Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen...

69
NUTTIGE INFORMATIE SPAREN & BELEGGEN LEERKRACHT

Transcript of Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen...

Page 1: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

NUTTIGE INFORMATIE

SPAREN & BELEGGEN

LEERKRACHT

Page 2: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

SPAREN & BELEGGENNUTTIGE INFORMATIE

INHOUDTe bereiken doelstellingen............................................................................................................4

Verwijzingen in de eindtermen.....................................................................................................5

1. SPAREN EN BELEGGEN...............................................................................................................61.1 SPAREN, WAT IS DAT?..............................................................................................................................6

1.2 WAAROM SPAREN?..................................................................................................................................6

1.3 HOEVEEL KAN JE SPAREN?.......................................................................................................................7

1.4 HOE BEPAAL IK MIJN IDEALE SPAARBUFFER?...........................................................................................8

1.5 WAT IS BELEGGEN?..................................................................................................................................8

1.6 OP KORTE OF LANGE TERMIJN BELEGGEN?.............................................................................................8

1.7 EEN ETHISCHE INVESTERING, WAT IS DIT?...............................................................................................9

2. WELKE SPAAR- OF BELEGGINGSPRODUCTEN KIEZEN?..............................................................102.1 TIJDSHORIZON........................................................................................................................................10

2.2 RENDEMENT EN RISICO..........................................................................................................................12

2.3 KAPITAALGARANTIE EN KAPITAALBESCHERMING: 2 BELANGRIJKE BEGRIPPEN.....................................15

2.4 INFLATIE EN DEFLATIE............................................................................................................................15

2.5 WAT IS MIJN BELEGGERSPROFIEL?.........................................................................................................17

2.6 NIET TE VERGETEN: KOSTEN EN BELASTINGEN......................................................................................19

2.6.1 Kosten..............................................................................................................................................19

2.6.2 Belastingen of taksen.......................................................................................................................20

3. DE SPAARREKENING................................................................................................................223.1 WAT WORDT ER BEDOELD MET DE LIQUIDITEIT VAN MIJN SPAARREKENING?.....................................22

3.2 BASISRENTE EN GETROUWHEIDSPREMIE: WAT IS HET VERSCHIL?........................................................22

3.3 WERKELIJK RENDEMENT: HOEZO?.........................................................................................................24

3.4 MAAKT 1 % EEN GROOT VERSCHIL?.......................................................................................................25

3.5 KAPITALISATIE VAN DE INTREST.............................................................................................................26

3.6 HOE DE VOOR JOU MEEST GESCHIKTE SPAARREKENING VINDEN?........................................................27

4. IN HET KORT: EEN AANTAL ANDERE SPAAR- EN BELEGGINGSPRODUCTEN...............................284.1 DE NIET-GEREGLEMENTEERDE SPAARREKENING...................................................................................28

4.2 DE TERMIJNREKENING...........................................................................................................................28

4.3 DE STAATSBON.......................................................................................................................................29

4.4 DE KASBON.............................................................................................................................................30

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 2

Page 3: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

4.5 DE VOLKSLENING....................................................................................................................................30

4.6 TAK 21....................................................................................................................................................31

4.7 OBLIGATIES.............................................................................................................................................32

4.8 AANDELEN..............................................................................................................................................33

4.9 BELEGGINGSFONDSEN...........................................................................................................................34

4.10 TAK 23..................................................................................................................................................35

5. DE BEURS................................................................................................................................365.1 WAT IS DE BEURS?.................................................................................................................................36

5.2 TOT WELKE BEURZEN HEB JE TOEGANG?...............................................................................................36

5.3 BEURSKOERSEN......................................................................................................................................36

5.4 BEURSCRISIS...........................................................................................................................................37

6. JONGER DAN 18 JAAR, WAT MAG?..........................................................................................38

7. WAT DOET DE BANK MET HET GELD DAT JE SPAART OF BELEGT?............................................39

8. WAAR KAN JE TERECHT OM TE SPAREN OF TE BELEGGEN?......................................................408.1 BIJ WELKE BANK SPAAR OF BELEG JE?....................................................................................................40

8.2 WAAROM JE BANK FAILLIET ZOU KUNNEN GAAN?................................................................................43

8.3 KAN JE JE BESCHERMEN TEGEN HET RISICO OP FAILLISSEMENT VAN EEN BANK?.................................44

9. BESLUIT...................................................................................................................................45

.

Opmerkingen en suggesties over deze bundel kan je sturen naar [email protected]

Een uitgave van: Wikifin.be

Mei 2019

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 3

Page 4: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Te bereiken doelstellingen

Sparen en beleggen

De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag na een tijd al wat geld verzameld hebt.

De leerlingen zien het belang van een spaarbuffer voor onverwachte uitgaven in en kunnen regelmatig geld opzij zetten.

De leerlingen kunnen het verschil bepalen tussen sparen voor noden en behoeften op korte termijn, middellange of lange termijn.

De leerlingen kunnen bepalen welke spaarformule het meest aangewezen is om te sparen voor een bepaald doel of voor het opbouwen van een spaarbuffer (type spaarrekening, bedrag, periodiciteit, duur, ...).

De leerlingen kunnen een voor hen interessante spaarrekening selecteren. De leerlingen weten wat het verschil is tussen garantie en kapitaalbescherming. De leerlingen kennen een aantal financiële producten en weten welke producten er bij hun profiel

passen. De leerlingen weten waar je betrouwbare informatie kan vinden over financiële producten.

Rendement, risico, voorwaarden, kosten en belastingen

De leerlingen begrijpen de notie intrest. De leerlingen kunnen het mechanisme van samengestelde intrest uitleggen. De leerlingen kunnen uitleggen hoe risico en rendement zich tot elkaar verhouden. De leerlingen kunnen hun beleggersprofiel in kaart brengen. De leerlingen weten dat er ook nog kosten en belastingen verbonden zijn aan beleggingen en

kunnen deze informatie opzoeken en beoordelen.

De tijdswaarde van geld

De leerlingen weten wat inflatie is en wat dat impliceert voor de koopkracht van hun spaargeld of hun inkomen.

De leerlingen weten wat deflatie is en wat dat impliceert voor hun koopkracht, spaargeld, lening en loon.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 4

Page 5: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Verwijzingen in de eindtermen

1ste graad 11.3 De leerlingen ontleden een gezinsbudget. (A-stroom)

11.3 De leerlingen schetsen inkomsten en uitgaven binnen een gezinsbudget. (B-stroom)

BG 11.3 De leerling maakt budgettaire keuzes voor zichzelf rekening houdend met een eigen budget en een gezinsbudget. (A-en B-stroom)

11.4 De leerlingen maken budgettaire keuzes voor zichzelf rekening houdend met een eigen budget en een gezinsbudget. (A- en B-stroom)

2de en 3de graad

Vakgebonden eindtermen Project Algemene Vakken Tweede graad:

20. De leerlingen kunnen hun dagelijkse leven organiseren.

24. De leerlingen kunnen hun zakgeld beheren.

Afhankelijk van de gekozen werkvormen en oefeningen, zullen er natuurlijk ook eindtermen uit de domeinen ‘Functionele taalvaardigheid’, ‘Functionele rekenvaardigheid’, ‘Functionele informatieverwerving en -verwerking’ en ‘Organisatiebekwaamheid’ aan bod komen.

Linken met de vakgebonden eindtermen Project Algemene Vakken Derde graad:

14. De leerlingen zien in dat ze keuzes moeten maken om hun leven adequaat te organiseren. 26. De leerlingen kunnen geld beheren en bankieren.

Afhankelijk van de gekozen werkvormen en oefeningen, zullen er natuurlijk ook eindtermen uit de domeinen ‘Functionele taalvaardigheid’, ‘Functionele rekenvaardigheid’, ‘Functionele informatieverwerving en -verwerking’ en ‘Organisatiebekwaamheid’ aan bod komen.

Linken met de vakoverschrijdende eindtermen:

Context 6, socio-economische samenleving, 7: de leerlingen kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren.

Afhankelijk van de gekozen werkvormen en oefeningen, zullen er natuurlijk ook eindtermen uit de gemeenschappelijke stam en leren leren aan bod komen.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 5

Page 6: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

VOET uit de stam en leren leren hangen voornamelijk af van de gekozen werkvormen en worden daarom niet vermeld.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 6

Page 7: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

1. SPAREN EN BELEGGEN

1.1 SPAREN, WAT IS DAT?

Sparen is je geld nu niet uitgeven, maar aan de kant houden voor later. Wanneer je je loon of zakgeld niet helemaal gebruikt en wat geld aan de kant houdt, dan ben je aan het sparen.

1.2 WAAROM SPAREN?

Er zijn wel duizend-en-één redenen om te sparen. De belangrijkste motieven kunnen we samenvatten in vier categorieën. We sparen:

Voor de gemoedsrust Stel dat je je smartphone verliest of dat je laptop defect is. Als je voor zulke situaties een spaarpotje opgebouwd hebt, zal je geruster in het leven staan. Zo’n spaarpotje laat toe om je smartphone te vervangen, je laptop te laten herstellen. Dit spaargeld is een spaarbuffer die je kan aanspreken als het even slechter gaat of als er iets vervangen moet worden.

Om een grote aankoop of uitgave in de toekomst te kunnen betalen Je kan bijvoorbeeld sparen voor een smartphone, een mooie reis of een auto. Sparen kan ook het vertrekpunt zijn voor het opstarten van je eigen zaak.

Om familie te helpenDe meeste jongeren kunnen maar studeren omdat hun ouders hun studies betalen, heel wat ouders sparen hiervoor op voorhand. Heel wat ouders of grootouders helpen hun (klein)kinderen ook financieel bij de aankoop van een eigen woning of de opstart van een eigen zaak.

Om een appeltje voor de dorst te hebben voor laterEens je op pensioen bent, verminderen je inkomsten gewoonlijk. Bepaalde kosten, zoals je facturen van water of elektriciteit verminderen gewoonlijk niet. Andere kosten, zoals je medische kosten riskeren zelfs te verhogen. Een spaarpotje waarmee je elke maand je inkomsten kan aanvullen, is dan welkom.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 7

Page 8: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

1.3 HOEVEEL KAN JE SPAREN?

Om te weten hoeveel je kan sparen, moet je een goed zicht hebben op je budget. Als je op het einde van de maand niet al je geld hebt moeten uitgeven, dan heb je de capaciteit om te sparen. Maar hoeveel kan je dan sparen?

Met de spaarcalculator van Wikifin kan je berekenen hoe lang je maandelijks welk bedrag moet opzij zetten om een bepaald bedrag bijeen te krijgen. Met onze spaarcalculator bereken je ook heel eenvoudig hoe lang je een bepaalde som maandelijks moet sparen om je spaarbuffer terug aan te vullen.

Zie hiervoor De Wikifin Spaarcalculator:http://www.wikifin.be/nl/tools/rekentools/spaarcalculator.

Enkele spaartips:

Zelfs elke maand een klein bedrag sparen, levert je na verloop van tijd een mooie som op.

Misschien stel je aan de hand van deze tabel zoals velen wel vast dat je zo meer geld bijeen kan sparen dan je eigenlijk eerst had gedacht. Opgelet, we sparen hier het geld in een spaarvarken en niet op een rekening bij de bank. Er is hier namelijk nog geen sprake van intrest, een vergoeding die je bij de bank krijgt voor je spaarcenten (zie verder 2.2 rendement).

Tabel 1

na 12 maanden na 24 maanden na 36 maanden

10 euro per maand

120 euro 240 euro 360 euro

20 euro per maand

240 euro 480 euro 720 euro

30 euro per maand

360 euro 720 euro 1080 euro

Zet in het begin van de maand een deel van je zakgeld of van het loon van je weekendwerk op je spaarrekening en doe alsof het niet bestaat.

Zo word je niet verleid om het geld uit te geven.

Stop dagelijks je kleingeld in een spaarpot en stort de centen regelmatig op je spaarrekening.

Zo vermijd je verspilling van je kleingeld aan kleine, vaak nutteloze aankopen, zoals gadgets of

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 8

Page 9: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

impulsaankopen (Volgens Van Dale: het plotseling kopen van iets zonder er veel over na te denken of zonder veel overleg met iemand anders) aan de kassa.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 9

Page 10: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

1.4 HOE BEPAAL IK MIJN IDEALE SPAARBUFFER?

Je minimale spaarbuffer is een reservepotje dat je achter de hand houdt om op terug te kunnen vallen bij onverwachte kosten. Hoe groot je spaarbuffer minimaal is, hangt sterk af van je persoonlijke situatie: woon je samen, bij je ouders of alleen, heb je kinderen, werkt je partner enz. Wanneer je je spaarbuffer hebt moeten gebruiken, dan kan je die best terug aanvullen. Dat moet niet ineens gebeuren, maar kan op je eigen tempo.

