Zorgeloos zwanger na obesitaschirurgie? · 2016. 11. 22. · 23 NOVEMBER 2016 03 JG 28 Zwangere...

20
Leuvense onderzoekers hebben soſtware ontwikkeld die het mogelijk maakt om een 3D-aeelding van een be- staande neus te bewerken of om een nieuwe, natuurlijk uitziende neus te ontwerpen voor een specifiek gezicht. De technologie kan onder meer ingezet worden bij men- sen die hun neus verloren door kanker of een ongeval. Een neus naar keus KULEUVEN.BE/CK 23 NOVEMBER 2016 JG 28 03 Zwangere vrouwen die obesitaschirurgie achter de rug hebben, kampen met tekorten aan voedingstoffen. Ze zijn ook angstiger dan zwaarlijvige moeders-in-spe die geen ingreep ondergingen. Daarom pleit vroedvrouw Goele Jans in haar doctoraat voor een grondige begeleiding van deze vrouwen tijdens hun zwangerschap. Ilse Frederickx en maagring of een maag- bypass: niemand kijkt er nog van op als een zwaarlij- vige met zo’n ingreep de overtollige kilo’s aanpakt. Maar wat als een vrouw na die obesitaschirurgie zwanger wil worden? De medische sector weet er nog geen raad mee. Daar wou vroedvrouw Goele Jans verandering in brengen met haar docto- raat onder leiding van professor Roland Devlieger van het Departement Ontwik- keling en Regeneratie, en in samenwerking met het Departement Klinische en Experi- mentele Geneeskunde. “In Vlaanderen start 14 procent van de vrouwen hun zwangerschap met obe- sitas. Dat wil zeggen dat hun body mass index (BMI) – het gewicht in kilo’s gedeeld door het kwadraat van de lengte in me- ter – meer dan 30 bedraagt. Dat Vlaam- se percentage is best wel hoog, zeker als je de risico’s van maternale obesitas kent: je loopt als zwaarlijvige een hoger risico op onder meer een miskraam, een te hoge bloeddruk en zwangerschapsdiabetes. De kans dat je moet bevallen met een kei- zersnede is ook groter. Je baby zelf loopt ook meer risico op bijvoorbeeld een open ruggetje of obesitas op latere leeſtijd”, zegt Goele Jans. Om die medische risico’s te beperken, krijgt een zwangere vrouw met een BMI van boven de 30 de raad om tijdens de zwangerschap maximaal vijf tot negen kilo bij te komen. Bij vrouwen zonder obesitas mag dat 11,5 tot 16 kilo zijn. “Aanpassingen die obese vrouwen door- voeren in hun levensstijl – minder en ge- zond eten, meer bewegen – blijken helaas meestal niet te volstaan om de medische risico’s significant te beperken. Daarom is de vraag of obesitaschirurgie een betere optie is, zowel vóór een zwangerschap als tussen twee zwangerschappen. Er zijn ook vrouwen die door hun obesitas fertiliteits- problemen hebben en zonder obesitaschi- rurgie niet zwanger raken. Maar over het effect van zo’n ingreep op een zwanger- schap was tot nu toe weinig geweten.” VOEDINGSPROBLEMEN EN ANGSTGEVOELENS VRAGEN OM BEGELEIDING Zorgeloos zwanger na obesitaschirurgie? Lees verder op P.09 Hoe gaat een neus er precies uitzien na een esthetische ingreep? Wie een neuscor- rectie laat uitvoeren, krijgt daar op voorhand graag een zo duidelijk mogelijk beeld van. “Dankzij een simulatie in 3D kan de arts beter in- schatten of de patiënt inder- daad gelukkiger zal worden van de ingreep”, zegt Peter Claes van de Processing Speech and Images-onder- zoeksgroep. Het team stel- de een databank samen met tweeduizend gezichten van mensen met verschillen- de leeſtijden, etniciteit … Op basis daarvan ontwik- kelden ze een algoritme dat bepaalt wat een natuurlijke neus is voor een specifiek gezicht. De arts kan dat 3D-beeld vervolgens verder bijstellen tot het gewenste resultaat. Met de soſtware kan je niet alleen een bestaande neus manipuleren, maar ook een volledig nieuwe neus ontwerpen. “Mensen die door kanker of een on- geval hun neus zijn kwijtge- raakt, kunnen een neus la- ten tekenen die bij hen past. Die kan vervolgens 3D ge- print worden en dienen als basis voor de prothese.” Lees meer op P.05 10 HOE ZIET LEUVEN ER OVER HONDERD JAAR UIT? Huiscartoonist Joris Snaet tekent de stad van de toekomst 6 “WIJ GEVEN DE DODEN HUN LAATSTE WOORDEN” Gerechtsarts Wim Develter reist de pionier van zijn vakgebied achterna 20 “ERDOGAN SCHIET ZICHZELF IN DE VOET” ‘De terugkeer van de Sultan’: Turkije na de staatsgreep 12 Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug. Afgiſtekantoor 2099 Antwerpen X erkenning: p303221 Tijdschriſt - toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X n° BC 6379 PB-nr. B-4883 EEN ROBBERTJE VECHTEN MET JEZELF Hoe realistisch is de gespleten persoonlijkheid in Fight Club? 14 Ik wil geen eendags- vlieg zijn Leven na Leuven: tv-maker Gilles Van Bouwel © KU Leuven | Rob Stevens “Er is op zich niets mis met politiek ‘toneel’: dat betrekt de kiezer bij wat er allemaal speelt. Het probleem is dat het theater zijn geloofwaardigheid verloren heeſt”, zegt politiek filosoof Stefan Rummens. In zijn boek Wat een theater! be- schrijſt hij hoe technocraten en populisten een bedreiging vormen voor onze democratie. Lees meer op P.02 Valt het doek voor onze democratie? Deze kersverse moeder van een tweeling was één van de deelnemers tijdens een tiendaagse ‘kangoeroemarathon’ die de Afdeling Neonatologie van UZ Leuven organiseerde om het belang van huid-op-huidcontact met pasgeboren baby’s in de verf te zetten. Kangoeroezorg werkt helend, vermindert het risico op sterfte en stimuleert de hersenontwikkeling van de baby. Huid-op-huid Lees meer op P.12 E

Transcript of Zorgeloos zwanger na obesitaschirurgie? · 2016. 11. 22. · 23 NOVEMBER 2016 03 JG 28 Zwangere...

  • Leuvense onderzoekers hebben software ontwikkeld die het mogelijk maakt om een 3D-afbeelding van een be-staande neus te bewerken of om een nieuwe, natuurlijk uitziende neus te ontwerpen voor een specifiek gezicht. De technologie kan onder meer ingezet worden bij men-sen die hun neus verloren door kanker of een ongeval.

    Een neus naar keus

    KULEUVEN.BE/CK

    23 NOVEMBER 2016 JG 2803

    Zwangere vrouwen die obesitaschirurgie achter de rug hebben, kampen met tekorten aan voedingstoffen. Ze zijn ook angstiger dan zwaarlijvige moeders-in-spe die geen ingreep ondergingen. Daarom pleit vroedvrouw Goele Jans in haar doctoraat voor een grondige begeleiding van deze vrouwen tijdens hun zwangerschap. Ilse Frederickx

    en maagring of een maagbypass: niemand kijkt er nog van op als een zwaarlij

    vige met zo’n ingreep de overtollige kilo’s aanpakt. Maar wat als een vrouw na die obesitaschirurgie zwanger wil worden? De medische sector weet er nog geen raad mee. Daar wou vroedvrouw Goele Jans verandering in brengen met haar doctoraat onder leiding van professor Roland Devlieger van het Departement Ontwikkeling en Regeneratie, en in samenwerking met het Departement Klinische en Experimentele Geneeskunde.

    “In Vlaanderen start 14 procent van de vrouwen hun zwangerschap met obesitas. Dat wil zeggen dat hun body mass

    index (BMI) – het gewicht in kilo’s gedeeld door het kwadraat van de lengte in meter – meer dan 30 bedraagt. Dat Vlaamse percentage is best wel hoog, zeker als je de risico’s van maternale obesitas kent: je loopt als zwaarlijvige een hoger risico op onder meer een miskraam, een te hoge bloeddruk en zwangerschapsdiabetes. De kans dat je moet bevallen met een keizersnede is ook groter. Je baby zelf loopt ook meer risico op bijvoorbeeld een open ruggetje of obesitas op latere leeftijd”, zegt Goele Jans.

    Om die medische risico’s te beperken, krijgt een zwangere vrouw met een BMI van boven de 30 de raad om tijdens de zwangerschap maximaal vijf tot negen kilo

    bij te komen. Bij vrouwen zonder obesitas mag dat 11,5 tot 16 kilo zijn.

    “Aanpassingen die obese vrouwen doorvoeren in hun levensstijl – minder en gezond eten, meer bewegen – blijken helaas meestal niet te volstaan om de medische risico’s significant te beperken. Daarom is de vraag of obesitaschirurgie een betere optie is, zowel vóór een zwangerschap als tussen twee zwangerschappen. Er zijn ook vrouwen die door hun obesitas fertiliteitsproblemen hebben en zonder obesitaschirurgie niet zwanger raken. Maar over het effect van zo’n ingreep op een zwangerschap was tot nu toe weinig geweten.”

    VOEDINGSPROBLEMEN EN ANGSTGEVOELENS VRAGEN OM BEGELEIDING

    Zorgeloos zwanger na obesitaschirurgie?

    Lees verder op P.09

    Hoe gaat een neus er precies uitzien na een esthetische ingreep? Wie een neuscorrectie laat uitvoeren, krijgt daar op voorhand graag een zo duidelijk mogelijk beeld van. “Dankzij een simulatie in 3D kan de arts beter inschatten of de patiënt inderdaad gelukkiger zal worden van de ingreep”, zegt Peter Claes van de Processing Speech and Imagesonderzoeksgroep. Het team stelde een databank samen met tweeduizend gezichten van mensen met verschillende leeftijden, etniciteit … Op basis daarvan ontwikkelden ze een algoritme dat

    bepaalt wat een natuurlijke neus is voor een specifiek gezicht. De arts kan dat 3Dbeeld vervolgens verder bijstellen tot het gewenste resultaat.

    Met de software kan je niet alleen een bestaande neus manipuleren, maar ook een volledig nieuwe neus ontwerpen. “Mensen die door kanker of een ongeval hun neus zijn kwijtgeraakt, kunnen een neus laten tekenen die bij hen past. Die kan vervolgens 3D geprint worden en dienen als basis voor de prothese.”

    Lees meer op P.05

    10

    HOE ZIET LEUVEN ER OVER HONDERD JAAR UIT?

    Huiscartoonist Joris Snaet tekent de stad van de toekomst

    6

    “WIJ GEVEN DE DODEN HUN LAATSTE WOORDEN”

    Gerechtsarts Wim Develter reist de pionier van zijn vakgebied achterna

    20

    “ERDOGAN SCHIET ZICHZELF IN DE VOET”

    ‘De terugkeer van de Sultan’: Turkije na de staatsgreep

    12

    Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.

    Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

    erkenning: p303221

    Tijdschrift toelating gesloten verpakking

    2099 Antwerpen X n° BC 6379

    PBnr. B4883

    EEN ROBBERTJE VECHTEN MET JEZELF

    Hoe realistisch is de gespleten persoonlijkheid in Fight Club?

    14

    Ik wil geen eendags

    vlieg zijn

    Leven na Leuven: tvmaker Gilles

    Van Bouwel

    © KU

    Leuv

    en | R

    ob St

    even

    s

    “Er is op zich niets mis met politiek ‘toneel’: dat betrekt de kiezer bij wat er allemaal speelt. Het probleem is dat het theater zijn geloofwaardigheid verloren heeft”, zegt politiek filosoof Stefan Rummens. In zijn boek Wat een theater! beschrijft hij hoe technocraten en populisten een bedreiging vormen voor onze democratie. Lees meer op P.02

    Valt het doek voor onze democratie?

    Deze kersverse moeder van een tweeling was één van de deelnemers tijdens een tiendaagse ‘kangoeroemarathon’ die

    de Afdeling Neonatologie van UZ Leuven organiseerde om het belang van huid-op-huidcontact met pasgeboren baby’s in de verf te zetten. Kangoeroezorg werkt helend, vermindert het risico op sterfte en stimuleert de hersenontwikkeling van de baby.

    Huid-op-huid

    Lees meer op P.12

    E

  • NIEUWS

    KANTTEKENING

    02 CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

    3D-software toont patiënt hoe nieuwe neus eruit gaat zien. Lees het artikel op P.05

    © KU

    Leuv

    en | R

    ob St

    even

    s

    COLUMN

    et kan niet anders dan dat Rik Torfs de gave van de bilocatie bezit. Hij is zo alomtegenwoordig in de media

    dat er wel een dubbelganger moet bestaan die intussen vanuit het rectoraat de universiteit be-stiert. Niet dat wij op de Knack-redactie rouwig zijn om die drukke agenda: op de boekenbeurs was de Leuvense rector aanwezig op de Knack-stand, als auteur van een boek met de zeer torfsiaanse titel Tegentijds eigendraads.

