Zo dichtbij en toch zo ver weg

75
Zo dichtbij en toch zo ver weg Profielwerkstuk Veranderen onze vooroordelen als we ons tijdelijk onderdompelen in de reformatorische cultuur? Emmy Nannes Tanja Meeuwsen

description

PWS 2012 Emmy Nannes & Tanja Meeuwsen Veranderen onze vooroordelen als we ons tijdelijk onderdompelen in de reformatorische cultuur?

Transcript of Zo dichtbij en toch zo ver weg

Page 1: Zo dichtbij en toch zo ver weg

Zo dichtbij en toch zo ver weg

Profielwerkstuk Veranderen onze vooroordelen als we ons tijdelijk

onderdompelen in de reformatorische cultuur?

Emmy Nannes Tanja Meeuwsen

Page 2: Zo dichtbij en toch zo ver weg

2

Onderzoeksvraag/vraagstelling Veranderen onze vooroordelen als we ons tijdelijk onderdompelen in de reformatorische cultuur? Hoofdstukken 1. Inleiding Blz.3 1.1 Waarom dit onderwerp? Blz.4 1.2Doel blz.5 2.Vooroordelen 2.1 Wat zijn vooroordelen? Blz.5 2.2 Wat zijn onze vooroordelen? Blz.6 3. Voorbereidingen 3.1 Vakantie Texel Blz.8 3.2 Verwachtingen Blz.9 3.3 Ontmoeting Blz.10 3.4 Plan van aanpak Blz.12 4. Veldonderzoek 4.1 Dinsdagavond Blz.15 4.2 Woensdag Blz.16 4.3 Donderdag Blz.24 4.4 Vrijdag Blz.30 4.5 Zaterdag Blz.35 4.6 Zondag Blz.39 4.7 Weer thuis Blz.47 5. Enquêtes Blz.49 6. Wat is hun cultuur? Blz.61 7. Conclusie Blz.62 8. Nawoord Blz.67 10. Dankwoord Blz.68 11. Logboek en bronnen Blz.69 12. Bijlage

Page 3: Zo dichtbij en toch zo ver weg

3

1.Inleiding Dit is ons Profielwerkstuk! Leuk dat je geïnteresseerd bent. Wij zijn Tanja Meeuwsen en Emmy Nannes en wij hebben een week meegelopen met de reformatorische familie De Jong in Barneveld. We liepen mee om te kijken of onze vooroordelen klopten die we over ‘de refo’s’ hadden. Onze hoofdvraag luidt dan ook: Veranderen onze vooroordelen als we ons tijdelijk gedeeltelijk onderdompelen in de reformatorische cultuur? In ons PWS gebruiken we de begrippen reformatorisch, gereformeerd en refo door elkaar. In de reformatorische kringen wordt het begrip refo soms voor de zwaar gereformeerden gebruikt. Wij gebruiken dit begrip gewoon als verkorting van reformatorisch. Het is voor ons natuurlijk onmogelijk om geheel uit onze cultuur te stappen en geheel neutraal een andere cultuur te bekijken. Iedereen is opgegroeid in een bepaalde cultuur, en vanuit deze cultuur zal je bepaalde dingen bekijken en beoordelen. Hieraan is het begrip cultuurrelativisme te koppelen: culturen zijn moeilijk met elkaar te vergelijken omdat iedereen beoordeeld vanuit zijn eigen betekenissen en waarden en de ene cultuur niet beter is dan de andere. Veel plezier met lezen!

Reformatorisch(bn.) 11 betrekking hebbend op, behorend tot of voortkomend uit de Reformatie:de reformatorische beweging 2 strevend naar reformatie, syn. Hervormingsgezind.

Refo (de;’s) (jeugdt.) reformatorische jongere, verkorting van reformatorisch

Gereformeerde (de) iem. Die tot een van de gereformeerde kerken behoort

1 Groot woordenboek der Nederlandse taal ( 2008 ) Van Dale, Van Dale Lexicografie.

Page 4: Zo dichtbij en toch zo ver weg

4

1.2 Waarom dit onderwerp ? Voor ons PWS wilden we graag een onderzoek doen naar iets wat wij heel interessant vonden. Eerst hadden we ons ingeschreven bij economie, maar we waren bang dat we dan te veel achter de computer zouden zitten en feiten zouden herschrijven. We wilden echt op pad, iets onderzoeken. Maatschappijleer sprak ons wel aan, omdat we geïnteresseerd zijn in de omgang tussen mensen in de maatschappij. Toen we concreter een PWS onderwerp moesten verzinnen hebben we met onze PWS-begeleidster Magda gesproken over verschillende groepen waar we misschien bij mee zouden kunnen lopen. We vinden allebei antropologie interessant dus leek het ons leuk om iets antropologisch te doen. We waren benieuwd naar de denkwijze van andere groepen over bepaalde dingen. We merkten zelf dat we ook best snel vooroordelen hadden over verschillende groepen. We waren benieuwd of deze vooroordelen klopten. Groepen waar we veel vooroordelen over hadden en in aanmerking kwamen voor ons onderzoek waren zwervers, PVV stemmers, tokkies ( asociale mensen ) en gelovige mensen. Zwervers leek ons alleen erg moeilijk om bij mee te lopen en onderzoek naar te doen. Tegenover PVV’ers leek het ons lastig een neutrale houding aan te nemen. Omdat je bij tokkies , PVV’ers en zwervers niet weet waar je terecht komt kozen we voor gelovige mensen. Gelovige mensen leven volgens de regels van God en dat leek ons betrouwbaarder. (Over vooroordelen gesproken.) We wisten meteen dat als we een gelovige gemeenschap wilden onderzoeken we het reformatorische geloof wilden onderzoeken. Het reformatorische geloof sprak ons erg aan omdat we daar heel erg veel vooroordelen over hadden en er niks vanaf wisten, terwijl die mensen zo dichtbij ons leven. In Barneveld en Veenendaal wonen namelijk al veel gereformeerden en zelfs in ons eigen Wageningen is een reformatorische kerk. Tanja leek het maar rare naïeve en domme mensen en Emmy vond het geloof vooral iets voor mensen die een houvast nodig hadden en niet op zichzelf konden bouwen. We konden nog veel meer vooroordelen bedenken over deze bevolkingsgroep. We spreken dezelfde taal, wonen in dezelfde omgeving en hun cultuur is daarom nog interessanter voor ons. Ze staan dus erg dichtbij, maar tegelijkertijd toch zo ver weg. We vinden het reformatorische geloof ook zo interessant omdat we in dezelfde cultuur als hen leven. Onze cultuur is namelijk net als de reformatorische geworteld in de joods-christelijke cultuur. Nederland is van oudsher een christelijke natie en dit heeft onze cultuur gevormd. Zo vieren wij Kerstmis, Pasen Pinksteren en Hemelvaart net als de reformatorische gemeenschap. Doordat bij de refo’s het geloof centraal staat hebben deze dagen voor hen een betekenis terwijl wij het enkel zien als vrije dagen. In een geleidelijk proces zijn er steeds meer Nederlanders geseculariseerd, dit houdt in dat veel mensen niet meer lid zijn van een kerk en/ of niet meer geloven in een God. Zij kwamen terecht bij het Humanisme. Binnen het humanisme staan veel waarden centraal die lijken op de waarden die centraal staan in het Christendom. Zo wordt de Humanistische waarde vrijheid gekoppeld aan een sterke vorm van individuele verantwoordelijkheid. In de protestants-christelijke leer draait ook alles om het individuele geweten en het moeten afleggen van rekenschap. In het Christendom is het liefhebben van naasten heel erg belangrijk. Bij het humanisme is dit vervangen tot een oproep tot solidariteit naar mensen die kwetsbaar zijn en zorg nodig hebben. Hoewel de scheiding tussen gelovigen en niet gelovigen steeds groter werd bleven allebei de groepen toch ‘dichtbij’ omdat zij voortborduren op wat eens dezelfde manier van denken en een zelfde moraal was. Daarom zijn er op het gebied van levensovertuiging en principes naast verschillen ook overeenkomsten. Op het gebied van leefstijl is er een groot verschil gegroeid tussen gelovig en seculier Nederland. Doordat er relatief veel overeenkomsten zijn met reformatorische mensen kunnen we ons beter inleven in hun cultuur dan in bijvoorbeeld de islamitische cultuur. Doordat we ons beter in kunnen leven en waarschijnlijk meer begrijpen denken we zo ook een beter onderzoek neer te zetten.

Page 5: Zo dichtbij en toch zo ver weg

5

Het is interessant dat in hun cultuur dezelfde taal wordt gesproken als in onze cultuur maar er zijn toch ook verschillen in taalgebruik en opvattingen. Veel woorden zijn namelijk intersubjectief. Met intersubjectiviteit worden ervaringen bedoeld die door meerdere mensen worden gedeeld. Zo koppelen personen aan objecten hetzelfde , anders is een taal spreken onmogelijk. Een voorbeeld: We koppelen allemaal aan het woord bed een vierkante ‘bak’ waarin we kunnen slapen, maar iedereen heeft een eigen subjectieve ervaring met het woord bed. Het delen van subjectieve ervaringen word intersubjectiviteit genoemd. Niet alleen worden woorden anders gebruikt of geïnterpreteerd, dit kan ook voorkomen bij ervaringen. Een religieuze ervaring is een ervaring die is ontstaan door betekenissen die een rol spelen bij bijvoorbeeld rituelen thuis of in de kerk. Hierdoor wordt een gedragspatroon ontwikkelt waardoor de wereld religieus wordt geïnterpreteerd. Zo zal een refo die net ontsnapt is aan de bliksem dit waarschijnlijk zien als een teken van God, terwijl wij zouden denken dat het toeval was en we geluk hebben gehad. De verschillen zitten hem vooral in het denken. In ons PWS zijn we nieuwsgierig of onze vooroordelen over 'hun' principes en leefstijl juist zijn of moeten worden herzien.

1.2 Doel Het doel van het onderzoek is om te kijken of wij door ons te verdiepen in het reformatorische geloof een ander beeld van de reformatorische levenswijze krijgen. We gaan dus onderzoeken of de vooroordelen die we hadden over deze groep wel terecht zijn. We zijn benieuwd of ze eigenlijk net zoals wij zijn, en we meer respect kunnen krijgen voor hun levenswijze. We hopen meer te leren over het reformatorische geloof en zo onze horizon te verbreden. Misschien kunnen we niet zomaar mensen in hokjes plaatsen, en kloppen onze vooroordelen helemaal niet. Ook is het doel van onderzoek om te kijken of wij misschien een antropologische/journalistieke studie leuk vinden. Antropologie lijkt ons heel leuk, dus we willen graag ervaren of die studie iets voor ons is. Mocht dit niet zo zijn kunnen we het uitsluiten als mogelijke vervolgstudie.

2. 1 Wat zijn vooroordelen? Een vooroordeel is een oordeel over iets waarvan je niet weet of het echt zo is. Het is een mening en dus niet op feiten gebaseerd. Vooroordelen ontstaan vaak door generalisatie. Een goed voorbeeld is de manier waarop sommige mensen naar moslims kijken. Doordat een paar terroristen moslims waren, zien sommige mensen alle moslims als criminelen. Dat we mensen in hokjes indelen is niet gek, het is bewezen dat ons brein niet alles individueel kan verwerken en hierdoor koppelen we vaak groepen aan een kenmerk. Vooroordelen zijn gebaseerd op een gebeurtenis die je hebt meegemaakt, gezien hebt of waar je over gehoord hebt. Als iemand eenmaal een vooroordeel heeft is het moeilijk om dat weg te nemen. Einstein zou ook ooit het volgende gezegd hebben; "It's very depressing to live in a time where it's easier to break an atom than a prejudice’2 Ieder mens heeft vooroordelen maar we worden er niet mee geboren. Vooroordelen zijn aangeleerd

en kunnen dus ook afgeleerd worden. Een vooroordeel hoeft niet per se een negatieve lading te

hebben maar kan ook positief zijn. Wel wordt er het meest aandacht geschonken aan de negatieve

vooroordelen omdat die ook de meeste gevolgen hebben.

2 Quote van Einstein, Mei 2007, Geraadpleegd op 29 September,

http://jodoncarty.tripod.com/aworldofwisdom.html

Page 6: Zo dichtbij en toch zo ver weg

6

Als een vooroordeel namelijk niet meer uitsluitend een gedachte is maar er ook werkelijk iets mee

gedaan word dan leidt dit tot discriminatie en dat is door de wet verboden. Positieve discriminatie

doet minder kwaad dan negatieve discriminatie.

2.2 Wat zijn onze vooroordelen?

Hier staan de vooroordelen die we hadden over de reformatorische levenswijze op een rijtje:

- Gereformeerde lezen de hele dag de bijbel

- Tijdens het avondeten word niet gepraat

- Ze bidden altijd voor het avondeten

- Elke zaterdagavond zitten ze met de familie kaartspelletjes te doen

- Elke maaltijd is met het hele gezin

- De kerkdiensten zijn grauw, saai en serieus

- Op zondagen mogen ze niks

- Ze mogen geen alcohol drinken

- Ze kijken geen TV, lezen geen tijdschriften en luisteren niet naar de radio ,ook gebruiken ze geen

l ‘social media’ en internet

- Ze zijn niet geïnteresseerd in mode

- Ze zijn naïef

- Ze zijn wereldvreemd

- Ze vinden hun manier van leven de enige juiste

- Veel jongeren zijn ongelukkig en voelen zich niet thuis in hun milieu

- Ze zijn heel gesloten, vertellen niet veel

- Ze zijn tegen abortus, homo’s en seks voor het huwelijk

- Ze gaan niet op examenreis naar bijvoorbeeld Kos of Sunnybeach

- Ze leiden een somber bestaan

- Hun leven is altijd hetzelfde, een sleur

- Ze leven alleen maar voor God en het hiernamaals

- Ze dragen vaak zwarte kleren

- Alle vrouwen moeten een rok aan

- Alle vrouwen hebben knotjes in hun haar en pareloorbelletjes in.

Toen we wisten dat we ons PWS over refo’s gingen doen, hebben we allebei onze vooroordelen nog

een keer voor ons zelf op papier gezet.

Wat denk ik over gereformeerden? ( Tanja)

Gereformeerden zijn, naar mijn beleving, mensen met een heel saai en streng leven. Ze laten hun

leven voor het grootste deel door God bepalen. Hun zondagen zijn het ergst van de hele week want

dan moeten ze een paar keer naar de kerk. Ze kunnen volgens mij weinig plezier hebben want God

heeft hen de meeste dingen verboden. Ook kunnen ze niet jong zijn of puberen, want dat zou

betekenen dat ze dingen doen die God verboden heeft, en dan kom je in de hel. Verder vind ik dat

die mensen erg simpel, makkelijk en naïef denken. Hoe kan er nou een God zijn die de hele wereld

heeft gemaakt, met al zijn ongelijkheden? En er valt voor hen wel heel makkelijk altijd een schuldige

aan te wijzen. Ze leven voor iemand die misschien/waarschijnlijk niet eens bestaan heeft, en heeft hij

Page 7: Zo dichtbij en toch zo ver weg

7

wel bestaan dan was hij vast niet zo reusachtig als al die mensen denken. Ook vind ik het altijd heel

vermoeiend dat er zoveel verschillende godsdiensten zijn, die zover ik weet allemaal om hetzelfde

draaien, namelijk God. Ik snap dat het voor sommige mensen goed is om ergens in te geloven, dat je

ergens houvast aan hebt. Ik denk dan ook niet dat een godsdienst slecht is. Ik denk alleen wel dat het

alleen in bepaalde mate goed is en dat sommige gelovigen echt doorslaan.

Wat denk ik over gereformeerden? ( Emmy) Elke zondag fietsen er gezinnen met lange rokken, hoeden, bloezen en kleine handtasjes over het fietspad voor mijn huis. ‘De gereformeerde die naar de kerk in Wageningen gaan’ zegt mijn vader dan altijd. Als ik eerlijk ben heb ik een beetje met ze te doen. Élke zondag naar de kerk, weer of geen weer. Kom je een heel eind gefietst uit Veenendaal of nog verder, dat lijkt me geen pretje. Als ik er zo over nadenk heb ik best veel vooroordelen. Zo denk ik dat de ouders hun kinderen dwingen om weer op de fiets naar Wageningen te stappen, en de kinderen zelf geen keus hebben. Willen ze dit wel? Ook lijkt het me dat het leven van een gereformeerde saai en eentonig is. Volgens mij mogen ze namelijk niet zo veel. Sommige mogen geen tv kijken (!) , muziek luisteren of andere dingen doen die de Bijbel verbiedt. Dat lijk me verschrikkelijk. Ik denk ook dat ze delen van de maatschappij missen. Dan kun je niet mee praten over de nieuwe serie Oh Oh Cherso, waar iedereen in Nederland het over heeft. Oh Oh Cherso lijkt me nou echt een programma dat gereformeerde jongeren absoluut niet mogen kijken. Zouden gereformeerden echt het idee hebben dat ze alles uit het leven halen? En weten ze wel dat er ook een andere manier van leven is, dan alleen alles doen wat een boek ( de bijbel dus) voorschrijft? Naar mijn idee is het zo dat mensen die gelovig zijn iets nodig hebben om aan vast te houden. Iets om op terug te vallen als het allemaal wat minder gaat. Iets wat een reden geeft voor alles wat er gebeurt. Het is ook niet zo dat ik denk dat er helemaal geen God of Jezus is. Ik geloof best dat er iemand is geweest die mensen beter kon maken, en andere krachten had dan de meeste mensen. Toch vind ik het best gek om een boek te geloven dat al zo lang geleden is geschreven. Is het verhaal door de jaren heen niet telkens een beetje aangepast? En is het dan niet een beetje naïef om je levensstijl aan te passen aan een boek, waarvan je niet echt bewijzen hebt. Naïef, dat zijn gereformeerden denk ik ook. Ik heb een keer een aflevering van het programma Puberruil gezien, waarbij een niet gelovig meisje een paar dagen doorbracht bij een gereformeerd meisje. Het was een leuk gereformeerd gezin, maar ze beleefden alles heel anders. Dit meisje ging nooit naar schoolfeesten, vond de manier van uitbundig dansen heel raar en gek, en ik ben benieuwd of alle gereformeerde dit ook zo vinden. Volgens mij namelijk wel. Het is van mij natuurlijk ook een beetje gek om ze allemaal over één kam te scheren, want ik het wel gehoord dat er heel veel verschillende opsplitsingen zijn binnen het gereformeerden geloof.

Page 8: Zo dichtbij en toch zo ver weg

8

4.Voorbereidingen Voor de zomervakantie hadden we besloten om het over de reformatorische levenswijze te doen. We moesten alleen nog wel een gezin vinden waar we ons tijdelijk in konden onderdompelen. We wisten dat dit moeilijk zou kunnen worden en besloten om hier meteen in het volgende schooljaar hard mee aan de slag te gaan.

4.1 Vakantie Texel Toen wij die zomer op vakantie in Texel waren, hebben wij een groep gereformeerden jongeren ontmoet. Toen de jongeren vertelde dat ze uit Barneveld en omstreken kwamen, vroegen we of ze misschien reformatorische jongeren kenden. Ze moesten lachen en staken allemaal hun hand op. Ze waren zelf reformatorisch! Het waren zes jongens, en we waren heel verbaasd. Natuurlijk lieten we deze kans niet voorbij glippen en begonnen we een gesprekje. Dit gesprekje liep uit tot een lang gesprek en een ware discussie. We vroegen ze alles wat we durfden te vragen en ze stonden ervoor open om ons dingen uit te leggen. Er kwamen steeds meer mensen bij zitten, de bazen van de bar waarin we zaten en ook ander personeel dat vragen had over het geloof. Ondertussen hadden wij ons kladblok erbij gepakt en hebben we alles op gepend, deze kans konden we niet voorbij laten gaan. Hoe later het werd, hoe serieuzer het gesprek. Toen we in het donker in onze caravan belandden ging ons hart zes keer zo snel en trilden onze handen. Wat was het eng! Als je ‘Godverdomme’ zegt vraag je erom om dood te gaan, want je zegt namelijk, God verdoem mij. Ook klopt volgens de gereformeerden de evolutietheorie niet. Deze en nog meer verhalen bleven rondgaan in onze hoofden. Toen we daar zaten bedachten we dat we ons PWS niet over gereformeerden gingen doen, het was veel te eng! Wat als ze nou wel gelijk hebben? En de evolutietheorie niet klopt? God bestaat, en we allemaal in de hel komen behalve als we ons bekeren? We waren bang dat ze ons konden overhalen als we te lang met ze om zouden gaan, en we waren bang dat onze levensstijl na dit PWS helemaal veranderd zou zijn. Op die avond hadden we besloten om de volgende ochtend naar een internetcafé te gaan en een mailtje te sturen naar Magda, om te zeggen dat wij een nieuw onderwerp zouden bedenken en we dit echt, echt maar dan ook echt niet aankonden. Na een paar dagen de gesprekken met de jongens te laten bezinken werden we weer minder bang en durfden we het weer aan, al hoewel…. We hadden in Texel hun telefoonnummers en mailadressen opgeschreven en besloten contact te houden. Joost ( een van de jongens) had ons op MSN toegevoegd en zo hielden we met hem contact. Op een dag vertelde Joost dat hij misschien wel een gezin voor ons had geregeld. We konden ons geluk niet op. Via vakantievrienden hadden we de ingang gevonden voor ons PWS! Joost gaf ons het nummer van familie De Jong in Barneveld die we konden gaan bellen. Omdat het niet in ons was opgekomen dat ze Facebook zouden hebben, hadden we ze niet van te voren opgezocht.

Page 9: Zo dichtbij en toch zo ver weg

9

4.2 Verwachtingen Voordat we het gezin gingen bellen, hadden we opgeschreven wat wijvan het gezin verwachtten. Wat ik van het gereformeerde gezin verwacht? ( Tanja)

Ik verwacht dat het een ouderwetse familie is, traditioneel gereformeerd, de meisjes met lange

rokken en niet erg modieuze kleding. De vader is vast ook erg oubollig gekleed.

Als het een groot gezin is zou dat me niks verbazen, gelovige mensen doen immers niet aan

condooms.

Verder denk ik dat het een rijtjeshuis is met een erg oubollige inrichting, vergelijkbaar met die van

mijn overgroot oma, met tikkende antieke hangklok en alles van donker hout.

Ik denk dat wij heel erg verschillen met het meisje van zeventien. Zij zal veel interesse hebben in

God, en weinig interesse in mode en moderne communicatie zoals televisie hebben.( Zal ze Dennis

en Valerio van BNN wel kennen?!)

De ouders zullen vast streng zijn, en heel veel moeite doen om hun kinderen in toom te houden. Ik

kan me namelijk niet voorstellen dat er jongeren zijn die het nooit erg vinden om zo een sober

bestaan te leiden. Ook denk ik dat ze niet open zullen staan voor ons en ons heel graag willen

bekeren.

Ze zullen elke dag om stipt zes uur eten, tijdens dit eten wordt niet gepraat. Na het eten gaat

iedereen op de bank zitten om te lezen of huiswerk te maken. Om tien uur gaat iedereen naar bed

om de volgende dag weer fris te beginnen. Op zaterdagavond zullen ze spelletjes doen met het gezin

, naar een kaartclub gaan, of naar een clubhuis in de buurt.

Dit is het beeld wat ik van de gereformeerde familie heb voordat ik er ben geweest. We zullen gaan

zien of het klopt!

Wat ik van het gereformeerde gezin verwacht? (Emmy) Nu we van Joost ( de gereformeerde jongen van vakantie) het nummer van het potentiële gezin gekregen hebben, zit het moment er aan te komen dat we naar familie De Jong moeten bellen. Dit vinden we echt heel eng. Voordat we gingen bellen had ik al een beeld in mijn hoofd gevormd . Ik zag gelijk een oude mevrouw voor me. Een oudere dame met misschien al grijze haren, opgebonden in een knotje, die de hele dag thuis op de stoel kruiswoordpuzzels zit te toen. Ook dacht ik dat het een oubollig huis moest zijn, met een koekoeksklok en Bijbels in de woonkamer. Toen ik me had opgeofferd om te bellen, kreeg ik een vrolijke dame aan de telefoon, die meteen mijn hele beeld omgooide. Volgens mij moet het een jongere vrouw zijn, met blond haar en een paardenstaart. Iemand die veel geeft om het geloof en zo ook is opgevoed. Ze wil dit graag aan haar kinderen doorgeven, maar is verder wel heel normaal. Een vrolijke vrouw die veel om haar gezin geeft en haar huis kleurrijk en open heeft ingericht. Bizar al deze vooroordelen! Ik heb nu opeens een heel ander beeld, door alleen maar een stem. Ik ben benieuwd hoe het echt moet zijn. Lisa, de dochter van Karin De Jong, zat tijdens het gesprek ook in de kamer. Ik denk dat ze een heel aardig open meisje is. Ze riep gelijk: Ze kunnen ook wel met mij mee naar school!

Page 10: Zo dichtbij en toch zo ver weg

10

We hadden niet verwacht dat ze Facebook hadden maar na het gesprek hebben we meteen gekeken of klopte. Lisa zat tijdens het telefoongesprek namelijk aan tafel achter de laptop. Ze waren wel degelijk te vinden op Facebook en het leek ons een heel aardig gezin. Het was wel even schrikken hoe belangrijk God is voor Lisa en hoeveel ze bezig is met het geloof. Ze heeft foto’s dat ze in het zand geschreven heeft: in god we trust. Hier schrokken we wel een beetje van, maar het ziet er uit als een heel leuk gezin, we hebben er zin in! Via de telefoon hadden we afgesproken mailcontact te houden en zijn we tot de beslissing gekomen om eerst op een ontmoetingsgesprek te komen voordat we een week met het gezin zouden meedraaien.

4.3 Ontmoeting

Ontmoetingsgesprek met familie De Jong 24-9-11 Op zaterdagavond om negen uur hadden we afgesproken om een kennismakingsgesprek te hebben met de familie De Jong. We hadden afgesproken op Station Barneveld omdat Tanja vanuit Amsterdam kwam. Helaas was het zo dat Tanja’s trein vertraging had, en Emmy al een uur zat te wachten op Ede- Wageningen. Toen ben ik ( Emmy ) in mijn eentje op de trein gestapt richting Barneveld. Ik vond het heel spannend om in mijn eentje naar het gezin te gaan. Toen ik aankwam stonden Nienke, haar vriend Joop, en Peter te wachten. Doordat we ze al op Facebook gezien hadden wist ik dat zij het moesten zijn. Ze waren erg aardig en namen me mee naar hun huis. Het huis was een normaal ruitjeshuis en was leuk en gezellig ingericht.

