ZORG - Managementboek.nl...VS alsof hij een deur verder zit. Chirurgen vragen raad aan hun...

13
valuebased healthcare l herschikking zorgvastgoed l miss piggy redt mensenlevens l anonieme solidariteit verdwijnt l voorbij het transparantiemoeras l voeding als medicijn l naar kleinschalige én industriële zorg l stamceltherapie l thuis diagnosticeren en behandelen l lachen is gezond l eenzaamheid beïnvloedt gezondheid l gamification in de zorg l app vervangt medicijn l de-professionalisering van zorg HOE TECHNOLOGISCHE REVOLUTIES EN NIEUW BURGERSCHAP LEIDEN TOT EEN VERNIEUWDE ZORGBRANCHE ZORG Ziel in de Adjiedj Bakas TRENDWATCHER

Transcript of ZORG - Managementboek.nl...VS alsof hij een deur verder zit. Chirurgen vragen raad aan hun...

valuebased healthcare l herschikking zorgvastgoed l miss piggy redt mensenlevens l anonieme solidariteit verdwijnt l voorbij het transparantiemoeras l voeding als medicijn l

naar kleinschalige én industriële zorg l stamceltherapie l thuis diagnosticeren en behandelen l lachen is gezond l eenzaamheid beïnvloedt gezondheid l gamification in de zorg l app vervangt medicijn l de-professionalisering van zorg

HOE TECHNOLOGISCHE REVOLUTIES EN NIEUW BURGERSCHAP LEIDEN TOT EEN VERNIEUWDE ZORGBRANCHE

ZORGZiel in de

Adjiedj BakasTRENDWATCHER

Ziel in de ZorgHoe technologische revoluties en nieuw burgerschap leiden tot een vernieuwde zorgbranche

Adjiedj BakasIngeleid door Edith Schippers

3

Voorwoord van Edith Schippers, minister van VWS� 8

Ten geleide� 12

Deel 1 Een stelsel in permanente verbouw� 24 1. Het stelsel 27 2. Meer of minder marktwerking 43 3. Het bedwingen van oplopende kosten 63 4. Toenemende druk op het solidariteitsbeginsel 93 5. Hoeveel regulering is er nodig? 99 6. Bottom-up initiatieven 113 7. Roep om meer transparantie 123

Deel 2 Een andere blik op gezondheid 142 8. Wat is gezondheid? 145 9. Meer eigen verantwoordelijkheid 153 10. De-professionalisering van de zorg 165 11. De-institutionalisering van de zorg 183 12. Naar meer kleinschaligheid 191 13. Naar Value Based Healthcare 197 14. De huisarts als spil en poortwachter 205

Deel 3 De patiënt centraal stellen 218 15. De patiënt centraal stellen 221 16. Het beteugelen van welvaartsziektes 241 17. Naar toenemende aandacht voor preventie 255 18. Naar voeding als medicijn 267

Deel 4 Technology push in de gezondheidszorg 274 19. Technology push in de gezondheidszorg 275 20. Technologie verandert de organisatie van

de gezondheidszorg 291 21. Technologie verandert de diagnostiek 313 22. Technologie verandert de behandelmethodes 331

Nawoord 348

Bronnen 354

© Bakas Books bv, 2017 Dexter is an imprint of Bakas Books BV. All rights reserved. Except for the quotation of small passages for the purposes of criti-cism or review, no part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, scanning or otherwise, except under the terms of the Copyright, Designs and Patents Act 1988 or under the terms of a licence issued by the Copyright Licensing Agency Ltd, 90 Tottenham Court Road, London W1T 4LP, UK, without the permission in writing of the publisher.