    Bovendien deed Rik Torfs de gastheren van het nieuwsmagazine een groot plezier door ter plaatse te zorgen voor een landelijke primeur. Eén dag na de Amerikaanse verkiezingen zei hij: “Als het gaat over het economisch program-ma, dan zou ik eerder voor Donald Trump kie-zen dan voor Paul Magnette.” Binnen de kortste keren was het zinsdeel voor de komma verge-ten en heette het dat de rector meer sympathie heeft voor Trump dan voor Magnette. Gezien de impact van de economische agenda op het alge-mene beleid was die conclusie ook niet helemaal onwaar: Trumps economische voorstellen kun-nen niet los gezien worden van de rest van zijn programma. Zo staan of vallen zijn sociale belof-ten toch met zijn aanpak van de migratie en het sluiten van de grenzen?

    Op slag was Rik Torfs voorwerp van vijandig commentaar. Op sociale media dreigden een paar Leuvense academici er zelfs mee om de

    kwestie te agenderen op de Academische Raad. Was het toeval dat Torfs in zijn volgende column in De Standaard tot twee keer toe beklemtoon-de dat hij nóóit voor Trump zou kiezen? Had de rector zich in nesten gebabbeld? Of was er meer aan de hand? Als CD&V-senator zag Torfs zijn PS-collega’s natuurlijk van nabij aan het werk. De PS heeft niet de ijverigste fracties en ook niet de beleefdste. Net iets te veel PS-verkozenen dragen bij tot de karikatuur die in Vlaanderen over hun partij bestaat. Bovendien had Torfs zich al eer-der kritisch uitgelaten over Magnettes obstruc-tie van CETA.

    Maar klopt dat beeld nog? Toen zusterbla-den Knack en Le Vif een tijd terug een dubbel-interview belegden met Geert Bourgeois en Paul Magnette, bleken de twee minister-presidenten het uitstekend met elkaar te kunnen vinden. Magnettes nieuwe economische koers viel sa-men te vatten als: “Franstalige vrienden, kijk hoe de Vlamingen het doen: dat is ons voorbeeld.” De twee regeringsleiders hadden inderdaad een beschaafd maar wezenlijk meningsverschil over CETA en TTIP. Commissievoorzitter Juncker was trouwens al lang op de hoogte van het Waal-se non. Hij had hooghartig de schouders opge-haald, zoals Europese mandarijnen wel meer doen, onveranderd met een fout resultaat.

    Is Donald Trump een dwaas? Zeker niet. Is Paul Magnette een onnozelaar? Allerminst. Vandaar dat het merkwaardig is dat een rec-tor die terecht pleit voor een genuanceerde kijk op Trump, tegelijk vasthoudt aan gemakkelijke clichés over de PS.

    Maar ook dat past in onze universitaire tradi-tie. In 1985 was de jonge Rik Torfs toeschouwer bij het pausbezoek van Johannes-Paulus II toen Piet De Somer voor zijn academici “de vrijheid tot dwalen” claimde. Van die vrijheid heeft de rector op zijn beurt gebruik gemaakt.

    De Trump in Torfs

    H

    De rector heeft op zijn beurt gebruik

    gemaakt van de ‘vrijheid tot dwalen’.

    COLUMN

    n zijn boek Wat een theater! be-schrijft professor Stefan Rum-mens, politiek filosoof aan het

    Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, hoe onze parlementaire democratie op verschillende fronten wordt bedreigd. Door Europese technocraten die de macht naar zich toe trekken en geen oren hebben naar de wil van het volk. Maar ook door schreeuwerige populis-ten die verklaren de stem van datzelfde volk te vertolken. Op de ochtend van onze afspraak is zo’n populist hét ge-spreksonderwerp van de dag: Donald Trump is net verkozen tot president van de VS.

    “Erg zorgwekkend”, zegt Stefan Rummens. “En tegelijk een belangrijk signaal. De keuze voor een uitgespro-ken populist als Donald Trump wijst erop dat een groot deel van de Ame-rikaanse bevolking ontevreden is over de traditionele politiek. Ze keren zich tegen het systeem en Trump is hun uit-laatklep, een duidelijke middelvinger naar Washington. Die onvrede met de klassieke politiek zie je ook in Eu-ropa. Het Britse volk stemde voor de brexit en trok de kaart van nationa-listen die hun land terugclaimen. Op zich is er niks mis met alternatieven voor het bestaande systeem, maar het is zorgwekkend om te zien dat natio-nalisten en populisten steeds meer ter-rein winnen.”

    “Ongenoegen neemt natuurlijk slechts de vorm aan die het kán aan-nemen”, zegt Rummens. “Ik vraag me af of de Amerikanen ook vatbaar ge-weest zouden zijn voor een democra-tisch alternatief. Of de verkiezingen anders verlopen waren als Trump het

    had moeten opnemen tegen Bernie Sanders, die zich ook afzette tegen het systeem, maar met een linkser pro-gramma. Ook Sanders deed popu-listische uitspraken, maar dat maakt van hem nog geen échte populist zoals Trump. Het verschil zit hem in het al dan niet aanvaarden van de regels van de democratische rechtsstaat. Trump is ondemocratisch en heeft geen respect voor zijn tegenstander. Zo zei hij bij-voorbeeld dat hij de verkiezingsuitslag niet zou aanvaarden als Hillary Clinton zou winnen.”

    Geen daden, maar woordenHet succes van Trump bewijst ook dat straffe uitspraken en oneliners het goed doen in de politiek van vandaag. Dreigt zijn publiek in te dommelen tijdens een speech, dan zegt Trump dat hij ‘een muur zal bouwen’. Applaus gegarandeerd. Bij ons lijkt het niet an-ders te zijn. Rechts schreeuwt dat er ‘geen alternatief ’ is voor de doorge-voerde besparingen terwijl links vindt dat we ‘het geld moeten halen waar het zit’. Zorgen die simplificaties niet voor een uitholling van de politiek? En drij-ven ze de kiezer niet in de armen van de populist?

    “Ik vind van niet”, zegt Rummens. “Oneliners horen er nu eenmaal bij. In het gemediatiseerde tijdperk waar-in we leven zijn ze onvermijdelijk. In het tv-journaal moet je kort en krach-tig je standpunt kunnen vertegenwoor-digen. Maar ook in korte zinnen kan je veel zeggen, op voorwaarde dat je uitspraken onderbouwd zijn door een duidelijke beleidsvisie. Daarnaast is het de taak van de media om in alle om-

    ‘WAT EEN THEATER’: POLITIEK FILOSOOF STEFAN RUMMENS ZOEKT EEN TOEKOMST VOOR ONZE DEMOCRATIE

    “ Politiek moét theater zijn, maar dan

    van hoog niveau”I

    Stap een willekeurige kroeg binnen en het duurt niet lang of je hoort dat de politiek ‘één grote klucht is’. Toogpraat waar iets van aan is, vindt politiek filosoof Stefan Rummens. Po-litiek ís toneel en wat hem betreft mogen er gerust wat meer opvoeringen komen. Zeker in Europa, waar de beslissingen genomen worden achter het theatergordijn. “Als de EU niet democratischer wordt, is de brexit maar het begin en krijgen we misschien onze eigen Donald Trump.”

    TEKST: Pieter-Jan Borgelioen | ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge

    Walter Pauli is redacteur voor Knack. Hij studeerde oude geschiedenis aan de KU Leuven.

    Drie pittige pennen geven om de beurthun hoogst persoonlijke en ongezouten kijk op actualiteit en universiteit.

    Reageren? Mail naar [email protected]

  • NIEUWS 03CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

    standigheden kritisch te zijn en ervoor te zorgen dat het debat blijft draaien om inhoud. Het mag niet vervallen in gratuite scheldpartijen, zoals je zag bij Trump en Clinton.”

    Maar geeft het met oneliners door-spekte tv-debat de kiezer niet het ge-voel dat er een voorbereid toneeltje wordt opgevoerd? “Misschien, maar ook daar is niks mis mee. In mijn boek pleit ik voor politiek theater, maar ik zeg er meteen ook bij dat het kwa-liteitsvol theater moet zijn. Degelijk ‘toneel’ maakt het politieke landschap zichtbaar voor de kiezer. De regerings-partijen krijgen de kans om hun beleid te verantwoorden en duiding te geven, terwijl de oppositie haar ongenoegen kan uiten over genomen beslissingen. Op die manier voelt de kiezer zich be-trokken en begrijpt hij wat er speelt.”

    “Dat veel kiezers tegenwoordig de neiging hebben zich af te keren van de traditionele partijen, ligt volgens mij niet aan de media of aan oneli-ners. Het probleem is dat het theater zijn geloofwaardigheid heeft verlo-ren. Veel mensen vragen zich terecht af waar het politieke debat nog over gaat. Politici slagen er niet meer in iets te veranderen. Kijk maar naar deze re-gering. Ze begon met grote uitspra-ken over begrotingsdiscipline, maar je ziet dat de begroting enkel maar verder ontspoort en dat onze minis-ters er niet in slagen hun belangrijkste verkiezingsbelofte waar te maken. Ze hebben maar weinig greep op de sa-menleving en het beleid. Dat komt on-der meer omdat ze een groot deel van hun bevoegdheden zijn kwijtgeraakt aan Europa.”

    Euroscepticus?Dat Europa wordt volgens Rum-mens gerund door technocraten die een uitgesproken neoliberale koers varen en maar weinig rekening hou-den met de wensen van het volk. “Zie je in België dat de macht ontbreekt om woorden om te zetten in daden, dan geldt in Europa het omgekeerde. De Europese leiders bepalen in grote mate hoe ons leven eruitziet. Denk maar aan het harde besparingsbe-leid dat wordt gevoerd en dat op ieder van ons invloed heeft. Maar ze voelen geen enkele nood om hun beleid aan ons te verantwoorden. Waarom zouden ze ook? Of iemand zijn positie als eurocommissaris kan behouden, hangt immers niet af van de Europese kiezer.”

    “Het probleem is dat de Europe-se Commissie geen echte Europese regering is. Er is geen officiële op-positie, geen strijd tussen partijen in het Europese parlement en daar-door dus ook geen politiek theater. Er wordt gedaan alsof elke maatregel die de EU neemt technisch van aard is, dat het politiek neutrale beslissin-gen zijn die het functioneren van de markt bevorderen. Maar in werke-lijkheid gaat het om fundamentele sociaaleconomische zaken waar wel degelijk verschillende visies over be-staan en die een grote invloed uit-oefenen op het beleid dat de lidsta-ten voeren. Een goed voorbeeld is het CETA-handelsverdrag, dat ons wordt opgedrongen zonder dat er een breed publiek debat over geweest is. PS-politicus Paul Magnette sprak zich ertegen uit, vertegenwoordigde

    in zijn eentje de oppositie en werd daarop afgerekend door de elite. Dat soort dogmatisch denken vind ik beangstigend.”

    Volgens Rummens wordt het dan ook dringend tijd dat de Europese parlementaire democratie zichzelf opnieuw uitvindt. “In haar huidige vorm is de EU mislukt”, zegt hij. “Wat we nu hebben kan niet duurzaam blijven voortbestaan. De Europese Unie is begonnen als een economisch project en is daarin blijven steken. Bij zowat alles wat de EU beslist, preva-leert de logica van de vrije markt. We komen stilletjes aan op het punt dat we dat normaal zijn gaan vinden, maar is het werkelijk wat we willen? Als ik zulke dingen zeg, denkt men meteen dat ik een euroscepticus ben. Dat op zich is al problematisch. Als je je negatief uitlaat over de EU ben je er meteen tégen. Onzin natuurlijk, ik ben gewoon kritisch.”

    De Britten achternaDe EU hervormen dus, maar hoe pak je dat dan concreet aan? “Iedereen schijnt te denken dat er maar twee wegen zijn: ofwel de grote, allesom-vattende Europese staat, ofwel terug naar het systeem van aparte naties. Maar er zijn veel manieren waarop je de EU kan herinrichten. Bijvoor-beeld door Europa meer sociaaleco-nomische en fiscale bevoegdheden te geven. Op die manier ga je ook de sociale en fiscale concurrentie tussen lidstaten tegen. Want dat is wat er nu speelt: als Duitsland flexijobs invoert of treuzelt met het invoeren van een minimumloon, kunnen de andere

    lidstaten niet anders dan Duitsland volgen, uit schrik dat de bedrijven andere oorden zullen opzoeken. Beter zou zijn een Europees mini-mumloon vast te leggen, dat voor alle lidstaten geldt. Maar voor we dat kunnen doen, moeten we de Europe-se Unie uitbouwen als een volwaardi-ge democratie met een grondwet en een parlement. Met een duidelijke meerderheid en oppositie.”

    En wat als dat niet gebeurt? “Dan vrees ik het ergste”, zegt Rummens. “De kiezer moet weten dat er met hem of haar rekening gehouden wordt. De Europese Unie moet zich plooien naar de regels van de demo-cratie en er moeten democratische alternatieven komen voor het hui-dige Europese beleid. Gebeurt dat niet, dan geef je populisten nog meer wind in de zeilen. Dan zou het wel-eens kunnen dat we een Europese Donald Trump op ons bord krijgen of dat meer landen het voorbeeld van de Britten volgen.”

