WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU...

136
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU RICHTLIJN 2013/34/EU GEÏMPLEMENTEERD IN BELGISCHE WETGEVING. Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Jasmine Wulteputte onder leiding van Prof. De Wielemaker Els

Transcript of WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU...

Page 1: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2015 – 2016

WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU

RICHTLIJN 2013/34/EU GEÏMPLEMENTEERD IN BELGISCHE

WETGEVING.

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Handelswetenschappen

Jasmine Wulteputte

onder leiding van

Prof. De Wielemaker Els

Page 2: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG
Page 3: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2015 – 2016

WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU

RICHTLIJN 2013/34/EU GEÏMPLEMENTEERD IN BELGISCHE

WETGEVING.

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Handelswetenschappen

Jasmine Wulteputte

onder leiding van

Prof. De Wielemaker Els

Page 4: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

Vertrouwelijkheidsclausule

NO PERMISSION

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef niet mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden.

Naam student: Jasmine Wulteputte

Page 5: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

I

Woord vooraf

Deze masterproef gaande over de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU vormt het sluitstuk

van mijn opleiding Handelswetenschappen met afstudeerrichting accountancy en fiscaliteit

aan de Ugent. Deze laatste opdracht kon ik niet tot een goed eind brengen zonder een aantal

mensen. Deze wil ik hierbij dan ook bedanken.

Als eerste wil ik graag mijn promotor mevrouw Els De Wielemaker bedanken voor de

feedback en hulp tijdens de opstelling van mijn masterproef. Indien ik vragen of problemen

had, kon ik hiermee altijd bij haar terecht.

Daarnaast wil ik ook graag mijn dank richten aan mijn stagebegeleider en de collega’s bij

OCMW Gent. Zij stonden mij steeds met raad en daad bij.

Als laatste wil ik mijn ouders, medestudenten, vrienden en vriendinnen bedanken voor de

steun die ze mij gegeven hebben doorheen mijn 4 jaar durende opleiding. Zij stonden steeds

klaar tijdens de mindere maar ook mooie momenten die ik tijdens deze periode beleefde.

Jasmine Wulteputte, Gent 6 mei 2015

Page 6: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

II

Inhoudsopgave Woord vooraf ........................................................................................................................................... I

Lijst gebruikte afkortingen ..................................................................................................................... IV

Lijst tabellen ........................................................................................................................................... VI

Lijst figuren ........................................................................................................................................... VIII

1. Inleiding ........................................................................................................................................... 1

2. Categorieën ondernemingen .......................................................................................................... 4

2.1 Criteria om te bepalen tot welke categorie de onderneming behoort ......................................... 5

2.1.1 Berekening van het balanstotaal ............................................................................................ 5

2.1.2 Berekening van de jaaromzet ................................................................................................. 6

2.1.3 Berekening jaargemiddelde van het personeelsbestand ...................................................... 8

2.1.4 Vermoeden van klein............................................................................................................ 10

2.1.5 Boekjaren die verschillend zijn van 12 maanden ................................................................. 12

2.2 Microvennootschappen .............................................................................................................. 13

2.3 Kleine en grote vennootschappen .............................................................................................. 14

2.3.1 Verhoging criteria ................................................................................................................. 14

2.3.2 Bekomen criteria kleine/grote vennootschap ...................................................................... 15

2.4 Groepen ....................................................................................................................................... 15

2.4.1 Wat zijn groepen? ................................................................................................................ 15

2.4.2 Criteria groepen .................................................................................................................... 17

2.5 Besluit .......................................................................................................................................... 19

3. Rapportering .................................................................................................................................. 20

3.1 Kleine rapporteringsverplichtingen ............................................................................................. 27

3.2 Inventaris ..................................................................................................................................... 28

3.3 Jaarverslag ................................................................................................................................... 29

3.3.1 Het jaarverslag voor vennootschappen ............................................................................... 30

Wie moet er rapporteren ......................................................................................................... 30

Wat moet er in het jaarverslag ................................................................................................. 32

3.3.2 Het geconsolideerd jaarverslag ............................................................................................ 42

Wie is er verplicht te rapporteren en wie is er vrijgesteld ....................................................... 42

De inhoud van het geconsolideerd jaarverslag ........................................................................ 44

3.4 Jaarrekening ................................................................................................................................ 46

3.4.1 Volledig, verkort en microschema ........................................................................................ 48

Page 7: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

III

Welk schema moet een vennootschap individueel toepassen? .............................................. 48

Veranderingen sinds de implementatie ................................................................................... 49

Inhoud balans, resultatenrekening en toelichtingen na de implementatie Richtlijn ............... 52

3.4.2 Geconsolideerd schema ....................................................................................................... 58

Welke vennootschappen worden hiertoe verplicht of vrijgesteld ........................................... 58

Wat houdt een geconsolideerde jaarrekening in ..................................................................... 59

3.5 Verslag betalingen aan de overheid ............................................................................................ 64

3.5.1 Verslag betalingen aan de overheid voor individuele vennootschappen ........................... 64

Wie moet hieraan voldoen en wie is hier vrijgesteld ............................................................... 64

Wat moet er in het verslag staan ............................................................................................. 66

3.5.2 Geconsolideerd verslag van betalingen aan de overheid .................................................... 69

Wie moet aan deze verplichting voldoen ................................................................................. 69

Wat zijn de inhoudelijke vereisten van dit verslag ................................................................... 69

3.6 Verslag van commissarissen ........................................................................................................ 70

3.6.1 Verslag van commissarissen voor individuele vennootschappen ........................................ 70

Welke vennootschappen moeten dit opmaken ....................................................................... 70

Wat verplicht de wet te rapporteren ....................................................................................... 71

3.6.2 Geconsolideerd verslag commissarissen .............................................................................. 75

Wie is hiertoe verplicht ............................................................................................................ 75

Uit wat bestaat de inhoud van zo’n verslag ............................................................................. 75

3.7 Lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit................................. 79

3.8 Sociale balans .............................................................................................................................. 83

3.8.1 Inhoud sociale balans volgens volledig schema ................................................................... 85

3.8.2 Sociale balans voor kleine vennootschappen ...................................................................... 89

3.8.3 Verschillen tussen volledig en verkort schema van de sociale balans ................................. 92

3.9 Neerlegging en openbaarmaking rapporteringen ....................................................................... 92

3.10 Besluit ........................................................................................................................................ 94

4. Algemene conclusie ....................................................................................................................... 97

Lijst van geraadpleegde werken ............................................................................................................. VI

Bijlagen ................................................................................................................................................... XI

Page 8: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

IV

Lijst gebruikte afkortingen

Acc. & Tax Accountancy & Tax

Afl. aflevering

art. artikel

AV algemene vergadering

BS Belgisch Staatsblad

BTW Belasting Toegevoegde Waarde

CBN Commissie voor Boekhoudkundige Normen

CVOA Coöperatieve vennootschap met onbeperkte

aansprakelijkheid

CRB Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

de Venn. De Vennootschap

DIBISS Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels

DIMONA déclaration immédiate/onmiddellijke aangifte

EC Europese Commissie

EEG Europese Economische Gemeenschap

EU Europese Unie

EV eigen vermogen

Fisc. Act. Fiscale actualiteit

FOD Federale overheidsdienst

GCV gewone commanditaire vennootschap

i.v.m. in verband met

KB koninklijk besluit / uitvoeringsbesluit

KBO Kruispuntbank van Ondernemingen

KB W. Venn. koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek

vennootschappen

kmo kleine en middelgrote ondernemingen

NAR Nationale Arbeidsraad

NBB Nationale Bank van België

nl. namelijk

nr. nummer

O & O onderzoek en ontwikkeling

Page 9: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

V

p. pagina

Parl. St. Parlementair stuk

Pb. L. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

RSZ Rijksdienst sociale zekerheid

RvB Raad van Bestuur

t.e.m. tot en met

venn. vennootschap

VOF vennootschap onder firma

wn werknemer

W. Venn. Wetboek Vennootschappen

z.j. zonder jaartal

Page 10: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

VI

Lijst tabellen

Tabel 1: Uitwerking van voorbeelden omtrent berekening jaaromzet voor criteria ................. 7

