Inhoud

1. Inleiding..........................................................................................................................................3

2. Tekendosier....................................................................................................................................4

1. Omschrijving...............................................................................................................................4

2. Gegevens....................................................................................................................................4

3. Elektrisch schema (Hoofkring-, Stuurkring-, Aansluitschema)....................................................7

4. Onderdelenlijst...........................................................................................................................8

5. Werking......................................................................................................................................9

6. Verbruikers...............................................................................................................................11

2.6.1 Soorten.........................................................................................................................11

2.6.2 Nettype.........................................................................................................................13

3 Verslag van activiteiten................................................................................................................14

4 Verslag van de zelfstudie..............................................................................................................15

4.1 Zelfstudieopdracht 1: De sensoren (Laurenz).......................................................................15

4.1.1 De temperatuur-sensor................................................................................................15

4.1.2 De pressostaat..............................................................................................................16

4.1.3 De thermostaat.............................................................................................................17

4.1.4 De deur-sensor.............................................................................................................18

4.2 Zelfstudieopdracht 2: De risicoanalyse (Tim)........................................................................20

5 Bibliografie...................................................................................................................................28

Pagina 2

1. Inleiding

We zochten een bedrijf die ons wou helpen voor ons elektrisch tekenproject. We vonden eerst geen geschikte bedrijven die ons zouden kunnen helpen. Uiteindelijk kwam Badr Charei met het idee af om misschien het bedrijf van zijn vader goed was. Hij is vertegenwoordiger van een bedrijf die industriële afwasmachines verkoopt. Het was een zeer goed idee, waarom? Iedereen kent wel een afwasmachine, het maakt deel uit van ons dagelijks leven, maar niet iedereen weet wat er allemaal inzit, hoe het exact werkt enzovoort. Daarom hebben we dit onderwerp gekozen. Na de goedkeuring van ons project zijn we begonnen met contact op te nemen met het bedrijf Horeca-land in Brussel.

De industriële afwasmachine

Wij hebben gezocht naar een degelijk merk van industriële afwasmachines en ook waar veel informatie beschikbaar is. Dit maakt het voor ons gemakkelijker om de werking ervan te begrijpen. Wij zijn uitgekomen bij het merk Diamond, dat een zéér bekend merk is in de horeca van industriële machines. Het model is de 02D-EK. De machine is een soort uit de middenmaat m.a.w. deze machine is geschikt voor restaurants maar is te klein voor de grootkeuken. De prijs voor deze machine ligt rond 2 750 euro.

Pagina 3

2. Tekendosier

1. Omschrijving

Nadat dat we alle informatie van het bedrijf kregen konden we samen beginnen uitzoeken hoe de machine exact werk. Door de ondersteuning van het bedrijf en internet weten we nu hoe de machine werkt. In het begin dachten we dat het redelijk eenvoudig in elkaar zat. Achteraf bleek dat dit zeker niet het geval is.Van de verantwoordelijke docent kregen we ook 2 onderwerpen mee dat we moesten verdelen onder elkaar; de sensoren en de risicoanalyse.

Laurenz zal zorgen voor het onderzoek van de sensoren. Tim zal zorgen voor het opstellen van de risicoanalyse. Badr zal zorgen voor de technische zaken (foto’s, literatuur, enz.)

2. Gegevens

DIAMOND

02D-EK

Vaatwasser mand 500x500 mm- Laadhoogte borden diameter 400 mm (hoogte glazen 380 mm).- 1080 borden/uur (60 ") 4 programmas: 60,120,180 seconden of bestendig- Kuipinhoud 20 liter, warmtehouderselement 3 kW- Boilerinhoud 6 liter, vermogen 8 kW- Waterverbruik per cyclus 3 liter- Waspomp, vertikaal, zelflosend, zelfreinigend 0,95 Hp (230V, monofasig)

Elektronisch controle paneel:- CSD Digitaal bedieningspaneel (soft touch)- PLD Vier programma's 60,120,180 seconden of bestendig- EED Energie spaarsysteem- TCD Systeem die een bestendige spoeling aan 85°C verzekert- DRD Vlugge voorverwarmingsfase- DID Auto-diagnose in geval van probleem- ADD temperatuur lezing van boiler en kuip (norm HACCP)- CID Deur zelfsluitend hydraulisch (soft contact)

Pagina 4

Algemene kenmerken:-Met dubbele wanden vervaardigt uit R.V.S. AISI 304 : was enspoelarm uit gegoten polypropyleen, zelfreinigende sproeiers.- Kuip met afgeronde boorden, bodem "gestampt" zelfreinigend. - Zijkanten geperst. - Pompfilter in polypropyleen. - Alle leidingen in "gegoten" polypropyleen- Controle paneel uitneembaar, eenvoudig voor dienst na verkoop.

