangewend worden, maar we moeten voor-zichtig zijn dat we geen illusies wekken.

(3) Emancipatie en ontplooiing moeten steedsvoorrang krijgen. Bij voorkeur door (regulier ofaangepast) werk, maar met het besef van de geva-ren van een ongenuanceerd activeringsbeleid.Het is een cliché geworden, maar omdat het clichéabsoluut overeenstemt met de waarheid, mag hettoch nog eens herhaald worden. Armoedebestrijdingverloopt in de eerste plaats door de bevordering vanpersoonlijke emancipatie en door mensen de kans tegeven om met eigen inspanningen en aangepastebegeleiding uit de troosteloze spiraal te breken. Desterkste weg daartoe is betaald werk in een langdu-rige arbeidsrelatie. Zo wordt niet enkel financiëlezelfstandigheid opgebouwd, maar ook menselijkecontacten en professionele fierheid die samen vooreen echte breuk met het verleden kunnen zorgen.Voor grote groepen mensen is dit werk onmogelijkte vinden in de reguliere economie, en moet in desociale economie gezocht worden naar een kader datrekening houdt met hun mogelijkheden. Niet alszoethouder, maar om positief mee te werken aan

En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

87

zovele taken die anders niet zouden vervuld worden.Kringloopcentra en sociale restaurants. Kleine reno-vatiebedrijfjes en herstelwerkplaatsen.

(4) Er is geen enkel terrein waar bestrijding vanarmoede en van dualisering geen rol kan spelen.Elke sector van het stedelijk beleid kan hier actiefaan bijdragen, als onderdeel van bestaand (maarbijgestuurd) beleid.Als we armoede zowel in haar oorzaken als in haarpijnlijke gevolgen ten gronde willen aanpakken,moet iedereen hieraan meehelpen, en moeten weinzien dat het OCMW – zelfs indien de middelenzouden verhoogd worden – de klus onmogelijkalleen kan klaren.

Doorheen alle beleidsdomeinen moeten westreven naar een bestrijding van dualisering enkansarmoede. Voor onderwijs is dit evident: daarbegint alles en daar liggen de kansen om de onge-lijkheid, die al van bij de wieg bestaat, zoveelmogelijk weg te nemen: beperking van de school-kosten, maximale bijstand bij de taalontwikkeling,huistaakbegeleiding, vroege detectie van leermoei-lijkheden, enz. Op dit gebied bestaat al heel veelgoede wil, maar toch blijft het fameuze waterval-systeem jaar op jaar zijn tol eisen.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

88

Maar er bestaan nog heel wat sectoren waar destrijd tegen kansarmoede nog verder moet uitge-bouwd worden: sport bijvoorbeeld, waar de toe-gang tot clubs nog steeds beperkt is door finan-ciële hinderpalen. Of cultuur, waar de hinderpalenniet alleen financieel zijn, maar ook emotioneel:de angst om niet welkom te zijn. Ook op het vlakvan mobiliteit is nog zoveel te doen: nog erg veeljobs kunnen niet uitgeoefend worden zonder eigenwagen zoals zeer vroeg gaan poetsen in een afge-legen industrieterreinen, of ‘order picker’ wordenin een magazijn waar helemaal geen bus komt.

(5) Intensieve samenwerking tussen stad, OCMWen private sector moet verder aangemoedigd wor-den. Lokaal sociaal beleid moet na jaren overlegmeer concrete gevolgen krijgen.Jaren geleden verplichtte de Vlaamse regering deOCMW’s en de gemeenten om iets te doen dateigenlijk absoluut evident is: samenwerken metelkaar en ook gericht samenwerken met de vereni-gingen en organisaties uit de welzijnssector. Ditdecreet op het lokaal sociaal beleid moet in Vlaan-deren reeds tot vele duizenden vergaderuren en tal-rijke rapporten geleid hebben, maar begint op hetveld toch eindelijk zijn uitvoering te krijgen. In een

En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

89

stad als Gent met niet minder dan 370 private wel-zijnsorganisaties (van de grote centra voor alge-meen welzijnswerk tot kleine organisaties voor bij-stand aan personen met een handicap) biedt dezesamenwerking de mogelijkheid om snel, creatief enzeer gericht op allerlei problemen in te spelen. Wemoeten hier steeds meer gebruik van maken, en onsniet laten verlammen door eindeloze discussies overstrategische doeleinden en langetermijnplannen.Uiteraard is het onbetwistbaar belangrijk om teweten welk einddoel je wilt bereiken omdat jeanders niet eens weet in welke richting de wande-ling moet starten, maar eigenlijk moest die fasereeds achter de rug zijn. Het is één van de redenenwaarom ik heel sterk aangedrongen heb op het uit-werken van concrete, actiegerichte jaarpro-gramma’s voor het lokaal sociaal beleid waarbijgewerkt wordt met soepele structuren die per actiesamengebracht worden en geen eeuwig bestaanmoeten krijgen. Liefst doeken zij zichzelf zo snelmogelijk op wanneer het resultaat bereikt is.

(6) Samenwerking en transversale aandacht kun-nen niet zonder regie. Minstens ambtelijk en liefstook politiek.Wanneer we het belang beklemtonen van samen-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

90

werking tussen stad, OCMW en de private wel-zijnssector, moeten we beseffen dat hier ook coör-dinatie en regie nodig zijn en dat ook deorganisaties die zich bezighouden met activeringzelf wat activering nodig hebben. Projecten dieniet vooruit gestuwd en aangewakkerd worden,blijven vaak op het lijstje van de goede voorne-mens staan. Dat is ook begrijpelijk: iedereen is alvoldoende opgeslorpt door zijn basistaken en doorde hulpvragen die elke dag binnenstromen en onzeonmiddellijke aandacht vragen. Daarom is hetbelangrijk dat er coördinatie is, en dat deze ookoverkoepelend kan werken. Dat is de redenwaarom wij in de stad Gent – naar Antwerps voor-beeld en samen met het OCMW – gestart zijn meteen echte armoedecel die de taak heeft om de glo-bale regie over het armoedebeleid te voeren. Daar-naast moet per actie een coördinator komen dievoor de uitvoering van die actie ook aanspreek-baar is.

(7) Simultaan ten aanval tegen de oorzaken en degevolgen.Een van de weerkerende kritieken op het huidigsociaal beleid is dat er eigenlijk enkel wat pogin-gen worden gedaan om de gevolgen van kansar-

En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

91

moede te verlichten, maar dat er veel te weinig tengronde wordt ondernomen tegen de oorzaken.Deze kritiek is ongetwijfeld juist. Het is belangrij-ker om discriminatie in het onderwijs te bestrijdendan dertig jaar later programma’s voor tweedekan-sonderwijs op te zetten. Het is belangrijker om hetberoepsonderwijs echt te moderniseren en te valo-riseren dan dertig jaar later programma’s te moe-ten uitwerken om langdurig werklozen in desociale economie aangepaste arbeid te geven. Hetis belangrijker om de discriminatie op de arbeids-markt te bestrijden dan te moeten pleiten voor hetbehoud van waardige uitkeringen voor allochto-nen die langdurig werkloos zijn. Zo kan men nogvele andere voorbeelden opsommen, maar menmoet wel beseffen dat de strijd tegen de oorzakenonvermijdelijk lang is en dat ondertussen degevolgen zich concreet in het dagelijks leven vanduizenden mensen laten voelen. Daarom is hethelemaal geen schande om gelijktijdig oorzaak engevolg te bestrijden.