Tabel 2: Illustratie omtrent verandering van grootte van een vennootschap .......................... 10

Tabel 3: Voorbeelden aanpassing criterium jaaromzet bij boekjaar verschillend van 12

maanden .................................................................................................................................. 13

Tabel 4: Verkrijging nieuwe criteria art.15 W. Venn............................................................... 14

Tabel 5: Vergelijking criteria groepen vroeger art 16 W. Venn. met criteria Richtlijn ........... 17

Tabel 6: Waarden criteria grootte groep van beperkte omvang met 20% regel ...................... 18

Tabel 7: Rapporteringsverplichtingen volgens art.100 W. Venn. voor en na de implementatie

van de Boekhoudrichtlijn ........................................................................................................ 22

Tabel 8: Overzicht algemene veranderingen rapportering door implementatie

Boekhoudrichtlijn .................................................................................................................... 26

Tabel 9: Overzicht rapporteringsplicht jaarverslag voor ondernemingen ............................... 31

Tabel 10: Overzicht onderdelen remuneratieverslag ............................................................... 39

Tabel 11: Samenvattende tabel van de rapporteringsonderdelen in het jaarverslag voor

vennootschappen ...................................................................................................................... 41

Tabel 12: Wie moet een jaarrekening rapporteren .................................................................. 48

Tabel 13: Welk schema moet door welke vennootschapsvorm toegepast worden ................. 49

Tabel 14: Opmaak balans volgens volledig, verkort en micro schema ................................... 53

Tabel 15: Opmaak resultatenrekening volgens volledig, verkort en microschema ................ 54

Tabel 16: Onderdelen in de toelichtingen van de 3 schema's ................................................. 57

Tabel 17: Structuur balans en resultatenrekening op geconsolideerde basis ......................... 62

Tabel 18: Inhoud toelichting op geconsolideerde basis .......................................................... 63

Tabel 19: Overzicht rapporteringen binnen het verslag van betalingen aan overheden ......... 68

Tabel 20: Overzicht rapporteringen verslag van commissarissen voor en na implementatie

Boekhoudrichtlijn .................................................................................................................... 74

Tabel 21: Te rapporteren onderdelen in het geconsolideerd verslag van commissarissen ..... 78

Page 11: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

VII

Tabel 22: Voorbeelden wanneer er een deelneming bestaat ................................................... 80

Tabel 23: Samenvattende tabel omtrent lijst met ondernemingen waar de vennootschap een

deelneming in bezit ................................................................................................................. 82

Tabel 24: Plaats waar onderdelen sociale balans voor en na de implementatie van de

Boekhoudrichtlijn weergegeven worden ................................................................................. 84

Tabel 25: Overzicht verplichte vermeldingen binnen onderdelen sociale balans volgens

volledig schema ....................................................................................................................... 86

Tabel 26: Welke vermeldingen moeten vanuit verschillende standpunten gerapporteerd

worden in volledig schema? .................................................................................................... 89

Tabel 27: Overzicht verplichte vermeldingen binnen onderdelen sociale balans volgens

verkort schema voor kleine vennootschappen ........................................................................ 91

Tabel 28: Overzicht rapporteringsverplichtingen voor vennootschappen die voldoen aan art.92

§3 W. Venn. ............................................................................................................................. 95

Page 12: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

VIII

Lijst figuren

Figuur 1: Evolutie Richtlijn in Belgische wetgeving ................................................................ 3

Figuur 2: Visueel overzicht categorieën ondernemingen voor en na de omzetting van de

Boekhoudrichtlijn ....................................................................................................................... 5

Figuur 3: Overzicht structuur rapportering ............................................................................ 23

Page 13: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

1

1. Inleiding

De Europese Commissie (EC) hanteert sinds 2008 2 principes op fiscaal en

vennootschapsrechtelijk gebied die passen binnen de 2020-strategie van Europa. De principes

‘better regulation’ en ‘Think small first’ hebben als doel de 2020 doelstelling om “de

administratieve lasten te verminderen, het ondernemingsklimaat te verbeteren, in het bijzonder

voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), en de internationalisering van kmo's te

bevorderen.”1 De Europese Unie (EU) wil met deze Richtlijn de kmo’s een meer centrale plaats

geven binnen de economie wat met de huidige wetgeving soms niet beoogd wordt.2

Maar wat verstaan België en Europa nu eigenlijk onder een kmo? Europa zal elke onderneming

die aan volgende voorwaarden voldoet als kmo bestempelen.3

De onderneming mag niet meer dan 250 werknemers gemiddeld per jaar tellen.

Het balanstotaal mag maximaal 43 miljoen euro zijn per jaar en de jaaromzet heeft een

maximum van 50 miljoen euro.

Er moet aan het zelfstandigheidscriterium beantwoord zijn door de onderneming.

België zal voor een kmo het jaargemiddelde van het aantal werknemers verlagen naar 50

werknemers. Ook het balanstotaal wordt door de Belgische wetgever gewijzigd naar 3 650 000

euro en de jaaromzet naar 7 300 000 euro.4

Om de kmo’s centraler te kunnen stellen, werd er door Europa geopteerd om de vierde en

zevende Boekhoudrichtlijn in 1 nieuwe Boekhoudrichtlijn, Richtlijn 2013/34/EU, over te nemen

en hierbij de nodige aanpassingen uit te voeren met het doel om de administratieve last voor

kleine ondernemingen te verkleinen.5

1 Considerans (1) Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse

financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde

ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot

intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p19. 2 Considerans (1) Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p19.

3 Unizo. (z.j.). Wat is een kmo? [website]. Geraadpleegd op 25 april 2016 via

http://www.unizo.be/starters/advies/wat-een-kmo-0 ; Vlaamse overheid (z.j.) Een kmo volgens de Europese kmo-

definitie: kleine of middelgrote onderneming [website]. Geraadpleegd op 26 april 2016 via http://www.vlaanderen.be/nl/ondernemen/kapitaal-en-krediet/een-kmo-volgens-de-europese-kmo-definitie-kleine-

middelgrote-onderneming 4 Unizo. (z.j.). Wat is een kmo? [website]. Geraadpleegd op 25 april 2016 via

http://www.unizo.be/starters/advies/wat-een-kmo-0 5 Considerans (1) Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p19.

Page 14: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

2

In Richtlijn 2013/34/EU worden de jaarlijkse rapporteringsverplichtingen besproken voor de

verschillende ondernemingsvormen. In deze nieuwe Boekhoudrichtlijn worden een aantal

verplichtingen aan de lidstaten opgelegd door Europa maar krijgen de lidstaten ook een aantal

opties waarbij de lidstaten zelf kunnen kiezen of deze regels al dan niet omgezet worden naar

nationale wetgeving. Deze Richtlijn moest uiterlijk tegen 20 juli 2015 in alle lidstaten in

nationale wetgeving omgezet zijn volgens artikel (art.) 53 van de Richtlijn.6

Op basis van deze Richtlijn kan de vraag gesteld worden hoe de Europese lidstaten Richtlijn

2013/34/ EU in nationale wetgeving hebben omgezet aangezien er veel opties in deze Richtlijn

zijn verwerkt waarbij de lidstaten zelf de vrije keuze hebben of ze deze invoeren of niet.

Voor veel ondernemingen kan de omzetting van deze Richtlijn een grote impact hebben op hun

boekhoudkundige rapportering, doordat er een aantal grote wijzigingen werden opgelegd aan de

lidstaten door de EC. Om de impact van deze wijzigingen te kunnen vatten, zal in deze

masterproef de vraag gesteld worden wie welke rapporteringsverplichtigen heeft op basis van de

grootte van de ondernemingen bij de inwerkingtreding van deze Richtlijn in nationale wetgeving.

De rapporteringsverplichtingen kunnen in elke lidstaat van de EU toch anders zijn door de vele

opties waardoor er een overzicht per lidstaat zou kunnen gemaakt worden. Maar dit is moeilijk

aangezien veel lidstaten pas laat de omzetting in nationale wetgeving hebben gerealiseerd.7 Dit is

visueel voorgesteld in bijlage I. België was ook laat met de omzetting van de Boekhoudrichtlijn

in nationale wetgeving. De omzetting, die ontstond via de wet 18 december 2015, is pas

aangenomen in de Kamer op 10 december 2015 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (BS)

op 30 december 2015.8

6 Art.53 1. Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L 29 juni 2013, afl. 182, p55.

7 Eigen werk op basis van Europa. EUR-Lex – 32013L0034-EN [website]. Geraadpleegd op 13 mei 2016 via

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/NIM/?uri=CELEX:32013L0034 8 De kamer. Parlementair document 54K1444 [website]. Geraadpleegd op 4 februari 2016 via

http://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/flwb&language=nl&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flwbn.cfm?leg

islist=legisnr&dossierID=1444.