Redactie: Minne Buwalda i.s.m. Liesbeth TimmermansOntwerp: Wentelwereld Grafische Vormgeving en Uitvoering, Bergen op ZoomDruk: TOB, Amsterdam

ISBN 978-94-91932-31-1NUR 860

Inhoudsopgave

54

Marian Kaljouw ( Nederlandse Zorgautoriteit) – De staat van onze

gezondheidszorg� 34

Edwin Brugman (VvAA) – Een kritisch geluid� 106

Eddy van Heel (Prescan) – Ons kostbaarste bezit: ons lichaam� 174

Cor Kok (Finesse Bodyline Clinic) – Effectief vetcellen te lijf� 186

Nicole Edelenbos (Future Female Leaders) – Behoefte aan

meer vrouwelijk leiderschap in de zorg� 200

Freek Muller en Gerald Knol (Holtrop Ravesloot) – De toekomst

van de zorg en haar bestuurders en toezichthouders� 228

Arthur Westgeest (Grohe) – Een veilige badkamer in

de levensloop woning� 238

Robert van Vlijmen, Wim C. Croes en Helene van Zanten

(Brederijn) – Op zoek naar hart en ziel in leiderschap� 260

Barbara Kamp (Roche Diagnostics Nederland) – De waarde

van laboratioriumdiagnostiek. Nu en in de toekomst.� 318

Columns en andere bijdragen van externen

6

Voorwoord

bare man door zijn midlife. Vijf jaar na de diagnose is 86 procent van de vrouwen met borstkanker nog in leven. De innovaties volgen elkaar in rap tempo op, en innovaties op verschillende terreinen versterken elkaar. Dat betekent dat we over nog eens dertig jaar de zorg nauwelijks zullen herkennen. Van de wachtkamer naar de woonkamer!

Bakas geeft een inkijkje in hoe deze toekomst eruit zou kunnen zien. Een heerlijk optimistische kijk. Laat het een inspiratie zijn voor velen.

Edith SchippersMinister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Niemand kan de toekomst voorspellen. Maar we weten dat de zorg nog nooit zo goed was als nu. Als we dat naar de toekomst doortrekken dan gaan we een geweldige tijd tegemoet.

In dit boek betoogt Adjiedj Bakas op meesterlijke wijze aan de hand van (geo-)politieke, maatschappelijke, technologische en culturele ontwikkelin-gen dat we aan de vooravond staan van een enorme omslag in de zorg. Ik deel deze zienswijze, maar ga een stap verder: we zijn al begonnen. Dat ervaar ik tijdens mijn werkbezoeken in ziekenhuizen en bij zorginstellingen. En ik hoor het als ik met ondernemers spreek die in de voorhoede staan vormen van een groeiende groep ondernemers die zich richt op techni-sche innovaties in de zorg.

Via internet kan bijvoorbeeld raad gevraagd worden aan een dokter in de VS alsof hij een deur verder zit. Chirurgen vragen raad aan hun collega’s in andere landen en kijken tijdens de operatie ‘live’ mee. Een hartaanval kan voordat deze plaatsheeft, worden gesignaleerd en kan zo worden voorkomen. Het zijn maar enkele voorbeelden.

Bij al deze ontwikkelingen is mijn uitgangspunt dat mensen hun leven kunnen leven zoals ze dat zelf voor ogen hebben. Ook als ze ouder of ziek worden. De zorg moet rekening houden met iemands persoonlijke situatie. Dat is cruciaal: wat voor de een belangrijk is, is voor de ander minder relevant. De zorg moet dienend zijn aan de patiënt.

Een geslaagde transformatie is een mix tussen oud en nieuw, analoog en digitaal, traditioneel en baanbrekend. Zo geeft een goed gesprek in een vertrouwde omgeving soms het beste resultaat. Sommige zaken blijven altijd zoals ze altijd zijn geweest – gelukkig wel. Die menselijke warmte blijft onmisbaar. Juist door toepassing van technische innovaties kan meer aandacht worden gegeven aan het menselijke aspect van zorg.

We zijn niet meer de mensen en het land dat we tien, twintig, dertig jaar geleden waren. Voor wie terugkijkt en vergelijkt is de verandering helder te zien. De zorg is die dertig jaar gigantisch veranderd: van zes op een zaal met een gordijntje ertussen voor wat privacy naar verpleeghuizen waar een eigen kamer de normaalste zaak van de wereld is. We dotteren en plaatsen stens dat het een lieve lust is en zo helpen we de middel-

1110

Ten�geleide

bijvoorbeeld door de grotere rol die spiritualiteit weer krijgt in het leven van mensen.

