Zonevreemde bedrijven

28
informeert - adviseert - stimuleert Zonevreemde bedrijven De regelgeving voor zonevreemde bedrijven

description

 

Transcript of Zonevreemde bedrijven

  • AgentschapOndernemen

    informeert - adviseert - stimuleert

    informeert - adviseert - stimuleert

    informeert - adviseert - stimuleert

    informeert - adviseert - stimuleert

    informeert - adviseert - stimuleert

    informeert - adviseert - stimuleert

    informeert - adviseert - stimuleert

    informeert - adviseert - stimuleert

    Zonevreemde bedrijvenDe regelgeving voor zonevreemde bedrijven

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    2

    2014, Agentschap Ondernemen, Koning Albert II-laan, 35, bus 12, 1030 Brussel. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopien of enig andere manier, zonder de schriftelijke toestemming van het Agentschap Ondernemen.

    Zonevreemde bedrijven: De regelgeving voor zonevreemde bedrijven is een uitgave van:Agentschap Ondernemen, Koning Albert II-laan, 35, bus 12, 1030 Brussel.T 02 553 37 05F 02 553 38 [email protected]

    D/2014/3241/035Januari 2014

    Disclaimer: Deze uitgave kadert binnen het verlenen van eerstelijnsadvies aan kmos, dat behoort tot de opdracht van het Agentschap Ondernemen. De verstrekte informatie is enkel bedoeld als een eerste algemene toelichting, die de behandelde materie enkel wil situeren in grote lijnen, zonder volledigheid noch juridische precisie na te streven. De voorbeelden en illustraties gebruikt in deze uitgave zijn fictief en enige gelijkenis met bestaande personen en bedrijven berust op louter toeval.Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Het Agentschap Ondernemen streeft de grootst mogelijke zorg na bij het inwinnen en verspreiden van informatie. Het Agentschap Ondernemen kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor enige schade die rechtsreeks of onrechtstreeks zou voortvloeien uit de acties die op basis van de gegevens uit deze uitgave worden ondernomen.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    3

    Zonevreemde bedrijvenDe regelgeving voor zonevreemde bedrijven

    stand januari 2014

  • LEESWIJZER 1: Deze brochure is bedoeld voor ondernemers wiens bedrijf zonevreemd is. Niet alles belangt echter iedere zonevreemde ondernemer aan. Vandaar deze leeswijzer, die je meteen naar de relevante hoofdstukken loodst.

    Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    4

    Is mijn bedrijf zonevreemd?Wat is zonevreemdheid? Zie randnr. 01Hoe stel ik vast dat mijn bedrijf zonevreemd is? Zie nr. 04

    Mijn bedrijf is niet zonevreemd: deze brochure is niet aan u besteed.

    U wil uitbaten: zie hoofdstuk III

    De werken zijn vrijgesteld van vergunning. (Opgelet: wanneer niet strijdig met lokale plannen en vergunningen)

    De werken zijn niet vergunbaar: een wijziging van het zonevoorschrift is nodig. Zie randnr. 19 en verder

    De werken zijn vergunbaar: vraag de stedenbouwkundige vergunning aan.

    Bouwen of uitbaten?De regeling is verschillend voor het uitbaten van een bedrijf (de handeling waarvoor een milieuvergunning of melding vereist kan zijn) of voor het bouwen, verbouwen, uitbreiden van een bedrijf (de handeling waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist kan zijn).

    Is er een stedenbouwkundige vergunning vereist?Wil je bouwwerken of handelingen uitvoeren, rijst allereerst de vraag of je daarvoor een vergunning nodig hebt. Bij twijfel controleer je de lijst van de werken die vrijgesteld zijn van vergunning: zie randnr. 06.

    Zijn de werken vergunbaar?We onderscheiden:

    y onderhoudswerken(e.a. afwijkingsmogelijkheden): zie randnrs. 5 tot 8 10

    y verbouwen: zie randnr. 11 y herbouwen: zie randnrs. 12 en 13 y uitbreiden en aanpassen: zie randnr. 14 y wijzigen van functie: zie randnr. 18 y werken na vernieling of beschadiging door een ramp: zie

    randnr. 17

    Deze begrippen en de voorwaarden van vergunbaarheid worden in de diverse randnummers toegelicht. Op basis van die informatie kan men vaststellen of een vergunning mogelijk is..

    JA

    BOUWEN

    JA

    JANEE

    NEE

    NEE

    UITBATEN

  • LEESWIJZER 2: Wanneer blijkt dat de uit te voeren werken vergunningsplichtig zijn, is de eerste stap na te gaan of de werken vergunbaar zijn (volgens de afwijkingsregels, basisrechten of functiewijziging). Dit wordt in deze leeswijzer schematisch uitgewerkt.

    De vergunbaarheid van het project is sterk afhankelijk van de ligging van het goed (al dan niet in ruimtelijk kwetsbaar gebied) en de zijn bestaande toestand (hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot gebouw). Meer hierover in de verklarende woordenlijst, die achteraan de brochure in bijlage terug te vinden is.

    Wanneer de werken niet vergunbaar zijn, zal een bestemmingswijziging nodig zijn (zie randnrs. 19 en verder).

    NOTA: (*) Deze werken zijn ook vergunbaar voor recent afgebroken constructies (ondermeer op voorwaarde dat de stedenbouwkundige vergunning voor de afbraak aanwezig was) (zie randnr. 16)

    Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    5

    Welke werken zijn vergunbaar?

    Gaat het om een bestaand hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot gebouw en wordt de goede ruimtelijke ordening niet geschaad?

    (zie randnr. 35)

    Is het goed gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied of in recreatiegebied?(zie randnr. 34)

    (*) Er zijn afwijkingsmogelijkheden: y beperkte afwijkingen (zie randnr. 8) y stabiliteitswerken (zie randnr. 9) y afwijking op plan van aanleg op basis

    van typevoorschriften (zie randnr. 10)

    Er kunnen geen werken vergund worden zonder bestemmingswijziging (zie randnrs 19 en verder)

    y (*) Verbouwen binnen het bestaand volume (mits MV) (zie randnr. 11)

    y Herstel bij vernietiging (enkel van het vergund geacht volume) (ook MV nodig) (zie randnr. 17)

    y (*) Herbouwen op = plaats (zie randnr. 12) y Herbouwen op gewijzigde plaats (zie randnr. 13) (bv.

    getroffen door een rooilijn) y Uitbreiden (tgv sectorale wetgeving en aanpassings-

    werken, bv. verharding, ) (zie randnr. 14) y Zonevreemde functiewijziging is vergunbaar indien het

    goed gelegen is aan een voldoende uitgeruste weg en bouw-fysisch geschikt is voor de nieuwe functie (zie randnr. 18)

    Is het goed gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied of in recreatiegebied?(zie randnr. 34)

    NEE JA

    NEE NEEJAJA

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    6

    InhoudInleiding 7I. Wat is een zonevreemd bedrijf? 8

    1. Definitie 82. Zonevreemd Onvergund 83. Het begrip zonevreemdheid in de wetgeving 84. Hoe stel ik vast dat mijn bedrijf zonevreemd is? 9

    II. Toelaatbare (bouw)werken aan een zonevreemd bedrijf 10II.1 Inleiding 10

    5. Uitgangspunt: zijn de werken vergunbaar of niet? 106. Een vrijstelling van vergunning geldt veelal ook voor zonevreemde bedrijven 107. Overzicht van vergunningsmogelijkheden 11

    II.2 Afwijkingsmogelijkheden op de stedenbouwkundige voorschriften 128. beperkte afwijkingen 129. stabiliteitswerken 1210. handelingen sorterend onder voorschriften van een gewestplan 12

    II.3 Basisrechten voor zonevreemde constructies (niet zijnde woningbouw) 1311. Verbouwen 1312. Herbouwen op dezelfde plaats 1313. Herbouwen op een gewijzigde plaats 1414. Uitbreiden en aanpassen 1415. Mogelijkheid tot regularisatie 1516. Recent afgebroken zonevreemde constructies 1517. herstelwerken bij vernietiging of beschadiging door vreemde oorzaak 1518. Zonevreemde functiewijzigingen 15

    II.4 Planschadevergoeding 17II.5 Bestemmingswijzigingscompensatie 18IV. Planmatige oplossingen voor zonevreemde bedrijven 19

    19. Twee wegen voor een planmatige oplossing 19IV.1 Het planologisch attest 19

    20. Wat is een planologisch attest? 1921. Welke bedrijven komen in aanmerking voor een planologisch attest? 2022. Ontvankelijkheidsvereisten planologisch attest 2023. De aanvraag 2124. De procedure 2125. Het afgeleverd planologisch attest 2226. Verplichting tot opmaak van het plan 2227. Mogelijkheid van anticipatieve vergunningen 2228. Herlocalisatie 2229. Geldigheidsduur van een attest 23

    IV.2 De vervanging van het hinderend zonevoorschrift 2330. De normale regels blijven gelden 2331. Subsidiariteit en bedrijventerreinen 2332. Praktische opvolging van planning door een zonevreemd bedrijf 2433. Een gemeentelijk sectoraal plan voor zonevreemde bedrijven 24

    BIJLAGE 2534. Ruimtelijk kwetsbare gebieden 2535. Toelichting bij de voorwaarden verbonden aan de basisrechten 2536. Ligging aan een voldoende uitgeruste weg 27

    Nuttige adressen 27

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    7

    InleidingOp 1 september 2009 wijzigde de regelgeving ruimtelijke ordening ingrijpend. Vanaf die dag is er sprake van een Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Ook voor zonevreemde bedrijven wijzigde er heel wat. Deze brochure biedt u een overzicht van de basisbeginselen van mogelijkheden en beperkingen inzake gebruik, aanpassing en uitbreiding van zonevreemde bedrijfsgebouwen en constructies.