(8) Prioritaire aandacht voor de globale woonkostals snelst gegroeide aanslag op de gezinsbudgetten.Ondanks het feit dat ook uitkeringen dankzij hetindexeringsysteem welvaartvast zouden moeten

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

92

zijn, zien we toch onbetwistbaar dat het aantalmensen dat niet in staat is om hiermee een mens-waardig bestaan te leiden op schrijnende wijzetoeneemt. De belangrijkste oorzaak hiervan ligt bijde tijdens de voorbije twintig jaar zeer sterk toege-nomen woonkost. Zowel op de huurmarkt als opde koopmarkt zijn de prijzen sterk gestegen, enbovendien heeft zich daar in 2007 en 2008 ooknog een sterk stijgende energiekost aan toege-voegd. Deze energiekost is door de internationaleevolutie gelukkig wel aan het dalen, maar de huur-prijzen blijven nog steeds een onaanvaardbaarhoog deel van het gezinsbudget opeisen. Eén vande belangrijke oorzaken hiervan is de fameuzegezinsverdunning. Door het toenemend aantalechtscheidingen en het toenemend aantal perso-nen die alleen wonen, is de behoefte aan woningensterk gestegen. En zo is er op de woningmarktlangzamerhand een tekort ontstaan aan werkelijkalle types van woningen.

De allerbelangrijkste uitdaging ligt dan ook inhet doen toenemen van het globaal aantalbeschikbare woningen en in het verhogen van hetaandeel sociale woningen. We mogen hopen datde volgende Vlaamse regering hieraan echt voor-rang zal geven. Niet enkel door budgetten ter

En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

93

beschikking te stellen, maar ook door de tergendtrage besluitvormingprocedures waardoor socialehuisvestingsmaatschappijen werkelijk geblokkeerdworden, grondig te verlichten.

(9) Niet alleen inkomen verhogen, ook kosten ver-kleinen, maar met het besef dat selectiviteit in dekost van diensten geen optimaal beleid is.Er bestaan talrijke diensten waarvoor – soms nalange strijd – een bijzonder tarief bestaat voorgroepen die het erg moeilijk hebben om deze dien-sten te betalen: gepensioneerden betalen minderom te gaan zwemmen (maar hebben daar spijtiggenoeg vaak niet zoveel aan!), personen met eenhandicap kunnen genieten van een verlaagd tele-foontarief, de grote groep van OMNIO-gerechtig-den krijgt een hogere terugbetaling in de ziekte-verzekering, enz.

Mensen die veel belastingen betalen, makenzich hier soms boos om en vinden dat solidariteitniet telkens opnieuw moet herhaald worden.

In een optimaal model zou de herverdelinginderdaad aan de bron moeten gebeuren: bij deinkomstenbelastingen en de verdeling van uitke-ringen. Zolang de uitkeringen niet voldoende hoogzijn om echt volwaardige participatie toe te laten

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

94

en noch de belastingsheffing noch de herverdelingvia uitkeringen onbetwist en voldoende geïndivi-dualiseerd hun doel bereiken, is het te verantwoor-den om ook de tarieven van diensten aan te passenaan de nood en het inkomen van de mensen die zenodig hebben.

(10) Geen taboes over samenwerking met particu-liere vrijwilligerssector. Ook niet met religieusgeïnspireerde organisaties.Eén van de grote voordelen van een mandaat alsschepen is dat je de kans krijgt om heel veelnieuwe mensen te leren kennen. Zo heb ik het rijkeGentse welzijnsveld leren kennen, en daaronderook een reeks vrijwilligersorganisaties die actiefzijn op het vlak van de armoedebestrijding. Zijverrichten onschatbaar werk waarvan sommigeaspecten onmogelijk kunnen overgenomen wor-den door het OCMW of de professionele welzijns-zorg. Samenwerking en financiële ondersteuningis dan ook noodzakelijk. Dat individuele vrijwilli-gers hun energie vinden in religieuze inspiratie endat de organisaties hun samenhang vinden bij reli-gieuze traditie, mag in de 21ste eeuw toch geenhinderpaal voor samenwerking meer zijn. Uiter-aard op voorwaarde dat de hulpverlening ook echt

En waarom ook geen nultolerantie voor armoede?

95

onvoorwaardelijk de hand reikt aan wie de hulpnodig heeft. Ook zieltjes winnen via de soepbehoort niet meer tot deze tijd.

(11) Geen taboes over noodhulp, maar het vollebesef van de gevaren, en daarom met minimalekwaliteitsvoorwaarden.

(12) Participatie en luisterbereidheid actief bevor-deren. Zowel collectief als individueel. Zowel voorbeleidsmakers als beleidsuitvoerders.

(13) Verenigingen waar armen het woord nemen(en zich organiseren) actief ondersteunen.

(14) Nieuwe vormen van collectieve zelfredzaam-heid aanmoedigen.

97

9. Wanneer vrijheid onverschilligheid wordt: de schande van de Roma

Een van de grote uitdagingen voor de EuropeseUnie en voor alle lidstaten blijft het probleem vande migratie. Niet alleen omdat honderdduizenden– ja zelfs miljoenen – mensen staan te kloppen aande poort van ‘Fort Europa’, maar ook omdat er bin-nen de Europese Unie nog heel wat onbeheerste enonbegeleide migratiestromen bestaan die behalveontwrichting van lokale gemeenschappen, ookheel wat menselijke miserie meebrengen.

Het probleem van de migratie vanuit de DerdeWereld naar Europa, en in het bijzonder vanuit hetzo pijnlijk en uitzichtloos arme Afrika, bestaat almeerdere jaren en zal niet afnemen. Ondanks deverstrengde wetgeving en de gesofisticeerde con-trolesystemen, houdt de instroom aan. De motie-ven blijven immers aanwezig: uitzichtlozearmoede en hoop op een beter leven, aangescherptdoor oncontroleerbare verhalen en door steedsmeer beeldmateriaal (via TV of internet aanwezigtot in elke uithoek van de wereld) en soms nogaangewakkerd door ronduit misdadige praktijken.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

98

De discussie over de beheersing van dezemigratiestromen blijft menselijk bijzonder pijnlijken maatschappelijk complex. Wie met zijn voetenop de aarde staat en in onze grootsteden zijn ogenen oren open doet, weet dat een politiek van opengrenzen echt onhaalbaar is en de sluimerendespanningen tot onbeheersbare hoogtes zou opdrij-ven. Maar tegelijk blijkt de keuze zo onwaar-schijnlijk moeilijk: waarom vinden wij politiekasiel nog steeds evident en noodzakelijk? Waaromaanvaarden we dat iemand naar hier vlucht uitangst om in de gevangenis te belanden, maarwaarom wordt tegelijk beweerd dat misbruik om“economische redenen” zou moeten ontmoedigdof zelfs bestraft worden? Alsof honger of hetonvermogen om je kinderen te kleden en te voedenniet even goede redenen zijn om te vluchten als deangst voor de geheime politie van een of anderedictatuur.