Ook komen we er achter dat het leven niet voorbij is wanneer er een ziekte in ons leven komt. Sommige mensen zijn tientallen jaren chronisch ziek, maar kunnen desondanks een min of meer volwaardig leven leiden. Wanneer je zinvol bezig kunt zijn en kunt genieten van en met geliefden, dan is een chronische kwaal niet meer allesbepalend in je leven. Er wordt daarom onder de noemer ‘positieve gezondheid’ gewerkt aan een nieuwe definitie van gezondheid, eentje die rekening houdt met onze veerkracht en ons aanpassingsvermogen. Ziek zijn is niet zozeer een objectieve staat, maar eerder de manier waarmee we omgaan met onze levensomstandig-heden.

Wat valt er te zeggen over de toekomst van de gezondheidszorg? Ten eerste dat we, in lijn met de ontwikkeling van de participatiesamenleving, steeds meer zelf aan zorg gaan doen. Het betreft dan zowel ‘zelfzorg’ als ‘zorg voor onze naasten’, dus mantelzorg. Wanneer het over zelfzorg gaat, dan moet je bijvoorbeeld denken aan preventief met gezondheid bezig zijn, dus met het leven van een gezonder leven. En wanneer we toch ziek worden, dan blijven we zo lang mogelijk in de thuisomgeving wonen en nemen we zo veel mogelijk de regie in eigen hand. Ziekenhuizen en andere zorginstellingen krimpen verder de komende tijd – ambulantisering van de zorg, wordt dit ook wel genoemd. En ook al laten patiënten hun zorg over aan professionals, dan nog is hun invloed groter dan vroeger. Er is meer shared decision making, en met zijn zorgvraag stuurt de patiënt in steeds grotere mate het aanbod aan zorg.

Het thuis zorg ontvangen wordt onder meer gefaciliteerd door technologie. Voor nierdialyse gaan we niet mee naar een ziekenhuis, maar we dialy-seren voortaan thuis, met behulp van een kunstnier, daarbij op afstand gemonitord door een specialistisch verpleegkundige en/of de huisarts. Ook de specialist, in dit geval de nefroloog, wordt meer benaderbaar in de toekomst. Online bijvoorbeeld, of als rondreizend specialist die in anderhalvelijnscentra, dus in wijk en regio, spreekuur houdt. Bij de grotere zelfredzaamheid van de patiënt hoort immers ook substitutie: de overhe-veling van zorg uit de tweede lijn naar de eerste lijn (huisarts etc.). Een andere ontwikkeling die in lijn is met onze grotere zelfredzaamheid op

Ziel heeft er altijd in de zorg gezeten. Mensen zijn zoogdieren, en de zorg voor elkaar is bij zoogdieren een ingeboren kwaliteit. Zoogdieren zijn zorgdieren. Daarbij komt nog eens dat de mensen die in de zorg werken dat bijna altijd doen vanuit een innerlijke drijfveer en passie. Ze willen anderen verzorgen, bijstaan en als het even kan beter maken. Die ziel mag de afgelopen jaren dan wat in de verdrukking zijn gekomen, bijvoorbeeld door de protocollering en administratiedruk waar zorgverleners mee te maken kregen, maar zodra er weer met patiënten gewerkt kan worden, glanst die ziel weer als tevoren. Regels en protocollen zijn nodig om kwali-teit te waarborgen en veiligheid te garanderen. Technologie is nodig om efficiënter te werken en onze menselijke beperkingen te overstijgen. Maar zonder de mens raakt de zorg haar ziel kwijt, dus we zullen een evenwicht moeten zien te vinden tussen de krachten van regulering, technologisering en humanisering. Als je het mij vraagt zijn we op de goede weg. Het besef dat we soms doorschieten in regulering is ondertussen doorgedrongen en zal er op termijn voor zorgen dat overbodige regels verdwijnen. Technolo-gie wordt slim ingezet en helpt ons aan bovenmenselijke mogelijkheden. Terwijl de bottom-up beweging van zorgverleners en patiënten maakt dat de mens weer meer centraal komt te staan in de gezondheidszorg.