1.5 WAT IS BELEGGEN?

Heb je al een veilige spaarbuffer aan de kant staan en kom je iedere maand goed rond? Krijg je of verwacht je een grote som geld die je niet onmiddellijk nodig hebt? Dan kan je ervoor kiezen om een deel van je spaargeld te beleggen. Maar starten met beleggen doe je best doordacht en behoedzaam. Beleggen is doorgaans meer risicovol dan sparen. Hou dat in het achterhoofd en wees eerlijk met jezelf over wat je een aanvaardbaar risico vindt voor jouw spaargeld. Want weet dat je door te beleggen soms ook geld kan verliezen.

1.6 OP KORTE OF LANGE TERMIJN BELEGGEN?

Beleg je op de korte termijn, dan beoog je om op een korte tijd winst te maken. Je doet dit door te gokken op het verloop van de beurs, snel te reageren met aan- en verkopen op nieuws in de wereld, te kiezen voor bedrijven waarvan je vermoedt dat ze snel winst zullen maken, ... Dit korte termijn beleggen wordt soms ook speculeren (volgens Van Dale: kopen, verkopen of wachten met kopen of verkopen in de verwachting winst te maken door stijging of daling van prijzen) genoemd.

Het is niet vanzelfsprekend om op korte termijn veel winst te maken. Niemand kan voorspellen wat het gevolg is van bepaalde gebeurtenissen en hoe de koersen zullen evolueren, of een bedrijf de verwachtingen kan inlossen, … Maar het is natuurlijk best mogelijk dat je aan de hand van vele aan- en verkopen winst maakt. Maar opgelet, je moet er ook rekening mee houden dat een deel van die winst zal wegvloeien naar transactiekosten (zie 2.7 Niet te vergeten: kosten en belastingen). Je hebt met andere woorden begrepen dat speculeren dus zeker niet weggelegd is voor iedereen en dat het daarenboven een risicovolle manier van geld beleggen is.

Beleg je op de lange termijn, dan beoog je om geleidelijk aan winst op te bouwen. Je hebt dan ook een lange beleggingshorizon. Er wordt hier ook wel van investeren gesproken. Je kiest dan eerder die bedrijven die stabiel zijn en waarvoor je eerder een continue groei en winst verwacht. Je zal er dan voor zorgen dat je de aandelen waarin je belegt zeer goed uitkiest (verspreid over diverse landen, sectoren, ...) en je laat je niet afschrikken door tussentijdse koersdalingen.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 10

Page 11: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

1.7 EEN ETHISCHE INVESTERING, WAT IS DIT?

Je wilt je spaargeld graag beleggen, je wilt dit geld graag laten renderen (zie 2.2 Rendement), maar niet tegen om het even welke prijs. Je zou bijvoorbeeld niet willen dat je spaargeld wordt geïnvesteerd in de wapenindustrie, in een milieuvervuilend bedrijf of in een onderneming die kinderarbeid inzet. Dan zijn sociaal verantwoorde beleggingen iets voor jou. Andere termen die hiervoor gebruikt worden zijn ‘ethisch’, ‘maatschappelijk verantwoord’, ‘groen’, ‘duurzaam’… beleggen.

Wanneer je kiest voor ethische investeringen, ondersteun je via die weg zo bedrijven die een duurzaam beleid voeren, een milieubewuste gedragscode hanteren of een ethisch beleid voeren. Die bedrijven zullen bepaalde producten of productiemethoden uitsluiten (bijvoorbeeld: tabak, wapens, kinderarbeid).

Hoe vind je nu een voor jou geschikt ethisch spaar- of beleggingsproduct?

Ethisch beleggen kan je aan de hand van een specifieke spaarrekening of een daartoe bedoeld beleggingsfonds. Je kan ook contact opnemen met organisaties die zich op dat vlak profileren (organisaties voor duurzame ontwikkeling).

Hoe achterhaal je nu of een belegging ‘ethisch’ is?

De meeste financiële instellingen pakken tegenwoordig uit met ‘ethische’ beleggingsproducten. Besef wel dat de overheid geen regels oplegt die duidelijk bepalen vanaf wanneer een financieel product duurzaam is of niet. Er zijn wel twee organisaties die aan de hand van indicatoren aangeven of Belgische beleggingsproducten een duurzaam ‘karakter’ hebben: BeAMA en Forum Ethibel.

BeAMA (Belgische Vereniging van Asset Managers) ontwikkelde een methode om ‘ethische’ beleggingsproducten op de financiële markt te identificeren en op te volgen. FORUM ETHIBEL reikt 2 kwaliteitslabels uit: Ethibel Pioneer en Ethibel Excellence. De labels gaan naar beleggingsfondsen die enkel investeren in bedrijven die zich onderscheiden op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Is mijn ethische belegging wel veilig en rendabel?

Duurzame beleggingen zijn niet noodzakelijk minder rendabel dan traditionele beleggingen. Het aanbod aan ‘sociaal verantwoorde’ investeringen biedt mogelijkheden voor elk beleggersprofiel (in functie van de risico’s die u wil nemen). Bij gebrek aan deze specifieke regels voor ethische investeringen is specifiek toezicht hierop door de toezichthouders de Nationale Bank van België (NBB) en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) momenteel niet mogelijk.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 11

Page 12: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

2. WELKE SPAAR- OF BELEGGINGSPRODUCTEN KIEZEN?

Belangrijk is dat je een spaar- of beleggingsproduct kiest dat het best bij jou past. Een aantal elementen zullen dat bepalen zoals je beleggingshorizon en het rendement en risico dat aan de verschillende producten gekoppeld zijn. Daarnaast zullen zeker ook inflatie, kosten, belastingen en taksen een rol pelen.

2.1 TIJDSHORIZON

Behalve voor het aanleggen van een spaarbuffer kan je ook nog sparen voor andere doelen. Afhankelijk van dat doel zal je je geld dus voor een langere termijn opzij zetten. We spreken hier van je beleggingshorizon.

Je beleggingshorizon is de periode waarin je je spaargeld kan missen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling om je spaargeld te investeren in een belegging met een looptijd van 8 jaar als je weet dat je binnen 3 jaar je geld nodig hebt voor de aankoop van een appartement. De factor tijd is dus een criterium dat belangrijk is bij de keuze van de manier waarop je je geld zal sparen of beleggen.

Voor elk type spaarproduct en beleggingsproduct is er een aanbevolen beleggingshorizon.

Hieronder is er een schematisch overzicht van de aanbevolen beleggingshorizon per product. Meer informatie over deze verschillende producten komt verder aan bod.

Tabel 2

1 jaar 3 jaar 5 jaar 8 jaar 10 jaar en meer

Spaarrekening

Termijnrekening

Staatsbon

Kasbon

Volkslening

Tak 21*

Obligaties

Aandelen

Beleggingsfondsen

Tak 23**

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 12

Page 13: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

(*) de aanbevolen beleggingshorizon start vanaf 8 jaar en 1 dag.

(**) afhankelijk van het type verzekeringscontract zal de aanbevolen beleggingshorizon starten vanaf 8 jaar en 1 dag.

In het overzicht hebben we de minimum aanbevolen termijnen opgenomen die je in acht moet nemen, hetzij om de risico’s op verliezen ten gevolge van schommelingen op de markten te beperken, hetzij om fiscale redenen. Natuurlijk kan je alle beleggingen eerder en dus voor hun einddatum verkopen of kan je je geld vervroegd opvragen. Houd er rekening mee dat je dan waarschijnlijk geld zal verliezen (betaling van extra kosten, verkoop aan lagere koersen, ongunstige fiscaliteit) of verkopen aan een lagere koers dan toen je ze kocht.

Je beleggingshorizon bepalen is niet zo gemakkelijk als het lijkt. Mensen hebben de neiging om de periode waarin ze hun spaargeld niet nodig hebben eerder kort in te schatten. Want, “je weet maar nooit wat er kan gebeuren”. Maar, je beleggingshorizon beperken heeft ook gevolgen voor het rendement van je beleggingen. Voor beleggingen met een vaste intrestvoet (termijnrekening, kasbon, staatsbon, Tak 21, obligaties,...) geldt immers doorgaans dat het rendement lager is naarmate de einddatum minder veraf ligt. Daarmee willen we niet zeggen dat je altijd moet kiezen voor de langste beleggingshorizon om het beste rendement te realiseren. Het heeft ook weinig zin om je geld voor jaren te beleggen in een product met een vaste, maar lage intrestvoet, als de kans groot is dat de intrestvoeten binnen afzienbare tijd zullen stijgen.

Hoe langer je beleggingshorizon is, hoe minder risico je loopt dat je je beleggingen moet verkopen op een ongunstig moment. Je kan immers wachten op een gunstig moment om je belegging te verkopen. Dit geldt voornamelijk voor beleggingen waarvan de koers evolueert op de financiële markten (aandelen, beleggingsfondsen, Tak 23, ...).

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 13

VOORBEELD : [de invloed van de duur van je belegging op de geafficheerde intrestvoet]:

De staatsbon van 4 december 2013 was beschikbaar in 2 looptijden: 5 jaar en 8 jaar. Voor de staatsbon op 5 jaar krijg je jaarlijks een rendement van 1 % bruto (zie 2.7.2 Belastingen en taksen), terwijl de staatsbon op 8 jaar jaarlijks 1,90 % bruto opbrengt.

Page 14: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

2.2 RENDEMENT EN RISICO

Wanneer je spaart of belegt hoop je daarmee geld te verdienen. Het geld dat het spaar- of beleggingsproduct opbrengt, noemen we het rendement. Het rendement wordt uitgedrukt in een percentage van het belegde geld. Dat bedrag dat je spaart of belegt noemen we hier verder kapitaal (K). Het is hier dus de som geld die je gedurende een zekere tijd in spaar- of beleggingsproducten zal stoppen.

Dit kapitaal evolueert doorheen de tijd. Zo start je met beginkapitaal, het bedrag K0 dat je bij de start hebt. Het eindkapitaal Kn is dan het bedrag dat je op het einde van je spaar- of beleggingsperiode hebt. Je hoopt natuurlijk dat het eindkapitaal groter is dan het beginkapitaal, net omdat je hoopt dat het kapitaal zal aangroeien. Hoe groot je eindkapitaal zal zijn wordt zo geschreven:

Intrest zal men meestal als % van het kapitaal uitdrukken nl. als intrestvoet of rentevoet:

Belangrijk is nog even in te gaan op het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde intrest.

Bij de enkelvoudige intrest wordt de intrest per tijdseenheid berekend en ook uitbetaald (meestal een tijdseenheid van 1 jaar; dit geldt ook voor onderstaand voorbeeld). Elk jaar wordt de intrest berekend op hetzelfde startkapitaal. Zie het voorbeeld hieronder waarbij je een kapitaal hebt van € 100 en de intrest 5 % (=0,05) bedraagt. Je ziet dat je aan de hand van de enkelvoudige intrest jaarlijks € 5 intrest ontvangt op een jaarlijks identiek startkapitaal van € 100. Het bedrag aan intrest is afhankelijk van het kapitaal, de intrestvoet en de periode.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 14

Kn = K0 + I waarbij I = intrestbedrag of de vergoeding voor je kapitaal.

K n - K 0 = i %K0

I = K0 . i . n met K = kapitaal, i = intrestvoet, n = periode (hier 1 jaar)

Kn = K0 + I

Page 15: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Als je je spaargeld voor een langere periode, d.w.z. meer dan een jaar, onafgebroken op je spaarrekening laat staan en als je ook de intresten op je spaargeld niet afhaalt, zal je intrest kapitaliseren. Dat betekent dat je ook intrest krijgt op die intresten vanaf het daaropvolgende jaar. Men spreekt dan van samengestelde intrest of kapitalisatie. Na verloop van enkele jaren levert dat een groot verschil op in vergelijking met de enkelvoudige intrest. Bij deze samengestelde intrest is het zo dat je kapitaal na elke periode van renteberekening toeneemt met het intrestbedrag. Bij het kapitaal wordt de intrest toegevoegd om ook weer samen met het kapitaal aan te groeien; het kapitaal neemt dus steeds toe. Maar dit betekent ook dat het bedrag aan intresten niet beschikbaar is. In het voorbeeld hieronder starten we met dezelfde info als in het voorbeeld hierboven nl. een kapitaal van € 100 en een intrestvoet van 5 % maar hier kapitaliseren we jaarlijks de intrest.

In de twee illustraties zie je dat je het eerste jaar met beide berekeningen evenveel intresten hebt nl. 5 euro. Vanaf het tweede jaar neemt het intrestbedrag met samengestelde intrestberekening toe. De formule die we voor de samengestelde intrestberekening gebruiken:

Intrest of dividend; hoe zit dat juist?