    Stefan Rummens:

    Degelijk ‘toneel’ maakt het politieke landschap zichtbaar voor de kiezer. De regeringspartijen kunnen hun beleid verantwoorden, de oppositie kan haar ongenoegen uiten.

    Ongenoegen neemt slechts de vorm aan die het kán aannemen. Ik vraag me af of de Amerikanen ook vatbaar geweest zouden zijn voor een democratisch alternatief.

    Campuskrant mag drie exemplaren van het boek weggeven. Stuur vóór 19 december een e-mail met onderwerp ‘boek Stefan Rummens’ en uw adresgegevens naar [email protected]. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.

    Stefan Rummens, ‘Wat een theater! Politiek in tijden van populisme en technocratie’, Pelckmans Pro, 256 p.

  • CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 201604 NIEUWS

    Ben jij tussen 12 en 18 jaar oud en ben je dol op wetenschap en techniek?

    Kom dan van oktober tot april op woensdagnamiddag naar de STEM Universiteit KU Leuven

    www.stemuniversiteit .be

    Betere kankertherapie dankzij herstelde bloedvaten

    Het probleem van de bloedvaten in tumoren is al langer bekend: ze woekeren ongecon-troleerd en snel. Daarvoor hebben ze grote hoeveelheden suiker nodig, en door dat excessieve verbruik raakt hun metabolisme oververhit. Het gevolg zijn bloedvaten die fragiel en gebrekkig opgebouwd zijn, omdat de bloedvatcellen niet langer gecoördineerd werken. Dat werkt uitzaaiingen in de hand: de agressieve kankercellen kunnen door de fragiele vaatwand breken en ontsnap-pen naar andere organen. Bovendien kun-

    nen de bloedvaten onvoldoende zuurstof vervoeren, wat de uitzaaiing van de tumor nog bevordert. Ook medicijnen raken door slechtgevormde bloedvaten moeilijker tot bij de kankercellen.

    Klassieke kankertherapieën verhinde-ren de aanmaak van nieuwe tumorbloed-vaten en elimineren de bestaande. Het on-derzoeksteam onder leiding van professor Peter Carmeliet (VIB – KU Leuven) concen-treerde zich daarentegen op het normalise-ren van de ontwikkeling van bloedvaten. “De

    groeiende bloedvaten uitschakelen is niet al-tijd doeltreffend”, zegt professor Carmeliet. “Sommige patiënten zijn ook resistent tegen dergelijke therapieën. We waren aangenaam verrast om vast te stellen dat medicijnen die het suikermetabolisme van de bloedvaten blokkeren wél werken. Via een specifieke molecule wisten we die oververhitte ‘suiker-motoren’ af te koelen. En zo werden de mis-vormde bloedvaten weer gezond.”

    Die ‘normalisatietherapie’ voor bloedvaten verkleint niet alleen de kans op uitzaaiingen, via gezonde tumorbloedvaten raakt chemo-therapie ook makkelijker tot bij de tumor. “Bovendien hopen we met onze methode ook de toevoer van immuuncellen te kunnen verbeteren”, zegt professor Carmeliet. “Dat is erg belangrijk met het oog op kankerthera-pieën die het immuunsysteem stimuleren. Als volgende stap zullen we die concrete ge-volgen van onze normalisatietherapie op im-munotherapie testen. Zo zetten we een nieu-we stap naar meer gerichte behandelingen in de strijd tegen kanker.” (Bron: VIB)

    Student Career Center gelanceerdOm haar studenten nog beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt heeft de KU Leuven in sa-menwerking met hr-dienstverlener Randstad het Student Career Center opgericht. Dat moet hét aanspreekpunt voor studenten en werkge-vers worden.

    Zowel op centraal niveau als in faculteiten en studentenkringen bestaat er al een traditie van uitstroombegeleiding. Studenten krijgen hulp bij het opstellen van een cv of motivatiebrief en juridisch advies over alles wat te maken heeft met werk en stages. Er zijn ook workshops rond solliciteren, en ontmoetingsmomenten waarbij studenten en werkgevers elkaar vinden. Deze ex-pertise en initiatieven worden nu samengebracht in het Student Career Center, dat inzet op een nauwe samenwerking met faculteiten en een ver-nieuwd begeleidingsaanbod.

    Het Center zal onder meer workshops orga-niseren en en extracurriculaire praktijkervaring promoten: studentenjobs, ondernemersprojec-ten, vrijwilligerswerk … Studenten zullen die werkervaring bovendien kunnen bundelen in een digitaal portfolio. “Sommige studenten ver-geten weleens deze troeven te vermelden, maar ze kunnen net heel relevant zijn voor toekomsti-ge werkgevers”, zegt Valérie Jochems, coördina-tor van het Student Career Center.

    Het Center werkt samen met hr-dienstverle-

    ner Randstad. Drie medewerkers van Randstad zullen zich bij het team voegen. Dankzij hun ken-nis van en connecties met de arbeidsmarkt zullen ze studenten onder meer helpen bij het vinden van een studierelevante bijbaan of startersjob.

    Het Student Career Center plant dit academie-jaar nog drie grote universiteitsbrede events: het TALENTival, een jobinfodag en een solliciteer-week. Daarnaast zijn er infosessies, facultaire workshops en individuele loopbaangesprekken.

    www.kuleuven.be/studentcareercenter

    Fonds steunt startende student-ondernemersDe KU Leuven en het Gemma Frisius Fonds hebben een fonds opgericht om startende stu-dent-ondernemers financiële ondersteuning te bieden in de eerste fase van hun bedrijfsvoering. Concreet gaat het om projecten van teams bin-nen het netwerk van Lcie (Leuven Community for Innovation driven Entrepreneurship), een platform dat de ondernemingszin binnen de KU Leuven wil aanwakkeren. Momenteel steunt Lcie een vijftigtal teams die aan een start-up werken. Het Lcie-fonds zal ongeveer 300.000 euro behe-ren en biedt een extra financiële stimulans van maximaal 20.000 euro aan startende teams. Zij kunnen deze steun binnen de vijf jaar terugbe-talen of omzetten in aandelen.

    www.lcie.be

    Klimaat-opwarming beïnvloedt bijna alle ecologische processen Tachtig procent van de ecologische processen op aarde wordt nu al beïnvloed door de klimaatver-andering. Zo verschuiven ziektes hun leefgebied en versnelt de levenscyclus van veel dieren. Dat blijkt uit een studie van onderzoeksinstellingen van over de hele wereld.

    “We hebben ons niet gebaseerd op experimen-tele laboratoriumstudies en simulaties, maar en-kel rekening gehouden met veranderingen die effectief op het terrein konden worden vastge-steld”, zegt professor Luc De Meester (Afdeling Ecologie, Evolutie en Biodiversiteitsbehoud), die meewerkte aan de studie. “Ondanks onze stren-ge criteria vinden we bewijs voor een beïnvloe-ding van bijna alle ecologische processen, zowel in de zee als op het land en in zoetwaterecosys-temen. Een beperking van de bijkomende tem-peratuurstijging tot 1,5°C – zoals afgesproken op de klimaatconferentie van Parijs – is uiteraard een goede zaak, maar we zien dus nu al de im-pact van de opwarming die tot nog toe beperkt bleef tot 1°C.”

    Een stijging van de temperatuur heeft voor bijna alle organismen verstrekkende gevolgen. Chemische processen verlopen sneller, waar-door bijvoorbeeld planten en koudbloedige

    dieren sneller gaan leven. Daardoor hebben ze ook meer voedsel en zuurstof nodig. “Voor-al koudbloedige dieren die in het water leven vertonen de tendens om kleiner te blijven als gevolg van de opwarming. Zo kunnen ze toch in leven blijven met de beperkte hoeveelheid zuurstof die in het water aanwezig is”, zegt Luc De Meester.

    Heel wat organismen verschuiven hun leef-gebied. Vogels passen hun migratiepatroon aan en forellen verhuizen stroomopwaarts, op zoek naar voldoende zuurstofrijk water. De klimaat-opwarming werkt ook de verspreiding van pest-soorten zoals de kastanjemineermot in de hand. Een uitbraak van deze soort kan ervoor zorgen dat de bladeren van de wilde kastanje al tijdens de zomer bruin kleuren.

    Ook de mens krijgt te maken met deze ge-volgen van de klimaatverandering. Gewijzigde ecologische processen en ecosystemen hebben bijvoorbeeld een impact op de visserijgronden en de hout- en voedselproductie. In vele regio’s daalt de landbouwproductie onder invloed van de klimaatopwarming, terwijl ze in andere ge-bieden net toeneemt. Bij hogere temperaturen en mildere winters gedijen pestsoorten en para-sieten beter, zodat er meer bestrijdingsmiddelen moeten worden ingezet.

    “De bescherming van de biodiversiteit en eco-systemen wordt een zeer belangrijke uitdaging als we de gevolgen van de klimaatverandering voor ons mensen en voor onze planeet min or meer onder controle willen houden”, conclu-deert Luc De Meester.

    KORT NIEUWS

    Onderzoekers hebben een manier ontdekt om de fragiele bloedvaten in tumoren weer sterk te maken. Daar-door kunnen kankercellen minder makkelijk ontsnappen naar andere organen én raakt chemotherapie beter tot bij de tumor.

    Links een bloedvat in een tumor. Het vertoont onregelmatigheden, zoals openingen waarlangs kankercellen kunnen ontsnappen naar andere organen.

    Rechts een bloedvat in een tumor waarbij het suikermetabolisme geblokkeerd werd. Dit bloedvat ziet er weer normaal uit, met mooi aaneengesloten bloedvatcellen. Daardoor kunnen kankercellen zich moeilijker verspreiden en wint de kankerbehandeling aan -efficiëntie.

  • CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016 05NIEUWS

    en derde van de patiënten die een neuscorrectie willen, lijdt aan het body dysmorphic disorder: hoe in-

    grijpend ze ook laten sleutelen aan hun lichaam, ze blijven ontevreden”, zegt Peter Claes van PSI, de Processing Speech and Images-onderzoeks-groep van ESAT en imec. “Dat bracht professor Peter Hellings, die neuscorrecties uitvoert aan de UZ Leuven, ertoe om naar ons te stappen. Hij gebruikte al Photoshop, maar vroeg of er geen simulatie van de neuscorrectie in 3D kon wor-den gemaakt. Dat levert een realistischer beeld op, waardoor de arts beter kan inschatten of de patiënt inderdaad gelukkiger zou worden van de ingreep.”

    Natuurlijke neusDe onderzoekers van PSI gingen aan de slag en stelden een databank samen met tweeduizend gezichten van mensen met verschillende leeftij-den, etniciteit, … Op basis daarvan ontwikkel-den ze een algoritme dat bepaalt wat een natuur-lijke neus is voor een specifiek gezicht.

    “In een eerste stap wordt een 3D-scan van het gezicht van de patiënt ingeladen”, verduidelijkt Peter Claes. “Daarop duidt de arts vervolgens ‘landmarks’ aan, zoals de kaakbenen en ooghoe-ken. Die heeft het algoritme nodig om de neus te identificeren. Vervolgens kan de arts via vijf parameters – zoals de hoek van de neustip en de breedte van de neusbrug – de neus bijstellen tot het gewenste resultaat. Als er één parameter verandert, volgen de andere, om de harmonie te bewaren. Daarnaast is er in de software ook een knop die zorgt voor meer symmetrie, door de bestaande neus te spiegelen en die twee beelden te combineren.”

    Mondige patiëntenHet algoritme had een gebruikersinterface no-

    dig en hier verscheen het Meaningful Interacti-ons Lab (Mintlab) – een onderzoeksgroep van de KU Leuven en imec – in het verhaal. “We focussen erg op patient empowerment”, zegt on-derzoeker Jonathan Huyghe. “Op de Afdeling Rhino plastie in Leuven en Gent hebben we de interactie tussen patiënten en dokters onder-zocht en gekeken hoe we die communicatie het best kunnen ondersteunen. Zo hebben we er-voor gezorgd dat de patiënten ‘voor’ en ‘na’ naast elkaar kunnen bekijken, zodat ze een duidelijk idee krijgen van wat er verandert. Ze kunnen daarbij kiezen tussen een 3D-beeld met of zon-der huidtextuur. Zonder textuur is het immers vaak makkelijker om veranderingen te zien. Met kleurcodes wordt het verschil in volume weerge-geven, wat de arts al een goed idee geeft van wat er moet gebeuren.”

    “Patiënten moeten een behoorlijke drempel overwinnen om rechtstreeks op het scherm van de chirurg aan te wijzen wat ze nog graag willen aanpassen. Daarom is er een tablet-app voorzien die de patiënt tijdens het consult kan gebruiken. Daarop kan hij zelf kiezen welk beeld van de nieuwe neus hij driedimensionaal wil bekijken. Hij heeft letterlijk iets in handen, voelt zich meer betrokken bij het proces en geeft dan ook mak-kelijker zijn feedback.”