Onze gezondheidszorg heeft zich de afgelopen eeuw enorm ontwik-keld. Eerst kregen we de infectieziekten er min of meer onder, en nu zijn we bezig om welvaartsziekten het hoofd te bieden, met name door er een gezondere leefstijl op na te houden. Gezondheid kan niet meer los worden gezien van voeding en gedrag. Technologie maakt bovendien steeds meer mogelijk. Dat heeft er onder meer voor gezorgd dat het maakbaarheids-denken post heeft gevat en mensen ziekte en dood als iets overkomelijks zijn gaan zien. Een foutje dat rechtgezet hoort te worden. Dit maakt ons erg kwetsbaar, want we worden allemaal eens ziek en gaan uiteindelijk allemaal dood. Ondanks die wetenschap accepteren maar weinigen ziekte en dood. Volgens een Australisch onderzoek wordt daarom een derde van de patiënten in de laatste fase van hun leven onnodig doorbehandeld. Denk aan intensive care-opnames, chemotherapie, experimentele kanker-therapieën of reanimatie. Deze behandelingen mogen het leven van de patiënten dan enige tijd rekken, ze leveren doorgaans geen kwaliteit van leven op maar illusies van het eeuwige leven, en kosten onnodig veel geld. Het zou daarom beter zijn wanneer we met z’n allen de dood weer gaan leren accepteren. Ook die beweging zie je momenteel op gang komen,

1514

belangrijke feiten. De digitale transformatie leidt tot de vernietiging van veel oude banen en de creatie van nieuwe banen, ook in de zorg, bijvoor-beeld door de komst van e-health. Maar er komt ook een herverdeling van arbeid, waarbij betaald en onbetaald werk vervloeien nu de overheid zich terugtrekt. Bij de bottom-up-democratie die past bij het burgerschap van nu, is het voorbeeld van de gemeente Zeist interessant. Door te luisteren naar suggesties en ideeën van betrokken burgers geeft de gemeente nu € 6,2 miljoen minder uit aan allerlei zaken die de burgers overbodig vinden. Een ander voorbeeld dat ook goed aansluit bij deze tijd is WijSa-menVoorElkaar.nl, het platform waarop burgers die in nieuwe dorpjes van alles met elkaar willen organiseren, een podium biedt. Het illustreert de trend naar steeds meer kleinschaligheid, de maat die van nature bij ons mensen hoort. Dit nieuwe burgerschap zal de zorgsector net zo transfor-meren als de financiële reorganisatie en de technologische revolutie.

Het belang van gezondheidszorg valt nauwelijks te overschatten. Deze sector raakt immers aan kwesties van leven en dood, van ziekte en gezondheid, en die kwesties zijn in ieder mensenleven van het grootste belang. Het gezegde ‘als je maar gezond bent’ is de meest gehoorde

zorgvlak is de de-professionalisering en de-institutionalisering van de zorg. Dit zie je bijvoorbeeld ontstaan door de vervaging tussen professionele zorg en mantelzorg, of door de vervaging van reguliere en complemen-taire geneeswijzen.

De overheid zal de komende tien jaar veel zorgtaken afstoten. Tegelijkertijd verandert burgerschap. Dat komt door de trend van ‘global political awakening of the masses’. Deze term hebben we te danken aan de Pools-Amerikaanse politicoloog Zbigniew Brezinski, de vroegere veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Jimmy Carter, en hij doelde ermee op het politiek ontwaken van de massa’s: “Voor het eerst in de geschiedenis is bijna de gehele mensheid politiek geactiveerd, politiek bewust en politiek interactief”, schreef Brezinski al in de jaren 1970, en hij waarschuwde dat dit de grootste uitdaging zou zijn voor zowel politici als voor natiestaten. Zijn boodschap heeft heden ten dage niets aan actua-liteit ingeboet en het is met goede reden dat Brezinski haar nog steeds uitdraagt. Burgers – zo je wilt ‘het volk’ – voelen zich en masse politiek buiten spel gezet, zo stelt Brezinski, en ontwikkelen een nieuw politiek en maatschappelijk bewustzijn op basis waarvan ze stappen ondernemen om ingrijpende politieke, maatschappelijke en economische veranderin-gen bij allerlei instituties af te dwingen, ook in de zorg. Dankzij de moderne communicatietechnologie kunnen ‘politiek ontwaakten’ zich gemakkelijk verenigen in communities van gelijkdenkenden, die weer eenvoudig te mobiliseren en/of te manipuleren zijn door allerhande demagogen, met als gevolg dat populisme in toenemende mate de politieke agenda bepaalt. Ook in de zorg, waarover nu veel conspiracy theories de ronde doen, met (demagogische) oproepen op sociale media om de reguliere zorg te mijden, omdat die gecorrumpeerd zou zijn.