    Lees deze brochure samen met de brochure Bedrijf en Stedenbouwkundige vergunning die u ook op onze website www.agentschapondernemen.be kunt lezen en downloaden.

    Na het begrip zonevreemd bedrijf te hebben toegelicht (hoofdstuk I), wordt nagegaan welke bouwwerken aan een zonevreemd bedrijfsgebouw toegelaten zijn of vergund kunnen worden (hoofdstuk II). Ook de mogelijkheid om een milieuvergunning te bekomen wordt nader bekeken (hoofdstuk III). Tenslotte wordt ingegaan op de planmatige oplos-singen voor zonevreemde bedrijven (hoofdstuk IV).

    Een waarschuwing vooraf dringt zich op. De regelgeving zonevreemde gebouwen en constructie wijzigt geregeld. Bovendien wordt de toelaatbaarheid van werken soms ook bepaald door andere voorschriften dan deze van de be-stemmingszone waarin het gebouw of de handeling ligt. Er kan een verkavelingsvergunning gelden, een rooiplan, een onteigeningsplan, voorschriften inzake onroerend erfgoed, bodemdecreet, bosdecreet en zelfs in de eigendomsakte of stedenbouwkundige vergunning kunnen bepalingen opgenomen zijn van belang in het kader van uw voorgenomen stedenbouwkundige handeling.

    In deze brochure wordt evenmin ingegaan op de elementen uit de wetgeving die enkel zonevreemde woningen aanbelangen. Hoewel een deel van de regelgeving gelijkloopt met deze voor zonevreemde bedrijven, kennen zone-vreemde woningen op diverse vlakken een eigen regime. Meer informatie over de zonevreemde woningen vindt u online op www.bouwenenwonen.be of www.ruimtelijkeordening.be. Op deze laatste website vindt u ook een toelich-ting over de regeling voor zonevreemde ondernemingen.

    Wenst u advies op maat dan kan u contact opnemen met de accountmanagers ruimtelijke ordening van Agentschap Ondernemen. Zij informeren en begeleiden uw bedrijf met gratis en deskundig advies en verwijzen u door daar waar nodig.

    U kan deze brochure gratis downloaden via

    www.agentschapondernemen.be

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    8

    I. Wat is een zonevreemd bedrijf?

    1. Definitie

    Sinds de jaren 1970 heeft men aan de hand van ruimtelijke plannen aan elke vierkante meter grond in Vlaanderen een welbepaalde bestemming toegekend. Men onderscheidt voornamelijk woonzones, dienstverleningszones, indus-triegebieden, landbouwzones, recreatie- en groengebieden. Dat gebeurde in het verleden vooral in de gewestplannen of, op gemeentelijk vlak, in bijzondere plannen van aanleg (de B.P.A.s). In de nieuwe planningscontext spreekt men van ruimtelijk uitvoeringsplan (verder afgekort tot RUP), en worden deze plannen op gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau uitgevaardigd.

    Drie types zonevreemdheid:

    f Fundamentale of planologische zonevreemdheid: een constructie met een bepaalde functie (bv. bedrijf) ligt in een bestemmingszone dat niet is bestemd voor bedrijvigheid (bv. agrarisch gebied);

    f Omgevingszonevreemdheid: een constructie met een bepaalde functie (bv. bedrijf) ligt in een bestemmings-zone dat (o.a.) is bestemd voor bedrijvigheid (bv. woongebied), maar de activiteit overschrijdt de draagkracht van de omgeving;

    f Zonevreemdheid door gewijzigde factoren: door wijzigingen in de aard en kenmerken van de constructie, de functie en/of de omgeving (bv. sterk groeiend bedrijf) kan een aanvankelijk zone-eigen bedrijf evolueren tot een zonevreemd bedrijf of kan geoordeeld worden dat een aanvraag tot uitbreiding tot een zonevreemde situatie zou leiden door overschrijding van de draagkracht van de omgeving.

    2. Zonevreemd Onvergund

    Zonevreemdheid heeft niets te maken met de vergunningstoestand van een gebouw of handeling. Zonevreemdheid is dus iets anders dan illegaal. Illegale constructies zijn gebouwd zonder vergunning. Een zonevreemd gebouw kan perfect wettelijk vergund zijn. Er stelt zich wel steeds een probleem op het vlak van de vergunbaarheid naar de toe-komst toe. Een vergund gebouw kan mogelijks niet uitbreiden, of zal op termijn dienen te verdwijnen. Een onvergund gebouw kan mogelijks geen regularisatie meer krijgen.

    3. Het begrip zonevreemdheid in de wetgeving

    De term zonevreemdheid of zonevreemd bedrijf komt niet voor in de regelgeving ruimtelijke ordening.

    De basisrelatie tussen zonevreemdheid en regelgeving ligt in de beoordelingsgronden met betrekking tot aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen.

    Een vergunning wordt geweigerd indien het aangevraagd onverenigbaar is met:

    f stedenbouwkundige voorschriften (relatie met fundamentele of planologische zonevreemdheid); f een goede ruimtelijke ordening (relatie met omgevingszonevreemdheid en zonevreemdheid o.w.v. gewijzigde

    factoren).

    De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt een aantal afwijkingsmogelijkheden (en zelfs basisrechten) zodat vergunningen kunnen worden verleend voor handelingen die niet in overeenstemming zijn met de stedenbouwkun-dige voorschriften.

    Van de goede ruimtelijke ordening kan nooit worden afgeweken.De goede ruimtelijke ordening is een ruim en lokaal af te wegen begrip dat voor elke stedenbouwkundige vergunning en in alle gevallen geldt.

    Deze brochure behandelt verder enkel de mogelijkheden en beperkingen bij fundamentele of planologische zone-vreemdheid of m.a.w. mogelijkheden en beperkingen in afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    9

    4. Hoe stel ik vast dat mijn bedrijf zonevreemd is?

    De makkelijkste vorm van zonevreemdheid om vast te stellen is fundamentele of planologische zonevreemdheid. Of de (beoogde) bedrijvigheid niet overeenstemt met de stedenbouwkundige voorschriften is niet eens altijd zo duide-lijk, zeker gezien evoluerende begrippen en bedrijfsactiviteiten, al dan niet in gemengde vorm. Zeker omgevingszone-vreemdheid en zonevreemdheid omwille van gewijzigde factoren zijn moeilijk te determineren. Wie twijfelt kan zich best informeren. De meest aangewezen manier is een bezoek te brengen aan de gemeentelijke dienst, doorgaans technische dienst, dienst stedenbouw of dienst ruimtelijke ordening, die vertrouwd is met de plaatselijke toestand.

    Bij het gemeentebestuur liggen alle gemeentelijke plannen ter inzage die op haar grondgebied betrekking hebben. Men kan deze plannen inkijken, er inlichtingen over vragen en een kopie opvragen. De gewestplannen kan men ook online raadplegen (www.ruimtelijkeordening.be en op geovlaanderen.agiv.be). Bedenk wel dat er ook andere plan-nen (verkavelingsplan, BPA, RUP, ...) op provinciaal of gemeentelijk niveau kunnen gelden.

    Als u de inlichtingen schriftelijk bevestigd wilt, dan kunt u een stedenbouwkundig attest, stedenbouwkundige in-lichtingen (in een niet-ontvoogde gemeente) of een stedenbouwkundig uitreksel (in een ontvoogde gemeente) aan-vragen bij het gemeentebestuur. Stedenbouwkundige inlichtingen of een stedenbouwkundig uitreksel geven alleen inlichtingen over de geldende bestemming en vergunningen van het perceel en eventuele constructies. Een steden-bouwkundig attest geeft de vergunbaarheid aan van een welbepaald bouwontwerp. De nodige aanvraagformulieren kan men downloaden (www.ruimtelijkeordening.be klikken op formulieren).

    Via www.ruimtelijkeordening.be (klikken op ontvoogding) kunt u nagaan of uw gemeente al dan niet ontvoogd is.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    10

    II. Toelaatbare (bouw)werken aan een zonevreemd bedrijf

    II.1 Inleiding

    Niet alle werken zijn vergunningsplichtige handelingen, maar let op: heel wat ingrepen zijn dat wel: naast bouwen, verbouwen en uitbreiden is ook slopen, ontbossen, het relif wijzigen, de functie van gebouwen en gronden wijzigen vergunningsplichtig. Zie hiervoor de brochure Bedrijf en Stedenbouwkundige vergunning. Van vergunning vrijgestelde handelingen zijn soms toegelaten bij zonevreemde bedrijven (zie 6.). De melding is niet toegelaten in het geval van fundamentele of planologische zonevreemdheid.

    Omgevingszonevreemdheid en zonevreemdheid door gewijzigde factoren houden verband met de afweging goede ruimtelijke ordening wat niet specifiek verband houdt met zonevreemdheid en wat moeilijk te vatten is in een algemene brochure. De brochure behandelt verder slechts de mogelijkheden en beperkingen in afwijking van steden-bouwkundige voorschriften, de zogenaamde fundamentele of planologische zonevreemdheid.

