WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ......

12
1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 1 WOON PLAN 2012 - 2013 'Wonen langs Dijle en Nete' Berlaar, Bonheiden, Duffel, Putte, Sint-Katelijne-Waver 28 maart 2012 WOON STUDIE WOON VISIE WOON ACTIES

Transcript of WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ......

Page 1: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 1

WOON PLAN

2012 - 2013

'Wonen langs Dijle en Nete' Berlaar, Bonheiden, Duffel, Putte, Sint-Katelijne-Waver

28 maart 2012

WOON STUDIE

WOON VISIE

WOON ACTIES

Page 2: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 2

Page 3: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 3

Inhoud

1. Inleiding ............................................................................................................................... 4

2. Een woonbeleid, als onderdeel van een globaal beleid........................................................ 5

2.1. Samenhang met andere lokale plannen ........................................................................ 5

2.2. Inspraak en participatie ................................................................................................. 6

3. Het woonplan, een drieluik .................................................................................................. 7

4. Managementsamenvatting .................................................................................................. 8

4.1. WoonPlan ..................................................................................................................... 8

4.2. WoonStudie .................................................................................................................. 8

4.3. WoonVisie .................................................................................................................... 9

4.4. WoonActies ................................................................................................................ 10

5. Verklarende woordenlijst ................................................................................................... 11

Page 4: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 4

1. Inleiding

Eind 2009 besloten de gemeenten Berlaar, Bonheiden, Duffel, Putte en Sint-Katelijne-Waver om hun lokaal woonbeleid (verder) uit te bouwen. Zij richtten hiervoor samen met de intercommunale voor streekontwikkeling IGEMO een nieuwe interlokale vereniging op: 'Wonen langs Dijle en Nete'. De OCMW’s van de deelnemende gemeenten traden even later toe tot de vereniging. Het beheerscomité van de vereniging stuurt de algemene ontwikkeling van het lokaal woonbeleid. Begin 2010 werd effectief gestart met de uitbouw van een Team Wonen, de inhoudelijke werking en de opmaak van een project-/subsidiedossier voor de Vlaamse overheid. Op 15 oktober 2010 werden de subsidies goedgekeurd. Voor de uitvoering van het project 'Wonen langs Dijle en Nete' doen de 5 deelnemende gemeenten een beroep op IGEMO, die reeds op meerdere aanverwante terreinen actief is (ontwikkeling woonprojecten, energiezuinig- en duurzaam wonen, FRGE-leningen, …). In het project-/subsidiedossier werd reeds een verkennende omgevings-analyse opgenomen en een meer doorgedreven analyse en opmaak van een woonplan in het vooruitzicht gesteld. Dit woonplan met daarin een woonstudie, een woonvisie en woonacties brengt een schat aan informatie en ambities samen. Het geeft een antwoord op drie vragen: Hoe is de actuele woonsituatie? Waar willen we naar toe? Hoe gaan we dit bereiken? Het algemeen doelstelling hierbij is de realisatie van het recht op wonen op een integrale, geïntegreerde en inclusieve wijze. Veel leesgenot.

De opmaak van dit woonplan én de uitvoering hiervan werd en wordt mogelijk en betaalbaar

gemaakt dankzij de financiële ondersteuning van Wonen-Vlaanderen en de provincie

Antwerpen. Het saldo wordt gedragen door de 5 gemeentebesturen.

Page 5: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 5

2. Een woonbeleid, als onderdeel van een globaal beleid

2.1. Samenhang met andere lokale plannen

Een lokaal woonbeleid is een onderdeel van een algemeen lokaal beleid en vaak verbonden met andere lokale sectorbeleidsplannen. In het project/subsidiedossier 'Wonen langs Dijle en Nete' werd reeds de nood aan een integraal, geïntegreerd en inclusief beleid geschetst.

De thema’s ‘wonen-werken-leven’ zijn sterk en in een driehoeksrelatie met elkaar verbonden.