Technische gegevens : - Automatische vulling van de kuip. - Antiterugslagklep. - Warm water spoeling, R.V.S. boiler.- "TCD", laat altijd een spoeling toe van +/- 85°C.- Een micro-switch stopt de cyclus als de deur geopend word.- Veiligheidsthermostaat. - Hydraulische dosering van het spoelproduct. - Klaar voor het aansluiten van een spoelkit en van een afwasmiddel dosering.

- Standaard geleverd met 2 korven, een kleine bordenhouder, een bestekpot, alle aansluitingsdarmen voor water aan/afvoer.

N.B. : Alle machines gegarandeerd voor het gebruik met aansluiting "osmose" water.

Opmerking:De meeste materialen bestaan uit kunststof of Roestvrij staal. Deze materiaalkeuze is omdat de materialen antibacterieel moeten zijn en mogen zeker, omdat ze ook in contact komen met water, niet roesten.

De machine heeft ook een CE-logo gekregen, dit is het bewijs dat de machine conform is daarvoor geldende regels binnen de Europe Economische Ruimte (EER).

Pagina 5

Pagina 6

3. Elektrisch schema (Hoofkring-, Stuurkring-, Aansluitschema)

Pagina 7

4. Onderdelenlijst

Symbool NaamA1 Elektrisch controle-unitA2 ControlepaneelB1 Sonde watertank-verwarmingselementB2 Sonde boiler-verwarmingselementB3 PressostaatD1 Naspoel-doseerderF2 Commando-zekering

KM1 Relais circulatiepompKR1 Relais boilerverwarmingKR2 Relais watertankverwarmingKR3 VeiligheidsrelaisM1 CirculatiepompM2 DrukverhogingspompM3 AfvoerpompM5 Pomp wasmiddeldispencerP1 HoofdschakelaarP2 Programma-kiezer

P3/P4 Automatische start-drukknopR1 Boiler-verwarmingselementR3 Watertank-verwarmingselement

S1 Veiligheidsthermostaat van het boiler-verwarmingselement

S2 Veiligheidsthermostaat van de watertank-verwarmingselement

S3 Magnetische microswithY1 Magneetventiel voor de vulling van waterZ Anti-bacteriële filter

Pagina 8

5. Werking

Stap 1 :

Drukken we op de drukknop P1◊ On/Off voor de afwasmachine aan te zetten, zodra de drukknop P1◊ ingeduwd en de deur toe is (elektromagnetische contact 10 ) aan, krijgt de elektronische kaart een signaal die het Ventiel Y1 open doet, dan gaat het water door via de boiler tot in de Tank. Als het gewenste waterniveau bereikt is in de Tank dan wordt de tank-pressostaat (B3) 23 ingeduwd door luchtdruk, die activeert en geeft een signaal naar de elektronische kaart die tegelijkertijd het Ventiel Y1 sluit en trekt de contactor KR1 van de R1 weerstand 11 aan. Het water in het Boiler begint dan op te warmen. Die warmt op tot een temperatuur van 90°C. De temperatuur wordt gemeten door Temperatuur sensor (B2) 10, (die meet alleen de temperatuur in het Boiler) die een signaal geeft aan de elektronische kaart als de temperatuur van 90°C bereikt is, (moest de weerstand hoger dan 90°C opwarmen dan is een Veiligheidsthermostaat(S1) 8 geïnstalleerd op het Boiler die de spanning doet vallen en de machine onmiddellijk stil zet ) dan gaat de contactor KR1 opengetrokken en contactor KR2 aangetrokken, R3 weerstand 19 begint nu water in de Tank op te warmen. Het water in het Tank moet tot een temperatuur van 55°C opgewarmd worden die wordt gemeten door een Temperatuur sensor(B1) 33(meet alleen de temperatuur in de Tank), die geeft weer een signaal naar de elektronische kaart dan gaat contactor KR2 opengetrokken (moest de weerstand hoger dan 120°C opwarmen dan is er een Veiligheidsthermostaat(S2) 20 geïnstalleerd op het Boiler die de spanning doet vallen en de machine onmiddellijk stil zet ).Zodat het water in het Boiler en Tank op temperatuur van 90°C en 55°C (kun je het op digitale scherm zien van machine)gekomen is, kan de machine gebruikt worden.

