Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil...

82
en lief door B. J.ÎV an W • .J€KMADE Wipneus,Pim

Transcript of Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil...

Page 1: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

en lief P~AAGMANNET"E

door B. J.ÎVan W • .J€KMADE

Wipneus,Pim

Page 2: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor
Page 3: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

WIPNEUS, PIM EN HET

PLAAGMANNETJE DOOR

B. J. VAN WIJCKMADE

lil

GEILLUSTREERD DOOR

H. RAMAEKERS

*

VOOR 8 - 11 JARIGEN

UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT

Page 4: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Voor Willy van Tilburg

Page 5: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Schorretje Het verhaal dat ik nu ga vertellen, begint op een donkere

avond in de herfst. Dan kan de wind zo lekker fluiten door de bijna kale bomen. Soms komt er een hele tak naar beneden. Ja, dan is het maar beter om binnen te blijven. Dan hoor je de wind alleen maar gieren om het huis, of zingen in de schoorsteen.

En als je dan een fijn spannend boek hebt en je stopt je duimen in je oren, dan vergeet je dat je thuis bent ... En zo ga je ook deze keer met me mee! We stappen naar bui­ten, vliegen over jullie straat heen, over de hele stad heen. We gaan steeds verder, over alle landen heen en we ko­men terecht in het Sprookjesbos.

Wat is het hier donker. En wat waait het hard. Maar zie je die lichtjes daar in de verte? Netjes in rijtjes

naast en hoven elkaar? Weet je niet wat dat is? 0 jawel, ik heh je er zo dikwijls al van verteld. Het is het paleis van Koning Goedhart. Jammer, dat het nu zo donker is. Anders zou je zien, hoe prachtig dat paleis is. De muren zijn van gekleurd marmer. De ruitjes in de ramen zijn van kristal. En de poort is van zuiver goud.

De kabouters die er wonen, hebben een goed leven. Geen wonder, want Koning Goedhart draagt zijn naam niet voor niets. Hij héét niet alleen Goedhart, maar hij hééft ook een goed hart.

Hij is al heel oud en dat kun je goed zien aan zijn baard. Die is in al die jaren zo lang geworden, dat hij over de

3

Page 6: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

spoelt hij de baard uit

grond sleept. Dat is wel een leuk gezicht. Maar je begrijpt wel, dat het ook wel eens lastig is. Verbeeld je dat jij met zo'n lange baard liep. Dan zou je niet eens kunnen hollen. Je zou gauw over je eigen baard struikelen en dan lag je op je neus.

Bovendien wordt zo'n witte baard erg gauw vuil en iede­re dag moet koning Goedhart zijn baard wassen. Dat doet hij niet zelf. 0 nee, de koning heeft daarvoor zijn knechtje. Kabouter Zeepsop weet precies hoe hij dat doen moet. Elke morgen komt hij met een emmertje heet water. Daar doet hij wat zeep in en dan moet koning Goedhart in een stoel gaan zitten.

Dan stopt Zeepsop de baard in het sop en begint hem te wassen. Dat mag hij niet te wild doen, anders doet het de koning pijn.

4

Page 7: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Nou en als dat dan gebeurd is, spoelt hij de baard uit en dan moet koning Goedhart een kwartier lang met de baard in een handdoek zitten. Als dan de handdoek er af mag, is de baard weer glanzend wit.

Je ziet wel dat die kabouters allerlei werkjes hebben. Ze hebben het druk en ze zijn daarom ook tevreden.

Maar zo was het niet met een vreemd mannetje dat op die avond in de herfst buiten door het donkere bos liep.

Het waaide zo hard, dat de bomen bijna scheef stonden. Af en toe '-raakte er een tak en dan kwam die met veel geraas naar beneden. Wie zou er nu zin in hebben met dit weer buiten te lopen?

En toch ... Schorretje, het Plaagmannetje was onderweg door het

donkere bos. Hij was niet alleen. Hij was nooit alleen, want hij had zijn ezeltje bij zich. Dat ezeltje heette Mok. Hij stond voor een wagentje en in dat wagentje zat Schorretje. Over het karretje zat een tent gespannen. Dan werd Schorretje niet nat. Want hij had een vreselijke heLet aan nattigheid.

Bovendien kon je hem niet zien, als hij onder zijn tent.ie zat. En dat was maar goed ook, want hij was helemaal niet leuk om te zien. Lieve hemel, wat een akelig ventje was die Schorretje. Hij had niet alleen een hekel aan nattig­heid, maar overal aan. Hij vond het vervelend als de zon scheen, en als de maan scheen en als het waaide en als bet koud was en als het heet was. 's Zomers en '8 winters altUd had hij overal een hekel aan.

5

Page 8: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Het zal je dus niet verwonderen, dat hij na zoveel jaren een vreselijk zuur gezicht gekregen had.

En hij vond het helemaal verschrikkelijk als hij iemand tegen kwam die plezier had. Dan hegon hij meteen te plagen. Nou, en als hij iemand tegen kwam die een lif"dje zong, werd hij woedend.

Nu had hij de hele dag door het hos gereden. En hij was niemand tegen gekomen. Dat was natuurlijk óók weer niet goed. Want nu had hij niemand kunnen plagen. Alleen Mok had hij geplaagd. Maar daar trok Mok zic!h niets -van aan. Het was een wijze ezel.

"Hè, hè" gromde Schorretje, "komt er nu nooit een eind aan dit hos!"

Mok schudde met z'n lange flapper-oren, alsof hij wilde zeggen:

"Nee, er komt geen eind aan." "Ja, ja!" riep het Plaagmannetje, "schud maar met je

ezelsoren! Houd mij maar voor de gek! Maar als je niet gauw zorgt, dat we hier uit komen ... krijg je straks geen voer."

Nu moet je niet denken, dat Mok dat niet erg vond! Dit was geen gewoon ezeltje. Kun je net denken! Hij verstond heel goed, wat Schorretje gezegd had. En die arme Mok had toch al zo'n geweldige honger. Hij

had zó'n honger, dat hij maar steeds liep te dromen over hele hergen hooi! Zo'n lekkere, malse herg hooi! Hoe meer, hoe liever.

En opeens dacht Mok:

6

Page 9: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Zeg! Wat is er aan de hand?"

"Als ik niets te eten krijg, hoef ik ook niet te werken!" En ... boem! Daar stond Mok stil. Stokkestijf stil! Hij flapperde niet eens meer met z'n oren! Eerst had het Plaagmannetje het niet eens in de gaten. Hij zat immers heel diep weggekropen onder het tentje! Maar opeens merkte hij toch wat! Hij botste niet meer heen en weer in het hobbelende

karretje. Schorretje boog zich wat naar voren en riep: "Zeg! Wat is er aan de hand?" Er was niets aan de hand. Helemaal niets.

7

Page 10: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Geen antwoord. Geen geluid. Alleen de storm door het bos. Hoe-hoe-hoe! En Mok stond stijf-stil. "We zijn er nog niet, ezel! Vooruit, en vlug wat!" Jawel. Dat moet je tegen een ezel zeggen, die stil staat.

Je kunt net zo goed een lantaarnpaal leren lopen. Nog steeds gebeurde er niets. Schorretje werd kwaad. Erg kwaad. Brommend kwam

hij uit het wagentje gekropen. Hoei! Daar kreeg de wind hem te pakken. Z'n lange, oude jas fladderde om hem heen. Net twee zwarte vleugels. Het Plaagmannetje liep naar de ezel.

"Vooruit Mok! Trekken! Vooruit!" Maar Mok deed net of er geen Schorretje bestond. Schorretje pakte de ezel vast bij de riemen. Hij hf'gon

te trekken, uit alle macht. Heb je wel eens ooit geprobeerd een dikke boom om

te trekken? Nou, wat er met die dikke boom gebeurde. gebeurde

ook met Mok. Hij bleef staan. Alsof hij vastgemetseld stond.

"Lelijk Mokka-beest. Ik zal je krijgen." Schorretje liep naar zijn wagentje, klom er in en haalde

een dikke stok te voorschijn. "Als je niet gauw begint te lopen, zal ik je eens wat

laten voelen." Ja, ja, Mok wist best wat dat betekende. Hij had al zoveel

8

Page 11: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

stokslagen gehad. Maar deze keer had Mok er echt geen zin meer in om verder te lopen.

Schorretje pakte de stok beet, zwaaide er mee ... En toen blies de storm ineens de hoed van Schorretjes

hoofd af. "Tjoep!" zei de hoed, en hij verdween in het donker. Daar stond het Plaagmannetje nu! Wat een raar ge­

zicht. Hij had een heel lange, zwarte baard, maar boven op zijn hoofd was hij helemaal kaal. Hij vergat, dat hij Mok een klap wilde geven.

Met open mond keek hij naar boven, waar zijn hoed verdwenen was.

De storm nam de hoed mee, joeg hem naar boven en daar juist op het puntje van een tak, bleef hij hangen.

0, 0, wat was Schorretje kwaad. En hij kreeg zo'n koud hoofd. Nu werd hij vast en zeker verkouden. Of hij kreeg de griep.

Hij liep naar de tak, waar zijn hoed hing. Het was zo donker, dat je hem bijna niet kon zien.

Schorretje sloeg met zijn stok naar de hoed ... Jawel, bijna!

Toen begon hij te springen. Steeds hoger! Hè ... haast! Schorretje werd er heel moe van. Hij begon te hijgen.

Hij kon niet meer springen. Toen begon hij met zijn stok te gooien.

Ja ... bijna raak. Maar de stok kwam weer naar beneden. En nu was het

echt raak. Hij viel op het hoofd van Schorretje.

9

Page 12: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Au, dat deed pijn. Maar Schorretje was nu zo woedend geworden dat hij

nog veel wilder met de stok begon te gooien. Telkens en telkens opnieuw.

En eindelijk ... Ja hoor, daar gebeurde het. De hoed kwam naar beneden geduikeld. Vlug raapte hij hem op en zette hem weer op zijn hoofd. Toen draaide hij zich om, om de ezel weer op gang te

brengen. Maar toen zakte zijn mond zó ver open, dat je helemaal

tot achter in zijn keel had kunnen kijken. Op de plaats waar het wagentje en Mok gestaan hadden,

was nu niets. .. Alleen maar lucht! ...

10

Page 13: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Schorretje in het paleis Heel lang bleef het mannetje met grote, ronde ogen

staan kijken. Hij kon het maar niet geloven. Zijn ezel weg en zijn wagentje weg. En waarheen?

Hij keek scherp in het donker of hij nog iets zag bewe­gen.

Maar nee hoor, het was zo donker, dat je geen vijf meter ver kon zien. En horen! Kom nou, het stormde nog altijd even hard.

Daar stond Schorretje nu! Zou hij Mok achterna gaan ? Ja, dat moest hij maar

doen. Maar hij zou hem nooit kunnen inhalen. Mok kon immers veel te hard lopen. Brommend begon Schorretje te stappen.

Hij steunde op zijn stok. Die had hij tenminste nog. Maar al zijn spulletjes waren verdwenen.

De storm lachte hem uit. Telkens vlogen de punten van zijn mantel opzij. Zo leek het mannetje net een grote, zwarte kraai.

Juist toen Schorretje bij een bocht van het weggetje kwam, bleef hij opeens staan.

Zag hij dat goed? Waren daar geen lichtjes? Ja hoor, en nog wel een heleboel. Daar ginds lag een groot paleis. Het lag op een heuveltje.

Als de maan eventjes kwam kijken tussen de wolken door, kon je het goed zien liggen. Alle raampjes waren verlicht.

"Waar lichtjes zijn, is ook volk!" dacht Schorretje.

11

Page 14: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

net een grote, zwarte kraai.

En hij begon te lopen in de richting van het paleis. Het was al laat, maar toch waren de kaboutertjes van

Koning Goedhart nog niet naar bed. Ze hadden vandaag feest. Maar dat wist Schorretje niet. Heel voorzichtig liep hij naar het paleis toe. Schorretje

was altijd een beetje bang voor andere kabouters. Alleen als hij maar één kaboutertje zag, was hij niet bang. 0 nee, dan durfde hij juist erg goed. Kijk, daar was de grote poort. Tjonge, tjonge, wat was die mooi. En daar zag hij een bel hangen.