Page 11: Zo dichtbij en toch zo ver weg

11

De familie zat op de bank te wachten. Ik had wat vragen voorbereid, en pakte mijn lijstje erbij. We hebben een beetje gekletst over van alles en nog wat. Zo begon ons gesprek over de lengte van de rok. Op Lisa ’s school moet de rok ongeveer komen tot aan de knie, maar heel streng waren ze hier niet op, vertelde ze. Ook is het verboden om een (zichtbare) legging te dragen. Een legging mag, als je maar lange laarzen aantrekt waardoor de onderkant van de legging niet zichtbaar is. Een stel meiden van het Lodenstein College heeft zelfs bij een panty ( wat dus wel mag) de voet afgeknipt, waarna ze bij de directeur verkondigden: ‘Maar het is toch een panty meneer?’. Toen ik vroeg of het ging over een bloot stuk been, begonnen ze een beetje te lachen. Volgens hen ging het over een modetrend die nog niet helemaal geaccepteerd was binnen het geloof. Op elke christelijke school woedde hier discussies over. Tanja was ondertussen binnengekomen, ze had een lift gekregen naar het huis van reformatorische mensen die ze in de trein had ontmoet. Verder mogen meisjes in de zomer geen topje aan omdat dit ‘te bloot’ is. Ook mogen jongens in de zomer geen korte broek aan, zelfs geen 7/8 broek. Bij Marlies op school zijn ze erg streng op de lengte van de rokken. Meisjes die na drie waarschuwing nog een keer een korte rok aan hebben moeten de schoolrok aan ( een lange spijkerrok). Marlies zit op een dependance van het Lodenstein in Barneveld. Lisa zit op het hoofdgebouw van het Lodenstein in Amersfoort. Ze fietst elke dag anderhalf uur heen en anderhalf uur terug. Tanja en ik moeten dus maar geen leggings of andere ‘blote’ kleding meenemen. Karin had geen moeite met broeken, dus vond het prima als we dit aanhadden. Zelf droegen ze geen broeken, omdat ze dachten dan andere gereformeerde mensen te irriteren. En volgens God moet je andere mensen zo min mogelijk irriteren. Vind ik (Emmy ) persoonlijk een beetje raar, want je moet toch gewoon doen wat je zelf wilt? En misschien irriteer je andere mensen buiten de ‘gemeenschap’ wel… Ook hebben we het over de dagbesteding gehad. We mogen samen met Nienke stage lopen in Almere, die daar een project doet met gelovige jongeren. Met haar zouden we op de woensdag mee kunnen gaan. We weten alleen niet of dit goed is voor ons onderzoek, omdat we dan maartwee dagen op het Lodenstein College zijn. Het wordt in ieder geval een erg leuke en leerzame week. Ook hebben we het gehad over de verschillende scholen. Wij vertelden dat onze school erg vrij is. Je zelf verantwoordelijk bent voor je huiswerk, leraren gemakkelijk aanspreekt en tutoyeert, en er veel ruimte is voor de feestcommissie, de Leerlingenraad en het eindstunt. We kunnen dus veel ondersteuningsuren en KWT’s hieraan besteden. Lisa vertelde dat dit bij haar niet het geval is op school. Dat zij niet zomaar met de directeur spreekt. Frans vertelde dat hij met zijn aannemersbedrijf wat klusjes had gedaan op Pantarijn Rhenen. Hij zei dat hij hier al wel een beetje het verschil merkte in de omgang tussen leraar en leerlingen. Lisa vertelde dat haar Engels op school vrij slecht is. Ze hebben namelijk thuis geen tv (!!!) en kijkt ook nooit films of series (!!!!). Zo pikt ze geen Engels op, behalve wat ze op school krijgt. Familie De Jong heeft geen televisie, omdat daar veel programma’s opkomen waar ze helemaal niks mee te maken willen hebben. Karin vertelde dat het gezin namens de tien geboden leeft, en met programma’s/films niks te maken wil hebben als er geweld, moord, overspel, seks of vloeken in voor komt. En tja… dan blijft er inderdaad weinig over. Toch snap ik ( Emmy ) dit niet helemaal. Dit zijn dingen die gebeuren in de realiteit en maatschappij, en óók onder gereformeerde gezinnen. Waarom zou je deze dingen niet onder ogen willen zien? Je schermt je af van een stukje realiteit, dat is toch raar? Verder hebben ze wel een computer met internet ( ze hadden ons ook gefacebookt.) waar ze ook programma’s op terug kijken zoals het journaal. Karin zei zelf ook al: ‘En nu vragen jullie je af, waarom geen tv en wel een computer?’ ‘’Zo kunnen we selectief informatie terug kijken’’. Ik snap het nog steeds niet helemaal, want dan kijkt je toch ook gewoon selectief tv? Maar dat zal aan mij liggen.

Page 12: Zo dichtbij en toch zo ver weg

12

We hebben het even over het vloeken in het huishouden gehad. We waren heel goed aan het opletten wat we zeiden. Ik ( Emmy ) dacht dan ook dat ik echt goed bezig was, met elke keer reageren: ‘ O jee..’ in plaats van mijn gebruikelijke OMG. Toen we het over het vloeken gingen hebben, vertelde Nienke dat het haar opviel dat we de hele tijd ‘O jee’ zeiden, en hiermee eigenlijk een afkorting van Jezus naam gebruikten. Dacht ik goed bezig te zijn. We hebben uitgelegd dat als wij OMG of Jezus zeggen we niet aan de Heer denken, maar het meer gebruiken als opvulwoord. Dit is gewoon een woord om te reageren op een bepaalde situatie, zonder verdere bedoelingen. Karin begreep dit op zich wel, dus dat was fijn om te horen. We hebben gezegd dat we er echt op gaan letten, en mocht het er uitflappen we hier geen bedoeling mee hebben. Ook hebben we het gehad over de vooroordelen die zij misschien over ons hebben. Karin had het er over dat ze dacht dat niet gereformeerden heel veel dronken, en veel en laat uitgingen. Pas om 12 uur naar de stad, en dan tot 4 of 5 in de kroeg blijven hangen… We hebben verteld dat het inderdaad zo is dat wij pas laat naar de stad gaan, omdat er anders niemand in de stad is. Ook hebben we verteld dat we naar Sunny Beach zijn geweest net zo’n oord als Chersonnisos. Van het programma 'Oh Oh Cherso' dat ze wel kenden. We hebben gezegd dat we hier wel hebben gefeest, maar niet heel los en uitbundig. We zijn benieuwd of onze vooroordelen gaan veranderen ( er zijn er al wat van veranderd). We vonden het een erg leuk en gezellig gezin, en voelden ons deze avond op ons gemak. We hebben er zin in!

4.4 Plan van aanpak Om te kijken hoe we een antropologisch onderzoek moeten aanpakken zijn wij de bibliotheek ingedoken, vooral in de bibliotheek van Wageningen University konden we veel geschikte boeken vinden. We gaan tijdens onze dagen in Barneveld gebruik maken van de onderzoeksmethode ‘observatie’. Dit houdt in dat wij niet tot een conclusie en mening zullen komen door middel van alleen het doen van testen en ondervragingen, maar door het oberveren van het gezin ( en andere personen die onder onze doelgroep vallen). Om nog iets specifieker te zijn gaan we participerend observeren. Dit houdt in dat we ons onderzoek zullen verrichten vanuit de positie binnen de gereformeerden kringen zelf. We zullen gaan participeren in het leven van deze groep om zo het beste de groep te begrijpen en alle dagelijkse handelingen mee te maken. We zijn van plan om ongestructureerd te gaan observeren. We willen alles over ons heen laten komen en nog niet vast leggen wat er precies moet worden waargenomen. We weten niet precies wat we allemaal zullen mee maken, dus kunnen ook nog niet een ‘structuur’ opbouwen in onze observatie. Verder hebben we nagedacht om misschien een programma/ filmmaatschappij te mailen over ons project. Uiteindelijk hebben we besloten om dit niet te doen. Er is al een soortgelijk programma, genaamd ‘puberruil’, waar jongeren van hele verschillende gezinnen met elkaar ruilen voor een paar dagen. Ook is het zo dat we denken dat het gedrag van mensen veranderd als de camera’s draaien. We denken dat mensen dan minder oprecht zijn, bang zijn voor wat ze zeggen en niet helemaal zichzelf zijn. Omdat we hier niet op zitten te wachten, willen we camera’s of opneemapparaten buitenwege laten. Waar moeten we op letten?

Page 13: Zo dichtbij en toch zo ver weg

13

Allereerst moeten we goed opletten dat we niet te moe worden, en hier onze waarnemingen door veranderen. We moeten namelijk goed opletten wat we allemaal waarnemen en wat hier onze interpretatie van is. Voor elke persoon kan de interpretatie anders zijn. Hierbij is het wel leuk dat we allebei het zelfde observeren en zo onze verschillen/overeenkomsten kunnen bekijken. Verder moeten wij aan mensen vragen of we ze mogen observeren. Dit wordt informed consent genoemd. Volgens de huidige privacywetgeving is dit verplicht. Wat hier dan ook een nadeel van is, is dat mensen zich anders gaan gedragen als ze weten dat ze geobserveerd worden. Dit heet het control of observer effect. Voor ons is het niet zo dat we echt een persoon specifiek willen observeren, maar gewoon willen meelopen en kijken hoe alles in zijn werk gaat. We voelen ons dan ook zeker niet verplicht om aan elke klas en elke persoon te vragen of we ze mogen observeren. Natuurlijk kunnen we wel vragen of we bepaalde voorgevallen momenten mogen noemen die persoonlijk zijn, maar verder proberen we het vrij algemeen te houden. Ook gaan we ervanuit dat familie De Jong het goed vindt dat we ze observeren, aangezien ze het leuk vonden om ons tijdelijk in het gezin op te nemen en ons kennis te laten maken met de gereformeerden levenswijze. We moeten uitkijken niet te worden beïnvloed door het waargenomen gedrag. Dit wordt ook wel observer bias genoemd. We moeten opletten niet te zien wat we graag willen zien om onze ‘hypothese’ te bevestigen. Dus dat we alleen maar zien wat we verwachten . Het is belangrijk tijdens onze participerende observatie naast normale waarnemingen ook methodologische empathie te hebben. Dit houdt in dat we ons moeten kunnen inleven in de gedachte van de onderzochten. Ik denk dat we dit wel vrij goed kunnen. We luisteren graag naar de meningen van andere mensen. Bij het baised viewpoint effect neemt de observator de situatie waar vanuit zijn eigen sociale positie. Dit houd in dat informatie die niet kan worden waargenomen vanuit deze sociale positie gemist wordt .We moeten ons dan ook volledig gelijk stellen aan hun cultuur, en ons niet anders of minachtend gedragen. We moeten onze doelgroep dat ook het gevoel geven dat we allemaal gelijk aan elkaar zijn. We moeten ons bewust zijn van de nauwkeurigheid van de metingen. Geldt dit voor een specifiek persoon, of is het meer algemeen? En is het een verschijnsel dat vaak optreedt of juist zeldzaam is? Wij moeten als observatoren ook bewust zijn van conflicten of discussies die op gang kunnen komen. We willen ons opstellen als open en luisterend, en we willen niet de discussie aangaan. Een gezin van zes mensen dat al heel hun leven op een bepaalde manier leeft in vijf dagen overtuigen is niet onze bedoeling. We accepteren hun mening, en als ze naar onze mening vragen zullen we die wel geven, zonder een verdere discussie uit te lokken. We zijn immers aan het observeren en trekken na ons onderzoek een conclusie uit onze ervaringen. Participerende observatie bestaat uit twee onderdelen:

De culturele antropologie: die vooral uitheemse culturen bestudeert en onderzoekt Sociologische onderzoekstraditie:

Stadia van participerende observatie 1: onderzoeksomgeving ; de plaats 2: toegang verkrijgen tot de groep 3: presenteren van de onderzoeker: Hierbij moet gekozen worden voor de manier waarop de observator observeert. Kiezen we voor participeren als waarnemer, of waarnemen als participant. Wij kiezen ervoor om te participeren als waarnemer, omdat dit toch onze eerste intentie is. We

Page 14: Zo dichtbij en toch zo ver weg

14

willen het dagelijkse leven van gereformeerden waarnemen, en hiervoor participeren we in een gezin. 4: maken van notities in het veld Wij willen graag notities maken gedurende ons onderzoek. Dit proberen we niet heel opvallend te doen, eerder onopvallend. Mensen kunnen zich namelijk, zoals al eerder gezegd anders gaan gedragen als ze weten dat ze geobserveerd worden. 5: analyseplan en de uitvoering ervan Alle gegevens moeten stapsgewijs worden geordend en verzameld . 6: einde participatie Soms is het maken van alleen een rapport niet het einde van het onderzoek. Er kan publieke aandacht voor komen, en de observator moet dan ook bedenken wat voor een nazorg hiervoor nodig is. We denken niet dat ons verslag publieke aandacht zal krijgen, maar we willen nog wel wat van ons laten horen na onze meeloopweek. We hebben immers vijf dagen met Familie De Jong opgetrokken! Dagboekmethode We willen gebruik maken van de dagboekmethode. Dit houdt in dat we nauwkeurig bij zullen houden wat we precies doen en wat er gezegd wordt. Het is niet onze bedoeling om precies bij te houden: Om half tien hebben we pauze en eten we een appel. We verstaan onder het bijhouden van een dagboek, wat we allemaal hebben gedaan in grove lijnen. We schrijven hier natuurlijk wel de nauwkeurige informatie bij die relevant is voor ons onderzoek, maar zullen niet te specifiek en gestructureerd alle gegevens bijhouden. We zaten er aan te denken ook familie De Jong een dagboek te geven, waarbij ze hun ervaringen over ons op kunnen schrijven in een dagboek. Het is namelijk erg interessant te lezen hoe zij over onze manier van omgang denken. We hebben besloten om hier vanaf te zien omdat het niet te maken heeft met de essentie van ons PWS en we dan wel heel veel van de familie vragen. Tijdens ons onderzoek willen we ons vooral heel erg open en eerlijk opstellen. Als ons iets opvalt of verkeerd gaat, dan willen we daar meteen vragen over kunnen stellen. We denken dat dit het beste werkt omdat we dan ook geheel onszelf zijn en dat is ook meteen een stuk makkelijker. We hopen dat het gezin dit op prijs zal stellen.

Page 15: Zo dichtbij en toch zo ver weg

15

5.Het veldonderzoek

5.1 Dinsdag 4 oktober Vandaag was het zo ver, we gingen erheen, we beseften het nu pas echt! Fietsen gereed, banden geplakt, lichten gemaakt, alles was klaar. Ook onze tassen. Deze hadden we vol gestopt met een heleboel kleren, aangezien we niet wisten wat we wel en wat we niet aankonden. Toen we in de trein zaten vonden we het toch wel een beetje spannend. We zeiden tegen elkaar dat we op onze woorden moesten letten. We moesten ons open opstellen en niet gaan zoeken naar bevestiging van onze vooroordelen. Gewoon alles over ons heen laten komen. Toen wij uit de trein kwamen zijn wij naar het huis van de familie Strak toe gefietst, omdat we hier al een keer waren geweest, herkende we de route nog een beetje. Toen we daar aankwamen stond de deur open, we durfden niet zo goed naar binnen en vroegen ons af of ‘de deur open hebben staan’ een reformatorisch gebruik was. Nu beseften we het pas echt, we zouden hier gewoon vijf dagen gaan wonen! We klopten zachtjes op de deur en liepen naar binnen. Karin en Frans zaten met twee andere mensen op de bank. Niet veel later kwam Lisa ook naar beneden. We werden hartelijk welkom geheten en er werd ons verteld dat we onze spullen in de gang mochten leggen. De deur die openstond was een foutje, dat kwam door de wind. Niet een reformatorisch gebruik dus! De visite bleef niet lang meer en al snel waren we alleen met Karin, Frans en Lisa. Toen we binnen waren gekomen viel het ons meteen op dat de laptop en de vaste computer in de keuken aanstonden. Binnen 10 minuten kregen we ook de vraag ‘willen jullie het Wi-Fi’ wachtwoord? Oké, we konden nu al een vooroordeel van ons lijstje afstrepen, ze hebben wel internet en maken hier ook gebruik van. We hebben wel besloten om geen Wi-Fi wachtwoord te gebruiken, hierdoor zouden we op Facebook kunnen gaan, en dan komen we weer echt in ons eigen wereldje terecht, dit leek ons niet goed voor ons onderzoek! We besloten na ons kopje thee en gekletst te hebben over onze heenreis maar naar boven te gaan. We moesten de volgende dag namelijk vroeg op, want dan begon school! Lisa liet ons de bovenverdieping van het huis zien. Wij sliepen op zolder, we hadden de kamer van Nienke gekregen, superaardig! Lisa’s kamer was ook op zolder. Toen we boven waren vroeg Tanja snel even of haar jurkje niet te kort was, ze had expres een korte aangedaan, om te kijken hoe ze daar op zouden reageren. Maar nee, hij was prima! We keken elkaar lachend aan, dit kon je niet menen… we hadden allerlei lange rokken en jurken uitgezocht omdat we dachten dat dat nodig was. Ze vond het wel heel goed van ons, maar de rector had zelfs tegen Lisa gezegd dat we ook wel in broek mochten komen, alleen zouden we dan heel raar aangekeken worden. Emmy had net al haar normale jurkjes thuis gelaten, omdat haar tas al weer veel te vol zat. Helaas heeft ze het verkeerde uit haar tas gegooid, want deze normale kleren konden we dus ook gewoon aan. Lisa bood, heel lief, wel aan dat Emmy rokken van haar mocht lenen. Terwijl we onze tanden aan het poetsen waren kreeg Lisa een sms’je van iemand uit haar klas : ‘ze zullen het zwaar gaan krijgen.’ Lisa had terug gestuurd ‘ach, ze zijn goed gebekt.’ Dit vatten we positief op en vonden we fijn om te horen, we kwamen dus niet over als verlegen meisjes die niet zo veel durven. Nienke was boven op zolder met haar vriendje een filmpje van GTST aan het kijken. Ze vroeg aan ons of wij dit programma vaak keken. Dit was niet het geval, en Emmy had zich nog niet helemaal gerealiseerd dat gereformeerden geen tv mogen kijken. Ze zei daarom: ‘ Nee, volg jij het wel?’. Dit was natuurlijk niet het geval, Nienke was bezig met een presentatie die ze moest houden voor

Page 16: Zo dichtbij en toch zo ver weg

16

ouders over invloed van media. Ze wilde met GTST filmpjes laten zien dat media nogal eens dwars tegen de tien geboden in gaat. Hier hadden wij nog nooit over nagedacht. We hadden nog nooit naar GTST gekeken op een manier dat het verkeerde boodschappen over zou brengen. In de kamer van Nienke viel het ons op dat er veel van het christelijke geloof in terug te vinden was. Zo heeft ze boeken op haar bureau liggen die gaan over Jezus, God en er ligt een boekje over ‘De belangrijke prioriteiten van het christendom’. Hierin staat opgeschreven hoe een goede (jonge) Christen moet leven en wat daar belangrijk voor is. Nienke heeft post-it’s op haar muur geplakt, met leuke spreuken of andere gebeurtenissen die ze belangrijk vindt. Zo staat er bijvoorbeeld ook op een post it ‘ Een heerlijke dag dicht bij God’. Ook staan er op de post-it’s dingen waar ze God dankbaar voor is dingen waar de voor bid. Het is heel gek om God zo aanwezig te zien in haar kamer. Voor haar is het belangrijk, en ons zegt het niets. Verder is de zolder een leuke meiden verdieping, met ook nagellak, geurtjes en kettingen. Net als onze kamers! We hebben onze kleren klaargelegd en onze tassen gepakt voor het Lodenstein. Ook hebben we in bed bedacht hoe we ons het beste voor konden stellen aan leraren en aan de teamleider, die we namelijk de volgende dag zouden gaan spreken. Uiteindelijk vielen we in slaap. We wisten dat er een spannende dag aan ging komen en we morgen vroeg op moesten. Tegelijkertijd voelde we dat het goed zou komen. Familie De Jong was heel aardig en gastvrij , en we hadden er erg veel zin in : het zou een leerzame week worden!

5.2 Woensdag 5 Oktober Wat was het vroeg vanochtend, al om half zeven ging de wekker en moesten we ons klaar gaan maken voor onze eerste dag op het Lodenstein. Nadat we onze rokken aangedaan hadden, en de notitieblokken in de tas hadden gedaan gingen we naar beneden voor het ontbijt. Even dachten we dat we op een soort vakantie waren, maar toen realiseerden we ons dat we zo anderhalf uur op de fiets moesten. De ontbijttafel stond gedekt en we aten samen met Lisa, die eerst even bad. Wat we moesten doen wisten we niet zo goed, dus we sloten maar onze ogen en vouwden onze hadden om ook maar even mee ‘stil’ te zijn. Om tien over zeven vertrokken we. Toen we op de fiets zaten kwamen we steeds meer jongeren tegen die zich aansloten bij de fietsgroep. Overal waren punten waar jongeren aan het wachten waren en zo langzamerhand werd de groep steeds groter. De meeste meisjes zagen er echt uit als refo’s: rok aan en netjes gekleed. Aan de jongens kon je niet zien of ze onderweg waren naar het Lodenstein in Amersfoort. We fietsten door veel weilanden heen, en we begonnen het steeds warmer te krijgen. Op de fiets hadden we mooi de tijd om even met Lisa te praten. Ze vertelde ons dat ze dit jaar op vakantie was geweest met zes vriendinnen naar Zeeland. Ze gaat nooit uit, op vakantie ook niet. Elke dag kreeg iemand uit hun groepje de leiding, die bedacht wat ze gingen doen die dag. Deze leider kookte ook en bereidde de Bijbelstudie voor. Ja, ook op vakantie deed ze Bijbelstudie, dit maakte haar vakantie helemaal af. Het voelde dan net of God echt bij haar en haar vriendinnen was en dat was fijn. Dit vonden we heel gek om te horen, als wij op vakantie zijn, gaan we echt niet iets bestuderen. Maar dit ligt voor Lisa en haar vriendinnen dus wel anders. Ook hebben we het gehad over de televisie en bepaalde programma’s. Ze keek bijna geen programma’s terug op het internet, dus met vrienden was het ook niet zo van ‘ Hé, heb jij gisteren ook die serie gezien’. De enige programma’s die ze terug keek was Wie is de Mol, en Expeditie Robinson. Toen ze dit vertelde dachten wij gelijk aan het schelden in de series. Want als iemand in deze serie ergens flink van baalt, kan er nog wel eens een scheldwoord worden gezegd met God. Verder hebben we nog met een vriendin van Lisa gepraat op de fiets, die in Leusden woonde en maar (!) 20 minuutjes naar school hoefde te fietsen. Ze vertelde dat in veel gezinnen broeken gewoon

Page 17: Zo dichtbij en toch zo ver weg

17

worden toegestaan, maar dat rokken nou eenmaal de schoolregels zijn. Iedereen draagt een rokje, dus ga je ook niet als enige een broek dragen vertelde ze. Vaak dragen de meisjes wel broeken met sporten. Lisa vertelde dat de groep fietsers soms wel eens uit werd gescholden voor Lodo’s ( van het Lodenstein college). Iets was we echt bizar vonden, en benieuwd waren of iemand ons ook uit zal schelden voor een ‘lodo’. Toen we met alle fietsers door de weilanden heen reden viel het ons op dat auto’s niet echt respect hadden voor de grote fietsgroepen. Ze vinden het alleen maar erg irritant, en gooien hun auto soms gewoon midden in de groep omdat er een tegenligger aankomt. Heel gevaarlijk, maar ze doen het wel. Meteen dachten wij aan ons eigen gedrag. Als wij in auto zaten zouden we ook een beetje neerbuigend op de groep neerkijken. Niet dat we onze auto in de groep zouden gooien, maar we zouden ons misschien wel kunnen irriteren aan die lange slierten kerkgangers die een groot deel van de weg innemen. En nu zaten we zelf in zo’n groep! Toen we dichterbij de school kwamen werd de fietsgroep steeds groter. Voor en achter ons werd de sliert steeds langer, we leken wel in het peloton te zitten van de tour de France. Toen we het pad opreden van de school leek het een beetje op het oude gebouw van het RSG Pantarijn. Het lag midden in een bos, en zag er leuk uit. Net als alle andere scholieren parkeerden we onze fiets in de stalling en liepen we naar binnen toe. Toen we de school inkwamen moesten we onze jassen ophangen en zijn daarna naar meneer Meinder gegaan, de teamleider van 4,5,6 VWO. Het gebouw was vrij oud, maar zag er leuk uit. Alle meisjes hadden rokjes aan, het was wel even wennen. Met meneer Meinder hebben we het eerste lesuur gepraat. We werden welkom geheten door hem en namens hem ook door alle leraren. We hebben het gehad over wat we precies kwamen doen. We hebben uitgelegd hoe we bij dit onderwerp kwamen en waarom we naar een gereformeerde school wilden. Meneer Meinder was erg aardig, ook een open persoon. Er hing niet specifieks iets met God in zijn kantoor. Alleen een joods vlaggetje konden we ontdekken. Een joods vlaggetje? Wat deed dat nou weer in een reformatorisch kantoor? We hebben het met hem gehad over reformatorische gezinnen. Sommige gezinnen waren strenger dan andere gezinnen en niet iedereen hield zich aan dezelfde regels. We waren ook benieuwd of alle leerlingen wel achter het geloof stonden. Hij vertelde dat er ook wel eens leerlingen waren die eigenlijk helemaal niets met het geloof hadden. Dit vond de school natuurlijk jammer. Op school moeten deze leerlingen zich gedragen volgens de regels en gewoontes, en wat ze buiten school doen is niet aan ons, vertelde meneer Meinder. Verder hebben we het gehad over de ouders, die vaak op de SGP stemmen. De SGP is een partij die staat voor Bijbelse politiek en komt op voor christelijke cultuur en traditie van Nederland. Het is dus vrij logisch dat veel reformatorische gezinnen hierop stemmen. We hebben het ook nog met meneer Meinder gehad over homoseksualiteit. Op het Lodenstein ( en binnen reformatorische kringen) moedigen ze homoseksualiteit niet aan. Het wordt geaccepteerd, zolang het maar niet wordt geuit. De gevoelens mogen er zijn, vertelde meneer Meinder, maar dit mag dus niet worden geuit in de praktijk. We hebben verteld dat we een enquête op het Lodenstein wilden houden. Meneer Meinder vond dit prima, maar had liever niet dat we in de enquête over seks begonnen ( met name seks voor het huwelijk). Hier stelt hij de grens, omdat dit wel erg persoonlijk is. Het is nog steeds een controversieel onderwerp en met name oudere leraren kunnen er moeite mee hebben als deze vraag gesteld wordt in de enquête. De leeftijd van de gemiddelde leraren is 52, vertelde meneer Meinder.