Digitalisering van kennis is nu normaal. Brezinski stelt dat nu minder dan dertig procent van de Amerikanen de reguliere media nog geloofwaar-dig vindt. Underground media, die met veel kleinere budgetten werken, verenigen onderzoeksjournalisten, betrokken burgers, klokkenluiders en specialisten, die de status quo aan de kaak stellen. En die activistische groepen en nieuwe media nemen taken over die de overheid laat liggen. In Nederland is eenzelfde soort beweging gaande. En er is nu zoveel kennis beschikbaar, dat politieke, economische en zorg-elites makkelijk onderuit worden gehaald als ze besluiten nemen die voorbijgaan aan

1716

de Nederlandse overlegcultuur, en stroperigheid lijkt daarmee welhaast onontkoombaar. Dat maakt het manoeuvreren van deze mammoettanker natuurlijk lastig, en de kapitein van het schip, de minister van VWS, valt in dezen niets te verwijten. We leven in een democratie, en polderen hoort er nu eenmaal bij in dit land. Soms wens ik mij een verlicht despoot die het roer van de tanker krachtdadig ter hand neemt, maar daar zijn weer andere bezwaren aan verbonden. We zullen het met onze democratische overlegcultuur moeten doen.

Hoe dan ook zullen de meeste veranderingen in de zorg van onderop worden afgedwongen. Patiënten organiseren zich en brengen bijvoorbeeld geld bijeen voor specifieke research of lobbyen samen richting media of politiek; burgers organiseren zich in zorgcoöperaties en soms ook in ‘onderlinges’; zorgprofessionals zorgen voor nieuwe organisatiemodellen en werkwijze in de zorg; zorgondernemers komen met nieuwe concepten, zoals themagerichte zorgklinieken of instellingen op etnische basis; en we zien ondertussen ook coalities ontstaan van patiënten en zorgverleners, die de handen bijvoorbeeld ineenslaan om weesgeneesmiddelen verkrijg-baar en betaalbaar te houden. De mammoettanker die zorg heet wordt dus vooral van onderop geremodelleerd en verandert al varende van gedaante.

Wat betreft de prognose van stijgende kosten voor gezondheidszorg als gevolg van vergrijzing en toegenomen technologische mogelijkheden zou ik de metafoor van de mammoettanker willen aanhouden door te zeggen dat de wal het schip gaat keren. We zullen steeds vaker prioriteiten moeten stellen en het hemd is nader dan de rok, waarmee ik wil zeggen dat de anonieme solidariteit die onze gezondheidszorg nu kenmerkt onder toenemende druk komt te staan. Volgens Rick van der Ploeg en Willem Vermeend kost zorg iemand met een modaal inkomen nu ongeveer een kwart van zijn inkomen. Dit kan volgens hen in 2040 zijn opgelopen tot tussen de 30 en 45 procent. Met dat soort percentages zal de anonieme solidariteit niet standhouden. Mensen kiezen dan voor beleg op hun brood en een studie voor de kinderen, in plaats van bij te dragen aan de zorgkos-ten van een wildvreemde. Dat is tenminste mijn inschatting.