Zou hij daar eens hard aan trekken en dan weglopen? Ja vooruit, hij zou het maar doen. Hij kon zich gemak­

kelijk verstoppen, tussen die struiken daar. Op zijn tenen liep het Plaagmannetje naar de bel. Hij

pakte het handvat beet en toen trok hij zo hard hij kon.

12

Page 15: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Ting. .. ting... tingeling... galmde de bel. "Roets!" ... Schorretje rende weg, tussen de struiken. Daar bleef hij grinnikend staan kijken. Eerst gebeurde er niets. Toen ging heel langzaam de poort open en een oude

kabouter met een mooie grijze baard keek naar buiten. In zijn hand had hij een heel grote sleutel. Bijna half zo groot als hij zelf was. Het was kabouter Sleutelbaard, de portier van het paleis.

Sleutelbaard keek eens goed en zag toen niemand. Toen keek hij naar links, naar rechts en zelfs naar

boven ... Niemand ... "Da's nou ook wat!" bromde hij toen. "Er wordt gebeld.

Je doet open en dan staat er niemand." Nog even wachtte hij, en toen sloeg hij de poort met

een smak dicht. Het was weer stil. Nog even wachtte Schorretje en toen kwam hij te voor­

schijn. Zou hij het nog eens wagen? Ja hoor, daar liep hij vlug naar de poort. Met één ruk

trok hij het handvat naar beneden. De bel viel zowat van de muur af. Ting ... ting ... tingelingeling ... ting ... ting ... " Het leek

wel of de bel niet kon ophouden. Deze keer vloog de poort bijna direct open. Maar Schorretje zat al veilig tussen de struiken. Sleutelbaard keek wéér naar alle kanten. Niemand. Toen liep hij een eindje verderop. Die bel kon toch

13

Page 16: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

zeker niet vanzelf gaan bellen? Nee, dat had hij tenminste nog nooit meegemaakt.

Sleutelbaard krabbelde eens in zijn baard. Toen begon hij te zoeken. Hij liep een eindje de grote weg op. Het was er erg donker, maar je kon toch wel zien, dat er niemand was.

Toen begon hij tussen de struiken te zoeken. Ook niemand. En toch moest er iemand zijn. Ja, dat was ook zo. Tenminste ... er wás iemand geweest. Maar die was er nu niet meer. Toen Sleutelbaard begon te zoeken, was Schorretje heel

voorzichtig onder de struiken vandaan gekropen. En juist toen Sleutelbaard aan de andere kant zocht,

rende Schorretje naar de grote poort, glipte naar binnen en. .. was in het grote paleis van koning Goedhart.

Hij wist er natuurlijk helemaal niet de weg. Vlug keek hij om zich heen. Waarheen? Waarheen? Direct zou de portier terugkomen. Niemand mocht weten dat hij hier was.

Ha, daar stond een kist. Vlug, vlug. Proberen of het deksel open was. Ja, hij had geluk. In een wip deed hij het deksel omhoog, klom over de rand en juist liet hij het deksel weer zakken, toen Sleutelbaard terugkwam.

"Ook wat fraais! Ook wat fraais! Als ik die leukerd te pakken krijg! Zo'n belletjes-trekker! Als ik hem te pak­ken krijg, zet ik hem in een emmer water."

Brommend bleef de goeie Sleutelbaard bij de poort staan.

14

Page 17: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Als dadelijk die bel nog een keer gaat, ben ik er dicht bij!" zei hij.

Hij ging vlug naar zijn kamertje naast de poort en kwam even later terug met een grote emmer water.

Die zette hij naast de poort neer en bleef toen wachten. Maar er gebeurde niets meer. Na een tijdje werd Sleutelbaard weer een beetje kalmer. Toen zag hij opeens de kist staan. "Dat is waar ook! Die kist moet nog weggebracht wor­

den. Koning Goedhart wil boeken sturen naar kabouter Alfabet."

Die kabouter Alfabet was de geleerdste kabouter van Sprookjesland. De hele dag zat hij te lezen in allerlei ge­leerde boeken. En nu had hij aan koning Goedhart ook om boeken gevraagd. Die kon hij krijgen zoveel hij wilde. Daarom had Alfabet maar vast een lege kist gestuurd. Daar kon heel wat in.

Maar nu zat Schorretje er in. En dat wist Sleutelbaard ook niet.

"Ik zal maar gauw twee kabouters laten komen. Die kunnen die lege kist best dragen."

Hij haalde een fluitje uit zijn zak en blies er heel hard op.

Even later kwamen er twee kabouters aangelopen. Het waren twee echte sjouwertjes. Ze hadden al heel wat kistjes en kisten in hun leven gesleept. De ene heette Hup en de andere Hop.

"Zeg, Hup en Hop, brengen jullie die kist eens even

15

Page 18: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Op je schouders zetten!" was de goede raad van Hop.

naar de kamer van de koning. 't Is voor die lettertjes-eter, je weet wel, Alfabet. Hij weet nog niet genoeg!"

,,0, is 't anders niets? Dat lege kissie neem ik wel effe alleen mee!" zei Hup 'n beetje opschepperig.

"Ja als jij hem hier tot aan de deur sleept, dan draag ik hem wel effe naar de koning!" blufte Hop.

"Hoe je het doet, moet je zelf weten. Als de kist maar op z'n plaats komt!" grinnikte Sleutelbaard.

Hup boog zich over de kist en pakte met allebei z'n handen de randen vast.

"Op je schouders zetten!" was de goede raad van Hop. "Dacht je dat ik dat niet kon?" riep Hup. "Let op!

Daar gaat-ie! Een ... twee ... Hup!" Hup trok ... en er ge­beurde niets ...

"Je hebt niet hard genoeg geteld!" lachte Hop, "voor­uit, nog eens!"

16

Page 19: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Een ... twee ... Hup!" schreeuwde Hup. Hij trok uit alle macht, tot z'n hoofd helemaal rood was. De kist bleef waar ze was ...

"Ga eens even opzij! Da's geen werk voor kleine kin­deren!' zei Hop. '

Hup ging opzij staan. Nu zou Hop eens laten zien, hoe sterk hij was.

"Kijk, hier moet je je handen zetten. Zie je 't nou?" legde Hop uit.

Hup knikte. "Daar heb ik ze daarnet ook neergezet. Toe maar. Pak

'm maar op." "Een ... twee ... Hop!" De kist bleef staan waar ze was. Nog eens probeerde Hop. Hij kreeg een hoofd, dat nog

roder was dan dat van Hup. En dat was alles. "Weet je zeker, dat die kist leeg is?" vroeg Hup aan

Sleutelbaard. "Ja hoor, ik heb hem zelf naar binnen gedragen. Ze

woog bijna niets." "Dan snap ik er niets van!" zei Hop. "Vooruit, dan toch maar met z'n tweeën!" Samen pakten ze de kist. "Een ... twee ... Hup, Hop!" Dat laatste klonk tegelij­

kertijd. En ja hoor, de kist kwam een eindje van de grond af. "Zie je nou wel!" lachte Sleutelbaard. "Jullie moeten

nog heel wat boterhammen eten voor je even sterk bent als ik."

17

Wipneus. Plrn en het Plaag mannetje

Page 20: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Het lijkt wel, of er lood in zit!" zuchtte Hup.

Maar Hup en Hop gaven geen antwoord. Ze hadden al hun krachten nodig om de kist te dragen.

Voetje voor voetje sleepten ze de kist door de gangen van het paleis. Af en toe moesten ze het zware geval neer­zetten om uit te rusten.

"Het lijkt wel, of er lood in zit!" zuchtte Hup. "Dat kan niet. Sleutelbaard zei zelf, dat hij leeg was." Hup voelde eens aan het deksel. "Jammer, dat het deksel op slot zit. Ik zou wel eens

willen weten wat er in zit. Misschien zijn het wel hoeken." In de kist zat Schorretje met een angstig hart. Hij hield met al z'n kracht het deksel omlaag. o wee, als ze hem hier eens zouden ontdekken! Eindelijk waren ze bij de kamer van koning Goedhart. Met een bons lieten ze de kist op de vloer zakken. Eerst klopten ze netjes op de deur. "Binnen!" riep een zware stem.

18

Page 21: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

W at geheurt hier toch? . . . Hup en Hop maakten de deur open en stapten naar

binnen. Daar zat koning Goedhart aan een mooie eiken tafel. Hij was net bezig een brief te schrijven. Zijn mooie, witte baard sleepte een eind over de grond. De kroon op het hoofd van de koning was een beetje

schuin gezakt. Dat kwam, omdat de koning altijd zijn hoofd scheef hield als hij schreef. Nu draaide hij zich om en keek de twee sjouwertjes vriendelijk aan.

"Zo! Hup en Hop! Komen jullie mij wat brengen. Wat zal 't zijn vandaag?"

"Wij hebben de lege kist gebracht van kabouter Alfabet. Waar moeten we ze neerzetten, Sire?"

,,0 ja, dat is waar ook! Die moet ik morgen vol maken. Zet ze hier maar neer in een hoekje en dan kunnen jullie weer naar de feestzaal gaan. Zeg maar dat ik zelf dadelijk ook kom."

Met veel moeite sleepten Hup en Hop de kist naar binnen.

"Wat is dat nu?" vroeg koning Goedhart. "Is die kist zo zwaar of zijn jullie maar van die tere poppetjes? Hij is toch leeg."

"Voelt U zelf maar, Sire. Het lijkt wel of er lood in zit." Koning Goedhart stond op, zette zijn kroon recht en

liep naar de kist. Hij probeerde ze aan één kant op te tillen, maar hij kon het ook niet.

19

Page 22: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Wel, wel, dat is vreemd. Kabouter Alfabet had mij geschreven, dat hij een lege kist zou sturen."

Koning Goedhart probeerde het deksel omhoog te doen. Maar natuurlijk hield Schorretje nu ook het deksel

goed dicht. "Nou, ik zal morgen de timmerman vragen de kist voor

mij open te maken. Gaan jullie maar. En wel bedankt." Met een diepe buiging liepen Hup en Hop de kamer uit. Even later ging ook koning Goedhart naar de feestzaal

van de kabouters. Nu was Schorretje alleen. Heel voorzichtig ging het deksel een millimeter om-

hoog. Nog wat verder, nog wat verder. Twee boze oogjes gluurden de kamer rond. Toen het Plaagmannetje zag, dat er niemand meer was,

klom hij vlug uit de kist. Nieuwsgierig keek hij rond. Tjonge, tjonge, wat een

mooie kamer. Wat een prachtige rode stoelen. En dan die spiegels overal aan de muur. En die mooie schilderijen. Nou, nou, je kon wel zien, dat hier een rijke koning woon­de.

Wacht 'ns even. Hij zou die koning eens lekker plagen. Even liep het Plaagmannetje nog de kamer rond en

toen ... maakte hij de kamerdeur open en glipte de gang op. Niemand had hem gezien.

Het was volop feest bij de kabouters. Geen wonder. Er waren tien kabouters, die die dag honderd jaar werden.

20

Page 23: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Dat is voor een kabouter wel niet zo erg veel, maar het werd toch goed gevierd.

De hele avond werd er gezongen en toneel gespeeld. Ze aten heerlijke feestkoek en ze dronken honingwijn. Het was een echt leuk feest. Maar op het laatst maakte de koning er toch een einde aan. Hij had gezien dat een stel­letje heel kleine kabouters al in slaap gevallen waren.

Toen alle kabouters naar boven waren, ging ook koning Goedhart naar zijn kamer.

Toen hij over de drempel stapte, bleef hij stokstijf staan. Wat was dat? Daar lag zijn brief en de inktpot lag er omgevallen bo­

venop. Al de inkt was over het papier gelopen en de hele tafel zat onder de inkt. Verschrikkelijk!

Vlug wilde hij een doek gaan pakken uit de kast. Wat nu weer? Er kwam opeens leven in de stoelen. Vier, vijf stoelen begonnen over de gladde vloer te zwieren. Dat

Vier, vijf stoelen begonnen over de gladde vloer te zwieren.

21

Page 24: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

kwam omdat de koning tegen een touw was gelopen. Dat touw was van de ene stoel naar de andere gespannen.

Op het laatst zat koning Goedhart tussen de stoelen in op de grond. Zijn kroon tuimelde van zijn hoofd en rolde naar een hoekje van de kamer. De koning snapte er niets van.