Page 18: Zo dichtbij en toch zo ver weg

18

Dit is oud zeg! We vroegen ons af waarom de leraren zo oud zijn. Misschien omdat er minder jonge mensen zijn die zo streng gelovig zijn, en hun visie door willen geven? We hebben het nog even gehad over media zoals computer en televisie. Veel gezinnen hebben geen tv, maar wel computers. Nieuwe media zijn niet meer tegen te houden, werd ons verteld. In het begin had de school geprobeerd nieuwe media tegen te houden maar dat is eigenlijk niet te doen. Op de school zelf hebben ze op de computers ook een slot op heel veel sites. Ze laten maar erg weinig toe. Leerlingen mogen zelf hun eigen mail niet openen, en hebben allemaal een schoolmail. Lekker facebooken of hyves zit er ook niet in. Bij de bibliotheek hangt zelfs een scherm met een overzicht van de computerschermen, zo kan iedereen zien wat je aan het doen bent. We kregen een rooster met de lessen die we konden gaan volgen, alle lessen van 6vwo stonden erop. We besloten om het tweede uur naar tekenen te gaan om daar met de leerlingen te praten. De leraren hadden allemaal al een berichtje gekregen dat wij langs zouden kunnen komen, dit was heel fijn. Zo hoefden we niet telkens alles precies uit te leggen maar wisten de leraren al van onze komst af. Tekenles was een beetje hetzelfde als onze tekenlessen. Je kon zelf bepalen wat je wilde maken, maar moest wel doorwerken. Het viel ons op dat het wel allemaal heel persoonlijk was. Hij had een lijstje gemaakt met feedback voor elke leerling over hoe hij het vond gaan in de klas. Lisa vertelde dat dit de eerste keer was dat de leerlingen zo’n lijstje kregen. Een ander meisje dat in de klas zat moest gaan pendelen. Pendelen…? Dit hield in dat leerlingen op één uur voor twee lessen ingeroosterd stonden. Ze ging naar het uur dat het meest belangrijk was, of wisselde halverwege de lessen. Dit hebben wij niet op onze school. Toen we even richting de mediatheek liepen ( bibliotheek en studiehuis) viel het Emmy op dat de dames die op school werkten echt stereotypen reformatorisch waren. Grijs haar, een strak knotje, lange rok, deftig bloesje en pareloorbelletjes. De standaard types die je ook vaak in Veenendaal ziet lopen! Het derde uur gingen we naar geschiedenis, hier zat Lisa niet bij ons in de klas. We liepen niet meteen naar het goede lokaal, we voelden ons het brugklassers. Na een rondje op de verdieping gelopen te hebben kwamen we eindelijk bij het goede lokaal. We hadden een lerares voor geschiedenis, mevrouw van Belle. We werden welkom geheten en ze deed haar best om ons te voorzien van boeken en werkboeken. In het lokaal hingen veel dezelfde posters als bij ons op school, en hingen er krijtborden. Het was een keurige mevrouw en iedereen had zeker respect voor de lerares. Ze vertelde heel veel in les, en het viel ons op de klas stil was en aandachtig luisterde. Sommige stukken uit de geschiedenis verduidelijkte ze door stukken uit de bijbel te noemen. We hebben gekeken of het boek misschien specifiek gelovig was, maar dit was niet het geval. Tijdens het derde uur gebeurde er nog iets geks. Er werd een briefje door een leerling aan de lerares gegeven. Hierop stond dat een meisje uit de klas zich even moest melden bij de conrector. Best een gekke manier van communiceren. Gewoon een leerling gebruiken als dienstbode. Waren we helemaal niet gewend. Bij ons komt Tanja Vroege zelf de klas in om iets aan een leerling te vragen. Het 4de uur besloten we om nog een geschiedenisles te volgen, om het verschil tussen twee lessen en twee leraren goed te kunnen zien. Bij de geschiedenisles van deze andere leraar zaten we weer met Lisa en haar vrienden en vriendinnen. De leraar was een man die les gaf in pak. In het lokaal zelf hing een poster van de SGP. We keken in de les een stukje film, een heel ouderwets stukje van school tv. We waren best verbaasd dat ze überhaupt film keken, maar aan dit stukje was natuurlijk niets verkeerd.

Page 19: Zo dichtbij en toch zo ver weg

19

De leraar sprak leerlingen aan met U! Hier waren we heel verbaasd over. We vertelden dit tegen Lisa, maar zij was zich hier niet van bewust. Ze dacht misschien dat hij dit voor de grap deed, maar hij herhaalde dit vrij vaak. Niet voor de grap dus, het was Lisa nog nooit opgevallen. Toen we de klas aan het observeren waren viel het ons op dat de jongens vrij leuk en normaal zijn gekleed. Ze zien er best modebewust uit. Wel allemaal ongeveer het zelfde. Er zijn geen echte stijlen te ontdekken in de kledingstijl. Het enige verschil is dat sommige jongens zich wat netter kleden dan de andere. Maar je hebt geen gotic’s , skaters of andere opvallende groepjes. De meisjes zijn daar in tegen zijn vrij ouderlijk gekleed. Ze hebben niet dezelfde kleding als de meisjes bij ons op school: voornamelijk Zara, H&M, Vero Moda en nog meer grote winkel ketens. Misschien kopen de gereformeerde meisjes hier ook wel kleren hoor, maar voornamelijk niet dezelfde kleren als de meisjes bij ons op de school. De gereformeerde meisjes zien er netter uit met bloesjes en lange rokken. Het is niet helemaal onze stijl, en dat is wel grappig om te zien. Er lopen op school ook zeker een paar meisjes met rokjes die wij ook leuk vinden en aan zouden kunnen trekken, maar over het algemeen niet echt. Veel meiden dragen schoenen met hakjes, of hebben een sjaaltje om. Verder is een vrij strakke rok mode, die een soort van opgerimpeld is. Dit kon je wel zien in de school. Leuk om te zien dat er hier hele andere modetrens heersen dan bij ons. Wat ook een groot verschil was met onze lessen is dat wij eigenlijk een soort ritueel hebben als onze lessen beginnen: Tas optafel, mobiel optafel, mp3 optafel, pot vaseline er naast en dan komen de school boeken. In het Lodenstein gebeurt dit helemaal niet, maar wordt er hooguit stiekem gegeten in de les. Het zesde uur gingen we naar economie, dit was wel weer heel anders. Het leek meer op hoe de lessen bij ons gaan. Het was wat rumoeriger in de klas, en er werd over van alles gepraat. Ook viel het ons op dat er heel veel jongens in de klas zaten. De jongen die voor ons zat wou ook wel een keer bij ons mee komen lopen, hij was heel benieuwd naar onze school. Hij woonde in Ede en ging altijd met de auto naar school. Ook ging deze jongen best vaak uit in Ede. Met Lisa hadden we ook gesproken over ‘uitgaan’ , zij doet dit niet. Zij wilt namelijk leven zoals God het wilt en daar hoort stappen niet bij. Toen de school was afgelopen zijn we weer op de fiets gestapt en kwamen we anderhalf uur later thuis aan. Hier hebben we wat gedronken, aan Karin verteld hoe onze dag was. Hierna zijn we naar boven gegaan en begonnen met ons dagboek uit te typen. Avondeten Bij het avondeten ging de familie eerst bidden. We hadden nog nooit gebeden, dus wisten eigenlijk helemaal niet goed wat er ging gebeuren. Frans bad hardop, en iedereen luisterden met gesloten ogen en in elkaar gevouwen handen. Tijdens het gebed bedankte Frans God voor de dag en voor het eten. Tijdens het bidden werden hele mooie en dure woorden gebruikt. Het was gek om zoiets van dichtbij mee te maken. We wisten natuurlijk wel vaag iets van bidden voor het eten, maar nu zaten we er echt zelf tussen. We luisterden maar gewoon mee en deden ook onze ogen dicht en vouwden onze handen. Na het bidden had Tanja de neiging om te klappen, maar omdat dit natuurlijk niet hoort, deed ze dit niet. Tijdens het avondeten hoefde je niet stil te zijn, wat Tanja eerst dacht, maar werd er gewoon over de dag gepraat. Konden we alweer een vooroordeel wegstrepen! Ook legden ze ons dingen uit over de bijbel en overlegden ze welk stuk uit de bijbel we zouden gaan lezen na het avondeten. Ze vroegen ook aan ons welk stuk we uit de bijbel wilden lezen, het verhaal van Adam en Eva, Noach, of iets anders. Wij kenden eigenlijk nauwelijks iets uit de bijbel dus lieten hun kiezen. Het Bijbellezen was voor ons totaal iets nieuws; na het eten blijf je dan aan tafel zitten, pakt iedereen zijn bijbel en wordt er verteld welk bijbelgedeelte er wordt gelezen. Ons werd verteld

Page 20: Zo dichtbij en toch zo ver weg

20

dat Joostnes 3:16 3het bekendste en belangrijkste vers is. Tijdens het Bijbellezen leest ieder omstebeurt een heel klein stukje voor ( twee verzen. ) Dit verbaasden ons wel, we hadden verwacht dat dit veel langer zou duren, maar er werd maar een heel klein stukje voorgelezen. Dit doen ze omdat het hele moeilijke teksten zijn, en je het anders niet meer zo goed kan begrijpen. Het was best gek om uit de bijbel voor te lezen met mensen om je heen die alles geloven wat erin staat. Wij vonden het zelfs een beetje voelen alsof we ze bedrogen, maar de familie wist natuurlijk dat wij niet gelovig waren. Na het avondeten deden we de taken die gedaan moesten worden. Daarna ging iedereen zijn eigen gang, Lisa ging huiswerk maken, Peter Donald Ducks lezen, Marlies ging ook naar kamer en wij gingen verder typen. Om kwart voor acht komt iedereen weer met zijn allen bij elkaar om koffie en thee te drinken, dit doen ze elke avond. Hieraan kan je al meteen weer zien dat er veel meer een gezinscultuur hangt dan bij ons, wij hebben thuis namelijk niet echt vaste momenten om iets te drinken met het gezin. We vinden het wel iets heel moois, want je bent dan toch meer met elkaar verbonden en het is gezellig. Als we dit thuis zouden doen zouden we alleen wel een groot gespreksonderwerp missen wat hun wel hebben: de bijbel. Hier kregen we ook het gesprek over U zeggen, het was ons namelijk heel erg opgevallen dat de kinderen allemaal U zeggen tegen hun ouders. Wij zijn dit niet gewend en vinden dit ook heel ongemakkelijk. Karin zei toen dat wij geen U hoeven te zeggen. Dit vonden we heel prettig, want het was een beetje ongemakkelijk of we Karin en Frans nou wel of niet met U moesten aanspreken. We vonden het heel lief en deed het ons zeker wat dat wij ‘ Je’ mochten zeggen tegen Frans en Karin. Catechisatie Die avond gingen we naar catechisatie in de kerk: Dit is onderwijs in de geloofsleer met een groep jongeren van de kerk opgedeeld in leeftijdscategorieën. Voorgaande keren gaf de dominee het, maar dit keer niet. Bij Catechisatie kwamen we in ‘hun’ kerk. We waren best verbaasd over hoe de kerk er uit zag. Het was namelijk een moderne kerk, die helemaal niet op zo’n klassieke kerk leek. Van binnen was alles netjes geschilderd met grijs en wit en leek het helemaal niet op een katholieke kerk die Emmy gewend was ( van kerstmis, vakanties, etc..) We hadden catechisatie in een bijzaal waarin iedereen in een halve kring zat te kijken naar een bureau waar ‘de man’ achter zat die het allemaal vertelde. We kwamen iets te laat aan , en iedereen zat al in de kring. Hij ging de kring rond voor de namen, schreef op als je voor de eerste keer kwam, en streepte af als je al vaker geweest was. Omdat wij niet vaker zouden komen hoefde hij onze namen niet op te schrijven. Tegenover ons zat een stelletje, die elkaars hand de hele tijd vasthield, daarnaast zaten drie meisjes die heel goed aan het opletten waren. Er waren ook drie meisjes die er heel modieus, en opgetut uitzagen. Ze waren de hele tijd met hun mobieltjes aan het spelen en fluisterden en lachten continu. De rest van de rij konden wij minder goed zien, maar daar zaten een stuk of negen jongens, en Lisa. Die jongens letten goed op. We kregen allebei het idee dat deze meisjes die zo giechelden niet serieus waren met het geloof. Later kregen we van Lisa bevestigd dat ze vorig jaar hadden gedaan alsof ze naar de catechisatie gingen, maar dat eigenlijk niet deden. Dit jaar zijn ze volgens ons door hun ouders gestuurd. Je zag aan deze meisjes ook meteen dat ze anders waren als de serieuzere meisjes in de groep. Wij irriteerden ons zelfs al aan hun gedrag, moet je na gaan wat de andere jongeren hebben gedacht tijdens de catechisatie. We vonden het allemaal nogal heftig. Zo vertelde de leraar dat je geen verlanglijstje kan geven als je bid naar God. Volgens hem moet je je eigen verlangens juist achter je stellen. God moet t groter worden en jij kleiner. Hiermee werd niet bedoeld ( zo legde familie De Jong later uit) dat je steeds

3 Johannes vers 3:16

Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Page 21: Zo dichtbij en toch zo ver weg

21

minder zelfrespect moest hebben maar dat je ervoor moet zorgen dat je leven steeds meer in het teken van God komt te staan. Op die manier wordt hij groter. Lisa was het met ons eens dat het een beetje raar gebracht was. Het klinkt namelijk heel hiërarchisch, je moet alles doen voor God, en je krijgt weinig terug. Ook al besteed je zoveel tijd aan hem. Wel zijn we door de catechisatie gaan denken dat het goed is dat God er voor mensen is, Hij geeft mensen namelijk veel liefde, hoop en geluk. Hier dachten we eerst anders over. Ook snappen wij goed dat ze ons niet begrijpen, wij leven namelijk een leven zonder een aspect wat voor hun heel belangrijk is. Verder vertelde de leraar dat Christen vaak trouw zijn en vaak degene zijn die de minderwaardige klusjes wel willen doen. Hij zei: laat dit maar zo zijn. Dit trokken wij wel een beetje in twijfel omdat een Christen toch ook zijn eigen grenzen moet kennen en zich niet overal voor op moet offeren? Christen ben je trouwens niet zomaar. Als je zegt dat je een christen bent, ben je kind van God. Dit houdt in dat je van binnen weet dat God in jou zit, en jij echt een kind van hem bent. Het wordt snel gezegd dat je een christen bent, terwijl hier dus wel iets meer achter zit. Het is namelijk vrij lastig te zeggen of je echt een kind van God bent, want vele weten het namelijk niet. Ze geloven wel dat God bestaat, maar denken dat ze niet echt kind zijn. Je gaat ook alleen maar naar de hemel als je écht een kind van God bent. Als je er echt in gelooft. Je kunt je hele leven lang doen wat God wilt, maar als je geen echt kind bent dan ga je alsnog niet naar de hemel. Een kind van God kun je je hele leven nog worden. De meneer van de catechisatie vertelde ook dat je eigenlijk heel je leven lang staat te smeken aan Gods genade poort. Tot aan je dood. Dit vonden wij heel gek. Je stelt dus je hele leven in dienst van God en smeekt dus altijd bij hem voor je plek in de hemel. Je zet dus heel je leven in teken van hem, en dan ga je naar de hemel. Volgens Lisa geeft God echter ook veel in het leven en is het niet zo dat je er helemaal niets voor terug krijgt. Thuis Ook eindigen ze allemaal hun dag. Dit betekent dat ze allemaal een momentje voor zichzelf houden waarin ze zicht tot God richten. Vanavond mochten we bij het stille moment zijn van Nienke, dit was heel bijzonder. De familie stelt zich heel open voor ons en dat vinden we super fijn! We merkten wel op dat we dicht bij onszelf blijven. Nienke bad voor de mooie dag die ze heeft gehad, en ze bad ook voor ons. Ze hoopte dat we een mooi PWS zouden maken, en dat God zijn liefde aan ons zou tonen. Ze wilt namelijk dat iedereen hier op aarde het geluk dat zij met zich mee draagt, door haar liefde voor God, ook krijgt. Hierdoor hoopt ze dus dat we allebei ook Christen worden. Toen Nienke aan God vroeg om ons ook zijn liefde te laten zien, werd ik bang. Ik (Emmy) voelde in mijn lichaam, en in mijn geest dat ik echt dacht, dit wil ik niet! Ik vond het heel lief van Nienke, maar ik voelde dat er een soort blokkade in mij op werd opgeworpen. Ik sta dus niet open voor het christendom, kwam ik achter. Het lijkt me namelijk niets om je hele leven in teken te zetten van het hiernamaals en van God. Ze doet ook evangelisatie werk4, dus we hadden wel het idee dat we dicht bij ons zelf moeten blijven. Het was wel heel aardig en goed bedoelt maar het was heel overweldigend doordat we nog nooit zoiets hadden meegemaakt en gehoord. Toen ik ( Emmy ) mijn tanden aan het poetsen was, vroeg Nienke aan mij waar ik dan wel in geloof. Ik vertelde dat ik niet bezig was met het hiernamaals. Ik ben ontzettend blij met het leven dat ik nu heb, en wil niet denken wat er met me gebeurd als ik dood ben. Daar is een Christen dus wel heel zijn leven mee bezig. Een Christen wil leven zoals God dat graag ziet, en heeft daar dan een plekje mee veroverd in de hemel (paradijs). Ik heb hier mijn twijfels bij, aangezien je helemaal niet weet wat er met je gebeurd als je dood gaat. Nienke vertelde dat als je dood gaat, je in het eeuwige leven komt. Als je wilt dat je eeuwige leven

4 Evangelisatie is de term voor het verbreiden van het christelijke geloof onder ongelovigen. Nienke praat in

Almere met jongeren over het geloof en probeert ze zo in aanraking te laten komen met het geloof.

Page 22: Zo dichtbij en toch zo ver weg

22

goed is, moet je dus nu, deze 90 (? ) jaar, volgens de regels van God leven. Maar hoe weet je nou dat er eeuwig leven is? Dat weet Nienke, omdat ze in de bijbel gelooft. Andere geloven leken Lisa en Nienke minder prettig en goed. Wat het verschil is met andere geloven, is dat ze een hele kleine kans hebben om in de hemel te komen. Bij het christendom is het zo dat als je in Jezus gelooft het eeuwige leven hebt in de hemel. Lisa gaf eerlijk toe dat ze er nog nooit met bijvoorbeeld een moslim over had gepraat. Toen ik ( Emmy ) mijn visie gaf over mijn denken, keek Nienke een beetje nadenkend. Niet echt afkeurend, maar wel een beetje onbegrijpelijk. Ik snap heel goed dat ze het gek vind dat ik dit niet geloof, en het ook niet wil geloven. Het is wel goed denk ik dat ik er nu in aanmerking mee ben gekomen. Ik weet wel dat ik verder niet te goed naar alle bijbel teksten moet gaan luisteren, omdat het me bang maakt. Het schrijft namelijk een leer voor, en als je deze leer niet aanhangt je het helemaal verkeerd doet en ergens naar een kwade plek gaat. Deze mensen zijn hier zo heilig van overtuigt dat het moeilijk is om je hier helemaal tegen te weren. Omdat ik zelf eigenlijk nooit zo bewust bezig ben geweest met het hiernamaals heb ik alles voor mij zelf nog niet helemaal op een rijtje. Het begint wel steeds meer te komen. Vandaag hadden we met Lisa op de fiets een gesprek over God. Hierin vroeg ze ook of wij wilde vertellen waar we wel in geloven. Ik ( Emmy ) vertelde dat ik vooral in mij zelf geloof, en in de liefde die ik van andere mensen krijg en geef. Hier haal ik de kracht uit om op terug te vallen en weer op te klimmen als het minder goed gaat. Dit vond Lisa ook wel mooi en begrijpelijk, maar ze vond het zo gek om voor te stellen om zonder God te leven en niet in een grote macht te geloven. Dit is voor haar heel normaal en niet weg te denken. Om dicht bij ons zelf te blijven schreven we op: WE GAAN NIET MEER LUISTEREN, EN DIEP OP HET GELOOF IN. WE ZIJN HIER OM TE KIJKEN NAAR HUN LEVENSWIJZE , HOE ZE LEVEN EN HOE ZE DIT DOEN. NIET OM NU CHRISTEN TE WORDEN OF OVERTUIGD TE WORDEN. WIJ ZIJN TANJA EN EMMY, NUCHTERE WAGENINGERS, EN DOEN ONS PWSJE OVER VOOROORDELEN.

Page 23: Zo dichtbij en toch zo ver weg

23

De rokken op het Lodenstein College

Bijbellezen na het avondeten.

Page 24: Zo dichtbij en toch zo ver weg

24

5.3 Donderdag 6 oktober Na bijgekomen te zijn van de ‘heftige avond’ stonden we op, nog steeds een beetje onwennig. We hadden meer begrip gekregen voor het geloof, we begrepen het allemaal iets beter. Toen we beneden aankwamen om te ontbijten waren we de heftige avond eigenlijk al helemaal vergeten, en verheugden we ons op de dag die ging komen. We waren eerder beneden dan Lisa en omdat we niet meer zo veel tijd hadden waren we alvast begonnen met ons broodje. Toen Lisa aan tafel ging zitten en nog moest bidden voelden we ons wel onbeschoft, hadden we niet moeten wachten…? Wij zijn het natuurlijk helemaal niet gewend dat iemand moet bidden voor het eten, en waren dit dan ook al weer helemaal vergeten. We hadden boven onze regenpakken al gepakt voor de lange fietstocht, het regende namelijk kei en kei hard! We zagen er echt tegenop, maar vertelde dit natuurlijk niet tegen Lisa, die fietste immers elke dag in weer en wind. Toen kwam Lisa met het idee om met de trein te gaan, omdat er echt een hele erge storm voorspeld was. Wij sloegen dit idee natuurlijk niet af. We konden niet met de schoolbus omdat die alleen maar heel vroeg richting het Lodenstein rijdt en wij het eerste uur vrij hadden. We hadden nu opeens tijd over want met de trein was je een stuk sneller bij het Lodenstein. We hebben daarom lekker rustig aan gedaan en nog even op de bank wat gekletst. Terwijl wij dit teruglezen bedenken we ons dat als wij tijd over hadden we waarschijnlijk even de TV hadden aangezet, of iets op uitzending gemist hadden gekeken. Dat was hier natuurlijk helemaal niet aan de orde. In de trein hadden we met Lisa een gesprek over het hebben van een krant, en of dat was toegestaan. Dit was toegestaan ,er is een speciaal Reformatorisch dagblad.. hadden we nog nooit van gehoord! We zagen niet heel veel mensen die naar het Lodenstein gingen, of die vielen ons niet op. ( Het zouden dus wel jongens geweest kunnen zijn, aan hun kleding kan je niet afleiden dat ze reformatorisch zijn .) In Amersfoort moesten we een kwartiertje wachten op de bus. De bus zat supervol met mensen die naar het Lodenstein moesten, maar ook naar andere scholen die daar in de buurt zijn. De meisjes die naar het Lodenstein gingen kon je goed herkennen aan hun rokken. De schooldag begon voor ons met Management en Organisatie. De leerlingen waren geïnteresseerd in hoe we het tot nu toe vonden. Wij vertelden ze dat we het allemaal leuk en gezellig vonden en dat we erg jaloers waren op de cruesli automaat bij hen in de kantine. Deze les moesten we wel weer een voordeel wegstrepen, ze zijn niet serieuzer dan bij ons in alle lessen, het verschilt gewoon per les en per leraar. Het is dus maar goed dat we meerdere dagen zijn gaan kijken, anders hadden we hele verkeerde conclusies getrokken! Iedereen was met elkaar aan het kletsen. Een jongen die te laat kwam probeerde een leuk smoesje te verzinnen om er mee weg te komen. Net als bij ons, ze worden ook echt steeds normaler….. Twee jongens die te laat kwamen moesten nog even hun absentie regelen. Eén van die jongens zei toen ‘Godsamme’ . Hij had het zelf niet door, maar omdat wij er nu vol op gefocust zijn ( In de angst dat we zelf iets verkeerd zeggen) viel het ons wel op. Volgens mij zijn wij er nog spastischer in dan hun zelf. Verder zit er een meisje in de klas die erg veel make-up draagt. Alle andere meiden dragen eigenlijk geen make-up. Zij doet dit wel, en valt daarom best wel op. In de klassen zitten vrij veel jongens. Dit is heel gek. Bij ons zitten juist erg veel meisjes op school, en veel minder jongens. Misschien is dit omdat onze jongens met hele andere dingen bezig zijn (qua uitgaan, meisjes, .. ?) dan de jongen op het Lodenstein. Deze jongens worden misschien wel met meer discipline opgevoed, en ‘moeten van God ‘ hun best doen op school en werk. Het kan ook zijn dat jongens op onze school het gewoon lastig vinden om met het Montessori onderwijs om te gaan, of dat dit gewoon puur toeval is.