    5. Uitgangspunt: zijn de werken vergunbaar of niet?

    In principe worden handelingen in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften geweigerd, behalve als hier op geldige wijze kan worden van afgeweken. Bij (fundamentele of planologische zonevreemdheid) is dit normaal het geval: afwijkingsmogelijkheden hebben normaal betrekking op het in stand houden en/of aanpassen van bestaande constructies, behalve;

    f Van vergunning vrijgestelde handelingen (zie 6.) en onderhoudswerken aan of bij hoofdzakelijk vergunde con-structies worden geacht niet strijdig zijn met de voorschriften van gewestplan, APA, gewestelijk of provinciaal RUP (gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kan de lijst met voorschriften uitbreiden);

    f Zonnepanelen en zonneboilers gentegreerd in het dakvlak worden niet beschouwd als afwijkend van voor-schriften, tenzij die de plaatsing uitdrukkelijk verbieden.

    Een vergunningsaanvraag beoordelen met betrekking tot een bestaande constructie of toestand kan de overheid slechts ten opzichte van de bestaande juridische toestand. Met constructies, toestanden, functies die niet in over-eenstemming met de regelgeving zijn tot stand gekomen kan ze geen rekening houden.

    Constructies kunnen vrijgesteld (geweest) zijn van vergunning, kunnen tot stand gekomen zijn op basis van een melding of met een vergunning. Bestaande constructies van vr 22 april 1962 en bestaande constructies van vr de inwerkingtreding van het eerste gewestplan waarin ze gelegen zijn worden geacht vergund te zijn. De eerste inwerkingtreding van een gewestplan is te raadplegen via geovlaanderen.agiv.be via het geoloket Gewestplan (bij identificeren op de locatie van het perceel wordt de datum van het vigerende gewestplan gegeven indien niet in de jaren 70 best uw gemeente contacteren).

    Een vergunning in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften kan slechts toegekend worden als de regelgeving in een afwijkingsmogelijkheid voorziet. De Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening bepaalt afwijkingsmogelijkheden, basisrechten voor zonevreemde constructies en zonevreemde functiewijzigingen. Deze werken zullen in dit hoofdstuk verder worden toegelicht. In tweede orde, zo de beoogde werken niet vergunbaar blijken, moet worden nagegaan of er geen planmatige oplossing mogelijk is. Dat wordt in hoofdstuk IV nader bekeken.

    6. Een vrijstelling van vergunning geldt veelal ook voor zonevreemde bedrijven

    Een aantal handelingen zijn bij uitvoeringsbesluit vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning.De handelingen zijn slechts vrijgesteld van vergunning als ze niet strijdig zijn met stedenbouwkundige voorschriften van gemeentelijke RUPs, APAs, BPAs of verkavelingsvergunningen, met stedenbouwkundige verordeningen, met stedenbouwkundige vergunningen of met andere regelgeving (bv. inzake onroerend erfgoed).

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    11

    Vermits een gemeentelijke verordening een meldingsplicht kan invoeren, voor in beginsel vrijgestelde handelingen, of deze handelingen ook kan vrijstellen in strijd met lokale plannen en vergunningen blijft het raadzaam bij de gemeente navraag te doen.

    Een opsomming van de vrijgestelde handelingen (incl de onderhoudswerken) kunt u vinden in onze brochure Bedrijf en stedenbouwkundige vergunning. Het volledige besluit staat op www.ruimtelijkeordening.be klik op wetgeving, dan op de uitvoeringsbesluiten.

    7. Overzicht van vergunningsmogelijkheden

    Hieronder vindt u een overzicht van de afwijkingsmogelijkheden en basisrechten, voor zover relevant voor bedrijven.

    Afwijkingsmogelijkheden op de stedenbouwkundige voorschriften

    f beperkte afwijkingen; f stabiliteitswerken; f handelingen sorterend onder voorschriften van een gewestplan;

    Basisrechten voor zonevreemde constructies (niet zijnde woningbouw)

    f verbouwen; f herbouwen op dezelfde plaats; f herbouwen op een gewijzigde plaats; f uitbreiden en aanpassen; f recent afgebroken zonevreemde woningen of andere constructies; f herstelwerken bij vernietiging of beschadiging door vreemde oorzaak;

    Zonevreemde functiewijzigingen

    Zonevreemde functiewijzigingen laten toe om het hergebruik van een gebouw voor een nieuwe functie, die niet verenigbaar is met de bestemmingszone, te vergunnen.

    Alle basisrechten, alle zonevreemde functiewijzigingen en stabiliteitswerken kunnen enkel toegepast worden op bestaande, hoofdzakelijk vergunde en niet-verkrotte gebouwen en zolang de goed ruimtelijke ordening niet geschaad wordt.

    Alle afwijkingsmogelijkheden en alle basisrechten (uitgezonderd verbouwen binnen het bestaande volume) zijn enkel toelaatbaar buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied en recreatiegebied.

    Het is dus belangrijk om in eerste instantie na te gaan of het goed al dan niet gelegen is in ruimtelijk kwetsbaar gebied en of het hier al dan niet gaat om een hoofdzakelijk vergunde situatie. Dit zal immers de mogelijkheden beperken of verruimen.

    Deze begrippen worden verder toegelicht achteraan de brochure in de verklarende woordenlijst.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    12

    II.2 Afwijkingsmogelijkheden op de stedenbouwkundige voorschriften

    Een aantal afwijkingsmogelijkheden en basisrechten gelden niet in ruimtelijk kwetsbare gebieden. Een toelichting bij dit begrip vindt u achteraan deze brochure onder de rubriek bijlage.

    8. beperkte afwijkingen

    Er kunnen, na organisatie van een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouw-kundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot

    f perceelsafmetingen, f de afmetingen en de inplanting van constructies, f de dakvorm en de gebruikte materialen.

    Afwijkingen zijn niet mogelijk voor wat betreft:

    f bestemming, f de maximale vloerterreinindex en f het aantal bouwlagen

    Opgelet: u moet in uw vergunningsaanvraag wel duidelijk stellen dat u wenst gebruik te maken van deze afwijkings-maatregel. Basisprincipe blijft dat de goede ruimtelijke ordening niet mag worden geschaad.

    9. stabiliteitswerken

    Stabiliteitswerken zijn werken die het gebruik van een constructie voor de toekomst veilig stellen door middel van ingrepen zoals het vervangen van dakgebinten of dragende balken (met uitzondering van plaatselijke herstellingen) en het gedeeltelijk vervangen of herbouwen van bestaande buitenmuren, zelfs met recuperatie van de stenen.

    Voor het uitvoeren van stabiliteitswerken kan worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften of van ver-kavelingsvoorschriften bij bestaande, hoofdzakelijk vergunde en niet-verkrotte constructies.

    Worden de aangevraagde stabiliteitswerken in beroep geweigerd, dan kan de eigenaar de aankoop van zijn perceel, met inbegrip van de vergunde (of vergund geachte) constructies, door het Vlaams Gewest eisen. Dat moet gebeuren door het versturen van een beveiligde zending binnen 12 maanden na de definitieve weigering. De aankoop gebeurt aan de waarde van het goed op het moment van de weigering (in laatste administratieve aanleg). Indien de eigenaar ermee instemt kan de verplichte aankoop vervangen worden door een grondenruil via de Vlaamse Grondenbank.

    10. handelingen sorterend onder voorschriften van een gewestplan

    Indien een project niet vergunbaar is op basis van voorschriften van het gewestplan, maar wel op basis van de standaardtypebepaling van de vergelijkbare (sub)categorie van gebiedsaanduiding volgens de typevoorschriften voor RUPs, dan kan de overheid toch een vergunning geven voor uw project. We benadrukken dat ze dit kan, maar niet verplicht is.

    Zowel in het decreet als bij uitvoeringsbesluit is een concordantietabel bepaald die aangeeft welke de vergelijkbare bestemmingen zijn.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    13

    De algemene decretale tabel:

    Bestemmingsvoorschriften van gewestplan: (Sub)categorie van gebiedsaanduiding:

    Woongebieden Wonen

    Industriegebieden Bedrijvigheid

    Dienstverleningsgebieden Bedrijvigheid

    Agrarische gebieden Landbouw

    Bosgebieden Bos

    Groengebieden Overig groen en Reservaat en natuur

    Recreatiegebieden Recreatie

    Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

    Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen

    Ontginningsgebieden Gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen

    II.3 Basisrechten voor zonevreemde constructies (niet zijnde woningbouw)

    Voor zonevreemde constructies bestaan er basisrechten. Dit betekent dat een aanvraag niet zomaar kan geweigerd worden op basis van de geldende bestemmingsvoorschriften. De basisrechten gelden bij

    f bestaande, hoofdzakelijk vergunde en niet-verkrotte constructie (met uitzondering van publiciteitsinrichtingen en uithangborden) en

    f de goede ruimtelijke ordening wordt niet geschaad.

    Voor een toelichting bij deze begrippen die gelden als voorwaarden verbonden zijn aan de basisrechten van zone-vreemde constructies verwijzen we naar de bijlage achteraan deze brochure.

    De basisrechten zijn geldig in ALLE bestemmingsgebieden van gewestplan, APA, BPA tot een RUP. Men kan enkel afwijken van de bestemmingsvoorschriften, niet van de inrichtings- of beheervoorschriften. Men kan echter de ba-sisrechten wel combineren met de algemeen geldende beperkte afwijkingsmogelijkheden van stedenbouwkundige voorschriften.

    Deze basisrechten kunnen door een RUP worden aangevuld of uitgebreid. Een RUP kan strenger zijn i.v.m. max. toegelaten bouwvolumes bij herbouw.