Wonen – een dak boven je hoofd – behoort tot de basisbehoeften van elke mens. In de mate dat deze behoefte gerealiseerd wordt of is, komt er ruimte vrij om te werken aan andere basisbehoeften en zelfontplooiing. In onze maatschappij staat ‘wonen’ in nauwe relatie met ‘werken’ en ‘leven’. Werken staat zowel voor de activiteit als voor de functie: een inkomen genereren en contact met anderen. Werken kan je ook vervangen door ‘leren’ of ‘studeren’. ‘Leven’ omvat alles wat je in je vrije tijd doet: cultuur, ontspanning, sport, familiebezoek, winkelen en shoppen, diensten bezoeken, … De ‘weg’ tussen wonen, werken en leven loopt via mobiliteit: mensen verplaatsen zich via een route en (vaak) met een hulpmiddel van het ene naar het andere ‘thema’. Dit vindt plaats binnen zowel een bestuurlijk kader als een ruimtelijk en ecologisch kader dat het geheel min of meer ordent en ‘adem’ruimte geeft:

WONEN

LEVEN

WERKEN MOBILITEIT

RUIMTELIJK & ECOLOGISCH KADER

Het bestuurlijk kader: Europa – België – Vlaanderen – Provincie - Gemeente

Page 6: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 6

Anderzijds is een woonbeleid ook sterk verbonden aan doelgroepenbeleid. Sommige doelgroepen hebben nu eenmaal eigen kenmerken en specifieke problemen en noden:

kinderen (> speelgroen)

senioren en personen met een handicap (> toegankelijkheid en zorg)

daklozen (> opvang)

starters (> wie net het ouderlijk huis verlaat mist vaak kennis en kapitaal, nodig op de woningmarkt)

De timing van de opmaak van de verschillende plannen is verschillend aan de opmaak van dit woonplan. Dit plan komt te vroeg om de afstemming met en integratie in andere thematische of doelgroepplannen tot stand te brengen. Het woonplan kan wel een bijdrage leveren aan deze andere, ruimere visies en plannen alsook aan de opmaak van een volgend algemeen lokaal strategisch beleidsplan.

Het decreet op planlastvermindering voorziet in het bekend maken van de Vlaamse beleidsprioriteiten en bijhorende subsidieregelgevingen. Het lokaal bestuur geeft in haar strategische meerjarenplan aan op welke wijze ze invulling geeft aan deze Vlaamse beleidsprioriteiten en op welke subsidies men beroep wil doen.

De plannen lopen voor 6 jaar, maar kunnen na 3 jaar bijgestuurd worden.

De Vlaamse regering zal hiervoor 14 sectorale decreten aanpassen. De subsidieregeling voor het lokaal woonbeleid verloopt niet via een decreet en is hierin (momenteel nog) niet opgenomen. Echter, meerdere van deze 14 decreten gaan over beleidsdomeinen waarin ‘wonen’ wel vaak aan bod komt. Voor de 5 gemeenten zijn de beleidsplannen over volgende domeinen relevant voor het lokaal woonbeleid : het lokaal sociaal beleid, het ouderenbeleid, regionale samenwerking in de welzijnssector en het milieubeleid.

Daarom is het zeker zinvol om het lokaal woonbeleid in het lokaal strategisch beleidsplan op te nemen. Indien we spreken van een integraal, geïntegreerd en inclusief woonbeleid, heeft dit immers niet enkel betrekking op zichzelf, maar ook op dit ruimer verband. De uitbouw en realisatie van het woonbeleid beïnvloedt de andere onderdelen, en omgekeerd. Daarom vind je in dit woonplan soms linken met de andere levensdomeinen.

Wonen-werken-leven zit niet gevangen binnen de gemeentegrenzen. De markten situeren zich op een hoger niveau en de mobiliteit zorgt ervoor dat mensen zich verder (kunnen) verplaatsen. Het ruimtelijk-ecologisch kader is vaak ook (gemeente-)grensoverschrijdend. Binnen een streekvisie en -beleid is een wederzijdse afstemming tussen het (gemeentelijk) woonbeleid en dit streekbeleid wenselijk.

2.2. Inspraak en participatie

Een woonbeleid moet onderbouwd zijn met relevante cijfers, studies en analyses. Tegelijk geven we ook aandacht aan lokale ervaringen en ideeën waarmee we problemen en kansen opsporen die niet of moeilijk in cijfers uit te drukken zijn. Bij de verkennende omgevingsanalyse die begin 2010 werd opgemaakt, werden de lokale politici en ambtenaren reeds bevraagd over het lokaal woonbeleid. De woonstudie vult deze gegevens aan met informatie uit het lokaal middenveld en gemeentelijke adviesraden. Via de gemeentelijke infobladen hebben we de inwoners geïnformeerd over de opmaak van de woonstudie en hen opgeroepen om, via de Woonwinkel,– knelpunten, problemen en voorstellen rond woonbeleid aan ons te bezorgen. Het ontwerp van woonplan werd ook voorgelegd en besproken tijdens het Woonforum Dijle en Nete op 23 november 2011.