Page 25: Zo dichtbij en toch zo ver weg

25

Het 3e uur zijn we naar Wiskunde gegaan, hier hebben we bizar veel over wiskunde zelf geleerd. De les begon met een leerling die vroeg of hij even zijn haar mocht doen. De hele klas begon een beetje te lachen,en de leraar zei: ‘Nou, als je je er echt aan stoort ga dan maar’. Tijdens de kennismaking vertelde Lisa dat er een hiërarchie was tussen leerling en leraar. Wij merkten dat we dit niet echt doorhadden en het volgens ons nog wel mee viel, we hadden het veel erger verwacht. De leraar Wiskunde was heel geïnteresseerd in ons PWS en had ook al tegen de rector gezegd, dat we zeker bij hem langs moesten komen. Hij zei dat het eigenlijk raar was dat er zo een ‘wereld van verschil was’ terwijl we zo dicht in de buurt wonen. Tijdens de wiskundeles hebben we eigenlijk vooral opgelet en wiskundige sommetjes gemaakt. We leerden iets wat we een week later zelf zouden krijgen in onze wiskundeles. Was dus nog handig ook! Na wiskunde zijn we weer naar de mediatheek geweest om de laatste dingen aan de enquêtes te veranderen en ze uit te printen. Dit duurde best lang omdat we 80 x 3 pagina’s moesten uitprinten en daarna nog aan elkaar moesten nieten. Hierdoor zijn we in gesprek geraakt met de mensen die in de mediatheek werken, zij waren ook heel geïnteresseerd in ons PWS. Ze vertelden ons ook dat we een beetje nutteloos werk aan het doen waren omdat hun printer er automatisch nietjes in kan doen, dat is nog eens hightech! Ook kan hun printer op bijbelpapier dingen printen. Er werd ons verteld dat ze speciaal papier voor de bijbel gebruiken omdat de bijbel anders veel te dik en zwaar zou worden. Toen we wilden betalen voor de kopietjes gingen ze overleggen en besloten de mediatheekmedewerkers dat we het gratis mochten meenemen, omdat ze het een goed project vonden. Dit was natuurlijk heel erg aardig van ze. We besloten naar meneer Meinder te gaan om het rooster van 5havo te vragen voor het uitdelen van de enquêtes en we hebben hem gevraagd wat hem de handigste manier leek om de enquêtes aan leerlingen uit te delen. Hij ging ook even in de enquête kijken. Bij de ‘ken jij ..? ‘ vraag, haalde hij Lady Gaga in de war met Amy Winehouse. Hij kende Arie Boomsma, Jan Siebelink en Arjen Robben. Verder vond hij het een prima enquête en vond het goed als we hem uitdeelden. We voelden ons nu al best wel thuis op deze school, mensen spreken je aan en begroeten je. We zijn twee 5havo klassen in gegaan, waar leraren zaten waarbij we al een keer een les hadden gevolgd. Een klas was heel klein, tien mensen, en die vertelden ons dat ze het erg goede vragen vonden. Dit was natuurlijk leuk om te horen. We babbelden even en vroegen of ze de vragen moeilijk vonden en welke personen ze nou wel en welke niet kenden. Het ging allemaal best prima, en een jongen vond ‘De Jeugd van Tegenwoordig’ leuke muziek, nou dat hadden we echt niet aan zien komen! ‘ De Jeugd van Tegenwoordig ‘heeft namelijk teksten over seks, drank en drugs. Bij de andere klas hebben we de enquêtes later opgehaald, omdat ze diep over hun wiskunde huiswerk gebogen waren. Van de leraar hoorde we later dat ze goed serieus en individueel aan de enquête gewerkt hadden. Na dit uur gingen we naar Godsdienst, dit was samen met Lisa. Tijdens dit uur deelden we ook onze enquête uit. Meneer Snoek was erg aardig, en vond het leuk dat we hier op school meeliepen. De klas ging ijverig aan het werk tijdens onze enquête, en het was op een gegeven moment doodstil. Ze waren allemaal erg hard aan het nadenken over wat ze in moesten vullen. Dit was leuk om te zien, we werden hier echt gelukkig van. Je zag ze gewoon nadenken! Soms hoorde je een groepje wel fluisteren, en bespraken ze wat antwoorden. Dit merkte meneer Snoek ook op, en hij zei: ‘ Er zijn dus vragen die jullie liever voor jullie zelf houden, en vragen die jullie graag willen bespreken.’ Ook viel het ons op dat er een meisje aan het afkijken was, dat was grappig om te zien. Onze ‘geraamde’ tien minuutjes die ze voor de enquête kregen om in te vullen duurden iets langer, dus meneer Snoek kwam met een heel leuk idee. In plaats van een stukje te schrijven over de bijbel

Page 26: Zo dichtbij en toch zo ver weg

26

( wat eigenlijk de bedoeling van deze les was ) wilde hij de les wijden aan onze enquête. Het werd een discussie, met vragen van beide kanten. Zo wilde de klas graag weten waarom wij de vraag stelden over de lengte van de fietstocht. Hierop antwoorden wij dat we deze vraag stelden om te kijken of de leerlingen specifiek naar deze school kwamen voor het geloof en niet omdat het gewoon de dichtstbijzijnde school was. Hierop antwoordde de klas dat er alleen maar leerlingen op school mogen zitten met een christelijke achtergrond en er dus geen leerlingen op school zitten die in de buurt wonen en niet gelovig zijn. Ook hebben we het gehad over BN’ers. Veel kenden Sascha Visser niet, maar verder vond de klas het prima te doen. Ze vroegen zich af of wij wel een doel in ons leven hebben en waar we in geloven. We konden mooi ons gesprek van de vorige avond toepassen. We vertelden de klas dat we in ons zelf geloven, en de kracht en liefde uit mensen om ons heen halen. Ook zei Emmy dat ze wel heel dankbaar was voor alles wat ze mag bezitten, en toen kwam de (terechte) vraag wie ze dan daarvoor bedankte. Het antwoord hierop was de mensen om je heen, die jou wereld maken. Ze vroegen ons ook of we ooit wel eens nadenken over het leven na de dood. Hierop vertelden wij de klas dat we eigenlijk alleen maar bezig zijn met het leven op dit moment. Hoe we het leven nu zo goed en voor ons volmaakt mogelijk kunnen volbrengen. Wij zoeken ook voldoening, maar dit zoeken wij niet in geloof maar in hulp aan anderen. Ze vonden het vooral zo raar, dat wij dus niet leefden voor het hiernamaals. Ook hebben we het over abortus gehad. We hebben verteld dat dit voor ons ook een lastig onderwerp is, en wij hier ook nog geen duidelijke mening over hebben. Ook hebben wij ze gezegd, dat onze mening niet geld voor alle atheïsten. De leerlingen uit de klas waren erg benieuwd naar onze vooroordelen over hen. We vertelden ze dat we dachten dat alles heel streng, grijs en grauw was. Ook dachten we dat ze veel lazen. Hier kregen we een lacherige reactie op. Een jongen vroeg hoe we hier bijkwamen. We vertelden dat we dachten dat ze de hele dag de bijbel lazen. Hij zei zelf dat hij niet van lezen houdt dus dat dit vooroordeel niet klopte ( hier waren we ook wel achter..). Ze waren erg benieuwd hoe wij bij al onze vooroordelen kwamen. Hierop antwoordden wij dat we gereformeerde alleen van gezicht kennen, en veel verhalen van de media horen die erg negatief zijn. Ook horen we verhalen van andere mensen uit onze omgeving die onze vooroordelen bevestigen. Aan het einde van de les bedankten we de leraar Godsdienst en hebben we nog even gepraat over de discussie die we net met de klas hadden gehad. Hij vond het erg interessant en zei : ‘We zijn ook zulke normale mensen’. Avondeten Tijdens het avondeten zaten we weer met het hele gezin aan tafel. Ook deze keer begon Frans met bidden en sloten we onze ogen. We luisterden mee, en wisten nu al iets meer wat er ging gebeuren. Na het gebed van Frans gingen we eten. Het was een Hollandse maaltijd. We waren benieuwd of gereformeerde alleen Hollandse maaltijden aten, maar na dit gevraagd te hebben bleek dit niet het geval te zijn. Ondertussen vertelden Karin en Frans ons iets over de zondvloed, en dat dat de reden is waarom landen zijn verplaatst. We vonden het lastig om niet meteen onze mening hier over te vertellen. We moeten namelijk vooral goed luisteren naar wat zij te vertellen hebben! Vanuit hun oogpunt valt natuurlijk ook veel te zeggen; Niemand is er vroeger bij geweest en weet hoe de schepping of zondvloed is gegaan, en zij vinden dat de evolutietheorie daarom ook maar een geloof is. Karin vindt het heel fijn om in de bijbel te geloven, het geeft haar duidelijkheid. Ze heeft het idee dat wij als ‘ andere en normale’ bevolking ons superieur voelen. Tegenwoordig worden volgens haar de gelovigen in Nederland een beetje als dom en achterlijk beschouwd, terwijl dit 100 jaar geleden nog omgekeerd was. Het reformatorische geloof heeft namelijk het idee dat ze een beetje worden weggestopt in een hoekje en hun inspraak steeds minder wordt. Dat is bijvoorbeeld ook te zien in politieke partijen waarbij het geloof steeds minder belangrijk wordt. Wij gaven toe dat we eerst

Page 27: Zo dichtbij en toch zo ver weg

27

dachten dat gelovige mensen helemaal niet goed nadachten en alles klakkeloos aannamen. Lisa vertelde ons dat dat niet waar is, en dat ze ook niet alles wat iemand in de kerk zegt klakkeloos aanneemt en hier kritisch naar kijkt. Het eten werd afgesloten met een gebed. Frans deed weer het woord. Hij bad voor Nienke, die stage aan het lopen was in Almere. We vonden het allebei heel leuk en lief om dit te horen. Hieruit konden we wel weer opmaken dat het gezin erg veel om elkaar geeft en aan elkaar denkt. Daarna bad Frans ook voor ons, of God ons wilde bijstaan. We vinden het wel lastig om hiernaar te luisteren. We zijn namelijk nog steeds een beetje bang, vooral omdat ze ons hadden verteld dat er wel degelijk bewijzen zijn dat de bijbel klopt. We weten dat ze hier geen kwade bedoelingen mee hebben, maar wij willen niet onze levensstijl veranderen en in God gaan geloven. Als ze bidden moet ik ( Tanja ) stiekem toegeven dat ik onder tussen denk, Tanja blijf bij jezelf, denk er niet te veel aan, je bent gewoon de atheïstische Tanja Meeuwsen uit Wageningen. Nu we dit aan het typen zijn zitten we in de kamer van Nienke. Tijdens het verwerken luisteren we muziek van Tanja’s laptop. Aan deze kamer grenst die van Lisa, de kamers zijn heel gehorig, dus af en toe zijn we aan het stressen over de muziek. Sommige teksten kunnen namelijk echt niet. Vooral toen het liedje ‘Kerk’ en ‘ Sexy Beesten’ van de Jeugd van Tegenwoordig werd gespeeld zaten we een beetje te stressen. ’s Avonds gingen we weer gezellig met het gezin thee drinken. Toen we het hadden gehad over iedereens dag hebben we met Karin gepraat over het geloof. Deze gesprekken waren best heftig en hebben veel indruk op ons gemaakt. Karin vertelde dat ze zelf in de familie ook problemen had gehad met broers/zussen die niets meer met het geloof te maken wilde hebben. Het komt dus zeker voor dat mensen uit de kerk stappen. Karin vertelde verder dat ze in het verleden erg veel last heeft gehad van haar rug, maar hier met Gods hulp doorheen is gekomen. Wij vonden het erg indrukwekkend en bijzonder om te horen dat Karin inderdaad wonderen mee had gemaakt die volgens haar ervaring van hogere hand moesten komen. Omdat ze voorbeelden kon geven ging Emmy zelfs denken: ‘ Sjonge sjonge, misschien bestaat God dan wel echt. Tanja besefte hierdoor juist sterker dat het geloof echt uit jezelf komt. Er zijn namelijk zoveel geloven waaruit mensen wonderen ervaren, dat die kracht van die wonderen uiteindelijk dan uit jezelf moet komen. Verder hebben we het met Karin ook gehad over het moederschap. De meeste moeders worden namelijk huismoeder als ze kinderen krijgen. De man zorgt dan voor de kost, en de vrouw blijft thuis om voor de kinderen te zorgen. Omdat de gezinnen meestal groter zijn, is er ook veel te doen in het huishouden en kinderopvang is natuurlijk erg duur. Bij de nieuwe generatie werken veel vrouwen, vertelde Karin. Het is namelijk lastig om nu nog rond te komen met veel kinderen en maar één inkomen. Het was ons al opgevallen dat de gezinnen hier erg groot zijn. Voor ons is een gezin van 8 man niet normaal groot, terwijl dat hier vrij normaal is. Voor Christenen is het krijgen van een kind ( je neemt geen kind, dat zeg je niet.. ook weer geleerd..) een wonder. God geeft en neemt leven, en met het leven dat God je geeft moet je ontzettend blij zijn. Voorbehoedsmiddelen mogen wel gebruikt worden, maar dat ligt aan de situatie. Als iemand heel erg ziek is en mentaal of fysiek niet voor een kind kan zorgen dan vindt Karin voorbehoedsmiddelen toegestaan. Het viel ons op dat ze open praten over seks, misschien opener dan bij ons thuis, maar wel op een andere manier. Het is in ieder geval geen taboe onderwerp. We hebben het ook over relaties gehad, en hoe dat dan precies zit. Ze vertelden over problemen die er zijn in christelijke families; incest, overspel etc. Bij gelovigen komt er dan bij kijken dat je misschien wel spijt hebt, maar je hebt ook nog eens niet gehandeld volgens de regels van God. Je hebt dus eigenlijk een dubbele fout gemaakt. Tijdens het gesprek zei ik ( Emmy) ook per ongeluk ‘ in Godsnaam’ en toen zei Karin: ‘ ja in Godsnaam’.

Page 28: Zo dichtbij en toch zo ver weg

28

We hebben het ook nog gehad over samenwonen. In de reformatorische kringen is het normaal dat een stelletje eerst trouwt en dan pas gaat samenwonen. Dit vonden wij echt heel erg raar. Hoezo dat nou weer? Je gaat toch samenwonen om te kijken of je wel goed bij elkaar past? Karin vertelde dat juist de periode voor het huwelijk bij hen wordt gezien als periode waarin men elkaar moet leren kennen. Je gaat na het huwelijk een nieuw leven beginnen en daar hoort samenwonen ook bij. Verder legde ze uit dat een huwelijk voor gelovige gezinnen een veilige haven is. Je bindt je aan iemand, een persoon waar je altijd op terug kan vallen. Scheiden is dan ook not done, iets wat God afkeurt. Scheiden gebeurt minimaal en alleen als andere alternatieven niet gewerkt hebben. Met Karin hebben we het ook nog even gehad over het kind zijn van God. Karin vertelde dat Nienke zeventien was en Lisa zestien toen ze wisten dat ze een kind waren van God. Hier mogen ze heel blij mee zijn, omdat veel jongeren nog steeds opzoek zijn naar God. Karin vertelde dat Nienke een keer naar de kroeg is gegaan toen ze negentien was, en helemaal van slag thuis kwam. Ze vond het zo erg hoe mensen zich daar gedroegen en hoe goddeloos iedereen bezig was. Dit was heel raar om te horen. Bij ons is het juist heel normaal om op 19jarige leeftijd naar de kroeg te gaan! Nadat we met Karin deze onderwerpen hadden besproken gingen we naar boven om nog wat uit te typen. Daarna zijn we lekker gaan slapen . We hebben weer veel geleerd en vooral de gesprekken met Karin hadden veel indruk op ons gemaakt. Het ging in reformatorische gezinnen ook niet altijd goed, en hier hadden we eigenlijk nooit bij stil gestaan. Voordat we gingen slapen had ik ( Tanja ) wat Emmy gisteren had, ik ging nadenken over het geloof en wat mijn geloof was. Zoals hierboven ook al is verteld ben ik door de gebeurtenissen van de afgelopen dagen er achter gekomen wat mijn geloof is. Er zijn namelijk zo veel verschillende geloven waar mensen hun kracht uit halen, dat mijn conclusie is dat die kracht eigenlijk in jezelf zit. Die kracht in jezelf krijgen sommige eruit via een God, goden, het universum of hele sterke wilskracht. Ik ga ook wel eens naar een alternatieve geneesart. Zij vertelde mij dat toen haar hond doodziek was, ze hem door haar eigen kracht weer heeft kunnen genezen. Zij en haar man hebben omstebeurt hun hand op de buik van de hond gelegd, terwijl ze dachten aan een kleur die het zou genezen. De volgende dag was de hond weer springlevend terwijl die ten dode opgeschreven was. Door zulke verhalen te vergelijken met die van andere ( zoals die van de Refo’s ) ben ik er van overtuigd dat er meer is, maar dat het in je zelf zit. Je haalt kracht uit jezelf, als je daar behoefte aan hebt en het nodig hebt. Dit gebeurt alleen als je er echt in gelooft en er toe in staat bent. Dingen gebeuren alleen maar als je er echt in gelooft, zo kunnen mensen ook allemaal uit hun eigen geloof bevestiging krijgen. Ik denk dus dat mensen tot veel meer in staat zijn dan dat ze zelf weten. Ik denk nu ook dat ik het voor mezelf duidelijk heb, en daardoor niet meer tijdens hun bidden hoef te denken, blablablablabla. Ik weet van mezelf dat ik daar niet in ga geloven, daar hoef ik niet meer bang voor te zijn, en nu ik mijn eigen geloof op een rijtje heb staan, kan ik met een veel opener instelling verder gaan met dit PWS.

Page 29: Zo dichtbij en toch zo ver weg

29

Met de heftige regenbui waren er toch heel wat mensen op de fiets gekomen.

In de pauze met Lisa en Roos

Page 30: Zo dichtbij en toch zo ver weg

30

5.4 Vrijdag 7 Oktober. Wat liggen onze bedjes lekker en wat is het moeilijk om eruit te komen! We zijn ook zo moe. Het vraagt best veel van ons, dit weekje. We moeten de hele tijd vragen, opletten, luisteren en onthouden. We zijn wel blij dat we zo open en eerlijk kunnen zijn tegen de familie. Als we ons ook nog anders hadden moeten gedragen dan we zijn was het echt te vermoeiend geweest.

Vandaag was het plan om met de fiets te gaan, maar het regende ( verassing! ) weer heel hard, dus we besloten op het laatste moment om toch maar de bus te pakken. Nu gingen we het eerste uur al naar school dus konden we mee met de schoolbus. Dit zijn twee stampvolle bussen met leerlingen die naar het Lodenstein of het Hornbeek college moeten. Het Hoornbeek college is een christelijke MBO vervolgopleiding die naast het Lodenstein college in een oud klooster zit.

In de bussen hebben we goed geluisterd naar de verhalen van de leerlingen om ons heen. Misschien hadden ze het wel over hele andere dingen dan ons. Maar nee, ze hadden het over dezelfde dingen . Hier konden we dus uit opmaken dat ze niet alleen maar met god bezig zijn. We zouden deze dag voor het eerst op school aanwezig zijn tijdens hun dagelijkse dagopening. We besloten hiervoor naar de economie klas te gaan, dit was namelijk een spontane en gezellige klas en het leek ons het leukst om dat bij hen mee te maken.

Het eerste uur werd geopend met een gedeelte uit de bijbel, voorgelezen door de leraar. Daarna zongen ze een Psalm. 5We hadden voordat we naar Barneveld gingen al op de schoolsite gezien dat op de hoofdpagina een bijbelrooster staat. Hierop staat welke Psalmen en Bijbelgedeelte die dag behandeld zullen worden. Voordat de leraar de dag opende zat iedereen gezellig met elkaar te kletsen. Toen de leraar om stilte vroeg duurde het nog even voordat iedereen stil was. Dit verbaasde ons wel, we hadden gedacht dat ze meteen zouden luisteren omdat dit de opening van de dag was, waarin God centraal stond. De klas luistert dus niet eerder naar de leraar als hij iets over God ging behandelen.

De dagopening De opening begon. De leraar legde op ieders tafel een bijbel en vertelde welk gedeelte we gingen lezen. Omdat de bijbel niet op alfabet is ingedeeld maar op een andere indeling berust, zijn wij altijd best een tijdje aan het zoeken naar het goede Bijbelboek en hoofdstuk. Elke keer als we dan op de goede bladzijde zijn aangekomen voelen we onszelf heel trots. Een jongen uit de klas had door dat we het moeilijk vonden om de juiste pagina te vinden. Hij zei tegen ons: ‘ Jullie hebben de bijbel ondersteboven’ We schrokken ons kapot en draaide meteen de bijbel om, maar het was maar een grapje. Zo dom waren we gelukkig niet! Bij het openen werd er een klein stukje uit de bijbel gelezen ( 12 verzen) en werd daarna een psalm gezongen. We hebben niet erg goed geluisterd naar de tekst die werd voorgelezen, maar merkte wel dat de leraar soms iets meer uitleg gaf over bepaalde teksten, of een woord vertaalde. Heel aardig, want later hoorde we dat dit speciaal voor ons was. Dit doet hij namelijk normaal nooit in de lessen.

Na het voorlezen gingen ze een psalm zingen. Dit klonk erg mooi. Zowel de jongens als de meisjes kunnen echt goed zingen. We vroegen ons af hoe het kon dat de jongens zo goed kunnen zingen, bij ons brommen ze altijd maar wat. Zit dit in de genen of hebben ze hier les in gehad? Voor ons was

5 Psalm (de(m.);en;-pje) 1 Elk der 150 liederen van de Israëlieten, zoals die in het O.T. staan opgetekend, of

zoals zij vertaald en soms berijmd in de christelijke kerken gebeden en gezonden worden:de psalmen van

Datheen, in diens berijming; psalmen zingen; de psalmen en gezangen, kerkliederen der protestanten 2 (bij

uitbr.) godsdienstig lied, syn. gezang, hymne.

bron: Van Dale

Page 31: Zo dichtbij en toch zo ver weg

31

het ook gek dat jongens zo serieus en hoog mee zaten te zingen. Bij ons op school zouden ze nooit zo goed meedoen, en als ze dat wel zouden doen, zouden ze door andere in de klas worden uitgelachen. Toen we thuis kwamen hebben we het met Karin en Lisa over de zangkwaliteiten van de jongens gehad. Zij vertelden ons dat het zingen van psalmen al op de basisschool wordt geleerd, elke week leren ze een nieuwe. Dit begint al in groep één.

Na het zingen van de psalmen sloten ze af met een gebed. In het gebed werd God gevraagd of hij ons wilden behoeden voor de dag. We hadden het idee dat een stukje van het gebed op ons was gericht, hij had het namelijk over ‘andere’ mensen die buiten hun bekende wereld leefden..

Na het gebed werd er meteen overgeschakeld naar de orde van de dag. We begonnen met de economie les, en iedereen moest zijn boek openslaan op bladzijde 68. Er werd helemaal geen aandacht meer geschonken aan de opening die ze net hadden gedaan. Het leek zelfs alsof er geen opening geweest was, de ‘gewone’ les begon meteen weer. Dit komt natuurlijk ook omdat het voor hen iets heel normaals is, en voor ons iets nieuws. Het was voor ons dan ook lastig en een beetje ongemakkelijk om meteen die omschakeling te maken naar de lesstof.. Emmy vond het vooral ook een rare omschakeling omdat je eerst een soort rust momentje had en dan pats,boem weer in het ‘echte’ leven werd gegooid.

Na het voor ons ongewone beginnen van een schooldag hebben we opgaves van economie gemaakt en deze besproken. We gebruikten het boek van onze buurmannen die daarna een beetje aan het praten waren. De leraar vond dit minder leuk, en vroeg aandacht door met zijn ring op tafel te tikken. Dit deed de lerares Nederlands ook al, hadden we opgemerkt. Dit hebben we nog niet meegemaakt op onze school, maar het zal wel niet met het geloof te maken hebben. De jongens moesten van hem apart gaan zitten, en we gaven het boek snel terug. Na de les moesten de jongens nog even blijven. We hoorden daarna dat ze de rest van het jaar niet meer naast elkaar mochten zitten. Dit vonden wij best wel een strenge reactie. Ze waren helemaal niet zo luidt, maar werden toch wel streng gestraft. Later hoorde we dat dit wel per leraar verschilt, dus niet typisch iets van het schoolbeleid is.

Tijdens het 2de uur zijn we naar Engels geweest. De leraar Engels was een erg aardige man, die tegen ons Engels praatte. Tijdens de Engels les gingen we CNN student news kijken. Hiervoor had de leraar zelf vragen gemaakt die aansloten bij het stukje film. Deze les had dus ook film,we waren benieuwd wat voor een filmpje het zou zijn. Er mochten namelijk een heleboel dingen niet in voor komen.. Het waren erg makkelijke vragen, die wij in de 3e klas kregen. Sommige vragen kon je ook al beantwoorden zonder dat je het stukje film had gezien, zoals welk etenswaar gebruiken we met Halloween? En het antwoord hierop was natuurlijk pompoen. Lisa vertelde dat dit ook wel vrij makkelijk was, en ze ook moeilijkere stof krijgen. Dat ze dit filmpje in de les behandelen laat wel al zien dat het niveau een stuk lager ligt, wij zouden dit namelijk nooit meer in de les behandelen. Het niveau van Engels ligt lager doordat een groot deel nauwelijks/geen Engelse tv kijkt. Bij ons op school kijken leerlingen dit veel meer en hierdoor komen we meer met de Engelse taal in aanraking. Het filmpje was refo-proof. Het was immers ook een nieuwsfilmpje, maar toch hadden we verwacht dat hier misschien ook wel iets in kon zitten dan eigenlijk niet mocht van het geloof. Tijdens de les ging er een telefoon af, wij keken gelijk om ons heen om te kijken wiens mobiel er af ging. Maar het kwam niet van een leerling, het was de algemene klas telefoon. De leraar nam de telefoon op en het bleek het de buurman te zijn die vond dat het geluid te hard stond. Een klassentelefoon, dat zijn wij niet gewend op het Pantarijn.

Page 32: Zo dichtbij en toch zo ver weg

32

Tijdens het derde uur hebben we wat extra enquêtes uitgeprint. Weer gratis, meneer de Pater ( mediatheekmedewerker ) pakte zelfs geld om in het kopieerapparaat te doen. Echt super aardig! ( En nu moet er niet gedacht worden dat wij hierom vroegen, hij deed het uit zichzelf. )

Verder hebben we tijdens dit lesuur door de school gelopen om foto’s te maken. We werden hierdoor af en toe wel raar aangekeken, maar de meeste leerlingen wisten onderhand wel wie die twee nieuwe meisjes waren.