    11. Verbouwen

    Onder verbouwen verstaat men dat de werken uitgevoerd worden binnen het bestaande bouwvolume van een constructie. Er wordt een duidelijk criterium gehanteerd: de buitenmuren moeten voor ten minste zestig procent behouden worden. Volledig herbouwen wordt niet als een verbouwing beschouwd.

    Indien het bedrijf dat wil verbouwen milieuvergunningplichtig is moet men daarenboven:

    f over een milieuvergunning beschikken die de normale bedrijfsvoering dekt; f de constructie moet in het jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag daadwerkelijk zijn uitgebaat.

    12. Herbouwen op dezelfde plaats

    Het herbouwen op dezelfde plaats van een zonevreemde constructie is vergunbaar ook al zijn deze handelingen in strijd met de bestemming. Onder herbouwen wordt verstaan een constructie volledig afbreken, of mr dan veertig procent van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen. Op dezelfde plaats betekent dat de nieuwe constructie minstens driekwart van de bestaande oppervlakte overlapt.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    14

    Herbouwen op dezelfde plaats is niet toegelaten

    f in ruimtelijk kwestbare gebieden (uitgezonderd parkgebieden) en f recreatiegebieden.

    Indien het bedrijf dat wil verbouwen milieuvergunningplichtig is moet men daarenboven:

    f over een milieuvergunning beschikken die de normale bedrijfsvoering dekt; f de constructie moet in het jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag daadwerkelijk zijn uitgebaat.

    13. Herbouwen op een gewijzigde plaats

    Herbouwen op een gewijzigde plaats van een zonevreemde constructie is vergunbaar, op voorwaarde dat voldaan is aan volgende voorwaarden:

    1 de oorzaak van de herbouw: a) de constructie is getroffen door een rooilijn, b) de constructie bevindt zich in een achteruitbouwzone, c) de verplaatsing volgt uit redenen van een goede ruimtelijke ordening, en wordt door de aanvrager uitdruk- kelijk gemotiveerd vanuit een betere integratie in de omgeving, een betere terreinbezetting of een kwalitatief concept;

    2 bijkomend moet ten minste n van volgende voorwaarden vervuld zijn: a) de herbouwde constructie krijgt dezelfde voorbouwlijn als de dichtstbijzijnde constructie, b) de nieuwe toestand levert een betere plaatselijke aanleg op, en richt zich op de omgevende bebouwing of plaatselijk courante inplantingswijzen.

    Herbouwen op een gewijzigde plaats is niet toegelaten in

    f ruimtelijk kwetsbare gebieden (uitgezonderd parkgebieden) en f recreatiegebieden.

    Indien het bedrijf dat wil verbouwen milieuvergunningplichtig is moet men daarenboven:

    f over een milieuvergunning beschikken die de normale bedrijfsvoering dekt; f de constructie moet in het jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag daadwerkelijk zijn uitgebaat.

    14. Uitbreiden en aanpassen

    Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde constructie is vergunbaar op voorwaarde dat de uitbreiding noodza-kelijk is omwille van:

    1 milieuvoorwaarden;2 gezondheidsredenen;3 maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs;4 bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, de dierengezondheid of het dierenwelzijn;

    Indien het bedrijf dat wil verbouwen milieuvergunningsplichtig is moet men daarenboven:

    f over een milieuvergunning beschikken die de normale bedrijfsvoering dekt; f de constructie moet in het jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag daadwerkelijk zijn uitgebaat.

    Aanpassingswerken aan of bij een zonevreemde constructie zijn vergunbaar, op voorwaarde dat het overdekte vo-lume niet wordt uitgebreid.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    15

    Uitbreidings- en aanpassingswerken zijn niet toegelaten in

    f ruimtelijk kwetsbare gebieden (uitgezonderd parkgebieden) en f recreatiegebieden.

    15. Mogelijkheid tot regularisatie

    Heeft men in het verleden aan het zonevreemde gebouw kleinere, marginale ingrepen uitgevoerd (stabiliteitswer-ken, verbouwingswerken, uitbreidingen of aanpassingen) zonder dat er een stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd, dan bestaat de mogelijkheid dit toch nog vergund te krijgen. Dit gebeurt door de aanvraag van een regularisatievergunning. Een van de voorwaarden is dat het een hoofdzakelijk vergund gebouw betreft. Dit begrip wordt verder toegelicht achteraan de brochure.

    De aanvraagprocedure is dezelfde als voor een stedenbouwkundige aanvraag. De aanvraag wordt beoordeeld t.o.v. de juridisch bestaande toestand en volgens de nu geldende regels en voorschriften. Krijgt u geen vergunning, dan is herstel van de oorspronkelijke toestand de enige manier om het misdrijf te doen ophouden.

    16. Recent afgebroken zonevreemde constructies

    Verbouwen, herbouwen op dezelfde of een gewijzigde plaats, uitbreiden en aanpassen aan zonevreemde constructies die geheel of gedeeltelijk zijn afgebroken zijn toegestaan indien voldaan is aan volgende voorwaarden:

    f voorafgaand aan de afbraak werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd tot verbouw of tot her-bouw, en u wenst het bouwplan aan te passen of om te zetten naar herbouw

    f de aanvraag tot wijziging wordt ingediend binnen de geldigsheidstermijn van de initile stedenbouwkundige vergunning tot herbouw of verbouw

    Als bestaand bouwvolume geldt dan de toestand voorafgaand aan de afbraak.

    17. herstelwerken bij vernietiging of beschadiging door vreemde oorzaak

    Als een zonevreemde constructie vernietigd of beschadigd werd door een oorzaak die niet toe te eigenen is aan de eigenaar, dan kunnen herstelwerken worden vergund ook al zijn deze handelingen in strijd met de bestemming. Volgende voorwaarden moeten voldaan zijn:

    f de constructie werd in het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging uitgebaat (en eventueel con-form de nodige milieuvergunning)

    f de aanvraag gebeurt binnen de drie jaar na de toekenning van het verzekeringsbedrag of binnen de vijf jaar nadat de vernieling of beschadiging is tot stand gekomen

    f het bouwvolume van de herstelde constructie blijft beperkt tot het vergunde of vergund geachte bouwvolume.

    18. Zonevreemde functiewijzigingen

    Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van een hoofdfunctie van een onroerend goed is vergunningsplichtig, zelfs al gaat dat niet gepaard met het uitvoeren van andere vergunningsplichtige werken of handelingen.

    Als hoofdfuncties worden beschouwd:

    f Wonen f Verblijfsrecreatie f Dagrecreatie f Landbouw in de ruime zin f handel, horeca, kantoorfunctie en diensten

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    16

    f Industrie en ambacht f Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

    Wordt bijvoorbeeld een industrieel gebouw gewijzigd in een winkel, dan is er sprake van een (vergunningsplichtige) functiewijziging. Of van de bedrijfswoning van een exploitant of bewakingspersoneel (horende bij een gebouw met als functiecategorie landbouw in de ruime zin of industrie en ambacht) tot een woning die geen binding meer heeft met het bedrijf, van een winkelpand in een schrijnwerkerij

    Wat betreft het wijzigen van de functie van een gebouw of gebouwencomplex kan worden afgeweken van de be-stemmingsvoorschriften indien voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:

    f het gaat om bestaande, niet-verkrotte, hoofdzakelijk vergunde gebouwen; f de gebouwen zijn niet gelegen in:

    1. ruimtelijk kwetsbare gebieden (met uitzondering van parkgebied en agrarisch gebied met ecologisch belang of ecologische waarde),

    2. in recreatiegebieden f de goede ruimtelijke ordening wordt niet geschaad f voor de functiewijzigingen die in de onderstaande lijst onder 2 t.e.m. 6 zullen worden vermeld, geldt de voor-

    waarde dat het gebouw of gebouwencomplex gelegen is aan een voldoende uitgeruste weg (op het moment van de aanvraag). Deze voorwaarde heeft geen betrekking op de private toegangsweg tot het commercile, ambachtelijke of industrile gebouw of gebouwencomplex voor zover deze private toegangsweg aansluit op een voldoende uitgeruste weg. Achteraan deze brochure in de verklarende woordenlijst vindt u meer uitleg over het begrip voldoende uitgeruste weg.

    f voor de functiewijzigingen vermeld onder 2 t.e.m.7 geldt de vereiste dat het gebouw of gebouwencomplex bouwfysisch geschikt is voor de nieuwe functie.

    Een gebouw of gebouwencomplex is bouwfysisch geschikt voor een nieuwe functie als aan het gebouw of gebou-wencomplex uit financieel of bouwtechnisch oogpunt geen ingrijpende werken uitgevoerd hoeven te worden voor de nieuwe functie. Daarmee wordt bedoeld dat de functie gerealiseerd kan worden als de bestaande structuur van het gebouw grotendeels wordt benut en gevaloriseerd, waarbij het gebouw aangepast kan worden aan hedendaagse comfort-, energie- of milieueisen.

    In de onderstaande lijst worden de toelaatbare functiewijzigingen opgesomd inzake economische activiteiten, bege-leid door hun individuele voorwaarden.

    1. Het gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een woning, met inbegrip van de overige onderdelen van het gebouwencomplex, in een kantoor- of dienstenfunctie, zoals kantoorfunctie, vrij beroep of dienstverlening. De complementaire functie mag niet meer dan 100 m vloeroppervlakte beslaan, en de woonfunctie moet een grotere oppervlakte beslaan dan de complementaire functie. Een voorbeeld van een aanvaardbare func-tiewijziging : een verzekeringsagent die in twee lokalen van zijn zonevreemde woning klanten ontvangt, een bureau heeft en dossiers bijhoudt. Een niet vergunbaar voorbeeld : een nieuw klein caf in een zonevreemde woning.

