Zien is geloven.pdf

4
DIGITAL POSTBUS 84013 3009 CA ROTTERDAM E [email protected] WWW.DIGITAL.NL Inleiding Ook bij projecten waarin je een vorm van digitaal (samen)werken wilt realiseren, heb je te maken met onheldere communicatie, verkeerde verwachtingen en uiteenlopende beelden. Je denkt elkaar te begrjipen, als het gaat om ‘samenwerken’. Maar wat is het nou precies? Wat betekent het voor je IToplossing? Kan wat je wilt eigenlijk wel? Je hebt zo snel mogelijk in het project een echt, gelijkend en objectief ‘beeld’ nodig waarnaar je met zijn allen kunt kijken en met zijn allen op kunt klikken. Zo’n objectief beeld kan verschillende namen hebben: proof of concept, prototype, proeftuin. Proof of concept en prototype Met een proof of concept (POC) bewijs je dat je de bedachte werkwijze en functionaliteit (het concept) kunt realiseren met de gekozen softwareoplossing. De producten van een POC zijn een beschrijving van de wijze waarop de bedachte functionaliteit wordt gerealiseerd in de oplossing en (bij voorkeur) een rudimentair model van hoe de werkwijze er in de softwareoplossing uit zal zien. Een proof of concept kan dus louter beschrijvend zijn. Een prototype is een daadwerkelijk werkende oplossing die op bescheiden schaal en in een geïsoleerde omgeving werkt. Hiermee kun je de toekomstige gebruikers realistisch laten kennismaken met de werkwijze van de toekomst. Die kennismaking kan bijvoorbeeld in een proeftuin. Een prototype is dus een werkend stukje software. Deze whitepaper schetst een aantal recente ervaringen met proof of concept en prototype en de voordelen van deze middelen in de praktijk. Wanneer heeft het zin om met een POC of een prototype aan de gang te gaan? Een POC of prototype kost altijd tijd, geld en energie. Dus je moet een soort van kwalitatieve business case hebben om ze te starten. Onderdeel van die business case kunnen de volgende overwegingen zijn: Je wilt ‘digitaal werken’. Je hebt een beeld van de gewenste werkwijze rond digitaal samenwerken, digitaal archiveren, zaakgericht werken of een vergelijkbaar concept. Je hebt een keuze gemaakt voor een bepaalde ‘oplossing’: je hebt dus software in huis waarmee je je concept wilt realiseren. Je hebt (toekomstige) gebruikers met allerlei wensen en eisen en beelden en je weet dat al die gebruikers op een zeker moment om realisatie van die eisen en wensen vragen. Je weet ook dat dat niet lukt. Als je als organisatie volledig digitaal wilt samenwerken, zal iedereen concessies moeten doen – niet iedereen heeft in digitaal werken dezelfde smaak.

Transcript of Zien is geloven.pdf

Page 1: Zien is geloven.pdf

•        DIGITAL        •        POSTBUS  84013      •        3009  CA    ROTTERDAM      •      E  [email protected]    •      WWW.DIGITAL.NL      •  