In de pauze zijn we met Lisa en haar vriendinnengroep naar buiten gegaan en zijn bij haar vrienden gaan staan. Ze heeft een hele leuke en gezellige vriendengroep. Ze kwamen met het geniale plan om het 5e uur kebab te gaan halen in Amersfoort en of we mee wilden. Dit leek ons natuurlijk superleuk! Tijdens het 4de uur hebben we de enquêtes uitgedeeld in een Havo klas. We zijn naar een les Engels gegaan, en hebben het aan de leraar gevraagd. Die vond het prima, maar vertelde dat ze volgende week toetsweek hadden en nu een overhoring gingen maken, dus dat sommige leerlingen het misschien fijn vonden om in de les te blijven. De leerlingen die de enquête in wilden vullen mochten met ons de enquête op de gang gaan maken. Toen de leraar dit aan de klas voorstelde, liep gelijk de klas leeg. Het waren erg leuke en spontane leerlingen. Op de gang gingen ze enthousiast aan de slag. We hebben ook veel met ze gepraat en de vooroordelen vanaf beide kanten besproken. Behalve dat ze God in hun leven hebben zijn ze echt hetzelfde als ons. Een paar jongens waren heel geïnteresseerd in ons PWS. Later die dag kwam er ook een jongen uit die klas naar ons toe en vertelde dat hij erg geïnteresseerd was en ons PWS en wel wilde lezen als die af was. Dit vonden we heel leuk en we hebben zijn e-mailadres opgeschreven.

Toen we de leerlingen weer de les in hadden gestuurd zijn we beneden naar de kantine gegaan. Hier hebben we met wat jongens gesproken. Deze jongens zagen er wel stoer uit, dus we hebben een beetje doorgevraagd. Ze kende alle regeltjes wel, ook die van hun ouders. Ze vertelden dat ze er best schijt aan hadden. Ook seks voor het huwelijk mag absoluut niet. Toch houden ze zich hier niet aan. We hebben ook doorgevraagd wat voor een werk ze deden. Eén van de jongens vangt kippen s ’nachts. Best heftig bijbaantje. Hij is niet de enige jongen die dit als bijbaantje doet. Grappig om te horen, omdat dit ook echt Barnevelds klinkt. Het vijfde uur stond de kebabtent op de planning. We waren eigenlijk met te veel man en pasten hierdoor niet in de auto. Het paste wel als er twee in de kofferbak zouden gaan zitten, en wij vonden dit geen probleem. Het was een leuke tocht naar de kebabzaak: wij in de achterbak bij refo’s in de auto. We hebben dezelfde humor, dus we hebben ons stuk gelachen. Het was echt een leuke vriendengroep en je merkte er niks van dat ze ‘anders’ waren dan ons.

We hebben geen heftige gesprekken gehad, maar gewoon gezellig gepraat over dingen die ons allemaal bezig houden. Wel hadden we ons van te voren afgevraagd of ze zouden gaan bidden in de kebabzaak. Toen we in de kebabzaak zaten en onze grote kapsalon aan het eten waren, maakten ze een grapje of ze zouden gaan bidden, en moesten daar om lachen. Oké dit sloegen ze dus duidelijk over bij zulke gelegenheden. Op de terugweg naar school hadden we Lisa afgezet bij het station omdat ze geen school meer had..Zelf hadden we besloten om de laatste twee uur nog even naar school te gaan. In de auto vertelden de jongens over hun aanvaring met de politie twee dagen eerder, ze gingen rondjes rijden in een maïsveld van een boer , en toen kwam de politie. Helemaal heilig zijn jongeren dus ook niet.

Page 33: Zo dichtbij en toch zo ver weg

33

Op school aangekomen zijn we naar aardrijkskunde gegaan, we waren heel benieuwd naar deze les omdat ze het bestaan van de aarde anders zien dan het boek verteld. Ook deze leraar was super geïnteresseerd, en hij besloot om de les te wijden aan de verschillende opvattingen die wij over bepaalde dingen hadden. Dit vonden wij natuurlijk supertof, en de klas zelf gelukkig ook.

We moesten eerst vertellen over hoe wij dachten dat de wereld ontstaan was. We merkten dat ze van veel lesstof in het boek overtuigd zijn dat het niet waar is. In hun aardrijkskunde lessen leren ze soms dingen waar ze het niet mee eens zijn. Dit moeten ze leren omdat het examenstof is. Zoals wij vinden dat hun dingen klakkeloos overnemen uit de bijbel, zo vinden de refo’s dat wij dingen uit de wetenschap te makkelijk aannemen. Na een tijdje zijn we af gaan wijken van aardrijkskundige vragen, en ging het gesprek over homoseksualiteit. In het begin van het gesprek begrepen we de klas echt niet. Ze waren tegen homoseksualiteit. Niet tegen homo’s , daar is niks mis mee, maar wel zodra het in praktijk word gebracht. Wij snapten wel dat dat door de bijbel kwam, maar vonden het zulke discriminatie, want ze doen toch niks fout? Dat vinden we nog steeds wel, maar ze vertelden dat het voor hen niet betekend dat ze niet meer met homo’s omgaan. Gereformeerden kunnen gewoon vrienden blijven met homo’s, maar ze vinden dit een slechte eigenschap. Alleen als het dus in praktijk wordt gebracht en een homo/lesbo samen gaat wonen met een vriend/vriendin wordt dit sterk afgekeurd. Volgens de bijbel mag dit namelijk niet. We hebben het gehad over homo leraren op scholen waar de media op inspeelt. Volgens de klas maakte de media het alleen maar erger, en de leraar gaf het zelfs de benaming: intolerantie van de toleranten. Uitgebreid hebben we het hier niet over gehad. Een jongen uit de klas vertelde ook dat hij zijn PWS deed over de zondvloed, iets wat voor ons heel raar was om te horen. Je PWS over de zondvloed? Dat zou iemand bij ons school natuurlijk nooit doen.

Na de aardrijkskundeles zijn we weer met de bus naar huis gegaan. Toen we weer in Barneveld aan waren gekomen zijn we even het dorp ingelopen, en hebben we tijdens het avond eten weer de bijbel gelezen. Het werd voor ons steeds normaler om dit te doen, het hoorde er gewoon bij. Na het eten kwam Joost langs, de jongen van Texel die ons aan familie De Jong had voorgesteld langs. Het was heel grappig om hem weer te zien, Joost komt daar heel vaak, en is ook elke zondag bij de familie De Jong.

Die avond kregen we van Karin en Frans alvast een cadeautje voor ons afscheid, want zaterdagavond zouden we weg zijn, en zondag zouden we druk zijn met inpakken. Het was een heel lief kaartje, en we kregen allebei de Jongerenbijbel! Dit vonden wij heel bijzonder, en een heel mooi gebaar. We zijn er ook echt heel blij mee, en zullen hem voor altijd bewaren, het is toch wel een heel bijzonder boek. Ze hoopten dat we hem nog eens zouden gebruiken om hem in te kijken en er veel van te leren. We zijn er allebei heel blij mee, want eigenlijk is een bijbel toch wel een ‘must have’ beseften we, vooral na deze week. Zoals Karin vanavond ook al had gezegd ‘het is best gek, jullie geloven niks wat er in het boek staat, terwijl wij er voor leven, en het allemaal geloven.’

Page 34: Zo dichtbij en toch zo ver weg

34

We hebben met Joost, Karin & Frans, Lisa en Peter gekletst, tot 10 uur. Hierna gingen we samen met Lisa en Joost in de auto op weg naar zijn zaalvoetbal wedstrijd. Dit was heel erg gezellig. Lisa had gewoon een trainingsbroek aan, en wij liepen allebei in een rokje. Toen de wedstrijd was afgelopen gingen we met Lisa aan een tafeltje in de kantine zitten. In de kantine zaten hele normale jongens en mannen een biertje te drinken. Hier zaten ook gelovige mensen tussen, iets was je er echt niet vanaf kon zien. We hebben het toen met Lisa gehad over drinken,uitgaan en jongens. We waren het er allebei over eens dat er in de wedstrijd voor die van Joost leuke jongens zaten. Lisa was er ook geïnteresseerd in of wij wel eens dronken waren geweest. We vertelden dat wij wel eens wat drinken maar we ons niet elk weekend klem zuipen. Lisa dronk wel eens een wijntje, maar nooit echt veel, maar dit komt natuurlijk ook omdat ze niet naar een kroeg of discotheek gaat. Joost taxiede ons weer naar huis, en we zijn lekker gaan slapen. Nog maar twee dagen.

In de kebabzaak

Leerlingen vullen op de gang onze enquete in.

Page 35: Zo dichtbij en toch zo ver weg

35

Terug van de kebabzaak.

5.5 Zaterdag 8 Oktober Zaterdag! We hoefden vandaag dus niet naar school en konden een beetje uitslapen. Toen we rond tien uur beneden waren hebben we ontbeten (geen moment stilte, want we waren met zijn tweeën ) en hebben daarna drie uur in het huishouden geholpen. We hadden namelijk met de familie De Jong afgesproken dat dat onze tegenprestatie zou zijn voor een week onderdak. We vonden het helemaal niet vervelend om te doen, best leuk zelfs. Lisa werkt ook op zaterdag thuis in het huishouden, en heeft allemaal klusjes die ze doet. Na het werken gingen we met de hele familie lunchen, en dus ook bidden. Dit keer gingen we ook ‘s middags Bijbellezen. Na het eten ging iedereen zijn eigen gangetje. Omdat wij nog cadeautjes wilden kopen zijn wij met een rotsmoes eerder de stad in gegaan en hadden we een uurtje later met Karin ,Lisa en Marlies ergens in de stad afgesproken. Karin had in het begin van de week al gevraagd of we mee wilden winkelen, zelf hadden we ook al bedacht hoe leuk dit zou zijn. We zouden een nieuwe geschikte rok voor Marlies gaan zoeken, haar rokken vindt de school namelijk nog wel eens te kort. We zijn naar de echte refo winkels gegaan, waar de stereotypen refo’s hun kleding kopen. In de eerste winkel waren best wel leuke kleren, als je goed zocht. Maar er hingen ook echt kleren die je niet snel in de H&M zou tegenkomen, misschien nog wel in enkele ‘oude vrouwen’ winkels in Wageningen. Er hingen namelijk lange spijkerrokken, netje bloesjes, sjaaltjes, handschoenen, kettingen, en eigenlijk alles wat je bedenkt bij een gereformeerde. Karin vond het heel leuk om deze winkels aan ons te laten zien. We zijn de pashokjes in gedoken met gereformeerde kleding en zagen er daarna uit als echte gereformeerden. We konden onszelf met deze kleren niet serieus nemen en toen we de pashokjes uitkwamen moesten Lisa,Karin en Marlies ook lachen. Maar omdat de verkoopster natuurlijk niet door mocht hebben dat wij het niet serieus namen waren hielden we onze lach in. De verkoopster nam ons wel heel serieus. Ze zag ook dat Tanja niet de goede maat aan had en is toen een nieuwe rok gaan halen.. Toen we verder liepen naar andere winkels merkten we dat we ons niet helemaal op ons gemak voelden. Het was toch raar, zo’n lange rok die zelfs onder onze lange jassen uitkwam. Ook viel het gereformeerde gehalte in Barneveld nog best mee, en werden we door veel mensen aangekeken alsof we echte refo’s waren. Dit lijkt ons best naar voor gereformeerden. Door sommige mensen wordt je aangekeken alsof je achterlijk bent. Het ergste is dat wij dit waarschijnlijk eerst zelf ook deden...

Page 36: Zo dichtbij en toch zo ver weg

36

Als je daar met een lange rok loopt krijg je echt een stempel opgedrukt! Ook is het best oneerlijk dat jongens hier geen last van hebben, aan hen kan je namelijk niet zien dat ze gereformeerd zijn. Aangekomen bij een ( refo ) kinderkleding winkel, vielen de dure merken ons meteen op. Tommy Hilfiger, McGregor en Scotch en Soda is een heel gangbaar merk voor kleine kinderen. Ook in een andere winkel die we bezochten waren de kleren echt heel netjes, lang en kakkerig. Karin vertelde dat dit echt ‘een over de top winkel’ was. Nadat we alle speciale reformatorische winkels hadden gehad zijn we ook naar ‘normale’ winkels gegaan waar de familie De Jong soms ook kleren koopt. Emmy heeft er zelfs een heel leuk jurkje gekocht! Marlies wilde ook heel graag naar de Cool Cat, Ja dat wilden wij ook op die leeftijd…. De kleding die in echt christelijke winkels wordt verkocht is chique,duur, en heeft een goede kwaliteit. Het valt ons dan ook wel op dat gereformeerde mensen kwalitatief hele mooie kleren aan hebben. Hier hebben we het ook al eerder over gehad tijdens het avondeten. Frans vertelde ons dat de mannen in een reformatorisch gezin heel hard werken en veel geld verdienen. Omdat er over het algemeen minder wordt uitgegeven aan vakanties( mogen ze niet altijd) en ander vermaak ( zoals pretparken.. etc) blijft er meer geld over voor duurdere kleding. Het is ook een soort regel waar je je aan moet houden wil je er bij horen. Familie De Jong koopt in deze deftige gereformeerde winkels ook wel eens kleding, maar niet alleen maar. Na het winkelen hadden we met Frans, Peter, Nienke en Joop op een terrasje afgesproken om wat te drinken. We hadden besloten om ze te trakteren omdat we zo blij waren dat het allemaal zo leuk en gezellig was! Hierna zijn we weer naar huis gegaan, hebben we even beneden op de bank gezeten en hebben we avond gegeten ( met het bidritueel). Na het eten zijn we met Lisa, Nienke en Joop naar de jeugdvereniging van de kerk gegaan. Joost was daar ook. Verder herkenden we een paar meisjes en jongens van school of van de catechisatie. De jongerenvereniging is één keer in de twee weken op een zaterdagavond. Het is in een zaaltje in de kerk. Er waren een stuk of 25 man, een best grote opkomst vertelde Lisa. In het begin nam iedereen wat fris, en daarna begon het Bijbellezen. Na het Bijbellezen werd er gezamenlijk gezongen en gebeden. Ook in dit gebed leek het net alsof ze het over ons hadden, ze zeiden; laat ze alle geloven en U vinden. Na deze opening ging de ‘voorzitster van de jeugdvereniging ‘ wat vertellen. Elke keer als de jeugdvereniging is moet iemand op toerbeurt de echte opening voorbereiden door iets te bespreken. Dit keer werd er een boek besproken. Hierna moesten we in groepjes de vragen beantwoorden met betrekking tot het boek en de bijbel. De groepjes mocht je niet zelf maken maar dit werd willekeurig gedaan via aftellen. Het groepje van mij ( Tanja) ging boven in de kerk zitten om de dingen te bespreken. Ik vond het wel fijn dat ik met Joop zat, dan kende ik tenminste iemand. Ook was het leuk dat ik bij het meisje was dat de inleiding had voorbereid. Boven in de kerk is de kerkcrèche. De crèche word op zondagen gebruikt tijdens de kerkdiensten, zodat vrouwen van gezinnen de dienst ook kunnen bijwonen. Jongeren uit de gemeenschap ‘runnen’ dan de crèche. We gingen in een zaaltje zitten en pakten allemaal een bijbel ( Want overal liggen altijd wel een paar bijbels.) Het waren vijf vragen die we moesten beantwoorden, en ik verbaasde me er echt over hoe serieus dat gedaan werd.. Als ik dit met mensen van mijn school zou doen dan zouden we er heel snel doorheen zijn gegaan, de vragen lezen, misschien heel snel een antwoord bedenken, en daarna weer over andere dingen kletsen. Maar zo ging het totaal niet! Bij elke vraag werd een gedeelte uit de bijbel gepakt die nodig was voor het beantwoorden. Hierna lazen we gezamenlijk het gedeelte,en probeerden dan de vraag te beantwoorden. Sommige

Page 37: Zo dichtbij en toch zo ver weg

37

antwoorden waren echt heel confronterend, volgens mij hadden niet alle groepsleden door dat ik niet gelovig was. Eén vraag had betrekking op niet gelovige en naam christenen. Het ging erover dat niet gelovige en naamchristenen verkeerd leven en naar de hel zullen gaan. Ook zeiden ze dat je wel in God moest geloven, en dat het raar was als mensen dit niet deden. Ik werd hier echt een beetje naar van, er werd zo vaak in ons gezicht gezegd dat wij fout zaten en naar de hel zouden gaan. Ik deed wel heel serieus mee met het beantwoorden van de vragen en probeerde ook wat in te brengen. Ik zat ook bij een jongen in de groep die dominee wil worden. Ik (Emmy) was ook serieus met mijn groepje aan de slag gegaan. Omdat ik niet alles had meegekregen wat ze voorlas ( ik dwaalde af en zat meer het uiterlijk en kleding van iedereen te bestuderen) wist ik niet zomaar een antwoord op de vragen. Ook snapte ik niet alle vraagstellingen maar mijn groepje heeft me hierbij geholpen. We discussieerden een beetje over de vragen, en hier kon ik mij best goed in mee voegen. Ik wist dan niet precies alle stof, maar kon mee praten met mijn groepje. Na de tijd die we hadden om de vragen te beantwoorden met onze groepjes zijn we gaan kijken of we allemaal een beetje dezelfde antwoorden hadden. Dit bespreken ging best serieus, maar tijdens de bespreking werd er ook gelachen. Iets wat Emmy heel erg opviel, was dat Joost zei ‘ Wat de Henk’, wat natuurlijk is afgeleid van ‘What the hell’. Iedereen moest hier heel hard om lachen, terwijl ik bijna mijn hand voor mijn mond had geslagen omdat ik bang was dat Joost iets heel verkeerds had gezegd. Nadat we klaar waren met bespreken gingen we een uitbeeldspel doen. Dit was heel gezellig. Nadat we het spel hadden gespeeld sloten we af met een gebed en ging iedereen weer naar huis. Ook wij vertrokken weer naar huis, morgen stond voor ons een belangrijke dag op het programma.

Roklengte checken! Onze refo outfits

Page 38: Zo dichtbij en toch zo ver weg

38

Na het shoppen!

De jeugdvereniging

Page 39: Zo dichtbij en toch zo ver weg

39

5.6 Zondag 9 Oktober Vandaag was het dé dag. Zondag is de rustdag van God, en deze dag staat bij veel Barnevelders dan ook helemaal in het teken van God. Vandaag gingen we het meemaken: een echte zondag met de refo’s. We hadden onze wekker vroeg gezet, omdat we graag een kaartje wilden schrijven voor iedereen. Deze hadden we zaterdag stiekem gekocht, samen met gelukspoppetjes. We wilden de familie namelijk een klein cadeautje geven, iets uit een andere cultuur. Een gelukspoppetje brengt geluk en neemt al je zorgen weg. Op het kaartje schreven we er wel bij dat zij natuurlijk met problemen terecht kunnen bij God, maar we vonden het leuk om ze toch iets te geven met deze strekking. Toen we bezig waren met kaartjes schrijven werd ook de rest van het huis wakker. We beseften ons dat vandaag de laatste dag was in Barneveld. Voor vandaag hadden we onze mooiste kleren bewaard. Tanja had twee lange plooirokken meegenomen, die hebben we gedragen. We moesten natuurlijk ook een hoedje op, en bekeken de hoeden collectie van de Lisa en Nienke. Nadat we allebei een hoedje hadden uitgezocht voelden we ons echte refo’s. We hadden nooit rokken aan tot over de knie, en we hadden al helemaal nooit een hoedje op. Toen we beneden kwamen zag iedereen er heel erg mooi uit. Heel chique! Alsof er een feestje was. De tafel was netjes gedekt en het zag er allemaal heel lekker uit. Zo ziet het er bij ons uit met Kerstmis, maar hier dus elke zondag. Er werd ons verteld dat we naar kerk zouden gaan van dominee Roos. De kerk waar we heen gingen was veel groter dan de kerk waar ze normaal naartoe gingen. We waren erg benieuwd naar de kerkdienst, en vooral benieuwd naar de mega grote kerk. Er zou ongeveer 2500 man in kunnen, en aan de overkant van deze kerk stond ook zo’n grote kerk waar ook ongeveer 1500 mensen in konden. Familie De Jong wilden ons meenemen naar deze kerk omdat het hier anders is dan in hun kerk. Zo zouden we ook een beeld krijgen van de echt streng gereformeerden en het verschil zien tussen afsplitsingen in de gereformeerde kerk. Joop, de vriend van Nienke kwam langs. We stapten zijn auto in en vertrokken naar de kerk. Wat we onderweg zagen was niet te geloven. Uit alle huizen kwamen mannen in pak, chique geklede vrouwen en de kinderen. Ook zagen we door het autoraampje slierten fietsers in pakken, rokken en de vrouwen met hoedjes op naar de kerk gaan. De meeste vrouwen hadden hun alle mooiste jurken, rokken ,hoedjes en schoenen aangetrokken en hun kinderen net zo aangekleed. Er liep een meisje naast onze auto van ongeveer zes jaar. Ze had zwartgelakte schoentjes aan met hoge witte sokken en een blauw jurkje. De lintjes in haar haren waren wit, en het tasje dat ze droeg had hetzelfde patroon als haar hoedje. Echt bizár! Een meisje met gelakte schoentjes, lintjes en matchende kleren was toch van vroeger? Of alleen uit films? Misschien hooguit naar bruiloften? En dit meisje was geen uitzondering. Alle kinderen zagen er netjes uit. Jongentjes in bloesjes en nette broeken, sommige zelf met een geheel pak(je) aan. Ook alle heren hadden nette pakken. We keken onze ogen uit. Heel het dorp liep leeg op weg naar de kerken! Toen we dichter bij de kerk kwamen werd het drukker. Bij de ingang van de kerk stonden mensen met veiligheidsjasjes het verkeer te regelen. Fietsers konden de fietsenkelder in, en de auto’s moesten geparkeerd worden achter elkaar. Als de kerkdienst afgelopen was, ging iedereen in zijn auto zitten en kon pas worden weggereden als de eerste auto startte. Iedereen moest dus op elkaar wachten. Toen we onze auto hadden geparkeerd sloten we aan achter de stroom mensen die naar binnen liepen. Omdat we even wachtte op Frans en Marlies die met die fiets waren konden we alle mensen goed bekijken. Er liepen vrij veel ouderen bij, die voornamelijk in het zwart gekleed waren. De jongeren hadden ook hun nette kleren aan, al hadden de jongens vooral spijkerbroeken aan met een net shirt of bloesje. Toen we de kerk in liepen moesten onze hoedjes op. Alle vrouwen hebben een hoedje op omdat de kerk ook wel word gezien als het huis van God. Een soort hoofdbedekking net als moslims.

Page 40: Zo dichtbij en toch zo ver weg

40

Waarom moeten vrouwen en meisjes tijdens de kerkdienst een hoofddeksel op? In 1 Korinthe 11:1-16 vind je een eenvoudig antwoord. De man is het hoofd van de vrouw. Hij heeft dus gezag over de vrouw. Nu wil de Heere dat dit tijdens de samenkomsten van de gemeente te zien is.

Hoe? Door een hoofddeksel voor de vrouw. De man mag niet mét een hoofddeksel de kerkdienst bijwonen, de vrouw niet zonder. Als een vrouw dat toch doet, weigert ze het teken van onderdanigheid te dragen.

Ds. J. M. D. de Heer, Middelburg ( Predikant) http://www.puntuit.nl/yord_article/604367

Toen we naar boven waren gelopen en door een deur gingen leek het net alsof we een arena instapten. Omdat familie De Jong ook nooit naar deze kerk gaat moesten we wachten totdat we plaats mochten nemen. Pas als een bepaald lampje ging branden, mochten we een plekje uitzoeken. Toen het lampje aanging, werden we begeleid naar een plek. We liepen achteraan, en er was er niet genoeg plek om met zijn allen naast elkaar te zitten.. We gingen met zn tweeën ergens anders zitten, maar dit leek ons niet heel handig. We wisten allebei niet wat ons te wachten stond. Dus hebben we geruild en zaten zo tussen de familie De Jong in. We zaten op het balkon en de rijen liepen af naar beneden. We hadden goed uitzicht en konden honderden mensen bekijken. De kerk zag er helemaal niet uit zoals een katholieke kerk ( die we nog een beetje gewend zijn ), maar leek het meer een onwijs grote conferentiezaal. Er waren lange hoge ramen, en een raam was beschilderd met tekeningen van zonnetjes en wolkjes. Ook waren er 4 hele grote mooie kroonluchters. Beneden stond de preekstoel voor de dominee en stonden er stoelen klaar. Toen de dienst begon kwamen er als eerst nog een stoet mensen binnen die op de stoelen vooraan plaatsnam. Emmy zat naast Frans, en die legde haar uit dat dit de familie was van iemand die deze week overleden was. Na deze stoet kwamen er nog meer mensen op die gingen zitten op banken vlak bij de preekplek. Dit waren de ouderlingen en diakenen 6van de kerk. Samen met hen kwam de dominee op. Het was een oude man met een zwart gewaad aan. Je kon zien dat hij last had van zijn gezondheid, want het lopen ging niet erg gemakkelijk. Nu ging de kerkdienst echt beginnen. Op borden die in de kerk hingen was het programma te lezen van de kerkdienst, dus kon iedereen in zijn Bijbel opzoeken welk gedeelte werd behandeld en welke psalmen werden gezongen waar de dominee het overhad. We werden opgeschrikt toen er mensen gingen staan. Dit kende ik ( Emmy ) wel uit de katholieke kerken, je moest soms gaan staan in de mis. Ik stond op, maar Frans fluisterde in mijn oor dat ik moest blijven zitten. Frans stond zelf wel op, want het bleek dat alleen de mannen moesten gaan staan. Tanja had hetzelfde probleem, ze wilde ook al opstaan maar gelukkig zat ze tussen Marlies en Lisa in, die haar lachend tegen hadden gehouden. Gelukkig zaten we niet met zijn tweeën naast elkaar… Toen hierna dominee Roos begon te praten keken wij elkaar verbaasd aan. De man praatte heel deftig met een opgezette stem. Hij liet elk woord langer doorklinken. Net alsof hij echode. Zijn woorden klonken door deze opgezette stem veel belangrijker dan als hij gewoon praatte. We vonden het echt heel raar. Deed hij dit alleen in het begin, of ging hij heel de dienst zo raar praten? Maar nee, dominee Roos praatte zo de hele dienst. In het begin vonden wij het nog een beetje lachwekkend.

6 Diakenen gaan over de kerkelijke armenzorg. Samen met de ouderlingen en dominee vormen ze het dagelijks

bestuur van de kerk.