Stap 2:

Door drukknop P2◊ kunnen we de insteltijd van de cyclus kiezen 60sec,120sec of 180sec. Bij elke keer dat je op de drukknop P2◊ drukt, zie je een licht springen naar de verschillende tijden. Een cyclus bestaat uit 2 stappen: 1ste stap afwassen en 2de stap spullen.Als de gewenste insteltijd gekozen is, drukken we op drukknop P3/P4◊ START, dan pas is de machine klaar voor te draaien, OPLETEEN deur van de machine moet volledig toe zijn anders kan de machine niet starten door (elektromagnetische contact 10 ).Nu is de machine ingesteld voor een ganse dag, d.w.z. vuile afwas insteken, deur toe van de machine en de machine begint automatisch aan haar cyclus zonder op drukknop P3/P4◊ START te drukken . Als je tijdens de werking van de machine de deur open doet valt de machine onmiddellijk af, zodra de deur toe is, start die weer automatisch.

Pagina 9

Hoe gebeurt het afwassen + Spoelen?

Als boiler en Tank op temperatuur zijn, deur gesloten, de tijd ingesteld en drukknop P3/P4◊ START ingeduwd is, de elektronische kaart geeft een signaal aan de contactor KM1 die wordt aangetrokken en dan de Was-Motor-Pomp M1 gaat water zuigen uit de Tank via de Filter-Pomp 17 ( beveiliging voor de pomp tegen vuildeeltjes) die op hoge druk gespoten wordt door de Spul-Kammen 5( bovenste en onderste kammen)die zijn niet de zelfde, onderste Kam heeft meer gaten dan bovenste kam, die gaten zijn gepositioneerd zodat de Spul-Kammen een rotatiebeweging maken.

Als de afwastijd gedaan is, krijgt de elektronische kaart een signaal die de Ventiel Y1 aantrekt en laat koude water inkomen in de Boiler, op het moment zelf dat de Ventiel Y1 water doorlaat wordt een dosis spoelproduct in het Boiler gespoten, dankzij Hydraulische dosering D1. Warme water die en spoelproduct die zich in de Boiler bevindt worden geduwd naar de Spul-Kammen 5 voor het spoelen van de afwas. Na het spoelen is de volledige cyclus klaar, machine stopt en klaar voor een nieuwe cyclus.

Optionele Pompen M2, M3 en M5

M2= Pomp voor extra druk tijdens het spoelen, water wordt harder gespoten voor een optimale afspoeling.

M3= Pomp voor het weg pompen van vuil water, soms is het “Decharge = Uitlating?” niet in de grond maar in de muur dus het vuile water blijft hangen in de buis, dus met behulp van die pomp kan het vuile water weg gepompt worden.

M5= motor-pomp voor het dosering van het afwasmiddel, door behulp van het relais.

Pagina 10

6. Verbruikers

2.6.1 Soorten

Circulatiepomp (M1):

Pn: 1 kWU: 230 V, 1-fasigIn: 4,35 Af: 50 Hz

Drukverhogingspomp, optie (M2):

U: 230 V, 1-fasigf: 50 HzAndere parameters afhankelijk van de gebruikte pomp

Afvoerpomp, optie (M3):

U: 230 V, 1-fasigf: 50 HzAndere parameters afhankelijk van de gebruikte pomp

Pagina 11

Pomp wasmiddeldispencer, optie (M5):

U: 230 V, 1-fasigf: 50 HzAndere parameters afhankelijk van de gebruikte pomp, meestal door de fabrikant van het wasmiddel

Boiler-verwarmingselement (R1):

Pn: 8 kWU: 230 V Δ/ 400 V Y, (3-fasig)In: 13 A Δ/ 7,51 A Yf: 50 Hz

Pagina 12

Tank-verwarmingselement (R3):

Pn: 3 kWU: 230 V, 1-fasigIn: 13 Af: 50 Hz

2.6.2 Nettype

Vermits dit apparaat niet wordt gebruikt in de industrie, zitten we met een TT-aardingsnet wat meestal gebruikt wordt voor de woningbouw.