Page 7: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 7

3. Het woonplan, een drieluik

De gemeenten Berlaar, Bonheiden, Duffel, Putte en Sint-Katelijne-Waver gaven via de interlokale vereniging 'Wonen langs Dijle en Nete' aan de projectuitvoerder IGEMO de opdracht om een woonplan te realiseren. Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan. Het woonplan bestaat uit 3 luiken

1:

WoonStudie

WoonVisie

WoonActies De woonStudie beschrijft de woonsituatie in z’n veelheid aan aspecten zoals die zich in de 5 gemeenten voordoet of voorspeld wordt. In dit document beschrijven we de bestaande toestand in een context met een ruimte- en tijdsdimensie. Dit mondde uit in een SWOT-analyse:

Wat zijn de sterkten, zwakten, bedreigingen en kansen van de 5 gemeenten op vlak van wonen?

Wat is gemeenschappelijk en wat is verschillend? De woonVisie beschrijft hoe de gemeenten kijken naar woonproblemen en -uitdagingen en welk toekomstbeeld men voor ogen heeft. De visie – waaronder deelvisies op woonkwaliteit en wonen voor allen – en de strategische doelstellingen geven aan wat de 5 gemeenten – op lange termijn – willen bereiken. De woonActies vormen het 3

de deel van het woonplan. De acties geven heel concreet en per jaar aan wat

de gemeente wil en zal doen om die visie en dat toekomstbeeld te realiseren. Uiteraard worden de acties ‘SMART’ geformuleerd: specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdsgebonden. Ze werden enkel tot 2013 geformuleerd aangezien het project/subsidiedossier ook tot 2013 loopt. De gemeente Putte had reeds enkele jaren geleden een woonplan opgemaakt. Heel wat acties uit dit plan zijn reeds uitgevoerd of volop in uitvoering. De acties voor 2012 en 2013 werden mee in de activiteiten en acties geïntegreerd. In bijlage bij het actieplan geven we een overzicht van hoe hun acties in dit geheel geïntegreerd werden.

1 We schrijven soms de letters P, S, V en A bewust in hoofdletters zodat visueel snel duidelijk is welk luik van het plan we bedoelen.

STUDIE

VISIE

ACTIES

W O O N P L A N

Page 8: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 8

4. Managementsamenvatting

4.1. WoonPlan

Dit woonplan zet met een woonvisie, strategische doelstellingen en heel concrete activiteiten en woonacties de krijtlijnen uit voor het woonbeleid dat de gemeente de komende jaren wil voeren. Het wordt onderbouwd door een uitgebreide woonstudie die de realisatie van het recht op wonen in al zijn aspecten belicht. De Vlaamse Wooncode omschrijft dit recht op wonen als: “Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd.” Het beleidsdomein ‘wonen’ is via ‘mobiliteit’ verbonden aan tal van andere domeinen, voornamelijk te groeperen onder de noemers ‘leven’ en ‘werken’. Dit geheel situeert zich binnen een bestuurlijk, ruimtelijk en ecologisch kader. Dit kader is echter niet vastomlijnd, maar continu in evolutie. Deze nota ‘WoonPlan’ geeft een inleidend kader en functioneert als een ‘kaft’ waaronder 3 deelnota’s vallen:

De WoonStudie geeft een uitgebreid overzicht over alle mogelijke aspecten die van belang zijn om een lokaal woonbeleid vorm te geven en sluit af met een SWOT-analyse.

Aansluitend volgt de WoonVisie die niet alleen de lokale visie omschrijft op vlak van wonen, maar ze ook concreter maakt op basis van 13 strategische doelen.

Tot slot worden in de nota WoonActies deze doelen verder uitgewerkt in een reeks activiteiten, waaronder acties vallen, met bijhorende te behalen resultaten en indicatoren.