Page 41: Zo dichtbij en toch zo ver weg

41

Toen besefte we dat iedereen die hier zat waarschijnlijk elke zondag naar dominee Roos luisterden en het dus heel normaal vond. Waar de dominee het allemaal precies over had kreeg ik ( Emmy ) niet helemaal mee. Tanja focuste zich meer op de preek en ik meer op de mensen om ons heen. Er waren heel veel verschillende mensen in de kerk zitten. Oudere, jongeren, van alles wat. Er zaten mensen heel geïnteresseerd te luisteren, er waren moeders die hun kinderen in toom probeerden te houden. Ik heb zelfs een jongen zien zitten slapen. Hij zat onderuit in zijn stoel met zijn handen schuin voor zijn ogen, alsof hij zijn slaap wilde verbergen. En nee, hij was niet diep in gebed, want ik hield hem in de gaten, en hij bewoog een half uur niet. Ook zag ik veel mensen in de kerk iets doorgeven. Maar ik kwam er snel genoeg achter wat het was. Van Marlies kreeg ik namelijk een rol snoepjes in mijn hand gedrukt, waar ik een snoepje uit mocht pakken. Veel mensen in de kerk hadden dus een snoeprollen mee voor tijdens de kerkdienst. Joop vertelde Tanja dat die snoeprollen eigenlijk bedoeld waren om de kleine kinderen stil en bezig te houden. Marlies en Lisa hadden pen en papier erbij gepakt om aantekeningen te maken tijdens de kerkdienst. Ik vond het bijzonder dat ze niet zomaar een beetje achterover in hun stoel zaten, maar dus ook echt iets op wilde steken. Lisa ging bepaalde teksten nazoeken in de bijbel, en ook Marlies lette op. Knap dat ze dat zo kunnen! Een deel van de kerkdienst kan ik me nog goed herinneren. Dominee Roos zei namelijk dat er buiten deze kerk nog veel mensen waren die niet de liefde van God kende en in hem geloofde. Ik voelde me meteen aangesproken, alsof hij wist dat wij in deze kerk zaten. Tijdens de dienst kwam er ook collecte. Er kwamen twee zakjes langs, waar we allemaal 50 cent in stopten. Ik had deze zakjes al in de kerk zien hangen, en het waren er echt heel veel. Het was ook wel een hele grote kerk. De zakjes hadden aan twee kanten handvaten, dat ze snel doorgegeven konden worden. Frans vertelde zelfs dat je ook plastic muntjes kon kopen, en deze in de collectezak kon doen. Zo werd het zakje minder zwaar. Er zat dus een hele logistiek in de collecte. Mijn ( Emmy) aandacht verslapte een beetje en ik ben de pijpen van het grote orgel gaan tellen die boven de preekstoelplek hing. Ook heb ik de ramen nog een keer aandachtig bestudeerd en vroeg me af hoe de kerk aan zulke lange gordijnen kwam. Na de kerkdienst kwam ik er achter dat ik niet de enige was die hier mee bezig was. Ook Tanja had zich verwonderd over de gordijnen. Peter vertelde dat hij ook inderdaad de pijpen van de orgel was gaan tellen. De preek werd voor een groot deel gewijd aan de dood en aan de vraag ‘ Hoe kan je zonder Jezus Christus leven? ‘ Een paar dingen die in preek gezegd werden waren best heftig voor ons. Zinnen als ‘ Niemand blijft hier op aarde’ , ‘Zoveel mensen leven zonder God ’ , ‘ We dragen een ondragelijke last’, ‘ Tijd op aarde is zo kort’ en ‘ het is naar als je nog niet gelooft.’ Deze zinnen waren heftig voor ons omdat hij eigenlijk zat te vertellen aan de hele kerk hoe fout wij zaten, ik ( Tanja ) voelde me echt aangesproken. Ook viel het op dat er tijdens de preek vaak gerefereerd werd naar een bladzijde in de bijbel en sommige mensen dat dan opgingen zoeken. Toen de kerkdienst tegen zijn einde liep kwam werd iedereen wat onrustiger en mochten we de kerk verlaten. Iedereen liep in stilte naar beneden en naar de kapstokken. Toen we naar buiten kwamen had een groep jongeren zich voor de kerk verzameld, de hangjongeren van de kerk! We liepen naar de auto toe en praatten wat na over de mis. Dit was natuurlijk ook niet wat de familie De Jong wekelijks deed, dus het was anders dan ze gewend waren. Wat ze gewend waren zouden we

Page 42: Zo dichtbij en toch zo ver weg

42

vanavond zien. Toen we weg reden zagen we de stoet kerkgangers weer naar huis gaan. Deuren sloegen dicht, en fietsen werden weer in de schuur gezet. Toen we thuis kwamen had Karin koffie, taart en thee klaar staan. Het leek echt op een feestje! We hebben nagepraat over de kerkdienst. Ook Joost kwam op visite, want we zouden in de middag bijbel studie gaan doen. Hier doet Joost ook altijd aan mee. We waren benieuwd wat ze zoal op een zondag deden. Ze gebruiken over het algemeen niet de computer op een zondag, maar gaan lezen of buitenspelen. Omdat er op een zondag ook niet aan schoolwerk gewerkt mag worden, is huiswerk maken geen optie. Elke zondag doen ze samen Bijbelstudie, dit houdt in dat iemand van het gezin een onderwerp voorbereid wat te maken heeft met de bijbel, daar vragen bij bedenkt die worden besproken. Dit doen ze elke zondag tussen de twee kerkdiensten door. Deze zondag had Karin de Bijbelstudie voorbereidt. We kregen allemaal een bijbel en een papiertje, en mochten aan de slag. De vraag die op het papiertje stond was: Wat is het doel in het leven? Waarom leven we, en waar gaan we naar toe? Omdat wij al de hele week bezig waren geweest met ons ‘geloof’ en ons ‘doel’ was deze vraag niet meer heel confronterend voor ons, het was ons al zo vaak gevraagd. Iedereen vertelden wat het doel was in zijn leven. Ze zeiden dat hun doel was om zo goed mogelijk te leven en God te dienen. Wij vertelden dat we vooral gelukkig wilden zijn en andere mensen in de maatschappij wilden helpen. Nadat we nog een stuk uit de bijbel hadden gelezen was de Bijbelstudie voorbij. We gingen lunchen, en dit was niet zomaar een lunch, het was een luxe lunch. Lisa en Nienke namen er een wijntje bij. Na het eten vonden we het een mooie gelegenheid om de cadeautjes aan de familie te geven. Iedereen kreeg zijn kaartje, met het gelukspoppetje. We hadden uitgelegd wat het betekent , en zij hadden hier inderdaad nog niet eerder van gehoord. We hadden het allebei een beetje moeilijk toen we de cadeautjes gaven aan de familie. Wij voelden echt een brok in onze keel en moesten onze tranen tegenhouden. We hadden een super leuke en leerzame week gehad, en nu was deze week alweer bijna voorbij… Nadat we hadden geluncht leek het ons leuk om een spelletje te doen. Karin en Frans gingen even rusten. Tanja kwam met het voorstel om het weerwolven te doen, iets was Lisa ook al wel eens had gedaan. Nienke kende het spel ook, maar zij vond dat het spel niet gespeeld mocht worden omdat het duivels was. Lisa is het hier niet mee eens, zij heeft het spel een keer met de jeugdgroep van de kerk gespeeld. Nienke vindt het duivels door het kaartje van de ziener en het kaartje van de heks. Refo’s willen waarzeggers en magie ver van zich houden, dus mag het spel volgens sommige niet gespeeld worden. Dus we bedachten een ander spel. We kenden een leuk spel met kaarten, dus vroegen we of dat ze leuk leek. Tot onze verbazing hadden ze geen kaartspel thuis, omdat dit ook niet mag. De figuren in een kaartspel mogen niet omdat de symbolen voor personen uit het christendom staan. Wij hadden er nog nooit over nagedacht dat een kaartspel niet helemaal ‘refo-proof’ was, dus verzonnen met een ander spel een leuke variatie op het kaartspel dat we kenden. Na het spelletje gingen we met zijn allen thee en koffie drinken. Ook gingen we christelijke liedjes zingen, onder begeleiding van Lisa op de dwarsfluit en Nienke op de gitaar. Dit vonden wij wel heel gezellig. Er stond voor vanavond nog een andere kerkdienst op het programma, dus we moesten een beetje opschieten. We hebben nog snel wat gegeten en gingen ons klaar maken voor de volgende kerkdienst. We gingen nu naar hun eigen kerk en namen onze jongerenbijbel mee. Iedereen uit deze kerk wist toch al dat we er waren en niet gelovig zijn. Zij zouden dus niet raar opkijken dat we uit de

Page 43: Zo dichtbij en toch zo ver weg

43

jongerenbijbel lazen en niet uit de normale. Toen we de auto (op een normale parkeerplaats ) hadden geparkeerd, liepen we met onze bijbels richting de kerk. Voor de kerk stonden jongeren. We herkenden er al een paar van de catechisatie en het voelden een beetje alsof we naar ‘onze’ kerk gingen. Iedereen zag er netjes uit, ook de jongeren. Alle meisjes hadden een hoedje op en ze hadden hun zondagse kleren aan. We hadden in de kerk alleen nog de zalen gezien waar de catechisatie en de jeugdvereniging werden gehouden. En nu zagen we voor het eerst de echte kerkzaal voor de kerkdiensten. Ook deze zaal zag er simpel en modern uit. De zaal was veel kleiner dan de zaal bij dominee Roos. Roos. Wel stond hier net zoals bij dominee Roos een preekstoel en waren er verder allemaal houtenbanken waar je op moest gaan zitten. We namen plaatst naast de ‘vaste’ plekken van de familie. Ik ( Emmy) had een beetje het idee dat we herkend werden in de kerk. Onze komst was als een lopend vuurtje door de gemeenschap gegaan. De dominee van deze kerkdienst was een stuk jonger en hipper. Deze kerkdienst was begrijpelijker voor ons. De dominee noemde als voorbeeld ‘’We kennen allemaal het op en neer lopen op het station als we moeten wachten op de trein’’. Tijdens de dienst werden er ook weer snoeprolletjes doorgegeven. De man die naast mij ( Emmy) zat hielp me om het juiste gedeelte uit de bijbel te vinden. Toen ik er na heel veel bladzijdes omgeslagen te hebben achter kwam dat de psalmen die ik zocht niet in de bijbel stonden mocht ik ook meezingen uit zijn psalmenboekje. Toen de kerkdienst afgelopen was hebben we er met de familie De Jong en met de jongeren van de catechisatie over nagepraat. Ze waren benieuwd wat wij ervan vonden en hoe we de dienst bij dominee Roos ervaren hadden. We vertelden ze dat we deze kerkdienst veel toegankelijker en fijner vonden dan de dienst van vanochtend. Die was moeilijker te begrijpen, en doordat de kerk zo groot was ook minder persoonlijk. Toen we buiten stonden vertelden Nienke, Joost en Lisa dat ze wel eens na de kerkdienst naar het huis gingen van Edwin Adams, een reformatorische jongeman, om daar na te praten over de kerkdienst. Ze vroegen ons of wij mee wilden. Natuurlijk wilden we dit, en we vertrokken naar zijn huis.We kwamen in een nieuwbouwwijk terecht. Toen we binnenkwamen was het heel duidelijk te zien dat er een gelovig iemand in het huis moest wonen. Hij had kruizen aan de muur en uitspraken met/over Jezus en God in lijsten hangen. Het was gek om te zien dat zo’n man die er niet anders uit ziet dan een ongelovige jongen zo voor God leeft. Hij is heel actief bij jijdaar7, een gereformeerde jongerenvereniging die o.a voorlichtingen houdt over de gevaren van popmuziek. Ook doet hij veel binnen de kerk, en houd hij soms toespraken. Hij vertelde trots dat hij binnenkort mocht spreken in een kerk in Utrecht waar hij dan tussen ‘grote namen’ uit de gemeenschap zou staan. Edwin maakte veel gebruik van ‘social media’ en is actief op Facebook en Twitter. Zo tweet of post hij dingen om mensen op te roepen om mee te bidden voor bepaalde gebeurtenissen. Hij liet ons zijn twitter account zien, waar inderdaad veel tweets op stonden die te maken hadden met bidden en God. Zo maakt hij heel mooi gebruik van de moderne media om toch het eeuwenoude geloof meer in de aandacht te brengen. We vonden dit heel slim. De dominee van de Hersteld Hervormde Kerk zat ook op twitter. We verbaasden ons hierover, wat waren ze modern! Dat Edwin tweet op zondag vonden wij wel bijzonder, want een zondag is toch een zondag. Dan mag dat toch helemaal niet? Of mag het wel omdat zijn tweets te maken hebben met God?

7 Jijdaar’s missie: ‘Gegrond op de Bijbel in het bijzonder onder de Reformatorische jeugd een liefelijke reuk van

de Heere Jezus Christus verspreiden met als doel uitbreiding van Zijn Koninkrijk.’

Bron: jijdaar.nl

Page 44: Zo dichtbij en toch zo ver weg

44

Toen het een uur of tien was zijn we naar huis gegaan, we moesten vanavond namelijk ook weer terug naar Wageningen. Marlies en Peter lagen al op bed en hadden een heel leuk briefje voor ons achtergelaten. Ook nu hadden wij het een beetje moeilijk. Het was zo raar om weg te gaan. Frans bracht ons naar huis met zijn bus. Toen we alles in zijn bus hadden gestopt, gingen we dan echt weg. We keken nog een keer naar het huis waar de afgelopen dagen waren geweest en heel veel hadden geleerd. We namen afscheid van iedereen, en klommen in de auto. We beloofden snel weer terug te komen, en hard aan ons PWS te gaan werken. Onderweg naar Wageningen zaten we bij Frans voorin en hadden we nog een gesprek over het geloof. We hadden het over wanneer je nou echt een kind van God bent en hoe je dat merkt. Dit is immers essentieel als je het eeuwige leven wilt bereiken. Bij Tanja thuis gingen we op de bak zitten en realiseerden we ons dat het avontuur over was. We hadden gewoon een week met een echt reformatorisch gezin meegelopen en we waren er heelhuids vanaf gekomen! We werden bestookt met vragen van Tanja’s ouders, maar we konden eigenlijk alleen maar antwoorden dat alles vooral leuk was geweest.. Toen we op de bank zaten concludeerden we ook dat het een ervaring was geweest die we nooit hadden willen missen en ook nooit zullen vergeten.

Thee en koffie op zondag Joop en Nienke voordat we naar de mis gaan De kerk van dominee Roos

Thee en koffie op zondag

Page 45: Zo dichtbij en toch zo ver weg

45

Voor de kerk van dominee Roos

Page 46: Zo dichtbij en toch zo ver weg

46

Liedjes zingen in de middag

Page 47: Zo dichtbij en toch zo ver weg

47

Voor de Hersteld Hervormde kerk waar de familie De Jong altijd naar toe gaat 5.7 Weer thuis Dinsdag 11 Oktober Vandaag zijn we al twee dagen thuis van de week bij familie De Jong. Als ik (Emmy) eraan terugdenk, word ik er echt gelukkig van, zo leuk en leerzaam was het geweest. Het is weer een beetje wennen om weer helemaal mee te draaien in Wageningen. Mensen begrijpen niet zo goed dat onze vooroordelen zijn veranderd. Ze zijn allemaal heel benieuwd naar onze verhalen, maar de meeste moeten lachen als ze horen wat we hebben gedaan. Ook toen we filmpjes lieten zien van het zingen tijdens de catechisatie schoten mensen in de lach. Dit vonden we zo raar. Dat was toch respectloos? Het zijn gewoon hartstikke leuke mensen, maar dit uitleggen was best moeilijk. In ons achterhoofd wisten we dat we ook hadden gelachen als we een dergelijk filmpje hadden gezien voordat we naar Barneveld waren geweest. Nu niet meer, we hadden begrip en respect voor ze gekregen. Onze school vind ik een stuk drukker en rumoeriger. De rustmomentjes die er waren tijdens het bidden zijn er niet op onze school. Iedereen brult en praat gewoon door elkaar heen, en dat is wel weer even wennen. Ik vond de rustmomentjes eigenlijk wel lekker. Niet dat ik mee bad, maar je denkt toch even na over je dagen staat stil bij het moment. Klinkt allemaal heel heftig, maar dat was serieus fijn. Ik ( Tanja ) had niet verwacht dat deze week nog zoveel invloed op mij zou hebben. Hoewel wij geen U tegen Frans en Karin hoefden te zeggen, is het U zeggen erbij mij wel een beetje ingekropen en moet ik moeite doen om tegen mijn oma’s ‘je’ te zeggen, dit is wel heel bizar. Maar ook heb ik het bij andere mensen, ik ben nu heel erg geneigd om iedereen met U aan te spreken. Ook als ik bij mensen ga eten denk ik tegenwoordig altijd eerst, moet er geen moment stilte? Ook heb ik later een gesprek gehad met een vriend van Lisa over dat hij het lastig vond dat hij ons niet over kon halen naar het gereformeerde geloof en dat hij hierdoor soms niet goed sliep. Hij wilde namelijk niet dat wij naar de hel gingen, en dat zou op deze manier wel gebeuren. Dit deed mij ( Tanja ) heel erg denken aan een verhaal van mijn oma. Mijn oma is namelijk uit het gereformeerde

Page 48: Zo dichtbij en toch zo ver weg

48

geloof gestapt. Toen haar moeder op sterven lag wilden ze absoluut niet doodgaan. Ze was zo bang voor de dood omdat ze dan haar twee kinderen die uit het geloof waren gestapt nooit meer zou zien, die zouden immers naar de hel gaan. Dit benadrukt heel erg hoe gevangen en verstrikt je kunt zitten in het geloof. De tv hadden we niet gemist, maar we vinden het niet erg dat die weer aanstaat. Meneer Meinder heeft ons ook een heel leuk positief mailtje teruggestuurd. Hier werden we heel blij van! De briefjes van Peter, Marlies en die van Frans en Karin hebben we gekopieerd en hangen boven onze bedden. Tanja is heel grappig op school. Normaal hebben we altijd best korte rokjes aan, maar nu we terug zijn uit Barneveld hebben we hier opeens meer moeite mee. Zo liepen we in de fietsenkelder en zei Tanja: ‘ Nou, wat dat meisje aan heeft is echt veel te kort’. Hier moest ik echt hard om lachen. Het was gewoon een vrij kort rokje, met een lengte die we zeker allebei ook een keer hebben aangehad. Toen we aan het winkelen waren in de H&M zag Tanja een mooi jurkje, maar die vond ze tekort. Toen dacht ik : ‘Tekort…?!? ‘ Maar dit had met de kledinggewoonte in Barneveld te maken.

Page 49: Zo dichtbij en toch zo ver weg

49

6. Enquêtes

Toen we op het Lodenstein College waren hebben we daar ook een enquête afgenomen.

Hieronder zie je de uitkomsten van deze enquête. 8 Bij elke vraag staat ook uitgelegd met welk doel

we deze vraag hebben gesteld en wat ons opvalt aan de grafiek. Tijdens het nakijken van de enquête

zijn we opvallende en soms ook heftige dingen tegengekomen. Ook werden we er door sommige

leerlingen op gewezen dat we in de enquête God zonder hoofletter hadden geschreven.

Voor de enquête hebben we in totaal 83 leerlingen ondervraagd. Dit waren 41 5Havo leerlingen en

42 6VWO leerlingen. De leeftijd ligt tussen de 16 en 18 jaar.

Hoe ga je naar school en hoelang ben je onderweg?

0

2

4

6

8

10

12

14

15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90

Fietsers=60

Bus, Auto, Brommer= 28

Omdat we de enquête goed wilden opbouwen zijn we begonnen met wat makkelijke en niet

al te diepgaande vragen. De vraag ‘Hoe ga je naar school en hoelang ben je onderweg?’

hebben we gesteld omdat we benieuwd waren of leerlingen van ver komen om naar het

Lodenstein College in Amersfoort te gaan. Bij ons in de omgeving wordt namelijk vaak voor

de dichtstbijzijnde school gekozen. Zo hoeven wij bijvoorbeeld maar vijf á tien minuutjes

naar school te fietsen.

Op de x-zijde van de grafiek is af te lezen hoeveel minuten leerlingen erover doen om naar

school te komen. De gemiddelde reistijd van de 58 fietsende scholieren is 58 minuten. Lisa

moest anderhalf uur fietsen en zij was zeker geen uitzondering. Leerlingen die met de bus,

auto of brommer komen zijn grotendeels 30 minuten onderweg. Dat is ook zeker een eind,

als je bedenkt dat zo’n voertuig natuurlijk veel sneller gaat dan de fiets. Er zijn ook zelfs

leerlingen die (ook al zijn ze met bus, brommer of auto) nog 90 minuten onderweg zijn!

De gemiddelde reistijd van alle leerlingen is 54 minuten.

Het is dus wel duidelijk dat veel leerlingen echt speciaal naar het Lodenstein komen omdat

het een gereformeerde middelbare school is.

8 Zie bijlage

Page 50: Zo dichtbij en toch zo ver weg

50

We hebben gevraagd naar de gezinsgrootte omdat we benieuwd waren of gelovige gezinnen echt zo

groot zijn als altijd word gezegd. In onze omgeving bestaan de meeste gezinnen uit vier personen.

Deze grafiek laat zien dat de gezinnen onder de gereformeerden veel groter zijn. Ook is het erg

opvallend dat er gezinnen tussen zitten met vijftien gezinsleden! Wij kennen niemand met zo een

groot gezin, het grootste gezin dat wij ( voor dit onderzoek ) kenden is een gezin bestaand uit zeven

personen.

Het gemiddelde aantal gezinsleden van de leerlingen op het Lodenstein College is acht.

We hebben de vraag ‘ Hebben jullie thuis een tv? ‘ gesteld omdat wij altijd hoorden dat

reformatorische gezinnen geen tv ’s hebben en/of kijken. Zoals je in de grafiek kunt zien hebben

inderdaad veel gereformeerden geen tv. Dit is wel een heel groot verschil met ‘onze’ cultuur, want

Page 51: Zo dichtbij en toch zo ver weg

51

wij kennen niemand zonder TV. Het is wel heel erg opvallend dat veel jongeren programma’s op

internet volgen, dat is natuurlijk wel een beetje scheef…

De scholieren konden namelijk ook invullen welke programma’s ze volgen op het internet. Dit

varieert heel erg. Vooral ‘Wie is de Mol?’ en ‘Expeditie Robinson’ zijn populair.. Onder de jongens is

voetbal ook heel populair. Het nieuws wordt ook door veel jongeren terug gekeken. Programma’s als

‘Hollands Next Top Model’ en ‘Oh Oh Cherso’ werden ook genoemd.

De vraag ‘Wie ken jij ? ‘ hadden we gesteld omdat we heel benieuwd waren welke mensen ze uit dit

rijtje kennen. Voor ons zijn deze mensen namelijk heel erg bekend, en veel mensen uit ‘onze’ cultuur

kunnen zich ook niet voorstellen dat er jongeren zijn die nog nooit van Lady Gaga of Johnny Depp

gehoord hebben. Wij kennen ze allemaal van radio, tv en/of tijdschriften. Omdat veel

gereformeerde geen TV hebben, en de meeste films niet mogen kijken, is het natuurlijk niet zo gek

als ze mensen uit dit rijtje niet kennen. Deze vraag zou ons laten zien hoe bekend ze waren met de

‘wereld om hun heen’ en ook of ze ( stiekem ) tv kijken, of tv op internet kijken . We vroegen ze niet

alleen of ze de desbetreffende persoon kenden, maar ook waarvan. Hierdoor konden we zien of ze

de persoon wel echt kenden. Zo hebben we voorkomen dat leerlingen die dachten dat Arie

Boomsma de presentator van ‘De Wereld Draait Door’ is zijn goedgerekend.

We vinden dat nog relatief veel jongeren ‘ De Jeugd van Tegenwoordig’ kennen, zij maken

voornamelijk muziek die niet voor ‘reformatorische oren’ bestemd is. In de teksten word namelijk

gescholden ( ook met God) , komt veel seks in voor, overspel, geweld etc. Allemaal zaken die de tien

geboden verbied. Ook hadden sommige leerlingen ingevuld dat ze het een leuk bandje vinden, dat ze

het kenden van hun optreden op koniginnendag of van de liedjes ‘sterrenstof’ en ‘Get Spanish’.

Ook vonden we het opvallend dat sommige mensen blijkbaar wel Lady Gaga kennen maar niet Justin

Bieber, blijkbaar is Gaga toch bekender, ze is zelfs het meest bekend van alle mensen uit deze

enquete. Veel leerlingen kennen haar van de voorlichtingen van Culturele Kunstzinnige Vorming (

CKV) op school. Ook is Lady Gaga veel bekend om haar vlees jurk. Het is duidelijk dat de mensen die

Justin Bieber kennen niet anders denken dan de meeste jongeren van onze school. Een paar

Page 52: Zo dichtbij en toch zo ver weg

52

antwoorden achter Justin Bieber waren; slecht, nerd XD, bieber fever, en een paar keer het woord

homo, refo’s doen dus ook aan de ‘ik haat Justin Bieber’ trend mee.

Valerio Zeno hadden we erin gezet omdat wij zelf Valerio Zeno een hele toffe presentator vinden, en

de programmas waarin hij zit zijn ook heel leuk om naar te kijken. Zelf kunnen we natuurlijk niet

voorstellen dat mensen hem niet kennen maar voor jongeren die eigenlijk geen TV horen te kijken

vinden we het aantal ( 31) dat hem kent eigenlijk nog wel hoog. Meer mensen kennen Valerio Zeno

dan Matthijs van Nieuwekerk, dat heeft hij toch goed voor elkaar!

Raar vonden we het dat Kluun zo onbekend was, maar 11 van de 83 leerlingen kenden hem!

Kluun hadden we er eigenlijk juist ingezet met de gedachte dat dan iedereen teminste wel iemand

zou kennen. Kluun is namelijk van komt een vrouw bij de dokter, maar ook van het boekje ‘God is

Gek’. Blijkbaar hadden we ze verkeerd ingeschat en zijn ze toch niet van alles op de hoogte wat met

God te maken heeft…

Voetbal is ook bekend onder de Refo’s want 61 van de 83 jongeren kende Arjen Robben, en hij is de

persoon met de meeste details; hij staat rechts voorin, vergeet te scoren en is een goeje voetballer!

En volgens eén iemand blijkbaar ook zanger…

Piet Paulusma is bekender dan wij hadden verwacht. Hoezo kennen 62 leerlingen hem?