TT-aardingnet:

Bij een TT-stelsel wordt zowel aan de transformatorzijde als aan de kant van de verbruiker een verbinding met de aarde gemaakt. De nulleider van de transformator wordt geaard. De aarde wordt aan de verbruikerszijde verbonden met de PE-leiding. In het verdeelnet is dus geen afzonderlijke beschermingsleiding opgenomen.

Pagina 13

Aansluiting:

Men kan deze machine aansluiten op 3 verschillende spanningsnetten:

400 V, 3-fasig 230 V, 3-fasig 230 V, 1-fasig

3 Verslag van activiteiten

1. Iedereen gaat op zoek naar een bedrijf waar we de meeste en interessantste informatie kunnen vinden.

2. Samen kiezen we het bedrijf “Horeca-Land”.

3. We laten dit goedkeuren door de verantwoordelijke docent.

4. De informatie wordt verspreid aan alle leden van onze groep.

5. Samen zoeken we de werking van de machine uit.

6. We verdelen de taken onder onze drieën.

7. We maken elk zijn studieopdracht.

8. Samen steken we een dossier ineen.

9. Samen maken we de PowerPoint en de tekst voor de verdediging.

Pagina 14

4 Verslag van de zelfstudie

4.1 Zelfstudieopdracht 1: De sensoren (Laurenz)

4.1.1 De temperatuur-sensor

De temperatuur-sensor is van het type “NTC-weerstand”. Dit houdt in dat hoe hoger de temperatuur wordt, hoe meer dat de elektrische weerstand daalt. Het verband tussen de temperatuur en de elektrische weerstandswaarde is vastgesteld door de Zweedse scheikundige Svante August Arrhenius. Hij stelde de ‘vergelijking van Arrhenius’ op:

Hierin is: R: de weerstand in Ω A: een constante in Ω e: de wiskundige constante e B: een constante in K T: de absolute temperatuur in K

De NTC is een halfgeleider-component. Het materiaal is gewoonlijk een metaaloxide, waaraan sporen van metaaloxiden met een andere valentie zijn toegevoegd. Vaak zijn de NTC's uitgevoerd in een schijfvorm met de twee parallelle aansluitdraden in het vlak van de schijf. Soms is de uitvoering zwaarder, van metaal en met een stukje draadeind eraan om een

Pagina 15

betrouwbare bevestiging (thermisch contact) op een koelplaat mogelijk te maken.

Degene die in het afwasmachine zit, heeft een weestands-waarde van 10 kΩ bij 25°C. De behuizing van de sensor bestaat uit AISI 304 roestvrij staal.De kabel is bekleed met silicone. Zowel de sensor als de kabel zijn toegelaten tussen een temperatuur bereik van -40 tot 110 °C. Ook hebben zij een IP-klasse van 67, wat wil zeggen dat ze volledig stof en waterdicht zijn.

Er zitten in deze machine 2 temperatuur-sensoren in. Eén voor de boiler-temperatuur en één voor de tank-temperatuur.

4.1.2 De pressostaat

Een pressostaat is een op druk werkende schakelaar. Het wordt gebruikt in een afwasmachine om de waterstand te controleren.Deze bestaat uit een membraam waar het water inkomt en een elektrisch gedeelte. Wanneer er water in de pressostaat inkomt zal het water tegen het membraam duwen, op een bepaald moment zal de druk groot genoeg zijn om de schakelaar te doen wisselen. De pressostaat bestaan uit drie pinnen, één daarvan is de hoofd-pin. De twee anderen pinnen dienen voor het normaal-open of normaal-gesloten contact.

Pagina 16

4.1.3 De thermostaat

De thermostaat, in de volksmond wordt hij vaak ook aqua-staat genoemd, is hier een beveiliging voor moesten de temperatuur-sensoren falen. In deze machine zitten er twee in. Eén in de boiler en één in de tank. Deze zullen afslaan bij een temperatuur respectievelijk aan 65 °C en 95 °C.

Een thermostaat bestaat uit een bimetalen strook, deze bestaat uit twee verschillende op elkaar gewalste stukken metaal, invar (nikkel-ijzerlegering) en roestvast staal (RVS). Deze twee metalen hebben verschillende uitzettingscoëfficiënten, waardoor het bimetaal bij temperatuursverandering zal gaan buigen: het ene gedeelte zet immers sterker uit dan het andere. Om een grotere uitwijking te kunnen realiseren of een grotere verstelkracht te verkrijgen, is een lange strip nodig. Deze strip wordt daarom spiraalvormig gedraaid, zodat die in een kleine behuizing past.