Nog jaren zal het debat moeten gevoerd wor-den over de verhouding tussen menselijke waar-digheid, de bevordering van economische ontwik-keling in de landen van oorsprong, het toelatenvan mensen die voor onze economie noodzakelijkzijn en de beperking van de toegang voor mensenaan wie onmogelijk een behoorlijke toekomst kan

Wanneer vrijheid onverschilligheid wordt: de schande van de Roma

99

geboden worden. Patrick Loobuyck heeft het in ditverband over de noodzaak van een actief “migra-tiemanagement”.

Europees charter

Het juiste evenwicht is moeilijk te vinden, maaréén zaak staat in mijn ogen wel boven discussieverheven: dat het ongezond en soms ronduitschandalig is om hierin binnen de Europese Uniegeen echt gemeenschappelijk beleid te voeren enzo pijnlijke menselijke problemen naar elkaar doorte verwijzen. Bovendien wordt hier erg veel meteen dubbele tong gesproken en worden pijnlijkewaarheden al te vaak verhuld. Zo heeft Groot-Brit-tannië in theorie een streng toegangsbeleid, en kandit door de eilandpositie ook vrij behoorlijkgehandhaafd worden. Maar tegelijk zorgt het ont-breken van een regeling voor verplichte identi-teitspapieren in de werkelijkheid nog steeds vooreen sterke aantrekkingskracht op personen ofgroepen die een langdurig illegaal of semi-legaalbestaan in Groot-Brittannië verkiezen boven deuitzichtloze armoede waarin ze geboren werden.Gevolg is dat doorheen Europa – vanuit Afrika,maar ook vanuit sommige Aziatische landen – nog

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

100

steeds filières van mensenhandel en ongeorgani-seerd gedool bestaan in de richting van Groot-Brit-tannië. In alle havens en luchthavens zijn strenge,hoogtechnologische controlesystemen geïnstal-leerd om dit tegen te gaan, maar eens de migran-ten toch in één van de Britse steden belanden,kunnen ze daar verder werken in een zwarteonderwereldeconomie, die maar blijft draaien enklaarblijkelijk deel is gaan uitmaken van het Britseconomisch systeem. Als men echt de schande vande mensensmokkel wil aanpakken, moet ook dezezwarte economie met haar valse illusies en haarwrede wetten van afpersing en chantage definitiefopgerold worden.

De PES pleit in haar programma voor gemeen-schappelijke standaarden voor legale migratienaar Europa en de uitwerking van een “Europeescharter voor integratie”. Zo een charter moet eenduidelijk kader en minimale standaarden vastleg-gen voor humane omgang met mensen die nietonder ons geboren zijn, maar evengoed het rechthebben om zich hier tot volwaardige Europeseburgers te ontwikkelen.

Ook het asielbeleid moet verder geharmoni-seerd worden. Niet alleen onder de vorm vangemeenschappelijke politiewetten en data-uitwis-

Wanneer vrijheid onverschilligheid wordt: de schande van de Roma

101

seling zoals in de Schengen-zone, maar ook doorgezamenlijke opleiding van politiediensten.

De Poolse loodgieter

Laat het ons ook even hebben over het probleemvan de interne migratie binnen de Europese Unie.Zowel over de vaak besproken aspecten, zoals deangst voor de “Poolse loodgieter”, als over de ver-zwegen aspecten, zoals de groepen die binnen deEuropese Unie op de dool zijn. Niet zomaar opzoek naar werk, maar eenvoudig naar minimaalmenselijk respect en naar een behandeling volgensstandaarden die in Europa evident zouden moetenzijn.

De intrede op onze arbeidsmarkt van werkne-mers uit Oost-Europa doet zich voor onder tweevormen. Enerzijds Oost-Europese bedrijfjes diecontracten aangaan met Belgische opdrachtgevers,en het werk dan laten uitvoeren door werknemersdie ze voor de tijd van de opdracht meebrengen. Ofanderzijds werknemers, afkomstig uit Oost-Europa, die hier arbeidsovereenkomsten tekenenmet Belgische werkgevers.

Het is begrijpelijk dat er in tijden van grotewerkloosheid ernstige argwaan bestaat ten

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

102

opzichte van deze arbeidsmigratie, maar het istoch noodzakelijk om niet alles te simplificeren enop een hoopje te gooien.

Er is een belangrijk verschil tussen een Poolsaannemersbedrijf dat hier komt contracteren (enmogelijk zijn stukadoors en metsers betaalt vol-gens Poolse barema’s) en de individuele Poolseloodgieter die hier aangeworven wordt door eenBelgische aannemer, maar – in de regel – evenveelmoet betaald worden als zijn Belgische collega enook even lang of even hard moet werken.

Concurrentie van dienstverlenende bedrijvenmag en moet streng gecontroleerd worden en kanleiden tot een echte ondermijning van het sociaalbeschermingsniveau. Voorbeelden uit de trans-portsector zijn bekend. Terecht voeren de West-Europese transportvakbonden een gevecht opdatde maximale rijtijden gemeenschappelijk zoudenworden voor alle Europese landen, en ook daad-werkelijk zouden gecontroleerd worden. Hier is deargwaan en de boosheid gepast, en moet de Euro-pese Unie vele begeleidende maatregelen nemen.Enerzijds door te groeien naar minimale socialebeschermingsniveaus, anderzijds door meer con-trole op sociale fraude, en de oprichting van eenecht ‘sociale Europol’.

Wanneer vrijheid onverschilligheid wordt: de schande van de Roma

103

Sociale Europol

Na de grondige aanpassing van de fameuze Bol-kestein-richtlijn moeten dienstverlenende bedrij-ven in beginsel de regelgeving volgen van het landwaar ze werken. Op een Belgische werf moet eenDuitse aannemer die werkt met Roemeense arbei-ders de Belgische veiligheidsregels respecteren ende belangrijkste regels volgen van het Belgischarbeidsrecht (zoals minimumlonen en maximalearbeidstijden). Voor kortlopende opdrachtenbestaan daar uiteraard uitzonderingen op. Socialezekerheidsbijdragen moeten bij tijdelijke ‘detache-ring’ alleen betaald worden in het land waar deoorspronkelijke arbeidsovereenkomst werd geslo-ten.

De regelgeving is vrij complex, maar zit nalang zoeken en discussiëren behoorlijk in elkaar.Het probleem is de controle. Het is verduiveldmoeilijk om bij een controle op een Belgische werfsnel na te gaan of de aanwerving in Hongarije welcorrect verliep, of de arbeidsongevallenverzeke-ring in Roemenië wel betaald werd en of de pen-sioenbijdragen in Polen wel gestort werden. Zekerals er gebruik wordt gemaakt van een keten vanonderaannemers met vennootschappen die geves-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

104

tigd zijn in verschillende landen. Omdat zwart-werk en sociale dumping ook op Europees niveaugrondig moeten kunnen aangepakt worden, is hetnodig dat er ook een ‘sociale Europol’ komt waarinformatie snel en soepel kan uitgewisseld worden.Informatica kan hierbij onschatbare dienstenbewijzen.