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 15

VOORBEELD enkelvoudige intrestberekening

Cumulatief

Start Einde Kapitaal Intrestbedrag Eindkapitaal Intrestbedrag

1/1/2014 31/12/2014 100 5 105 5

1/1/2015 31/12/2015 100 5 105 10

1/1/2016 31/12/2016 100 5 105 15

VOORBEELD samengestelde intrest of kapitalisatie

CumulatiefStart Einde Kapitaal Intrestbedrag Eindkapitaal Intrestbedrag

1/1/2014 31/12/2014 100 5 105 5

1/1/2015 31/12/2015 105 5,25 110,25 10,25

1/1/2016 31/12/2016 110,25 5,51 115,76 15,76

Kn = K0 . un met u = (1+i) met n = tijd (per jaareenheid uitgedrukt)

Kn = K0 . (1 + i)n

Page 16: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Intrest is het bedrag waarop je recht hebt (vordering) voor het geld dat je voor een bepaalde periode hebt uitgeleend. Voor het geld dat je hebt uitgeleend staat het immers vast dat je rente zal ontvangen (er is sprake van een rentedragend karakter). Zo ontvang je intrest op een spaarrekening of op een obligatie. Meestal is de intrest een vast percentage van de hoofdsom, het kapitaal. De hoogte van de intrest is meestal vooraf gekend of redelijk goed in te schatten. Bij een Belgische gereglementeerde spaarrekening bestaat de intrest uit een basisrente en een getrouwheidspremie (zie verder onder 3. De spaarrekeningen).

Dividend is het gedeelte van de winst van een onderneming dat wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. Het bedrag dat je zal ontvangen is variabel, je hebt hier met name geen vast recht op een uitkering. Als je dit bedrag (het totale dividend) deelt door het aantal uitstaande aandelen krijg je het dividend per aandeel. Het dividend hangt af van het bedrag van de winst dat de onderneming zal uitkeren aan haar aandeelhouders, het is dus vooraf niet gekend. Sommige bedrijven kiezen ervoor om hun winst in hun bedrijf te investeren en betalen zo weinig of geen dividend uit. Dit is zeer gangbaar bij startende ondernemingen en groeibedrijven. Als aandeelhouder heb je wel de mogelijkheid om over het dividendbeleid mee te beslissen tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders.

Met het risico van een belegging wordt er aangegeven dat er een kans is dat het effectief behaalde rendement afwijkt van het verwachte rendement. De afwijking kan zowel positief als negatief uitvallen. Je kan relatief gemakkelijk een inschatting maken van het verwachte rendement van een spaarrekening, het uiteindelijk resultaat zal daar niet ver van afwijken. Het risico is met andere woorden klein. Voor andere beleggingsproducten kan je wel een verwacht rendement hebben, maar in de praktijk kan het effectieve behaalde rendement daar sterk van afwijken. Het is immers niet gemakkelijk om voorspellingen te doen over de beurskoersen, wisselkoersen, de politieke situatie van een land of de globale wereldeconomie… allemaal factoren die het rendement op beleggingsproducten kunnen beïnvloeden.

Rendement en risico zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hoe hoger het gewenste rendement, des te groter is het risico dat je als belegger moet aanvaarden. Bij de keuze van een spaar- of beleggingsproduct zal je altijd moeten een afweging maken tussen het verwacht rendement en risico. Op elk beleggingsproduct zal er immers een ander verwacht rendement en risico van toepassing zijn. Maar het is wel zo dat het rendement op producten met een hoger risico (waaronder aandelen), meestal hoger zal zijn dan het rendement op obligaties of spaarrekeningen (producten met een lager risico). Op lange termijn is het rendement op beleggingen in aandelen bijna altijd hoger dan bij sparen of obligaties. Maar dat betekent wel dat je je geld voor een lange termijn moet kunnen missen indien je wilt kunnen genieten van dat hoger rendement. Indien je je geld plots nodig hebt en de waarde van je belegging staat op dat moment laag, dan zal je misschien minder winst behalen dan oorspronkelijk gehoopt.

2.3 KAPITAALGARANTIE EN KAPITAALBESCHERMING: 2 BELANGRIJKE BEGRIPPEN

Heel wat beleggers zijn op zoek naar producten die kapitaalgarantie bieden. Het rendement van dergelijke producten ligt soms vast, soms niet, maar in elk geval heb je recht op de volledige terugbetaling van je inleg. Bij kapitaalgarantie staat een derde partij garant voor de terugbetaling van het kapitaal. Indien de uitgever of het fonds dus niet terugbetaalt zal de derde partij de terugbetaling moeten doen.

Heel wat producten worden echter aangeprezen omwille van hun kapitaalbescherming. Dat is niet hetzelfde als kapitaalgarantie. Bij kapitaalbescherming wordt er voorzien in een financieel mechanisme dat

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 16

Page 17: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

moet toelaten om je geld te recupereren op de vervaldag van het fonds. Gaat het verkeerd met die constructie, dan ben je je geld kwijt. In de productfiches lezen we dan dat de kapitaalbescherming een beleggingsdoelstelling is, maar geen verbintenis. Wil je geen enkel risico lopen dat je je oorspronkelijk ingelegd kapitaal niet (volledig) terugziet, kies dan voor producten met kapitaalgarantie in plaats van kapitaalbescherming. En houd goed het onderscheid tussen deze termen in gedachten.

2.4 INFLATIE EN DEFLATIE

Naast rendement en risico is er nog een derde variabele waarmee een belegger rekening moet houden: de inflatie. Wanneer het algemeen prijspeil van goederen en diensten stijgt, spreken we van inflatie. Met

hetzelfde geld kan je dan minder kopen.

Om te voorkomen dat je spaargeld jaar na jaar minder waard wordt door inflatie, moet het rendement van je spaarcenten minstens gelijk zijn aan het niveau van de inflatie. Dan stijgt de waarde van je spaargeld minstens evenveel als de prijzen van goederen en diensten en behoud je je koopkracht.

In de module ‘Verantwoord consumeren’ gaan we verder in op het begrip inflatie en bespreken we de impact van inflatie op de koopkracht. Voor de evolutie van de inflatie: zie http://nl.global-rates.com/economische-statistieken/inflatie/consumentenprijzen/cpi/belgie.aspx

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 17

VOORBEELDIn 2009 kostte een brood 2 euro. In 2014 kost datzelfde brood al 2,20 euro. Op 5 jaar tijd is de prijs van een brood gestegen met 0,20 euro.

Wanneer er zich dergelijke prijsstijging voordoet voor het geheel van goederen en diensten, noemen we dat inflatie.

Maar wat betekent die prijsstijging nu concreet voor jou? Stel dat je in 2009 2 euro, de prijs van een brood, in je spaarpot had gestoken. In 2014 kan je met die 2 euro geen brood meer kopen. Op 5 jaar tijd is de koopkracht van het geld in je spaarpot dus gezakt.

VOORBEELDJe hebt 11.000 euro spaargeld en je wil hier over 2 jaar een auto mee kopen. Momenteel heb je immers nog geen auto nodig. Daarom stort je je spaargeld op een termijnrekening om het te laten aangroeien. Je ontvangt 1,50 % intrest op deze rekening. Na 2 jaar zal je spaargeld aangegroeid zijn tot 11.332,48 euro (11.000 x (1+0,015)²).

De auto die je wil kopen, kost vandaag 11.000 euro. Met een inflatie van 2 % per jaar, zal zijn prijs stijgen. Volgend jaar kost hij al 11.220 euro en binnen 2 jaar 11.444,4 euro. De auto die je nu wel kan kopen met je spaargeld, kost je binnen 2 jaar meer dan wat je gespaard hebt.

Page 18: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Deflatie

Eind september 2014 was het zo ver, de inflatie zakte voor het eerst in vijf jaar onder nul. Concreet betekende dit dus dat het algemene prijspeil t.o.v. de vorige maand (augustus 2014) een negatief cijfer was. Op dat moment was er dus geen sprake van prijsstijging, maar wel van een prijsdaling. De oorzaken van de prijsdaling zijn in dit concreet geval geïdentificeerd als te wijten aan de daling van de energie-en voedingsprijzen. Wanneer dit lang aanhoudt, spreekt men over deflatie.

Is dit nu een goede zaak? Op het eerste zicht lijkt dit interessant en dus goed nieuws.

Maar wanneer de prijsdaling blijft duren, is dat geen goed nieuws. De economie dreigt immers stil te vallen bij een deflatie. Waarom? Kopers stellen hun aankopen uit. Ze verwachten immers dat de prijzen nog meer zullen dalen. En dus lijkt het voor de consument beter om te wachten en dan aan een nog lagere prijs te kopen. En zoals we in de bundel verantwoord consumeren uitleggen, speelt hier ook de wet van vraag en aanbod. Doordat de vraag naar producten daalt (er wordt gewacht met de aankopen), zullen de prijzen nog verder dalen.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 18

Page 19: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

2.5 WAT IS MIJN BELEGGERSPROFIEL?

Een belegging kiezen die bij jou past, is niet gemakkelijk. Daarom, voor je de wereld van beleggen induikt, moet je je beleggersprofiel bepalen. Pas dan weet je welke beleggingen bij jou passen; het is aangeraden om je enkel op die producten te richten.

Hoe bepaal je nu je beleggersprofiel? Een MiFID-vragenlijst invullen biedt hiervoor een oplossing. In 2007 heeft de Europese Unie haar richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (Markets in Financial Instruments Directive of MiFID) opgesteld. Het doel van deze richtlijn bestaat erin de belegger zo goed mogelijk te beschermen. Dit door erover te waken dat hem alleen beleggingsproducten voorgesteld en aangeraden worden die passen bij zijn beleggersprofiel. Wil je beleggingsproducten aankopen, dan is je tussenpersoon (bankier, makelaar,…) voor de meeste producten verplicht om eerst samen met jou je beleggersprofiel te bepalen (voor bepaalde verzekeringsproducten geldt dit op dit ogenblik niet). Samen kunnen jullie daarna een evenwichtige beleggingsportefeuille samenstellen, zonder meer risico te nemen dan je wenst.

Elke bank heeft haar eigen MiFID-vragenlijst opgesteld. Op het internet kan je veel voorbeelden vinden.

In het algemeen zal zo'n MiFID-vragenlijst peilen naar minstens 4 elementen:

1. je kennis en ervaring inzake beleggen

2. je beleggingsdoelstellingen

3. je financiële draagkracht

4. je risicoprofiel.

Waarom is het nu zo belangrijk dat je bankier maar ook jijzelf je beleggersprofiel kent? Om te weten te komen:

welke kennis je bezit over financiën en beleggen. Het is niet gewenst een ingewikkeld product voor te stellen aan iemand die geen financiële bagage heeft.

welke beleggingshorizon je vooropstelt. Iemand die binnen 3 jaar plant om een eigen woning te kopen, heeft er niets aan dat zijn bankier hem een belegging met een looptijd van 5 jaar voorstelt.

welke beleggingen je al in portefeuille hebt, om te kunnen diversifiëren (of verscheidenheid brengen) bij de aankoop van nieuwe beleggingen. Het is immers slim om, zoals het spreekwoord zegt, niet al je eieren in één mand te leggen.

welke prioriteiten je stelt aan je beleggingen. Komt rendement boven alles op de eerste plaats? Of omgekeerd, is rendement minder belangrijk, maar veiligheid des te meer?

wat je houding tegenover risico is. Iemand die zijn slaap zou laten bij de gedachte dat één van zijn beleggingen in waarde gedaald is, vermijdt beter risicovolle beleggingen zoals aandelen.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 19

Page 20: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 20

Page 21: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

De MiFID-richtlijn bepaalt dat een bankier of beleggingsadviseur je geen producten mag verkopen die niet passen bij je profiel. Vandaar dus het belang van het in kaart brengen van het profiel van elke klant aan de hand van deze gestandaardiseerde vragenlijst.

De resultaten worden vaak opgedeeld in een aantal categorieën zoals bijvoorbeeld een opdeling van de beleggersprofielen met volgende benamingen:

De conservatieve belegger Voor de conservatieve belegger komt kapitaalsbescherming op de eerste plaats. Het rendement komt pas op de tweede plaats. Binnen het gamma van beleggingsproducten gaat zijn voorkeur uit naar staatsbons, kasbons en andere kwalitatieve beleggingen met kapitaalgarantie en een vaste intrestvoet in euro. Hij belegt niet in aandelen.

De defensieve beleggerVoor de defensieve belegger is de veiligheid van zijn vermogen nog altijd heel belangrijk, maar hij wil graag een graantje meepikken als de financiële markten stijgen. Hij investeert het grootste deel van zijn portefeuille in veilige, vastrentende producten en in beleggingsfondsen met kapitaalsbescherming. Hij is bereid om een klein deel van zijn kapitaal te beleggen in individuele aandelen of in fondsen van bedrijfsobligaties.

De neutrale belegger De neutrale belegger zoekt een goed evenwicht tussen het rendement en het risico van zijn beleggingen. Zijn beleggingshorizon is eerder lang (minstens 5 jaar). Hij is bereid om de helft van zijn vermogen te investeren in fondsen die beleggen in aandelen. Op lange termijn is het rendement daarvan doorgaans hoger dan het rendement van beleggingen met een vaste intrestvoet.