    2. Het gedeeltelijk wijzigingen van het gebruik van een woning met inbegrip van de woningbijgebouwen, in een toeristisch logies met maximaal acht tijdelijke verblijfsgelegenheden, met uitsluiting van elke vorm van restau-rant of caf. Bovendien moet de aanvraag voor voorafgaand advies worden voorgelegd aan Toerisme Vlaanderen.Een voorbeeld van een aanvaardbare functiewijziging: zeven kamers voor bed and breakfast + n ontbijtruimte in schuur van zonevreemde woning (voormalige boerderij) zonder landbouw als nevenfunctie. Een niet ver-gunbaar voorbeeld: een klein hotel met half pension in schuur van voormalige boerderij.

    3. Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex naar een nieuwe functie die behoort tot de functiecategorie kantoorfunctie of diensten (met uitzondering van handel en ho-reca), voorzover het gelegen is in een industriegebied in de ruime zin, en in de ruimere omgeving van het gebouw of gebouwencomplex nog gebouwen voorkomen met de vergunde functie kantoorfunctie of diensten (met uitzondering van handel en horeca). Indien op het industriegebied in kwestie meer dan drie bedrijven gevestigd zijn moet 50% van de aanwezige bedrijven al een vergunde hoofdfunctie kantoorfunctie of dien-sten (met uitzondering van handel en horeca) hebben.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    17

    4. Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex naar een nieuwe functie die betrekking heeft op een inrichting voor luidruchtige binnenrecreatie zoals een karting, een fuifzaal of een schietstand. Deze functiewijziging is enkel toegelaten wanneer het gebouw of gebouwencomplex gelegen is in een industriegebied in de ruime zin van het woord.

    5. Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex van hoofdfunctie landbouw naar een nieuwe functie die louter betrekking heeft op de opslag van allerhande materialen of materi-eel. Bijkomende voorwaarde is dat het gebouw of gebouwencomplex deel moet uitmaken van een gebouwengroep, en bovendien ook in agrarisch gebied (in de ruime zin) is gelegen. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: winterberging voor caravans, berging van oldtimers, opslag van hout voor een schrijn-werkerij ...Een niet vergunbaar voorbeeld: schrijnwerkerij in dezelfde leegstaande stal.

    6. Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex van de hoofdfunctie landbouw in de ruime zin naar (een combinatie van) een paardenhouderij, een mange, een dierenasiel, een dierenpension, een dierenartsenpraktijk, jeugdlogies, een tuinaanlegbedrijf, een kinderboerderij, een centrum voor dierentherapie of een instelling waar personen al dan niet tijdelijk verblijven en bij wijze van therapie, onderwijs, opleiding of voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt ondermeer landbouwactiviteiten of aan de landbouw verwante activiteiten uitoefenen. Gedeelten van het gebouw of gebouwencomplex kunnen aange-wend worden voor ondergeschikte functies (handel, horeca, kantoorfunctie of diensten) die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de hoofdfunctie. Deze ondergeschikte functies kunnen in totaal maximum 100 m in beslag nemen. Het gebouw of gebouwencomplex moet bovendien gelegen zijn in agrarisch gebied (in de ruime zin). Een voorbeeld van een aanvaardbare functiewijziging: omvormen van een leegstaande boerderij naar dagverblijf voor autistische kinderen, met onder meer therapeutische verzorging van ponys en schapen.Een niet vergunbaar voorbeeld : omvormen van leegstaande boerderij naar tuincentrum met plantenverkoop.

    7. Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van een gebouw of gebouwencomplex dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Deze functiewijziging is enkel toegelaten wanneer de voortzetting van de vroe-gere functie niet langer haalbaar is, of het gebouw of het gebouwencomplex geen duurzame leefbaarheid garandeert.De nieuwe functie moet bovendien ook de erfgoedwaarde ongeschonden laten of verhogen, en het agentschap Onroerend Erfgoed moet een gunstig advies uitbrengen over de aanvraag.

    II.4 Planschadevergoeding

    Plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen leggen voor elk stukje grond in Vlaanderen de bestemming vast. Een nieuw plan die voortvloeit uit een herziene visie voor de ruimtelijke structuur in een bepaald gebied kan een grond een nieuwe bestemming geven. De bestemmingswijziging kan invloed hebben op de waarde van de grond.

    De wetgever heeft daarom financile regelingen opgenomen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Men spreekt van planschade als gronden door een bestemmingswijziging minder waard worden. De vergoeding is van toepassing wanneer een grond voor de bestemmingwijziging bebouwbaar was, terwijl bouwen of verkavelen na de bestem-mingswijziging niet meer toegelaten is. Bovendien moet het perceel aan de 4 volgende criteria samen voldoen op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het definitieve RUP:

    1. gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg2. stedenbouwkundig en bouwtechnisch voor bebouwing in aanmerking komen3. gelegen zijn binnen een bebouwbare zone zoals bepaald in een plan van aanleg of RUP4. enkel de eerste 50 m vanaf de rooilijn komt in aanmerking voor planschade

    De vergoeding bedraagt 80 procent van de waardevermindering ( = het verschil tussen waarde van het goed op ogen-blik van de verwerving + indexering + lasten en onkosten en de waarde van het goed op ogenblik van het ontstaan van recht op schadevergoeding na inwerkingtreding RUP. Dit is 14 dagen na publicatie in het staatsblad).

    De planschadevergoeding is verschuldigd door de overheid die het (herziene) ruimtelijke uitvoeringsplan ( RUP) opmaakt, maar wordt niet automatisch toegekend. De eigenaar dient een planschadevordering in bij de rechtbank van eerste aanleg. Een deskundige wordt aangesteld die een raming maakt van de geleden schade.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    18

    Het recht tot planschadevergoeding ontstaat:

    f ofwel bij verkoop van grond f ofwel bij weigering van een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning f ofwel bij negatief stedenbouwkundig attest f ofwel bij inbreng van het goed in een vennootschap

    Het recht op planschadevergoeding verloopt na termijn van vijf jaar na inwerkingtreding van het plan. Het vorderings-recht vervalt bovendien definitief een jaar na de dag waarop het recht tot planschadevergoeding is ontstaan.

    Er zijn ook een aantal uitzonderingen waarin geen planschadevergoeding verschuldigd is. Men kan bijvoorbeeld geen aanspraak op deze vergoeding wanneer het bouwverbod voortvloeit uit een onteigeningsbeslissing EN wanneer de waardevermindering minder dan 20 procent bedraagt van het perceel.

    II.5 Bestemmingswijzigingscompensatie

    Naast de financile regelingen omtrent onder meer planschadevergoeding, is er ook een regeling omtrent de bestem-mingswijzigingscompensatie. Het is een vergoedingsregeling voor eigenaars van landbouwgronden die een groene bestemming krijgen en daardoor in waarde dalen. Ook deze financile vergoeding wordt niet automatisch toegekend. Men moet een aanvraag indienen bij de Vlaamse Landmaatschappij. Meer informatie over de voorwaarden van deze compensatieregeling zijn terug te vinden op de website www.ruimtelijkeordening.be.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    19

    III. De Milieuvergunning voor zonevreemde bedrijven

    Bij de advisering en beslissing over een milieuvergunningsaanvraag kan ten bate van een geheel of gedeeltelijk zonevreemde inrichting van de bestemmingsvoorschriften worden afgeweken, voor zover:

    f de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad ,dit betekent onder meer dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengt of verstoort

    f de inrichting stedenbouwkundig vergunbaar is in afwijking van de bepalingen van een stedenbouwkundig voorschrift of, voor zover het gaat om een bestaande inrichting, hoofdzakelijke vergund is;

    f de inrichting niet behoort tot een categorie van bedrijven die van de regeling zijn uitgesloten, het gaat hierbij over inrichtingen waarvoor een milieueffectrapport of een veiligheidsrapport vereist is voor de volledigheid van de aanvraag om een milieuvergunning of stedenbouwkundige vergunning

    f de inrichting niet geheel of gedeeltelijk ligt of zal liggen in volgende gewestplanbestemmingen: groengebied (natuurgebied, natuurgebied met wetenschappelijke waarde, natuurreservaat), natuurontwikkelingsgebied, overstromingsgebied en bosgebied; deze verbodsbepaling geldt dan weer niet voor het houden van dieren (VLAREM I-indelingsrubrieken 9.3 tot en met 9.6, met de bijhorende installaties en opslagplaatsen

    Indien de goede ruimtelijke ordening wordt geschaad, kan aan het bedrijf een herlokalisatietermijn van maximum vijf jaar worden toegekend.

    IV. Planmatige oplossingen voor zonevreemde bedrijven

    19. Twee wegen voor een planmatige oplossing

    In de twee vorige hoofdstukken werd nagegaan onder welke voorwaarden een zonevreemd bedrijf een stedenbouw-kundige of milieuvergunning kan bekomen. Niet zelden zal een bedrijf vaststellen dat wat zij wenst niet vergunbaar is. Haar plannen zullen slechts uitvoerbaar worden als het zonevoorschrift zelf op de n of andere manier wordt gewijzigd.

    Volgens de wetgeving zijn er twee wegen te onderscheiden die planmatig aan de zonevreemdheid van een bedrijf kunnen verhelpen. De eerste weg, waar het bedrijf zelf initiatiefrecht heeft, is het planologisch attest. De tweede weg is een herziening of vervanging van het hinderend zonevoorschrift door de overheid zelf, volgens de normale procedures van opmaak van RUPs.