Page 15: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

3

Figuur 1: Evolutie Richtlijn in Belgische wetgeving 9

Na de publicatie in het BS treden de nieuwe rapporteringsverplichtingen in werking voor

boekjaren die starten vanaf 1 januari 2016 (zie figuur 1).10

Hierdoor zullen de nieuw opgelegde

verplichtingen wat rapportering betreft bij de meeste vennootschappen pas in aanslagjaar 2017

voor het eerst in praktijk gehanteerd worden bij de neerlegging van de jaarrekening 2016. Deze

masterproef kan dus voor ondernemingen zeker een handige tool worden om de nieuwe

rapporteringsverplichtingen in de praktijk om te zetten.

De onderzoeksvraag kan dus als volgt geformuleerd worden: wie moet wat rapporteren na de

implementatie van de Richtlijn 2013/34/EU in Belgische wetgeving? Hiervoor zal eerst

bestudeerd worden welke categorieën ondernemingen er bestaan voor de rapportering. In het

tweede luik van deze masterproef wordt er dieper ingegaan op de rapporteringaspecten met een

overzicht welke soort vennootschappen dit verplicht moeten rapporteren en wat per rapportering

verwacht wordt.

9 Eigen werk op basis van De kamer. Parlementair document 54K1444 [website]. Geraadpleegd op 4 februari 2016

via

http://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/flwb&language=nl&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flwbn.cfm?leg

islist=legisnr&dossierID=1444. 10 Nationale Bank van België (2016, maart). Infomail nr.50: omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU, p1 en 4.

Geraadpleegd op 11 april 2016 via https://www.nbb.be/doc/ba/infomail/mail_n_50.pdf

26/6/2013

Richtlijn

2013/34/EU

20/7/2015

Uiterlijke datum

omzetting Richtlijn

10/11/2015

Indiening

wetsontwerp

omzetting Richtlijn

10/12/2015

Stemming

Kamer

18/12/2015

Datum wet

30/12/2015

Publicatie in BS

1/1/2016

Inwerkingtreding

wet

Page 16: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

4

2. Categorieën ondernemingen

Elke vennootschap (venn.) behoort tot een bepaalde categorie vennootschappen en moet voldoen

aan de rapporteringsverplichtingen die opgelegd worden aan alle vennootschappen die tot deze

categorie behoren. Maar om te bepalen aan welke rapporteringsverplichtingen je als

onderneming in België moet voldoen moet er eerst verduidelijkt worden welke categorieën

vennootschappen er in België bestaan.

De Richtlijn gaf de lidstaten de optie om de ondernemingen in te delen in micro-

vennootschappen, kleine vennootschappen, middelgrote vennootschappen en grote

vennootschappen.11

Het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) leert dat de

CRB de optie voor de invoering van microvennootschappen promoot bij de wetgevende macht

maar ook dat de CRB geen voorstander is van de invoering van de categorie middelgrote

ondernemingen. Dit komt doordat in vroegere wetgeving deze categorie ook niet bestond.12

De

wetgevende macht is hen hierin gevolgd en in de Belgische wetgeving zijn er uiteindelijk 3

categorieën vennootschappen opgenomen13

:

Microvennootschappen

Kleine vennootschappen

Grote vennootschappen

Naast de opsplitsing volgens deze 3 categorieën heeft de wetgever ook een aparte

berekeningswijze ingevoerd voor vennootschappen die samen een groep vormen. Deze groepen

zullen hierdoor ook in 2 categorieën worden onderverdeeld volgens enkele criteria. Beide

categorieën zullen ook verschillende rapporteringverplichtingen moeten nakomen. De 2

categorieën betreffende de groepen zijn14

:

Groepen van beperkte omvang

Grote groepen

De categorieën die van toepassing zijn voor en na de omzetting van de Boekhoudrichtlijn

worden visueel voorgesteld in figuur 2.

11

Considerans (12) Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p20 12

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p7 13

Art.15 en 15/1 Wetboek Vennootschappen ; art.3 Parl. St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p6-10 14

Art.16 Wetboek Vennootschappen

Page 17: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

5

Figuur 2: Visueel overzicht categorieën ondernemingen voor en na de omzetting van de Boekhoudrichtlijn 15

2.1 Criteria om te bepalen tot welke categorie de onderneming behoort

Om te bepalen tot welke categorie een vennootschap of groep behoort, moeten er bepaalde

criteria met grenswaarden worden ingevoerd. Deze criteria werden zorgvuldig vastgelegd zodat

elke vennootschap zich kan meten aan deze criteria. De wetgever verkoos om 3 criteria in te

voeren namelijk (nl.)16

:

Balanstotaal

Jaaromzet, exclusief Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)

Jaargemiddelde van het personeelsbestand

Deze 3 criteria zullen voor elke vennootschap of groep op dezelfde manier moeten berekend

worden en op basis van de berekende waarden zal er getoetst worden met de verschillende

grenswaarden van de criteria per categorie.

2.1.1 Berekening van het balanstotaal

Het balanstotaal, dat in rekening moet genomen worden bij de toetsing van het criterium, is terug

te vinden in het opgelegde balansschema uit het koninklijk besluit (KB). Hier gaat het over het

KB dat art.92 §1 van het Wetboek Vennootschappen (W. Venn) tot uitvoering brengt.17

In het

15

Eigen werk op basis van art.15, 15/1 en 16 Wetboek Vennootschappen 16

Art.15, 15/1 en 16 Wetboek Vennootschappen 17

Art.15 §5 Wetboek Vennootschappen en art.15/1 §5 Wetboek Vennootschappen

Soorten vennootschappen en groepen tot en met boekjaar

2015

• Venootschappen: ->Kleine vennootschappen ->Grote vennootschappen

• Groepen: ->Kleine groepen ->Grote groepen

Soorten vennootschappen en groepen vanaf boekjaar 2016

• Vennootschappen: ->Micro-vennootschappen ->Kleine vennootschappen ->Grote vennootschappen

• Groepen: ->Groepen van beperkte omvang ->Grote groepen

Page 18: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

6

KB wordt de totale boekwaarde van de activa van de vennootschap bepaald om zo het

balanstotaal van de vennootschap te kunnen identificeren.18

Het balanstotaal is door het KB gedefinieerd als de som van de waarden uit de categorieën

oprichtingskosten, immateriële vaste activa, materiële vaste activa, financiële vaste activa,

vorderingen op meer dan 1 jaar, voorraden en bestellingen in uitvoering, vorderingen op ten

hoogste 1 jaar, liquide middelen en overlopende rekeningen.19

Welke specifieke onderverdeling

er in deze categorieën gemaakt wordt en welke bedragen er dus in rekening moeten genomen

worden hiervoor zijn raadpleegbaar in bijlage III.

Wanneer het balanstotaal van een groep moet bepaald worden, moeten de regels van het KB ter

uitvoering in art.117 §1 gerespecteerd worden.20

Zoals bij een alleenstaande vennootschap zal

ook hier de totale boekwaarde van de activa volgens het opgelegde balansschema bepaald

worden om het balanstotaal vast te stellen.21

Bij een groep zal een balansschema gebruikt worden dat er ongeveer hetzelfde uitziet qua

structuur als bij een vennootschap. De categorieën die hierboven vermeld zijn voor het bepalen

van het balanstotaal van een vennootschap, moeten ook samengeteld worden voor een groep

maar hierbij moet ook de categorie consolidatieverschillen in rekening worden genomen.22

Dit is

visueel voorgesteld in bijlage VI.

2.1.2 Berekening van de jaaromzet

Bij het berekenen van de jaaromzet draait alles rond de post omzet binnen de resultatenrekening.