Inleiding    Ook  bij  projecten  waarin  je  een  vorm  van  digitaal  (samen)werken  wilt    realiseren,  heb  je  te  maken  met  onheldere  communicatie,  verkeerde  verwachtingen  en  uiteenlopende  beelden.  Je  denkt  elkaar  te  begrjipen,  als  het  gaat  om  ‘samenwerken’.  Maar  wat  is  het  nou  precies?  Wat  betekent  het  voor  je  IT-­‐oplossing?  Kan  wat  je  wilt  eigenlijk  wel?    Je  hebt  zo  snel  mogelijk  in  het  project  een  echt,  gelijkend  en  objectief    ‘beeld’  nodig  waarnaar  je  met  zijn  allen  kunt  kijken  en  met  zijn  allen  op  kunt  klikken.  Zo’n  objectief  beeld  kan  verschillende  namen  hebben:  proof  of  concept,  prototype,  proeftuin.    Proof  of  concept  en  prototype  Met  een  proof  of  concept  (POC)  bewijs  je  dat  je  de  bedachte  werkwijze  en  functionaliteit  (het  concept)  kunt  realiseren  met  de  gekozen  software-­‐oplossing.  De  producten  van  een  POC  zijn  een  beschrijving  van  de  wijze  waarop  de  bedachte  functionaliteit  wordt  gerealiseerd  in  de  oplossing  en  (bij  voorkeur)  een  rudimentair  model  van  hoe  de  werkwijze  er  in  de  software-­‐oplossing  uit  zal  zien.  Een  proof  of  concept  kan  dus  louter  beschrijvend  zijn.    Een  prototype  is  een  daadwerkelijk  werkende  oplossing  die  op  bescheiden  schaal  en  in  een  geïsoleerde  omgeving  werkt.  Hiermee  kun  je  de  toekomstige  gebruikers  realistisch  laten  kennismaken  met  de  werkwijze  van  de  toekomst.  Die  kennismaking  kan  bijvoorbeeld  in  een  proeftuin.  Een  prototype  is  dus  een  werkend  stukje  software.    Deze  whitepaper  schetst  een  aantal  recente  ervaringen  met  proof  of  concept  en  prototype  en  de  voordelen  van  deze  middelen  in  de  praktijk.    Wanneer  heeft  het  zin  om  met  een  POC  of  een  prototype  aan  de  gang  te  gaan?    Een  POC  of  prototype  kost  altijd  tijd,  geld  en  energie.  Dus  je  moet  een  soort  van  kwalitatieve  business  case  hebben  om  ze  te  starten.  Onderdeel  van  die  business  case  kunnen  de  volgende  overwegingen  zijn:  • Je  wilt  ‘digitaal  werken’.  Je  hebt  een  beeld  van  de  gewenste  werkwijze  rond  digitaal  samenwerken,  digitaal  

archiveren,  zaakgericht  werken  of  een  vergelijkbaar  concept.  Je  hebt  een  keuze  gemaakt  voor  een  bepaalde  ‘oplossing’:  je  hebt  dus  software  in  huis  waarmee  je  je  concept  wilt  realiseren.  • Je  hebt  (toekomstige)  gebruikers  met  allerlei  wensen  en  eisen  en  beelden  en  je  weet  dat  al  die  

gebruikers  op  een  zeker  moment  om  realisatie  van  die  eisen  en  wensen  vragen.  Je  weet  ook  dat  dat  niet  lukt.  Als  je  als  organisatie  volledig  digitaal  wilt  samenwerken,  zal  iedereen  concessies  moeten  doen  –  niet  iedereen  heeft  in  digitaal  werken  dezelfde  smaak.  

Page 2: Zien is geloven.pdf

•        DIGITAL        •        POSTBUS  84013      •        3009  CA    ROTTERDAM      •      E  [email protected]    •      WWW.DIGITAL.NL      •  

 

 

• Je  beseft  dat  je  al  die  gebruikers  alleen  op  één  lijn  kunt  krijgen  als  je  ze  in  een  vroeg  stadium  voedt  met  hetzelfde  beeld.  Dan  weten  ze  wat  digitaal  werken  wordt  en  wat  het  niet  wordt,  en  loop  je  niet  de  kans  dat  het  in  hun  beeldvorming  de  hemel  of  juist  de  hel  wordt.  

• Je  hebt  draagvlak  nodig.  Zolang  je  niets  concreets  kunt  tonen,  zul  je  geen  concreet  draagvlak  krijgen.  Een  manager  staat  achter  een  concept,  maar  zal  zich  pas  inspannen  voor  dat  concept  als  hij  ziet  wat  het  in  de  praktijk  betekent.    

• Je  wilt  zelf  enige  zekerheid  dat  de  werkwijze  die  je  gaat  realiseren  ook  leidt  tot  een  werkbare  werkwijze  in  de  praktijk.  