Hij keek rond of hij iemand zag, maar nee hoor. De kamer was leeg. En toch ... Er moest iemand geweest zijn. Maar wie?

Zou een van zijn kabouters? ... Wel nee. Dat bestond niet! Het moest iemand anders zijn. Daar zat de koning tussen de stoelen op de grond en

dacht na. Heel diep dacht hij na. Diepe rimpels kwamen in zijn voorhoofd. Met zijn rechterhand aaide hij over zijn haard, die nu een heel eind over de grond lag.

Maar al het denken hielp niet. Gauw ruimde hij de rommel en de vieze inkt op. Die

brief moest hij natuurlijk morgen opnieuw gaan schrijven. Verdrietig ging koning Goedhart naar bed. Misschien kwam hij morgen wel te weten, wie al die

streken had uitgehaald. Na een kwartiertje viel de koning in slaap. De mooie

witte baard lag languit op het bed en ging zachtjes op en neer ...

AI vroeg in de morgen werd kabouter Pannesteel wak­ker. Hij had een heel klein beetje hoofdpijn. Hij wist

22

Page 25: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

niet, hoe dat kwam. Maar toen hij even had nagedacht, wist hij het toch weer wél. Hij had gisteravond feestgevierd. Misschien had hij wat teveel van de feestkoek gegeten? Of misschien had hij wat teveel van de honingwijn gedron­ken. Pannesteel dacht diep na. Was het de feestkoek ge­weest of de honingwijn? Tja, dat was lastig. Misschien wel allebei!

Maar nu moest hij weer aan het werk. Hij moest zorgen dat als straks de andere kabouters opstonden alle boter­hammen klaar waren. En die boterhammen kon hij niet hier in bed klaar maken.

Nee, daarvoor zou hij naar de keuken moeten. Niks leuk! Waarom kregen toch al die kabouters altijd

weer honger. Ze konden best eens een keer overslaan met honger krijgen.

Het duurde wel een kwartier voor Pannesteel zijn witte pakje aan had en zijn grijze slofjes.

Daarna slofte hij slaperig naar de keuken. Hij gaapte een keer heel erg. En heel lang. En hij hield niet eens zijn hand voor zijn mond. Toen draaide hij de kruk van de keukendeur en stapte ... in een pan met water.

"Hu!" deed hij verschrikt, toen hij nattigheid in zijn slofjes voelde. En tegelijk begon de pan te schuiven. Want ze stond niet op de vloer. 0 nee, ze stond op twee deeg­rollen. Maar dat wist Pannesteel toen nog niet. De pan was bovendien aan de onderkant ingesmeerd met vet.

En daar ging ze aan het glijden. Pannesteel stond er met één been in en schoof mee.

23

Page 26: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Als een schaatsrijder zeilde hij door de hele keuken heen. Aan de andere kant botste hij tegen de muur. Nu was Pannesteel toch wel helemaal wakker.

"Wat ... wat ... is dat?" stotterde hij. Hij bleef nog een tijdje met een verbaasd gezicht zitten. Hij keek rond, of hij iemand zag, maar natuurlijk was er niemand.

Eindelijk stond hij op en begon te zoeken. "Als ik die schurk vind, die dat gedaan heeft ... " Dat

zei hij wel tien keer, maar de schurk liet zich niet zien. Pannesteel begon ook in de keukenkast te zoeken. Mis­

schien zat daar wel iemand. Hij maakte het deurtje open en sprong meteen een

meter achteruit. Iets zwarts vloog naar buiten, vlak langs zijn gezicht heen.

~~1Jl;;;::.,. -==;;;

Als een schaatsrijder zeilde hij door de hele keuken

24

Page 27: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Een spook! Een spook!" gilde Pannesteel en rende weg, zo hard hij kon. Maar het was geen spook. Het was de kat.

Hoe zou die toch zo in die kast terecht zijn gekomen? Pannesteel rende schreeuwend en gillend de keuken uit. Juist kwamen de kabouters naar beneden om te gaan

eten. "Help! Help! Een spook! Er zit een spook in de keu·

ken!" Dadelijk kwam er een hele groep kabouters om Pan·

nesteel heen staan. Ze konden wel zien, dat hij erg ge· schrokken was. Zijn gezicht was even wit als zijn jasje.

" Wat is er ? Wat is er?" riepen ze. Angstig begon Pannesteel te vertellen. Eerst over de

pan en toen over het zwarte spook. De andere kabouters snapten er niets van. 'n Heel klein kaboutertje begon te huilen toen hij over dat spook hoorde vertellen.

Helemaal vooraan in het troepje stond een kabouter met een paar heel slimme oogjes. Hij luisterde met open mond naar Pannesteel.

"Waar is het spook heengegaan?" vroeg hij toen Panne· steel even ophield.

"Dat weet ik niet, Pim" bibberde de kok, "ik durf nooit meer in m'n keuken."

"Zal ik eens voor je gaan kijken?" zei Pim. "Durf jij dat?" vroeg Pannesteel. "Waarom niet? Als het een spook is, kan hij je niets

doen. En als het géén spook is, is het iets heel gewoons!"

25

Page 28: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Daar snapte Pannesteel helemaal niets van. Hij dacht diep na. Toen schudde hij met zijn hoofd.

"Ga er niet alleen heen, Pim. Ik waarschuw je. Het is een heel groot spook!" Pannesteel wees zover hij zijn

armen kon uittrekken. "En het is zo zwart als roet. En het kan vliegen ook!" "Nou, zo'n spook wil ik graag eens zien!" lachte Pim. Pim was helemaal niet bang. Hij had al heel wat rare

dingen meegemaakt. Maar af en toe kon hij reuze-goed op­scheppen. Dat deed hij nu ook 'n beetje.

Zou hij wel helemaal alleen die keuken binnengaan? Was Wipneus maar hier. Ha, daar ontdekte hij zijn vriendje Wipneus. Die was even groot als Pim. En ook even slim. En soms

ook even ondeugend. Ja, dat laatste was niet zo mooi. Want Wipneus was niet zo maar een kaboutertje.

Hij was Prinsje Wipneus. Koning Goedhart was zijn va­der. Later zou Prins Wipneus ook koning worden. En daarom moest hij veel leren en ook goed oppassen. Want aan een slechte koning heb je niets.

Nu kwam Wipneus nieuwsgierig aangelopen. Hij had

Pim al zien staan. Zou er weer eens wat aan de hand zijn?

26

Page 29: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Op zoek naar het spook "Wat is er aan de hand, Pim?" vroeg hij. "Ha, Wipneus. Blij dat je er bent. We moeten even een

spook uit de keuken gaan halen." "Wat? Een spook? Een echt?" "Ja zeker. Een zwart spook, ongeveer zo groot als een

olifant. En het kan vliegen. En pannen met water laten glijden."

Wipneus keek zijn vriendje een beetje raar aan. Wat vertelde die malle Pim nu weer?

Maar Pim had nu juist heel veel moed gekregen. Omdat Wipneus er bij was. Samen durfden ze alles.

"Kom, jongens, we gaan kijken!" En daar ging de stoet. Voorop liepen Wipneus en Pim, daar achter een hele­

boel andere kabouters. En helemaal achteraan liep Panne­steel. Aan zijn hand had hij het kleine huilende kabou­~ertje.

- Ze begonnen allemaal wat langzamer te lopen toen ze in de buurt van de keuken kwamen.

Wipneus en Pim liepen op hun tenen naar de deur. Voorzichtig maakten ze de deur op een kiertje open.

En daar loerden vier ogen naar binnen. Twee van Wip­neus en twee van Pim.

Het was doodstil in de keuken. Nog wat verder ging de deur open. Ze stonden klaar om ze meteen weer dicht te smijten.

27

Page 30: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Maar er gebeurde niets. Toen deden ze de deur hele­maal open en keken eens goed rond.

Achter tegen de muur lagen een pan en twee deegrollen in een plas water. En in een hoekje van de keuken zat de kat te likken van een bordje melk.

"Ik denk, dat we het spook al te pakken hebben!" lachte Wipneus, "kijk, daar zit de kat."

Het beest had de hele nacht opgesloten gezeten. Geen wonder, dat het nu een reuze-dorst had. En de melk smaak­te heerlijk.

Wipneus en Pim liepen er naar toe en aaiden de poes. Onmiddellijk begon ze te spinnen.

"Kom maar, jongens!" riepen Wipneus en Pim naar de andere kabouters, die bij de deur stonden.

"We hebben het spook al gevonden!" Ja, ja, nu zagen ze wel, dat het allemaal niet zo erg was,

als Pannesteel verteld had. Eerst begonnen er een paar zachtjes te lachen. Toen wat harder. Nog harder! De rest begon mee te doen. En op het laatst stonden ze allemaal te gieren van het lachen. Ze hielden hun buik vast van plezier.

Pannesteel stond er een beetje beteuterd bij.

Was hij dáár nu zo bang van geweest? Van zijn eigen kat?

Het hele kleine kaboutertje wist niet, waarom de an­deren zo lachten. Maar het was toch wel leuk om mee te doen. En door zijn traantjes begon het kleine ventje mee te doen. Het stond te kraaien en te dansen van plezier.

28

Page 31: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Pannes teel stond er een beetje beteuterd bij.

Juist wilde Pannesteel wat zeggen, toen er nog iemand binnenkwam. Het was koning Goedhart zelf.

"Wat hoor ik toch voor een herrie?" vroeg hij. "En waar blijft mijn ontbijt?"

Het duurde een hele tijd voor Pannesteel alles verteld had. Koning Goedhart luisterde goed. Hij begon diep na te denken.

Wat een rimpels kreeg hij in zijn voorhoofd, als hij nadacht I

Maar hij lachte niet. Nee, helemaal niet. Hij dacht aan de inktpot en de stoelen. Wie zou dat toch allemaal gedaan hebben?

"Ik zal er nog eens over denken," zei de koning. " Wees maar niet bang, Pannesteel. Maak de boterhammen klaar en dan gaan jullie allemaal eten. Over een half uur moeten

29

Page 32: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Wipneus en Pim bij me komen. En ook de timmerman moet dan komen."

"Jawel, Pa." "Jawel, koning." "Jawel, Sire!" De koning ging weg. De andere kabouters gingen eten.

Pim stootte Wipneus aan.

"Er is iets!" fluisterde hij. "Ja, maar wat?" zei Wipneus, "dat moeten we zien te

vinden." Na een half uur stonden Wipneus, Pim en de timmer­

man voor de koning. De stoelen stonden weer op hun plaats. De inkt was opgeruimd. De koning zat op zijn stoel en zeI

"Maak die kist eens open, timmerman. Zet ze eerst maar midden in de kamer. Ik wil ook wel eens zien, wat er in zit. Maar denk er aan. Ze is zo zwaar als lood."

"Leeg!" zei hij, "kijkt U zelf maar koning."

30

Page 33: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

De timmerman pakte de kist aan de ene kant. Wipneus en Pim samen aan de andere kant.

"Een ... twee ... Ja!" Ze tilden de kist op, of het een veertje was. Natuurlijk begonnen ze alle drie te lachen.

"U hebt ons voor de mal gehouden, Vader!" lachte Wipneus.

Verbaasd keek koning Goedhart naar de kist. Nu snapte hij er helemaal niets meer van.

"Wat zit er dan in?" vroeg hij. "Ik denk: veren!" grapte Pim. Maar de koning vond

het niets leuk. "Breek ze open!" zei hij kort-af. De timmerman pakte het deksel, trok en het deksel

vloog open. "Leeg!" zei hij, "kijkt U zelf maar koning." Koning Goedhart keek in de lege kist. "Wel heb ik van m'n leven. Gisteravond was die kist

gewoon niet te tillen. En het deksel zat pot-dicht." "In ieder geval, je bent bedankt, timmerman. Je kunt

nu wel gaan. Als ik de kist vol met boeken gedaan heb, zal ik je weer laten roepen. Dan kun je ze voor me dicht spij­keren."

Met een buiging ging de timmerman weg. Nu bleven alleen Wipneus en Pim nog over. "Ga zitten!" zei de koning. En toen bleef het een hele tijd stiL.. Dat vonden de

twee vriendjes helemaal niet leuk. Zei de koning maar eens wat.

31

Page 34: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Eindelijk, daar kwam het: "Jullie hebben daarstraks wel heel hard gelachen. Maar

zo erg leuk is het toch niet. Ik zal je vertellen, hoe alles gegaan is."