Deze omzet zal altijd onder het rekeningnummer ‘70’ volgens het volledig schema binnen de

opbrengsten worden weergegeven.23

Het bedrag dat bij deze rubriek staat, bepaalt of de

jaaromzet moet worden gebaseerd op de omzet of als het op een andere manier moet worden

berekend.

18

Art.15 §5 Wetboek Vennootschappen en art.15/1 §5 Wetboek Vennootschappen 19

Art.88 KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen 20

Art.16 §3 Wetboek Vennootschappen 21

Art.16 §3 Wetboek Vennootschappen 22

Art.163 KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen 23 Bijlage art.1MN KB van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen

rekeningstelsel

Page 19: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

7

Maar wat bevat de post omzet nu specifiek? De wetgever omschrijft omzet als “het bedrag van

de verkoop van goederen en de levering van diensten aan derden, in het kader van de gewone

bedrijfsuitoefening van de vennootschap, onder aftrek van de op de verkoopprijs in de handel

toegestane kortingen (afslag, ristorno, rabat). Onder die post moeten eveneens worden

opgenomen de tegemoetkomingen van de overheid in het kader van een tariferingspolitiek als

compensatie voor lagere ontvangsten. Voor de natuurlijke personen die koopman zijn, omvat de

omzet ook de onttrekkingen in natura anders dan ten behoeve van hun bedrijf.”24

Hier mogen

geen belastingen inzitten die rechtstreeks aan de omzet kunnen gelinkt worden en dus ook geen

BTW.25

Eerst en vooral moet er binnen de opbrengsten berekend worden of meer dan de helft van de

opbrengsten uit normale bedrijfsactiviteiten (omzet, andere bedrijfsopbrengsten en financiële

opbrengsten zonder niet-recurrente opbrengsten) vertegenwoordigt worden door de post omzet.

Klopt dit, dan mag als jaaromzet het bedrag dat onder de post omzet staat, gebruikt worden.26

Representeert de post omzet niet de helft van de opbrengsten maar wordt de helft of meer

vertegenwoordigd door andere bedrijfsopbrengsten en financiële opbrengsten zonder de niet-

recurrente bedrijfs- en financiële opbrengsten? Dan moet het criterium jaaromzet berekend

worden op basis van de som van de andere bedrijfsopbrengsten en financiële opbrengsten

waarbij de niet-recurrente opbrengsten niet bijgerekend worden.27

Dit is visueel voorgesteld door

het voorbeeld in de volgende tabel.

Voorbeeld 1 Voorbeeld 2

Omzet € 500.000 € 200.000

Andere bedrijfsopbrengsten € 100.000 € 250.000

Financiële opbrengsten € 50.000 € 50.000

Niet-recurrente bedrijfs- en financiële

opbrengsten

€ 30.000 € 150.000

Totaal opbrengsten uit gewone bedrijfsactiviteiten € 650.000 € 500.000

% verhouding van de omzet 76,69 % 40,00 %

Jaaromzet voor criterium € 500.000 € 300.000 Tabel 1: Uitwerking van voorbeelden omtrent berekening jaaromzet voor criteria 28

24

Art.96 KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen 25

Art.96 KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen 26

Art.15 §5 3e lid Wetboek Vennootschappen ; Commissie voor boekhoudkundige normen, ontwerpadvies, 13

januari 2016, Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W. Venn., p3, Geraadpleegd op 17 februari 2016 via

http://www.cnc-cbn.be/files/news/link/20160114_NL_ED_Ontwerpadvies_Groottecriteria_artikel_15.pdf 27

Art.15 §5 3e lid Wetboek Vennootschappen ; Art.89 KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen ;

Commissie voor boekhoudkundige normen, ontwerpadvies, 13 januari 2016, Beoordeling groottecriteria artikelen 15

en 15/1 W. Venn., p4, Geraadpleegd op 17 februari 2016 via http://www.cnc-

cbn.be/files/news/link/20160114_NL_ED_Ontwerpadvies_Groottecriteria_artikel_15.pdf 28

Eigen werk dat gebaseerd is op: Commissie voor boekhoudkundige normen, ontwerpadvies, 13 januari 2016,

Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W. Venn., Geraadpleegd op 17 februari 2016 via http://www.cnc-

cbn.be/files/news/link/20160114_NL_ED_Ontwerpadvies_Groottecriteria_artikel_15.pdf

Page 20: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

8

2.1.3 Berekening jaargemiddelde van het personeelsbestand

De invoering van de Boekhoudrichtlijn in Belgische wetgeving heeft een grote impact gehad op

de berekening of een vennootschap groot of klein is. Voor de uitwerking van de

Boekhoudrichtlijn was er een wettelijk vermoeden in art.15 W. Venn. waardoor alle

ondernemingen die 100 of meer werknemers (wn) tewerkstelden automatisch als grote

onderneming werden gekwalificeerd.29

Bij de omzetting van de Boekhoudrichtlijn besloot de

wetgever dat deze extra voorwaarde niet meer thuishoorde in art.15 W. Venn. indien de wetgever

de doelstelling van de Richtlijn wou bekomen in Belgische wetgeving.30

Dit heeft als gevolg dat

in het nieuwe art.15 W. Venn. geen wettelijk vermoeden meer terug te vinden is wat betreft het

aantal werknemers.

Voor de berekening van het jaargemiddelde van het personeelsbestand liet de EU de lidstaten de

optie om te kiezen voor een berekeningswijze via de voltijdse equivalenten of op basis van het

aantal hoofden.31

Voor deze keuze is er advisering verkregen van de CRB en de Nationale

Arbeidsraad (NAR). Beide instellingen prefereerden een berekeningswijze volgens de voltijdse

equivalenten aangezien dit ook al in de vorige wetgeving werd toegepast.32

Het advies van beide

instellingen komt dan ook tot uiting via art.15 §5 en art.15/1 §5 W. Venn.

Nu kan wel de vraag gesteld worden hoe de voltijdse equivalenten moeten worden berekend. Het

jaargemiddelde van het personeelsbestand wordt geconstateerd aan de hand van het aantal

voltijdse equivalenten die geregistreerd zijn via een DIMONA-verklaring (déclaration

immédiate/onmiddellijke aangifte).33

Maar wat is een DIMONA-verklaring? Dit is de verklaring die elke werkgever uit de publieke en

private sector moet aangeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) of bij de Dienst

voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS). Deze verklaring zal telkens moeten

opgesteld worden indien er een werknemer in dienst of uit dienst treedt.34

29

Art.2 KB 25 mei 2005 tot wijziging van de artikelen 15,§ 1 en 16, § 1, eerste lid, van het Wetboek van

vennootschappen, vastgesteld bij de wet van 7 mei 1999, BS 7 juni 2005, p26213 30

Art.3 paragraaf 6 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p8 31

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p7 32

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p7 ; Nationale Arbeidsraad, advies,

24 maart 2015, nr. 1934, p3 33 Social security (z.j.). Sociale zekerheid / onderneming [website]. Geraadpleegd op 25 april 2016 via https://www.socialsecurity.be/site_nl/employer/applics/dimona_new/general/about.htm 34

Social security (z.j.). Sociale zekerheid / onderneming [website]. Geraadpleegd op 25 april 2016 via

https://www.socialsecurity.be/site_nl/employer/applics/dimona_new/general/about.htm