De opmaak van dit woonplan gebeurde niet in het luchtledige. Voorafgaand had de gemeente Putte reeds een woonplan opgemaakt en besloten de gemeenten Berlaar, Bonheiden, Duffel, Putte en Sint-Katelijne-Waver om samen te werken bij de uitbouw van hun lokaal woonbeleid. Deze regio telt meer dan 30 000 huishoudens en meer dan 78 000 inwoners en wil via de interlokale vereniging 'Wonen langs Dijle en Nete' het lokaal woonbeleid vorm geven. Voor de uitvoering doet men beroep op de intercommunale voor streekontwikkeling IGEMO. 'Wonen langs Dijle en Nete' maakt ook dankbaar gebruik van de subsidies die Vlaanderen voorziet voor de intergemeentelijke samenwerking bij de uitbouw van een lokaal woonbeleid. De subsidieaanvraag vereiste een projectdossier waarin reeds ten dele een woonvisie en woonacties werden uitgeschreven, gebaseerd op een verkennende woonstudie. Dit woonplan bouwt hier op verder. Reeds in het projectdossier werd de keuze gemaakt voor een integrale, geïntegreerde en inclusieve aanpak:

Integraal: aandacht voor de vele verschillende elementen met betrekking tot het lokaal woonbeleid en de realisatie van het recht op wonen.

Geïntegreerd: aandacht voor de wederzijdse samenhang tussen al die elementen.

Inclusief: aandacht voor de ‘prioritaire’ doelgroep is ‘inbegrepen’ in dit woonplan.

4.2. WoonStudie

Na een bondige schets van de woonactoren geeft de woonstudie het regelgevend beleidskader. Europa legt bijna-0-energiewoningen op vanaf 2020 en de federale overheid heeft een aantal belangrijke bevoegdheden, maar draagt die de volgende jaren voor een groot deel over aan de gewesten. Vlaanderen bouwt al bijna 20 jaar haar woonbeleid uit via de Vlaamse Wooncode en beschikt over tal van instrumenten: subsidies, woonkwaliteitsnormen, sociale huisvesting, … Ook het decreet Grond- en pandenbeleid regelt heel wat wooninstrumenten: sociale last, leegstand, … Verder – en dit is essentieel voor dit woonplan – krijgen de gemeenten steeds uitdrukkelijker de rol van regisseur van het lokale woonbeleid. Gemeenten worden én verplicht én aangemoedigd om meer werk te maken van hun lokaal woonbeleid. De opmaak van dit woonplan is hiervan een uiting. Het projectdossier 'Wonen langs Dijle en Nete' formuleerde reeds vele activiteiten en acties. De concrete werking toont aan dat deze goed gekozen zijn, want de resultaten zijn boven alle verwachtingen. Het Team Wonen behaalt met de Woonwinkel, de controles op leegstand en woonkwaliteit, … goede resultaten, wat er op wijst dat het kwaliteitsvolle aanbod inspeelt op concrete noden. Drie cijfers ter illustratie: 779 nieuwe ‘klanten’ op 1 jaar en 2 741 klantencontacten, waarvan 1 015 met prioritaire klanten.