En daar kwam het hele verhaal. Van de zware kist, die eerst open was en toen opeens dicht. En van de inktpot en van de schuivende stoelen.

"Er is iemand in ons paleis, die ons wil plagen. En ik weet niet, wie het is."

" We weten alleen, dat hij in die kist naar binnen geko­men is," zei Pim.

"Dan moeten we gaan zoeken!" zei Wipneus, "mis-schien is hij nog hier in het paleis."

"Misschien zit hij wel verstopt op zolder." "Of in de kelder." Ja, het kon zoveel zijn. Het paleis had zoveel kamers en

zalen en kasten. Het was heel gemakkelijk om je daarin te verbergen.

"Als we nou eens met ons drieën gingen zoeken," zei koning Goedhart.

"Tja!" zei Wipneus, "maar als de anderen zien, dat U iets aan het zoeken bent, worden ze misschien bang. Als alleen Pim en ik zoeken, merkt niemand het. En we vin­den hem zeker!"

"Nou! Nou!" lachte koning Goedhart, "zeg maar: mis­schien, dat is heter."

Ze spraken af, dat Wipneus en Pim voorlopig alleen zouden zoeken.

32

Page 35: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Waar zullen we nu beginnen?" vroeg Pim, toen ze buiten stonden.

"Tja!" zei Wipneus. "We kunnen boven op zolder be­ginnen, of beneden in de kelder."

"Laten we er om loten," stelde Pim voor. Hij haalde twee stokjes uit zijn zak, een lang en een kort. Die ver­wisselde hij in zijn handen, achter op zijn rug. Toen stak hij zijn hand uit. De twee stokjes kwamen er even ver uit.

"Kort is boven, en lang beneden. Trek maar!" Wipneus trok en had het langste stokje in zijn hand. "Nou, dus beginnen we in de kelder! Maar daar zal het

wel donker zijn. Eerst gaan we een lantaarntje halen. Dat was gauw gedaan. Ze staken het kaarsje maar vast

aan. Toen gingen ze de trap af, de donkere kelders in ... Ze waren nu helemaal onder het kasteel. Daar liepen

lange gangen en overal waren kelders. Het was er donker en kil.

Stilletjes liepen ze van de ene kelder naar de andere. Nergens was iets te zien. Maar misschien daar helemaal achteraan? ...

Het zou heel gemakkelijk zijn om je hier ergens te verbergen.

Misschien wel hier ... achter deze dikke deur ... Of zou ,ze op slot zijn ... Nee, er zat geen sleutel in het slot. Heel zachtjes duwden ze de zware, eiken deur open. Ze lieten hun lantaarn naar binnen schijnen. Het was een grote kel­der. Allerlei kisten stonden er in.

33

Wipneus. Pim en het Plaag mannetje

Page 36: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Rrrts ... rrts ... Wipneus en Pim stonden doodstil. Wat was dat? Pim hield het lantaarntje nog wat hoger. Hè, gelukkig, het waren maar muizen. Die vluchtten

weg voor deze twee kabouters. "Ik geloof, dat hier ook niets te vinden is," zei Wipneus.

"Laten we maar teruggaan." Ze liepen terug naar de deur. Hé, wat was dat vreemd!

Ze hadden de deur toch zeker open laten staan! En nu was ze dicht.

Pim pakte de kruk van de deur vast en trok ... De deur bleef dicht ... Verbaasd keek hij Wipneus aan.

"Ze is op slot, geloof ik." Nog eens probeerden ze. Ze trokken uit alle macht.

Maar de deur was en bleef gesloten ...

34

Page 37: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Waar zijn Wipneus en Pirn? Koning Goedhart liep op zijn kamer heen en weer. Tel­

kens maar heen en weer. Hij was ongeduldig. Waar bleven Wipneus en Pim nu toch? Ze waren al twee uur weg. Ze moesten toch zeker al lang klaar zijn met zoeken. Op het laatst hield hij het niet meer uit.

Hij liep naar zijn tafel en pakte de bel. Trrring! ... Even later kwam kabouter Spinazie binnen. Dat was een

heel sterke kabouter. Dat kon je wel zien ook. Hij droeg een zware lans bij zich. Hij moest de koning beschermen. En daarvoor moet je sterk zijn.

"In spinazie zit veel ijzer," zei hij altijd. "Als je veel spinazie eet, word je heel sterk, ijzersterk."

"Beste Spinazie", zei de koning, "Iuister eens goed." Spinazie ging netjes in de houding staan, om goed te

luisteren. "Wipneus en Pim zijn verdwenen. Ze zijn al twee uur

weg. Nu moet jij ze gaan zoeken." "Waar zijn ze?" vroeg Spinazie. Hij was wel heel sterk,

maar niet heel slim. "Ja, als ik dat wist, was ik klaar!" lachte de koning. "Je moet ze gaan zoeken. Ze zitten ergens in het paleis.

Maar je mag wel oppassen. Je kunt best iemand anders tegenkomen. Iemand die hier niet thuis hoort. Als je die tegenkomt, breng je hem hier. Begrepen?"

Spinazie begreep er niet veel van. Maar als de koning

35

Page 38: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Spinazie ging netjes in de houding staan, om goed te 'uisteren.

zei, dat hij moest gaan zoeken, wel, dan ging hij zoeken. "Ik zal er voor zorgen, koning. Ik ga Wipneus en Pim

zoeken en als ik iemand anders vind, breng ik hem hier. Goed koning."

"Best! Doe het zo maar!" Spinazie stampte met zijn lans op de grond, klikte zijn

hakken tegen elkaar en sloeg aan. Toen draaide hij zich om en verdween. Op de gang begon hij meteen te zoeken. Hij keek links

en rechts. Hij keek alle kabouters die hij tegenkwam goed aan.

"Hé, jij daar, blijf eens staan!" kommandeerde hij soms.

36

Page 39: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Maar als hij goed gekeken had, zei hij iedere keer: "Jij hent het niet! Loop maar door!" Lang liep hij rond zonder wat te vinden. Hij kwam ook

voorhij de keuken. Daar was Pannesteel hezig het eten klaar te maken.

"Hé! Spinazie! Kom eens even!" riep de kok. "Nee! Ik heh geen tijd. Ik moet zoeken!" "J e hent zeker hang, hè?" riep Pannesteel. Dat liet Spinazie zich niet zeggen. Bang? Bang? Hij

hang? Dat nooit! "Durf jij te zeggen, dat ik hang hen?" riep hij dreigend

en meteen stapte hij de keuken in. "Zeg, durf jij voor mij even naar de kelder te gaan?" "Waarom doe je het zelf niet?" vroeg Spinazie. "Ik hen zo hang, dat ik dat spook weer tegen kom!" "Wat moet je dan in de kelder gaan doen?" "Daar moet ik een kist spinazie gaan halen." "Ha! . .. Krijgen we vanmiddag spinazie?" "Ja, maar ik durf ze niet te gaan halen." ,,0, wacht maar even, dat doe ik wel. Waar staat ze?" "Achter in de kelder tegen de muur." En zo kwam het dat Spinazie de trappen af ging, de kel­

der in. Oei, wat was het hier donker. Voorzichtig liep Spinazie verder. Met zijn handen voelde hij langs de muur. Het was een heel eind lopen.

Opeens hleef hij staan. Hoorde hij daar wat? Hoorde hij daar roepen? Ja, daar helemaal achteraan hoorde hij stem­men.

37

Page 40: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Hallo! Hallo! Help ons er uit!" "Wie is daar?" riep Spinazie. Even bleef het stil. "Wij zitten hier opgesloten! Wij zijn Wipneus en Pim!

Kom eens gauw!" Zo vlug mogelijk liep Spinazie verder. Eindelijk zag hij een heel klein lichtpuntje. Een straaltje

licht viel naar buiten door een sleutelgat. Ja, nu hoorde hij duidelijk dat het Wipneus en Pim

waren. Voor de deur bleef Spinazie staan. "Wat doen jullie hier? Waarom komen jullie niet!" "De deur zit dicht. Probeer eens of je ze open krijgt." SpiDazie zette zijn lans tegen de muur aan en begon aan

de deur te trekken. Maar hij kreeg ze geen centimeter open. "Ze zit dicht!" zei hij na een tijdje. "Ja, dat wisten we al!" riep Pim. De kleine Pim begon

zijn goede zin al weer terug te krijgen. Hij wist dat ze nu gauw bevrijd zouden worden.

"Hebben jullie die op slot gedaan?" vroeg Spinazie weer.

Wipneus begon te lachen. "Ja!" riep hij. "We hebben eerst de deur aan de buiten­

kant op slot gedaan. En toen zijn we in de kelder gekro­pen. En nu kunnen we er niet meer uit."

"Wie doet er nou ook zo dom," mopperde Spinazie. "Wij!" grapte Pim, "maar we zullen het nooit meer

38

Page 41: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

doen. Haal eens gauw iemand die de deur kan openkrij­gen. Haal de timmerman maar."

Zo vlug mogelijk liep Spinazie weer weg. Intussen mop­perde hij op de domme kwajongens, die daar opgesloten zaten.

Pannesteel stond hem bij de trap op te wachten. "Waar is de spinazie?" vroeg hij. "Och, die heb ik vergeten. Wipneus en Pim zitten in

de kelder opgesloten. Die moet ik er eerst uit halen. En dan haal ik straks de spinazie."

AI gauw vond hij de timmerman. Hij vertelde hem wat er aan de hand was. Vlug ging de timmerman mee. Hij nam een grote bos sleutels mee, een hamer, een zaag en een nijptang.

Spinazie nam nu ook een lantaarn mee. Zo gingen ze

Vlug ging de timmerman mee.

39

Page 42: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

weer de kelder in. Pannesteel stond met z'n hoofd te schudden.

"En tóch spookt het hier," zei hij. Toen Spinazie en de timmerman bij de deur kwamen,

begonnen Wipneus en Pim te juichen. Eerst ging de timmerman de bos sleutels proberen. De

een na de ander stak hij in het slot. Maar sommige waren te klein en andere te groot. Bijna had hij alle sleutels ge­probeerd, toen er een kwam die goed in het slot paste.

Even draaien ... Ja hoor, het slot ging open. En daar kwamen Wipneus en Pim al naar buiten gerend. "Hé, hé!" riep Spinazie, "ik moet jullie bij de koning

brengen. Wachten!" Maar nee hoor. Wipneus en Pim wisten zelf wel de weg

naar de koning. "Wat een brutale vlegels!" schold Spinazie. Maar daar luisterden de twee vlegels niet naar. "Kom," zei Spinazie tegen de timmerman, "we zullen

meteen maar die kist met spinazie meenemen. Dan kun­nen we vanmiddag lekker smullen."

Dat deden ze. Ondertussen waren Wipneus en Pim bij de kamer van

koning Goedhart gekomen. Vlug klopten ze op de deur. "Hatsjie!" hoorden ze binnen. Wipneus keek Pim vragend aan. Zouden ze zo maar

naar binnen gaan? Anders riep de koning altijd: "Bin­nen!"

Wéér hoorden ze: "Hatsjie!"

40

Page 43: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Hatsjie! ! ! !"

Nou, vooruit dan maar. Ze deden de deur open en stapten naar binnen. Daar zat koning Goedhart en hij hield een grote zakdoek

voor zijn neus. Om de paar tellen begon hij hard te niezen. "Hier zijn we weer, Vader!" riep Wipneus. "Waar hebben ... hatsjie ... jullie ... hatsjie gezeten? ..

Hatsjie!!! !" " We hebben in de kelders gezocht en ineens zaten we

opgesloten. En dat heeft vast en zeker diezelfde grappen­maker gedaan."

Intussen bleef de koning aan het niezen. Wat was er toch aan de hand? De koning wees naar een brief die op zijn tafel lag. Daar stond op:

41

Page 44: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Aan zijne Majesteit de koning. Paleis Kabouterlust

Sprookjesbos. En in een hoekje stond met kleine lettertjes:

voorzichtig openen. Nou, dat had koning Goedhart gedaan. Hij had de enve­

loppe opengemaakt. Heel voorzichtig. En toen had hij ge­zocht naar een brief die er wel in zou zitten. Maar hij voelde niets. En toen had hij gekeken, zo, met z'n neus er vlak bij.