Figuur: het uitreken van een niet- aan-elkaar vastgemaakt bi-metaal (bovenste. het uitrekken van aan elkaar vastgemaakt bi-metaal (onderste)

4.1.4 De deur-sensor

Pagina 17

De deur-sensor bestaat uit enerzijds een hall-sensor en anderzijds een magnetisch materiaal. Vloeit er door een Hall-sensor een elektrische stroom en wordt deze in een loodrecht daarop staand magneetveld gebracht, dan levert hij een elektrische spanning, die proportioneel is met het product van magnetische veldsterkte en de stroom.

Figuur: Het “Hall-effect”:

Pagina 18

1. Elektronen2. Hall-element (Hall-sensor)3. Magneten4. Magnetisch veld5. Voedingsbron

4.2 Zelfstudieopdracht 2: De risicoanalyse (Tim)

Overal gebeuren verscheidene arbeidsongevallen. Hiervoor wordt er voor ieder toestel een analyse gemaakt van de risico’s. Bij deze analyse draait het er om alle mogelijke risico’s op te lijsten een score te gaan geven.

Een risico analyse is nodig om aan preventiewerking te kunnen doen binnen een bedrijf. Men gaat het beleid afstemmen op de gemaakte analyse. Voor dit beleid wordt gekeken naar

- Welzijn van de werknemer op de werkvloer- Aan welke risico’s kunnen werknemers blootgesteld worden- Welke preventiemogelijkheden zijn er om deze risico’s te laten verminderen

Voor de risico analyse zelf gaat men kijken naar

- Mogelijke gevaren- Of er door de gevaren schade kan veroorzaakt worden- Of er de mogelijkheid is om preventiemaatregelen te nemen-

Bepalen van de risicograad en risico beoordeling.

Risico - analyse volgens KINNEY

Pagina 19

De Kinney factoren zijn: - Ernst (E)- Waarschijnlijkheid (W)- Blootstelling (B)

De risicograad (R) = E x W x B

De ernst of mogelijke gevolgen: E

Waarde

Ramp: talrijke doden of schade > 10.000.000 euro 100

Onheil: enkele doden of schade > 1.000.000 euro 40

Zeer ernstig: dodelijk ongeval of schade > 100.000 euro 15

Ernstig: ernstig letsel of schade > 10.000 euro 7

Belangrijk: ongeschiktheid of schade > 1000 euro 3

Laagste: klein ongeval met EHBO hulp of schade > 100 euro 1

De waarschijnlijkheid: W

Waarde

Te verwachten 10

Goed mogelijk 6

Ongewoon maar mogelijk 3

Enkel mogelijk als grensgeval 1

Denkbaar maar zeer onwaarschijnlijk 0,5

Praktisch onmogelijk 0,2

Virtueel onmogelijk 0,1

De blootstelling: B

Pagina 20

Waarde

Bestendig 10

Frequent (1x/dag) 6

Occasioneel (1x/week) 3

Ongewoon (1x/maand) 2

Zelden (1x/jaar) 1

Zeer zelden (eenmaal/jaar) 0,5

De risico aanvaarding:

Het product van deze drie factoren wordt als volgt beoordeeld:

R > 400: zeer hoog risico, het stopzetten van de machine in aanmerking te nemen.

R: 200 tot 400: hoog risico: onmiddellijk verbetering vereist.