Éen leerling had daar een goede reden voor, want die kent hem omdat die direct na het Hart van

Nederland komt, dan kijk je dus duidelijk tv.

Johnny Depp is ook wel heel erg onbekend, logisch natuurlijk als je geen TV en geen films mag kijken.

Maar de mensen die hem kennen, kennen hem bijna wel allemaal van Pirates of the Carribean.

Pirates of the Carribean lijkt ons nou niet typisch een film die het geloof goed keurt. Blijkbaar

verwachten sommige reformatorische ook dat ze hem allemaal wel zullen kennen ,want iemand had

erbij gezet: Natuurlijk ken ik Johnny Depp!!

Jan Siebelink is ook een persoon waarvan we meer bekendheid hadden verwacht. Hem hadden we

ook in gezet onder het motto van ‘iedereen kent hem wel’ Hij schrijft namelijk boeken waarin het

geloof veel voorkomt.

Matsoe Matsoe komt uit Oh Oh Cherso, en Oh Oh Cherso gaat echt over mensen die van God los zijn.

Misschien dat die daar juist wel zijn bekendheid bij de jongeren van heeft gekregen…

Matthijs van Nieuwerkerk is de presentator van De Wereld Draait Door. Hem hadden we er in gedaan

omdat hij elke avond op de Nederlandse televisie komt en daardoor elke Nederlander die wel eens tv

kijkt hem wel gezien moet hebben. Doordat het merendeel van de gereformeerde jongeren geen tv

thuis heeft is het best logisch dat maar 21 jongeren hem kennen. Een meisje dacht dat hij

presentator was van ‘so you think you can dance’ maar dat is natuurlijk niet waar.

We hadden Arie Boomsma erin gedaan omdat hij bij de Evangalische Omroep werkte, en daardoor

wel enige bekendheid zou kunnen hebben bij de gereformeerde. Toch kent maar amper de helft Arie

Boomsma, en ze kennen hem van verschillende dingen; presentator EO, Gast bij de wereld draait

door , Over de streep, Homo, Presentator van het programma ‘uit de kast.’ zes leerlingen kenden

Page 53: Zo dichtbij en toch zo ver weg

53

hem als gast van de DWDD dit vonden wij best veel, Iemand dacht ook dat hij de presentator was van

DWDD, tsja, alles kan.

Paul de Leeuw is een echte Hollandse praatjesmaker, die verschillende talkshows heeft gehad, overal

te gast is geweest en ook nog zingt. In onze omgeving kent iedereen Paul de Leeuw wel, want het is

bijna onmogelijk om om hem heen te komen. 52 jongeren kennen hem dan ook, en dat is relatief

veel.

Yolanthe Cabau van Kasbergen hadden we er in gedaan omdat zij niet de meest belangrijke persoon

is in Nederland maar wel bekend is. Zo is ze bekend(er) geworden doordat ze een relatie heeft gehad

met Jan Smit en nu een relatie heeft met Wesley Sneijder. Ook presenteert ze het programma ‘ mijn

vader is de beste’ en heeft ze verschillende filmrolletjes. Ze is twee keer uitgeroepen tot mooiste

vrouw van Nederland. We hadden alleen niet verwacht dat veel gereformeerde jongeren haar

zouden kennen, want als je geen TV kijkt en geen roddelbladen leest dan word het toch knap lastig.

Daarom verbaasden het ons ook dat 53 jongeren haar kennen! Veel mensen kennen haar via Wesley

Sneijder of Jan Smit. Maar er was ook een jongen die ons vertelde dat hij haar kenden van een

avondje stappen, en ook dacht iemand dat ze presentatrice was van het nieuws.

Gerard Joling is een echte Nederlandse volkszanger. Waarom 60 jongeren hem kennen is ons een

raadsel, misschien is de Nederlandse volksmuziek in trek onder de refo’s of is hij ook langsgekomen

tijdens de CKV lessen. Sommige leerlingen vertelden dat ze zijn muziek luisteren, anderen vertelden

dat ze zijn muziek slecht vinden, ook kenden iemand hem van zijn gastoptreden bij de Lama’s.

Sascha Vischer is een Nederlandse acteur. Recent deed hij mee met het programma ‘expeditie Robinson’ en is hierdoor weer een stuk bekender geworden. Twintig jongeren kenden hem. De leerlingen die hem kenden, kenden hem dan ook voornamelijk van Expeditie Robinson. Eén meisje kende hem van het tijdschrift Fancy. Aan deze vraag kunnen we zien dat er toch zeker jongeren zijn die (veel) tv programma’s kijken of kennen. Jan Siebelink werd niet meer herkend dan andere, en dit verbaasde ons wel. Hij schrijft namelijk boeken over zijn ervaringen met de gereformeerde kerk in zijn jeugd. Uit de enquêtes kwam ook dat sommige leerlingen heel goed op de hoogte waren, en andere leerlingen helemaal niemand kende. Dat sommige leerlingen helemaal niemand kende blijft voor ons onbegrijpelijk.

Page 54: Zo dichtbij en toch zo ver weg

54

Deze vraag hadden we erin gezet om te kijken of onze vooroordelen klopten. Dat Homoseksualiteit

zo hoog uit zou komen hadden we voor deze week niet verwacht. We hadden natuurlijk wel uit de

media begrepen dat ze tegen homoseksualiteit waren. Toch hadden we gedacht dat dat meer de

oudere mensen waren en dat de jongere het grotendeels zouden accepteren, maar hier zaten we dus

heel erg fout… Hierbij moet wel een kanttekening geplaatst worden. Vaak werd er in de enquête

gezet of mondeling aan ons vermeld dat ze niks tegen homo’s hebben, zolang ze het maar niet

praktiseren.

Wel zijn ons ook een paar dingen meegevallen wat betreft de vooroordelen waarmee we het

onderzoek in gingen. Zo hadden we verwacht dat meer mensen tegen sociale netwerken zouden zijn,

dit is immers op een computer, en aangezien ze tegen tv’s zijn, konden we ons niet voorstellen dat ze

dan wel aan sites als Facebook en hyves zouden doen. Al blijkt uit de grafiek dat maar minder dan 20

procent van de ondervraagden tegen tv’s zijn. Dit voordeel komt dan denk ik ook vooral doordat hun

ouders dit waarschijnlijk wel zijn, aangezien 84 procent van de leerlingen thuis geen tv heeft.

Deze vraag laat heel duidelijk het verschil tussen onze culturen zien, als we deze vragenlijst bij ons op

school zouden laten rondgaan zouden er hele andere uitkomsten zijn. Zo zijn er bij ons op school in

de eindexamenklassen van havo en vwo waarschijnlijk geen mensen die tegen alcohol zijn. Ook zijn

roken, drugs, homoseksualiteit, euthanasie, uitdrukkingen of zegginswijzen met god erin, abortussen

en scheidingen ook veel meer geaccepteerd. Als we aan mensen uit onze klas zouden vragen of ze

tegen teksten uit top 40 nummers zijn, tegen de kerstboom, sinterklaasfeest, de tv, sporten op

zondag of inentingen zijn dan denken wij dat ze in lachen uit barsten. Ze zullen denken; wie is daar

nou tegen?

Onze vooroordelen zijn aan de ene kant bevestigd en aan de andere kant ontkracht. Zo dachten we

echt dat merendeel vond dat er geen alcohol mocht worden gedronken ( best dom eigenlijk dat we

dat dachten), dat roken taboe was omdat het slecht voor je is, homo’s meer geaccepteerd zouden

worden, tv verkeerd werd gevonden, net als sociale netwerken kerst/sinterklaas en inentingen.

Omdat God beslist over leven of dood hoorden we altijd dat gelovigen niet aan inentingen doen.

Page 55: Zo dichtbij en toch zo ver weg

55

Uit de enquête blijkt dat dit niet correct is.

De uitschieters van de enquête bevestigen onze vooroordelen. We hadden al verwacht dat

merendeel tegen drugs, echtscheidingen, abortus en scheldwoorden met God erin was.

Deze vraag hebben we erin gedaan omdat we benieuwd waren of ze allemaal vrijwillig naar de kerk

zouden gaan. We hadden van te voren hier geen verwachtingen over wat er uit de enquêtes zou

komen. Veel mensen blijken toch wel voor zichzelf naar de kerk te gaan, maar toch was er ook 20

procent dat niet voor zichzelf gaat maar voor hun ouders. Eigenlijk vinden wij dit een schrikbarend

hoog aantal voor de gereformeerde zelf. 16 van de 80 kinderen gaat niet voor zichzelf elke zondag 3

uur in de kerk zitten. Ook was er een enkeling die helemaal niet naar de kerk ging, maar thuis las.

Maar we kwamen ook hele heftige dingen tegen bij de antwoorden op deze vraag zoals ‘Ik ga omdat

ik bang ben voor het hiernamaals.’ Ook kwamen we drie keer het antwoord tegen ‘Ik wil eigenlijk

naar een andere kerk’ Dit zijn natuurlijk best heftige dingen, en die leerlingen zullen hier

waarschijnlijk ook erg mee in hun maag zitten. Want het is hoogstwaarschijnlijk dat dit in hun cultuur

niet geaccepteerd zal worden.

Page 56: Zo dichtbij en toch zo ver weg

56

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

Ja Nee Liever niet Weet niet

Mag/Wil je een relatie hebben met een meisje/jongen die niet hetzelfde geloof heeft?

Mag/Wil je een relatie hebbenmet een meisje/jongen die niethetzelfde geloof heeft?

Naar het antwoord op deze vraag waren we ook wel heel erg benieuwd. We hadden verwacht dat ze

dit echt niet zouden willen, en daar hebben we ook voor een groot deel gelijk in gekregen. Veel

leerlingen wilden dit liever niet omdat het veel moeilijkheden zou geven en ze de basis van hun leven

niet konden delen, namelijk God. Ook verteld iemand dat God het verboden heeft om een relatie te

hebben met iemand van een ander geloof. Ook hebben sommige leerlingen een relatie met iemand

van een ander geloof. Maar iemand antwoorde ook ‘ik heb het, maar weet dat het door verschil in

het geloof niet zal kunnen blijven.’ Sommige mensen vonden het ook niet erg maar daar vonden de

ouders het niet goed.

De antwoorden op deze vraag verbaasden ons niet erg want als wij hen waren zou het ons ook heel

lastig lijken om samen te wonen met iemand die jou liefde voor God niet begrijpt.

Deze vraag hebben we overigens wel een beetje verkeerd gesteld, hij is veel te breed. Hierdoor

kregen we veel te veel verschillende antwoorden. We hadden er beter twee verschillende vragen van

kunnen maken. Mag je van je ouders een relatie hebben met iemand die een ander geloof heeft? En

Zou je een relatie kunnen hebben met iemand met een ander geloof? Zo zouden de antwoorden

duidelijker zijn geweest en hadden we er waarschijnlijk meer mee gekund.

Page 57: Zo dichtbij en toch zo ver weg

57

In de enquête hadden we deze vragen als twee verschillende opgesplitst, maar voor de uitwerking

leek het ons duidelijker als we ze samen zouden voegen. We vonden het ook interessant om de

vergelijking te zien tussen de twee vragen. De vraag: Ben jij een kind van God? Zullen we nog even

wat beter uitleggen. In de reformatorische gemeenschap ga je naar de kerk, en hoop je heel je leven

lang een kind van God te worden. Als je namelijk geen kind van God bent, ga je niet naar de hemel,

maar naar de hel. Hier waren wij een beetje verbaasd over. Dan ga je heel je leven lang naar de kerk

en doe je alles volgens Gods regels, maar ga je alsnog niet naar de hemel? Er werd ons uitgelegd dat

je van binnen voelt of je een kind van God bent. Je voelt het in je, en alleen jij weet of je een kind van

God bent. We hebben deze twee vragen samen in een grafiek verwerkt, omdat we het interessant

vonden om te zien of de leerlingen naar de kerk bleven gaan, ook al waren ze wel of geen kind van

God. We zullen de gegevens in de grafiek even uitleggen:

A: Ja, ik denk dat ik later naar de kerk ga en ik ben een kind van God.

B: Ja, ik denk dat ik later naar de kerk ga maar ben geen kind van God.

C: Nee, ik denk niet dat ik later naar de kerk zal gaan, maar ben wel een kind van God

D: Nee, ik denk niet dat ik later naar de kerk zal gaan en ik ben ook geen kind van God.

E: Ja, ik denk dat ik later naar de kerk ga en ik weet niet of ik een kind van God ben, of ik wil deze

vraag niet beantwoorden.

F: Nee, ik denk niet dat ik later naar de kerk ga en ik weet niet of ik een kind van God ben, of ik wil

deze vraag niet beantwoorden.

We vonden het best verassend dat het merendeel antwoord B heeft gekozen. De meeste

geënquêteerden zullen later dus wel naar de kerk gaan, maar vindt zichzelf (nog). Ze houden zich dus

wel aan alle regels, maar weten van binnen dat ze hierdoor nu nog niet naar de hemel zullen gaan.

We hadden verwacht dat het merendeel als ze geen kind van God waren, later ook niet naar de kerk

wilde gaan. Hierbij moet wel onthouden worden dat je altijd nog een kind van God kunt worden, ook

al ben je heel oud. In de enquête hadden ook veel leerlingen opgeschreven dat ze hopen om alsnog

een kind van God te worden. Verder geven een aantal leerlingen aan wel een kind van God te zijn, en

Page 58: Zo dichtbij en toch zo ver weg

58

(logische wijs) later ook naar de kerk te zullen gaan. We zijn in verschillende antwoorden bij deze

enquête vraag ook tegen tegengekomen dat leerlingen zeiden bij deze vraag: ‘ Ja ik ben een kind van

God, en dat zou jij ook moeten zijn!’. Of dat leerlingen hadden ingevuld ‘ Ik hoop het te zijn, ik wil het

graag zijn, maar ik vind het moeilijk om dit te zeggen. Je moet hier voorzichtig mee zijn’. We wisten

zelf dat de vraag: ‘Ben jij een kind van God?’ een redelijk heftige vraag was. We hebben over het al of

niet stellen van deze vraag overigens van te voren contact gehad met de familie De Jong en meneer

Meinder. Binnen de reformatorische gemeenschap houd je het antwoord op deze vraag meestal voor

je, en wordt hier niet zomaar openbaar over gepraat. Het is een vrij controversieel onderwerp. Zo

kwamen in de enquête tegen ‘ Wat een heerlijk directe vraag’ maar ook ‘ dit hoor je niet te vragen’.

De leerlingen die E en F hebben geantwoord wilden hier antwoord op deze vraag geven.

Andere opvallende bijschriften waren: ‘ Ik heb een persoonlijke relatie met God’ en ‘ Ik ben geen kind

van God, maar een vriend van Jezus’. Ook geven veel leerlingen aan nu nog geen kind van God te zijn,

maar wel opzoek te zijn naar God.

Op de vraag of ze later naar de kerk zullen gaan is vaak kort geantwoord met Ja of Nee. Er is een

aantal keer bijgeschreven: maar dit kan altijd nog veranderen.

Ook heeft een leerling erbij geschreven: ‘Ja, dit is belangrijk voor het leven en de opvoeding van de

kinderen ‘. Ook kwamen we het heftige antwoord tegen: ‘ Ik wou dat ik zoals jullie was opgevoed dat

was een stuk makkelijker geweest’.

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Nee Soms 1 keerper week

Ja, 1keer per

dag

Ja, 2keer per

dag

Ja, meerdan 2

keer perdag

Hou jij Stille Tijd? En zo ja, hoe vaak ?

Hou jij Stille Tijd? En zo ja, hoevaak ?

Voordat wij naar Barneveld gingen hadden we nog nooit gehoord van Stille Tijd. Toen we bezig

waren met ons PWS en Karin de tip gaf om iets te vragen over Stille Tijd wisten we niet waar ze het

over had. Stille Tijd is de tijd dat die er wordt besteed aan met God bezig zijn, zoals bidden of

Bijbellezen. We hadden verwacht dat iedereen ( net zo als de familie De Jong) toch minimaal twee

keer per dag wel even bad voor het eten.

Uit de enquête blijkt dat merendeels van de ondervraagden 1 keer per dag stille tijd houdt. Ook zijn

er nog best veel leerlingen die geen stille tijd houden. Hier verbaasden we ons over. Onze conclusie is

Page 59: Zo dichtbij en toch zo ver weg

59

dus dat niet iedereen even serieus bezig is met het geloof.

Deze vraag hadden we wel een beetje stom gesteld. We hadden hem namelijk als openvraag

neergezet. Hierdoor kregen we heel veel verschillende antwoorden en was het moeilijk om deze

antwoorden in te delen. Hierdoor zullen we sommige antwoorden verkeerd geïnterpreteerd kunnen

hebben. We hadden dus beter een meerkeuze vraag kunnen opstellen. Ook is het voor ons niet

helemaal duidelijk of ze Bijbel lezen en bidden op school ook mee tellen als Stille Tijd, we denken zelf

van niet.

0

10

20

30

40

50

60

70

ja nee

Ga jij met jongeren om die niet hetzelfde geloof hebben?

Ga jij met jongeren om die niethetzelfde geloof hebben?

We waren benieuwd of de refo’s alleen binnen hun eigen ‘kringen’ bleven, of ook om gingen met

andere mensen die geen of een ander geloof aan hangen. Ook konden leerlingen invullen of ze

vooroordelen hadden over andere jongeren/groepen. Omdat wij zo veel vooroordelen hadden over

de gereformeerde, waren we benieuwd of zij ook vooroordelen hadden over ons. De meeste

antwoorden op deze vraag waren Ja of Nee, vandaar dat we ook in de grafiek deze twee antwoorden

gebruikt hebben. We hadden verwacht dat ze ook veel meer vooroordelen over ons zouden hebben,

maar het merendeel hadden geen vooroordelen.

Er waren ook zeker leerlingen die wel een vooroordeel/toelichting hadden gegeven bij deze vraag. Zo

was een toelichting: ‘je mag geen vooroordelen hebben over het geloof’ en iemand die had op

geschreven: ‘ Ik zou eerder refo’s veroordelen over hoe schijnheilig en arrogant ze vaak zijn’.

Schijnheilig en arrogant hadden we niet opgeschreven als vooroordeel, maar Emmy kon wel een

beetje begrijpen wat deze scholier bedoelde. In Barneveld heerst een echte ‘ons kent ons’ cultuur, en

kan ze het zich goed voorstellen dat sommige refo’s doen ‘alsof’ om een reputatie hoog te houden of

er bij te horen. Ook had iemand opgeschreven:’ Gelovigen zijn ook niet altijd netjes’. Ook de

opmerkingen ‘ Niet refo’s maken minder ruzie’ en ‘Niet refo’s roddelen minder’ vonden we

opmerkelijk. Dat gebeurt dus volgens deze leerlingen veel binnen de refo kringen. Een aantal

opmerkingen hadden we al verwacht: ‘ Niet gelovigen hebben niet echt een doel in hun leven’, ‘ Niet

refo’s hebben minder houvast’ en ‘ Niet refo’s denken makkelijk over principes’.

Page 60: Zo dichtbij en toch zo ver weg

60

Wat we een hele leuke opmerking vonden was: ‘ Nu veel minder vooroordelen’. Dat is natuurlijk leuk

om te horen.

Hobby’s en muzikale interesses.

In onze enquête zaten twee vragen die we niet in een grafiek konden verwerken. Op de vragen Wat

zijn je hobby’s? En Welke muziek luister je? Waren de antwoorden te uiteenlopend om in een grafiek

te verwerken. We hebben deze vragen gesteld omdat we benieuwd waren of er veel verschillen

zaten in de hobby’s en muzieksmaak van gereformeerde en die van ons.

We dachten namelijk dat refo’s alleen maar bezig waren met God en de Bijbel, maar dit blijkt

helemaal niet zo te zijn.

Opvallend aan de hobby’s is dat er 28 van de 83 ondervraagde als hobby lezen op had geschreven.

Ook zijn computeren sporten (net als in onze cultuur) vaak genoemde hobby’s. Zes leerlingen hebben

zelfs opgeschreven dat film kijken hun hobby is. Een paar opvallende waren mollenvangen (?),

trekker rijden, orgel, hoorn en panfluit bespelen. Deze instrumenten worden zo ver wij weten niet

veel in onze cultuur bespeeld. Qua hobby’s verschillen ze bijzonder weinig van de mensen van onze

school, denken we.

De muzieksmaak van de refo’s is wel wat anders dan die van ons. De meesten luisteren namelijk naar klassieke muziek, gospel nummers. Ook zeggen veel mensen fan te zijn van Trinity en religieuze muziek. Dit zijn er namelijk in totaal 52. Trinity stamt af van ‘The Trinity College’ dit was een opleiding die probeerde de kerkmuziek te verbeteren en verder te ontwikkelen. Veel gereformeerde jongeren noemen christelijke muziek dan ook Trinity. Maar ze luisteren niet alleen maar naar ‘speciale muziek’. 40 Leerlingen geven namelijk aan naar Pop muziek te luisteren, sommige schrijven echter wel als kanttekening dat de tekst dan wel geschikt moet zijn. Alle andere muziek stijlen zoals heavy metal, hardstyle, trance en Rock muziek worden ook genoemd, maar in kleinere aantallen. Aan de muzieksmaak en hobby’s is dus niet heel veel af te leiden. Er zijn duidelijk wel verschillen in de muzieksmaak maar ook veel gelijkenissen. Vrij veel leerlingen luisteren naar klassieke muziek of refo muziek. Dat gebeurd bij ons op school ( zover wij weten) vrij weinig. Verder komen de hobby’s grotendeels overeen, behalve een paar opvallende instrumenten. We vinden het leuk om te zien dat (sommige) refo’s dezelfde interesses hebben als wij.

Page 61: Zo dichtbij en toch zo ver weg

61

7.Wat is hun cultuur? Deze vraag konden we in het begin van ons PWS nog niet beantwoorden. Nu is dat wel het geval. We merkten meteen verschillen tussen onze twee culturen. Van het drukke leven dat we gewend waren kwamen in een heel ander wereldje terecht. Lisa moet altijd 1.5 uur naar school fietsen, waardoor voor buitenschoolse activiteiten minder tijd is. Ze houdt veel van zingen en gitaarspelen maar gaat niet zoals ons na school meteen de deur weer uit om weer ergens anders naar toe te gaan. De familie komt gezamenlijk bij elkaar met het eten, en heeft dan ook een gezamenlijk bid moment. Maar het gezin komt meerdere keren per dag samen. Na het ontbijt gaan ze ,op vrije dagen, rond een uur of tien samen iets drinken. Daarna lunchen ze samen, drinken ze weer wat rond een uur of vier, eten ze gezamenlijk en in de avond komen ze ook nog even bijeen. Het is niet even snel wat drinken pakken en ieder weer naar zijn eigen kamer, ze gaan echt gezamenlijk in de zithoek zitten. Alle laptops en mobiele telefoons moeten dan aan de kant en de aandacht wordt aan elkaar besteed. Hieraan merkten we al dat hun dagritme heel anders is dan dat van ons. Ook merkten we hieraan dat het gezin een veel grotere rol speelt. Wij doen ook dingen met het gezin, maar niet zo veel en gestructureerd. Bij Tanja thuis kijken ze vaak een film of serie met zijn allen. Bij Emmy zullen de telefoons, laptops en tv niet zo snel allemaal aan de kant worden geschoven. Tijd voor elkaar is in de reformatorische cultuur dus erg belangrijk. Toen we op het internet de speerpunten van de christelijke SGP tegen kwamen zagen we ook dat speerpunt twee het gezin is. Het gezin is voor de SGP erg belangrijk en er moet volgens de partij veel aandacht aan worden besteed. Hieruit kunnen we opmaken dat in de meeste reformatorische gezinnen het gezin een centrale rol speelt. Verder hebben we meteen opgemerkt dat er een echte ‘ons kent ons’ cultuur heerst in Barneveld. Familie de Jong heeft bijvoorbeeld niet veel moeite met broeken, maar dragen rokken omdat ze er anders op worden aangekeken in Barneveld. De reactie van de gemeenschap speelt dan ook een belangrijke rol. Lisa zei het zelf nog: ‘ In Barneveld is de reformatorische gemeenschap hecht en kennen veel mensen elkaar’. Dit hadden wij zelf ook door toen we in de bus zaten en een gesprek opvingen over een scheiding waar de hele gemeenschap over sprak. Ook hoorden we vaak verwijzingen terug komen als ‘ De buurman van de tante van de vriend van…’ Roddels gaan dus snel in Barneveld. God speelt natuurlijk een hele belangrijke rol in de reformatorische gemeenschap. Dit merken we natuurlijk aan het bidden, sommige lessen op school en opvattingen over bepaalde zaken. Toch zijn het in andere aspecten ook gewoon hele ‘normale’ mensen. Zo kun je ook met Lisa praten over lekkere geurtjes bij de D&A en gaan ze natuurlijk ook gewoon winkelen of kopen ze dezelfde shampoo als ons. Verder viel ons aan de vriendinnen van Lisa op dat ze het belangrijk vinden om eerlijk te zijn. Toen een vriendinnetje niet zo’n zin had om af te spreken met een klasgenoot wilde ze niet liegen, dat mag namelijk niet volgens Gods woord, de Bijbel. Hun cultuur is dus veel hechter dan onze cultuur en het gezin is erg belangrijk. Ook staat logischerwijs God centraal in hun leven.

Page 62: Zo dichtbij en toch zo ver weg

62

8.Conclusie

Het enige wat nu nog moet gebeuren is antwoord geven op de hoofdvraag: Veranderen onze

vooroordelen over de reformatorische cultuur als we ons daar tijdelijk in onder dompelen?

Om hier antwoord op te geven hebben we eerst gekeken of veel van onze vooroordelen die we eerst

hebben opgeschreven veranderd zijn.

- Gereformeerde lezen de hele dag de Bijbel

Wij dachten echt dat gereformeerde alleen maar bezig waren met het geloof en met de Bijbel. Dit is

niet waar, het geloof speelt wel een hele grote rol in hun leven maar ze hebben ook nog andere

bezigheden. Ze lezen dus ook niet gelijk als ze terugkomen van school een stukje uit de Bijbel. Wel

wordt er in de ochtend, middag en avond door in ieder geval de familie De Jong gebeden. Ook heeft

de familie s ’avonds nog ieder een momentje voor zichzelf en is Stille Tijd belangrijk voor ze.