Roma

Een heel ander probleem is de interne migratiebinnen Europa die veel verder gaat dan mensen diegewoon op zoek zijn naar werk of beter betaaldwerk. Deze migratie is het gevolg van de vlucht uitonmenselijke en uitzichtloze levensomstandighe-den waar in de betrokken landen – zelfs rekeninghoudend met de beperkte middelen – niets of veelte weinig aan gedaan wordt. Ik heb het dan vooralover de wijze waarop landen zoals Roemenië, Slo-wakije of Bulgarije minderheidsgroepen zoals deRoma, Sinti en etnische Turken behandelen.

Het is een problematiek die wij in Gent goedkennen, en die we tijdens de jongste jaren vertaaldzagen in abnormaal hoge migratiecijfers vanuitBulgarije en Slowakije.

Wanneer vrijheid onverschilligheid wordt: de schande van de Roma

105

De cijfers spreken boekdelen: op 31 december2006 waren er 671 Bulgaren ingeschreven in Gent.Op 31 december 2008 waren dit er 2.967. Dat is2.296 mensen meer op twee jaar tijd. Voor Slova-ken zijn de cijfers iets minder groot, maar is detrend dezelfde.

In totaal waren op 31 december 2006 2.425nieuwe EU-burgers ingeschreven in de stad. Op 31december 2008 behoorden 5.451 mensen tot dezecategorie. Meer dan een verdubbeling op twee jaartijd.

Naar schatting 2.152 mensen daarvan behorentot de Roma-groep, die aangevuld moet wordenmet een onbekend aantal niet geregistreerden.

Gent kent een concentratie van deze groepmaar er zijn ook andere Europese steden die gelijk-aardige bewegingen zien. Ook sommige Franse enItaliaanse steden worden geconfronteerd met eengelijkaardig fenomeen.

Zonder de gevolgen hiervan te dramatiseren,moeten wij erkennen dat dergelijke snelle migra-tiestromen leiden tot aanpassingsproblemen dieonmogelijk op korte tijd kunnen verwerkt wordenzonder intensieve externe hulp. Voor al deze men-sen moet huisvesting gezocht worden, onderwijsvoor de kinderen, aangepaste opvang in de dienst-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

106

verlening en de welzijnszorg, toeleiding naar dearbeidsmarkt en passende gezondheidszorg. Alseen stad van 240.000 inwoners over een periodevan drie jaar bijna drieduizend nieuwe EU-burgersziet instromen, kan dit niet vlekkeloos verlopen.Scholen worden geconfronteerd met kinderen dienooit regelmatig en regulier onderwijs genotenhebben. De sociale diensten van OCMW, hetstraathoekwerk, de burgerlijke stand, de integra-tiedienst en de politie worden plots geconfronteerdmet groepen waarvoor zij geen ontmoetingstaalkennen en geen bijzondere opleiding genoten heb-ben. Er zijn binnen deze groep ook nog nauwelijkszelforganisaties die de rol van tussenpersoon kun-nen spelen bij het oplossen van problemen.

Met veel goede wil, plichtsbesef, sociaal enga-gement en de bijstand van veel vrijwilligers, wordtgetracht om deze fenomenen zo goed mogelijk opte vangen. Langzamerhand is binnen het Gentseeen netwerk gegroeid van bijstand aan de Roma-bevolking. Binnen het lokaal onderwijsplatformwerden afspraken gemaakt om kinderen zoveelmogelijk naar school te krijgen, en in extremegevallen ook te zorgen voor kledij en voedsel voorkinderen. Na wat interne discussie werkte hetOCMW een bijzonder programma uit, waarbij

Wanneer vrijheid onverschilligheid wordt: de schande van de Roma

107

gericht taalonderricht en intensieve, geïndividua-liseerde bijstand kan geboden worden, en debetrokkenen tijdelijk een leefloon kunnen krijgenop voorwaarde dat een reeks afspraken strikt wor-den nageleefd.

Dit model werkt min of meer, maar hinktonvermijdelijk achter de feiten aan, en kost de ste-delijke gemeenschap veel middelen. Indien men desom zou maken van alle maatschappelijk assisten-ten, politiemensen, onderwijsmensen en straat-hoekwerkers die hiermee bezig zijn, zou blijkendat belangrijke menselijke (en daardoor ook finan-ciële) middelen worden besteed aan de opvang vangroepen die hier vooral komen om de mensonte-rende behandeling in eigen land te ontvluchten.

Dit gaat de normale solidariteit tussen de rij-kere en de armere landen van de Europese Unie verte boven, en kan niet zonder georganiseerdeondersteuning.

Als er grote interne migratiestromen zijn, moetde Europese Unie voorzien in concrete (financiële)bijstand voor de begeleiding bij de grote aanpas-singen binnen de stedelijke gemeenschappen diedeze mensen opvangen. Zoals Paul Scheffer uitlegtin het ‘Het land van aankomst’ gaat migratiesteeds gepaard met verlies: verlies voor wie zijn

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

108

land verlaat, maar ook verlies binnen het land vanaankomst.

Dat verlies is maar beheersbaar als er een dege-lijk en aangepast onthaalbeleid bestaat. In hetbelang van de mensen die vluchten, maar evengoed van de gemeenschappen die hen ontvangen.

Wij zullen hier vanuit Gent binnenkort con-crete vragen en voorstellen over formuleren, enrekenen vast op de steun van de Europese Unievoor de begeleiding van de schokken en naschok-ken die de nieuwe vrijheid veroorzaakt. Vrijheidmag geen onverschilligheid worden.

109

10. Ziek maakt arm en arm maakt ziek

Bij de start van elk nieuw jaar drinken en eten weniet alleen veel te veel, maar wensen we elkaar ooksteeds een goede gezondheid toe. Iets oudere enervaren mensen voegen daar dan steeds aan toedat gezondheid het allerbelangrijkste is.

Als tiener vond ik dit een flauw en banaal cli-ché, maar naarmate we enige levenservaring krij-gen, weten we hoezeer dit waar is. Er bestaat in hetindividueel leven gewoon geen belangrijkerewaarde dan een goede gezondheid. Het is de basis-voorwaarde om te kunnen zijn wie je wil zijn.Zonder gezondheid geen vrijheid. Zonder gezond-heid geen autonomie. Zonder goede gezondheid ishet (reeds zo smalle!) pad naar persoonlijk gelukveel steiler.

Het is dan ook een absolute basistaak van deoverheid om al het mogelijke te doen om degezondheid van alle leden van de samenlevingzoveel mogelijk te bevorderen. Door goede pre-ventieprogramma’s bijvoorbeeld. Door creatief,maar indringend te blijven zagen over appels etenen condooms aantrekken, geen sigaretten roken en

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

110

minder vet eten. Maar ook en vooral door te zor-gen voor goede gezondheidszorg. Goed opgeleideartsen, bekwame verpleegkundigen en sterkgeorganiseerde ziekenhuizen. En bovendien doorte zorgen dat heel dat complexe apparaat ook vooriedereen zo goed mogelijk toegankelijk is. Wantspijtig genoeg blijft de oude spreuk “Ziek maaktarm en arm maakt ziek” nog veel te veel waar.Zelfs in een land met een goed ontwikkelde ziek-teverzekering (die op Europees niveau nog tot debeste behoort) kunnen periodes van langdurigeziekte nog pijnlijke gaten slaan in een gezinsbud-get, en zijn sommige nieuwe medische techniekenvoor een deel van de bevolking zelfs onbetaalbaar.Bovendien is er de soms verwoestende invloed vanlangdurige arbeidsongeschiktheid op het inkomen,en zijn er de vele studies die aantonen dat som-mige ziektes (kanker, hartfalen, depressie) meervoorkomen bij mensen met een beperkt inkomen.Hoe lang je leeft, wordt mee bepaald door de plaatswaar je wieg stond.