 Praktijkvoorbeelden    Digital  heeft  onlangs  een  bijdrage  mogen  leveren  aan  drie  trajecten  waarin  een  POC  of  proof  of  concept  een  belangrijke  rol  speelde.  In  alle  gevallen  gebeurde  dat  op  basis  van  een  oplossing  in  SharePoint,  het  samenwerkingsplatform  van  Microsoft.    In  SharePoint  is  zoveel  mogelijk  dat  je  eigenlijk  een  aantal  opties  uit  moet  schakelen  wil  je  het  op  een  goede  manier  in  kunnen  zetten  voor  de  ondersteuning  van  organisatiebreed  digitaal  samenwerken.    Casus  1:  Prototype  van  een  digitaal  archief  in  SharePoint  (onderwijs)    Een  hogeschool  maakt  op  grote  schaal  gebruik  van  SharePoint,  bijvoorbeeld  voor  digitale  inleverboxen  en  portfolio’s  voor  studenten,  maar  een  digitale  archiefvoorziening  voor  het  langdurig  betrouwbaar  opslaan  van  documenten  is  er  niet.  Terwijl  die  noodzakelijk  is  met  het  oog  op  accreditatie  van  de  opleidingen.    Uitgangspunt  van  de  hogeschool:  we  laten  de  processen  van  inleveren,  tentamens  nakijken,  inzage  door  studenten,  bezwaren  tegen  cijfers  bij  de  faculteiten  ongemoeid.  Alleen  voor  digitaal  archiveren  heeft  een  gezamenlijke  aanpak  meerwaarde.  De  basiseisen  die  je  aan  digitaal  archiveren  stelt  zijn  immers  voor  alle  faculteiten  gelijk:  onwijzigbaar  opslaan,  gebruik  van  een  digitaal  duurzaam  formaat,  terug  kunnen  vinden  van  gearchiveerde  documenten  via  verschillende  ingangen,  tijdige  vernietiging.    De  hogeschool  wil  de  archiefvoorziening  inrichten  als  een  los  stuk  software  met  een  open  koppelvlak  waarop  de  digitale  systemen  van  iedere  faculteit  (en  ook  eventuele  scansystemen)  kunnen  aansluiten.  Het  koppelvlak  zorgt  voor  aansluiting,  controleert  ook  of  minimale  metadata  aan  de  aangeleverde  documenten  worden  meegegeven  en  zorgt  voor  aanvulling  van  die  metadata  met  gegevens  uit  de  studentenadministratie.      De  faculteiten  zien  het  nut  van  een  digitaal  archief,  maar  ze  zijn  wat  terughoudend  vanwege  minder  plezierige  ervaringen  met  ‘hogeschoolbrede  automatisering’.    Dus  besluit  de  verantwoordelijke  centrale  afdeling  om  eerst  een  prototype  te  maken.  Een  werkende  archiefvoorziening  op  kleine  schaal:  je  kunt  er  documenten  in  archiveren,  allerlei  metadata  worden  aangevuld  en  het  mooiste  is:  wat  je  er  in  stopt,  kun  je  door  zoeken  er  weer  uit  halen.    Het  prototype  is  niet  veel  meer  dan  een  zoekscherm,  een  zoekresultatenscherm  en  een  database  waarin  je  documenten  en  metadata  kunt  stoppen.  En  toch:  een  rondje  langs  de  faculteiten  met  het  simpele  prototype  maakt  de  faculteiten  hongerig.    Het  prototype  is  ‘van  een  aantrekkelijke  eenvoud’.  Zo’n  beetje  het  moeilijkste  wat  er  is.    

Page 3: Zien is geloven.pdf

•        DIGITAL        •        POSTBUS  84013      •        3009  CA    ROTTERDAM      •      E  [email protected]    •      WWW.DIGITAL.NL      •  

 

 