    De perfecte neus?Met de software van NOSE kan je een bestaande neus manipuleren, maar je kan er ook een vol-ledig nieuwe mee creëren. Daarvoor werkten de onderzoekers samen met Jan de Cubber van VIGO, dat onder meer gespecialiseerd is in pro-theses die zacht weefsel vervangen. “Mensen die door kanker of een ongeval hun neus zijn kwijtge-raakt, kunnen op basis van de software een neus laten tekenen die bij hen past”, zegt Peter Claes. “De nieuwe neus kan vervolgens 3D geprint wor-den en dienen als basis voor de prothese.”

    Ook hier is het belangrijk dat de software een natuurlijke, realistische neus oplevert. “Een neus is deel van iemands identiteit. Er zijn wel opvattingen over hoe ‘de perfecte neus’ eruit-ziet, maar dat is daarom niet de ideale neus voor jouw gezicht.”

    BrandwondenHet project van twee jaar is ondertussen afge-rond, maar heeft wel gezorgd voor een opmars

    Hoe gaat een nieuwe neus er pre-cies uitzien na een esthetische ingreep? En wat is de ideale pro-these voor een patiënt die zijn neus verloor door kanker of een ongeval? Leuvense onderzoekers hebben software ontwikkeld die het mogelijk maakt om een 3D-af-beelding van een bestaande neus te manipuleren of om een nieuwe, natuurlijk uitziende neus te ont-werpen. Dankzij hun program-ma NOSE gaat de communicatie tussen chirurg en patiënt er ook op vooruit. Tine Bergen

    van 3D-technologie in de medische beeldvor-ming. “Ze kan bijvoorbeeld haar nut bewijzen bij erfelijke afwijkingen, die vaak zichtbaar zijn in het gezicht”, zegt Peter Claes. “Bij die patiënten wordt standaard een gezichtsscan genomen. De fabrikanten van 3D-scanners en -fototoestellen leveren daar vaak software bij waarmee de beelden onbeperkt vervormd kun-nen worden. Er is interesse om onze software in

    te bedden, net omdat die realistische correcties garandeert.”

    “Samen met Jan De Cubber werken we ook aan een vervolgproject: de ontwikkeling van drukmaskers voor brandwonden in het gezicht. Nu moet hiervoor een gipsafdruk gemaakt wor-den, wat uiteraard een pijnlijke zaak is. In de toe-komst kan er hopelijk een masker op maat wor-den geleverd na een 3D-scan.”

    Er zijn wel opvattingen over hoe ‘de perfecte

    neus’ eruitziet, maar dat is daarom niet de ideale neus voor jouw gezicht.

    FOTO'S: Rob Stevens

    Campuskrant, maandelijks tijdschrift van de KU Leuven Een realisatie van de NieuwsdienstHoofdredactie Sigrid Somers, Reiner Van Hove | Redactie Pieter-Jan Borgelioen, Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Rob Stevens, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen | Medewerkers Katrien Bollen, Tine Danschutter, Julia Nienaber, Sarah Somers, Anke Vander Elst, Inge Verbruggen | Freelancers  Tine Bergen, Katrien Steyaert | Redactieadres Naamsestraat 22, bus 5002, 3000 Leuven, T 016 32 40 13, [email protected] | Adreswijzigingen Alumni Lovanienses, Naamsestraat 22, bus 5601, 3000 Leuven, [email protected] | Grafisch ontwerp Jansen & Janssen, Gent | Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen | Fotografie Rob Stevens, Filip Van Loock | Cartoons Joris Snaet | Illustraties Gudrun Makelberge | Reclameregie Inge Verbruggen, T 016 32 40 15, [email protected] | Oplage 29.600 ex. | Drukwerk Eco Print Center, Lokeren. Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie. | Verantwoordelijke uitgever Jos Vaesen, Naamsestraat 22, bus 5000, 3000 LeuvenCopyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.Het volgende nummer van Campuskrant verschijnt op 21 december.

    COLOFON

    PATIËNT EN CHIRURG OP ÉÉN LIJN DANKZIJ 3D-MODEL VAN NEUS

    Alle neuzen in dezelfde richting

    In een eerste stap wordt een 3D-scan van

    het gezicht ingeladen (afbeelding bovenaan de

    pagina). Daarop duidt de arts 'landmarks' aan,

    zoals de kaakbenen en ooghoeken. Het

    algoritme berekent vervolgens een

    natuurlijke neus voor het gezicht (onderste

    afbeelding rechts), die de arts via een aantal

    parameters nog kan bijstellen.

    © KU

    Leuv

    en

    E

    © KU

    Leuv

    en

  • CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016ONDERZOEK06

    ls je binnenkomt in het mor-tuarium moet je, net als po-litici, je geweten achterlaten

    aan de kapstok. Die raad gaf Luikenaar Philippe Boxho aan zijn collega-foren-sisch artsen. Wim Develter, verbonden aan UZ Leuven, geeft Boxho helemaal gelijk. “Er zijn altijd gevallen die je ra-ken, maar over het algemeen doet het me weinig als ik een lijk ontleed. Zelfs als het een kind is, gebruik ik mijn scalpel en pincet zoals altijd. Vergeet niet dat wij de mensen op onze tafel niet kennen. Wij vragen ons niet af ‘Had hij broers of zussen?’ maar ‘Wat is er gebeurd bij het overlijden? Klopt het verhaal dat daar-over opgehangen wordt?’”

    Was dat ook de drijfveer van Edmond Locard?Wim Develter: “Daar ga ik vanuit. Ik hoorde voor het eerst over hem tijdens mijn studie, toen professor Wim Van de Voorde vertelde over deze arts uit Lyon en zijn bekende exchange principle. Lo-card zei dat er bij een misdrijf altijd een uitwisseling van sporen plaatsvindt tus-sen alle actoren: de dader, het slachtof-fer en de omgeving. Hoe vroeger je de plaats delict bezoekt om die sporen op te pikken, hoe sneller je de ware toedracht kunt aantonen.”

    Dat was destijds een nieuw idee?“Ja. We schrijven begin 20ste eeuw. Toen gebruikten ze nog het primitieve woord-tegen-woord-principe. In het ge-val van een moord was er alleen het woord van de dader en de rechter moest oorde-len of dat waar was of niet. Locard wilde daarvan af en pleitte voor materiële be-wijsvoering. In die zin is hij de godfather van de forensische wetenschappen.”

    Welke technieken had hij ter beschikking?

    “Zijn grote kracht was zijn veelzijdig-heid. Hij gebruikte zowel toxicologie en plantkunde – hij was een expert in schimmels – als grafologie, de analyse van handschriften. In zijn tijd werkte men al met vingerafdrukken, maar dan alleen voor iets als het volksregister. Lo-card was één van de eersten die de brug maakten tussen wetenschap en justitie, en dat is zijn grote verdienste. Door zijn bre-de kennis kon hij een zaak opentrekken en soms zelfs behoorlijk freewheelen.”

    Kan dat nu nog?“Nee. Tegenwoordig is alles meer geregle-menteerd. Er valt veel te zeggen voor Lo-cards autonomie, maar soms ontspoorde hij ook. Zo durfde hij louter op basis van de kleur van bloed, dat teruggevonden werd bij het slachtoffer en op de kle-dij van de verdachte, die verdachte met zekerheid schuldig verklaren. Dat kan vandaag niet meer, tenzij de DNA-analy-se dit volledig onderschrijft. DNA en IT zijn de twee voornaamste hulpmiddelen waarvan Locard zich niet kon bedienen, en wij vandaag wel. Ze helpen ons enorm vooruit. Voor de rest zijn de principes de-zelfde gebleven: ga ter plaatse, analyseer de sporen en onderzoek het lichaam.”

    Georges Simenon zou een van Locards lezingen hierover bijgewoond hebben?“Klopt. Zijn lezingen in Lyon waren be-roemd. Hij was dan ook een fenomenaal redenaar en charmeur. Dat bewonder ik nog het meest aan hem: dat hij zo’n homo universalis was. Hij was niet alleen afgestudeerd als arts, maar had ook een baccalaureaat in wijsbegeerte en letteren. Hij speelde toneel, was kunstpromotor, wijnliefhebber en had een enorme post-zegelverzameling.”

    “Tussendoor voedde hij nog twee kin-deren op – geen idee hoe hij dat gedaan heeft. Zijn dochter Denise spreekt trou-

    Het moeten niet elke dag autopsies zijn. En dus kneep ge-rechtsarts Wim Develter er enkele dagen tussenuit. Voor het Canvas-programma De herontdekking van de wereld reisde hij in de voetsporen van Edmond Locard, de godfather van de forensische geneeskunde. “Hij was zo’n genie dat hij werd bewonderd door rechters én misdadigers.”

    TEKST: Katrien Steyaert | FOTO: Rob Stevens

    A

    Edmond Locard:

    Pionier, genie en charmeur

    GERECHTSARTS WIM DEVELTER OVER DE GRONDLEGGER VAN DE FORENSISCHE WETENSCHAPPEN

    Geoloog Rudy Swennen is gepassioneerd door gesteenten en kan geen natuurstenen vloer passeren zonder naar de grond te staren. “Die beroepsmisvorming heeft al voor onge-makkelijke situaties gezorgd, in luchthavens bijvoorbeeld.”

    Rudy Swennen onderzoekt wereldwijd in bergen en groeves gesteente dat gelijkenis vertoont met olie- en gasvelden in de ondergrond. Meestal gaat het om natuursteen die ook voor vloeren of gevels wordt gebruikt. Die tegels zijn dus dank-baar studiemateriaal voor een geoloog, al levert dat weleens problemen op. “In de luchthaven van Tirana in Albanië zag ik in de vloersteen aders die andere structuren doorkruisten”, vertelt Swennen. “Na een tijdje ging ik op mijn knieën zitten om detailfoto’s te nemen – die gebruik ik in mijn lessen. Bij de tiende foto kwam de poli-tie me halen en moest ik in een verhoorkamer uitleggen wat ik aan het doen was. Hetzelfde is me overkomen in een Italiaanse luchthaven: daar zag ik in de witte kalksteen naast bruinzwarte olievlekken ook fossielen zitten.”

    Gelukkig vormt de beroepsmis-vorming van Swennen op de mees-te plaatsen geen probleem: “Ik kan geen kerk, hotel of historisch gebouw binnen-stappen zonder naar de gebruikte materialen te kijken. De natuursteen van een oude trap, vloer of gevel is meestal afkomstig uit de buurt, dus je krijgt meteen een zicht op de geologische geschiedenis van de streek. Denk maar aan de kalksteen in de Ardennen.”

    Swennen gidst ook natuursteenwandelingen door steden. “Als je de kans hebt, ga dan zeker eens kijken naar de rode natuursteen van de gro-te trap in de Universiteitshal in Leuven. Die is rood omdat de bacteriën in het gesteente 375 miljoen jaar geleden het ijzer in de steen geoxi-deerd hebben.”

    Elke natuursteen uit de doe-het-zelfzaak vertelt je dus zijn levens-loop, legt Swennen uit. “Zwarte natuursteen heeft bijvoorbeeld vaak bruine vlekken: dat zijn tekenen van een mineraaltransformatie. Met andere woorden: dat materiaal is ooit veranderd door een reactie met een bepaalde vloeistof. Dat proces maakt ook gaatjes in de steen. Interessant voor een geoloog, want die kanaaltjes kunnen elders in de ondergrond mettertijd gevuld raken met water, olie of gas.”

    Hoe sijpelt wetenschap door in het leven van de onderzoeker?

    Natuursteen wordt vaak verkeerd gebruikt, volgens Swennen. “Sommige natuurstenen tegels hebben een mooi patroon met zwarte slierten. Maar architecten beseffen meestal on-voldoende dat zo’n patroon het materiaal net minder geschikt maakt als vloer- of gevelsteen. Wat er in die mooie structuren zit, kan reage-ren met poetsmiddelen of uitzetten en krimpen met weer en wind. En dan krijg je verkleuringen, barstjes of woekerende algen of bacteriën. De witte façadesteen van het Leuvense Museum M, bijvoorbeeld, vertoont een patroon van struikjes: dat is kalksteen, aangemaakt door bacteriën, met

    talrijke gaatjes waarin vuiligheid zich kan opsta-pelen en waarin bacteriën en algen hun intrek kunnen nemen. Ik wed dat ze die gevel over tien jaar moeten laten reinigen.”

    De mooiste vondsten zijn voor Swennen stenen met fossielen. “In Noord-Italië heb je een geologische laag vol am-monieten, zeedieren met grote spiraalvormige schelpen die honderden miljoenen jaren gele-den leefden. In een Italiaanse groeve wordt die laag ontgonnen voor tegels. Als ik in een gebouw kom en ik herken die geologische laag, ga ik ze-ker op zoek. Af en toe bots je dan op een mooie doorsnede van zo’n ammoniet. Zeer mooi en waardevol, ook letterlijk, want voor zo’n fossiel wordt 500 tot 600 euro neergeteld. En meestal beseffen de eigenaars dat niet eens. Wat uiter-aard niet betekent dat ik het fossiel uit de vloer ga kloppen!”