Het blijft een enorm belangrijke uitdaging omhierin zoveel mogelijk rechtvaardigheid te bren-gen, en ook de vruchten van de ongelooflijkevooruitgang die de moderne geneeskunde boektezo breed mogelijk te verdelen.

Ziek maakt arm en arm maakt ziek

111

Vooruitgang

Want die vooruitgang heeft al vele miljoenenmensen werkelijk het leven gered. Er zijn geenfamilievieringen of vriendenfeesten waar je kuntrondkijken zonder vrienden of familieleden te zienwaarvan je in alle eerlijkheid moet zeggen dat dieer dertig of meer jaar geleden niet meer zouden bijgeweest zijn. Die dankzij de ontwikkeling vanbetere chemotherapeutica tegen kanker, dankzijnieuwe diagnosetechnieken en dankzij steeds meerteamwork tussen steeds beter opgeleide artsen optwee benen het ziekenhuis hebben kunnen verla-ten.

We moeten die vooruitgang, waarin Europasamen met de Verenigde Staten mondiaal eenechte voorloper is, blijven aanmoedigen, en goedomgaan met de gigantische dilemma’s die er hetgevolg van zijn.

Sommige tendensen versterken elkaar daarin,en maken het bijna onvermijdelijk dat een noggroter deel van het overheidsbudget naar gezond-heidszorg gaat. Naarmate de geneeskunde verbe-tert, leven meer mensen langer, en worden wij nietalleen geconfronteerd met het fenomeen van devergrijzing, maar nu ook van de verzilvering. En

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

112

naarmate de vergrijzing en de verzilveringgroeien, zijn er meer bejaarden die behoefte heb-ben aan gezondheidszorg. Tegelijk zorgen nieuwetechnische ontwikkelingen voor een verhogingvan de kost per patiënt: innovatieve geneesmidde-len zijn onvermijdelijk erg duur omdat de kostenvoor onderzoek en ontwikkeling zo hoog zijn enop een relatief beperkte tijd moeten afgeschrevenworden. Nieuwe chirurgische technieken zorgenvoor meer veiligheid en een kortere hospitalisatie-duur maar vragen om de inzet van zeer dure weg-werpmaterialen.

We zijn nu beland in een moeilijke catch-22:dankzij betere geneeskunde leven we langer enomdat we langer leven hebben we meer gezond-heidszorg nodig.

De rol van Europa is op dit terrein nog vrijbeperkt. Er bestaat uitgebreide Europese wetge-ving over klinisch onderzoek en over geneesmid-delen, bloedderivaten en medische toestellen. Ookover de uitwisseling van medische gegevens en deerkenning van diploma’s bestaat verfijnde regelge-ving. Maar de sociale zekerheid en de ziekteverze-kering zijn niet Europees georganiseerd, hoogstensEuropees “geharmoniseerd”. Zo bestaan er welEuropese regels wat betreft het recht op ziektever-

Ziek maakt arm en arm maakt ziek

113

zekering voor toeristen of migrerende werknemersin een ander land van de Unie. Maar de echte orga-nisatie en financiering van de ziekteverzekering isnog steeds nationaal geregeld zijn.

Vanuit België beschouwd, is er op dit ogenblikheus niet zoveel reden om te dromen van eenEuropese sociale zekerheid. Vele landen kenneneen lager niveau van bescherming, waarbij eenbelangrijk deel van de ziektekosten uit het systeemgesloten zijn en op de private markt moeten ver-zekerd worden voor diegenen die het zich kunnenveroorloven en er tijdig aan beginnen. De PES steltdaarom voor om minimumstandaarden uit te wer-ken waaraan elke lidstaat zal moeten voldoen.Concreet wil de PES een “sociaal vooruitgangs-pact” uitwerken. Dit pact zal concrete en afdwing-bare doelstellingen en standaarden bevatten voorhet nationale gezondheids-, sociaal en onderwijs-beleid. Net zoals er voor elk land een gewaarborgdminimuminkomen kan gevraagd worden en eenkoppeling van dat inkomen aan de levensstan-daard, maar er ook voor elk land een minimaalniveau van sociale bescherming gevraagd wordt.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

114

Mobiele patiënten

Los van dit vooruitgangspact zijn er nog een reeksandere uitdagingen voor Europa op het gebied vande gezondheidszorg. Vooreerst is er de bevorde-ring van de patiëntenmobiliteit. Naarmate mensenmeer en meer mobiel worden en ook beter geïnfor-meerd zijn, vergroot ook de vraag om zich in eenander land te kunnen laten verzorgen. Ofwelomdat de wachtlijsten er minder lang zijn. Ofwelomdat de kostprijs er lager is. Of ook omdat dekwaliteit van de zorgen er beter is (of lijkt te zijn).Dat is nu al vrij goed geregeld voor mensen dietoevallig in een ander land verblijven als toerist ofer een tijdje werken als werknemer. Maar voor debewuste keuze om zich in een ander land te latenverzorgen, is er zowel op het vlak van de terugbe-taling door de ziekteverzekering als op het gebiedvan patiëntenrechten en aansprakelijkheid nogheel wat verbetering van de regelgeving nodig.Voor Vlaanderen kan dit een echte uitdaging zijn.Wij kunnen onze gezondheidszorg verder uitbou-wen als een “exportdienst”: een dienst die hierblijft, maar zich meer en meer kan openstellenvoor buitenlanders. Vele ziekenhuizen bereidenzich hier al op voor en er bestaat een groot

Ziek maakt arm en arm maakt ziek

115

gemeenschappelijk programma om de Belgischegezondheidszorg in de etalage te stellen. Er bestaathierover binnen onze ziekenhuizen nogal wat dis-cussie omdat gevreesd wordt dat voorrang zouverleend worden aan beter betalende buitenlandsepatiënten en omdat de instroom van buitenlandsepatiënten ook wachtlijsten in eigen land kan ver-oorzaken. Als hiervoor voldoende waarborgenbestaan, kan er echt geen bezwaar zijn om hierBritse, Nederlandse en Duitse patiënten te verwel-komen, maar tegelijk ook mobiliteit met anderelanden te bevorderen.

Een tweede grote uitdaging voor de EuropeseUnie is het verder bevorderen en veiligstellen vaninnovatief wetenschappelijk onderzoek op hetgebied van geneesmiddelen en nieuwe medischetechnieken. Hier zal moeten gezocht worden naarhet zeer moeilijk evenwicht tussen het bevorderenvan de overlevingskansen van een innovatievefarmaceutische industrie en het beheersen van dekosten van onze ziekteverzekering. Nu al bestaater bijzonder veel spanning tussen de budgettenvan de ziekteverzekering en de erg zware kostprijsvoor nieuwe geneesmiddelen. Er moet kunnenonderhandeld worden over een groot Europeeslangetermijnpact, waarbij de farmaceutische

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

116

industrie vooraf weet welke middelen ter beschik-king staan voor innovatieve geneesmiddelen eneen evenwichtige verdeling wordt gemaakt tussengenerische en nieuwe geneesmiddelen. Nu wordtland per land een gevecht gevoerd over de terug-betaling van nieuwe geneesmiddelen, en daar isniemand bij gebaat.