De dynamische belegger De dynamische belegger gaat voluit voor een hoog rendement. Aandelen vormen het grootste deel van zijn portefeuille, al belegt hij voor kleinere bedragen ook in obligaties of andere producten waarvan het risico klein is. Hij kan er mee om dat de waarde van zijn portefeuille op korte termijn schommelt ten gevolge van fluctuaties op de financiële markten, want hij kijkt naar het rendement op lange termijn.

De agressieve beleggerDit type belegger belegt hoofdzakelijk (of uitsluitend) in aandelen. Hij volgt de toestand op de aandelenmarkten strikt op en koopt en verkoopt regelmatig, altijd met het oog op het maximaliseren van zijn opbrengst. Hij heeft een doorgedreven kennis van de financiële materie.

Pas als je je beleggersprofiel bepaald hebt en weet wat voor jou belangrijk is als je belegt, kan je op zoek gaan naar beleggingsproducten die beantwoorden aan je vereisten. Je zal zelf ook een aantal producten in functie van het risicolabel kunnen onderbrengen in de bovenstaande beleggersprofielen.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 21

Page 22: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

2.6 NIET TE VERGETEN: KOSTEN EN BELASTINGEN

Bij het beleggen komen ook nog andere elementen die je rendement verminderen. Zo zal je bepaalde kosten betalen aan de partijen die tussenkomen in de afhandeling van je transacties of specifieke belastingen op je spaar- of beleggingsproduct betalen. Deze laatste kosten zijn voor de staatskas. Hoeveel kosten en belastingen je zal betalen varieert per product. We zullen hier eerder algemeen een aantal van deze kosten en belastingen beschrijven. We verwijzen naar www.Wikifin.be voor meer gedetailleerde en precieze informatie per product.

2.6.1 KostenVoor het uitvoeren van je spaar- en beleggingsverrichtingen doe je een beroep op tussenpartijen: je bankier, raadgever, verzekeringsmakelaar, … Zij rekenen voor hun tussenkomst kosten aan. Hieronder een overzicht van de belangrijkste kosten. De eerste drie kosten die worden vermeld gelden alleen voor beleggingsfondsen en beleggingsverzekeringen.

InstapkostenKosten die je eenmalig betaalt bij de aankoop van deelbewijzen van een fonds of bij de premiestorting van een levensverzekering. Ze worden meestal uitgedrukt als een percentage van het geïnvesteerde kapitaal. Instapkosten bedragen gewoonlijk 2 à 3 % van het geïnvesteerd kapitaal.

Beheerskosten Dit zijn jaarlijks terugkerende kosten. Gemiddeld bedragen ze 1 à 2 % van het geïnvesteerd kapitaal. Voor fondsen met een actief beheer, dat zijn beleggingen die van dichtbij opgevolgd worden door een beheerder die in functie van zijn marktvisie en –verwachtingen beslissingen neemt over de samenstelling van het fonds, kunnen de kosten oplopen. Deze kosten betaal je niet rechtstreeks, ze worden afgehouden van het rendement van het fonds of de levensverzekering.

UitstapkostenUitstapkosten zijn kosten die je betaalt als je deelbewijzen van fondsen met een vaste einddatum verkoopt voor de einddatum. Ze bedragen een percentage van de som waarvoor je deelbewijzen verkoopt. Ook bij levensverzekeringen betaal je kosten als je wil uitstappen voor de eigenlijke einddatum.

BewaarloonVroeger kon je beleggingen die je kocht ook echt in handen krijgen; je kreeg ze namelijk in papieren vorm. Nu bestaan papieren effecten niet meer (men spreekt van dematerialisatie) en moet je effecten inschrijven op een gedematerialiseerde rekening, een zogenaamde effectenrekening. Meestal betaal je daar bewaarloon voor.

MakelaarsloonKosten die banken en beursvennootschappen aanrekenen om bepaalde orders voor je uit te voeren.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 22

Page 23: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Houd rekening met deze kosten, want ze kunnen je rendement fors naar beneden halen. Vraag ernaar voor je investeert! Houd ook rekening met eventuele extra kosten die in de andere landen van toepassing zijn indien je buitenlandse effecten koopt.

2.6.2 Belastingen of taksen

Afhankelijk van het type spaar- of beleggingsproduct zal de fiscus aankloppen op verschillende momenten:

• Bij de aankoop of verkoop van bepaalde spaar- en beleggingsproducten betaal je een beurstaks (aandelen, obligaties, beleggingsfondsen).

• Bij de ontvangst van het merendeel van de intresten of dividenden betaal je roerende voorheffing.

• In specifieke gevallen betaal je belasting op de meerwaarde die je realiseert (je maakt dan dus winst) bij de verkoop van een belegging.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 23

VOORBEELD

Om je beleggingsportefeuille te diversifiëren, overweeg je om 10.000 euro te investeren* in een beleggingsfonds van Europese obligaties van uitstekende kwaliteit. Het gaat om een nieuw fonds; je schrijft dus in tijdens de periode van inschrijving (je bent geen beurstaks verschuldigd). Je moet wel instapkosten van 3 % betalen, 300 euro dus. In de productfiche die je van je bankier krijgt, lees je ook dat er jaarlijks 1 % beheerskosten aangerekend worden. De uitstapkosten bedragen 2 %. Wetende dat het verwacht rendement van dit fonds ongeveer 3 % bedraagt (voor aftrek van de beheerskosten) en dat je waarschijnlijk over 3 jaar dit geld nodig zal hebben, loont deze investering dan wel de moeite voor jou?

In de tabel zie je dat het eindkapitaal na 3 jaar € 10.087 bedraagt of met € 87 is aangegroeid.

Berekening: Kosten % Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3

Kapitaal 10.000 9.894 10.092

Instapkosten -3 % -300

Startkapitaal 9.700

Rendement 3 %

Beheerskosten - 1 %

Netto Rendement 2 % 194 198 202

Uitstapkosten -2 % -205

Eindbedrag 9.894 10.092 10.087

(*) opgelet, in de realiteit worden de kosten meestal bij het bedrag dat je wilt investeren bijgerekend, je moet dus duidelijk aangeven hoeveel geld je maximaal hebt om te investeren, inclusief de instapkosten.

Page 24: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

• Bij het afsluiten van een levensverzekering (Tak 21, Tak 23) betaal je een premietaks van 2 %. Die wordt automatisch afgetrokken van de premie die je stort.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 24

Page 25: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

De beurstaks, of de taks op beursverrichtingen (TOB), is een taks die je betaalt als je beleggingsproducten koopt en verkoopt op de secundaire markt, de markt waar eerder uitgegeven aandelen, obligaties en andere financiële producten worden gekocht en verkocht. Voor aandelen of obligaties die je koopt op het moment dat ze uitgegeven worden, op de primaire markt dus, betaal je geen TOB. De beurstaks bedraagt een bepaald percentage van het bedrag van de transactie.

Wil je de meest recente tarieven van de TOB voor een aantal types beleggingen kennen, surf dan naar http://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/sleutelvragen/belastingen

Naast de beurstaks is er vaak ook roerende voorheffing op de gerealiseerde groei verschuldigd. Op de meeste intresten en dividenden betaal je 30 % roerende voorheffing. De banken of de bedrijven die aan jou je intresten of dividenden uitbetalen, storten zelf de roerende voorheffing aan de fiscus. Je krijgt dus een nettobedrag op je rekening: de bruto intresten of dividenden min de roerende voorheffing. De roerende voorheffing is een bevrijdende belasting: je moet op deze roerende inkomsten geen andere belastingen meer betalen en je moet ze ook niet vermelden in je belastingaangifte.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 25

VOORBEELD

Je koopt voor 10.000 euro aandelen Proximus op de beurs. Aan een koers van 20 euro, verwerf je er dus 500. Naast de betaling van je aandelen, moet je ook beurstaks betalen. Voor aandelen bedraagt die 0,35 %. In dit voorbeeld komt dat dus neer op 35 euro (0,35 % x 10.000).

Goed nieuws! Na enkele maanden kondigt Proximus de betaling van een dividend aan van 1,70 euro bruto per aandeel. Je krijgt 595 euro netto (bruto: 500 x 1,70 = 850; roerende voorheffing (30 %): 850 x 30 % = 255; netto: 850-255 = 595).

Page 26: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

3. DE SPAARREKENING

In punt 4 beschrijven we kort de voornaamste spaar- en beleggingsproducten. Omdat de spaarrekening een product is waarmee je normaal begint om wat geld op zij te zetten, beschrijven we in punt 3 dit product dan ook meer gedetailleerd dan de andere spaar- en beleggingsproducten.

Meer gedetailleerde info over de verschillende spaar- en beleggingsproducten is te vinden op onze website www.wikifin.be

3.1 WAT WORDT ER BEDOELD MET DE LIQUIDITEIT VAN MIJN SPAARREKENING?Je kan op elk moment geld op je spaarrekening storten en je kan er ook op elk moment geld van afhalen. Omdat je geld altijd beschikbaar is, zeggen we dat een spaarrekening erg liquide is. Niet alle spaar- en beleggingsproducten zijn even liquide: vele producten hebben een vervaldatum en die moet je afwachten om je geld zonder kosten te kunnen opvragen. Bij beleggingen op de beurs moet er een koper zijn op het moment dat jij wil verkopen, en dan is het nog niet zeker welke prijs hij je wil geven (zie verder rubriek 5 ’ De beurs’).

Ook bij een spaarrekening zijn er grenzen aan die liquiditeit:

• Als je een grote som wil afhalen, meer dan 10.000 euro bijvoorbeeld, dan moet je je bankkantoor best enkele dagen op voorhand verwittigen.

• Het is niet mogelijk om vanaf je spaarrekening overschrijvingen te doen naar de rekening van een derde. De huur of een factuur van je gsm-abonnement kan je dus niet betalen via je spaarrekening. Daarvoor moet je het geld eerst overschrijven naar je zichtrekening. Je kan wel overschrijving doen van je spaarrekening naar je eigen zichtrekening bij diezelfde bank.

3.2 BASISRENTE EN GETROUWHEIDSPREMIE: WAT IS HET VERSCHIL?

Het principe van een spaarrekening is tamelijk eenvoudig. Je stort je spaargeld op een spaarrekening en in ruil betaalt de bank je een vergoeding: intrest. Dat is je rendement. Het is een vergoeding die je krijgt omdat je je geld aan de bank toevertrouwt.

Op je Belgische gereglementeerde spaarrekening krijg je 2 types rentevergoedingen die samen de vergoeding op je rekening zijn: een basisrente en een getrouwheidspremie.

De basisrente ontvang je voor elke dag dat er geld op je spaarrekening staat, te beginnen vanaf de dag van de storting. De basisrente wordt uitgedrukt in een % op jaarbasis. Maar opgelet, een bank mag haar basisrente op elk moment verhogen. In het geval ze haar basisrente aanpast, mag ze die wel niet opnieuw verlagen binnen de drie maanden, tenzij de Europese Centrale Bank (ECB) haar beleidsrente laat zakken. Na die drie maanden mag de bank wel opnieuw haar basisrente verlagen, nadat ze haar klanten daarover geïnformeerd heeft.

De basisrente wordt één keer per jaar bijgestort op je rekening, meestal begin januari.De getrouwheidspremie verwerf je pas als je je geld gedurende minstens 12 maanden onafgebroken op je spaarrekening laat staan. Voor het geld dat je vroeger van de rekening haalt verlies je de

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 26

Page 27: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

getrouwheidspremie. De getrouwheidspremie is een soort beloning die je krijgt wanneer je je geld langere tijd hebben laten staan op je spaarrekening. De rentevoet op het moment van de storting blijft geldig gedurende die 12 maanden: in die periode mag de bank de getrouwheidspremie voor de gestorte som niet veranderen.

Getrouwheidspremies worden elk kwartaal uitbetaald, dus op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober.

Stort je regelmatig geld op je spaarrekening en haal je er ook vaak geld vanaf? De bank moet de getrouwheidspremie zo berekenen dat het voor haar klant het meest voordelig is: ze moet dus de laatste geldafnames afhouden van de meest recente stortingen en niet van stortingen die je al veel eerder gedaan hebt en waarop je je getrouwheidspremie misschien bijna verdiend hebt.

UITBREIDING: FORMULES VOOR DE BEREKENING VAN INTREST

Zoals ook onder de rubriek rendement uitgelegd, is de formule van samengestelde intrest als volgt:

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 27

VOORBEELD

Op 1 oktober 2017 stort je 1.000 euro op je spaarrekening. De basisrente bedraagt 1,5 % per jaar en de getrouwheidspremie 1 %.

Op 1 januari 2018 ontvang je je intrest voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december: 3,75 euro. Deze som omvat alleen de basisrente voor de 3 maanden dat je geld al op je rekening stond (1.000 x 1,5 % x 3/12). Je ontvangt geen getrouwheidspremie, omdat je spaargeld nog geen 12 maanden op de rekening staat.