Page 9: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 9

De woonstudie belicht ook 2 wetenschappelijke studies: ‘Ruimte voor wonen’ en ‘Is wonen betaalbaar?’. Hieruit blijkt dat er ruimtelijk marges zijn om de verwachte groei op te vangen in het aantal huishoudens en dat de meeste migratiebewegingen zich afspelen binnen de schaduw van de kerktoren. Er is een duidelijke breuklijn tussen huurders en eigenaar-bewoners en tussen één- en twee-inkomenshuishoudens. Wat de woningprijzen betreft valt de betaalbaarheid relatief mee en blijkt dat het de prijsevolutie van de (bestaande) koopwoningen is die de grondprijzen beïnvloedt, en niet omgekeerd. Demografisch staan alle gemeenten voor een grote uitdaging. Het aantal inwoners stijgt de volgende 20 jaar met 7 %, maar het aantal huishoudens stijgt met 13 %. De groei van die huishoudens (die allen een geschikte woning moeten hebben) situeert zich exclusief in het aantal gezinnen met 1 of 2 personen. Het is niet vreemd dat men tegelijk vaststelt dat het aantal 65+ers in de gemeenten stijgt met 35 tot 53 % en het aantal 80+ers zelfs met 60 tot 74 %. De woonstudie belicht ook kort enkele kwetsbare groepen, die vaak specifieke en andere woonvragen hebben dan de gemiddelde burger. Zij verdienen de nodige aandacht omdat het net deze groepen zijn die het minst in staat zijn om zelfstandig hun recht op wonen te realiseren. De woonstudie analyseert in 25 blz. de verschillende aspecten van sociale woningen: het patrimonium, de kandidaat-huurders, de zittende sociale huurders en bezettingsgraden, toewijzing en mutaties, ruimtelijke spreiding en planning, de sociale last, … De gemeente Duffel speelt met 10 % sociale huurwoningen duidelijk in een andere afdeling dan de 4 andere gemeenten die eind 2007 1,5 tot bijna 3 % sociale huurwoningen hadden. Toch zien we – met weliswaar grote verschillen tussen de gemeenten – een nood aan meer en kleinere sociale huurwoningen. Dit geldt zowel voor de actuele huurders als voor de kandidaat-huurders. Deze woningen worden liefst ruimtelijk verspreid en sluiten aan met of bevinden zich in de bestaande woonkernen. Het decreet Grond- en pandenbeleid wil het aantal sociale huurwoningen gevoelig laten stijgen. Dit is meer dan noodzakelijk aangezien de gemiddelde wachttijd sinds 2003 gestegen is van 1,5 naar bijna 3 jaren. De hele grote gezinnen zijn wel klein in aantal, maar vallen momenteel helemaal uit de (sociale) boot bij gebrek aan grote woningen: van de 1 241 sociale huurwoningen zijn er slechts 4 met 5 slaapkamers (0,3%). De sociaal verhuurkantoren zijn een krachtig instrument voor sociaal-economisch zwakke groepen, maar in onze 5 gemeenten slagen zij er maar moeizaam in om hun patrimonium te vergroten. Hier moeten de gemeenten instrumenten zoeken om de inhuring te ondersteunen. Verder is het de moeite waard om andere dan de klassieke concepten te onderzoeken om betaalbaar wonen te realiseren. Woonkwaliteit kent verschillende dimensies. Je hebt de kwaliteitsnormen van de Vlaamse Wooncode: sinds de start van het project komen woningen met kwaliteitsgebreken veel meer aan de oppervlakte, maar dankzij een intensieve aanpak geraken veel van deze kwaliteitsproblemen goed opgelost. Aangezien we een duidelijke vergrijzing van onze bevolking verwachten, is het concept ‘Wonen voor allen’ een belangrijk kwaliteitscriterium. Goede aanpasbare en aangepaste woningen zijn niet alleen essentieel voor senioren, maar voor iedereen comfortabel. De stijgende energiekosten zijn een wezenlijk onderdeel van de woonkosten. Bovendien vraagt onze aarde dringend minder CO2-uitstoot. Een goed isolatiepeil en laag energieverbruik is absoluut noodzakelijk. Verschillende instrumenten stimuleren dit en een woon- en energieloket zou hierin een centrale rol kunnen spelen. Energie-armoede (afsluiten van energiediensten) moet maximaal vermeden worden. Gemeenten kunnen ook via eigen regelgeving hun woonbeleid aansturen en hiermee het recht op wonen helpen realiseren: stedenbouwkundige verorderingen, gemeentelijke subsidies, politiereglementen en belastingen kunnen normerend en gedragsbeïnvloedend werken. De bevraging van het middenveld bevestigt in grote lijnen de andere onderdelen van de woonstudie, waarvan je de samenvatting vindt in de SWOT-analyse, gegroepeerd volgens de thema’s die je ook vindt in het ‘recht op wonen’.

4.3. WoonVisie

Het tweede luik van dit woonplan is de WoonVisie, waarbij de realisatie van het recht op wonen gecombineerd wordt met de rol van het lokaal bestuur hierin. De taken situeren zich op 3 niveaus: de beleidscoördinatie, eigen taken en acties en de rol van centrale communicator en dienstverlener. De woonvisie stelt een bijzondere aandacht voorop wanneer het recht op wonen van bepaalde personen of subgroepen in meerdere mate wordt bedreigd. Verder wordt opnieuw het belang van een integrale, geïntegreerde en inclusieve aanpak benadrukt. Deze algemene visie wordt aangevuld met deelvisies over de thema’s ‘Wonen voor allen’ en ‘Woonkwaliteit’.