En toen was hij opeens geweldig hard gaan niezen. Want de enveloppe zat vol poeder ... niespoeder! ...

Met veel niezen vertelde de arme koning hun dit verhaal. 0, wat waren Wipneus en Pim kwaad. Wisten ze maar

waar ze die onbekende moesten zoeken. Ze zouden hem Ieren!

Pim pakte de brief voorzichtig op en bekeek hem van alle kanten. Hij bekeek hem ook van binnen. Dat was na­tuurlijk niet erg slim, want nu kreeg hij ook wat niespoe­der in zijn neus.

En ja hoor! Daar begon het al.

"Hatsjie!" deed Pim. "Hatsjie!" deed de koning. Het klonk zo vreselijk mal, dat Wipneus in de. lach

schoot. Wéér deed Pim: "Hatsjie!" ZÓ hard, dat de enveloppe

uit zijn handen vloog, recht in het gezicht van de lachende Wipneus.

42

Page 45: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Even lachte die nog en toen: "Hatsjie!" deed Wipneus. En meteen de andere twee

ook. Nu waren ze alle drie aan het niezen. En ze konden er

maar niet mee ophouden. Pas na een kwartier werd het wat minder. Ze hadden de

enveloppe weggegooid en het raam opengezet. "Wat nu?" vroeg de koning. "Ja, wat nu?" antwoordde Wipneus. "Hatsjie!" zei Pim nog een keer.

43

Page 46: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Pim ontdekt wat Nog lang hIeven Wipneus en Pim die dag zoeken. Ze

waren erg voorzichtig geworden. Maar hoe ze ook zochten, ze vonden niemand. Ze wisten niet, dat het Plaagmannetje niet meer in het paleis was. Schorretje zwierf huiten rond. Op zoek naar zijn ezel.

Maar hij had goeie zin. Wat had hij die kahouters heer­lijk geplaagd. Eerst die inkt en die stoelen, en toen die pan met water, en toen de kat, die uit de kast vloog. En de enveloppe met het niespoeder. Ha, ha! Zouden ze nu nog aan het niezen zijn? En wat hij hij die twee kleine ventjes lekker te pakken gehad!

Ja, hoor, hij had ze wel horen aankomen. Daar in de kelder! Maar hij was stilletjes achter een kist gekropen. En toen ze voorhij waren, was hij ze heel voorzichtig ach­terna geslopen. Maar goed dat hij een zwarte jas en hoed aan had. Dan kon je in het donker hijna niets van hem zien. Nou! Wat was dat leuk toen hij stiekum de deur van de kelder had dichtgetrokken en de deur op slot gedaan. Ja hoor. Hij had de sleutel nog in zijn zak. Misschien za­ten ze nu er nog wel in. Net goed. Straks als het donker werd, zou hij weer het paleis in gaan. Dan zou hij wel eens gaan kijken of ze er nog zaten.

Hoe hij uit het paleis gekomen was? Heel eenvoudig. Hij had een raam opengemaakt en was naar huiten geklom­men. Het raam had hij open laten staan. Dat was gemakke­lijk voor vanavond. Dan kon hij er zó weer door klimmen.

44

Page 47: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Als hij nu zijn ezeltje nog maar terugvond. Want in dat wagentje, daar zat een geheim kistje. En dat moest hij terug hebben.

Zo liep Schorretje rond het paleis te dwalen. Maar het ezeltje vond hij niet. En zo kwam het dat zijn goeie zin weer over ging. En

natuur:lijk kwam er zijn kwaaie zin weer voor in de plaats. "Als ik die Mok weer te pakken heb, krijgt hij het

grootste pak slaag van zijn hele leven." Juist wilde hij al weer teruggaan naar het paleis, toen

hij opeens iets hoorde. 'n Liedje! Stel je voor! Het Plaagmannetje hoorde 'n liedje. Was

dat nou niet om uit z'n vel te springen. Schorretje werd er zo kwaad om, dat het puntje van zijn neus helemaal rood werd.

Vlug keek hij rond om te zien, waar dat akelige geluid vandaan kwam. Was het daar niet? Tussen die struiken? Bewoog zich daar niets?

Stil sloop hij dichterbij. Ja ... ja ... daar was iemand. Schorretje boog de takken opzij. Ja, daar liep een klein

meisje te zingen. Een elfje. Dat kon je zien aan de twee vleugeltjes op haar rug. Op haar lange, gouden haren droeg ze een kroontje van bloemen. En ze liep te spelen met een zilveren bal. Ze gooide die hoog in de lucht en dan ving ze hem weer op. En plezier dat ze had!

Ze zong er een prachtig liedje bij. Schorretje werd er gewoon náár van.

45

Page 48: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

ei' ~ ':~

"Ha! Ha!" schreeuwde Schorretje.

En juist toen het elfje de bal heel hoog omhoog gooide, sprong het Plaagmannetje naar voren. En niet het elfje ving de bal op, maar Schorretje.

Oei, wat schrok het kleine ding. "Ha! Ha!" schreeuwde Schorretje. "Nou is het liedje

opeens uit, hè?" Doodstil zag het elfje dat lelijke zwarte mannetje aan.

0, wat was het bang. "Wat een mooie bal! Daar kun je lekker mee gooien,

hè? Zal ik er eens mee gooien. Let eens op!" En Schorretje gooide de bal weg, zo hard hij kon. Ver

vloog het balletje weg en verdween tussen de struiken. "Zo ga nou maar zoeken. Veel plezier!" En het lelijke Schorretje draaide zich om en ging weg. Het arme elfje kreeg de tranen in haar oogjes. Maar daar

46

Page 49: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

trok het Plaagmannetje zich natuurlijk niets van aan. Hij liep door. Opnieuw naar het paleis toe. Maar opeens zag hij wéér iemand. Vlug verstopte hij

zich tussen de bomen. Wie kwam daar aan? Was het niet een van die kabouters? Jazeker was het een van de ka­bouters.

Het was Pim! ! Want wat was er gebeurd? Pim was lang aan het zoeken geweest. Wipneus had aan

de ene kant van het paleis gezocht en hij aan de andere kant.

Juist liep hij te denken, dat ze tóch niets konden vinden, toen hij opeens in de gang een raam zag openstaan.

Nou, dat was eigenlijk niets bizonders. Maar de vorige avond had hij meegeholpen om alle ramen dicht te maken. Omdat het zo stormde. En juist de ramen van deze gang had Pim gesloten. Dat herinnerde hij zich heel goed. Er waren ramen bij geweest, die je haast niet dicht kon krij­gen.

Wie had nu weer dit raam opengemaakt? Een van de andere kabouters?

Ja, maar waarom? Pim liep mopperend naar het raam om het weer te slui­

ten. Hij moest zich over de vensterbank heenbuigen naar buiten toe. Dan kon hij de kruk van het raam vast pakken.

Opeens zei hij: "Hééééé!" Wat zag hij? Voetstappen in de grond daarbuiten. Daar

een en daar een en daar, een heel spoor van voetstappen.

47

Page 50: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Pim begon diep na te denken. Hier was iemand naar buiten gegaan. Een van de kabouters? Dat kon wel! Maar nee, er was toch zeker een deur!

Dus iemand anders? Misschien wel? .. Verder dacht Pim al niet meer. In een wip was hij over

de vensterbank heengesprongen. Hij moest opschieten, want over een half uur werd het al donker.

Kijk, hij kon de stappen gemakkelijk volgen. Voorovergebogen liep Pim de voetstappen na. Soms ver­

dwenen ze tussen de struiken. Soms waren ze haast niet te zien als de grond wat harder was. Op het laatst zag hij geen voetstappen meer.

Pim bleef staan. Wat nu? Waar moest hij verder zoe­ken. Hij keek eens om zich heen. Zag hij daar niet iets? Iets zwarts? Nee, toch niet. Maar Pim had wel goed gezien. Het was Schorretje. Die was Pim achterna geslopen. Nog juist op tijd kon hij zich verstoppen toen Pim rondkeek. Opeens! Daar hoorde Pim wat! Een zacht geluid!

Wat zou dat zijn? Pim hield zijn adem in om goed te luisteren.

Huilde daar iemand? Of was het het ruisen van de wind? Nee, het was een stem. Waarvandaan? "Die kant uit!" dacht Pim. En hij liep vlug in de richting van het vreemde geluid. Ja. Hij kwam er steeds dichterbij. Het leek wel of er een

kind stond te huilen. "Hallo! Waar zit je?" riep Pim. Het huilen hield op. Nog eens riep Pim: "Waar zit je?"

48

Page 51: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Heb je pijn? In je buik?"

"Hier!" hoorde hij een stemmetje. Pim liep vlug tussen de struiken door en stond toen

opeens voor het elfje. Het zat op de grond en keek met bange ogen naar die vreemde kabouter.

,,0, wees maar niet bang!" begon Pim heel vriendelijk, "ik zal je niets doen. Ik ben kabouter Pim. Heb je nog nooit van me gehoord?"

Het elfje schudde haar krullekopje. "Nou, vertel maar eens wat er aan de hand is. Misschien

! kan ik je wel helpen. Heb je pijn? In je buik?"

Het elfje schudde van nee. "In je grote teen dan?" Weer schudde het elfje van nee. En het begon al half te

lachen tegen die leuke kabouter. "Dan heb je kiespijn!" zei Pim. Want nu had hij alle

pijn opgenoemd, die hij kende. "Ook niet!" lachte het elfje, "ik ben m'n bal kwijt!" "Die kleine meisjes zijn ook alles kwijt," grapte Pim,

49

Wipneus. Pirn en het Plaagmannetje

Page 52: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"en moet je daarom nou gaan grienen? Ik ben al wel twin­tig ballen kwijtgeraakt in mijn leven." Gewichtig keek Pim het elfje aan.

"Ja maar I Het is een toverbal I Als ik hem niet terug­vind, kan ik de weg naar huis niet meer vinden."

,,0 I Dat is wat anders. Ik loop altijd mijn neus na, als ik de weg kwijt ben.

En nu begon het elfje te vertellen, hoe het allemaal gekomen was. 0, wat was ze bang geweest van dat lelijke zwarte mannetje.

Pim luisterde. Eerst was hij verbaasd. Maar ineens be­gonnen zijn ogen te stralen.

"Dat is 'mI Dat is 'mI Nou weet ik tenminste hoe hij er uit ziet."

Het elfje begreep er niets van. "Maar mijn bal dan?" ,,0, die gaan we nu zoeken. Waar heeft hij hem heen

gegooid?" Daarheen I Het elfje wees met haar hand. Toen pakte Pim een steen op van de grond en zei: "Kijk goed I Ik zal proberen net zo ver te gooien als het

mannetje." Pim gooide zo hard hij kon. "NeeI" schudde de krullekop, "veel te ver." "Ja," zei Pim, "ik kan er niks aan doen, dat ik zo hard

kan gooien!" Hij zocht nog een steen en gooide opnieuw. 'n Beetje

zachter nu.

50

Page 53: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Ja!" riep het elfje, "zo gooide het mannetje ook." "Nou, dan gaan we dáár zoeken!" Ze liepen tussen de

struiken door en na een tijdje vonden ze de steen terug. "Nou, dan zal jouw zilveren bal ook wel ergens hier

liggen." En ja hoor, opeens zag Pim hem tussen het gras glins­

teren. "Gevonden! Je wegwijzer is weer gevonden, dame! Als-

jeblieft !" Met een mooie buiging gaf hij de bal weer terug. Wat was het elfje blij. "Nu moet ik gauw naar huis vliegen. Anders wordt onze

elfenkoningin bang. Maar eerst zal ik je nog wat anders vertellen. Iets leuks."

"Wat dan?" vroeg Pim nieuwsgierig. "Ik heb daarnet achter die grote bomen daar zo'n leuk

beest gezien. Met heel lange oren! En achter dat beest zat een wagentje. 0, zo aardig. Van wie zou dat zijn?"

'n Leuk beest met lange oren. En een wagentje. Pim dacht na. Nee, dat hadden zij niet in het paleis.

Toen kreeg Pim opeens haast. "Ik zal eens even gaan kijken! Dag elfje. De groeten

thuis!" Hij zwaaide nog een keer en liep toen weg. Het elfje keek hem verbaasd na. "Daag!" zei het na 'n tijdje. Toen pakte het de zilveren hal vast, klapwiekte met haar

vleugeltjes, en steeg omhoog als een gouden sterretje.