Vermarkting

De belangrijkste uitdaging op het gebied van degezondheidszorg voor het Europees beleid is hetverstandig beheersen van de dreigende “vermark-ting” van onze gezondheidsdiensten. Het is eentendens die nu al volop woedt in de ouderenzorgen ook dreigt door te stoten naar de ziekenhuizen.Op zich is er geen bezwaar tegen goed geregeldeconcurrentie in de ziekenhuissector, en tonen devoorbeelden van steden met meer dan één zieken-huis dat een zekere competitie tussen ziekenhuizenbevorderlijk kan zijn voor de kwaliteit van dedienstverlening. Maar gezondheidszorg is eendienst die zo grondig verschillend is van klassiekecommerciële diensten dat het volledig openstellenvoor de vrije markt tot ronduit onmenselijkegevolgen kan leiden: wegselecteren van patiënten,

Ziek maakt arm en arm maakt ziek

117

streng toegangsbeleid bij de opname, voorrangaan beter betalende patiënten. Bovendien is hetonredelijk om een patiënt die zorg zoekt te verge-lijken met de consument die een nieuwe wagen ofeen nieuwe tv wil kopen. Voor zorg die vrij kangekozen worden door bewuste en gezonde patiën-ten kan de vergelijking nog opgaan. Als er mini-mumstandaarden bestaan voor de kwaliteit en debetrouwbaarheid van de informatie, kan demoderne ‘zorgconsument’ zelf via het internet opzoek gaan naar de beste tandarts, esthetisch chi-rurg of oogarts.

Maar in heel veel gevallen is de situatie zoingewikkeld dat het niet de patiënt, maar wel dearts is die bepaalt welke zorg waar nodig is.Bovendien zijn veel patiënten net door hun ziekteniet in staat om in deze ingewikkelde wereld de“beste koop” te zoeken en vragen zij vooralbetrouwbare hulp en bijstand, en kunnen zij alleenmaar hopen dat die in elk ziekenhuis te vinden is.

In dialoog met de bestaande non-profitorgani-saties moet een kader uitgewerkt worden dat vol-doende soepelheid toelaat aan de sector om zichspontaan verder te organiseren, maar dat absoluutminimale standaarden voor publieke dienstverle-ning oplegt. Nu al bestaat een gevaarlijke tendens

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

118

naar een gezondheidszorg met twee snelheden. Wemoeten zorgen dat dit langzaam afschuiven naareen Amerikaans model werkelijk niet verdergaat.

119

11. Afrit Vlaanderen: en waar dan naar toe?

Een van meest stompzinnige slogans die ik dejongste tijd heb gezien, zijn de affiches uit de pre-campagne van N-VA met daarop in de blauwwittekleuren van een groot verkeersbord: ‘Afrit Vlaan-deren. Uitrit crisis’ en de ondertitel ‘Sterker Vlaan-deren, minder crisis’.

Dit werd verspreid op grote affiches in hetbegin van het jaar 2009. Na de wereldwijde ineen-storting van de beurzen. Nadat over de hele wereldhet kredietverkeer tussen de banken stokte. Nadatin alle continenten de industriële productie metbijna een vijfde afnam. Nadat Arcelor Mittalbeslist had om van de 25 hoogovens in Europa 14ovens tijdelijk stil te leggen bij gebrek aan bestel-lingen.

Precies dan moest ons met 20 vierkante meter-affiches wijsgemaakt worden dat wie afrijdt inVlaanderen de uitrit uit de crisis zal vinden.

In de brochure met dezelfde titel wordt een enander wel wat genuanceerd en worden een reekssociaal-economische voorstellen (‘blikvangers’)gelanceerd, waarvan sommige zeker zinvol zijn.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

120

Maar telkens opnieuw met de bewering dat zijalleen in Vlaanderen kunnen gerealiseerd wordenof dat Vlaanderen de mogelijkheid heeft om pro-blemen op te lossen die in het Belgisch kaderonmogelijk kunnen opgelost worden.

In een tijd waar zeer veel belangrijke proble-men internationaal bepaald zijn en de oplossingdus ook moet komen van internationale instellin-gen en internationale afspraken, vind ik dit eenbijzonder kortzichtige houding.

Een intelligent man als de veel bejubelde BartDe Wever kent deze kritiek wel en heeft een ver-haal klaar over een Europa der Naties waar Vlaan-deren dan op dezelfde voet geplaatst wordt alsSchotland en Catalonië om uiteindelijk “een vol-waardige Europese lidstaat” te worden. Het verhaalvan het onafhankelijk Vlaanderen in een VerenigdEuropa.

Maar ondanks alle nuances blijft de basislijnsteeds weer dat het de Walen en de Belgischestructuur zijn die het Vlaanderen onmogelijkmaken om zich uit de problemen te werken.

Hoewel de staatshervorming onbetwistbaaronafgewerkt is en sommige federale instellingeninderdaad onbehoorlijk slecht werken, blijft deoverdreven aandacht voor de communautaire pro-

Afrit Vlaanderen: en waar dan naar toe?

121

blemen onbegrijpelijk en nefast voor de aantrek-kingskracht van het politiek debat.

Terwijl de klimaatverandering oprukt, definanciële sector steeds onstabieler wordt, dearmoede in sommige Afrikaanse landen onverval-ste horror wordt en de positie van Europa in deconcurrentie met China en India ook bedreigdwordt buiten het terrein van de klassieke massa-productie, is gedurende meer dan een jaar de kernvan het politiek debat in België aan staatshervor-ming gewijd.

De verantwoordelijkheid daarvoor ligt zekerniet alleen bij de Vlaamse politici die eisten datmeer bevoegdheden aan de gemeenschappen en degewesten zouden toegewezen worden of dat hetfameuze probleem Brussel-Halle-Vilvoorde na aldie jaren eens zou opgelost worden. Ook de ver-dedigers van een sterke federale staat en van soli-dariteit tussen de gemeenschappen behoren tebeseffen dat België maar toekomst heeft als hetbeter marcheert. Zij moeten dus oplossingsbereidzijn. En dus onvermijdelijk ook bereid tot toege-vingen.

Maar dat neemt niet weg dat al diegenen die decommunautaire problemen maar blijven verheffentot Probleem Nummer Eén een zware verantwoor-

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

122

delijkheid dragen in het verder wegzinken van onsland.

Ik moet bekennen dat ik mij hierbij nogal kanergeren aan de bewondering voor Bart De Weverdie op allerlei onvermoede plaatsen de kopopsteekt en zelfs enkele van mijn vrienden over-meesterd heeft.

Natuurlijk is het een man met humor en cultuurdie scherp formuleert en durft af te wijken vangrijs gedraaide clichés. En als tacticus is hij eringeslaagd om een veel grotere partij lange tijd naarzijn hand te zetten om uiteindelijk zonder veelzichtbare schade opnieuw op eigen koers te varen.Dat is knap en getuigt zeker van politieke intelli-gentie.