Page 10: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 10

Een visietekst geeft enkel een globale richting aan en werd daarom gekoppeld aan 13 strategische doelen. Deze doelen zijn een meer tastbare vertaling van de visie, gericht op een lange termijn en dus legislatuuroverschrijdend. Ze vormen de schakel tussen de woonvisie en heel concrete acties, die in het derde luik zijn uitgewerkt. De strategische doelen zetten in op woonzekerheid, kwaliteit, betaalbaarheid, de leefomgeving en de organisatie van het lokaal woonbeleid.

4.4. WoonActies

De WoonActies vormen het derde luik van dit woonplan, dat voortbouwt op de activiteiten en acties die reeds in het projectdossier 'Wonen langs Dijle en Nete' werden beschreven. Uit de woonstudie bleek immers dat deze goed aansluiten bij de concrete noden en behoeften. Bij de realisatie van een lokaal woonbeleid zijn veel lokale actoren en diensten betrokken. Zij zijn allen partner en dragen met hun eigen deskundigheid bij aan de realisatie van het recht op wonen. Om de link met het projectdossier te bewaren werd voor dezelfde indeling en vormgeving gekozen. De acties van 2010 en 2011 werden nog vermeld als referentiepunt en de reeds geformuleerde acties voor 2012 en 2013 werden bevestigd. Telkens werden naast de acties ook de gewenste resultaten en gekozen indicatoren omschreven. Per activiteit worden nieuwe aanvullende acties geformuleerd die naar aanleiding van de opmaak van de woonStudie en woonVisie als nood werden ervaren. Wanneer acties tot bepaalde gemeenten beperkt worden, hebben we ze visueel aangeduid. De structuur werd eveneens aangevuld met het benoemen van een trekker per activiteit en van de belangrijkste betrokken actoren. Het woonplan en de woonacties die de gemeente Putte voordien reeds goedkeurde, werden in dit document geïntegreerd. Hiervoor werd ook een bijkomend luik over een aangename woonomgeving ingevoerd en werd in het laatste hoofdstuk gesitueerd hoe het ‘oude’ plan in dit ‘nieuwe’ woonplan werd geïntegreerd. Dit ‘Woonplan’ is het eindresultaat van een proces dat in heel 2011 continu vorm kreeg. Het beheerscomité van de interlokale vereniging 'Wonen langs Dijle en Nete' fungeerde als stuurgroep. De ontwerpteksten werden meermaals op het lokale woonoverleg in de 5 gemeenten toegelicht, besproken en aangevuld. Het lokaal woonoverleg gaf ook advies over dit woonplan. Verder kreeg het Team Wonen van IGEMO gewaardeerde suggesties en bijdragen van Wonen Antwerpen (de buitendienst van Wonen-Vlaanderen), van de provincie Antwerpen (cijfermateriaal en kaarten), van de VMSW (cijfers sociale woningen) en van de verschillende lokale woonactoren hun bijdrage in dit globale woonplan.

Page 11: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 11

5. Verklarende woordenlijst

Elke sector kent z’n specifieke afkortingen en vakjargon. Het woonplan maakt hier gemakshalve gebruik van. Wie de woonsector minder goed kent, vindt hieronder meer uitleg .

ADL Activiteiten Dagelijks Leven (assistentie bij …)

BSO Bindend Sociaal Objectief: het aantal sociale huur-/koopwoningen en kavels die de gemeenten moet realiseren

in uitvoering van het decreet Grond- en pandenbeleid

AK / SHE -concept Woningen die enerzijds reeds toekomstgericht voldoen aan:

A: ‘Wonen voor Allen’ (basistoegankelijk voor bijna iedereen)

K: ‘K-peil’ (geeft aan hoe goed een woning geïsoleerd is)

en anderzijds voorbereid zijn voor verbeteringen voor:

S: Senioren

H: mensen met een handicap

E: het E-peil, dat het energieverbruik van een woning weergeeft.