51

Page 54: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Met Mok op stap Vlug liep Pim tussen de bomen door. Van dat beest en

dat wagentje moest hij méér weten. Jammer, dat Wipneus er niet bij was.

Even later kwam hij bij een paar dikke bomen. Stil ging hij verder. En ja. Daar stond het leuke beest. 'n Ezel. Hij liep te eten van het gras dat onder de bomen groeide. Het wagentje hobbelde achter hem aan. Geen enkele keer keek de ezel omhoog. Hij had zeker geweldige honger! Pim liep voorzichtig door. Nu stond hij vlak bij het ezeltje.

Zou er niemand in het karretje zitten? Nee, hij zag ten­minste niets.

"Dag langoor 1" zei hij opeens. De ezel schrok. Maar toen hij zag, dat het Schorretje

niet was, bleef hij staan. "I-a!" antwoordde hij. "Dat is zeker ezeltaal. Die versta ik niet", lachte Pim. "Je zult hier niet veel gras vinden tussen de bomen. Je

ziet er tenminste mager uit. Zal ik je meenemen naar onze stal? Daar hebben we lekker hooi."

"Hooi!" Dat was een woord, dat Mok goed kende. Al­leen jammer, dat er zo dikwijls "geen" vóór kwam. Maar nu hoorde hij "lekker hooi!"

Dat klonk beter. De wijze ezel knikte met z'n kop. Ja, hij wou wel graag met Pim meegaan. Even later zat Pim op de bok van het karretje. "Hu paard! Naar de stal!" Hij pakte de teugels en stuur-

52

Page 55: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Dag langoor!"

de de ezel over het pad. In de richting van het paleis. En ergens langs het pad zat Schorretje verborgen. Zijn mond ging wagewijd open. Dat was toch zeker zijn

eigen domme ezel die daar aan kwam! En zijn wagentje! En zijn spulletjes! En die lelijke kabouter zat er op! En die nam alles mee!

Toch durfde Schorretje zich niet te laten zien. Hij kon niet zo erg goed vechten. Alleen maar goed plagen!

53

Page 56: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

En toen het wagentje voorbij was, stapte het Plaagman-netje er achter aan. Ook naar het paleis toe.

Toen Pim bij de poort kwam, stapte hij af. Rij trok aan de bel. Even later deed Sleutelbaard open. Pim boog zich diep neer. "Edele sleuteldrager! Ben ik hier bij de kabouters van

zijne Majesteit koning Goedhart? Ik kom uit een ver land met mijn rijtuig. Maar mijn paard heeft in de regen ge­staan. Nu zijn zijn oren te ver gegroeid. Mag ik binnen rijden?"

Sleutelbaard bleef even verbaasd staan. Wat mankeerde die Pim nu weer? Waar haalde hij die ezel en die kar vandaan?

"Van wie is die ezel?" vroeg hij toen. "Van mij!" antwoordde Pim, "ik heb hem gevonden.

Onder de bomen." "Ben je nu helemaal gek geworden?" "Laat me er door met mijn prachtige koets! Ik moet bij

de koning zijn." Tja, als Pim er mee naar de koning ging, dan zou die

het wel verder uitzoeken. Zo kwam Pim met zijn ezeltje binnen. Maar buiten zat Schorretje. Die durfde niet naar bin­

nen. Die wachtte tot het donker was. Pim bracht het ezeltje naar een binnenplaats. Daar span­

de hij het dier uit en zette het in de stal. Daar was hooi genoeg.

Nou, Mok had het best naar zijn zin. Van zo'n grote berg

54

Page 57: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

hooi had hij zijn hele leven gedroomd. En nu was er die berg. Vlug begon hij te eten. Pim zorgde eerst nog voor water. Daarna liep hij vlug naar de kamer van koning Goedhart.

Daar zat Wipneus ook al. Wat waren ze ongerust ge-weest, toen Pim ineens verdwenen was.

Ze vroegen direct waar hij gezeten had. En Pim vertelde het hele verhaal. Toen hij klaar was met vertellen, zei de koning: "Als we nu eens in het wagentje gaan kijken, zullen we

wel iets vinden." "En dan weten we ook of het wagentje van die plaaggeest

is." Dat deden ze. Ze gingen naar het binnenplaatsje. Pim

sprong in het karretje en haalde er alles uit wat er in zat. Kleren, dekens, schoenen, brood. Van alles.

Pim zorgde eerst nog voor water.

55

Page 58: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

En op het laatst kwam het geheime kistje te voorschijn. Dat was erg zwaar. Maar ze konden het niet open krijgen. Want het was helemaal van ijzer. En er zat geen sleutelgat in. En geen knopje. Niets, helemaal niets.

"Dat kunnen wij niet open krijgen," zei de koning. Even dacht hij na. "Ik weet wat," zei hij toen. Nieuwsgierig keken Wipneus en Pim hem aan. "Ik ken maar één man, die weet hoe je zo'n geheime

kist kunt open krijgen. En dat is kabouter Alfabet. Weet je wat jullie moesten doen? Morgen gaan jullie met het ezeltje en het wagentje op stap. Het kistje neem je mee en ook de kist met boeken, die ik klaar heb. Dan gaan jullie naar kabouter Alfabet. Je doet hem veel groeten van mij. En dan vraag je, of hij het kistje kan openkrijgen."

Dat vonden Wipneus en Pim een reuze plan. "Dan gaan we met de ezel op reis!" juichte Wipneus. "Ja! Laten we hem ezel Wie-wat noemen? WIE is zijn

baas en WAT zit er in het kistje?" Maar het was die dag al veel te laat geworden om nog

op reis te gaan. Daarom gingen ze allemaal slapen. Het duurde lang voor Pim in slaap viel. Hij droomde van zwarte mannetjes en ezels die zilveren ballen opaten. Op­eens gooide een zwart mannetje een steen tegen zijn neus ~an.

"Au!" schrok Pim wakker. Maar het was geen zwart mannetje. Het was Wipneus die

hem in zijn neus geknepen had.

56

Page 59: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Vooruit! Opstaan! We moeten met Wie-wat op stap!" Nu wist Pim ineens alles weer. Met één sprong was hij

uit zijn bed. Drie minuten later had hij zijn kleren al aan. Z'n jasje zat maar met één knoop vast. En die zat nog in het verkeerde knoopsgat ook. Z'n kousen zaten helemaal gedraaid, met de achterkant naar voren. En z'n kabouter­schoenen zaten aan de verkeerde voet. De rechtse zat links en omgekeerd.

"Wat 'n haast!" lachte Wipneus. "Ja natuurlijk! Anders komen we misschien nog te laat." Gauw aten ze hun boterhammen op en namen er nog een

heel stel mee voor onderweg. Toen liepen ze vlug naar het binnenplaatsje en spanden

het ezeltje voor het karretje. Verbaasd keek Wie-wat naar de kleine kabouters.

Anders hoorde hij niets dan schelden. En nu was het: "Lief ezeltje! Je zult ons wel goed

trekken, hè?" Mok werd er zo vrolijk van, dat hij heel hard riep: ,,1 ... a ... !" "Zie je wel!" grinnikte Pim. Hij kent z'n naam al: "Wie ... wat ... !" Daar kwam koning Goedhart aan. En daarachter liepen

Hup en Hop met de boekenkist. Die werd eerst ingeladen. Toen haalde de koning een kaart voor de dag. "Kijk!" zei hij, "je volgt dit pad tot aan een dikke

boomstam. Die heeft geen takken meer. Dan gaat er een pad rechts en een links. Links moet je niet gaan, want

57

Page 60: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

dan kom je terecht bij reus Dubbelneus. Dat is een kwaaie. Maar je moet rechts gaan. Dan kom je na een tijd bij een grot. Die ga je in en als je daar door bent, kom je in de Bloemenzee. Daar loopt een weggetje doorheen met heel veel bochten. Kijk maar".

Ja, het stond op de kaart. "En als je door de Bloemenzee bent, kom je weer aan

een bos. Aan de rand daarvan staat een hutje. Daar woont Alfabet. Heb je 't goed begrepen? Hier, neem de kaart maar mee".

Wipneus stak de kaart in zijn zak. Pim zat al op de bok met de teugels in de hand.

Sleutelbaard maakte de grote poort open. "Hu, Wie-wat! Vanavond als we terug zijn, krijg je weer

lekker hooi." De ezel schudde met z'n kop, alsof hij zeggen wilde: "Ik lust geen hooi meer. Ik heb al zoveel gegeten!" En toen begon hij te trekken. Het was maar goed, dat hij

flink gegeten had. De wagen was nu heel wat zwaarder dan eerst. Maar Wie-wat had goeie zin en wilde al meteen gaan draven. .

De koning stond in de poort te wuiven tot Wipneus en Pim om de hoek verdwenen.

58

Page 61: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Bij kahouter Alfahet Maar er was nóg iemand die het wagentje zag vertrek­

ken. Ja natuurlijk! Schorretje! ... De hele nacht was hij buiten gebleven. Hij had niet naar

binnen gedurfd. Hij had zich verborgen tussen de struiken langs het pad. Daar had hij geslapen. Helemaal in zijn zwarte mantel gedraaid. Maar hij was al vroeg wakker ge­worden van de kou. En stijf dat hij was!

Nu zat hij tussen de struiken te mopperen. Wat zou hU doen. Hij móést zijn ezel en zijn wagen zien terug te krij­gen.

Daar zat hij over te denken. Af en toe keek hij naar de grote poort die hij nog juist kon zien.

Opeens zag hij die open gaan. Wat was dat? Zag hij dat goed?

Ja, daar kwam zijn ezel aan. Kijk hem eens trekken aan het wagentje. En die vervelende kabouter zat weer op de bok! En een andere er naast. En kijk, daar stond de koning te zwaaien. .

Het karretje kwam over het pad. Zijn kant uit. Nu moest Schorretje oppassen.

"Meerijden!" dacht hij. Heel stil zat hij langs de kant en lette goed op. Daar was het wagentje. Vlakbij! Nog even! Ja! Nu! Het wagentje was juist voorbij. Schorretje stond op en

begon te rennen. Gauw haalde hij het wagentje in. De twee

59

Page 62: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

kabouters konden hem niet zien. Het Plaagmannetje pakte de achterkant van het karretje vast en zwaaide zijn benen omhoog. Over de rand heen. Er was nog juist een plaatsje tussen de boekenkist en de achterkant. Daar ging hij zit­ten. Zo, nu kon niemand hem zien.

Even hadden Wipneus en Pim een schok gevoeld. Maar ze dachten dat ze door een kuil reden.

Ze zaten samen te praten over kabouter Alfabet. Dat was pas 'n knappe man.

Schorretje zat te luisteren. Zo, dus ze gingen naar Alfa­bet. Ja, die kende Schorretje ook wel. Nee, hij moest niets van hem hebben.

Opeens kreeg het Plaagmannetje een mooi plan. Ja, dat zou hij doen. Hij zou die kahouters wel eens lek­

ker te pakken nemen. Wipneus keek op de kaart. Daar stond het pad mooi op

getekend. "Opletten, Pim, dadelijk komen we aan de dikke hoom­

stam!" "Dan moeten we dus naar links", zei Pim domweg. "Ben je mal, jo," schrok Wipneus, "dan komen we bij

Dubhelneus. " "Natuurlijk. Dat wist ik wel," lachte Pim. Ja, daar was de dikke boomstam. De hele top was er af.

Zeker door de bliksem. Het pad splitste zich. Juist toen Pim naar rechts draaide, voelden ze weer een

schok.

60

Page 63: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

W éér dachten ze dat ze door een kuil reden. En ze zagen niet, dat Schorretje van het karretje was afgesprongen. En ze zagen ook niet dat die wél naar links ging.

Rustig reed het karretje verder. Wipneus en Pim zongen af en toe een liedje. En de wijze ezel zei niets.

Na een half uurtje kwamen ze bij de grot. Pim stuurde de ezel er in. Die wou eerst niet. Het was er ook zo donker. Daarom stapte Pim af en trok de ezel mee. Wipneus hield een lantaarn hoog boven zijn hoofd. Het duurde een lange tijd voor ze weer licht zagen. Maar toen ...

0, wat was het hier mooi! Werkelijk een Bloemenzee. Zover je kon kijken stonden

de mooiste bloemen. Wipneus en Pim genoten er van. De ezel ook. Die bleef stilstaan en begon meteen aan al dat moois te knabbelen. Maar dat was de bedoeling niet.