- Tijdens het avondeten wordt niet gepraat

Wij dachten ook dat er tijdens het avondeten niet gepraat zou worden. Dit is niet waar, tijdens het

avondeten wordt er net zoals bij ons de dag besproken en dingen die ons bezighouden. Wel is er dus

tijdens het avondeten een moment stilte en na het avondeten wordt er even Bijbel gelezen en

gebeden.

- Ze bidden altijd voor het avondeten

Dit vooroordeel klopt. Ze bidden echter niet alleen voor het avondeten maar veel vaker op een dag.

- Elke zaterdagavond zitten ze met de familie kaartspelletjes te doen

Dit vooroordeel klopt ook niet en is eigenlijk heel grappig, want ze mogen van het geloof helemaal

geen kaartspelletjes doen.

Maar op zaterdagavond zitten ze niet de hele avond op de bank. Zo is er bijvoorbeeld de

mogelijkheid om eens per twee weken naar de jongerenvereniging van de kerk te gaan, onze

ervaringen hierover staan ook in het PWS.

- Elke maaltijd is met het hele gezin

Dit vooroordeel klopt grotendeels wel. We zijn er namelijk achter gekomen dat het gezin een hele

grote rol speelt in een gereformeerd gezin. Het is echter niet zo dat ze echt elke maaltijd met elkaar

eten, maar ze hebben wel standaard elke middag/avond om half vier en half negen een momentje

dat het hele gezin bij elkaar zit en thee of koffie gaat drinken. Wij denken dat dit wel typerend is voor

een gelovig gezin. Natuurlijk zijn er ook ongelovige gezinnen die dit doen, maar we denken wel een

stuk minder. Wij zouden hier bijvoorbeeld helemaal geen tijd voor hebben omdat we veel te druk zijn

voor zo een vast rustmomentje met de hele familie op de bank.

- De kerkdiensten zijn grauw, saai en serieus

Hierbij ligt het er heel erg aan naar welke kerk je gaat. Wij zijn naar twee verschillende kerken gegaan

en deze vertoonden een groot verschil. Alle kerkdiensten zijn wel serieus. Dat kerkdiensten grauw en

saai zijn dat verschilt nogal per persoon. Wij zouden het niet nog een zondag volhouden maar voor

gelovige worden er hele belangrijke en interessante dingen in de kerk verkondigd en is het dus niet

zo nodig saai. Wel hebben ze altijd dezelfde opbouw, en zullen er geen verassende dingen gebeuren.

Ook is de kerk sober aangekleed waardoor een kerkdienst vanzelf al een stuk grauwer word.

Page 63: Zo dichtbij en toch zo ver weg

63

- Op zondagen mogen ze niks

Wij dachten in het begin dat ze op zondagen echt helemaal niks deden behalve naar de kerk gaan. Dit

verschilt echter heel erg per gezin. Over het algemeen wordt er zo weinig mogelijk gedaan op de

zondag. Zo maakt bijvoorbeeld niemand op zondag huiswerk, wordt er niet gesport en gaan ze bij

voorkeur niet op het internet. Ook wordt er niet schoongemaakt op zondag en bereidden veel

gezinnen het eten voor zondag al voor op zaterdag. Zelfs de schoolsite ligt op zondag plat.

Beste bezoeker,

Fijn dat u belangstelling hebt voor het Van Lodenstein College.

Onze school is in meerdere opzichten een unieke school. We onderschrijven onvoorwaardelijk en helemaal de inhoud van de Bijbel. Daaraan ontlenen we ook ons standpunt met betrekking tot de zondag. Dat is de eerste dag van de week; de opstanding dag van Jezus Christus. Deze dag wijden we aan de dienst aan God; het is voor ons een rustdag. Dat is de reden dat onze site vandaag niet toegankelijk is.

Uiteraard bent u welkom op de andere dagen van de week. - Ze kijken geen TV, lezen geen tijdschriften en luisteren niet naar de radio ook doen ze niet aan 'social media' en internet Dit vooroordeel is natuurlijk nogal zwart- wit en als we het zo terug kijken dan kunnen we het ons niet voorstellen dat we dit echt dachten. De meesten gereformeerde jongeren kijken inderdaad geen tv, maar zoals ook duidelijk uit de enquêtes naar voren komt volgen ze veel programma’s via het internet. Over tijdschriften is net zoals over veel andere dingen een discussie binnen de gereformeerde kerk. Zo leest Peter wel de Donald Duck, maar vinden sommige gereformeerden dit niet kunnen omdat er een heks in voorkomt. ( Voor de insiders: Madam Mikmak.) Ook zijn er speciale tijdschriften voor gereformeerde jongeren. Dit geldt ook voor radiostations, er zijn speciale radiostations voor gereformeerden, waarop psalmen, gezangen en opwekkingsliederen worden gedraaid. Wij hadden verwacht dat ze niet veel op internet zouden doen, hoogstens voor school of werk. Maar dit is helemaal niet waar, ze facebooken, hyvesen en twitteren erop los. Ook uitzending gemist, youtube en spelen.nl hebben we vaak zien langskomen. Dit verbaasden ons heel erg, we hadden altijd het idee dat gereformeerden heel erg ouderwets waren. Natuurlijk een best logische gedachten want veel hebben geen tv, door internet worden ze echter om de hoogte gehouden over wat er allemaal gebeurd op de wereld. Doordat dat ze wel op internet uitzending gemist kijken is het een beetje scheef dat ze geen tv hebben. Gereformeerden hebben wel streng gefilterd internet, en hierdoor kunnen veel sites niet bekeken worden. Op een echt streng filter ( op school) kan ook geen youtube of uitzendinggemist bekeken worden. - Kleding Wij dachten dat gereformeerde jongeren hun uiterlijk niet belangrijk zouden vinden. Dit is helemaal niet waar. Gereformeerde jongeren zijn namelijk ook bezig met hun uiterlijk. Wij zijn ook met Lisa wezen winkelen, en ook haar vriendje vindt winkelen leuk om te doen. Het is helemaal niet zo dat refo’s zwarte kleren dragen, meestal gewoon gekleurde rokjes. Het is echter wel zo dat er bepaalde kledingvoorschriften zijn zoals de lengte van de rok op school. De echt streng gereformeerden dragen wel zwart, maar die hebben wij niet zien lopen in de school. Wel hadden alle meisjes een rok aan, maar niet per se een knotje of pareloorbelletjes in. We zijn we deze stereotypes tegengekomen.

- Ze zijn naïef

Dit vinden we een lastige stelling. Ze geloven nou eenmaal in een boek en wijken hier niet van af. We

Page 64: Zo dichtbij en toch zo ver weg

64

begrijpen dat ze zelf niet vinden dat ze naïef zijn, omdat ze zelf denken dat God bestaat. Ze blijven

grotendeels in hun beschermde wereld en kijken niet verder. Hierdoor vinden we dat refo’s toch wel

een beetje naïef zijn.

- Veel jongeren zijn ongelukkig en voelen zich niet thuis in hun milieu

Wij konden ons niet voorstellen dat er jongeren zouden zijn die zich thuis zouden voelen in het

gereformeerden geloof en de levenswijze die daarbij hoort. Het lijkt er echter op dat de meeste

jongeren zich wel thuis voelen in het geloof. Zo zitten er bijvoorbeeld ook jongeren bij de

jongerenvereniging van de kerk of zijn er jongeren van plan om theologie te gaan studeren. Ook uit

de enquêtes kwam duidelijk naar voren dat veel jongeren echt om God geven. Er zijn echter ook

jongeren die hier niet op hun plek zitten maar dat lijken er betrekkelijk weinig te zijn. Dit is natuurlijk

ook best logisch. Ze geloven in God en vinden daarmee bijna vanzelfsprekend hun levensovertuiging

de juiste.

- Ze zijn wereldvreemd

Dit vooroordeel is niet veranderd. Familie De Jong heeft wel internet en ze kijken het nieuws terug

op de computer, dus weten wel de belangrijkste wereldgebeurtenissen. Toch denken we dat

gereformeerden bijna geen films en documentaires kijken. We hebben het idee dat ze toch zeker

sommige zaken van de maatschappij missen. Sommige films zijn waarheidsgetrouw en hebben wel

degelijk een boodschap. Hier komt dan wel seks, drugs, overspel en geweld in voor, maar dit gebeurd

toch ook in het echt? Waarom zou je als gereformeerden je ogen hier dan voor sluiten?

Omdat de gereformeerden over het algemeen in hun eigen vertrouwden en beschermden wereld

blijven, denken we dat ze hierdoor ook wereldvreemd zijn. Veel gereformeerden trekken er niet op

uit. Toch kunnen we ons voorstellen dat refo’s hier anders over denken en vinden dat wij

wereldvreemd zijn. Wij kennen namelijk niet de liefde van God die zij wel kennen. Frans vertelde dat

ze ons niet wereld vreemd vinden, eerder naïef. Ze voelen zich in een bepaald opzicht wereldvreemd.

Frans vertelde dat de wereld voor een christen niet thuis zijn is. Dit legde hij uit met een stukje uit de

Bijbel: Johannes 15: 18 en 19

Wanneer de wereld je haat, bedenk dan dat ze mij eerder haatte dan jullie. 19 Als jullie bij de wereld zouden horen,

zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want ik heb jullie uit de wereld

weggeroepen. Daarom haat ze jullie

- Ze zijn heel gesloten

Dit is natuurlijk ook erg per gezin verschillend. Wij hebben het heel erg getroffen dat wij in een erg

open gezin terecht zijn gekomen. Als wij aan de hand van de Familie De Jong moesten zeggen of

gereformeerde mensen open mensen zijn, dan beantwoorden we dat volmondig met ja! Maar zo

makkelijk gaat dat natuurlijk niet, we weten niet hoe het er in andere gezinnen aan toe gaat.

- Ze zijn tegen abortus, homo’s en seks voor het huwelijk

Dit vooroordeel hebben we al beantwoord bij de enquêtes, en is bevestigd. Hierbij moet wel de

opmerking worden gemaakt dat refo’s niets hebben tegen het homo ‘zijn’, maar wel tegen het in

praktijk brengen van homosexuele gevoelens.

Page 65: Zo dichtbij en toch zo ver weg

65

- Ze gaan niet op examenreis naar bijvoorbeeld Kos, Sunnybeach etc.

Klopt, hier ligt hun interesse niet. Ook is volgens de tien geboden uitgaan (en alles wat daarbij hoort)

niet goed. En uitgaan wordt in Kos en Sunny Beach natuurlijk massaal gedaan.

-Somber bestaan, altijd hetzelfde, alleen leven voor God en het hiernamaals

We hadden verwacht dat gereformeerden niet echt plezier konden hebben in hun leven en constant

bang zijn dat ze iets verkeerds doen in Gods ogen. Wij vinden dat familie De Jong absoluut geen

somber leven leidt. Ze zijn heel open, vriendelijk sociaal en doen ook leuke dingen (die wel mogen

van de Bijbel.) Het sombere beeld van de hele dag thuis zitten en de Bijbel lezen is daarom niet

terecht. Toch missen ze ook leuke dingen die we wel mogen doen, zoals naar pretparken, naar de

film etc.

Elke zondag hebben ze wel een vast ritueel en ook het samen komen om iets te drinken met het

gezin staat vast. Toch leven wij ook volgens een vast patroon. Elke dag hebben we wel iets ingepland,

en dit heeft familie De Jong ook. Behalve de zondag natuurlijk, want deze staat in het teken van God

en wordt bijna altijd op dezelfde manier ingevuld.

Familie De Jong leeft wel voor God en het Hiernamaals dus dit vooroordeel klopt helemaal.

Nu we al deze vooroordelen opnieuw hebben bekeken valt het op dat sommige vooroordelen zijn

veranderd, en andere zijn bevestigd. We vinden niet dat we door te tellen hoeveel vooroordelen er

veranderd zijn of hoeveel vooroordelen bevestigd zijn konden concluderen wat het antwoord op

onze hoofdvraag is. Sommige vooroordelen vinden we namelijk zwaarder wegen dan andere. Ons

algemene beeld over refo’s is nu een heel stuk positiever en diepgaander. We hebben heel veel

geleerd over het geloof, en begrijpen nu waarom er mensen zijn die in Bijbel geloven. Als je er mee

wordt opgevoed, dan weet je niet anders.

We hebben ervaren dat gereformeerden hele aardige en normale mensen zijn. Je kunt met ze praten

en lachen over dezelfde dingen, maar toch zijn er ook verschillen. Wat voor gereformeerden de kern

van het leven is, betekent voor ons niets. We hebben veel meer respect gekregen voor gelovigen. We

hebben geleerd dat het geloof letterlijk geloven is en ze echt geloven dat God bestaat.

Ook laat de enquête heel duidelijk zien dat onze vooroordelen gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet

kloppen. Zo hadden we verwacht dat meer mensen tegen sociale netwerken zouden zijn, dit is

immers op een computer, en aangezien ze tegen tv’s zijn, konden we ons niet voorstellen dat ze dan

wel aan sites als Facebook en hyves zouden doen.

Onze vooroordelen zijn aan de ene kant bevestigd en aan de andere kant ontkracht. Zo dachten we

echt dat merendeel vond dat er geen alcohol mocht worden gedronken, dat roken taboe was,

homo’s meer geaccepteerd zouden worden, tv verkeerd werd gevonden, net als sociale netwerken

kerst/sinterklaas en inentingen. Omdat God beslist over leven of dood hoorden we altijd dat

gelovigen niet aan inentingen doen. Uit de enquête blijkt dat dit niet correct is.

Voordat de zondag aanbrak dachten wij dat weinig vooroordelen klopten en we snapten niet waar

iedereen altijd die heftige refo verhalen vandaan haalden. Maar toen werd het zondag. Deze dag

veranderde er veel voor ons. We maakten namelijk mee dat de zondag écht in het teken staat van

God en er weinig toegestaan is op de zondag. De kerkdiensten zijn echt lang, sober, gestructureerd

en serieus. We keken onze ogen uit toen we alle mensen zagen die naar de kerk gingen. Hier werd

voor ons ook duidelijk dat wij via één gezin de gereformeerde wereld hebben gezien en hier zeker

Page 66: Zo dichtbij en toch zo ver weg

66

geen conclusies uit kunnen trekken die voor alle gezinnen gelden. We zagen gezinnen waar het er

zeer zeker veel strenger aan toe ging. De vrouwen van deze gezinnen droegen zwarte rokken tot op

hun enkels en waren verder ook helemaal in het zwart. Waarschijnlijk gelden in deze families ook

andere regels dan bij de familie De Jong. Door de familie De Jong is ons beeld over de

reformatorische positief veranderd. Wellicht was dit via een ander, veel strenger gezin heel anders

geweest. Waarschijnlijk was een veel strenger gezin minder open geweest en hadden we hier niet

eens mee mogen lopen. Als Emmy nu een gereformeerd gezin door de stad ziet lopen vind ze dit

namelijk heel leuk omdat ze een beetje weet en begrijpt hoe het er in die kringen er aan toe gaat.

Hieruit blijkt wel dat we zeker respect hebben gekregen voor de reformatorische geloofswijze.

We concluderen dat onze vooroordelen over de reformatorische cultuur positief zijn veranderd

nadat we ons vijf dagen hebben ondergedompeld in hun cultuur.

9.Nawoord

We beseffen ons heel goed dat het uniek was dat we mee hebben kunnen lopen met de familie De

Jong. We hebben de gereformeerde wereld van heel dichtbij mee mogen maken. We hebben super

veel geleerd en het was ook gezellig.

We voelden ons echt thuis in Barneveld en hadden gewoon een hele goede klik met de familie. We

vinden ook heel bijzonder hoe open en gastvrij de familie was en zomaar twee meisjes van zeventien

in hun gezin op nam.

We hebben afgesproken om na de meeloopweek elkaar zeker te blijven zien. Dit zijn we nagekomen.

Op 18 november stapten we weer in de trein naar Barneveld. Toen we onderweg waren voelden het een beetje als of we onderweg waren naar een familie waar we een jaar hadden gewoond, en die we nu weer gingen bezoeken. Het was leuk om iedereen weer te zien. We hebben gepraat over hoe het nu met ze ging, en wat ze vonden van ons verblijf bij hen. Karin vertelde dat ze uitgebreid tegen iedereen moest vertellen hoe het was geweest om twee nieuwe dochters in de familie te hebben. Ook was ze erg blij ( en dacht ook dat dit mede mogelijk was gemaakt door Gods hulp) dat ze het lichamelijk aan kon om ons een week in huis te hebben. Ze vonden het allemaal een zeer geslaagde week, en hun beeld over niet gelovige was ook positief veranderd. Als ze nu jongeren zagen fietsen die niet gelovig waren hadden ze ook niet meteen een vooroordeel en dachten ze dat die jongeren misschien ook wel waren zoals wij. Dat vonden wij natuurlijk heel leuk om te horen, en we voelden ons vereerd! Nienke kwam wat later binnen met koptelefoon en broek aan. Ze kwam terug vanuit Almere waar ze stage had gelopen en vond het fijner om daar in een broek te lopen. Even later kwam Joost binnen. Ook leuk om hem weer even te spreken. We zijn Joost heel dankbaar dat hij ons in contact heeft gebracht met familie De Jong. We zijn daar echt heel blij mee, wat vakantie vrienden wel niet allemaal kan opleveren. Karin vertelde dat de dominee zijn preek op de zondag toen wij er waren op ons had aangepast. De zoon van de dominee zat namelijk zaterdagavond bij ons bij de jeugdvereniging en hij heeft het waarschijnlijk doorgespeeld. We vonden dit natuurlijk heel leuk om te horen! Ook vertelde Karin dat de dominee benieuwd is naar ons verslag. Behalve deze reünie hebben we nog meer contact gehouden met de familie. We zijn in de voorjaarsvakantie nog een keer wezen logeren bij de familie in Barneveld. Ze hadden een feestje

Page 67: Zo dichtbij en toch zo ver weg

67

voor ons geregeld op dinsdag middag/avond. Eerst gingen we bowlen met gereformeerde jongeren van school en aten daarna gezellig bij de familie thuis. Wij blijven contact houden met de Familie De Jong en gaan waarschijnlijk binnenkort ook mee met een JIjdaar voorlichtingsavond. Met het inleveren van dit verslag is ons avontuur dus nog lang niet afgelopen.

Dit PWS is ook heel erg goed geweest voor onze algemene ontwikkeling. We wisten eerst helemaal niks van het geloof af en zijn nu veel geïnteresseerder en geinformeerder. Ook hebben we geleerd dat je je echt ergens in moet verdiepen voordat je je mening gaat geven. Mensen oordelen vaak veel te snel. Veel vooroordelen die we hadden sloegen nergens op, zo blijkt maar weer dat roddels of uitspraken beelden kunnen vormen van bevolkingsgroepen die helemaal niet terecht zijn.

Page 68: Zo dichtbij en toch zo ver weg

68

10.Dankwoord Voor ons PWS willen we als allereerst de familie De Jong heel erg bedanken: ·Karin, Frans, Nienke en Joop, Lisa, Marlies en Peter hebben ons 5 dagen in hun gezin opgenomen en zich voor ons opengesteld. Zonder hun was het nooit gelukt! In het bijzonder Lisa die ons 5 dagen heeft laten meekijken in haar leven. Joost van den Brink heeft erg veel voor ons betekend. Zonder hem waren we nooit bij de familie De Jong gekomen. Ook bedanken we het Lodenstein College, in het bijzonder meneer Meinder. We zijn hartelijk ontvangen en we zijn dankbaar voor de mogelijkheid die we hebben gekregen op mee te lopen met Lisa. Ook willen we de Hervormd Herstelde kerk in Barneveld bedanken voor het ontvangen van ons tijdens de catechisatie, de jeugdvereniging en de zondagsdienst. Alle mensen die we tegen zijn gekomen, en waar we mee hebben gesproken willen we bedanken voor hun interesse en verhalen.

Page 69: Zo dichtbij en toch zo ver weg

69

11. Bronnen en Logboek Internet

Anon. Licht keert nooit terug. Geraadpleegd op 14 augustus 2011. http://www.wat-is-waarheid.info/ Anon. Vooroordelen. Geraadpleegd op 8 oktober 2011. http://www.vredeseducatie.nl/doolhof/vooroordelen.htm

Anon. Website van het Christelijke jongerentijdschrift. Geraadpleegd op 8 oktober 2011. http://www.xistinchrist.nl/ Anon. Vooroordelen. Geraadpleegd op 8 oktober 2011 http://www.Dutchkids.nl/si-vooroordelen.html Anon.Calvinisme. Geraadpleegd op 26 januari 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Calvinisme Anon. Gereformeerde. Geraadpleegd op 26 januari 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Gereformeerd Anon.Gereformeerd vrijgemaakt. Geraadpleegd op 26 januari 2012 http://www.gkv.nl/gereformeerd-vrijgemaakt/242/ Anon. Cultuur. Geraadpleegd op 15 februari 2012

http://www.encyclo.nl/begrip/cultuurrelativisme Boeije, H. ( 2005) Analyseren in kwalitatief onderzoek. Amsterdam: Boom Onderwijs Geraadpleegd op 9 december 2011, http://www.analysereninkwalitatiefonderzoek.nl/documenten/stappenplan.pdf, Huysbrechts Liesbeth,.Participerende methodes Geraadpleegd op 29 september 2011. http://participatiemedia.wikispaces.com/file/view/methoden+postgraduaat+2.pdf,

Stoker, W.Redelijkheid van de religieuze ervaring. Geraadpleegd op 15 Februari. http://www.sophieonline.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=1417:de-redelijkheid-van-de-religieuze-ervaring&catid=185:winter-2007&Itemid=230

Boeken Nederlands Bijbelgenootschap ( 2004 ) Jongerenbijbel. Haarlem: Nederlands Bijbelgenootschap Den Boon, Geeraerts ( 2004). Vandale . Haviland, W.A ( 1991) Culturele antropologie Segers. J ( 2002 ) Methoden voor de Maatschappijwetenschappen, Uitgeverij van Gorcum Saunders, Lewis , Thorhnhill ( 2004 ) Methoden en Technieken van onderzoek, Pearson Education Steenwinkel, M ( 2007) , Antropologie voor Dummies, , Pearson Education Benelux B.V, Groot woordenboek der Nederlandse Taal ( 2008) , Van Dale, Van Dale Lexicografie

Page 70: Zo dichtbij en toch zo ver weg

70

TV NCRV Documentaire: ‘Velen zijn geroepen Uitzenddatum 24 december 2007. Puberruil .Aflevering : Artistieke Luna vs. Gelovige Rebekka Uitzenddatum Dinsdag 2 september 2008. Uit de kast. Aflevering: Corné Uitzenddatum dinsdag 27 december 2011

NCRV Documentaire: Voor de eeuwigheid Uitzenddatum maandag 20 februari 2012.

Logboek

Wanneer? Hoelang? Wat hebben we gedaan? Waar? Met welk resultaat?

Zomervakantie 2

avonden

Met 6 gereformeerde jongeren

gepraat

Texel, op de

camping

Bang + connecties+

informatie

24-08 1 uur Scholen mailen Bij Tanja Connecties

31-08 1 uur Contact gehad met Joost en

school

msn + mail Connecties +

mogelijk een gezin

07-09 1 uur Gezin gebeld + opgeschreven wat

we ervan vonden.

Bij Emmy Veel informatie +

slaapplek

08-09 1 uur Sites bekeken Ondersteuning +

thuis

Meer informatie

10-09 1 uur Scholen gemaild, dat we nog

geen reactie hadden

Bij Emmy

12-09 5 uur Boeken gezocht en gelezen +

mailcontact met school +

opstellen onderzoek

Bieb, kater, thuis Veel informatie

13-09 3 uur gemaild

15-09 4 uur Gewerkt in de WUR en naar de

WUR bibliotheek

Page 71: Zo dichtbij en toch zo ver weg

71

19 tot 25ste

Boeken gelezen, en geschreven

26-09 Ontmoeting gezin Barneveld Dingen geregeld, en

hun geïnformeerd.

En elkaar leren

kennen.

28-09 Typen, typen, typen

29- tot 3 – 10

voorbereiden op

veldonderzoek

4-10 s ‘avonds tot 9-

10’savonds

Dag en

nacht

meelopen Barneveld en

Amersfoort

ALLES.

10-10 2 uur Ervaringen zondag opschrijven,

en bijkomen

Wageningen

12-10 tot 18-10 Af en toe Als ons dingen te binnen schoten

het erbij schrijven, en schrijven

hoe we er nu tegen aankijken

Allebei thuis

1-11 2 uur Planning maken, wanneer wat

doen.

+ deelvragen

8-11 4 uur Dag 1 uitwerken + enquêtes

uitwerken

Bij Emmy

15-11 3 uur Dag 2 uitwerken + enquêtes

uitwerken

Bij Emmy

18-11 6 uur Uitwerken deelvraag cultuur

uitwerken enquête+ langs gaan in

Barneveld

Bij Emmy

22-11 4 uur Dag 3 uitwerken + enquêtes Bij Emmy

29-11 4 uur Dag 4 uitwerken Bij Tanja

7-12 3 uur Dag 5 uitwerken Bij Tanja

9-12 3 uur Dag 6 uitwerken Bij Emmy

Page 72: Zo dichtbij en toch zo ver weg

72

15-12 4 uur Dag 6 uitwerken Bij Emmy

7-2 3 uur Stukjes controleren Bij Emmy

14-2 1 uur Planning gemaakt hoe we het nu

verder gingen aanpakken

Bij Tanja

21 en 22 -2 2 dagen Logeren in Barneveld. Barneveld Weer vol goede

moed en zin om aan

de slag te gaan!

24-2 12 uur Alles doorgelezen + dingen

verbeteren die onduidelijk waren

+ spelling verbeteren

Bij Tanja

25-2 3 uur Afmaken wat we gister niet

afkregen

Bij Emmy

27-2 3 uur Foto’s in het verslag toegevoegd

+ dingen verbeterd

Bij Emmy

28-2 5 uur Emmy het stuk over de

Gereformeerde.

Tanja de suggesties van haar

vader doornemen en dingen

aanpassen.

thuis

29-2 4 uur

Alle puntjes op de i + de bijlage

toevoegen

School + Bij Tanja

KLAAR!

Page 73: Zo dichtbij en toch zo ver weg

73

Bijlagei1

Page 74: Zo dichtbij en toch zo ver weg

74

Page 75: Zo dichtbij en toch zo ver weg

75