Bescheiden wonen Het aanbod aan kavels en woningen, met uitsluiting van het sociaal woonaanbod, dat bestaat uit

a) kavels met een oppervlakte van ten hoogste 500m²,

b) woonhuizen met een bouwvolume van ten hoogste 550m³,

c) overige woongelegenheden met een bouwvolume van ten hoogste 240m³

(zie de begrippenlijst van het Grond- en pandenbeleid, decreet van 27 maart 2009, artikel 1.2, 1°)

Budgetwonen Een indeling die de gemeente Putte gebruikt:

Het aanbod aan kavels en woningen dat beantwoordt aan de definitie van bescheiden woonaanbod en dat

bijkomende kenmerken heeft:

a) het aanbod is bestemd voor doelgroepen als eenoudergezinnen, alleenstaanden, ouderen, jonge gezinnen,

enz. die niet terecht kunnen op de sociale woningmarkt, wegens te kapitaalkrachtig, maar voor wie de private

woningmarkt soms financieel moeilijk bereikbaar is;

b) de kenmerken van de woningen beantwoorden aan specifieke behoeften van de doelgroepen qua grootte

(afh. van gezinssituatie en eerder niet te groot), qua indeling (aantal slaapkamers), qua bouw (gesloten of

halfopen bebouwing, appartement), qua verkoopprijs (eventueel onder de marktprijs en gedrukt door grootte,

bouw en andere kenmerken) en qua voorzieningen (toegankelijkheid van de woning, dichtbij de kern);

c) de verkoopprijzen van de woningen passen binnen het (eerder beperkte) budget dat de doelgroep

naargelang hun inkomen kan vrijmaken voor het betalen van de woning.

Deze kenmerken worden gedetailleerd per project en afhankelijk van de behoeften, de omgeving, e.a.

CBS College van burgemeester en schepenen

DGPB Het decreet Grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009

ESCO Energy Service Company

IGEMO is erkend om deze service te leveren. De ESCO-service staat in voor een volledige projectbegeleiding

voor de energiebesparende werken (aannemers zoeken, offertes vergelijken …).

FRGE Fonds voor Reductie van de Globale Energiekost:

IGEMO is erkend om zeer goedkope leningen te geven voor energiebesparende werken.

LWO Lokaal woonoverleg (zowel gemeentelijk als intergemeentelijk georganiseerd)

Lokaal bestuur Het gemeente- en OCMW-bestuur samen

PAB Persoonlijk assistentiebudget

Prioritaire doelgroep Iedereen die tot de ruime doelgroep behoort én:

een complex woonprobleem heeft;

en/of een meervoudige achterstelling heeft (ook problemen met gezondheid, financiën, relaties, …);

en/of een beperkte zelfredzaamheid heeft.

Ruime doelgroep De ‘ruime doelgroep’ is iedereen met een vraag rond ‘wonen’ die met de deelnemende een binding heeft

(huidige/ toekomstige/ voormalige inwoner en wie er een woning verkoopt of verhuurt).

RUP Ruimtelijk uitvoeringsplan: een normenkader waaraan nieuwe projectontwikkelingen zich moeten houden

SHM Sociale huisvestingsmaatschappijen (sociale huur- en/of koopwoningen)

Sociaal wonen Het aanbod aan sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels dat voldoet aan beide

hiernavolgende voorwaarden:

a) zij zijn volledig onderhevig aan de reglementering aangaande het sociale huurstelsel of de overdracht van

onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale

huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode;

b) zij worden bestemd tot hoofdverblijfplaats, respectievelijk tot oprichting van een woning die tot

hoofdverblijfplaats zal worden bestemd.

(zie de begrippenlijst van het Grond- en pandenbeleid, decreet van 27 maart 2009, artikel 1.2, 16°)

SVK Sociaal verhuurkantoor (huren woningen in op de private huurmarkt om ze onder te verhuren aan hun

doelgroep)

SWOT-analyse2 Een methodiek om de sterkte-zwakte-kansen-bedreigingen te analyseren

2 http://nl.wikipedia.org/wiki/SWOT-analyse

Page 12: WOON TUDIE V - Home | · PDF fileWonen – een dak boven je hoofd ... november 2011. 1 ... Dit omvat één van de vele acties die in het project- en subsidiedossier omschreven staan

1 - WoonPlan_WLDN_versie 2012-03-28 Blz. 12

VMSW Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

VTE Voltijds equivalent: het aantal personeelsleden, uitgedrukt in het voltijdse tewerkstellingen

WLDN De interlokale vereniging 'Wonen langs Dijle en Nete'