Maar is er nu niets interessanter en belangrij-ker om grote kwaliteiten als moed, werkkracht enintelligentie voor in te zetten?

Ik kan meteen enkele thema’s opnoemen enben zeker dat u dat ook kunt.

Het steeds terugkerende excuus is dat debelangrijke problemen (zoals de klimaatcrisis, dewerkgelegenheid, de slechte werking van justitie)pas kunnen aangepakt worden na de staatshervor-ming. Omdat we “in verschillende landen” levenen de Walen alles blokkeren.

Afrit Vlaanderen: en waar dan naar toe?

123

De vraag is of die verschillen niet steeds verderuitvergroot worden en of zij het zijn die oplossin-gen onmogelijk maken. Ook binnen Vlaanderenmoeten belangrijke verschillen overbrugd wordenen in Europees verband zijn de verschillen metonze buurlanden vaak nog steeds groter dan dieals zo onoverbrugbaar voorgestelde verschillenmet Wallonië.

De toekomst van Brussel

Ik vind ook dat door het aanzwengelen van decommunautaire problemen op werkelijk onvoor-zichtige tot ronduit roekeloze manier gemorstwordt met de internationale reputatie van ons landen met de unieke positie die wij hebben als zetelvan de belangrijkste Europese instellingen endaardoor van zoveel andere internationale organi-saties.

Het belang daarvan kan nochtans moeilijkoverschat worden. De Europese Commissie en hetEuropees Parlement zorgen samen rechtstreeksvoor ongeveer 38.000 arbeidsplaatsen in Brussel.De hoofdzetel van de NAVO stelt 4.000 mensentewerk. Maar dat is slechts de kern van een bijzon-der grote reeks van instellingen, organisaties en

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

124

bedrijven die omwille van de aanwezigheid van deEuropese instellingen een kantoor in Brussel heb-ben: vakbonden en werkgeversfederaties, advoca-tenkantoren, lobbyisten, consumentenorganisaties,journalisten, bijzondere ambassades, enz. Brusseltelt 5.322 diplomaten, 1.110 journalisten en onge-veer 15.000 mensen die in Brussel de belangen vanbedrijven, consumentenorganisaties, vakbonden ofregio’s verdedigen. Allemaal mensen die hierwonen of regelmatig in onze hoofdstad verblijvenen er eten, kleren kopen en uitgaan. Op wie mensoms boos is omdat ze de prijzen doen stijgen,maar zonder wie Brussel een stadje zou zijn datkleiner is dan Rijsel of Marseille, en niet belangrij-ker dan Keulen, Valencia of Birmingham.

De nabijheid van de Europese instellingen biedtook het enorme voordeel dat wij er veel gemakke-lijker mee in contact kunnen komen. Rechtstreekscontact hebben met een Europees ambtenaar ofeen Europees parlementslid kost ons dertig minu-ten tot twee uur treinreis (naargelang je uit Aalstof Turnhout moet vertrekken) en vijf tot twintigeuro. Voor een Portugees of een Zweed kost dat-zelfde rechtstreeks contact meerdere honderdeneuros en een reis die makkelijk twee werkdagen inbeslag neemt.

Afrit Vlaanderen: en waar dan naar toe?

125

Men moet goed beseffen dat die unieke positiekwetsbaar is. Brussel is in de uitgebreide Unie nietlanger centraal gelegen. Er zijn onder de 27 lidsta-ten nog andere kleine landen die voldoende onaf-hankelijk en neutraal zijn om door de grote landenals zetel van de instellingen aanvaard te worden.En noch de transportfaciliteiten noch de veelge-roemde talenkennis van de Belgen zijn uniek ofonvervangbaar.

Naarmate ons land onstabieler wordt en min-der in staat is om op het internationale forum metéén stem te spreken en afspraken soepel en effi-ciënt te kunnen uitvoeren, wordt de kans groterdat deze unieke positie met succes ter discussiegesteld wordt.

Een geïsoleerd schandaaltje of een voorbij-gaande crisisperiode: dat overkomt elk land weleens. Maar een aanhoudend beeld van onopgelosteinterne conflicten en permanente stuurloosheid:dat laat gevolgen na die gedurende lange tijd opde reputatie blijven wegen.

België is tijdens de eerste helft van 2010 voor-zitter van de raad van ministers van de EuropeseUnie. Het zijn zes maanden die cruciaal zijn enwaarvan de voorbereiding best niet doorkruistwordt door nog maar eens een rondje B-H-V.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

126

Zoniet zou het wel eens ‘Afrit Vlaanderen, ExitEuropa’ kunnen worden.

127

12. Door de ogen van een ander zie je heel wat beter

Mogen we tot slot het nog even hebben over stijlen menselijke attitude in de politiek en het maat-schappelijk debat?

Acht jaar geleden mocht ik voor de presti-gieuze ‘Vlaamse conferentie van de balie’ de tradi-tionele openingsrede van het gerechtelijk jaarhouden. Doorgaans diept de spreker grondig eenjuridisch probleem uit, met veel verwijzingen naarrechtspraak en juridische literatuur. Ik brak watmet de traditie en koos voor een onderwerp uit depsychologische sfeer, namelijk het belang vanempathie bij de uitoefening van juridische beroe-pen.

Met vele voorbeelden toonde ik aan hoe hetvermogen om zich grondig en open in te leven inde gevoels- en gedachtenwereld van iemandanders onze blik kan verruimen en echt kan helpenom conflicten op te lossen.

‘Door de ogen van een ander zie je heel watbeter’ was de titel van mijn rede. Ik probeerde aante tonen dat je een probleem pas echt goed begrijpten aanvoelt als je probeert er ook naar te kijken

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

128

vanuit de ogen van iemand anders, en liefst zelfsvanuit de ogen van meerdere anderen.

Ook in de politiek zou dit beter wat meergebeuren.

Niet dat het nooit gebeurt. Politieke marketingis er vaak op gebaseerd. Veel beslissingen wordenverpakt of gepresenteerd op grond van een ver-moeden (en geen zekerheid!) over hoe deze beslis-singen zullen ontvangen worden bij bepaaldebevolkingsgroepen. Het ‘Joe Sixpack’-perspectiefheet dit in de Verenigde Staten. What will Joe Six-pack think about it?

Joe is de broer van Jan met de pet. Het is de watbeledigende benaming voor de man die na eenharde dag werken afkickt voor tv en de dag rustigwegspoelt met goed gekoeld bier uit een pak vanzes blikjes. Of je hem in de States nog vaak tegen-komt, weet ik niet.

Ik vermoed wel dat die pintjes uit die sixpackuitstekend kunnen smaken, net zoals ik zeker bendat Jan met de pet al vele jaren spoorloos verdwe-nen is. Niet alleen omdat er steeds minder menseneen pet dragen, maar vooral omdat het een veral-gemening is die geen rekening houdt met het feitdat onze samenleving steeds complexer en gelaag-der in elkaar zit. De jonge skater met de pet denkt

Door de ogen van een ander zie je heel wat beter

129

anders dan de oude Turk met de pet en samen ver-schillen ze waarschijnlijk regelmatig van meningmet de stille visser met de pet.