Tel daar nog eens bij op dat in het jaar 2030 de overheid dertig tot vijftig procent minder inkomsten heeft dan nu het geval is – de berekening is

wijsheid die je tegenkomt en we zullen allemaal het punt bereiken waarop de reikwijdte van deze woorden tot ons doordringen. Het belang van de gezondheidszorg wordt ook uitgedrukt door de enorme bedragen die er in de sector omgaan. Met zo’n € 64,6 miljard is de gezondheidszorg goed voor zo’n 28,5 procent van de uitgavenkant van ons nationale huishoud-boekje 2016. Bovendien voorspelt de demografische ontwikkeling steeds meer ouderen, wat in de praktijk neerkomt op steeds meer zorgkosten, simpelweg omdat we meer gebruikmaken van zorg naarmate we ouder worden. Bovendien geldt dat, door een betere en duurdere zorg, de zorg-consumptie uitgedrukt in euro’s bij alle leeftijdsgroepen zal toenemen.

Maar voor aankomende generaties kan de zorg ook goedkoper worden, bijvoorbeeld door doorbraakinnovaties als Crispr-cas, waarmee de perfecte baby kan worden gecreëerd. Dit is een nieuwe revolutionaire techniek om snel en precies erfelijke eigenschappen te veranderen. De Nobelprijs lonkt, maar de bedenkers ruziën en ethici vrezen de komst van designer baby’s. In China, het Verenigd Koninkrijk en Zweden heeft de overheid toestemming gegeven voor Crispr-cas-ingrepen op mense-lijke embryo’s, ook al is dat niet om er kinderen uit te laten groeien. De embryo’s zullen niet ouder worden dan 14 dagen. In Nederland verbiedt de embryowet voorlopig Crisp-cas-experimenten, maar dat gaat veran-deren. Als je met deze techniek baby’s krijgt zonder ernstige (erfelijke) ziekten krijgen, dan wordt de zorg op den duur immers veel goedkoper.

Vanwege de omvang en importantie van de gezondheidszorg is het een sector waar heel veel belangen spelen. Heel veel verschillende belangen, die doorgaans niet met elkaar stroken en soms tegenstrijdig zijn. Diverse lobbygroepen hebben zich ingegraven alsof het een loopgravenoorlog betreft. Ik kwam er de afgelopen maanden achter dat iedereen zijn eigen visie op de toekomst van de gezondheidszorg heeft, een visie die natuur-lijk ook gekleurd wordt door de belangen die zo iemand in de sector heeft. De gezondheidszorg lijkt daarmee op een mammoettanker met vele schotten, afdelingen en verdiepingen. In de stuurhut is het een drukte van jewelste. Het lijkt soms alsof er meer wordt overlegd dan er wordt gestuurd en de communicatie tussen de verdiepingen en afdelingen, tussen stuurhut en andere vitale onderdelen van de tanker, zoals de machinekamer, kost veel energie en maakt de wendbaarheid van de tanker erg klein. Onze gezondheidszorg is immers een toonbeeld van

1918

langere termijn. Wanneer er meer wordt gereageerd op vraag vanuit de markt, dan beklijft de technologie immers beter.

Regulering werkt juist top-down. Dergelijke sturing van bovenaf botst en wringt met de market pull van zorgconsumenten. Je krijgt dan zoiets als gereguleerde vraagsturing. Als ik het vergelijk met een winkel, dan bepaalt de overheid het aanbod, zeg maar het assortiment van de winkel, en laat zij de vraag die de klant heeft op basis van dit aanbod uiteindelijk bepa-len welke producten er worden afgenomen. Het mag duidelijk zijn dat de innoverende kracht die uit kan gaan van consumenten zo enorm wordt ingeperkt.

Regulering van de zorg creëert daarnaast ook een overdaad aan bureau-cratie en soms zelfs ‘perverse prikkels’, die dan weer teniet worden gedaan met nieuwe regels. In feite is veel regulering ‘gestold wantrouwen’, want waar het uiteindelijk om gaat is verantwoording van het medisch handelen. Een noodzakelijk kwaad dus, die regulering. En op details vraag ik me ook af of dit kwaad wel zo noodzakelijk is.