Page 21: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

9

Op het einde van elke maand binnen het boekjaar wordt er vastgesteld hoeveel werknemers,

uitgedrukt in voltijdse equivalenten, actief zijn in de vennootschap. Op het einde van het

boekjaar zal dan het gemiddelde genomen worden van de cijfers die telkens op het einde van de

maand werden berekend. Dit zal dan het cijfer voor het criterium jaargemiddelde van het

personeelsbestand voorstellen.35

Indien er geen verplichting is tot registratie van de DIMONA-verklaring voor de vennootschap

zal het jaargemiddelde van het personeelsbestand gebaseerd zijn op basis van het gemiddeld

aantal tewerkgestelden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, die op het eind van elke maand van

het boekjaar ingeschreven zijn in het algemene personeelsregister of een gelijkwaardig

document.36

Wanneer moet er geen DIMONA-verklaring ingediend worden bij de RSZ of DIBISS? Er zijn

een aantal situaties waarbij er een vrijstelling geldt bij de DIMONA-verklaring. Deze vrijstelling

zal gelden indien er maar prestaties van beperkte omvang worden geleverd. De lijst met deze

situaties kan geconsulteerd worden in bijlage II.37

Voor deeltijdse werknemers wordt het aantal tewerkgestelden, uitgedrukt in voltijdse

equivalenten, gelijkgesteld aan het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijdse equivalenten “op basis

van het conventioneel aantal te presteren uren, gerelateerd ten opzichte van de normale

arbeidsduur van een vergelijkbare voltijdse werknemer.”38

Als de vennootschap verbonden is met 1 of meerdere andere vennootschappen zal het

jaargemiddelde van het personeelsbestand van de moedervennootschap gelijk zijn met de som

van de jaargemiddeldes van het personeelsbestand van alle verbonden vennootschappen. Voor de

verbonden dochtervennootschap(pen) zal er enkel rekening moeten gehouden worden met hun

eigen jaargemiddelde van het personeelsbestand.39

35

Art.15 §5, art.15/1 §5 en art.16 §3 Wetboek Vennootschappen 36

Art.15 §5, art.15/1 §5 en art.16 §3 Wetboek Vennootschappen 37 Social security (z.j.). Sociale zekerheid / onderneming / personen [website]. Geraadpleegd op 26 april 2016 via

https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/nl/latest/instructions/persons/rules.html#h25 38

Art.15 §5, art.15/1 §5 en art.16 §3 Wetboek Vennootschappen 39

Art.15 §6 en §7 Wetboek Vennootschappen

Page 22: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

10

2.1.4 Vermoeden van klein

De Boekhoudrichtlijn verplichte de lidstaten om een bepaling of wet in te voeren waardoor een

vennootschap pas kan wijzigen van een kleine naar grote vennootschap of omgekeerd indien de

vennootschap gedurende 2 opeenvolgende boekjaren minstens 2 van de 3 criteria overschrijdt. 40

Door deze verplichting van de EU moest België zijn wetgeving aanpassen van een vermoeden

van groot naar een vermoeden van klein aangezien voor de invoering van de Boekhoudrichtlijn

de Belgische wetgever het vermoeden van groot hanteerde.41

Dit gebeurde door de invoering van

art.15 §2 W. Venn.

In kader van deze veranderingen is er door de Commissie voor Boekhoudkundige Normen

(CBN) een advies geschreven waarin het vermoeden van klein en de gevolgen hiervan worden

geëxpliceerd aan de hand van voorbeelden.42

Op basis van dit advies werd een nieuw fictief

voorbeeld gecreëerd dat het vermoeden van klein demonstreert en de gevolgen voor de

vennootschappen weergeeft.

Het vermoeden van klein kan dus worden uitgelegd aan de hand van het volgende voorbeeld. In

het voorbeeld is het uitgangspunt dat vennootschap X een kleine vennootschap is in het boekjaar

20N0.

Boekjaar N1 N2 N3 N4 N5 N6 N7 N8 N9 N10 N11

≥ 2 criteria

overschreden

Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja

Grootte

vermoeden

van groot

Klein Klein Groot Groot Groot Groot Groot Klein Klein Groot Groot

Grootte

vermoeden

van klein

Klein Klein Klein Klein Klein Groot Groot Groot Groot Klein Groot

Tabel 2: Illustratie omtrent verandering van grootte van een vennootschap 43

40

Art.3 10. Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p29 41

Art.3 paragraaf 6 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p8 42

Commissie voor boekhoudkundige normen, ontwerpadvies, 13 januari 2016, Beoordeling groottecriteria artikelen

15 en 15/1 W. Venn., p9-14, Geraadpleegd op 17 februari 2016 via http://www.cnc-

cbn.be/files/news/link/20160114_NL_ED_Ontwerpadvies_Groottecriteria_artikel_15.pdf 43

Eigen werk op basis van Commissie boekhoudkundige normen (2015). Dag van de CBN 18 november 2015

[PowerPoint slides]. slide 10 http://www.cnc-cbn.be/files/news/link/Integrale_presentatie_NL_FINAL.pdf

Page 23: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

11

Bij het vermoeden van groot werd de volgende redenering toegepast. Als een vennootschap

minstens 2 criteria overschreed in één van de laatste 2 boekjaren werd de vennootschap het

boekjaar aanzien als een grote vennootschap. 44

Waar vroeger door het vermoeden van groot de vennootschap in N3 als grote vennootschap

behandeld werd, zal de vennootschap nu in N3 worden aanzien als kleine vennootschap. Dit

komt doordat er in N1 en N2 maar voor 1 boekjaar minimaal 2 criteria zijn overschreden en om

van grootte te veranderen moet dit in twee opeenvolgende boekjaren voorvallen.

In het voorbeeld wordt het vermoeden van klein duidelijk geïllustreerd in N6 en N11. In deze 2

boekjaren zal de vennootschap veranderen van grootte. Dit is het gevolg van de overschrijding

van minimaal 2 criteria in de twee voorgaande boekjaren.

Het verschil tussen vermoeden van klein en vermoeden van groot wordt opnieuw duidelijk

uitgedrukt in boekjaar N8, N9 en N10.

In N8 en N9 werd bij het vermoeden van groot de vennootschap als kleine vennootschap

behandeld doordat er in de 2 voorgaande boekjaren geen overschrijding van minimaal twee

criteria heeft plaatsgevonden. Bij het vermoeden van klein zal de vennootschap nog steeds als

grote vennootschap aanzien worden. Dit komt doordat er voor een grootte verandering volgens

het vermoeden van klein een overschrijding van 2 of meer criteria nodig is in 2 opeenvolgende

boekjaren en dat is niet gebeurd in N6 en N7 of N7 en N8.

In N10 werd bij het vermoeden van groot de vennootschap terug als een grote vennootschap

beschouwt doordat in N9 minstens 2 criteria werden overschreven. Bij het vermoeden van klein

is 1 boekjaar niet voldoende om te veranderen van grootte en is de vennootschap in N10 nog

steeds een kleine vennootschap.

Er kan hier dus geconcludeerd worden dat de verandering van een groot naar klein vermoeden

een grote impact heeft op de rapportering van de vennootschappen doordat het toch een hele

andere berekeningswijze is voor de overgang van kleine naar grote vennootschap en omgekeerd.

In de volgende onderverdelingen zal er dieper ingegaan worden op de verschillende categorieën

vennootschappen en groepen met hun specifieke grenswaarden wat de 3 criteria betreft.

44

Commissie boekhoudkundige normen (2015). Dag van de CBN 18 november 2015 [PowerPoint slides]. slide 10

http://www.cnc-cbn.be/files/news/link/Integrale_presentatie_NL_FINAL.pdf

Page 24: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

12

Doordat deze veranderingen pas in werking treedt voor boekjaren die van start gaan op 1 januari

2016 en er voor deze groottebepaling naar de voorbije 2 boekjaren moet gekeken worden, heeft

de wetgever een overgangsmaatregel ingevoegd voor boekjaar 2016.45

Voor boekjaar 2016 zal voor de groottebepaling van de onderneming niet gekeken worden naar

de voorbije 2 boekjaren maar naar het laatst afgesloten boekjaar. Dit wil zeggen dat bij de start

van boekjaar 2016 de onderneming haar balanstotaal, jaaromzet en werknemers moet toetsen aan

de nieuwe criteria en dit enkel voor boekjaar 2015.46

Voor het boekjaar dat volgt op het boekjaar dat start in 2016, wordt de normale procedure van

vermoeden van klein toegepast. Hier wordt de groottebepaling bepaald op basis van de laatste 2

boekjaren.47

2.1.5 Boekjaren die verschillend zijn van 12 maanden

De meeste vennootschappen hanteren een boekjaar dat 12 maanden bedraagt maar een boekjaar

kan zich ook afspelen over een langere of kortere tijdspanne dan 12 maanden.48

Hierbij zullen er

gevolgen zijn voor de berekening van de criteria voor de grootte bepaling van de vennootschap.