"Vooruit, Wie-wat ! We zijn er nog niet." En daar ging het weer. Langs het slingerende pad door

de Bloemenzee. Kijk, daarginds begon het bos al. Nu moesten ze uitkij­

ken naar een hutje. Het pad liep recht het bos in. En ja, daar stond het huisje al. Zou hij hier wonen? Ja, dat moest wel. Kijk maar. Op de deur stond: A - Z. En op de ruitjes stonden cijfers. Van 1 tot 12. En boven op het dak stond een wereldbol. En uit het zolderraam stak een lange verrekijker. En in de regenton zaten drie kranen. Een grote, een gewone en een kleine.

"Ho!" zei Pim. De ezel bleef staan en de twee kabouters stapten uit. Pim klopte op de deur. Er gebeurde niets.

61

Page 64: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Nog eens klopte hij. Ja, daar ging de deur open. Een kleine, oude kabouter

hield de kruk vast met zijn ene hand. In de andere had hij een boekje. Daar las hij uit:

"Een hittegolf is een golf hitte!" Toen keek hij over de rand van zijn brilletje heen.

"Hé. Is er iemand? Ik dacht dat ik zelf geklopt had. Om mezelf binnen te laten."

En meteen deed hij de deur weer dicht. Wipneus en Pim keken elkaar eerst verbaasd aan en

toen schoten ze in de lach. Tjonge, tjonge, wat was die Alfabet verstrooid. Geen wonder ook als je zo geleerd bent.

Weer klopte Pim op de deur. Na de tweede keer ging de deur weer open.

"Hé!" zei Alfabet, "zijn jullie nu al wéér buiten?" Nu wachtte Pim niet meer en stapte naar binnen. En

natuurlijk ging Wipneus achter hem aan. Verbaasd keken ze rond in de kamer van Kabouter Al­

fabet. Aan alle kanten stonden boeken. Grote en kleine, dikke en dunne, oude en nieuwe. Zou hij die allemaal van buiten kennen?

Eindelijk legde Alfabet zijn boek op tafel en keek de twee kabouters vriendelijk aan.

"Ik weet wie jullie zijn," zei hij. "Dat kan niet! Want we hebben dat nog niet gezegd." "En toch weet ik het. Jullie zijn Wipneus en Pim." Met open ogen keken ze naar die knappe man. Zou die

62

Page 65: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

alle kabouters zo maar uit zijn hoofd kennen? Zonder ze gezien te hebben?

"En dat weet ik," ging Alfabet verder, "omdat ik een boek over jullie gelezen heb."

Ja, nu snapten ze het. "Maar vertel nu maar eens, wat jullie hier komen doen.

Want dat weet ik nog niet." En toen begonnen Wipneus en Pim te vertellen. Van de

ezel en het elfje en vooral van het zwarte mannetje. En ook van de kist met boeken.

Op het laatst zei Pim: "We willen graag weten, wie het zwarte mannetje is en

hoe we hem te pakken kunnen krijgen." "Ja, dat moet ik even opzoeken, hoor. 'ns Kijken." Alfabet zocht tussen zijn boeken en kwam toen met een

reuze-dik hoek aandragen. Hij begon er in te bladeren. Intussen praatte hij zachtjes:

"M .. aan ... maf ... maf. .. man ... mannetje, wit-manne­tje ... rood-mannetje ... groen-mannetje ... zwartmannetje. Ja, ja, dat is het, denk ik! Luister maar:

"Een zwart mannetje is een Plaagmannetje, als hij veel plaagt. Het Plaagmannetje in het Sprookjesbos rijdt rond met een ezelwagen. Vroeger was het Plaagmannetje een leuk mannetje. Maar hij is betoverd door een heks. Het Plaagmannetje wordt een Grapjesmannetje als je hem on­dersteboven houdt en drie keer rond draait naar rechts."

Zo, zo! Dus nu wisten ze het. Wat stond er veel in dat boek zeg!

63

Page 66: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Intussen praatte hij zachtjes

Als ze nu het Plaagmannetje te pakken kregen, zouden ze het vast en zeker eens proberen. Ondersteboven hou­den en dan drie keer rond draaien. Maar ze hadden hem nog nooit gezien. En dus hadden ze hem zeker nog niet te pakken.

" We zullen nu eerst de boekenkist eens binnen brengen. Dan hebt U weer veel te lezen."

Alfabet kwam zelf naar buiten om mee te helpen. Maar hij was niet erg handig. De ene keer ging hij op de tenen van Pim staan. En dan botste hij weer achteruit tegen Wipneus. Ze maakten eerst de achterkant van het karretje open.

"Hé!" riep Pim, "kijk eens Wipneus. Er ligt een schoen­tje achterin."

64

Page 67: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Hij pakte het schoentje vast en bekeek het eens goed. Het was een zwart schoentje.

"Hoe komt dat daar nou terecht?" "Nou, misschien hebben we het gisteravond laten liggen

toen we de wagen hebben uitgeladen." Ze wisten niet, dat Schorretje een van zijn schoentjes

verloren had toen hij van de wagen afsprong. Ze gingen dus weer door met hun kist. Eindelijk schoof

het zware ding van het karretje af. Al gauw stond ze nu midden in de kamer van kabouter Alfabet.

"En nu hebben we nóg iets," zei Pim, toen ze de kist hadden binnengebracht.

Hij haalde het geheime kistje uit de wagen en zette het voor Alfabet neer.

"Maakt U dit kistje alstublief eens open, Alfabet!" Alfabet keek over de rand van zijn brilletje naar het

ijzeren kistje. "Kijk! Kijk!" zei hij na een tijdje, "dat is een zeer zeld­

zaam kistje. Ik dacht dat er geen meer van bestond. Wel, wel. Hebben jullie wel eens ooit gehoord van Krikke­kraka?"

,,0 ja! Nou en of! Die van het Muggeneiland! Weet je nog, Pim!"

"Ja, ja," zei Alfabet, "die was het! Die had van zulke kistjes. En nou weet ik toevallig hoe je die open kunt krij­gen. Kijk zó!"

Kabouter Alfabet pakte een hamertje en tikte op de linker-bovenhoek. Daarna zei hij:

65

Wipneus. Pim en het Plaagmannetje

Page 68: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Krik!" Toen tikte hij op de tweede hoek, en zei: "Ke !" Daarna bij de derde hoek: "Kra 1" en bij de

vierde: "Ka!" Toen sloeg hij met zijn vuist hard midden op het deksel en riep: "Boem!"

Wat keken Wipneus en Pim verbaasd, toen het deksel vanzelf openvloog. Nieuwsgierig bogen ze zich over het kistje om te zien wat er in was. En wat vonden ze? Een dik boek. En op de kaft stond:

Het Boek met Duizend Plagerijen. Uitgevonden door Mevrouw Krikkekraka.

"Ha! Ha!" lachten Pim en Wipneus. "Een mooie me­vrouw!"

Alfabet keek eens in het boek. Hoofdstuk I ging over 50 manieren om iemand te pla­

gen die slaapt. "Nou! Nou!" zei Alfabet, "ik zal ze maar niet voorle­

zen, want daar zou je niets goeds van leren. Geef het boek maar aan koning Goedhart als je thuis komt. Die zal het wel ergens verbergen."

Natuurlijk moesten Wipneus en Pim ook eens proberen of zij het kistje konden openkrijgen. Het was een leuk spelletje: "Krik-ke-kra-ka- Boem!"

En het lukte iedere keer. Daarna aten ze hun boterhammen op. Ze bedankten ka­

bouter Alfabet voor zijn goede raad. En toen gingen ze weer vrolijk op weg.

Naar huis.

66

Page 69: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Schorretje en Duhhelneus 'n Hele tijd reden ze rustig door. Ze kwamen weer door

de Bloemenzee. En daarna door de grot. Wie-wat had nu maar een licht vrachtje en hij trippelde op z'n smalle pootjes verder alsof hij niets liever deed. Ze waren nu niet ver meer van de dikke boom af.

Opeens spitste Wie-wat zijn oren ... Boem! Daar bleef hij staan ... Verbaasd keek Pim naar de ezel. Hij had wel eens ooit

gehoord, dat een ezel erg koppig kon zijn. Zou die ezel nu werkelijk niet meer verder willen?

"Hu! Hu! Wie-wat! Vooruit!" Jawel. Je kon het even goed tegen een tafel zeggen. Wipneus en Pim sprongen van de kar af en probeerden

de ezel vooruit te trekken. Ja, ja, dat kennen we!

en probeerden de ezel vooruit te trekken.

67

Page 70: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Laten we een stukje vooruit lopen. Misschien komt hij vanzelf achter ons aan."

Dat was nog zo gek niet bedacht. Wipneus en Pim liepen wat verder. Telkens keken ze

om. Jawel, Wie-wat liet ze rustig gaan. Juist wilde Pim iets naar de ezel roepen, toen Wipneus

hem opeens aanstootte. "Zeg ! Wees eens stil! Ik hoor wat! Ik geloof dat ik stem­

men hoor!" Alle twee bleven ze staan luisteren. Nee, ja toch ... nu

hoorde Pim het ook. Een eind verderop klonk een zware, harde stem. En vlak

daarna een zachte stem. Wie zouden daar zijn? En nog wel in de buurt van Reus Dubbelneus.

"Kom, we gaan daar eens een kijkje nemen. Maar voor­zichtig!"

Nou, zachtjes lopen, dat konden onze twee vriendjes wel. Dat hadden ze wel geleerd. Je hoorde geen takje kraken, waar ze liepen.

Ja, ja, nu konden ze goed horen, dat het twee stemmen waren. En als ze nu voorzichtig daar tussen die struiken kropen, dan konden ze die twee mannen ook wel zien!

Het duurde niet lang, of Wipneus en Pim zagen het ook. Vooral die ene was goed te zien. Geweldig, wat een man. Een reus! Met een woeste baard. En de rest van zijn ge­zicht zat verborgen achter zijn grote reuze-neus.

Pim stootte Wipneus aan. Die knikte! Natuurlijk. Reus Dubbelneus ! Dat kon je zó wel zien.

68

Page 71: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

~._ .

Reus Dubbetneus was aan het graven.

En die andere? Die kleine? Ja, natuurlijk. Dat zwarte mannetje. Het Plaagmannetje. Hij liep een beetje vreemd rond. Net of hij mank was. Maar nee. Hij was niet mank. Hij was een schoen kwijt.

En nu begrepen de twee kabouters ineens alles. Hoe hadden ze zo dom kunnen zijn. Als ze beter hadden op­gelet, hadden ze hem al lang kunnen hebben!

Maar wat deden ze daar toch? Ze waren aan het werk! Reus Dubbelneus was aan het graven. Met een schop

zo groot als een tafelblad! Een diepe kuil maakte hij.

69

Page 72: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

Dwars over het pad. En het Plaagmannetje haalde takken uit het hos. Een hele vracht lag al klaar.

Ha, nu begrepen Wipneus en Pim het. Dat werd een val­kuil! Om onze twee kabouters te vangen. Nou, nou, dat zag er niet mooi uit! Wat waren ze blij, dat het ezeltje was blijven stilstaan. Anders was het zeker niet goed af­gelopen.

Maar nu zouden ze eens laten zien, wie het slimste was. Ze hIeven nog een hele tijd achter de struiken zitten

kijken. Al gauw waren Dubbelneus en Schorretje klaar. Ze hadden zeker haast.

Af en toe lachte Dubbelneus heel hard. Die had nu al plezier om zijn mooie kuil.

Kijk, nu was het helemaal klaar. De takken lagen in de kuil en er lag een mooi laagje zand overheen. Je kon niet eens goed zien, dat er een kuil was.

Reus Dubbelneus ging aan de ene kant van het pad zit­ten en het Plaagmannetje aan de andere kant. En daar bleven ze wachten tot het ezeltje zou komen ...

Wipneus en Pim slopen gauw uit de buurt. Vlug renden ze toen naar het ezeltje.

" We moeten in een grote boog om het pad heen!" zei Pim.

Het leek wel of het ezeltje hem verstaan had. Pim nam Wie-wat bij zijn kop en trok hem zo mee. Eerst van het pad af. Tussen de struiken door. Het wagentje hobbelde er achter aan. Maar nu was het zó licht, dat het niet bleef steken.