    Op de knieën voor natuursteen

    Rudy Swennen:

    Ik kan geen kerk, hotel of historisch gebouw

    binnenstappen zonder naar de gebruikte

    materialen te kijken.

    TEKST: Ilse Frederickx | ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge

  • INTERVIEW 07CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

    toonde objectief aan dat ze er in zestig procent van de gevallen naast zaten met hun beweringen. Maar hij hield de wichelaars wel te vriend, zei dat het bovennatuurlijke ook een plaats had. Dat is een stuk van zijn genialiteit: wat hij niet kon verklaren, liet hij open. Hij was niet halsstarrig. Dat typeert een echte wetenschapper.”

    ‘De herontdekking van de wereld’, vanaf maandag 28 november op Canvas. De aflevering met Wim Develter is gepland voor 19 december.

    wens nog altijd op een bijna vergodde-lijkende manier over haar vader. In 1910 richtte die het eerste politielaboratori-um op met alleen een bunsenbrander en een monocle-microscoop. Hij kreeg ook twee champetters toegewezen die hij omschoolde tot laboranten. Bij zijn dood in 1966 had hij talloze assistenten en was zijn lab een school met wereld-faam geworden.”

    Hij liet ook een bijzonder skelet na.“Klopt, dat van een topgangster uit die tijd. Net voor de guillotine hem ont-

    hoofdde, eiste die dat zijn skelet in Lo-cards kantoor zou staan omdat hij zo on-der de indruk was van zijn ontmaskering. Locard had zo slim en objectief bewijzen aangebracht dat de crimineel tot volledi-ge bekentenissen was overgegaan.”

    Het hoeft dus niet te verwonderen dat u in het spoor van dit genie wilde reizen?“De makers van het Canvas-programma De herontdekking van de wereld gingen op zoek naar helden van wetenschappers. Ze hadden nog nooit van Locard gehoord,

    terwijl hij niet alleen een pionier was in ons vakgebied, maar ook aan de basis lag van de decodering van de Duitse codes in Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog. En hij was de man bij wie de oprichters van de FBI begin jaren dertig stage lie-pen. Hij wist zichzelf zeer goed te verko-pen en dat maakt hem zo knap.”

    Hoe ervaarde u de opnames?“Als zeer vermoeiend, maar ook zeer verrijkend. Zo wist ik helemaal niets van Locards contacten met wichelaars. Hij bleek een ambigue relatie met hen te heb-ben. Hij ensceneerde criminele cases en

    Is er geen hoop op beterschap?“We hadden gedacht dat minister van Justitie Koen Geens ons eindelijk zou erkennen, maar sinds zijn bespa-ringswoede hebben we niets meer van hem gehoord. En dus blijft het zwaard van Damocles boven ons hoofd han-gen. Pas op, inhoudelijk heb ik nog geen minuut spijt gehad van mijn keuze. In mijn job komt alles samen: anatomie, toxicologie, antropolo-gie. Toen ik mee de slachtoffers ging identificeren van de tsunami in 2004 of van de ramp met de MH17 tien jaar later was dat zwaar, maar ook enorm boeiend.”

    Hebt u deze fascinatie altijd gehad?“Van kindsbeen af ben ik geïntrigeerd door de dood. Als ik een mus of een kat zag die gestorven was, wilde ik bin-nenin die beesten kunnen kijken om te zien waar het was misgegaan. Dat is nog altijd de essentie van ons vak: wij geven de doden hun laatste woorden. Daarvoor doe ik het.”

    Toen ik mee de slachtoffers ging identificeren van de tsunami in 2004, of van de ramp met de MH17 tien jaar later, was dat zwaar, maar ook enorm boeiend.

    “ Geen enkele vorm van erkenning”

    Wim Develter met het portret van zijn ‘held’ Edmond Locard:

    “Een topgangster eiste dat zijn skelet in Locards kantoor zou staan, omdat hij zo onder de indruk was van hoe hij hem ontmaskerd had.”

    “Wat sinds Locards tijd niet veranderd is, is het moeten zeuren om geld”, zegt Wim Develter. “Locard kon zijn werk alleen maar doen omdat hij uit een rij-ke familie stamde. Voor zijn expertises rekende hij goed door, zeker toen hij veel aanzien begon te krijgen, maar de staat betaalde hem nooit een loon uit.”

    Is het vandaag even erg gesteld?“Absoluut. Als gerechtsartsen onder-zoeken wij ook levende slachtoffers van misbruik en nemen we testen af bij mensen om te zien of ze rij-ongeschikt moeten worden verklaard. Justitie vraagt ons expliciet om die analyses, maar heeft er sinds juni vorig jaar niet meer voor betaald.”

    “Er is ook een gigantisch hiaat in de Belgische wetgeving waardoor de fami-lie geen autopsie kan aanvragen tenzij er inmenging van derden wordt vermoed of tenzij het slachtoffer in het ziekenhuis overleed. Maar die familie en wij zitten vaak met vragen. Neem nu jongvolwas-senen die tijdens het sporten plots over-lijden. Als daar getuigen bij zijn, vervalt voor Justitie de optie van ‘inmenging door derden’ en vragen ze geen verder onderzoek. Dan moeten wij dus knok-ken om een autopsie te mogen doen, ook al willen alle betrokkenen weten waaraan die persoon is gestorven. Er zit dus iets serieus scheef. Sinds ik begonnen ben in 2003 heb ik de situatie alleen maar slech-ter zien worden.”

    Waarom ziet Justitie dat niet in?“Ik hoorde ooit een Brusselse magistraat opgetogen zeggen dat de criminaliteit gedaald was sinds hij minder wetsart-sen aanstelde. Zijn frank viel niet dat die daling precies te wijten was aan het feit dat er minder onderzocht werd. Hij rede-neerde puur economisch – zeer pervers.”

    Onlangs schreef De Standaard dat we eigenlijk geen idee hebben waaraan onze bevolking overlijdt. “Dat is al even bizar. We leven in een samenleving waar we koste wat kost de waarheid willen kennen, maar we stop-pen met zoeken zodra iemand dood is. Het aantal klinische autopsies is in vrije val en daardoor weten we in meer dan de helft van de gevallen niet waaraan we doodgaan. Hartaderbreuk? Dat bestaat wetenschappelijk gezien niet eens. Maar heel onze gezondheidszorg en preventie gaat daar wel vanuit.”

    Ondanks alles werkt u voort?“Iemand als Locard inspireert me, vooral dan zijn inventiviteit en doorzettingsver-mogen. Wij maken hier lange dagen. Ze-ventig procent van ons werk speelt zich na negen uur ’s avonds af, als we worden opgeroepen voor een plaatsonderzoek, bijvoorbeeld bij iemand die zich verhan-gen heeft. De dag erop hebben we geen recup, en dat vreet. Je moet weten dat ons team gemiddeld vijfhonderd plaatson-derzoeken per jaar uitvoert.”

    © KU

    Leuv

    en | R

    ob St

    even

    s

  • PORTRET08

    at Herman Nys rechten zou doen, stond niet in de sterren geschre-ven. "Voortstuderen zelf wel, daar-

    voor zorgden een paar inspirerende leraren bij de jezuïeten in Turnhout.”

    “De universiteit leefde in de jaren 60 in een beladen klimaat. In de humaniora hadden we een uitstap naar Parijs gemaakt. Ik herinner me nog de traangasgeur in de metro van de studen-tenbuurt. Toen ik in 1969 naar Leuven trok, hing daar ook een zekere spanning in de lucht, het was een tijd waarin veel gebeurde. De dingen veranderden snel.”

    “Het was voor een deel door de liefhebben-de druk van mijn vader dat ik rechten was gaan doen. Kwam het doordat dat aansloot bij zijn eigen wereld? Hij was veldwachter, eerst in Zoerle-Parwijs, en later, toen ik opgroeide, in Vosselaar bij Turnhout. Ik heb me de studiekeu-ze nooit echt beklaagd, maar een inhoudelijke voltreffer vond ik mijn eerste jaren toch niet. De meeste vakken stonden zo ver af van wat ik be-schouwde als ‘de praktijk’. Dat veranderde wel in eerste licentie.”

    Onbekend terreinEen trieste familiale gebeurtenis had ook een grote impact op de jonge Herman Nys. “Mijn oudste broer was ziek geworden, een agressie-ve kanker. Na drie maanden overleed hij. Hoe droef dat ook was, er zat voor mij langs een om-weg toch ook iets positiefs in, begreep ik later. Ik had bij mijn vele bezoeken aan mijn broer immers de ziekenhuisomgeving goed leren ken-nen. Er bleek een Centrum voor Ziekenhuiswe-tenschappen te bestaan, waarin ook een biblio-theek te vinden was over ziekenhuizen en hun link met het recht. Dat was onbekend terrein voor me, en ik stond er blijkbaar voor open.”

    “Alleen was er het probleem: wie had daar als prof iets mee te maken? Bij geneeskunde werd wel een vak ‘deontologie’ gegeven, maar daar hield het op. Bij rechten was bijna niemand in de materie geïnteresseerd. Om me echt in te wer-ken, moest ik naar het buitenland, naar Neder-land en Groot-Brittannië.”

    “Wijlen professor Roger Blanpain begeleid-de daarna mijn doctoraat. Maar ik moet vooral de rol van toenmalig rector Pieter De Somer en professor Roger Dillemans vermelden, die inza-gen dat geneeskunde meer was dan wat artsen deden. Zij moedigden me dan ook aan het geko-zen spoor verder te verkennen. Toen ik in 1981

    een benoeming bij het FWO kreeg, was dat een stap in het onbekende: ik wilde wel, maar zou het academisch levensvatbaar zijn? Pas na jaren onzekerheid bleek dat het geval te zijn.”

    TrotsNys is er trots op dat hij de discipline medisch recht mee op de kaart heeft helpen zetten. “Ik heb er veel over gepubliceerd, eerst artikelen in de klassieke tijdschriften, en gaandeweg bouw je dan een eigen niche uit. In 1989 was ik benoemd, maar bij Geneeskunde, niet in de Faculteit Rech-ten. Nu, ik kon me daar niet druk om maken. En het was me intussen ook duidelijk geworden dat ik búiten de academische sfeer niet zou aar-den: onder het gezag van een baas werken lag

    me niet, zelfs niet in een ziekenhuis, zoals ik een jaartje geprobeerd heb. Ik had mijn zelfstandig-heid nodig.”

    “Ook al was ik een jurist, ik heb me heel goed thuis gevoeld bij Geneeskunde. Ook de studen-ten waren erg geïnteresseerd in het vak. Met Paul Schotsmans, sinds vorig jaar emeritus, heb ik ook het Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht draaiende gehouden. Erg boeiend, en de opvolging is heel goed verzekerd.”

    “Ik heb me altijd vooral onderzoeker gevoeld, ook nu nog. Onderwijs was zeker geen detail, maar ik heb nooit een heel zware lesopdracht gehad. Dienstverlening kwam er natuurlijk ook bij: ik heb veel bestuursfuncties, in ziekenhuizen en woonzorgcentra. Daarnaast heb ik ook jaren als adviseur op kabinetten gewerkt, onder an-dere bij Wivina Demeester en Jo Vandeurzen.”

    “Het initiatief van heel veel bepalingen in het medisch recht komt trouwens van parlementsle-den. Dat betekent dat toetsing door de Raad van

    State niet verplicht is. Bij regelgeving door de re-gering is die verplichting er wel. En dat verschil zie je, jammer genoeg. Dat leidt dan tot vele ‘re-paratiewetten’. De hoeveelheid wetgeving neemt daardoor snel toe. En ook de geneeskunde en de zorgsector zelf zijn natuurlijk erg complex. Bovendien is het medisch recht meer interdis-ciplinair geworden, en ook de internationalise-ring gaat snel. ”

    EmoZijn er episodes waar de kerverse emeritus met minder trots op terugkijkt? “Tja, lastige vraag. Ik houd het dan bij wat er gebeurd is in 2005. Ik was al een tijd voorzitter van de VAPL, de professorenvereniging. Ik had me geprofileerd in de debatten rond enkele hervormingen, en ik vernam dat nogal wat collega’s, vooral in de Faculteit Geneeskunde, het wel zouden waarde-ren als ik kandidaat-rector zou worden. Als je je smijt voor zoiets, heb je toch altijd de bedoeling te winnen of het zo goed mogelijk te doen. Maar de stemmen bleken anders te liggen dan mijn omgeving en ik vermoedden. De eerste ronde (waarin hij afviel – red.) voelde dan ook aan als een nederlaag.”

    “Maar zo’n kater gaat gauw weg, en ik houd er zeker geen rancune aan over. Ik dénk, als ik nog wat jaren fulltime zou werken, dat ik me zelfs opnieuw kandidaat zou willen stellen – maar dan met slechts één programmapunt: de rector-verkiezing afschaffen … De universiteit is een zodanig technisch en complex geheel geworden dat je het bestuur niet moet laten afhangen van de wisselvalligheden van een verkiezing. Maar goed, back to reality.”