Indien het boekjaar een kortere looptijd dan 12 maanden heeft, moet de vennootschap het bedrag

bij het criterium jaaromzet aanpassen. Dit bedrag wordt aangepast pro rata het aantal begonnen

maanden in het boekjaar. Dit wil zeggen als een boekjaar 10 begonnen kalendermaanden telt, het

bedrag van het omzetcriterium verandert naar 10/12 van het normaal criterium.49

Duurt het boekjaar langer dan 12 maanden, dan zal ook hier het criterium van de jaaromzet pro

rata aangepast worden. Hierbij is er wel een voorwaarde in de wetgeving opgenomen. De

wetgever zegt namelijk dat een boekjaar nooit langer kan duren dan 24 maanden min 1

kalenderdag.50

Deze aanpassingen zijn door de wetgever opgenomen voor de berekening van criteria

(groot/klein/micro) van de vennootschappen individueel. Op de berekening van de criteria voor

de grootte van de groep kan deze aanpassing dus niet worden toegepast.51

45

Art.3 paragraaf 7 Parl.St. Kamer 2015-2016,Stuk 1444/001, p8 46

Art.3 paragraaf 7 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p8 47

Art.3 paragraaf 8 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p8 48

Art.15 §4 en art.15/1 §4 Wetboek Vennootschappen 49

Art.15 §4 en art.15/1 §4 Wetboek Vennootschappen 50

Art.15 §4 en art.15/1 §4 Wetboek Vennootschappen 51 Art.16 Wetboek Vennootschappen ; Nationale Bank van België (2016, maart). Infomail nr.50: omzetting van de

Richtlijn 2013/34/EU], p3. Geraadpleegd op 11 april 2016 via https://www.nbb.be/doc/ba/infomail/mail_n_50.pdf

Page 25: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

13

Om deze aanpassing duidelijk voor te stellen is volgende tabel opgemaakt.

Vb. Periode boekjaar #maanden in boekjaar Nieuw criterium jaaromzet

1. 1/1/2016 - 15/08/2016 8 (8/12) * normaal criterium

2. 15/02/2016 - 31/12/2016 11 (11/12)* normaal criterium

3. 1/1/2016 - 1/08/2017 20 (20/12)* normaal criterium

4. 2/04/2016 - 18/10/2017 19 (19/12)* normaal criterium

5. 1/1/2016 - 31/12/2017 24 (24/12)* normaal criterium

Tabel 3: Voorbeelden aanpassing criterium jaaromzet bij boekjaar verschillend van 12 maanden 52

2.2 Microvennootschappen

De categorie microvennootschappen is een nieuwe categorie die sinds de Boekhoudrichtlijn en

de omzetting ervan in Belgische wetgeving is ontstaan. De vennootschappen die onder deze

categorie vallen zijn kleiner dan de vennootschappen in de categorie kleine vennootschappen. De

wetgever verplicht dat de categorie microvennootschappen als een subcategorie van de categorie

kleine vennootschappen wordt beschouwd waardoor elke microvennootschap ook altijd als een

kleine vennootschap moet worden aanzien.53

Hiervoor voegt de wetgever een nieuw artikel toe in het W. Venn., namelijk art.15/1. In dit

artikel wordt een microvennootschap omschreven als een kleine vennootschap met

rechtspersoonlijkheid dat op afsluiting van het boekjaar geen moedervennootschap of

dochtervennootschap mag zijn. Als de vennootschap hier aan voldoet mag het ook niet meer dan

2 van de volgende 3 criteria overschrijden om als microvennootschap te worden aanzien.54

1. jaargemiddelde van het personeelsbestand =10

2. jaaromzet = 700 000 euro

3. Balanstotaal = 350 000 euro

Door de 2 voorwaarden die gesteld worden om als microvennootschap erkend te worden, kan er

geconcludeerd worden dat in een groep met moeder en dochtervennootschappen nooit geen

microvennootschappen kunnen aanwezig zijn.

52

Eigen werk op basis van art.15 §4, art.15/1 §4 Wetboek Vennootschappen en Nationale Bank van België (2016,

maart). Infomail nr.50: omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU, p3. Geraadpleegd op 11 april 2016 via https://www.nbb.be/doc/ba/infomail/mail_n_50.pdf 53

Art. 15/1 Wetboek Vennootschappen ; Commissie voor boekhoudkundige normen, ontwerpadvies, 13 januari

2016, Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W.Venn, p1 54

Art.4 eerste lid Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80370

Page 26: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

14

2.3 Kleine en grote vennootschappen

2.3.1 Verhoging criteria

Door de omzetting van de boekhoudrichtlijn en het “think small first” principe van de Europese

Commissie werden de grenswaarden van de criteria voor kleine vennootschappen fors

opgetrokken.55

België was verplicht deze criteria op te trekken doordat de vroegere

grenswaarden van deze criteria in art.15 W. Venn. lager lagen dan de opgelegde minimum

grenswaarden voor het balanstotaal en de jaaromzet in de Europese richtlijn.56

Dit is voorgesteld

in de eerste 2 kolommen van tabel 4.

Vorig art.15

W. Venn

Minimum

Richtlijn

Maximum

richtlijn

Geïndexeerd

art.15 W.

Venn

Nieuw art.15

W. Venn.

Balanstotaal 3 650 000 4 000 000 6 000 000 4 485 850 4 500 000

Jaaromzet 7 300 000 8 000 000 12 000 000 8 971 700 9 000 000

Personeelsbestand 50 50 50 50 50

Tabel 4: Verkrijging nieuwe criteria art.15 W. Venn.57

Om te bepalen tot hoever de Belgische wetgever de waarden van de criteria zou optrekken om zo

toch binnen de vooropgestelde minimum en maximumwaarden volgens de Richtlijn te blijven,

werd er een advies gevraagd aan de CRB. De CRB adviseerde om de geïndexeerde criteria van

art.15 W. Venn. (zie 4e kolom tabel 4) te gebruiken als nieuwe criteria van art.15 W. Venn. nadat

de CRB verschillende opties had geanalyseerd. Om het eenvoudig te houden, verkoos de CRB

wel een afronding van de geïndexeerde criteria van art.15 W. Venn.58

De wetgever heeft het

advies van de CRB gevolgd en bekwam zo de nieuwe criteria van art.15 W. Venn.

Door de stijging van de grenswaarden van de criteria belanden heel wat vennootschappen in een

lagere categorie. 83% van de Belgische ondernemingen zullen bovendien tot de micro-

vennootschappen behoren maar ook door het toevoegen van de extra categorie micro-

55

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p5 56

Art.3 2. Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p28 57

Eigen werk op basis van Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p5 58

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p5,15

Page 27: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

15

vennootschappen zal er een stijging zijn van meer dan 1000 bedrijven die tot de kleine

vennootschappen zullen behoren.59

Deze 1000 ondernemingen zullen hierdoor minder verplichtingen hebben dan ervoor wat het

doel tot verlaging van de administratieve last voor ondernemingen van de Europese Commissie

zeker inlost.

2.3.2 Bekomen criteria kleine/grote vennootschap

Om te bepalen of een vennootschap groot of klein is moet er worden vastgesteld hoeveel criteria

er van het aangepaste art.15 § 1 W. Venn. worden overschreden.