70

Page 73: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

In een heel grote boog liepen ze door het hos. Af en toe kraakte een tak. Wipneus liep langs het wagentje om de takken opzij te buigen. Zo, nu moesten ze weer op het pad zien te komen. Pim ging eerst alleen vooruit om te kijken waar het pad was. En of ze wel ver genoeg gegaan waren.

Na een paar minuten kwam hij terug. Ja! Hij had het pad weer ontdekt. En verder ging het weer. Zo, daar was het pad. Nu waren ze veilig. Ze lieten de ezel staan en gingen weer terug.

Nu kwam nog het moeilijkste! Pim liep aan de ene kant tussen de struiken en Wipneus

aan de andere. Ze hadden precies afgesproken wat ze zou­den doen.

Ja, daarginds moest het zijn. Nu moest alles doodstil ge­beuren. Ze mochten niets meer tegen elkaar zeggen. Op­gelet dus!

Dubbelneus zat tussen de struiken. Zijn hoofd kwam er juist boven uit. Maar daar dacht hij niet aan. Niemand kon immers zijn voeten zien! !

Aan de andere kant zat Schorretje. Daarvan kon je al-leen maar een heel klein beetje zwart zien.

Het was overal doodstil ...

Opeens klonk het: "Au!" "Wat is er?" vroeg het Plaagmannetje. "Je moet niet met stenen gooien. Ik ben je vriend. Mij

moet je niet plagen."

"Ik deed niks!"

71

Page 74: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Ja, dat zeg je altijd!" Weer was het even stil. "Au! Au! Schurk, waarom doe je dat?" "Maar wat is er toch! Ik zit doodstil!" "Plaaggeest dat je bent. Dat is al de tweede keer dat je

een steen tegen m'n neus gooit. Straks heb ik er een bult op. Dan is mijn neus nog veel groter."

Schorretje snapte het natuurlijk ook niet. Juist wilde hij eens bij reus Dubbelneus gaan kijken, toen het ge­beurde.

"Auwauwau! M'n hele neus vol bloed. Zó'n steen er te­gen!"

daar ging reus Dubbelneus, de diepe kuil in.

72

Page 75: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

En meteen stond de reus op en kwam op Schorretje af. Maar hij was iets vergeten!

Nauwelijks had hij één pas gedaan, of er kraakte iets. Het dunne laagje takken zakte in elkaar en daar ging

reus Dubbelneus, de diepe kuil in. Hij sloeg wild met zijn armen en benen, maar zakte alleen nog maar Dieper. En hij kreeg zand in zijn bloedneus en in z'n ogen. Nu kon hij niet eens meer wat zien.

En daar hadden Wipneus en Pim op gewacht. Roets! Roets! schoten ze te voorschijn. En voor Schorretje wist wat er gebeurde, waren ze bij

hem. Maar hij zag niets meer. Zijn hoed werd omlaag ge­drukt. Over zijn ogen heen. Zowat tot op zijn kin. Hij kon niet eens meer schreeuwen. Vier armen pakten hem vast. Ze trokken hem overeind en lieten hem lopen. Hij moest lopen of hij wilde of niet. Af en toe vergat Schorretje een heen vooruit te zetten. Maar dat was niet erg. Dan zweefde hij een eindje door de lucht.

,.Rennen!" riepen Wipneus en Pim. "Anders krijgt Dub­belneus je te pakken!"

Dat was natuurlijk ook zo. Maar nu hadden Wipneus en Pim hem te pakken. Dat was ook niet zo leuk.

Maar Schorretje had nu zoveel schrik van Dubbelneus, dat hij toch maar begon te lopen. Zo hard hij kon. Hij verloor zelfs zijn tweede schoen. Ook al niet erg. Nu ging het nog vlugger ook.

Opeens werd hij beetgepakt en opgetild. Boem, daar viel hij neer. Op een houten vloertje. En meteen begon

73

Page 76: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

het vloertje te bewegen. Eerst langzaam en dan steeds vlugger.

Pim zat op de bok. "Vlugger! Vlugger!" schreeuwde hij. Nou, en of het

ezeltje hem verstond. Steeds sneller gingen de dunne poot­jes. Het wagentje slingerde over het pad. Van links naar rechts en weer terug. Daar kwam een bocht. Hoei, één wiel kwam van de grond af! Het karretje hing even scheef in de lucht. Maar het viel niet om! Gelukkig niet!

Wipneus en Pim keken telkens achterom. Zagen ze daar­ginds de reus niet komen? Nee, hè nee, gelukkig maar ...

Reus Dubbelneus zat heel ongelukkig in de kuil te kij­ken. Hij zat vol zand. Zijn kleren, zijn handen, zijn baard. Zelfs had hij zand gegeten. 0, wat kraakte dat tussen zijn tanden. En nog steeds kwamen er druppeltjes bloed uit zijn neus. En telkens deden zijn ogen nog pijn. En toen hij op het laatst weer wat zien kon, wás er niets meer te zien. En wat deed hij toen? Hij pakte zijn schop en gooide met een kwaad gezicht de hele kuil weer dicht. En toen ging hij naar huis om over al die rare dingen na te denken. Hij had ook zoveel meegemaakt.

Intussen was de ezelwagen flink opgeschoten. Met een reuzevaart stoven ze door het bos heen. De

ezel begon te zweten.

Dat zag Pim wel. Nog eens keek hij goed om. Maar achter hun was niemand te zien.

"Nu kalm aan maar beestje! Je hebt je best gedaan. En nog wel bedankt hoor!"

74

Page 77: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

De wijze Mok ging rustig lopen. Wipneus hield de hoed van Schorretje flink naar bene­

den en Pim hield met één hand de teugels vast en met de andere de voeten van Schorretje. Zo kwamen ze bij de poort van het paleis.

Daar stond koning Goedhart te wachten. Hij had ze al zien aankomen in de verte.

De poort ging ver open. En zo kwam Schorretje voor de tweede keer in het paleis. Maar niet voor zijn plezier! Ja, er was niets aan te doen. Hij mocht niet weglopen. Daarom werden zijn handen en voeten vastgebonden. En toen pas ging de hoed van zijn hoofd af.

Nieuwsgierig keken de koning en Wipneus en Pim hem aan.

Zo, dus dát was het Plaagmannetje. Maar wie weet ... Misschien was hij nog te helpen.

75

Page 78: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

F eest met 'n verrassing "Laat Pannesteel eens komen," zei koning Goedhart

tegen Sleutelbaard. Twee minuten later was de kok er al.

"Beste Pannesteeltje," zei koning Goedhart, "kun jij goed oliebollen bakken?"

"Natuurlijk, majesteit. Dat heb ik al geleerd toen ik zes jaar was."

"Nou. Ga dan vlug naar je keuken en begin er zoveel te bakken als je kunt. Vanavond eten we oliebollen in de feestzaal."

Pannesteeltje stoof weg! Heerlijk zeg! Oliebollen! Die had hij zelf ook zo graag.

Na een half uur kon je het al ruiken! De geur ging door alle gangen van het paleis heen.

AI gauw wisten het alle kaboutertjes: Vanavond oliebollen! Om 8 uur werd er geluid met de feestbel. Ting. .. tingeling... ting! Alle kabouters kwamen naar de feestzaal. Op de tafels stonden al grote schalen met dampende

oliebollen. En daar kwamen ook Wipneus en Pim binnen. En nog even later koning Goedhart zelf.

AI gauw hoorde je bijna niets meer. Ze zaten allemaal aan een oliebol te knabbelen.

Maar toen ze de eerste op hadden, kwamen de stemmen los. Het werd een gepraat en een gelach, dat het daverde.

Toen stond koning Goedhart op. Dadelijk werd het stil.

76

Page 79: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

"Beste kabouters!" begon koning Goedhart plechtig. En daarna vertelde hij hun, wat er die dag allemaal

gebeurd was. Iedereen zat doodstil te luisteren. "En nu zou ik Wipneus en Pim willen vragen ... " De

koning hield op en keek rond. Ja, waar waren die eigen­lijk? Ze zaten niet meer op hun plaats. Gek was dat.

Toen werd er opeens op de deur gebonsd. Vlug maakten een paar kabouters die open.

En wat kwam daar binnen? De ezel met zijn wagentje! Zo maar de feestzaal in. En

Wipneus en Pim zaten lachend op de bok. Ze wuifden vrolijk naar alle kanten. Ze reden tot vlak bij de plaats van de koning.

Toen sprongen ze van het wagentje af en bogen diep. "Majesteit. Wij brengen U onze gevangene, Schorretje,

het Plaagmannetje. Lange jaren heeft hij iedereen ge­plaagd. Daar kon hij niets aan doen. Hij was betoverd. Door een boze heks."

,,00000, wat jammer!" riepen ze allemaal. Toen trokken Wipneus en Pim de arme Schorretje uit

het karretje. Nieuwsgierig keken ze allemaal naar het zwarte mannetje.

"Maar misschien kunnen wij hem wel helpen!" riep Pim.

Ze maakten de touwen los, waarmee Schorretje vast zat. "Nu allemaal even stil zijn," riep Pim weer. Het werd doodstil in de zaal. Niemand wist, wat er zou

gaan gebeuren. Zelfs de koning niet.

77

Page 80: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

En opeens pakten Wipneus en Pim het Plaagmannetje beet en keerden hem ondersteboven. Hij spartelde wel erg, maar dat hielp niet. Toen draaiden ze hem langzaam rond. Naar rechts.

"Een ... twee ... DRIE!" Opeens werd het donker in de zaal. Toen een lichtstraal.

Of was het vlam? En daarna werd het weer plotseling licht. Wat schrokken ze allemaal! Maar kijk! Schorretje was verdwenen! En op zijn plaats stond een

ander mannetje. Een leuk kereltje in een prachtig pak! Witte bloes, groene broek, witte kousen, rode schoenen, witte handschoenen, witte muts en een prachtige, lange rode veer er op.

Zelfs Mok deed mee.

78

Page 81: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

En in zijn hand had hij een gouden staf! ,.Hoera! Hoera!" juichten ze allemaal. Het nieuwe mannetje klom boven op een stoel. Hij

zwaaide met zijn staf. Een regen van gouden sterretjes schoot er uit.

"Beste koning Goedhart ! Beste Wipneus en Pim! Bes­te kabouters! Ik ben Schobbertje, het Grapjesmannetje ! Lang ben ik Schorretje geweest, het Plaagmannetje. Maar dat is nu gelukkig voorbij! Leve Wipneus en Pim!"

Weer begonnen ze allemaal te juichen. Er kwam maar geen eind aan. Zelfs Mok deed mee. Op zijn eigen manier.

"I-a! I-a!" En toen het gejuich eindelijk wat minder werd, stond

koning Goedhart weer op. "Beste Schobbertje! Wij zijn allemaal heel blij, dat je

nu geen Plaagmannetje meer bent. Ik hoop, dat je geen grapjes met inkt of niespoeder uithaalt. En dat je geen pan met water meer klaar zet. En de kat niet meer in de kast stopt. We hopen dat je dikwijls grapjes zult maken hier in ons paleis. Want we houden van vrolijkheid. Ik zou je willen vragen: Zou je niet graag bij ons blijven wonen?"

"Als mijn ezeltje het goed vindt!" riep Schobbertje. En de wijze ezel knikte drie keer van: Ja! En zo kreeg het paleis weer een nieuwe kabouter er bij. Een, waar ze veel plezier van hadden. En dat was toch ook wel weer te danken aan Wipneus en

Pim!

EINDE

Page 82: Wipneus,Pim - dbnlWipneus,Pim WIPNEUS,PIM EN HET PLAAGMANNETJE DOOR B. J. VAN WIJCKMADE lil GEILLUSTREERD DOOR H. RAMAEKERS * VOOR 8 - 11 JARIGEN UITGEVER: J. SCHENK - MAASTRICHT Voor

INHOUD

Schorretje .

Schorretje in het paleis.

Wat gebeurt hier toch? ....

Op zoek naar het spook •

Waar zijn Wipneus en Pim? .

Pim ontdekt wat .

Met Mok op stap .

Bij kabouter Alfabet

Schorretje en Dubbelneus .

Feest met 'n verrassing.

GOFFIN - DRUK

MAASTRICHT

3

11

19

27

35

44

52

59

67

76