In marketing tracht men zich wel in te leven inde huid van anderen en ook in politieke argumen-tatie wordt regelmatig herinnerd aan de echte ofveronderstelde mening van betrokken bevolkings-groepen. “De hardwerkende Vlaming kan dit nietaanvaarden” is het refreintje van Bart Somers enSteve Stevaert leerde ons om steeds in het achter-hoofd te houden wat de mensen er zouden vandenken.

Maar dat neemt niet weg dat empathie alsgrondhouding in de politiek en in het maatschap-pelijk debat beter wat meer ingang zou vinden, endat iedereen bij het einde van de dag beter nietalleen in het eigen hart kijkt, maar ook in het hartvan anderen.

Ik wil niet te hoog op de preekstoel kruipen,maar denk – bewust naïef – dat wat meer empathiezowel bij onderhandelingen als bij de benaderingvan delicate maatschappelijke conflicten ons echtvooruit zou helpen.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

130

Bij onderhandelingen

Bij het trieste spektakel dat we in 2007 en 2008hebben meegemaakt in de nationale politiek, hebik me vaak afgevraagd of men wel echt inzicht hadin de visie en de onuitgesproken motieven en pro-blemen van de andere partijen. Lanceerde menvoorstellen die meteen afgeschoten werden omdatmen niet eens wist of voelde dat die onaanvaard-baar waren voor de andere partners? Of wist mendat wel, maar dreef men het conflict gewoon watverder op om beter te kunnen paraderen als stoereVlaming of sterke Waal?

Eén van de zaken die ik echt onbegrijpelijkvond was dat de CD&V, die reeds vele maandenvoor de verkiezingen toch wist dat er een zeergrote kans was dat zij (in het kartel met N-VA) alsgrootste partij uit de verkiezingen zou komen, erabsoluut niet in slaagde om tot een vergelijk methaar zusterpartij CDH te komen. Hadden zij danvoor de verkiezingen niet gepraat met elkaar?Kenden zij elkaars standpunten en gevoelighedenniet meer? Was er geen poging tot inleving inelkaars positie?

Of wist en voelde men dat alles wel, maar hadde CD&V gewoon zijn programma tot onhaalbare

Door de ogen van een ander zie je heel wat beter

131

Vlaamse hoogten opgeklopt om de verkiezingen tewinnen, zonder na te denken over hoe men ach-teraf moest ‘landen’ en een akkoord bereiken?

De geschiedenis zal het ons wel leren, maar ikben in elk geval zeker dat onderhandelingenonmogelijk kunnen lukken zonder een poging omje partners te doorgronden.

De ware onderhandelingskunst schuilt er in omje in te leven in de positie van je onderhandelings-partner en vanuit die doorleefde kennis met han-digheid en creativiteit te zoeken naar een oplos-sing die voor iedereen aanvaardbaar is.

Ik heb dat destijds geleerd in de advocatuur,maar heb intussen gezien en gevoeld dat dit ook inbeleid en bestuur erg belangrijk is. Ik kan alleenmaar hopen dat meer collega’s daartoe bereid zijn.Niet om zichzelf en hun principes te verloochenen,maar omdat duidelijk en krachtig opkomen voorheldere en sterke standpunten niet wegneemt datwe in een democratie ook de plicht hebben om tezoeken naar een oplossing die werkt en zo dichtmogelijk aansluit bij de gedeelde belangen vanzoveel mogelijk mensen.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

132

Stop nu even

Wat meer empathie kan niet alleen belangrijk zijnin contacten en onderhandelingen tussen politici,maar ook in het maatschappelijk debat in het alge-meen. Ook voor mensen die niet actief en bewustmet politiek bezig zijn.

In heel veel debatten en discussies, zou je tochregelmatig eens moeten vragen: “Stop nu even metdie verwijten en die harde taal. Stop nu even entracht je eens in te leven in de huid van de mensenover wie je zo bitter spreekt”.

Het is een raad die je kan geven als de discussiegaat over profiteren van de RVA of het OCMW.Dan mag je aan de mensen die het een schandevinden dat men langer dan een half jaar een werk-loosheidsuitkering of een leefloon krijgt, vragenom eens goed en eerlijk na te denken hoe zij zou-den leven met het leefloon van een alleenstaande,momenteel vastgelegd op 711 euro per maand?

Het is een raad die ik ook in meerdere richtin-gen durf te geven als het gaat over samenlevings-problemen in de stad. Aan elke groep die boos isop een andere groep. Luister eens naar elkaar entracht te begrijpen waarom de ander zo boos is.

Als je vindt dat er te vaak geklaagd wordt over

Door de ogen van een ander zie je heel wat beter

133

racisme, doe dan eens je best en bedenk wat hetbetekent als je niet binnen mag in een dancing ofals je te horen krijgt dat het huis net verhuurd is ofde job ingenomen als je je naam noemt of jegezicht toont en men hoort of ziet dat je “niet vanhier” bent.

Maar ook omgekeerd: doe je best en luistereens rustig naar de klachten van je buren. Denkeens hoe zij zich voelen in hun straat als er elkedag opnieuw vuil op het voetpad gegooid wordt ofdoorlopend dubbel geparkeerd wordt.

Laat het ons eenvoudig doen als oefening vaniedere dag: bekijk het eens door de ogen van eenander. En durf dan toe te geven dat je anders ziet.

Coda

En laat ons helemaal tot slot – als Coda voor Europa– eindigen met een gedicht. Uit de bundel “De Euro-pese Grondwet in verzen”, een mooi project van hetBrusselse dichterscollectief rond Geert Van Isten-dael, aangevuld met ruim 40 dichters uit alle Euro-pese landen. We eindigen waar de grondwet begint,namelijk in deel I, bij de beginselen. Artikel 7 is ver-taald uit het Bulgaars. Artikel 8 werd oorspronkelijkgeschreven in het Frans.

Zuinig met energie, Gul met solidariteit

134

Artikel 7: Europa

Het kwam aan met de kalme tred van een kinden bleef met de bedaarde rust van een volwassene.

Artikel 8: geschiedenis

Hierzie, je bent in Europaje kijkt naar de mensen van het grote noordennaar die van het grote zuidenvan het grote oosten van het grote westen

degenen die onze over-over-over-over-grootvadershebben vermoord om beter te kunnen zaaien

jij gaat voor hen op je knieënjullie vinden nieuwe manieren uitom de wereld te verdelen

en verhalen en gebruikendat isvergiffenis

135

13. Meer weten of iets laten weten

Indien u graag meer wil weten over ons Europeesprogramma of over de werking en de standpuntenvan de PES, vindt U zeker meer informatie:• op de website van PES (www.pes.org)• op de website van de sp.a (www.s-p-a.be).

Indien u graag meer wil weten over mijn activitei-ten als schepen in Gent of één van mijn beleids-nota’s wil lezen, hoop ik dat u de informatie vindtop mijn website (www.tombalthazar.be). Dezebeleidsnota’s worden u ook toegezonden na eentelefoontje op 09/266.50.30.

Indien u wil reageren, dan lees ik uw vraag of uwopmerking graag op [email protected] of viaTom Balthazar, Onderbergen 59 te 9000 Gent.