De criteria zijn dus aangepast naar: 60

1. Jaargemiddelde van het personeelsbestand = 50

2. Omzet boekjaar = 9 000 000 euro

3. Balanstotaal = 4 500 000 euro

Wordt er geen of maximaal 1 criteria overschreden, dan zal de vennootschap als een kleine

vennootschap erkend worden. Indien de vennootschap 2 of 3 criteria overschrijdt, zal de

vennootschap als grote vennootschap beschouwd worden en aan de rapporteringsverplichtingen

bij deze categorie moeten voldoen.61

2.4 Groepen

2.4.1 Wat zijn groepen?

Richtlijn 2013/34/EU definieert een groep als “een moederonderneming en al haar

dochterondernemingen.”62

Hierbij moeten het Europees Parlement en de Europese Raad ook een

definitie geven aan de begrippen moederonderneming en dochteronderneming om een duidelijk

beeld weer te geven wat de EU als groep aanziet. De EU past de volgende definities toe:

Moederonderneming als “een onderneming die zeggenschap heeft over een of meer

dochterondernemingen.”63

59

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p5,15 ; K. PEETERS. (2015, maart

19). Omzetting Europese boekhoudrichtlijn goed nieuws voor kleine ondernemingen [Persmededeling]. 60

Art.3 eerste lid Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80368 61

Art.3 tweede lid Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80368-

80369 62

Art.2 11) Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p27 63

Art.2 9) Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p27

Page 28: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

16

Een dochteronderneming is “een onderneming waarover een moederonderneming

zeggenschap heeft, met inbegrip van elke dochteronderneming van een uiteindelijke

moederonderneming.”64

De Belgische wetgever zal de begrippen moedervennootschap en dochtervennootschap

interpreteren zoals de EU dit doet maar er zijn toch kleine verschillen in de definiëring. In de

Belgische wetgeving wordt een moedervennootschap omschreven als een vennootschap dat over

een andere vennootschap een controlebevoegdheid gaat uitoefenen.65

De vennootschap waarop

de controlebevoegdheid wordt uitgeoefend wordt door de Belgische wetgever gedefinieerd als

een dochtervennootschap.66

Maar wat wordt er nu specifiek onder controlebevoegdheid verstaan? Hierop geeft het wetboek

vennootschappen een duidelijk antwoord als “de bevoegdheid in rechte of in feite om een

beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van bestuurders of

zaakvoerders of op de oriëntatie van het beleid.”67

De wetgever gaat hierin zelfs nog een stap

verder en legde een aantal situaties vast waarbij er een onweerlegbaar vermoeden is van controle.

Deze situaties zijn:

“1° wanneer zij voortvloeit uit het bezit van de meerderheid van de stemrechten verbonden aan

het totaal van de aandelen van de betrokken vennootschap;

2° wanneer een vennoot het recht heeft de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders te

benoemen of te ontslaan;

3° wanneer een vennoot krachtens de statuten van de betrokken vennootschap of krachtens met

die vennootschap gesloten overeenkomsten over de controlebevoegdheid beschikt;

4° wanneer op grond van een overeenkomst met andere vennoten van de betrokken

vennootschap, een vennoot beschikt over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het

totaal van de aandelen van die vennootschap;

5° in geval van gezamenlijke controle.”68

Gezamenlijke controle is er wanneer een beperkt aantal vennoten samen de meerderheid van de

aandelen in hun bezit hebben en er dus geen beslissingen omtrent het beleid kunnen genomen

worden zonder hun stem.69

64

Art.2 10) Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p27 65

Art.6 1° Wetboek Vennootschappen 66

Art.6 2° Wetboek Vennootschappen 67

Art.5 §1 Wetboek Vennootschappen 68

Art.5 §2 Wetboek Vennootschappen 69

Art.9 Wetboek Vennootschappen

Page 29: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

17

In het wetboek vennootschappen is er niet specifiek omschreven wat als een groep wordt gezien

binnen de Belgische wetgeving maar wel wat de wetgever verstaat onder een groep van beperkte

omvang met bijhorende criteria.

2.4.2 Criteria groepen

Een eerste grote beslissing binnen de groepen was de bepaling van de criteria voor kleine

groepen. Doordat Europa in de Richtlijn waarden voorziet bij de criteria die beduidend lager

liggen dan de criteria voor groepen volgens art.16 W. Venn. voor de omzetting in Belgische

wetgeving van de Boekhoudrichtlijn (zie tabel 5), heeft de federale wetgever ervoor geopteerd

om deze criteria niet aan te passen. Anders zou dit betekenen dat veel groepen van kleine naar

grote groepen zouden overgaan en dus een aantal ingrijpende aanpassingen wat rapportering

betreft moeten toepassen.70

Criteria Richtlijn 2013/34/EU Richtlijn

maximumwaarden

Art.16 W. Venn. voor

omzetting

Omzet 8 000 000 euro 12 000 000 euro 29 200 000 euro

Balans 4 000 000 euro 6 000 000 euro 14 600 000 euro

Werknemers 50 50 250

Tabel 5: Vergelijking criteria groepen vroeger art 16 W. Venn. met criteria Richtlijn71

Het gevolg hiervan was dat de Belgische wetgever de benaming kleine groepen niet meer in

dezelfde context mag gebruiken als deze die voor de omzetting van Richtlijn 20113/34/EU werd

gebruikt. Hierop heeft de wetgever geanticipeerd door bij de omzetting van de Boekhoudrichtlijn

de benaming van kleine groepen naar groepen van beperkte omvang te wijzigen.72

De tweede beslissing die moest genomen worden, was of de Belgische wetgever een categorie

middelgrote groepen invoerde. De wetgever koos ervoor deze categorie niet in te voeren met als

reden dat voor de Boekhoudrichtlijn er ook maar 2 categorieën groepen bestonden.73

70 Art.3 5. Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p28 ; art.6 paragraaf 3

Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p12 ; Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015,

nr.2015-0600, p 8, http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc15-600.pdf 71

Eigen werk op basis van art.3 5. Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182,

p28 ; art.6 paragraaf 3 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p12 ; Centrale Raad voor het Bedrijfsleven,

advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p 8, http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc15-600.pdf 72

Art.16 Wetboek Vennootschappen 73

Art.6 2e lid. Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p12

Page 30: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

18

Of een groep een groep van beperkte omvang of een grote groep is, wordt bepaald aan de hand

van dezelfde criteria als bij de individuele vennootschappen. Een groep van beperkte omvang zal

aan de volgende voorwaarden beantwoorden.

“Een vennootschap samen met haar dochtervennootschappen, of vennootschappen die samen een

consortium uitmaken, worden geacht een groep van beperkte omvang te vormen, indien deze

vennootschappen samen, op geconsolideerde basis, niet meer dan één van de volgende criteria

overschrijden:

1. jaargemiddelde van het personeelsbestand= 250

2. jaaromzet, exclusief belasting over de toegevoegde waarde= 34 000 000 euro

3. balanstotaal= 17 000 000 euro.”74

Dat een groep op geconsolideerde basis deze criteria moet berekenen, houdt in dat de

bovenstaande criteria moeten worden berekend op basis van de cijfers van alle vennootschappen

binnen de groep. Hiervan mogen wel de inter-company verrichtingen afgetrokken worden.75

De groepen kunnen vanaf 1/1/2016 in een bepaald geval gebruik maken van de 20% regel uit

art.16 §3 W. Venn. waardoor de vooropgestelde criteria gaan afwijken van bovenstaande criteria.

Als de groep op geconsolideerde basis zijn rapporteringsverplichtingen opstelt maar hiervan de

inter-company betalingen en verrichtingen niet aftrekt, mag de groep de criteria voor de grootte

van de groep verhogen met 20%.76

Dan zullen de volgende waarden in tabel 6voor de criteria

bekomen worden waartegen de groep zijn cijfers moet afzetten.

Criteria Waarden met 20% regel

Omzet 40 800 000 euro

Balans 20 400 000 euro

Jaargemiddelde personeel 250

Tabel 6: Waarden criteria grootte groep van beperkte omvang met 20% regel 77

Er zijn ook 3 specifieke regels die in onderstaande situaties altijd moeten gevolgd worden door

groepen. De eerste is dat er nooit een microvennootschap in een groepsstructuur aanwezig kan

zijn zoals ook al werd aangegeven bij de microvennootschappen. Als verschillende

74

Art.16 §1 Wetboek Vennootschappen 75

Art.117 §1 KB tot uitvoering van Wetboek Vennootschappen ; Dit is uitgewerkt in de voorbeelden op dia’s 43 en

46 Commissie boekhoudkundige normen (2015). Dag van de CBN 18 november 2015 [PowerPoint slides].

http://www.cnc-cbn.be/files/news/link/Integrale_presentatie_NL_FINAL.pdf 76

Art.16 §3 lid 5 Wetboek Vennootschappen 77

Eigen werk op basis van art. 16 §1 en §3 Wetboek Vennootschappen

Page 31: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

19

vennootschappen samen een consortium vormen, dus samen onder leiding staan van 1 en

dezelfde vennootschap ook al zijn ze geen dochtervennootschappen van elkaar78

, moeten deze

als groep behandeld worden. De criteria voor de grootte zullen dus ook op geconsolideerde basis

moeten worden berekend.79

De geconsolideerde methode voor de bepaling van de criteria geldt

enkel voor de moedervennootschap. Een vennootschap dat enkel een dochtervennootschap is,

bepaalt de criteria en dus de grootte van haar vennootschap zuiver op haar eigen cijfers.80

Een belangrijk gevolg voor de groepen en meer bepaald voor de moedervennootschap van de

groep in de rapportering, die later in deze masterproef volgt, is dat ze dus niet alleen de criteria

moet berekenen op geconsolideerde basis maar ook bepaalde rapporteringsverplichtingen

geconsolideerd zal moeten weergeven.81

2.5 Besluit

Bij de bepaling van de grootte van een vennootschap of een groep hebben er ingrijpende

veranderingen plaats gevonden. Deze veranderingen hebben niet enkel invloed op de criteria

maar ook op de overgang van de vennootschap en hoelang de vennootschap/groep hieraan

gebonden is.