Als je je 1.000 tot 1 oktober 2018 op je spaarrekening laat staan, 12 maanden dus, dan heb je naast de basisrente ook nog recht op de getrouwheidspremie. Die bedraagt 10 euro (1 %) voor je spaarsom van 1.000 euro. Die wordt 4 x per jaar uitbetaald (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober). In ons voorbeeld zal je getrouwheidspremie waar je recht op hebt, ook per 1 oktober worden gestort.

Kn = K0 . I of ook nog Kn = K0 . (1 + i)n

Met i intrestvoet, I = ( 1 + i ), met K0 startkapitaal, Kn eindkapitaal, n = tijd (per jaareenheid uitgedrukt).

Page 28: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

3.3 WERKELIJK RENDEMENT: HOEZO?

Om de opbrengst van verschillende spaarrekeningen te vergelijken, is het belangrijk om het werkelijk rendement te vergelijken. Best bereken je dus hoeveel een spaarrekening je effectief opbrengt, rekening houdend met de intrestvoet, de belasting en de kosten. We sommen deze factoren hier kort op.

De intrestvoet: de basisrente en de getrouwheidspremie.

De belasting op intresten heet roerende voorheffing en bedraagt voor spaarrekeningen momenteel 15 %. Maar de eerste schijf intresten op gereglementeerde spaarrekeningen is vrijgesteld van roerende voorheffing (vanaf 4 januari 2018 bedraagt die eerste schijf 960 euro). Staat de rekening op naam van twee gehuwden of wettelijke samenwonenden, dan is er vrijstelling tot 1.920 euro per jaar.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 28

VOORBEELD

Spaargeld K0 = 1.000 euro; Intrestvoet i= 1 % basisrente (of 0.01) en 1,50 % getrouwheidspremie (of 0.015).

Eindkapitaal na een periode van 2 jaar: 1.000 . (1 + 0,025)2 = 1.050,63

De berekening van de intresten op de gereglementeerde spaarrekening is complex. Dit onder andere door het feit dat er 2 soorten intresten zijn, het kapitaal waarop de berekeningen gebeuren sterk kan schommelen door stortingen (van extra spaargeld of intresten) en door afhalingen, …

Daarom raden we aan om de Wikifin spaarsimulator te gebruiken. Zo krijg je inzicht in het bedrag dat je na afloop van je vooropgestelde spaarperiode kan hebben op je gereglementeerde spaarrekening bij verschillende banken.

VOORBEELD

Luc heeft twee jaar geleden zijn appartementje aan zee verkocht. De ontvangen som van 110.000 euro heeft hij op een spaarrekening gezet die jaarlijks 1 % basisrente en 1 % getrouwheidspremie oplevert. Luc startte met sparen op 1 januari.

Het is nu het tweede jaar dat Luc spaart, hij ontvangt voor het voorbije jaar 2.200 euro intrest (110.000x0,02).

De eerste schijf intrest van 960 euro is vrijgesteld van roerende voorheffing. Op de overige 1.240 euro (2.200-960) betaalt hij 15 % of 186 euro roerende voorheffing (320x0,15). Netto zal hij dus 2..014 euro intrest overhouden (2.200-186).

Page 29: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

De banken kunnen aan hun klanten beheerskosten aanrekenen voor rekeningen (zie punt 2.7.1 Kosten). Voor spaarrekeningen rekenen de meeste banken echter geen kosten aan. In de informatiefiche die de bank je verplicht moet meegeven bij het openen van je rekening, kan je terugvinden of er kosten aangerekend worden. Tip! Vraag na welke beheerskosten een bank aanrekent en vergelijk de kosten voor een spaarrekening bij verschillende banken.

3.4 MAAKT 1 % EEN GROOT VERSCHIL?

Op het eerste zicht lijkt een verschil van 1 % intrest niet zo groot. Nochtans, die 1 % verschil is belangrijk, zeker als je je spaargeld meerdere jaren laat staan op je spaarrekening.

Een voorbeeld maakt dit duidelijk! Je stort 100 euro op een spaarrekening. Aan een intrestvoet van 1 % heb je na een jaar 101 euro. Aan een intrestvoet van 2 % heb je na een jaar 102 euro. Jaar na jaar groeit het verschil.

Voor dergelijke kleine bedragen, lijkt het verschil in intrest niet de moeite. Maar stel dat je 50.000 euro stort. Dan worden de verschillen in opbrengst aanzienlijk! We hebben hier de formule van enkelvoudige intrest toegepast I = K . i . n (zoals aangehaald onder punt 2.2.).

Tabel 3

Jaar Intrest 1 % Intrest 1,5 % Intrest 2 %1 € 500 € 750 € 1.0002 € 1.000 € 1.500 € 2.0003 € 1.500 € 2.250 € 3.0004 € 2.000 € 3.000 € 4.0005 € 2.500 € 3.750 € 5.000

In deze tabel berekenden we de intrest op een spaarsom van K = 50.000 euro. We veronderstellen dat de intrestvoeten niet wijzigen gedurende 5 jaar.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 29

Page 30: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

3.5 KAPITALISATIE VAN DE INTREST

Als je je spaargeld voor een langere periode, d.w.z. meer dan een jaar, onafgebroken op je spaarrekening laat staan en als je ook de intresten op je spaargeld niet afhaalt, zal je intrest kapitaliseren. Dat betekent dat je ook intrest krijgt op die intresten vanaf het daaropvolgende jaar. Zoals aangehaald in punt 2.2 spreekt men dan van samengestelde intrest of kapitalisatie. Na verloop van enkele jaren levert dat een groot verschil op in vergelijking met de enkelvoudige intrest. Gezien het belang van dit begrip komen we er hier nog even op terug. We gebruiken de formule van samengestelde intrest:

Je erft 50.000 euro. De komende vijf jaar heb je dat geld zeker nog niet nodig. Daarom parkeer je het geld op een spaarrekening met een basisrente van 1 % en een getrouwheidspremie van 1 %, in totaal 2 % intrest.

Tabel 4

Jaar Kapitaal Intrestvoet Intrest op kapitaal Eindtotaal na x jaar

1 € 50.000 2 % € 1.000 € 51.000

2 € 51.000 2 % € 1.020 € 52.020

3 € 52.020 2 % € 1.040,40 € 53.060,40

4 € 53.060,40 2 % € 1.061,21 € 54.121,61

5 € 54.121,61 2 % € 1.082,43 € 55.204,04

Als je elk jaar je intrest afhaalt van je rekening, dan bedraagt je kapitaal na 5 jaar nog steeds 50.000 euro. Elk jaar kon je dan beschikken over 1.000 euro intrest, of 5.000 euro in het totaal.

Gebruik deze formule I = Kn – K0

Als je je intrest laat kapitaliseren, is je kapitaal na 5 jaar aangegroeid tot 55.204,04 euro. Dankzij de kapitalisatie van de intrest, heb je 204,04 euro meer opbrengst over een periode van 5 jaar.

Merk op dat de berekening van intrest en op gereglementeerde spaarrekening ingewikkeld kan worden bijvoorbeeld indien er veel verrichtingen zijn op de rekening, er ook rekening wordt gehouden met de stortingen van de getrouwheidspremie, … Bovenstaande formule geldt dan niet meer.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 30

Kn = K0 . ( 1 + i )n

Page 31: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

3.6 HOE DE VOOR JOU MEEST GESCHIKTE SPAARREKENING VINDEN?

Behalve de klassieke spaarrekening bieden meer en meer banken tegenwoordig internetspaarrekeningen aan. Dit zijn spaarrekeningen die je zelf moet beheren: overschrijvingen van en naar zo'n internetspaarrekeningen moet je zelf doen. In ruil daarvoor krijg je gewoonlijk een hogere intrest. Houd met deze kenmerken dus ook rekening bij de keuze van je spaarrekening. Vind je het bijvoorbeeld belangrijk om een vaste contactpersoon te hebben? Dan kies je beter niet voor een internetspaarrekening. In de spaarsimulator van Wikifin.be vragen we je daarom naar je voorkeuren.

Om een spaarrekening te kiezen die aansluit bij jouw wensen en met een aantrekkelijke rentevergoeding, gebruik je best de Wikifin spaarsimulator. Je vindt hem op http://www.wikifin.be/nl/tools/rekentools/spaarsimulator. De simulator toont het bedrag waar je recht op hebt op het einde van je gekozen spaarperiode. Het is een schatting op basis van de 3 keuzes die je moet maken:

type bank manier waarop de rekening wordt beheerd jongerenrekening of niet.

Vergelijk goed voor je een spaarrekening kiest. Het verschil in opbrengst kan oplopen, zeker als je je spaargeld meerdere jaren zal laten staan. Via onze Wikifin spaarcalculator kan je in elk geval voor de gereglementeerde spaarrekeningen nagaan welk bedrag je na afloop van een betrokken periode van sparen ontvangt.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 31

Page 32: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

4. IN HET KORT: EEN AANTAL ANDERE SPAAR- EN BELEGGINGSPRODUCTEN

In dit punt beschrijven we kort de voornaamste spaar- en beleggingsproducten. Wil je van één of meer van deze producten meer informatie, raadpleeg dan de Wikifin website; onder het thema sparen en beleggen worden diverse producten gedetailleerd beschreven, http://www.wikifin.be/nl/themas/nav-sparen-en-beleggen.

4.1 DE NIET-GEREGLEMENTEERDE SPAARREKENINGEen alternatief voor een klassieke spaarrekening is een niet-gereglementeerde spaarrekening.

Een niet-gereglementeerde spaarrekening voldoet niet aan de voorwaarden van de gereglementeerde spaarrekening. Ter herinnering, deze voorwaarden zijn:

• er wordt een basisrente en een getrouwheidspremie uitgekeerd.

• de bank mag de basisrente op elk moment aanpassen. Ze moet haar klanten daar wel van verwittigen.

• het percentage van de getrouwheidspremie ligt voor 12 maanden vast op het ogenblik dat je de storting doet.

• de intrestvoet mag niet hoger zijn dan een vastgelegde maximumrente.

Een verschil tussen de gereglementeerde en de niet-gereglementeerde spaarrekening is dat de niet gereglementeerde spaarrekening maar 1 soort intrest aanbiedt, namelijk de basisrente. Een ander belangrijk verschil betreft het fiscaal regime van de intresten: op de intresten van een niet-gereglementeerde spaarrekening wordt een belasting van 30 % geheven (= roerende voorheffing). De intrestvoet van de niet-gereglementeerde spaarrekeningen is meestal hoger dan de gereglementeerde spaarrekeningen.

Dit verschil in fiscale behandeling van gereglementeerde en niet-gereglementeerde spaarrekeningen is niet te verwaarlozen. Een rente van 2 % op een niet-gereglementeerde spaarrekening, wordt immers na inhouding van roerende voorheffing een rente van 1,4 %. Houd daarom rekening met dit fiscale aspect als je spaarrekeningen vergelijkt.

4.2 DE TERMIJNREKENING

Ben je zeker dat je je spaargeld gedurende een bepaalde periode niet nodig hebt? Dan is een termijnrekening misschien interessant voor jou.

Omdat je je geld voor periode vastzet op een termijnrekening ( meestal van 1 maand tot 10 jaar ), krijg je een intrest die vaak hoger is dan de intrest op een spaarrekening. Daar staat wel tegenover dat de termijnrekening minder liquide is: je moet er je geld laten opstaan tot de termijn waarvoor je koos, afgelopen is. Als je toch je geld vroeger zou terugvragen, zijn er kosten aan verbonden.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 32

Page 33: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

De intresten van de termijnrekening worden meestal betaald op het einde van de looptijd. Je hebt dan 2 mogelijkheden:

Ofwel vraag je je bankier om het kapitaal plus de intresten te storten op je zicht- of je spaarrekening.

Ofwel start je een nieuwe termijn. De intrestvoet voor deze nieuwe termijn kan wel verschillen van de intrestvoet tijdens de vorige termijn. Dat hangt af van de evolutie van de intrestvoeten op de financiële markten.

Een termijnrekening bestaat ook in andere valuta dan de euro, de Amerikaanse dollar bijvoorbeeld. Kies je daarvoor, dan zal je rendement ook bepaald worden door de evolutie van de wisselkoers.

De hoogte van de intrest op een termijnrekening is meestal afhankelijk van 2 zaken: de looptijd van de termijnrekening: meestal hoe langer de looptijd, hoe hoger de intrestvoet. het belegde bedrag: hoe groter het bedrag, hoe hoger de intrest.

Staar je echter niet blind op de hogere intrestvoet die je krijgt op een termijnrekening. Voor dit type rekening geldt namelijk NIET de vrijstelling van roerende voorheffing. Je intrest is dus een bruto intrest: je moet er 30 % roerende voorheffing op betalen.