Een van de grootste veranderingen waar ons zorgstelsel momenteel mee te maken heeft is de omslag van een kwantitatief gedreven stelsel naar

van futuroloog prof. dr. Wim de Ridder van de Universiteit Twente. Dat komt door allerlei redenen, uiteenlopend van dalende gasopbrengsten tot dalende btw-opbrengsten (door de groei van de ruil- en deeleconomie) en minder loonbelasting (door de veranderende arbeidsmarkt). En dan gaat tegen die tijd ook nog eens twintig procent van het overheidsbudget op aan defensie en veiligheid, omdat we dan in een oorlogseconomie leven. Standard & Poors, een van de belangrijkste rekenmeesters van de wereld, becijferde dat in 2050 zo’n zestig procent van de landen ter wereld failliet is als gevolg van vergrijzing en oplopende zorgkosten. Het is zonneklaar dat de zorg effectiever en fors goedkoper moet worden. En dat kan ook.

Ik werk graag met buitenlandse voorbeelden. Singapore is in veel opzich-ten een voorbeeld voor me, ook op het vlak van de gezondheidszorg. De zorg kost daar slechts een derde van wat het bij ons kost, terwijl de kwaliteit van zorg er vergelijkbaar is met de onze. De financiering daar maakt mensen bijvoorbeeld heel bewust van hun zorgconsumptie, terwijl er toch een basissolidariteit is ingebouwd in het systeem. Verderop in dit boek meer hierover.

Het is dus zaak om de kosten van onze gezondheidszorg binnen de perken te houden. Dit vergt echter wel dat we onze organisaties efficiën-ter maken en perverse prikkels uit het systeem halen. Het betekent ook dat we meer persoonlijke verantwoordelijkheid nemen en onze leefstijl aanpassen. Of dat we een ongezonde leefstijl aanhouden maar gaan sparen om extra zorgkosten in de toekomst zelf te kunnen betalen. Anders is het over niet al te lange tijd gedaan met de anonieme solidariteit waarop ons zorgstelsel is gebouwd.

De krachten die ‘de markt’ tegenwoordig bepalen, zijn met name technology push en market pull: technologische vernieuwingen ‘duwen’, dat wil zeggen verleggen de grenzen van wat er in de sector mogelijk is, terwijl consumenten op de markt aan de touwtjes trekken, omdat ze steeds duidelijker aangeven welke zorg zij willen. Zowel technology push als market pull zorgen voor de innovatie die deze sector nodig heeft. Het is daarbij zaak om de technology push te laten aansluiten bij de market pull. Nu zie je nog te vaak dat technologieproducenten producten op de markt brengen zonder uit te gaan van de vraag van medici en patiënten. Ook voor technologiebedrijven is dit geen goede zaak, vooral op de wat

2120

70 procent houdt de andere 30 procent te veel bezig, waardoor mijn ambtelijk apparaat niet de slagkracht heeft die het kan hebben.” Ik heb dit vaker gehoord, ook in de zorg. Meer werk doen met minder mensen is goed mogelijk, ook in de zorg. Maar de zorgsector is ook verworden tot een geluksmachine, die meent van alles voor de burger te moeten doen. Taken die burgers vroeger zelf realiseerden (zoals zorg voor hun bejaarde ouders) kreeg de branche de afgelopen eeuw op haar bordje, waardoor de V&V (verpleeg- en verzorgingshuizen) groeiden als kool. Ook dat is nu voorbij. We gaan van big government naar big society, zoals de vroegere Britse premier David Cameron deze beweging beschreef. Dat maakt heel veel positieve energie los bij de gepassioneerde vernieuwers in de zorg.