R: 70 tot 200: belangrijk risico: verbetering vereist

R: 20 tot 70: risico mogelijk: aandacht vereist

R < 20: risico: misschien aanvaardbaar

Refe

renti

e Ident.risico

Risico beoordeling

Risico

graad

Pagina 21

num

mer

Gevaarlijke zone

Nie

t van

toep

assin

gO

KwN

iet O

KAa

nvaa

rdba

arAa

ndac

ht v

erei

stM

aatr

egel

en v

erei

stO

nmid

delli

jk v

erbe

t.Ac

tivite

it st

oppe

n

Waa

rsch

ijnlij

khei

d

Bloo

tste

lling

Erns

t

Risic

ogra

ad

1. BEDIENINGSSYSTEMEN

1 Duidelijk zichtbaar? X

2 Herkenbaar? X

3 Waar nodig op passende wijze gemerkt? X

4 Buiten de gevaarlijke zone? Of zodanig zonder extra gevaar. X

5 Geen gevaar bij onopzettelijke handelingen? X

2. IN WERKING STELLEN

6 Alleen door een opzettelijk verrichte handeling? X

7 Start niet na een energie-uitval elektriciteit X

3. STOPZETTEN

8 Stopknop waarmee in de kortst mogelijke tijd kan gestopt worden? X

9 Is de stopknop binnen handbereik? X

Pagina 22

10

Is elke werkpost voorzien van een stopknop waarmee het geheel of een gedeelte kan stilgelegd worden X

11

Heeft de stop voorrang op de start?X

12

Zijn de energievoorzieningen onderbroken bij een stop? X

4. NOODSTOP

13

Is er een noodstop aanwezigX X

0.2 2 1 0.4

5. SPECIFIEKE GEVAREN

14

Is er een afscherming tegen vallende of wegschietende voorwerpen? X

15

Is er een afzuiging voor gasX

16

Is er een opvang voor vloeistof aanwezig?X

17

Is er kans op lekkenX X 10 2 1 20

6. STABILITEIT

18

Is het arbeidsmiddel en de onderdelen voldoende stabiel? X

7. UITEENSPRINGEN OF BREKEN

Pagina 23

19

Beveiligingsmiddelen tegen breken of uiteenspatten van onderdelen? X 10 2 1 20

8. TEMPERATUUR

20

Beveiliging tegen hoge of lage temperaturen?X

21

Beveiliging tegen verbrandingX

9. ALARMSIGNALEN

22

Zijn de alarmsignalen herkenbaar en waarneembaar? X

10. GEBRUIK

23

Wordt het arbeidsmiddel gebruikt waarvoor het geschikt is? X

11. Onderhoudswerkzaamheden

24

Werktuigen mogen niet gereinigd of hersteld worden in beweging? X

25

Bouten of andere stukken mogen niet vastgedraaid worden met bewegende werktuigen in de nabijheid? X

Pagina 24

26

Verboden gevaarlijke drijfwerken te smeren in beweging, tenzij met de nodige veiligheidsvoorwaarden? X

27

Wordt het onderhoudsboekje goed bijgehouden?X

12. LOSKOPPELEN KRACHTBRON

28

Duidelijk identificeerbare inrichting waarmee de krachtbronnen kunnen losgekoppeld worden? X

29

Kan het her aansluiten gevaarloos gebeuren?X

13. WAARSCHUWINGEN EN SIGNALEN

30

Zijn de waarschuwingen en signalen noodzakelijk voor de veiligheid aanwezig? X

14. BEREIKBAARHEID

31

Kunnen alle punten onder veilige voorwaarden bereikt worden voor de productieafstelling of onderhoud? X

15. BESCHERMING TEGEN

32

Bescherming tegen brand of verhitting?X

33

Bescherming tegen gas, stof en dampontwikkeling? X X

0.5

0.5 7 1.75

Pagina 25

24

Bescherming tegen het vrijkomen van vloeistoffen of andere stoffen? X X

0,5

0.5 1 0.25

35

Bescherming tegen schadelijke stralingen?X

16. VOORKOMEN VAN ONTPLOFFINGEN

36

Zijn er geen risico’s van ontploffing?X

17. VOORKOMEN VAN ELEKTROCUTIE

37

Voorkomen van een direct of indirect contact met elektriciteit? X

Risicofactor

∑ (risicograden)=0.4+20+20+1.75+0.25=42.4

In totaal hebben we 5 risicograden.

42.45

=8.48

R > 400: zeer hoog risico, het stopzetten van de machine in aanmerking te nemen.

R: 200 tot 400: hoog risico: onmiddellijk verbetering vereist.

R: 70 tot 200: belangrijk risico: verbetering vereist

R: 20 tot 70: risico mogelijk: aandacht vereist

R < 20: risico: misschien aanvaardbaar

Ons risico is kleiner dan 20 en is dus misschien aanvaardbaar.

Pagina 26

5 Bibliografie

http://www.diamond-europe.com/index.aspx Nuttig

http://www.horeca-land.be Nuttig

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina Interessant

http://users.telenet.be/my_site/Documenten%20BTV/Binder1.pdf Interessant

Pagina 27