 Casus  2:  POC  van  een  generiek  zaaksysteem  in  SharePoint  (gemeente)    Een  gemeente  wil  zaakgericht  werken  invoeren.  De  doelstellingen  en  voordelen  zijn  helder.  Ook  is  de  keuze  gemaakt  om  met  SharePoint  te  gaan  werken  en  is  een  bijpassende  leverancier  gezocht.    De  leverancier  levert  een  standaardoplossing  voor  zaakgericht  werken  in  SharePoint.  Het  is  op  zich  verstandig  daarbij  aan  te  sluiten  –  immers  de  leverancier  zal  er  dan  voor  zorgen  dat  de  oplossing  in  de  toekomst  ook  blijft  werken  met  nieuwe  versies  van  SharePoint.  Toch  wil  de  gemeente  eerst  vaststellen  of  de  manier  van  werken  in  die  standaardoplossing  past  bij  de  organisatie.    De  proof  of  concept  behelst  het  volgende.  De  leverancier  richt  de  standaardoplossing  in  op  basis  van  functioneel  ontwerp  dat  de  gemeente  heeft  gemaakt.  Heel  lichtjes,  in  een  proeftuinomgeving,  zonder  af  te  wijken  van  de  standaardoplossing.    Na  een  testronde  wordt  duidelijk  zichtbaar  waar  licht  zit  tussen  de  (ingerichte)  standaardoplossing  en  volledige  realisatie  van  wensen  van  de  gemeente.  Resultaat  is  een  lijst  van  functionaliteiten  waarin  per  functionaliteit  wordt  vermeld  in  hoeverre  de  ingerichte  standaardoplossing  de  functionaliteit  dekt.  Waar  de  afwijkingen  zijn.  Hoe  groot  die  afwijkingen  zijn.  En  welke  gevolgen  dat  heeft  voor  de  werkwijze  van  de  gemeente.  En  wat  de  gevolgen  zijn  voor  kosten  en  doorlooptijd  als  de  gemeente  toch  een  aanpassing  wil.    Zo  krijgt  de  gemeente  heldere  keuze  tussen  aansluiten  bij  de  standaardoplossing  of  duur  en  slecht  onderhoudbaar  (maar  beter  passend)  maatwerk  laten  inrichten.    Casus  3:  POC  van  digitaal  samenwerken  en  archiveren  in  SharePoint  2013  in  de  cloud  (zakelijke  dienstverlening)    Een  groot  commercieel  bedrijf  heeft  in  2012  een  samenwerkingsomgeving  laten  inrichten  met  SharePoint  2010  in  de  cloud.  Aan  die  omgeving  moet  nog  digitaal  archiveren  worden  gekoppeld.  Gekozen  is  om  de  inrichting  van  het  digitaal  archiveren  pas  ter  hand  te  nemen  samen  met  de  introductie  van  SharePoint  2013  (in  de  cloud).  De  preview  van  SharePoint  2013  komt  eind  2012  beschikbaar.  Op  dat  moment  werkt  ongeveer  de  helft  van  de  medewerkers  van  het  bedrijf  –  dat  wil  zeggen  ruim  1000  mensen  –  met  SharePoint  in  de  cloud.  Het  bedrijf  is  benieuwd  en  wil  snel  weten  op  welke  manier  digitaal  archiveren  kan  worden  gerealiseerd  in  SharePoint  2013.  Overstappen  op  SharePoint  2013  komt  sowieso  aan  de  orde  –  als  je  in  de  cloud  werkt,  kun  je  niet  in  oudere  versies  blijven  hangen:  Microsoft  zal  je  binnen  een  jaar  dwingen  om  over  te  stappen  naar  de  volgende  versie  van  SharePoint.    De  eisen  en  wensen  rond  digitaal  archiveren  zijn    eind  2011  al  op  papier  gezet  en  men  is  benieuwd  of  die  eisen  en  wensen  in  SharePoint  2013  overeind  kunnen  blijven.  Zonder  maatwerk.  En  zo  ja,  op  welke  manier…  en  zo  nee,  welke  alternatieven  er  zijn….    De  vaste  SharePointleverancier  van  het  bedrijf  krijgt  een  dag  of  tien  de  tijd  om  alle  wensen  en  eisen  tegen  het  licht  te  houden…  en  om  een  prototype  te  maken  van  de  samenwerkingsomgeving  in  SharePoint  2013  inclusief  digitaal  archiveren.  Zodat  de  beslissers  binnen  het  bedrijf  met  eigen  ogen  kunnen  zien  en  met  eigen  muis  kunnen  klikken  en  zien  hoe  de  samenwerkingsomgeving  er  de  komende  drie  jaar  uit  gaat  zien.    