    “Ik ben emeritus nu. Ik geloof niet dat dat zo’n geweldige verandering zal betekenen. Of mis-schien toch wel een beetje. Twee dagen na mijn emeritaatsviering kwam ik aangereden op de parking – en mijn parkeerkaart bleek niet meer te werken. Even later ondervond ik dat mijn te-lefoonnummer geschrapt was uit de Wie-is-Wie. Dat zijn maar technische details, maar het is mis-schien aan dergelijke dingen dat je voelt dat je administratief een beetje verwijderd wordt. Dat is dan maar zo, het geldt voor iedereen. Ik voel me in elk geval nog heel goed in wat ik doe. Ik blijf een vak geven – en dus ben ik een emo, een emeritus met opdracht. Ik blijf adviezen schrij-ven voor de wetgevende wereld. Echt grote ver-anderingen zie ik niet. Al zal ik dat misschien wel anders ervaren als ik binnenkort opa word.”

    Een prille emeritus blikt terug op wat voorbij is en trekt lessen uit een loopbaan.

    “ Het voelt goed je eigen vakgebied te kunnen maken”

    © KU

    Leuv

    en | R

    ob St

    even

    s

    Medisch recht bestond nauwelijks toen Herman Nys (65) er zich tijdens en na zijn studie in ging specialiseren. Ook nu nog is het een ‘lastige’ discipline, voortdurend in beweging. De jonge emeritus heeft er net een kanjer van een handboek over gepubliceerd: “Mooi, maar eigenlijk is het nu alweer verouderd.” Ludo Meyvis

    EMERITUS EVANGELIE

    D

    Als ik nog fulltime zou werken, zou ik me

    opnieuw kandidaat stellen voor rector – met slechts één

    programmapunt: die verkiezing afschaffen.

    Welk boek ligt er op uw nachtkastje? “Ik lees momenteel afwisselend Het gestolde land. Een economi-sche geschiedenis van België van Erik Buyst en Kristof Smeyers, heel boeiend en bijzonder actu-eel, en De verslagenen. Waarom de Eerste Wereldoorlog nooit is opgehouden 1917-1923 van Ro-bert Gerwarth.”

    Waar luister je in de auto naar? “Altijd Klara – behalve de praatprogramma’s: dan draai ik een cd, klassiek, maar ook wel Dylan.”

    In welk jaar zou je graag wat tijd doorbrengen? “Liefst in het jaar 1815, omdat het Verenigd Koninkrijk der Neder-landen mij zo fascineert.”

    Als 2017 een beter jaar moet worden dan 2016, wat hebben we dan vooral nodig? “Een beter openbaar vervoer.”

    Welke goede raad heeft u voor uw opvolger? “Geen, want hij heeft die niet nodig.”

    Op de man af

  • NIEUWS 09CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

    MouwObesitaschirurgie of bariatrische heel-kunde omvat ondertussen een heel gamma van ingrepen. “Een eerste type vermindert vooral de inname van voedsel, door de maag te verkleinen. Een maagring of -band is waarschijn-lijk het meest gekend, maar komt niet zo vaak meer voor. Tegenwoordig maakt de chirurg een sleeve: de maag wordt deels dichtgeniet tot een mouw-vormig stuk. Bij een tweede type van bariatrische ingrepen kan het lichaam naast minder voedsel innemen ook minder voedingstoffen opnemen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een maagbypass.”

    Welke ingreep er ook plaatsvindt, ze heeft sowieso gevolgen voor de voe-ding en nutritionele status. “Na zo’n ingreep eet je minder en anders. Je li-chaam heeft meer moeite om sommi-ge stoffen op te nemen. Obesitaschi-rurgie betekent dus sowieso al een risico op een tekort aan vitaminen en micronutriënten, zoals ijzer. Als je zwanger bent, wordt je lichaam dan nog eens extra belast. Dat kan scha-delijk zijn voor moeder en kind. We waren dan ook bezorgd om de nutri-tionele status van dergelijke vrouwen, en uit mijn onderzoek bij een zestig-tal vrouwen blijkt dat die inderdaad slecht is. Helaas is dat niet zo makke-lijk op te lossen met supplementen. Er is nog meer onderzoek nodig: werkt een bruistablet beter dan een pilletje of een injectie, enzovoort. Zwangere vrouwen die obesitaschirurgie onder-gaan hebben, moeten alleszins goed opgevolgd worden.”

    AngstEen andere zorg is de mentale gezond-heid: “Zwangere vrouwen die obesi-taschirurgie achter de rug hebben, zijn angstiger dan zwaarlijvige moeders-in-spe die geen ingreep ondergingen – en die op hun beurt al angstiger zijn dan zwangere vrouwen met een nor-

    maal gewicht. Hoe meer kilo’s vrou-wen kwijt zijn geraakt na een ingreep, hoe angstiger ze zijn. Waarom weten we nog niet precies, met hun voeding heeft het alleszins niets te maken. We vermoeden dat vrouwen bang zijn voor de extra kilo’s die de zwanger-schap met zich meebrengt, en dat ze bezorgd zijn over de gezondheid van de baby. Wie zwanger wordt na obe-sitaschirurgie moet dus ook psycholo-gisch goed opgevolgd worden.”

    In haar onderzoek analyseerde Jans ook de samenstelling van de moe-dermelk. “Omdat de combinatie van obesitaschirurgie en zwangerschap de kans op nutritionele tekorten bij de toekomstige moeder al vergroot, was de vraag of de moedermelk dan wel voldoende voedingsstoffen bevat. We hebben stalen onderzocht, van de geboorte tot zes weken na de beval-ling. Verrassend genoeg blijkt Moe-der Natuur voor bescherming te zor-

    VOEDINGSPROBLEMEN EN ANGSTGEVOELENS VRAGEN OM BEGELEIDING

    Zorgeloos zwanger na obesitaschirurgie?

    © Gu

    drun

    Mak

    elber

    ge

    vervolg van P.01

    Goele Jans:

    Eigenlijk mag je vrouwen na obesitaschirurgie niet meer loslaten. Veel vrouwen hervallen in slechte eetgewoontes. Sommigen steken hun frieten in de blender om ze toch nog te kunnen eten.

    Steun het goede doel met je kerstwensen! Koop je kerstkaarten in de KU Leuven-shop. De opbrengst gaat naar het Kinderziekenhuis UZ Leuven.

    University Shop Naamsestraat 22

    3000 Leuven

    www.kuleuven.be/shop

    gen: de samenstelling van de melk is niet problematisch bij vrouwen na obesitaschirurgie. Goed om weten, want deze vrouwen zijn net minder geneigd om borstvoeding geven. We moeten borstvoeding bij hen dus meer aanraden: het helpt henzelf om weer sneller af te vallen na de beval-ling en het beschermt de baby ook tegen obesitas op latere leeftijd.”

    BemoedigendVoor zeer obese vrouwen met een kinderwens blijkt obesitaschirur-gie dus zeker een optie. “Na zo’n ingreep is het risico op bijvoorbeeld een miskraam of zwangerschaps-diabetes ongeveer even groot als bij vrouwen met een normaal gewicht. Ik heb zelf een vrouw met een BMI van 60 opgevolgd. Een jaar na de in-greep was ze zwanger, toen met een BMI van achteraan in de 30, en ze is bevallen van een gezond kindje. Dat is een bemoedigend voorbeeld: met ongeveer 12.000 bariatrische in-grepen per jaar in België, zullen we meer en meer zwangerschappen na obesitaschirurgie krijgen.”

    Maar het vergt wel een zeer strik-te opvolging: “En dat van voor de obesitasoperatie tot na de bevalling, en door een multidisciplinair team: de chirurg, de verloskundige, de in-ternist, maar ook de diëtist en de psycholoog. Zo’n grondige opvol-ging van levensstijl, nutritionele sta-tus en mentale gezondheid gebeurt nu nog te weinig. Eigenlijk mag je die vrouwen na de obesitaschirur-gie niet meer loslaten. Het is een heel kwetsbare groep: veel vrouwen hervallen in slechte eetgewoontes – sommigen steken hun frieten in de blender om ze toch nog te kunnen eten ondanks hun ingreep. En ve-len hebben moeite om trouw hun therapie te volgen – elke dag hun supplementen innemen bijvoor-beeld. Maar mits goede begeleiding hoeven obesitaschirurgie en een ge-zonde zwangerschap elkaar dus niet uit te sluiten.”

  • 10 CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016MAATSCHAPPIJ

    LUTOPIALeuven anno 2116

  • 11CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016 MAATSCHAPPIJ

    Hoe zou Leuven er over honderd jaar uit moeten zien? In het kader van het feestjaar rond 500 jaar Utopia boog een interdisciplinaire Metafo-rum-werkgroep zich over die vraag, en huiscartoonist Joris Snaet ging er voor Campuskrant mee aan de slag. “De zep-pelins zijn Joris’ artistieke vrijheid”, zegt professor Hilde Heynen, die het project coördineerde. “Maar voor de rest her-ken ik veel elementen van ons ‘Lutopia’ in de tekening.”

    De skyline van Lutopia wordt geken-merkt door hoogbouw: “De verkave-lingen rond Leuven zijn omgevormd tot natuurgebied, bossen en akkers. In de – uitgebreide – stad zelf wonen er in 2116 drie keer meer mensen dan nu, zo’n 300.000. Vandaar dat de be-staande woningen meerdere extra bouwlagen hebben gekregen of ver-vangen zijn door appartementen. In de gevels, raampartijen en daken zijn energieproducerende zonnecellen on-zichtbaar verwerkt.”

    Anno 2116 is een temperatuurstijging van 2 graden Celsius helaas een feit: “Dat zorgt voor meer hevige neerslag, maar tegelijk ook langere periodes van droogte. Dankzij waterdoorlatende

    bestrating en greppels wordt het he-melwater opgevangen en opgeslagen in ondergrondse reservoirs.” Ook fre-quente hittegolven zijn een gevolg van de klimaatverandering: “Lichtgekleur-de straten en gevels, en groendaken, moeten oververhitting tegengaan.”

    In het historische centrum werden parken aangelegd en bomen geplant, en binnengebieden van bouwblok-ken werden omgevormd tot tuin. “Ik zie dat Joris ook een aantal koeien heeft getekend – ook voor kleinscha-lige landbouw is plaats in Lutopia.” Auto’s zijn dan weer niet welkom, op urgentievervoer en – zeer beperkt – goederentransport na. Alle verkeer is uiteraard elektrisch en zelfrijdend. On-dergrondse parkeergarages werden omgevormd tot automatische fietsen-stallingen of akoestisch geïsoleerde feest- en concertzalen. “Joris heeft de Oude Markt overdekt, zie ik. In Lutopia wordt inderdaad vrijer omgegaan met monumenten, een dergelijke architec-turale ingreep vlak naast de Universi-teitshal is geen probleem.” (ivh)

    © Jo

    ris Sn

    aet

    Het boek ‘Lutopia. Stad van de toekomst’ is verschenen bij Polis.

  • CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016MAATSCHAPPIJ12

    et was schrikken toen op 15 juli enkele tanks de bruggen over de Bosporus bezetten in

    de Turkse metropool Istanbul. Turkije, fa-voriete vakantiebestemming van zoveel Eu-ropeanen, trouwe NAVO-partner ook, en al bij al een stabiele rots voor de poort van wespennest Syrië en het Midden-Oosten.

    De militaire coup was snel bedwongen, en president Erdogan antwoordde met on-geziene furie. Vooral de kemalisten moesten eraan geloven, de aanhangers van Mustafa Kemal Atatürk die in 1923 de seculiere Turk-se staat had gesticht. Maar ook iedereen met een lijntje naar prediker Fethullah Gülen, voorheen bondgenoot van Erdogan, nu in ballingschap in de VS en volgens Erdogan het brein achter de coup.

    “Ik had zo’n coup eerlijk gezegd niet meer voor mogelijk gehouden, maar met zijn overdreven tegenreactie schiet Erdogan zichzelf nu toch in de voet”, zegt Duitsland- en Turkijekenner Dirk Rochtus. Onlangs verscheen van zijn hand Turkije. De terug-keer van de Sultan, waarin Rochtus verleden en heden van het land overschouwt. Roch-tus zelf werd gebeten door Turkije toen hij begin jaren 80 in Bonn studeerde. “Ik had er Turkse studievrienden met wie ik de hele tijd discussieerde over de politieke toestand in het land: ook toen had het leger er een staats-greep gepleegd.”

    “Sindsdien ben ik zelf geregeld in Turkije geweest. Maar ik denk niet dat het raadzaam zou zijn om er nu naartoe te reizen, nu ik net een boek met de titel De terugkeer van de Sultan uit heb.”

    Is de situatie echt zo erg?Dirk Rochtus: “Je kan toch beter voorzich-tig zijn. Al geloof ik niet dat ik echt op een zwarte lijst sta: ik kreeg onlangs nog een uit-nodiging in de bus voor een receptie op het Turkse consulaat (lacht).”

    De recente Turkse geschiede-nis is er een van coup na coup, lezen we in De terugkeer van de Sultan. Kwam 15 juli voor u als

    een verrassing?“Toch wel. Ik dacht dat Erdogan de kemalis-tische officieren ondertussen wel voldoen-de ‘weggezuiverd’ had. De coup was dan wel snel voorbij, maar zelfs dát het nog tot een poging kon komen, hield ik niet meer voor mogelijk.”