    IV.1 Het planologisch attest

    20. Wat is een planologisch attest?

    Een planologisch attest vermeldt of een bestaand hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het is gevestigd. In geval van behoud worden de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkhe-den op korte en lange termijn meegedeeld.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    20

    Het is een deels informatief, deels bindend document.

    f Het is informatief in die zin dat de overheid haar beleidsvisie over de toekomstige ruimtelijke ordening m.b.t. het bedrijf en haar omgeving meedeelt. Die beleidsvisie geeft evenwel geen garantie dat de beoogde ruim-telijke ordening ook effectief zal worden verwezenlijkt in een ruimtelijk uitvoeringsplan. Of een procedure tot opmaak RUP effectief wordt opgestart, wordt in het planologisch attest vermeld.

    f Het is bindend in die zin dat, enerzijds, een gunstig planologisch attest de overheid verplicht om binnen het jaar een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op te stellen (indien dit vermeld staat in het plano-logisch attest), en, anderzijds, op basis van zon attest onder bepaalde voorwaarden anticipatief een steden-bouwkundige vergunning kan worden verkregen voor de (aanvaarde) korte termijnbehoeften van het bedrijf.

    21. Welke bedrijven komen in aanmerking voor een planologisch attest?

    Het attest kan enkel aangevraagd worden door bedrijven waarvoor de opmaak of wijziging van een RUP nodig is om de plannen van het bedrijf mogelijk te maken, en mits ze behoren tot n van de volgende categorien:

    f een milieuvergunningsplichtig of (milieu-)meldingsplichtig bedrijf f een volwaardig land- of tuinbouwbedrijf

    22. Ontvankelijkheidsvereisten planologisch attest

    In het besluit van de Vlaamse regering waar de regels voor het planologisch attest werden vastgelegd zijn bijkomende ontvankelijkheidsvoorwaarden ingevoerd voor attestaanvragen die niet rechtstreeks in het decreet staan, maar uit de praktijk en continuteit van het bestuur volgen.

    Volgens dit besluit is de aanvraag voor een planologisch attest onontvankelijk indien

    1. het bedrijf heeft op het ogenblik van de aanvraag geen bedrijfsactiviteiten op de site waarop de aanvraag betrekking heeft

    2. het bedrijf is niet hoofdzakelijk vergund

    3. het bedrijf is verkrot

    4. het bedrijf is niet onderworpen aan de milieuvergunningsplicht of de milieumeldingsplicht, en het is evenmin een volwaardig land- of tuinbouwbedrijf

    5. noch het behoud van het bedrijf, noch de gewenste ontwikkelingen zoals beschreven in de aanvraag veron-derstellen de opmaak of de wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan

    6. er is een lopend of recent afgerond planningsproces waarin een uitspraak wordt gedaan over het behoud en de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf:a) de site waarop de aanvraag betrekking heeft ligt binnen het toepassingsgebied van een ruimtelijk uitvoe-ringsplan waarvoor minder dan n jaar voor de datum van de aanvraag nog een plenaire vergadering werd gehouden, een voorlopige of definitieve vaststelling is gedaan of, in voorkomend geval, een beslissing in het kader van het goedkeuringstoezicht is genomen; enb) de stedenbouwkundige voorschriften van het in a) vermelde plan, in de versie die geagendeerd of voorge-legd werd voor de plenaire vergadering, de voorlopige of definitieve vaststelling of de goedkeuring, spreken zich uit over het behoud of de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf

    7. de aanvraag is niet mee ondertekend door een geregistreerd ruimtelijk planner

    8. de aanvraag is niet per beveiligde zending ingediend

    9. de aanvraag is onvolledig bevonden en de aanvrager heeft de nodige aanvullingen niet bezorgd binnen de daarvoor vastgestelde termijn.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    21

    23. De aanvraag

    De opmaak van een aanvraag gebeurt onder de verantwoordelijkheid van n of meerdere ruimtelijk planners.

    Een aanvraag van een planologisch attest bestaat uit (vereenvoudigd: voor de uitgebreide vereisten en het aanvraag-formulier: www.ruimtelijkeordening.be > uitvoeringsbesluiten > divers):

    1. een ingevuld, ondertekend en gedateerd aanvraagformulier

    2. documenten die aantonen dat het bedrijf aan een van de volgende voorwaarden beantwoordt:a) het is onderworpen aan de milieuvergunningplicht of de milieumeldingsplicht b) het is een volwaardig land- of tuinbouwbedrijf

    3. de kadastergegevens, waaronder kadastraal plan en de eigendomsgegevens:

    4. plannen:a) een plan van de bestaande toestand van het bedrijf, van de gronden waarop een eventuele gewenste uitbreiding plaatsvindt en van de onmiddellijke omgeving, met aanduiding vanb) een overzichtsplan van de stedenbouwkundige vergunningstoestand van het bedrijfc) een plan van de gewenste toestand van het bedrijf, met een duidelijk onderscheid tussen ontwikkelingen op korte en op lange termijn

    5. als het bedrijf verschillende vestigingen heeft, meerdere sites in gebruik heeft of gronden in reserve heeft, een overzichtskaart van deze vestigingen, sites en gronden

    6. minimaal tien fotos die een duidelijk beeld geven van de bestaande toestand

    7. een tekst met toelichting en motivering van de aanvraag

    8. een passende beoordeling of verscherpte natuurtoets als die vereist is

    9. documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichtingen inzake milieueffectrapportage.

    24. De procedure

    De aanvraag van een planologisch attest wordt per beveiligde zending ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag wordt ingediend in 2 analoge exemplaren en 1 digitaal exemplaar. Liggen de percelen in meer dan n gemeente, dan moeten 2 extra analoge exemplaren worden toegevoegd per bijkomende gemeente en moet de aanvraag ingediend worden in die gemeente waar de hoofdtoegang van het bedrijf is gelegen.

    Binnen 30 dagen na indiening van de aanvraag bericht de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar aan de aanvrager:

    f Dat het dossier onvolledig is (met opgave van de reden) f Een verzoek tot vervollediging van de aanvraag (met opgave van de ontbrekende informatie); f Een ontvangstbewijs met kennisgeving van de bevoegde overheid.

    Als de aanvraag onvolledig blijkt te zijn, begint een nieuwe termijn te lopen vanaf de indiening van de vervollediging.

    Het toekennen van de bevoegdheid om over een aanvraag tot planologisch attest te beslissen omvat uitgebreide en gedetailleerde regels, zie hiervoor www.ruimtelijkeordening.be > uitvoeringsbesluiten > divers.

    De bevoegdheidsregels wijzen aanvragen toe aan de Vlaams minister bevoegd voor ruimtelijke ordening of aan de de-putatie, afhankelijk van de ligging (bv. bevoegdheidsniveau geldende RUP, VEN-gebied, Speciale Beschermingszone), afhankelijk van het type bedrijf (bv. recreatiebedrijven, kleinhandel) of afhankelijk van de omvang (bv. terreinop-pervlakte, type stedelijk gebied of buitengebied).

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    22

    Over de aanvraag tot planologisch attest wordt een openbaar onderzoek georganiseerd (duurt 30 dagen), waarvan de aanvrager en de aanpalende eigenaars van op de hoogte worden gebracht. De aanvrager moet de bekendmaking van het openbaar onderzoek aanplakken op de site en moet de overheid vergoeden voor de aangetekende zendingen. De overheid vraagt in die periode ook advies aan de adviserende instanties. De bevoegde overheid beslist binnen 120 dagen na het einde van het openbaar onderzoek en maakt deze over aan de aanvrager per beveiligde zending.

    Tegen een planologisch attest dat voorziet in de opmaak of wijziging van een RUP kan de gedelegeerd planologische ambtenaar (voor de attesten afgeleverd door de deputatie) of de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar (voor de attesten afgeleverd door het college) nog beroep instellen (m.b.t. de onverenigbaarheid met het ruimtelijk struc-tuurplan) binnen 30 dagen nadat hij/zij de beslissing ontvangt, waarover de Vlaamse Regering beslist. De termijn van beslissing is bij voorkeur binnen 60 dagen.

    25. Het afgeleverd planologisch attest

    Het planologisch attest vermeldt expliciet of de procedure tot opmaak van een RUP al dan niet zal worden opgestart. Voorziet een planologisch attest niet de opmaak van een RUP dan kan het bedrijf verder als (zonevreemd) bedrijf functioneren, maar haar plannen niet verwezelijken.

    De aanvrager en aanpalenden hebben de mogelijkheid het planologisch attest aan te vechten bij de Raad van State door middel van een beroep tot nietigverklaring en (eventueel) een schorsingsvordering.

    26. Verplichting tot opmaak van het plan

    Indien het planologisch attest besluit tot de opmaak of de wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan dan is het be-trokken bestuursorgaan ertoe verplicht om binnen het jaar na de afgifte van het planologisch attest een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken.

    Opgelet, de verplichting verleent nog geen waarborgen dat het RUP of BPA er uiteindelijk ook komt, noch dat het binnen een bepaalde termijn zal worden vastgelegd. De normale procedures van planopmaak blijven gelden. De verplichting biedt geen zekerheid dat het verzonden ontwerp of voorontwerp na advies zal worden vastgesteld.

    Laat de bevoegde overheid na om binnen het jaar haar verplichting te voldoen, wordt haar recht geschorst om nog plannen voorlopig vast te stellen of aan te nemen voor andere, bestaande bedrijven of voor een nieuw bedrijventer-rein. Zij herkrijgt dat recht zodra voldaan is aan haar verplichting of als het planologisch attest vervalt.