Page 4: Zien is geloven.pdf

•        DIGITAL        •        POSTBUS  84013      •        3009  CA    ROTTERDAM      •      E  [email protected]    •      WWW.DIGITAL.NL      •  

 

 

Ze  zien  waarover  ze  moeten  beslissen.  Dat  maakt  de  beslissing  een  stuk  gemakkelijker.    Het  nut  van  en  POC  en  prototype  (samenvattend)    Een  POC  (en  een  prototype  evenzeer)  speelt  een  belangrijke  rol  in  het  tastbaar  en  daardoor  beheersbaar  maken  van  oplossingen  voor  digitaal  werken.    De  voordelen  op  een  rijtje:  1. Voor  weinig  geld  weet  je  snel  waar  je  aan  toe  bent:  daarmee  voorkom  je  dat  je  pas  merkt  dat  je  

ontevreden  bent  als  je  zoveel  geld  hebt  uitgegeven  dat  je  niet  meer  terug  kunt.  Of  bij  kunt  sturen.  2. Je  kunt  snel  de  boer  op  en  laten  zien  dat  je  serieus  bezig  bent:  plannen  van  aanpak,  projectplannen,  

functionele  en  technische  ontwerpen.  Soms  zijn  ze  nodig.  Maar  ze  trekken  nooit  echt  iemand  over  de  streep.  Met  een  klein  setje  aan  functionele  eisen  en  een  proefomgeving  waarin  ze  zijn  gerealiseerd,  maak  je  pas  echt  een  stap  voorwaarts.  

3. Je  gaat  een  drempel  over  en  dan  willen  mensen  niet  zo  snel  terug:  als  je  iets  tastbaars  kunt  laten  zien,  hebben  de  beslissers  in  de  organisatie  het  gevoel  dat  er  al  concreet  iets  is  gebeurd.  De  fase  van  plannen  maken  is  voorbij,  we  zijn  begonnen  –  als  we  nu  nog  terug  willen,  zullen  we  een  goede  reden  moeten  hebben.  Nee…  dit  voordeel  is  beslist  niet  in  strijd  met  voordeel  1.  Het  is  een  ander  perspectief.  

4. Je  krijgt  er  zelf  een  gevoel  bij  op  basis  waarvan  beslissen  makkelijker  is:  al  zit  je  midden  in  een  project  en  heb  je  zelf  alle  functionele  wensen  op  papier  gezet,  dan  nog  heb  je  slechts  een  beeld  van  hoe  je  oplossing  gaat  werken.  Knagende  onzekerheid.  Als  je  ziet  hoe  het  gaat  werken,  kun  je  met  meer  zekerheid  en  plezier  verder.  Of  terug.  

5. Je  kunt  meer  mensen  meenemen:  veel  mensen  krijgen  sowieso  pas  een  beeld  van  digitaal  werken  als  ze  het  zien.  Als  je  een  prototype  of  POC  kunt  laten  zien,  kun  je  deze  mensen  focussen  en  meenemen.  

 Het  enige  nadeel  dat  je  zou  kunnen  noemen  is  dat  een  POC  en  prototype  tijd,  geld  en  energie  kosten.    Conclusie    Investeren  in  een  POC  of  prototype  loont  de  moeite.  Het  levert  op  korte  termijn  een  helder  beeld  op  van  een  werkwijze  die  jaren  mee  moet  gaan.  Het  maakt  kiezen  gemakkelijker  en  realistischer.  En  het  past  in  het  nuchtere  Hollandse  model  van  ‘eerst  zien,  dan  geloven’.      De  auteur  Ronald  Groeneweg  (1967)  is  managing  partner  van  Digital,  advies-­‐  en  projectbureau  voor  de  ondersteuning  van  de  invoerig  van  organisatiebreed  digitaal  (samen)werken.  Jarenlange  ervaring  bij  overheid  en  in  bedrijfsleven.  Specialist  op  het  raakvlak  van  digitaal  werken,  het  nieuwe  werken,  zaakgericht  werken  en  digitaal  archiveren.  Praktisch  en  open  ingesteld.    Tel.  06  47  144  980  [email protected]