    “Dit boek is – of wás – een beperkte ac-tualisering van mijn vorige boek uit 2011, Turbulent Turkije. Na de coup heb ik het toch nog grondig moeten herschrijven. De grondtoon in Turbulent Turkije was nog dat het land langzaam opschuift naar een auto-ritair systeem: hier een beetje knabbelen aan de persvrijheid, daar wat beknibbelen op de rechtspraak. Van dat ‘langzaam’, dat ‘sluipen-de’ is nu geen sprake meer. Het is niet meer oppositie pesten, we zijn goed op weg naar een éénpartijregime. Erdogan is bezig al zijn tegenstanders systematisch uit te schakelen – de Gülenisten, de koerdische nationalis-ten, en de kemalisten, of wat daar nu nog van overschiet. Hij overreageert enorm. In mijn boek noem ik het ‘putsch wederom putsch’.”

    Erdogan noemt de Europese Unie hypocriet in haar kritiek. Ook Frankrijk riep de noodtoe-stand uit na de aanslagen daar, zegt hij. Bovendien is hij een echte democraat, hij is tenslotte eerlijk tot president verkozen.“Klopt, Erdogan is verkozen, en zijn partij heeft momenteel zelfs de absolute meerder-heid, maar hoe heeft hij die ook behaald? In 2015 waren er twee keer parlementsverkie-zingen. De eerste keer greep Erdogans partij, de AKP, naast de absolute meerderheid die hij ambieerde om zijn presidentiële macht uit te breiden. De maanden erop waren er verschillende bomaanslagen, er heerste angst en terreur. En in dat klimaat schreef Erdogan nieuwe verkiezingen uit. ‘Geef me je stem, en ik zorg voor stabiliteit,’ beloofde hij. En deze keer haalde hij wél de absolu-te meerderheid.”

    “Als er nu, na de repressie, nog verkiezin-gen zijn, is er dan nog enige garantie dat die min of meer eerlijk verlopen? Hoe kan dat

    Sinds de mislukte staatsgreep deze zomer zuivert de Turkse president Erdogan zijn land met harde hand van alle dissidentie. Exit hervormer Erdogan, enter sultan Erdogan, schrijft Turkijekenner Dirk Rochtus in zijn nieuwe boek. “Een sultan wil onderdanen, zonder een eigen mening.”

    TEKST: Wouter Verbeylen | FOTO: Bulent Kilic

    H

    Putsch wederom putsch

    ‘ DE TERUGKEER VAN DE SULTAN’: DIRK ROCHTUS OVER TURKIJE NA DE STAATSGREEP

    NIEUW bij Universitaire Pers Leuven

    € 49,50 | ISBN 978 94 6270 079 6 Academici van de KU Leuven schrijven hun

    utopische toekomstdromen neer.

    € 49,50 | ISBN 978 94 6270 093 2Het leven en werk van More, zijn Utopia en de utopische literaire traditie.

    www.upl.be - [email protected]

    +32 (0)16 32 53 45

    500 jaar ‘Utopia’

    Professor Georges De SchrijverEre-gewoon hoogleraar aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen(15/03/1935 – 07/10/2016)

    Professor Johan LewiEmeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen – Departement Computerwetenschappen(22/01/1939 – 08/10/2016)

    Willem GrilletEre-AP aan het Departement Architectuurwetenschappen, Faculteit Ingenieurswetenschappen(09/04/1932 – 16/10/2016)

    Professor Guido DedeneGewoon hoogleraar aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen(07/09/1956 – 23/10/2016)

    De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:

    Memoriamin

    Met een tiendaagse ‘kangoeroemarathon’ heeft de Afdeling Neonatologie van UZ Leuven het belang van huid-op-huidcontact met pasgebo-ren baby’s in de verf gezet. Voor elk uur kan-goeroezorg mochten de ouders een jeton in een spaarpot steken. Zo maakten ze kans op een verrassing. Hilde De Baerdemaeker, meter van het Nicolasfonds voor neonatologie, trok op donderdag 17 november – de internationale dag van het vroeggeboren kind – de namen van drie winnaars uit de pot.

    “Dag en nacht kangoeroezorgen voor prema-ture baby’s kent zijn oorsprong in Colombia”, zegt professor Anne Debeer, neonatoloog in UZ Leuven. “Dankzij het huid-op-huidcontact wor-

    den er jaarlijks wereldwijd duizenden babyle-vens gered. In ontwikkelingslanden heeft kan-goeroezorg soms een levensreddende rol als een couveuse ontbreekt, maar ook binnen de hoog-technologische omgeving van een afdeling ne-onatologie heeft huid-op-huidcontact veel voor-delen. Het werkt helend, vermindert het risico op sterfte en stimuleert de hersenontwikkeling van de baby. Verder is het rustgevend voor de baby én de ouders, en bevordert het hun band.”

    www.uzleuven.be/neonatologie

    Huid-op-huid

    © KU

    Leuv

    en | R

    ob St

    even

    s

  • MAATSCHAPPIJ 13CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

    je zei: Duitsland heeft de Shoah ruim-schoots erkend.”Vorige week drong Turkije aan op vaart rond zijn EU-lid-maatschap, met de Syrische vluchtelingenkwestie als troefkaart. Is Turkije Europees? Kan het dat ooit worden?“Dat is natuurlijk dé vraag. Is Turkije té anders? En is dat dan omdat het mos-lims zijn? Als het christenen waren geweest, zouden we ze dan makkelijker opnemen? Je kan daar niet zomaar ja of nee op zeggen. Je kan niet ontkennen dat de ‘christenheid’ toch een andere kijk heeft op het individu dan de is-lam, op de scheiding van kerk en staat ook. In Turkije primeert het collectieve heel duidelijk op het individu, en dat is niet Europees. Dat je bijvoorbeeld de ‘Turksheid’ beledigt als je de premier beledigt, dat soort zaken gaan er bij ons niet in.”

    “Wat kan dan wel de positie van Tur-kije zijn? Het kan zijn roeping vinden in de regio. In Centraal-Azië kan het een lichtbaken zijn. Turkije is niet achterlijk, en het heeft nu een conservatieve mo-raal, maar het is geen sharia-land. Het is misschien geen Europees land, maar wel een modern land. Turkije heeft het potentieel van een Westerse natie, ten-minste als het nu niet te ver terugzakt.”

    Tot slot: u schreef dit boek met het oog op een breed pu-bliek. Waarom moet Turkije ons interesseren?“Al zeker vanwege zijn nauwe band met Europa, en om zijn strategische ligging. En verder moet élk land in de wereld ons interesseren. Erdogan zelf ketst de kritiek van het Westen af: we moeten ons niet moeien, het gaat om ‘interne aangelegenheden’. Maar iets als ‘interne aangelegenheden’, dat bestaat niet meer in een geglobaliseerde wereld. Mensen-rechten zijn universeel.”

    nog, met een pers die inmiddels volledig onder Erdogans controle staat? Die con-stant zijn visie rondbazuint?”

    Een vergelijking die je soms hoort: Erdogan evolueert naar een soort Turkse Poetin?“Daar lijkt het sterk op. Het regime wordt steeds autoritairder. Er komen de laatste maanden geregeld berichten uit Turkije over mensenrechtenschendingen en fol-teringen. Tweeëntwintig van de opgeslo-ten officieren zijn dood teruggevonden in de cel, ‘zelfmoord’ zogezegd. Rechters en aanklagers zijn massaal opgepakt, en degenen die overblijven, gaan zij nog de moed hebben om onafhankelijk een von-nis te vellen?”

    Vooral de Gülenisten, de vol-gers van prediker Fethullah Gülen, zijn opgejaagd wild. Zit hij volgens u achter de coup?“Waarschijnlijk zullen er wel sympathie-

    en en connecties zijn. Maar zelfs als dat bewezen wordt, dan nog veroordeelt Er-dogan zonder onderscheid. Iederéén is verdacht: de leraren op Gülen-scholen, zelfs mensen die gewoon een rekening hebben bij een Gülen-bank. Nogmaals: dat is overreacting, en het is vooral ne-fast voor de toekomst van Turkije zelf. Erdogan schiet zichzelf in de voet, daar ben ik van overtuigd. Al die ontslagen of gevangen genomen rechters, journalisten, professoren, zakenlui, ze zijn ondertus-sen met 120.000, en ze moeten allemaal vervangen worden. En dat doe je niet zo-maar. Nieuwe leraars krijgen bij hun aan-werving de vraag: ‘Wat denkt u over de politieke toestand?’ Zo werf je geen com-petente mensen aan, maar meelopers.”

    Is die harde hand van Erdogan nu ingegeven door paranoia, of is het strategischer dan dat?“Het heeft zeker met zijn persoonlijkheid te maken. Voor Erdogan is de vijand over-al, momenteel. Ongetwijfeld speelt ook de angst mee wat er met hem zou gebeu-ren als hij nu de macht verliest. Erdogan denkt aan Adnan Menderes, premier eind jaren 1950. Dat was ook een vrome man en een hervormer, en duidelijk een voor-beeld voor Erdogan. Menderes is afgezet na een coup van het leger, en vervolgens opgehangen ...”

    “Onderschat de maatschappelijke frus-tratie niet die de zuivering kweekt. Niet alleen bij die 120.000 mensen die een so-ciale dood zijn gestorven, maar ook bij hun familieleden, hun vrienden … Dan zit je al snel aan een miljoen mensen die zich vandaag geviseerd voelen. Die is Er-dogan allemaal kwijt. Hij heeft ook de hele Koerdische gemeenschap weer te-gen de staat gekeerd, terwijl ze enkele ja-ren geleden dicht bij een kans op echte vrede waren.”

    En toch, lezen we in uw boek, was Erdogan als premier goed

    voor Turkije na de ‘verloren jaren 90’.“Erdogan dankt zijn populariteit aan drie zaken: hij heeft de vele ‘zwarte Turken’ weer een stem gegeven, de vrome gelovi-gen die onder de kemalisten (de seculiere volgelingen van Ataturk, ook de ‘witte Tur-ken’ genoemd – red.) monddood waren. Twee: hij heeft de economie een boost ge-geven en de sociale zekerheid hervormd. En hij heeft Turkije weer een plaats ge-geven op het internationale toneel. ‘He made Turkey great again’ (lacht).”

    Waarom noemt u Erdogan in zijn huidige gedaante een sultan?“De kemalisten van Atatürk wilden een staat met mondige burgers, een sultan wil dat niet. Je kon bij de kemalisten al bij al vrij discussiëren, al waren er ook rode lijnen: de Koerden, de politieke Islam. De kemalistische staat was minstens naar de vorm democratisch, ook al is dat nooit verinnerlijkt. Een sultan, zoals we die in het Ottomaanse rijk kenden, was soms verlicht. Maar een sultan wil onderdanen, die geen eigen mening hebben.”

    Nog zo’n rode lijn: de Armeen-se genocide, waarbij in 1915 anderhalf miljoen doden vie-len. Waarom kan Turkije van-daag nog niet wat Duitsland meteen na de oorlog al deed?“Een Turk stelt de staat niet in vraag, punt. Alle Turken zijn nationalist, zonder uitzondering, of ze nu rechts of links zijn, gelovig of niet gelovig. Er is geen ruim-te voor zelfkritiek. Dat sommige van de stichters van de Turkse staat schuld dra-gen aan een genocide, dat kán niet. Dat is onvoorstelbaar. Over de Armeense kwes-tie speelt Turkije de bal trouwens terug naar de Europese landen, en naar hun eigen zwarte bladzijden: Duitsland had Namibië, Frankrijk had Algerije. Dat is een flauw excuus, want die kwesties staan wel degelijk open voor discussie. En zoals

    Campuskrant mag drie exemplaren van het boek weggeven. Stuur vóór 19 december een e-mail met onderwerp ‘boek Dirk Rochtus’ en uw adresgegevens naar [email protected]. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.

    Dirk Rochtus, ‘Turkije. De terugkeer van de Sultan’, Uitgeverij Vrijdag, 2016, 263 p.

    Istanbul, 7 augustus. Turkse speciale eenheden houden de wacht naast een spandoek van president Erdogan terwijl mensen met Turkse vlaggen zwaaien tijdens een optocht tegen de mislukte staatsgreep van 15 juli.

    Dirk Rochtus:“Erdogan is populair omdat hij Turkije weer een plaats heeft gegeven op het internationale toneel. ‘He made Turkey great again’.”

    © Be

    lga | A

    FP

    Dirk Rochtus:

    Onderschat de maatschappelijke frustratie niet die de zuivering kweekt.Je zit al snel aan een miljoen mensen die zich vandaag geviseerd voelen.

  • GILLES VAN BOUWEL, HANDELSINGENIEUR EN TV-MAKER

    ALUMNI

    “ Leuven was als Disneyland”

    et is zijn eerste interview van de dag, maar niet het laatste. Ook Dag Al-

    lemaal komt straks langs om Gilles Van Bouwel te interviewen nu hij hoge top-pen scheert in De Slimste Mens ter We-reld. Hij praat energiek en enthousiast, maar onderdrukt de ene geeuw na de andere. “Het is volle maan, dan slaap ik slecht. En ik ben nerveus voor de opna-mes vanavond.”