Dit boek kwam tot stand dankzij de inzet van insiders en outsiders die de vernieuwing van de zorgsector een warm hart toedragen. Futuroloog prof. Wim de Ridder en trendwatcher Rob Creemers deelden hun kennis, evenals Mickey Huibregtsen, voorzitter van MaatschapWij en voormalig ceo van McKinsey. Minister Edith Schippers van VWS leidt het boek in en deelde haar ervaringen. Stichting de Nationale Denktank droeg ideeën aan. Velen deelden hun toekomstvisies, waaronder Marian Kaljouw, Misja Mikkers en Josefien Kursten (NZa), Edwin Brugman (VvAA), kader-huisarts Beleid en Beheer Joost Leferink, Norbert Hoogers (Zilveren Kruis), Loek Winter (DC Klinieken), Timothy Radstake en Remco van Lunteren (UMC Utrecht), Willem van Mechelen (VU mc), Rob Dijkstra (NHG), Henk Bakker (V&VN) en Edwin Dekker (FME). Gerard Smit (IBM Benelux), Edwin Prinsen (Cisco), Jan Peter Balkenende (EY), Dianda Veldman (NPCF), Jan Hartendorp, Vinco David, Liesbeth van Dijk, Kathy ten Broeke, het team van Trend Office Bakas, Mirjam Sijmons en Coen Zevenhoven (Axioma) adviseerden en legden contacten. Stefanie Kooiman en Patrick Wouters organiseerden het nodige binnen VWS.

Mijn ‘chef inhoud’ Minne Buwalda deed zegenrijk werk, coördineerde alle research en verzorgde de eindredactie. Dank, veel dank aan allen. Dit boek, een voorbeeld van co-creatie en co-makership, is bedoeld ter inspiratie van een ieder die de zorgsector een goede toekomst gunt. Veel leesplezier!

Amsterdam, Willemstad, Paramaribo, november 2016Adjiedj Bakas

een stelsel dat wordt gestuurd op basis van kwaliteit. Nu wordt er nog afgerekend op basis van het aantal behandelingen, in plaats van op medi-sche resultaten, het voorkomen van behandelingen of kostenbesparingen. De perverse prikkel is dat medische instellingen en medisch professionals nu worden gestimuleerd om zo veel mogelijk behandelingen uit te voeren, omdat ze op basis daarvan betaald worden. Het meer centraal stellen van de zorgvraag en zorgbehoefte van de patiënt en het afrekenen op basis van resultaat, kunnen de kosten van onze gezondheidszorg mee helpen naar beneden te brengen. Door meer uit te gaan van de zorgvraag van patiënten, verandert onze zorg langzaam maar zeker van een aanbod-ge-dreven sector naar een vraag-gedreven sector, geheel in lijn met andere sectoren in onze economie.

Oplossingen zijn niet zo moeilijk. We waren als kind het gelukkigst als we huppelden. In de zorg moeten de mensen die er werken, en de patiënten en hun naasten weer gaan huppelen. Er moet meer ruimte komen voor passie en bezieling. De historicus Walter Russell Mead merkte onlangs op dat, na de revolutie van de negentiger jaren waarbij de Sovjet-Unie viel, de Russen een gezegde hadden dat heel toepasselijk zou zijn voor vandaag de dag: “Het is makkelijker om een aquarium in vissoep te veranderen, dan om vissoep in een aquarium te veranderen.” Inderdaad worden er momenteel heel wat aquaria in de zorg in één keer in vissoep veranderd. We zien bijvoorbeeld de eerste voorbeelden van democratise-ring van innovatie, waarbij startende bedrijven (vaak outsiders van buiten de zorgsector) door het gebruik van gratis open-source software en de cloud kunnen wedijveren met grote zorgmultinationals. En ten slotte zien we wat de gepensioneerde Amerikaanse marinekolonel Mark Mykleby de ‘democratisering van verwachtingen’ noemt. Waar die verwachting uit bestaat? Dat de zorgsector de burgers optimaal door ziekteprocessen loodst. Maar dat moet servicegericht en betaalbaar zijn. Daarom wordt ook nieuw leiderschap van verzekeraars en andere stakeholders uit de zorg verwacht.

Oude concepten stagneren, nieuwe worden geboren. Veel van wat we normaal zijn gaan vinden, is straks niet meer normaal. Oude scheidslij-nen vervagen, nieuwe ontstaan. Een gemeentesecretaris verzuchtte ooit tegen mij: “Ik heb 30 procent hardwerkende, gepassioneerde ambte-naren die geweldig zijn. En 70 procent is lui, laks en haat de burger. Die

2322