    27. Mogelijkheid van anticipatieve vergunningen

    Op vraag van de houder van een planologisch attest dat het betrokken bestuursorgaan verplicht tot de opmaak of de wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan kan bij de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een milieuvergunning worden afgeweken van de vigerende stedenbouwkundige voorschriften.

    Dit kan onder de volgende voorwaarden:

    f De aanvraag wordt ingediend binnen het jaar na afgifte van het planologisch attest f De aanvraag beperkt zich tot de regelingen en voorwaarden voor de invulling van de korte termijnbehoeften,

    zoals aangegeven in het planologisch attest.

    28. Herlocalisatie

    Bij de afgifte van een attest dat het behoud van het bedrijf op de plaats waar het gevestigd is, uitsluit, bevestigt het bevoegde bestuursorgaan op het eerste verzoek van het bedrijf of er al dan niet een mogelijkheid tot herlocalisatie voorhanden is.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    23

    29. Geldigheidsduur van een attest

    Het planologisch attest is geldig tot het nieuwe plan is vastgesteld (RUP). Het vervalt echter:

    f Indien het bedrijf binnen het jaar na afgifte geen aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning heeft inge-diend voor de goedgekeurde korte termijnbehoeften, in het geval het planologisch attest dat voorziet.

    f Indien de stedenbouwkundige vergunning vervallen is (dit is zo wanneer men niet binnen de twee jaar na de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning gestart is met de werken, of indien de werken meer dan twee jaar onderbroken zijn of nog als het gebouw niet winddicht is binnen de drie jaar na de aanvang van de werken).

    f Bij stopzetting van het bedrijf. f Bij overdracht van enig zakelijk recht. f Vijf jaar na afgifte van het planologisch attest.

    IV.2 De vervanging van het hinderend zonevoorschrift

    30. De normale regels blijven gelden

    Niets verhindert de vergunningverlenende overheid om, los van enig planologisch attest, bestaande zonevoorschrif-ten in herziening te stellen of te vervangen. Leidt dit tot een bestemming die overeenstemt met de activiteiten van het bedrijf, dan is meteen de zonevreemdheid opgelost.

    Een volledig overzicht van de diverse planningsaspecten hoort niet thuis in deze brochure. Hieronder worden slechts enkele, voor zonevreemde bedrijven belangrijke elementen van het planningsproces overlopen.

    31. Subsidiariteit en bedrijventerreinen

    In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt de bevoegdheidsverdeling voor planning van bedrijventerreinen uitgewerkt. Men spreekt van het subsidiariteitsbeginsel. Dit houdt in:

    f De gemeente is bevoegd voor de lokale bedrijventerreinen. Dat zijn terreinen bestemd voor lokale, in omvang beperkte, op de omgeving gerichte bedrijven, met een richtinggevende oppervlakte van maximaal vijf ha. Zuivere kleinhandel hoort er niet in thuis. De zone lokaal bedrijventerrein komt in grote mate overeen met wat vroeger als een in oppervlakte beperkte kmo-zone werd omschreven.

    f De provincie is bevoegd voor de bovenlokale, regionale bedrijventerreinen in de kleinstedelijke gebieden en de specifieke en bijzondere economische knooppunten. Regionale bedrijventerreinen kunnen gemengd zijn (open voor een hele waaier van activiteiten) of specifiek (gericht op een welbepaalde activiteit, zoals de wetenschapsparken, transport- en distributiezones, watergebonden bedrijventerreinen ).

    f Het Vlaams Gewest is bevoegd voor de regionale bedrijventerreinen in de groot- en regionaal-stedelijke ge-bieden en in het economisch netwerk van het Albertkanaal, evenals voor de historisch gegroeide bedrijven (bedrijven in het buitengebied die een specifiek sociaal-economische relatie hebben met de omgeving en er, zoals de benaming zelf zegt, historisch zijn ontstaan en uitgebreid).

    32. Praktische opvolging van planning door een zonevreemd bedrijf

    Wenst men als zonevreemd bedrijf te weten of de overheid bereid is om de bestaande zonevoorschriften te wijzigen, dan richt men zich best tot de daartoe bevoegde instantie. De gemeentelijke overheid zal u informeren of u als lokaal of bovenlokaal bedrijf wordt beschouwd.

    Naargelang ligging en omvang weet u als zonevreemd bedrijf of gemeente, provincie of Gewest het hinderend zonevoorschrift kan wijzigen. Momenteel lopen er heel wat afbakeningsprocessen voor stedelijke gebieden en be-schikken de provincies over een Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) en de meeste gemeenten ondertussen over een Gemeentelijk Ruimte Structuurplan (GRS). Dit plan geeft de hoofdlijnen, de langetermijnvisie, doelstellingen en prioriteiten aan van de gewenste ruimtelijke structuur voor het grondgebied.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    24

    Mocht uw bedrijf van bovenlokale aard zijn, en is dus de gemeente strikt genomen niet bevoegd voor de zonering, dan worden in haar structuurplan toch beleidsopties uitgetekend die minstens een onrechtstreekse invloed zullen hebben op de toekomstige ruimtelijke ordening van uw vestigingsplaats en omgeving. Het is daarom voor uw bedrijf alleszins interessant de uitwerking van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan op te volgen. Of er in een gemeente reeds een afgewerkt structuurplan is, kunt u checken op www.ruimtelijkeordening.be (bij ontvoogding).

    33. Een gemeentelijk sectoraal plan voor zonevreemde bedrijven

    Sinds 1997 promoot de Vlaamse regering de opmaak van gemeentelijke sectorale plannen voor zonevreemde bedrij-ven, in een streven naar een globale gemeentelijke aanpak van de zonevreemdheidsproblematiek.

    De opmaak van een sectoraal BPA of RUP zonevreemde bedrijven kadert vaak binnen de opmaak van het gemeente-lijk ruimtelijk structuurplan.

    Met deze studie wil de gemeente een oplossing bieden voor het probleem van de zonevreemde bedrijven. Die problemen kunnen betrekking hebben op de milieu of bouwvergunningstoestand, uitbreidingsbehoefte, hinder voor omwonenden, schaalgrootte, In het BPA of RUP zondevreemde bedrijven zal uitgemaakt worden welke bedrijven zich al dan niet moeten herlokaliseren naar een daartoe geschikte zone.

    Enkel industrile, ambachtelijke, agrarisch toeleverende en agrarisch verwerkende bedrijven komen in aanmerking om opgenomen te worden in een BPA of RUP zonevreemde bedrijven. Dergelijk BPA/RUP is niet gericht op horeca, landbouwbedrijven, recreatieve inrichtingen en/of kleinhandel.

    In een eerste fase stelt de gemeente een inventaris van de bedrijven die zonevreemd liggen of in de toekomst zonevreemd kunnen worden. Uit deze inventaris selecteert de gemeente die bedrijven die geconfronteerd worden met hoogdringende problemen. In samenspraak met deze bedrijven zal de gemeente de toekomstige ontwikkelings-mogelijkheden bepalen zoals het behouden van het bedrijf op die locatie, herlokalisatie van het bedrijf naar een meer geschikte plaats, uitbreidingsmogelijkheden voor het bedrijf e.d.

    Op basis van deze besprekingen wordt een voorontwerp opgemaakt dat voor verdere bespreking voorgelegd wordt aan de hogere overheid.

    Een kanttekening dringt zich hier wel op:

    f Een gemeentelijk sectoraal plan biedt geen oplossing voor bovenlokale zonevreemde bedrijvigheid. Zoals hiervoor aangegeven onder punt 32 kan het gewest of de provincie onderzoeken of een planinitiatief aange-wezen is. U kan hiervoor informatie vragen bij de provincie of het gewest.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    25

    BIJLAGE Verklarende woordenlijst

    34. Ruimtelijk kwetsbare gebieden

    Een aantal afwijkingsmogelijkheden en basisrechten gelden niet in ruimtelijk kwetsbare gebieden.

    Onder ruimtelijk kwetsbare gebieden worden verstaan:

    f de volgende gebieden, aangewezen op plannen van aanleg: agrarische gebieden met ecologisch belang, agrarische gebieden met ecologische waarde, bosgebieden, brongebieden, groengebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, natuurontwikkelingsgebieden, natuurreservaten, overstro-mingsgebieden, parkgebieden, valleigebieden

    f gebieden, aangewezen op ruimtelijke uitvoeringsplannen, en sorterend onder n van volgende categorien of subcategorien van gebiedsaanduiding: bos, parkgebied, reservaat en natuur

    f het Vlaams Ecologisch Netwerk, bestaande uit de gebiedscategorien Grote Eenheden Natuur en Grote Eenhe-den Natuur in Ontwikkeling

    f de beschermde duingebieden en de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden

    35. Toelichting bij de voorwaarden verbonden aan de basisrechten

    1. Bestaand hoofdzakelijk vergund gebouw of constructie

    De gebouwen en constructies moeten hoofdzakelijk vergund zijn.

