Zelf onderzoek doen is motiverend

2
COLUMN Zelf onderzoek doen is motiverend Paul Smits Een van de dingen die mij als bij het onderwijs betrokken bedrijfsarts na aan het hart ligt, is het aanleren van onderzoeksvaardigheden. Bedrijfs- en verzekeringsartsen doen onderzoek in het kader van hun beroepsopleiding, de ‘scriptie’. Een klein aantal van hen lukt het om meer gedegen onderzoeks- vaardigheden te verwerven en die om te zetten in een promotie. De afstand tussen scriptie en promotie is ech- ter groot. Onderzoek heeft in de arbodienst en bij UWV doorgaans geen hoge prioriteit en de universitaire insti- tuten liggen voor veel artsen ver weg. Het belang van onderzoek voor de onderbouwing van de dagelijkse praktijk van bedrijfs- en verzekerings- artsen wordt breed onderschreven. Juist onderzoek in de dagelijkse praktijk, uitgevoerd door ervaren bedrijfs- en verzekeringsartsen, is belangrijk. Daarin kunnen onderwerpen worden aangesneden die veelal niet (of nog niet) op de agenda van gevestigde onderzoeksgroe- pen staan. De ontwikkelingen rond ‘evidence-based occupatio- nal medicine’ hebben wat dit betreft een kleine stroom- versnelling veroorzaakt. De vraag om goede en betrouwbare kennis en informatie voor de praktijk sti- muleert het onderzoek. Maar daar is geld voor nodig en dat vraagt dus investeringen. Bij een aantal arbodien- sten e´n bij UWV is dat er gekomen, subsidies vanuit fondsen en overheid helpen daarbij. Zo is voor onder- zoek op het terrein van arbeid en gezondheid het pro- gramma Aladdin van STECR gestart en is onlangs het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde AMC- UWV-VUmc van de grond gekomen. Zelf ben ik betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van een opleidingsmodule ‘onderzoeksvaardigheden voor erva- ren bedrijfs- en verzekeringsartsen’. Hierin werken de NSPOH, het Coronel Instituut en VUmc samen. Ik kijk met veel plezier terug op de eerste uitvoering van deze opleidingsmodule en deze is ook door alle betrokkenen als verrassend positief ervaren. Met subsi- die van SZW zijn we gestart met tien deelnemers. De onderzoeksonderwerpen werden door de deelnemers zelf gekozen en de studies zijn door henzelf uitgevoerd. De opleidingsmodule biedt inhoudelijke ondersteuning en onderlinge feedback. De looptijd van de module is e´ e´ n jaar, het aantal contactdagen 8 en geplande afstandson- derwijsdagen 6. De deelnemers hebben hun onderzoek gepresenteerd op de laatste dag van de module, op een minisymposium. Als eindtoets is gesteld dat er een conceptartikel moest worden geproduceerd dat kan worden aangeboden aan TBV of een ander vergelijkbaar tijdschrift en daarbij een goede kans heeft de redactionele beoordeling te doorstaan. Dat is gelukt! In dit nummer van TBV vindt u het artikel ‘Hartinfarct en depressie’ van B. Cornelius en in de komende nummers volgen nog meer artikelen. De redactie van TBV heeft toegezegd bij de desbetreffende artikelen te vermelden dat het om het eindproduct van de opleidingsmodule gaat. Dan kunt u zelf ervaren wat er mogelijk is voor praktiserende bedrijfs- en verzekerings- artsen met belangstelling voor kwaliteit, die nieuwsgierig zijn naar de onderbouwing van het handelen en affiniteit hebben met het doen van onderzoek. Paul Smits (*) Paul Smits is bedrijfsarts en werk-zaam bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten en het Coronel Instituut van het AMC in Amsterdam. Zijn expertiseterrein is het ontwikkelen, uitvoeren en evalu-eren van onderwijs voor bedrijfsartsen, verzekeringsartsen en medisch studenten. TBV (2006) 14:211–212 DOI 10.1007/BF03074371 13

Transcript of Zelf onderzoek doen is motiverend

COLUMN

Zelf onderzoek doen is motiverend

Paul Smits

Een van de dingen die mij als bij het onderwijs betrokken

bedrijfsarts na aan het hart ligt, is het aanleren van

onderzoeksvaardigheden.