Wil je meer weten over de termijnrekening, raadpleeg dan http://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/termijnrekeningen/de-termijnrekening

4.3 DE STAATSBON

Als je een staatsbon koopt, leen je geld uit aan de Belgische overheid. Meestal kan je 4 keer per jaar intekenen op een staatsbon. Staatsbons worden uitgegeven voor een bepaalde looptijd, meestal 3, 5 of 8 jaar. Afhankelijk van zijn looptijd en de intrest op de markten, is de intrestvoet van een staatsbon meer of minder interessant.

Je kan de staatsbon kopen op het moment van de uitgifte. Men spreekt dan over "intekenen op de primaire markt". Je betaalt dan enkel de uitgifteprijs en dus geen andere kosten. De uitgifteprijs kan afwijken van de nominale waarde. Deze is gelijk aan de waarde van de schuldbekentenis (hier de staatsbon); vroeger ook het bedrag dat op de schuldbekentenis werd gedrukt. Maar je kan ook staatsbons kopen op een ander ogenblik dan bij de uitgifte ervan: bestaande staatsbons kan je op de beurs kopen en verkopen; men spreekt dan van een aankoop op de secundaire markt. Dat doe je door daarvoor een opdracht te geven aan je bank.

De prijs die je krijgt als je een staatsbon op de beurs verkoopt, kan verschillen van de nominale waarde ervan. Als de intrest op de markt hoger is dan die van je staatsbon, zal je minder krijgen dan de nominale waarde. Als je staatsbon meer opbrengt dan de rente op de markt, dan kan je je staatsbon met een meerwaarde verkopen. Let wel: bij het kopen en verkopen van staatsbons op de beurs, moeten er beurskosten en een beurstaken betaald worden.

Alles over de staatsbon kom je te weten op http://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/staatsbons/de-staatsbon

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 33

Page 34: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

4.4 DE KASBON

Als je een kasbon koopt, leen je geld uit aan je bank. In ruil voor je geld, betaalt de bank je intrest op vaste momenten gedurende de looptijd van de kasbon. Op deze intresten betaal je roerende voorheffing. Op de eindvervaldag heb je recht op de terugbetaling van het geleende geld door de bank. Er zijn verschillende soorten kasbons (gewone kasbons, kapitalisatiebons, kasbons met periodieke rente en kasbons met progressieve rente) met looptijden die variëren van 1 tot 15 jaar.

Alles over de kasbon kom je te weten op http://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/kasbons/de-kasbon

4.5 DE VOLKSLENING

Kan je een deel van jouw spaargeld minstens 5 jaar missen? En vind je het nuttig dat de bank jouw geld gebruikt voor maatschappelijk zinvolle projecten, zoals de bouw van ziekenhuizen of scholen of de financiering van kleine ondernemingen? Dan kan je overwegen je geld te beleggen in een volkslening. Die leningen lijken erg op kasbons of termijnrekeningen. Maar ze lopen dus minstens voor een periode van 5 jaar. Op de intresten zal je vanaf 1 januari 2017 ook 30 % roerende voorheffing moeten betalen (net zoals je op de intresten op gewone kasbons of termijnrekeningen 30 % roerende voorheffing betaalt). Je kan volksleningen kopen bij een bank; ook verzekeringsondernemingen kunnen volksleningen uitgeven maar deden dit tot op vandaag nog niet. Als je volksleningen koopt, is jouw geld op dezelfde manier beschermd als bij een belegging in gewone kasbons of termijnrekeningen.

Alles over de volkslening kom je te weten op http://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/volkslening/de-volkslening

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 34

Page 35: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

4.6 TAK 21

De tak 21-verzekering, ook wel spaarverzekering genoemd, is een spaarproduct op middellange of lange termijn in de vorm van een levensverzekeringscontract. Het geld dat je spaart met een tak 21-verzekering, krijgt dan ook de naam "premie", zoals bij andere verzekeringscontracten.

Het belangrijkste kenmerk van een klassieke Tak 21 is dat ze je grote zekerheid geeft over je spaargeld en over wat het je zal opleveren. De intrestvoet ligt vast en wordt door de verzekeraar gewaarborgd.

Bijkomend kan de verzekeraar je ook een winstdeelname uitbetalen. Die is niet vooraf vastgelegd of gegarandeerd, maar hangt af van de evoluties op de financiële markten en van de winst die je verzekeraar maakt.

Ben je bekommerd om het financiële lot van je partner of je kinderen wanneer je vroeg zou sterven? Dan kan je bij je tak 21-verzekering een overlijdensdekking afsluiten. In het contract bepaal je welk bedrag jouw partner of kinderen zouden krijgen wanneer je sterft. Als je dat doet, zal de verzekeraar je daar een bijkomende premie voor vragen. Hoe hoger het bedrag dat je wilt nalaten, hoe hoger de premie zal zijn.

Behalve de klassieke Tak 21, kan je ook kiezen voor een meer flexibel product, de verzekering "Universal Life". Er is ook een belastingvoordeel gekoppeld aan dit product maar dat enkel geldt indien je het geld niet vervroegd of voor 60 jaar opvraagt.

Voor alle stortingen in je Tak 21-levensverzekering betaal je instapkosten. Die kunnen oplopen: meer dan 3 % is geen uitzondering. Vergelijk dus de kosten bij verschillende verzekeringsmaatschappijen. Daarnaast is er nog een premietaks van 2 %. Van een storting van 100 euro gaan er dus onmiddellijk enkele euro’s af aan taks en kosten.

Meer informatie over Tak 21 vind je op http://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/de-tak-21-verzekering

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 35

Page 36: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

4.7 OBLIGATIES

Ondernemers en overheden hebben geld nodig om een bedrijf op te starten en te laten groeien. Dat geld kunnen ze op verschillende manieren bij elkaar brengen. Ze kunnen zelf investeren of een lening bij een bank aangaan. Maar ze kunnen ook rechtstreeks een beroep doen op spaarders door obligaties of aandelen (zie verder) uit te geven.

Als je een obligatie van een bedrijf of van de overheid koopt, dan leen je haar geld. Die lening moet de onderneming of de overheid terugbetalen na een afgesproken periode. In ruil voor het ter beschikking stellen van je geld, ontvang je ook intresten. Op het einde van de looptijd krijg je de volledige inleg terug, mits de uitgever van de obligatie niet failliet is. Het is dus belangrijk een inschatting te maken van de kredietwaardigheid van de onderneming of de overheid aan wie je je geld leent. Deze moeilijke term geeft aan in welke mate de uitgever in staat is zijn schulden terug te betalen. Onafhankelijke ratingbureaus schatten de kredietwaardigheid van landen en een aantal bedrijven in en kennen hen een rating toe. Wil je beleggen in obligaties, vraag dan naar de rating van de uitgever.

Meer informatie over ratings, vind je op http://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/sleutelvragen/ratings

Er bestaan verschillende types obligaties, maar de meesten hebben een vaste looptijd en een vaste intrest. Je kent dus op voorhand de looptijd en de eindvervaldag, de dag waarop het bedrijf je lening zal terugbetalen. Je weet ook op voorhand exact hoeveel intrest je mag verwachten. Meestal wordt die intrest jaarlijks uitbetaald. We noemen dat de coupon.

De bekendste obligatie is de staatsobligatie of de staatsbon. Die wordt uitgegeven door een overheid; zie hierboven de rubriek 4.3 Staatsbon.

Als de uitgever van een obligatie een bedrijf is, dan spreken we van een bedrijfsobligatie.

Alle informatie over obligaties vind je ophttp://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/obligaties/wat-een-obligatie

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 36

VOORBEELDDe Warme Bakker, een Belgisch familiebedrijf actief in de bakkerijsector (bv. levering van dagvers brood en patisserie in supermarkten, marktleider in diepgevroren, thuis af te bakken brood en patisserie) heeft in 2013 een obligatie uitgegeven waarop particuliere beleggers konden inschrijven. De obligatie heeft een looptijd van 7 jaar en de intrest bedraagt 4 %. Stel dat je voor 5.000 euro obligaties van De Warme Bakker gekocht hebt, dan zal je 7 jaar op rij een bruto-coupon ontvangen van 200 euro (5.000 x 0,04). Na 7 jaar krijg je ook je oorspronkelijke inleg van 5.000 euro terug. Bij faillissement van dit bedrijf, riskeer je je inleg niet te recupereren en geen intrest te ontvangen.

Page 37: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 37

Page 38: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

4.8 AANDELEN

Naast obligaties, kan een bedrijf ook aandelen uitgeven om haar activiteiten te financieren. Een spaarder die een aandeel koopt van een bedrijf, wordt als aandeelhouder voor een stukje mede-eigenaar van dat bedrijf. Draait de onderneming goed en wordt er winst gemaakt, dan stijgt de koers van je aandeel. Dit betekent dat je het stukje van het bedrijf dat je kocht, nu tegen een hogere prijs zou kunnen verkopen. Behalve de prijsstijging van je aandeel zal je meestal een dividend, een deeltje van de winst ontvangen. Maar als het minder goed gaat met het bedrijf of met de economie in het algemeen, dan kan de koers van je aandeel ook kelderen. Behalve deze prijsdaling van je aandeel en het feit dat je dus bij een verkoop minder geld zal ontvangen voor je aandeel, zal de onderneming in deze omstandigheden geen of weinig winst uitkeren. Je zal dus ook minder dividend ontvangen.

Een belangrijk kenmerk van aandelen is dat de waarde ervan elke dag schommelt. De waarde van een aandeel is afhankelijk van honderden factoren, die zowel met het betrokken bedrijf kunnen te maken hebben als met elementen van buitenaf. Het voorspellen van die koersevoluties is erg moeilijk, omdat je rekening moet houden met al die verschillende factoren. En die factoren zijn niet altijd rationeel.

Mogelijke factoren zijn:

de (verwachte) resultaten van het bedrijf (winst of verlies) de economische vooruitzichten van de onderneming: de evolutie van de vraag naar haar producten

en van haar kosten, enz. de strategische beslissingen van het bedrijf de mening van analisten de informatie die een bedrijf vrijgeeft via persberichten, interviews en reclame geruchten externe elementen zoals aanslagen, de geopolitieke situatie in een land, de evolutie van de

intrestvoeten, ...Je moet dus wanneer je aandelen koopt, ook bereid zijn om risico te lopen en verlies te aanvaarden of lang te wachten voor een verlies weer goedgemaakt is.

Als aandeelhouder heb je ook stemrecht. Tijdens aandeelhoudersvergaderingen mag je meebeslissen over belangrijke agendapunten. Het belang van je stem als aandeelhouder hangt natuurlijk af van het percentage aandelen dat je bezit. Voor de meeste beleggers is dit zeer beperkt.

Meer informatie over aandelen is te vinden ophttp://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/aandelen/wat-een-aandeel

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 38

Page 39: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

4.9 BELEGGINGSFONDSEN

Iedereen spreekt over fondsen of beleggingsfondsen. Maar onder die brede naam zitten enkele belangrijke verschillen. De meeste fondsen zijn ICB's: 'Instellingen voor Collectieve Beleggingen'. Daarnaast spreekt men ook van fondsen voor bepaalde verzekeringsproducten, de Tak 23, maar dat is een ander product (zie verder).

Iedere ICB is als het ware een bedrijf op zich en is vaak door een bank opgericht. Het doel van dat bedrijf is het spaargeld van veel beleggers samenbrengen in één grote pot. Met die grote pot zal het fonds of ICB beleggen volgens een vooraf bepaalde strategie. Het zijn de beheerders die de strategie bepalen en het geld beleggen. De beleggingsproducten waarin de beheerder kan beleggen, zijn cash, aandelen, obligaties, afgeleide producten en vastgoed.

Zoals de benaming al doet vermoeden, zullen obligatiefondsen voornamelijk in obligaties beleggen, aandelenfondsen voornamelijk in aandelen, gemengde fondsen zowel in aandelen als in obligaties, eventueel nog aangevuld met andere producten, ...

Binnen elk van die categorieën zijn er nog tal van onderverdelingen mogelijk. Voor elke combinatie en verschillende categorieën en subcategorieën bestaat er wel ICB’s. Zo zijn er aandelenfondsen die uitsluitend beleggen in de aandelen van een sector, een land of een groep landen. Er zijn obligatiefondsen die beleggen in 1 munt en andere die beleggen in verschillende munten. Er bestaan er ook die uitsluitend beleggen in bedrijfsobligaties of staatsobligaties met een welbepaalde rating.

Besteed niet alleen aandacht aan de investeringspolitiek van een beleggingsfonds, maar ook aan de kenmerken van een fonds. Zo kan je bepalen of het overeenkomt met je beleggersprofiel. Twee kenmerken zijn belangrijk: de eindvervaldag (wat is je tijdshorizon) en de kapitaalbescherming (hoeveel risico wil je nemen).

Sommige fondsen hebben een eindvervaldag. Op die datum houdt het fonds op te bestaan en word je terugbetaald. Het terugbetaalde bedrag hangt af van de onderliggende waarde op de vervaldag van de producten (de aandelen, obligaties, ...) waarin het fonds had belegd. Andere fondsen hebben geen vervaldag. Het is dan aan jou om te beslissen wanneer je best uitstapt.