    Als vergund kunnen worden beschouwd:

    f De gebouwen/constructies, opgericht met een geldige bouwvergunning of stedenbouwkundige vergunning. De bestaande toestand van het gebouw stemt overeen met de goedgekeurde bouwplannen. Het bestaand gebruik evenzeer, of dateert van voor 17 juli 1984 (vanaf die datum was de vergunningsplicht voor functiewij-zigingen van kracht)

    f De gebouwen/constructies, opgericht voor 22 maart 1962 (vanaf die datum was de bouwvergunningsplicht van kracht), die naderhand niet werden verbouwd of in gebruik werden gewijzigd in strijd met de geldende regelgeving.

    f De gebouwen/constructies, opgericht na 22 maart 1962 maar voor de eerste inwerkingtreding van het ge-westplan waarvan niet kan worden aangetoond (d.m.v. proces verbaal of bezwaar binnen vijf jaar na optrek-king, verbouwing of in gebruikname) dat ze zijn opgericht, verbouwd of in gebruik gewijzigd in strijd met de geldende regelgeving. Bovendien kan er geen tegenbewijs van vermoeden van vergunning meer geleverd worden wanneer het vermoeden van vergunning al meer dan een jaar opgenomen is in het vergunningenre-gister. Let wel, dit tegenbewijs gaat niet op voor constructies in ruimtelijk kwetsbare gebieden.

    Gebouwen/constructies die in overtreding werden opgericht en waarvoor een meerwaardesom werd betaald, kunnen niet als vergund worden beschouwd. Ze hebben slechts het statuut van een gedoogd gebouw.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    26

    Als hoofdzakelijk vergund kan worden beschouwd: een stedenbouwkundige vergunningstoestand, waarbij geldt dat:

    f bedrijven en hun constructies slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien de voor een normale bedrijfsvoering noodzakelijke constructies vergund of vergund geacht zijn, ook wat de functie betreft,

    f overige constructies slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien ten minste negentig procent van het bruto-bouwvolume van de constructie, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met uitsluiting van het volume van de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld en van de fysisch aansluitende aanhorighe-den die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, vergund of vergund geacht is, ook wat de functie betreft;

    2. Verkrotte gebouwen/constructies zijn uitgesloten.

    Gebouwen/constructies worden beschouwd als verkrot indien ze niet voldoen aan de elementaire vereisten van stabiliteit. Dit is geen visueel of esthetisch criterium, maar heeft betrekking op de constructie. Ingestorte, reeds lang verwoeste, instabiele gebouwen zijn verkrot. Plaatselijke problemen, zoals een doorbuigend dak, een wegzakkende of gescheurde muur bij een gebouw dat voor het overige in goede staat is, wijzen niet op verkrotting. Of de con-structie verkrot is hangt af van de beoordeling van de bevoegde overheid. Het aanvragen van een stedenbouwkundig attest kan hierover, voor u koopt, uitsluitsel geven. Zo voorkomt u dat u een zonevreemd gebouw koopt die volgens de overheid verkrot is. Verkrotte zonevreemde bedrijfsgebouwen mogen immers niet meer verbouwd, herbouwd of uitgebreid worden.

    Met de eerste vergunningsaanvraag wordt de eerste aanvraag met hetzelfde voorwerp bedoeld, en niet vroegere aanvragen voor oprichting, verbouwing, van het gebouw. Dient men bv. in 2000 een aanvraag voor instandhou-dingswerken in die wordt geweigerd, zal bij een volgende aanvraag in 2002 naar de toestand van het gebouw in 2000 worden gekeken. Dat in 1995 een andere aanvraag werd vergund en uitgevoerd doet daar niet toe.

    3. De goede ruimtelijke ordening mag niet worden geschaad.

    De basisrechten voor zonevreemde constructies worden steeds getoetst aan goede ruimtelijke ordening.

    Deze toetsing houdt in dat:

    1. het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruim-tegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemre-lif, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van RO-beleid;

    2. het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand en de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen

    3. indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg (APA, BPA) of een verkavelingsvergunning worden de inrichtingsvoorschrif-ten geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven

    Het verkrijgen van een vergunning voor afwijkingsmaatregelen en basisrechten is dus geen vanzelfsprekendheid. De overheid heeft een beoordelingsmarge en kan, om redenen van goede ruimtelijke ordening, de aanvraag weigeren. Daarbij kunnen onder meer volgende elementen een rol spelen: de aard van de omgeving (gaaf landschap, structu-reel aangetast gebied, ), de omliggende bebouwing en woondichtheid, het voorkomen van andere zonevreemde elementen, ontwikkelingstendensen in het gebied, bodemgeschiktheid voor de landbouw, inplantingsplaats, voorge-stelde architectuur, aangepast bebouwingstype, voorgesteld materiaalgebruik, statuut en aard van de weg, opmer-kingen uit het openbaar onderzoek.

  • Zone

    vree

    mde

    bed

    rijv

    en

    27

    36. Ligging aan een voldoende uitgeruste weg

    Zonevreemde functiewijzigingen kunnen niet worden vergund voor percelen die aan een weg liggen die, gelet op de plaatselijke toestand, onvoldoende is uitgerust. Uitzondering kan onder meer gemaakt worden op de private toegangsweg tot het commercile, ambachtelijke of industrile gebouw of tot de woning voor zover deze private toegangsweg aansluit op een voldoende uitgeruste weg.

    Als een minimale uitrusting wordt beschouwd een met duurzame materialen verharde weg, voorzien van een elek-triciteitsnet. Deze voorwaarde geldt niet voor het verbouwen, herbouwen en uitbreiden van bestaande zone-vreemde constructies.

    Nuttige adressenBedrijven die zich na lezing van deze toelichting nog vragen stellen over zonevreemdheid of enig ander onderwerp m.b.t. de stedenbouw en ruimtelijke ordening kunnen steeds contact opnemen met de accountmanagers van het Agentschap Ondernemen:

    De accountmanagers stedenbouw en ruimtelijke ordening in uw provincie:

    Agentschap Ondernemen AntwerpenLange Lozanastraat 2232018 AntwerpenAnnemie NoordmanT 0800 20 [email protected]

    Agentschap Ondernemen LimburgKempische Steenweg 305, bus 2013500 HasseltNatalie RaetsT 0800 20 [email protected]

    Agentschap Ondernemen Oost-VlaanderenSeminariestraat 29000 GentClaudia De Gryze T 0800 20 [email protected]

    Agentschap Ondernemen Vlaams-BrabantVAC Dirk BoutsDiestsepoort 6 bus 313000 LeuvenT 0800 20 [email protected]

    Agentschap Ondernemen West-VlaanderenKoning Albert I-laan 1.2 bus 318200 Sint-Michiels/BruggeStefaan BaetemanT 0800 20 [email protected]

    www.agentschapondernemen.be

  • Contactwww.agentschapondernemen.beinfo@agentschapondernemen.beBel gratis 0800 20 555

    Agentschap OndernemenKoning Albert II-laan 35 bus 121030 Brussel

    Agentschap OndernemenAntwerpenLange Lozanastraat 223 bus 42018 Antwerpen

    Agentschap OndernemenLimburgKempische Steenweg 305 bus 2013500 Hasselt

    Agentschap OndernemenOost-VlaanderenSeminariestraat 29000 Gent

    Agentschap OndernemenVlaams-BrabantVAC Dirk Bouts - Diestsepoort 6 bus 313000 Leuven

    Agentschap OndernemenWest-VlaanderenJacob Van MaerlantgebouwKoning Albert I-laan 1.2 bus 318200 Brugge

    InleidingI. Wat is een zonevreemd bedrijf?1.Definitie2.Zonevreemd Onvergund3.Het begrip zonevreemdheid in de wetgeving4.Hoe stel ik vast dat mijn bedrijf zonevreemd is?

    II. Toelaatbare (bouw)werken aan een zonevreemd bedrijfII.1 Inleiding5.Uitgangspunt: zijn de werken vergunbaar of niet?6.Een vrijstelling van vergunning geldt veelal ook voor zonevreemde bedrijven7.Overzicht van vergunningsmogelijkheden

    II.2 Afwijkingsmogelijkheden op de stedenbouwkundige voorschriften8.beperkte afwijkingen9.stabiliteitswerken10.handelingen sorterend onder voorschriften van een gewestplan

    II.3 Basisrechten voor zonevreemde constructies (niet zijnde woningbouw)11.Verbouwen12.Herbouwen op dezelfde plaats 13.Herbouwen op een gewijzigde plaats14.Uitbreiden en aanpassen15.Mogelijkheid tot regularisatie16.Recent afgebroken zonevreemde constructies17.herstelwerken bij vernietiging of beschadiging door vreemde oorzaak18.Zonevreemde functiewijzigingen

    II.4 PlanschadevergoedingII.5 Bestemmingswijzigingscompensatie

    IV. Planmatige oplossingen voor zonevreemde bedrijven19.Twee wegen voor een planmatige oplossingIV.1 Het planologisch attest20.Wat is een planologisch attest?21.Welke bedrijven komen in aanmerking voor een planologisch attest?22.Ontvankelijkheidsvereisten planologisch attest23.De aanvraag24.De procedure25.Het afgeleverd planologisch attest geeft niet steeds aanleiding tot de opmaak van een plan van aanleg of een RUP26.Verplichting tot opmaak van het plan27.Mogelijkheid van anticipatieve vergunningen28.Herlocalisatie29.Geldigheidsduur van een attest

    IV.2 De vervanging van het hinderend zonevoorschrift30.De normale regels blijven gelden31.Subsidiariteit en bedrijventerreinen32.Praktische opvolging van planning door een zonevreemd bedrijf33.Een gemeentelijk sectoraal plan voor zonevreemde bedrijven

    BIJLAGE 34.Ruimtelijk kwetsbare gebieden35.Toelichting bij de voorwaarden verbonden aan de basisrechten36.Ligging aan een voldoende uitgeruste weg

    Nuttige adressen