Bedrijfs- en verzekeringsartsen doen onderzoek in het

kader van hun beroepsopleiding, de ‘scriptie’. Een klein

aantal van hen lukt het om meer gedegen onderzoeks-

vaardigheden te verwerven en die om te zetten in een

promotie. De afstand tussen scriptie en promotie is ech-

ter groot. Onderzoek heeft in de arbodienst en bij UWV

doorgaans geen hoge prioriteit en de universitaire insti-

tuten liggen voor veel artsen ver weg.

Het belang van onderzoek voor de onderbouwing

van de dagelijkse praktijk van bedrijfs- en verzekerings-

artsen wordt breed onderschreven. Juist onderzoek in

de dagelijkse praktijk, uitgevoerd door ervaren bedrijfs-

en verzekeringsartsen, is belangrijk. Daarin kunnen

onderwerpen worden aangesneden die veelal niet (of

nog niet) op de agenda van gevestigde onderzoeksgroe-

pen staan.

De ontwikkelingen rond ‘evidence-based occupatio-

nal medicine’ hebben wat dit betreft een kleine stroom-

versnelling veroorzaakt. De vraag om goede en

betrouwbare kennis en informatie voor de praktijk sti-

muleert het onderzoek. Maar daar is geld voor nodig

en dat vraagt dus investeringen. Bij een aantal arbodien-

sten en bij UWV is dat er gekomen, subsidies vanuit

fondsen en overheid helpen daarbij. Zo is voor onder-

zoek op het terrein van arbeid en gezondheid het pro-

gramma Aladdin van STECR gestart en is onlangs

het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde AMC-

UWV-VUmc van de grond gekomen. Zelf ben ik

betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van een

opleidingsmodule ‘onderzoeksvaardigheden voor erva-

ren bedrijfs- en verzekeringsartsen’. Hierin werken de

NSPOH, het Coronel Instituut en VUmc samen.

Ik kijk met veel plezier terug op de eerste uitvoering

van deze opleidingsmodule en deze is ook door alle

betrokkenen als verrassend positief ervaren. Met subsi-

die van SZW zijn we gestart met tien deelnemers. De

onderzoeksonderwerpen werden door de deelnemers

zelf gekozen en de studies zijn door henzelf uitgevoerd.

De opleidingsmodule biedt inhoudelijke ondersteuning

en onderlinge feedback. De looptijd van de module is een

jaar, het aantal contactdagen 8 en geplande afstandson-

derwijsdagen 6.

De deelnemers hebben hun onderzoek gepresenteerd

op de laatste dag van de module, op een minisymposium.

Als eindtoets is gesteld dat er een conceptartikel moest

worden geproduceerd dat kan worden aangeboden aan

TBV of een ander vergelijkbaar tijdschrift en daarbij

een goede kans heeft de redactionele beoordeling te

doorstaan.

Dat is gelukt! In dit nummer van TBV vindt u het

artikel ‘Hartinfarct en depressie’ van B. Cornelius en in

de komende nummers volgen nog meer artikelen. De

redactie van TBV heeft toegezegd bij de desbetreffende

artikelen te vermelden dat het om het eindproduct van de

opleidingsmodule gaat. Dan kunt u zelf ervaren wat er

mogelijk is voor praktiserende bedrijfs- en verzekerings-

artsen met belangstelling voor kwaliteit, die nieuwsgierig

zijn naar de onderbouwing van het handelen en affiniteit

hebben met het doen van onderzoek.

Paul Smits (*)Paul Smits is bedrijfsarts en werk-zaam bij het NederlandsCentrum voor Beroepsziekten en het Coronel Instituut van hetAMC in Amsterdam. Zijn expertiseterrein is het ontwikkelen,uitvoeren en evalu-eren van onderwijs voor bedrijfsartsen,verzekeringsartsen en medisch studenten.

TBV (2006) 14:211–212

DOI 10.1007/BF03074371

13

Wij van onze kant staan klaar om in synergie met de

doelstelling van TBV deze ontwikkeling voort te zetten.

Zal het mogelijk blijken een blijvende cultuur van eigen

onderzoek door bedrijfs- en verzekeringsartsen tot stand

te brengen?

De module krijgt een vervolg, met nieuwe deelnemers

en nieuwe resultaten. Hiervoor zijn nog plaatsen vrij. We

nodigen u van harte uit!

212 TBV (2006) 14:211–212

13