Heel wat fondsen bieden kapitaalbescherming (zie 2.3.). Deze fondsen hebben altijd een vaste eindvervaldag. Ze hanteren bepaalde beleggingstechnieken die de risico's inperken en er moeten voor zorgen dat je op de eindvervaldag minstens je oorspronkelijk geïnvesteerde kapitaal kan recupereren. Er is echter geen juridische garantie van de fondsbeheerder dat je sowieso je oorspronkelijke inleg terugkrijgt. Bovendien geldt deze kapitaalbescherming maar op de vervaldag. Als je vroeger wil uitstappen, geniet je niet deze bescherming.

Om uit te maken of een fonds overeenkomt met je beleggersprofiel en of het past in je beleggingsportefeuille, moet je weten:

waarin het fonds belegt of je jaarlijks een dividendbetaling ontvangt

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 39

Page 40: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

wat de eindvervaldag is (als er één is) of je kapitaalsbescherming geniet wat de kosten zijn, want die kunnen oplopen.

Al deze informatie kan je snel terugvinden in het KIID (Key Investor Information Document) dat voor elk fonds opgesteld moet worden. In dit document worden de verschillende aspecten van het fonds in begrijpelijke taal uitgelegd. De promotor is verplicht je hiervan een exemplaar aan te bieden.

Waarom een fonds voor een kleine belegger dus interessant kan zijn? Je kan zelfs met kleine bedragen je risico’s meer spreiden, je kan in producten beleggen die anders niet toegankelijk zijn voor de kleine belegger, je kan de eigen accenten beleggen door specifieke fondsen te kiezen.

Voor meer informatie over beleggingsfondsen, surf naarhttp://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/beleggingsfondsen/fondsen

4.10 TAK 23

Net zoals Tak 21-verzekeringen, zijn ook Tak 23-verzekeringen beleggingen in de vorm van een levensverzekeringscontract. Ze hebben een aantal gelijkaardige kenmerken: je betaalt een premie en je kan een begunstigde bij leven en bij overlijden aanduiden.

Zoals bij beleggingsfondsen het geval is, verzamelen ook Tak 23-producten het spaargeld van verschillende beleggers om het gezamenlijk te beleggen op de financiële markten op basis van een welbepaalde strategie. De verzekeraar kan dat geld beleggen in beleggingsfondsen, aandelen, obligaties, vastgoed, ... De strategie moet toegelicht worden in het contract dat je ondertekent. Het kan gebeuren dat je minder dan je ingelegde kapitaal recupereert, net zoals dat bij beleggingsfondsen kan gebeuren.

Tak 23-levensverzekeringen zijn geen gemakkelijke producten. Je moet de condities van het verzekeringscontract begrijpen én je moet ook begrijpen op welke manier je premies belegd worden. Vraag aan je verzekeraar een informatiefiche waarin je die informatie kan terugvinden:

de producten waarin de premies belegd worden het verwachte rendement eventueel het gerealiseerde rendement uit het verleden de kosten de fiscaliteit de voorwaarden voor storting en bijstortingen van premies en voor de terugbetaling van het

kapitaal.

Wil je meer weten over Tak 23, lees dan de informatie op http://www.wikifin.be/nl/themas/sparen-en-beleggen/tak-23-levensverzekering/verzekeren-en- beleggen

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 40

Page 41: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

5. DE BEURS

5.1 WAT IS DE BEURS?

De beurs is een markt waar aandelen, obligaties, opties, fondsen, … worden verhandeld. Voor al deze producten wordt ook de term effecten gebruikt.

Kopers willen effecten tegen een bepaalde prijs kopen en verkopers zijn bereid te verkopen wanneer er een bepaalde prijs wordt geboden. Aangezien er veel handel is op de beurs, is er voor een koper op een later moment ook de mogelijkheid om steeds te verkopen. De prijs die je dan krijgt voor je effect zal dan bepaald worden door vraag en aanbod. Indien de vraag naar een effect (aandeel, obligatie, …) groter is dan het aantal dat er wordt aangeboden, zal de prijs van het effect stijgen. Indien er meer van een effect wordt aangeboden dan er geïnteresseerden voor zijn, dan zal de prijs dalen. Uiteindelijk zal er een evenwicht ontstaan, vraag en aanbod zullen aan elkaar gelijk zijn tegen een bepaalde prijs.

5.2 TOT WELKE BEURZEN HEB JE TOEGANG?

In België kan je handelen op de NYSE Euronext, wat een fusie is van de Beurs van Brussel met de beurzen van Parijs, Lissabon, Amsterdam en New York. Via dit internationaal platform heb je toegang van effecten van over de hele wereld.

Indien je een effect wilt kopen of verkopen, doe je dat door een order (koop/verkooporder) te plaatsen. Je gaat hiervoor langs bij je financiële instelling of je kan via online banking ook je orders registreren. Elk order moet een aantal gegevens bevatten. Per effect moet je onder andere aangeven welk effect het precies is (code, benaming), of je koopt of verkoopt, het aantal van het effect dat je wilt verhandelen; een eventuele prijs waartegen je wilt kopen en verkopen, een eventuele periode waarop je order geldig is, …

5.3 BEURSKOERSEN

Zowel in een aantal financiële kranten als op internet kan je dagelijks de koers van de belangrijkste effecten aandelen, fondsen, … raadplegen. In het overzicht van de koersen zal je onder ander volgende informatie zien: de naam van het effect, de openingskoers (de koers waartegen op de betreffende datum het effect is verhandeld bij de opening), hoog (hoogste koers waartegen het effect de betreffende beursdag is verhandeld), laag (laagste koers waartegen de betreffende beursdag is verhandeld), slotkoers (de koers waartegen de betreffende beursdag is afgesloten), omzet (het aantal aandelen dat op die dag is verhandeld), verschil (het verschil tussen de slotkoers van de vorige dag en de betreffende dag).

5.4 BEURSCRISIS

Wanneer de koersen in zeer snel tempo kelderen, spreken we van een beurscrisis of beurscrash. Het vertrouwen in de beurs is dan volledig zoek. Er gebeuren dan geen of zeer weinig transacties. Dit komt gelukkig niet zo veel voor, maar is nooit uit te sluiten. De meest recente beurscrisis dateert van eind 2008. De gevolgen waren zeer groot. Het vertrouwen in het financieel systeem moest worden hersteld door de overheid die grote hoeveelheden geld in een aantal banken met grote problemen pompte. Naar aanleiding

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 41

Page 42: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

daarvan werd ook het toezicht op de banken grondig hertekend.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 42

Page 43: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

6. JONGER DAN 18 JAAR, WAT MAG?

In principe, als we de wet volgen, mag een jongere zelf een spaarrekening openen. In de praktijk leggen de banken bijkomende voorwaarden op.

Om een spaarrekening te openen kunnen deze voorwaarden als volgt worden samengevat:

Vanaf 16 jaar: je mag een spaarrekening openen, dit staat in de wet. < 16 jaar: de bank vraagt de toestemming van één van de ouders voor de opening van een

spaarrekening van een kind.

Verrichtingen op je spaarrekening:

Algemeen geldt dat je ouders de beheersbevoegdheid voor de tegoeden van hun kind hebben tot het de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Ouders moeten de spaarrekening van hun kind beheren ‘in het belang van dat kind’: ze mogen het geld op de spaarrekening afhalen en gebruiken, maar alleen voor kosten die noodzakelijk zijn voor hun kind. Denk aan schoolkosten, de aankoop van een nieuwe fiets, de inrichting van de tienerkamer, … Een jongere die 18 is en zijn ouders ervan verdenkt dat ze geld afgehaald hebben van zijn spaarrekening, en het niet gebruikt hebben in zijn belang, kan via de vrederechter de terugbetaling eisen.

< 16 jaar: voor geldafhalingen is de toestemming van één van je ouders nodig. Vanaf 16 jaar kan je wel zelf geld afhalen van je spaarrekening zonder toestemming van je ouders.

Het bedrag is beperkt tot 125 euro per maand.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 43

Page 44: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

7. WAT DOET DE BANK MET HET GELD DAT JE SPAART OF BELEGT?

Sparen op een spaarrekening is je geld toevertrouwen aan een bank om het te laten opbrengen. Sparen is dus een vorm van investeren. Zeker als je weet wat er met je geld gebeurt als je het toevertrouwt aan de bank. Je geld ligt er niet te slapen in een kluis. De bank zal het geld dat jij haar toevertrouwt, uitlenen aan de staat, aan gezinnen die geld willen lenen, aan bedrijven die hun activiteiten willen uitbreiden of voor de financiering van projecten in je buurt. De bank is dus een tussenpersoon tussen spaarders en leners. Spaarders krijgen in ruil voor het toevertrouwen van hun geld intrest van de bank. Leners moeten aan de bank intrest betalen. De intrest die de bank vraagt aan leners is doorgaans hoger dan de intrest die ze betaalt aan haar spaarders. Het verschil laat de bank toe haar kosten te dekken en winst te maken. De functie van een bank als tussenpersoon is één van haar kernfuncties.

* zeer eenvoudig schema dat slechts een indicatie geeft van de rol van de bank ten aanzien van spaardeposito’s.

Als je spaart, maak je dus investeringen mogelijk. Toch blijft de spaarrekening een veilig financieel product. Je mag erop vertrouwen dat je je geld binnen een week, een maand, een jaar of 10 jaar kan afhalen, verhoogd met de intrest.

Daarnaast staan de banken ook in voor het betaalverkeer. Sinds de jaren ‘60 en tot op de dag van vandaag winnen de girale betalingen aan belang. Giraal geld is geld dat men niet kan aanraken, het bestaat dus niet in munten of biljetten. Het is geld dat op je rekening staat. Girale betalingen gebeuren via overschrijving, domiciliëring, … Het geld op iemands rekening wordt daarbij verplaatst naar de rekening van iemand anders, zonder dat het giraal geld eerst moet worden omgezet in tastbaar of chartaal geld; in munten en biljetten dus. Het zijn de banken die ervoor zorgen dat de betaalorders die klanten geven, uitgevoerd worden. Voor onze economie is het belangrijk dat we kunnen beschikken over performante betaalsystemen.

Op de website van Febelfin vind je een filmpje dat de functie van de bank als tussenpersoon of intermediair toelicht en meer uitleg geeft over de functie van een bank als organisator van het betaalverkeer: http://www.mijngeldenik.be/nl/bankieren/wat-doet-een-bank

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 44

Projecten*BankSpaarder

Page 45: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

8. WAAR KAN JE TERECHT OM TE SPAREN OF TE BELEGGEN?

8.1 BIJ WELKE BANK SPAAR OF BELEG JE?

Hoe betrouwbaar is je bank, je beleggingsonderneming, je adviseur, je makelaar? De wet voorziet dat er toezicht gebeurd op de verschillende actoren in de Belgische financiële sector. Dit toezicht verloopt volgens een tweepolig model, of het zogenoemde "Twin Peaks"-model. Dit model voorziet dat er twee autonome toezichthouders zijn voor dit toezicht. Enerzijds de Nationale Bank van België (NBB) en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Beide toezichthouders hebben specifieke opdrachten.

Spaarders, beleggers en andere actoren in de financiële sector moeten voldoende vertrouwen hebben in het financiële landschap. Beide toezichthouders moeten via hun bevoegdheden hier op toezien.

De NBB staat in voor het prudentieel toezicht op de financiële instellingen. Dit toezicht bevordert de financiële degelijkheid van de financiële instellingen. Dit omvat het toezicht op verschillende risico’s zoals o.a. solvabiliteits-, markt-, wisselkoers-, liquiditeits- en kredietrisico. Ze moet ook de stabiliteit van het financiële systeem handhaven. Dit doet de bank via micro- en macroprudentieel toezicht. Bij microprudentieel toezicht ligt de focus op individuele financiële instellingen, waar de NBB onder andere moet voorkomen dat een instelling failliet gaat. Steeds met als doel de spaarder, belegger en verzerkerde te beschermen. Bij macroprudentieel toezicht ligt de focus op het globaal financieel systeem en het feit dat er moet gewaakt worden over de voldoende stabiliteit van dit systeem.

We verwijzen naar de website van de NBB voor meer informatie over deze taken. (https://www.nbb.be/nl/financieel-toezicht/prudentieel-toezicht)

De FSMA houdt toezicht op de Belgische financiële sector. De wetgever gaf de FSMA hiervoor vele bevoegdheden waarmee de FSMA kan optreden om de bescherming van de consumenten te waarborgen en om de integriteit van de markten veilig te staan. De FSMA oefent haar opdrachten onafhankelijk uit. We lichten dit wat nader toe.

De toezichthouder FSMA:

Ziet toe op de financiële markten en op de genoteerde ondernemingen. Zo kijkt ze onder andere na dat de bedrijven die op de beurs genoteerd zijn, juiste en volledige informatie vrijgeven en dat die informatie op tijd aan de beleggers wordt gecommuniceerd. Ze houdt ook toezicht op de werking van de financiële markten zelf, ze oefent onder andere controle uit op Euronext Brussel (zie 5).