    De Slimste Mens, Achter de rug, Zeg eens euh, Glammertime ... Sinds hij meedeed aan het meest recente seizoen van De Mol is Gilles Van Bouwel stilaan een vertrouwd gezicht op VIER. Vorige maand trok hij de deur bij Unilever ach-ter zich dicht om redacteur te worden bij Woestijnvis. Voor zijn ouders in Ka-pellen – vader longarts en moeder kine-siste – was het wennen: “Eerst gaat hun enige zoon het bedrijfsleven in, waar je om de haverklap ontslagen kan wor-den (lacht), en nu dit. Maar deze kans moést ik gewoon grijpen, anders zou ik

    LEVENna

    LEUVEN

    CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 201614

    H

    Ik heb mijn goede job als brand manager niet opgegeven om een een-dagsvlieg te zijn, zegt handelsingenieur Gilles Van Bouwel (28), sinds dit voorjaar ook bekend als ‘de Mol’. Bij Woestijnvis wil hij vooral ách-ter de schermen aan de slag: “Alleen maar presenteren zou voor mij veel te leeg zijn.” TEKST: Ine Van Houdenhove | FOTO: Rob Stevens

    genwoordigde. Ik heb volop van het studentenleven geprofiteerd, echt het onderste uit de kan gehaald. Van mijn ouders mocht ik het varken uithangen zoveel ik wilde, als ik er maar door was. Anders moest ik onverbiddelijk terug naar huis. Ja, ik heb het wel een beetje bont gemaakt als student.” Maar op het verhaal over door de politie be-trapt worden op wildplassen tegen de Sint-Pieterskerk, uitgebreid besproken bij De Slimste Mens, wil hij niet meer ingaan: “Dat heb ik ook maar één keer-tje gedaan.”

    Ongeacht tot hoe laat hij uit was ge-weest, dat eerste jaar miste Gilles geen enkele les: “Ik ging naar elke monito-raatsessie, maakte alle oefeningen, zat tussen de lessen door te studeren in de

    bib ... Het jaar nadien werd ik lid van een kleine regionale studentenclub. Daar amuseerde ik me zo geweldig dat

    ik eigenlijk zelfs niet op Erasmus wou gaan. Omdat ik me wel een beetje soci-aal verplicht voelde, deed ik dan maar een aanvraag voor Vancouver. Dat zou toch nooit lukken, dacht ik zo. Maar ik mocht nog gaan ook!”

    Weer terug in Leuven ging hij hele-maal niét meer naar de les: “Ik had vanaf het derde jaar enkel in de voormiddag college en redeneerde dat ik beter kon uitslapen en in de namiddag studeren dan de hele dag moe te zijn.” En uitsla-pen bleef nodig, in zijn laatste jaar werd hij preses van zijn geliefde studenten-club: “Daar heb ik me heel hard en met veel passie in gesmeten. Het was onder meer mijn taak om onze wekelijkse ac-tiviteit te organiseren – zo kon ik mijn creatief ei wat kwijt.” Het leidde wel tot een tweede zit – hij krimpt nog in elkaar als hij eraan denkt. “In het laatste jaar ... Ik weet zelfs niet meer welke prof me gebuisd heeft, dat heb ik verdrongen.”

    In zak en asDe gedachte aan ‘later’ had hij lang voor zich uitgeschoven: “Ik voelde me als student helemaal niet klaar om een keuze te maken. Ik ging ook niet naar job fairs en zo. Mijn major was finance en mijn minor international business, maar ik zag mezelf niet in een bank terechtkomen. In het derde jaar heb ik er nog even serieus aan gedacht om geneeskunde te gaan studeren. Ge-woon omdat je pad dan duidelijker uitgestippeld is.”

    Na zijn afstuderen wilde hij het er toch op wagen om de oude kinder-droom waar te maken en deed hij toe-gangsexamen bij de ESCP in Parijs om

    daar mijn hele leven spijt van hebben. Voor tv of film werken was altijd al mijn droom, van kindsbeen af.”

    Waarom studeerde hij dan in gods-naam voor handelsingenieur? “Eigen-lijk wilde ik op mijn achttiende het liefst naar het RITCS. Maar ik had La-tijn-wiskunde gedaan, en mijn ouders vroegen me om toch eerst iets te stu-deren dat meer werkzekerheid bood en dat ‘paste bij mijn capaciteiten’.” Dat hij dan, net zoals zijzelf destijds, naar Leuven zou trekken, was een no-brai-ner, zegt hij: “Dat wist ik nog voor ik besloot wát ik zou studeren. En han-delsingenieur leek me gewoon de hoogst aangeschreven richting met een breed profiel.”

    VarkenHij wordt een beetje lyrisch als hij zijn studententijd beschrijft, de ‘schoonste tijd van mijn leven’: “Leuven was het walhalla, een soort Disneyland, waar-bij elk café een andere attractie verte-

    Ik heb er nog even serieus

    aan gedacht om geneeskunde te gaan studeren. Gewoon omdat

    je pad dan duidelijker

    uitgestippeld is.

    KU Leuven-collectieUniversity Shop Naamsestraat 22 3000 Leuven

    www.kuleuven.be/shop

  • ALUMNI

    “ Leuven was als Disneyland”

    er management van filmproducties te gaan studeren: “Een heel prestigieuze opleiding, die slechts vijftien studen-ten per jaar aanneemt en nog nooit een buitenlandse kandidaat had aan-vaard. Natuurlijk werd ik niet toegela-ten. Ik zat in zak en as ...” In plaats van Parijs werd het Gent, marketing aan de Vlerick Business School: “Daar kwa-men we heel vaak in contact met het bedrijfsleven. Na dat jaar voelde ik me eindelijk klaar om te gaan werken.”

    Inmiddels was zijn droom geëvo-lueerd van ‘iets creatiefs in de media’ naar ‘iets corporate in de media’. “Het allerliefst bij Disney of nog beter Uni-versal Studios. Maar als pas afgestu-deerde heb je natuurlijk nog niet veel zoveel te bieden. Dus werd ik een echte sollicitatiehoer.” Op de tweede aanbie-ding, van Unilever, ging hij in. “Ik volg-de een traineeship waarvoor ik eerst een half jaar vertegenwoordiger moest zijn voor professionele voedingspro-ducten voor chefs, zoals bouillons. Prospectie doen bij potentiële nieuwe klanten, zonder afspraak, een beetje zoals met stofzuigers leuren aan de

    CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016 15

    Wie is Gilles Van Bouwel?°1988, Ekeren

    Gestudeerd2006-2011 Handels

    ingenieur (KU Leuven)

    2012 Marketing management (Vlerick Business School Gent)

    Loopbaan2012-2016 product

    en brandmanager bij Unilever

    Sinds oktober 2016 redacteur bij Woestijnvis

    PrivéWoont in Antwerpen

    deur. Afschuwelijk, supereenzaam ... Ik heb verschillende keren zitten we-nen in mijn auto.”

    “Nadien werd ik product manager voor soepen en smaakversterkers en dergelijke. Maar een blok bouillon van twintig kilo is niet sexy, ik wilde liever voor iets visibels werken. Re-clame op tv zien en denken ‘hé, dat is mijn product’. Zo werd ik brand manager voor Signal en Zwitsal. Ik moest de marketingstrategie bepalen voor België: welke producten zet je in de markt en hoe doe je dat? Heel tof, en als De Mol er niet was geweest, zat ik daar nu zeker nog met veel plezier.”

    Hercule PoirotAls tienjarige was Gilles verslin-gerd aan de eerste seizoenen van De Mol; hij hield er zelfs een plakboek van bij: “Magda, die de mol was in de allereerste editie, moest wel een heel slecht mens zijn, dacht ik toen (lacht).” Maar hoe belandde hij zelf eigenlijk bij het programma? “Dat mag ik niet vertellen, het moet alle-maal een beetje een mysterie blijven.

    Maar het was de beste ervaring van mijn leven. Als kind verslond ik de detectives van Agatha Christie, ik hield lijstjes bij van wie het zoal kon hebben gedaan. De Mol haalde de Hercule Poirot in mij naar boven. Ik kijk er nu al met veel nostalgie op terug. We hebben zoveel mee-gemaakt samen, zo’n band opge-bouwd. We hebben net allemaal een ticket geboekt om Cathy (winnares van ‘De Mol’ – red.) in het voorjaar te gaan bezoeken in Griekenland. En ze zijn ook allemaal al eens komen kijken naar De Slimste Mens.”

    Na de ene Woestijnvishype is hij nu inderdaad in die andere beland. Zijn plaats in de finaleweek van De Slimste Mens is intussen verzekerd: “Ik zou graag zeggen dat ik me niet heb voorbereid, maar dan zou ik lie-gen. Sinds ik weet dat ik er in zit, heb ik de kranten goed bijgehouden, ik heb het bordspel een paar keer ge-speeld en de app-versie speel ik zelfs heel vaak. Van Kobe Ilsen heb ik een dikke jeugdencyclopedie gekregen, maar daar is geen beginnen aan, al

    Prospectie doen bij potentiële nieuwe

    klanten, zonder afspraak, een

    beetje zoals met stofzuigers leuren

    aan de deur …Afschuwelijk,

    supereenzaam. Ik heb verschillende

    keren zitten wenen in mijn auto.

    probeer ik een en ander zo wel een beetje op te frissen.”

    Kers op de taartEerder dit najaar was hij wekelijks op VIER te zien in Glammertime, als een van de vaste reporters: “Ik mocht tel-kens op date met een bekende vrouw. Bijvoorbeeld met Janine Bischops naar de uitreiking van de Ensors, en met Karen Damen naar de première van Schone Schijn. Heel leuk. Ik werkte toen nog voor Unilever. Maar er waren al een tijdje gesprekken met Woestijnvis. Bij het management hadden ze opge-vangen dat ik tijdens De Mol nauw be-trokken was bij de productie, meedacht over hoe ik de boel het beste kon sabo-teren en zo. Ze wilden wel iets met me doen, maar aanvankelijk was nog niet zo duidelijk wát. Zelf wou ik absoluut vermijden dat de hype van De Mol te zeer werd uitgemolken. Een tv-carriè-re is sowieso eindig, maar dan wel héél snel. Daarvoor wilde ik mijn job niet opgeven. Ik wil geen eendagsvlieg zijn.” Maar Woestijnvis bleek ook op langere termijn te denken, en Gilles kreeg een contract als redacteur.

    “Ik snap wel dat ze me nu even op het scherm willen. Maar het liefst wil ik achter de schermen werken, creatief nadenken over programma’s. Presente-ren zonder te mogen meedenken vind ik te leeg – met alle respect voor alle presentatoren die dat supergoed doen. Een programma waar je als redacteur aan hebt meegewerkt ook mogen pre-senteren, dat is natuurlijk de kers op de taart. Ik ben nu met zoiets bezig, maar daar kan ik nog niet veel over kwijt”.

    Op dit ogenblik, iets meer dan een maand na zijn overstap naar Woestijn-vis, probeert hij zoveel mogelijk rond te kijken en op te steken, zegt hij: “Ik wil bijvoorbeeld leren monteren, ik wil we-ten hoe een camera werkt ... In een zeer verre toekomst zou het me ook heel tof lijken om creatief werk te combineren met management. Een Gert Verhulst of een Hans Bourlon, daar heb ik een ma-teloze bewondering voor.”

    Op weg naar buiten passeren we een vriendelijke heer die Gilles gedag zegt. Iedereen kent Gilles hier, maar omge-keerd geldt dat nog niet, vermoeden we. Maar we hebben het mis, de vrien-delijke heer blijkt Philippe Bonamie, topman van SBS Belgium. “Die ken ik al wel (lacht).”

  • CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 201616 PERSONALIA

    Bevorderingen in het ZAP2016-2017

    Faculteit Theologie en ReligiewetenschappenGewoon hoogleraarBénédicte Lemmelijn HoofddocentDries Vanysacker

    Hoger Instituut voor WijsbegeerteGewoon hoogleraarNicolas Fernando de Warren

    Faculteit RechtsgeleerdheidHoofddocentVeerle ColaertBert KeirsbilckJoeri Vananroye

    Faculteit Economie en BedrijfswetenschappenGewoon hoogleraarDirk CzarnitzkiHoogleraar

    Jeroen BelienInneke Van Nieuwen-huyseDeeltijds hoogleraarRobert Boute HoofddocentSabrina BruyneelRaf OrensPeter TeirlinckAnne ter BraakAnja Van den BroeckDeeltijds hoofddocentBart Leten

    Faculteit Sociale WetenschappenHoogleraarTrui SteenSteven Van WolputtePeter VermeerschDeeltijds hoogleraarAniana DeclercqHoofddocentEdith DrieskensDeeltijds hoofddocentFrankie Schram

    Faculteit LetterenGewoon hoogleraarBart Philipsen Hoogleraar Werner Thomas Hilde Van GelderDeeltijds