Ziet toe op de gedragsregels, nl. op de manier waarop producten en diensten worden aangeboden aan de spaarders en beleggers. De gedragsregels moeten ervoor zorgen dat de banken, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen je als cliënt correct behandelen. Zo mogen bijvoorbeeld enkel die producten die overeenstemmen met je risicoprofiel worden aangeboden. (zie 2.6)

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 45

Page 46: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Ziet toe op de financiële producten. Dit kan onder andere door informatie en reclame over de producten na te kijken en te zorgen dat de regelgeving voor de producten wordt nageleefd. Dit moet er voor zorgen dat de producten die je als consument worden aangeboden begrijpelijk en nuttig zijn, een aanvaardbaar risico inhouden,… De FSMA probeert ook het aanbod van financiële producten te vereenvoudigen en begrijpelijker te maken.

Ziet toe op een hele reeks van spelers die financiële diensten verlenen en waarmee je dus in het kader van je financiële verrichtingen in contact kan komen. Het gaat hier onder andere om tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten, verzekeringstussenpersonen (de agenten en makelaars), vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, wisselkantoren, … Door dit toezicht moeten bijvoorbeeld makelaars en agenten ingeschreven zijn bij de FSMA als financieel tussenpersoon. Een ander voorbeeld is dat wanneer iemand makelaar wil worden om bankproducten te verkopen, de FSMA zal controleren of die persoon daarvoor voldoende geschoold is en of de persoon betrouwbaar is.

Ziet toe op de aanvullende pensioenen of het pensioen dat je opbouwt wanneer je werkt in dienstverband of als zelfstandige (de tweede pijler). Daarnaast is er ook sociaal toezicht op die tweede pijler en wordt er ook opgevolgd dat de instellingen die instaan voor het beheer van de aanvullende pensioenregeling ook financieel gezond zijn.

Ziet toe op de index Euribor. Euribor staat voor Euro Interbank Offered Rate. De Euribor tarieven zijn de gemiddelde rente tarieven waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro’s verstrekken. Hierbij gelden verschillende looptijden: vanaf 1 week tot 12 maanden.

De Euribor tarieven gelden als basistarief (maatstaf) voor allerlei andere renteproducten, zoals renteswaps, rentefutures, spaarrekeningen en hypotheken. Dat is dan ook de reden dat zowel professionals als particulieren de ontwikkeling van de Euribor tarieven nauwlettend in de gaten houden. Meer informatie over Euribor op http://nl.euribor-rates.eu/

Werkt mee aan een betere financiële vorming van de spaarders en beleggers. Dit gebeurt via drie pijlers: de website http://www.wikifin.be die neutrale, betrouwbare en praktische informatie geeft over alles wat met geld te maken heeft; via het onderwijs (zie bijvoorbeeld het project Wikifin@school) en het uitwisselen van best practices met verschillende andere spelers die bezig zijn met financiële vorming.

We verwijzen naar de website van de FSMA voor meer informatie over deze taken en naar www.wikifin.be voor al je vragen over geld.

Om dus na te gaan of je bank, beleggingsonderneming of adviseur betrouwbaar is en dus met andere woorden gecontroleerd wordt door de NBB en/of de FSMA raden we je aan om de website van deze 2 toezichthouders te raadplegen. Op hun websites kan je namelijk gemakkelijk controleren of een aanbieder in België actief mag zijn.

We geven nog even mee dat een beleggingsonderneming net zoals een bank, een soort financiële instelling is, maar die zich voornamelijk richt op de spaarders en de beleggers. De beleggingsonderneming mag echter maar een beperkt aantal beleggingsdiensten aanbieden.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 46

Page 47: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Het is je misschien ook al voorgevallen. Een persoon die je niet kent, belt je op of stuurt je een mail. Hij beweert dat je via hem je geld tegen zeer gunstige voorwaarden kunt beleggen. Vooraleer toe te happen, loop je best volgende lijst vragen en adviezen af die terug te vinden is op http://www.wikifin.be/nl/tools/check-lists-tips/tips-tegen-fraude. Je vindt er heel wat tips hoe je fraude kan voorkomen.

In de module betaalmiddelen gaan we ook nog meer gedetailleerd in op andere gevallen van fraude zoals phishing.

Op Febelfin wordt ook in de rubriek fraudetechnieken gedetailleerd ingegaan op veel voorkomende gevallen van fraude: https://www.safeinternetbanking.be/nl/fraudetechnieken.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 47

Page 48: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

8.2 WAAROM JE BANK FAILLIET ZOU KUNNEN GAAN?

Een bank kan failliet gaan, als ze haar schulden niet meer kan terugbetalen omdat die schulden groter zijn dan haar bezittingen. De bank treedt op als een tussenpersoon. Ze zet het spaargeld van spaarders om in leningen aan particulieren, bedrijven en de overheid.

Sommige klanten aan wie de bank leningen verstrekt heeft, zullen die lening niet terugbetalen. In eerste instantie is dat geen probleem, want de bank heeft buffers die haar toelaten om wanbetalingen op te vangen. Als echter steeds meer klanten van de bank niet in staat zijn tijdig te betalen, zal de bank moeten besluiten dat deze leningen waardeloos zijn. Als de bezittingen van de bank minder waard zijn dan haar schulden (dat zijn de kapitalen die ze in bewaring heeft gekregen van spaarders), zal de bank niet meer in staat zijn om al haar spaarders terug te betalen. Om een faillissement te voorkomen, is het dus van cruciaal belang dat een bank grondig onderzoekt of de personen of instanties aan wie ze geld leent, in staat zullen zijn dat geld terug te betalen.

Een breuk in het vertrouwen van klanten in hun bank kan een andere reden zijn voor het faillissement van een bank. In dat geval vragen spaarders massaal geld terug op bij de bank. We spreken dan van een bank-run. Het bankensysteem is in grote mate een systeem dat gebaseerd is op vertrouwen. Zolang spaarders geloven dat hun geld veilig is bij hun bank en ze het op elk moment kunnen afhalen, hebben ze vertrouwen in hun bank. Dat vertrouwen kan afbrokkelen, bijvoorbeeld door het uitbreken van een crisis op de huizenmarkt. Het zou dan kunnen dat spaarders hun geld massaal van hun rekeningen willen afhalen. Een bank houdt echter maar een klein percentage van het spaargeld van haar klanten aan onder de vorm van liquide middelen, zoals cash of liquide obligaties en aandelen. Het overige spaargeld heeft de bank gebruikt om leningen toe te staan. Ze kan van haar klanten niet eisen dat ze die leningen van de ene dag op de andere terugbetalen. En andere banken zullen niet geneigd zijn om die leningen van een bank in nood snel over te kopen. Voor ze dat doen, willen ze eerst onderzoeken of die leningen wel zullen terugbetaald worden. De bank die het vertrouwen van haar klanten verliest, zal dus niet in staat zijn om te voldoen aan de geldopvragingen van haar spaarders.

Verder kan ook een gebrek aan vertrouwen tussen banken onderling een reden zijn voor een faillissement. Banken lenen namelijk ook geld uit aan elkaar. Een bank die het vertrouwen van haar collega-banken verliest, verliest van de ene dag op de andere een belangrijke bron van financiering.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 48

Page 49: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

8.3 KAN JE JE BESCHERMEN TEGEN HET RISICO OP FAILLISSEMENT VAN EEN BANK?In woelige tijden vragen mensen zich af hoe veilig hun spaargeld is. Het is weinig waarschijnlijk, maar niet totaal onmogelijk dat je bank failliet gaat. Om het hoofd te bieden aan het eventuele failliet van een bank, bestaat het Garantiefonds van de overheid (dit fonds heeft een groot gedeelte van de bevoegdheden van het vroegere Beschermingsfonds voor Deposito’s en Financiële instrumenten overgenomen).

Het Garantiefonds van de overheid beschermt ons spaargeld op spaarrekeningen, zichtrekeningen, termijnrekeningen en het geld belegd in kasbons, in een tak 21 of in aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen tot een bedrag van 100.000 euro per persoon en per bank. Als je meer dan dit bedrag aan spaargeld hebt, spreid je dit best over verschillende banken.

Elke deposito die wordt aangehouden bij een kredietinstelling ressorterend onder een lidstaat van de Europese economische ruimte is beschermd tot 100.000 € per persoon en per instelling. Wanneer je tegoeden hebt bij een niet-Europese kredietinstelling die in België actief is, vraag dan na of en onder welke garantieregeling je tegoeden vallen. Want dat zal dan afhangen van het garantiesysteem van het land waar de kredietinstelling zijn maatschappelijke zetel heeft.

Meer informatie over het garantiesysteem in België, vind je op http://garantiefonds.belgium.be/nl

Beschik je over effecten op een effectenrekening? Deze effecten blijven in geval van faillissement van de kredietinstelling van jou. Je krijgt ze dus terug. Mocht na teruggave van alle beschikbare effecten, je toch nog een vordering hebben bij de kredietinstelling, dan is er nog een beschermingsregel van € 20.000 per persoon en per instelling voorzien.

Meer informatie over het Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten http://www.beschermingsfonds.be/nl/mod_contexte.html

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 49

Page 50: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

9. BESLUIT

Met beleggen heb je vele mogelijkheden. Je kan opteren voor beleggingen die nauwelijks enig risico inhouden of voor speculatieve beleggingen zonder zekerheid over je kapitaal en over het rendement. Wil je eraan beginnen, dan is het belangrijk dat je er genoeg van weet. Als besluit zetten we onze tips nog eens een op een rijtje om je te helpen bij het maken van jouw keuze.

Ken jezelf als belegger. Het beleggersprofiel helpt je daarbij

Met je beleggersprofiel krijgen jij en jouw bank inzicht in jouw persoonlijke kennis over financiële producten, je houding ten opzichte van risico en wordt je financiële doelstellingen en situatie in kaart gebracht. Op basis van dit profiel kan je dan beleggingsproducten kiezen die bij je passen.

Verdiep je in het beleggingsproduct

Beleg nooit in beleggingsproducten die je niet goed begrijpt. Voor bijna ieder beleggingsproduct bestaat er een productfiche, een infobrochure of een prospectus. Die moeten je toelaten te begrijpen waarin je belegt en het risico van de belegging in te schatten. Is de informatie voor jou niet begrijpbaar, kies dan voor andere producten waarvoor je wel voldoende inzicht hebt.

Controleer de aanbieder van beleggingsproducten

Beleggen kan via verschillende aanbieders. Hoe betrouwbaar is je bank of adviseur? Staat hij onder toezicht van de Nationale Bank van België of van de FSMA? Heeft hij een vergunning? Via de "zoek"-functie op de websites www.fsma.be en www.nbb.be kan je eenvoudig controleren of een aanbieder in België actief mag zijn.

Voorkom fraude en oplichting!

Wees kritisch over alle aanbiedingen van beleggingsproducten. Zorg dat je precies weet met wie je zaken doet en doe onderzoek. Als het rendement je te mooi lijkt om waar te zijn, dan schuilt er wellicht een addertje onder het gras. Belooft men je een rendement van 10 % zonder risico, terwijl het rendement op een spaarrekening nog geen 1,50 % bedraagt? Daar klopt iets niet.

Leer meer hierover op Wikifin: tips om fraude en oplichting te voorkomen.

Beleg enkel dat geld dat je niet onmiddellijk nodig hebt en leen geen geld om te beleggen!

Geld dat je belegt kan je niet altijd van vandaag op morgen opvragen. Houd daarmee rekening als je een beleggingsproduct koopt.

Beleggen met geleend geld kan erg gevaarlijk zijn. Het geleende bedrag moet je met intrest terugbetalen, ook als je belegging minder waard wordt. Je blijft dan zitten met een schuld.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 50

Page 51: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Let op de kosten (instap-, uitstap- en beheerskosten, bewaarloon) en belastingen die je extra

worden aangerekend. Ze knagen aan je rendement. Vergelijk dus voor je beslist.

SPAREN & BELEGGEN – NUTTIGE INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT - 51

Page 52: Wikifin | Voor uw vragen over geld - Te bereiken … · Web viewSparen en beleggen De leerlingen zien het belang in om al vroeg te sparen, zien in dat je zelfs met een klein bedrag

Wat is Wikifin.be?

Wikifin.be is een website, onafhankelijk van de private financiële spelers. De website helpt consumenten bij dagelijkse beslissingen rond geld door objectieve, betrouwbare en praktische informatie aan te reiken. De website richt zich tot iedereen, jong en oud..

Wat is de FSMA?

De FSMA is de Belgische Autoriteit voor de Financiële Diensten en Markten. Ze houdt toezicht op de Belgische financiële sector en is een autonome neutrale instelling van openbaar nut. De FSMA is onder andere bevoegd om bij te dragen aan de bescherming van de financiële consument en heeft geen commerciële doelstellingen.