Door de optrekking van bijna alle criteria en de oprichting van de nieuwe categorie

microvennootschappen zullen veel vennootschappen hun rapportering mogen aanpassen en

hoeven ze hierdoor minder te rapporteren.

Ook bij de groepen zijn er ingrijpende veranderingen wat rapportering betreft door de nieuwe

betekenis bij de groepen van beperkte omvang. Door de nieuwe consolidatieregels verandert er

redelijk wat. Dit werd al deels duidelijk door de nieuwe berekeningswijze van de criteria voor de

groepen.

78

Art.10 Wetboek Vennootschappen 79

Art.15 §6 en §7 tweede lid en art.16 §1 Wetboek Vennootschappen 80

Art.15 §7 eerste lid Wetboek Vennootschappen 81

Art.3 lid 14 en 16 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p9 en 10

Page 32: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

20

3. Rapportering

Nu bepaald is onder welke categorieën een vennootschap kan vallen, zal er in het tweede deel

van dit werkstuk dieper worden ingegaan op welke rapporteringsverplichtingen er bestaan en

welke categorie wat moet rapporteren.

Voor de omzetting van Richtlijn 2013/34/EU waren de Belgische vennootschappen al verplicht

om aan financiële rapportering te doen. Maar door de implementatie van de Boekhoudrichtlijn in

Belgische wetgeving zijn er 3 grote veranderingen in de rapportering geslopen. De sociale balans

is volledig losgekoppeld van de rapportering in de jaarrekening. Dit komt doordat in de Richtlijn

de rapportering van de sociale balans een vrijstelling kreeg bij de toelichting van het verkort

schema.82

Hierdoor is de sociale balans vanaf 1/1/2016 een apart onderdeel van de

rapportering.83

Het verplicht opstellen en rapporteren van een verslag van betalingen aan

overheden is een tweede grote verandering door de implementatie van de Boekhoudrichtlijn.84

Als laatste zal de lijst van ondernemingen waar de vennootschap een deelneming bezit als apart

onderdeel van art.100 W. Venn. aanschouwt worden terwijl dit aspect voor de implementatie tot

de toelichting behoorde.85

Met de toevoeging van deze 2 aparte rapporteringsverplichtingen zijn er vanaf het boekjaar 2016

en aanslagjaar 2017, 7 grote rapporteringsverplichtingen die afzonderlijk moeten openbaar

gemaakt worden. Deze zijn86

:

Inventaris

Jaarverslag

Jaarrekening

Verslag betalingen aan overheid

Verslag van de commissarissen

Lijst van ondernemingen waar vennootschap een deelneming in heeft

Sociale balans

82

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p10-11

http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc15-600.pdf 83

Art.100 §1 6°/2 Wetboek Vennootschappen en boek III/1 KB tot uitvoering Wetboek Vennootschappen 84

Art.13 en art. 22 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80372

en p80374-80375 85

Art.16 4° Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80373 ;

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p10-11

http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc15-600.pdf 86

Art.92, art.96/1 en art.100 en Wetboek Vennootschappen

Page 33: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

21

Naast deze 7 grote rapporteringen zijn er in art.100 W. Venn. nog een aantal minder grote

rapporteringsverplichtingen opgenomen maar deze hebben geen specifieke naam gekregen. Om

deze reden zullen deze minder omvangrijke rapporteringen samen opgenomen worden onder 3.1

Kleine rapporteringsverplichtingen.

Om voor de diepere uitwerking toch al een duidelijk overzicht in beeld te brengen van de

verschillende rapporteringsverplichtingen, zijn al deze verplichtingen in tabel 7 opgenomen. Hier

is er een vergelijking gemaakt met de situatie voor de implementatie.

Het begrip genoteerde vennootschap zal in verschillende rapporteringsverplichtingen

wederkeren. Om het toch overzichtelijk te houden wat dit begrip betekent, is er gekozen om het

begrip nu al te expliceren. Een genoteerde vennootschap zal eerst en vooral effecten moeten

hebben die uitgegeven worden. Deze effecten zullen dan moeten toegelaten zijn tot verhandeling

op een Belgische of buitenlandse secundaire markt voor financiële instrumenten dat

georganiseerd wordt door een vennootschap of entiteit die zijn maatschappelijke zetel in België

of een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte heeft gevestigd. De secundaire

markten moeten bovendien ook erkend zijn als gereglementeerde markt. Om van een genoteerde

vennootschap te kunnen spreken moet er dus aan bovenstaande voorwaarden voldaan zijn.87

Zijn de effecten van een vennootschap niet toegelaten tot verhandeling op een Belgische of

buitenlandse gereglementeerde markt dan zal de vennootschap aanschouwt worden als een niet-

genoteerde vennootschap.

87

Art.4 Wetboek Vennootschappen ; art.2 3°,4°,5° en 6° Wet 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de

financiële sector en de financiële diensten, BS 4 september 2002 Editie 2, p39121-39122

Page 34: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

22

Rapporteringsverplichtingen tot en met

boekjaar 2015

Rapporteringsverplichtingen vanaf

boekjaar 2016

Art.92 W. Venn.

Jaarrekening

Inventaris

Art.100 W. Venn.

Stuk met algemene gegevens

Overzicht bestemming resultaat

Stuk met vermelding naar akte of

statuten

Verslag van de commissarissen

Stuk met verschillende gegevens over

de jaarrekening

Stuk met de vermeldingen uit het

jaarverslag (zie ook art.96 W. Venn.)

Art.92 W. Venn.

Jaarrekening

Inventaris

Art.96/1 en art.96/2 W. Venn.

Verslag van betalingen aan overheden

Art.100 W. Venn.

Stuk met algemene gegevens

Overzicht bestemming resultaat

Stuk met vermelding naar akte of statuten

Verslag van de commissarissen

Stuk met verschillende gegevens over de

jaarrekening

Stuk met de vermeldingen uit het jaarverslag

(zie ook art.96 W. Venn)

Lijst van ondernemingen waarin de

vennootschap een deelneming bezit

Sociale balans

Tabel 7: Rapporteringsverplichtingen volgens art.100 W. Venn. voor en na de implementatie van de Boekhoudrichtlijn 88

Om te achterhalen waar de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU binnen de 7 grote

rapporteringsverplichtingen veranderingen veroorzaakt, is er in tabel 8 reeds een overzicht te

raadplegen per rapporteringverplichting. Hierin staat vermeld of er veranderingen zijn door de

implementatie en waar deze aanpassingen zich bevinden.

In de volgende onderverdelingen zal er telkens per rapporteringsverplichting uitgelegd worden

voor wie ze specifiek van toepassing zijn of wie van een vrijstelling hierop kan genieten en wat

deze verplichting specifiek inhoudt qua rapportering. Er zal gestart worden met de kleine

rapporteringen die in art.100 W. Venn. opgenomen zijn en die geen uitgebreide wetgeving

88

Deze tabel is opgemaakt aan de hand van art.92, 95, 96/1, 96/2 en 100 Wetboek Vennootschappen ; art.13 en 16

Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80372-80373

Page 35: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

23

bevatten. In onderstaande figuur is de structuur te vinden waarin de rapportering zal worden

bestudeerd. Hierin staat geïllustreerd waar welke rapporteringsverplichting wordt behandeld.

Figuur 3: Overzicht structuur rapportering 89 90

89

KB W. Venn. = KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 90

Eigen werk op basis van de vermelde artikelen in de figuur

Sociale balans (boek III/1 KB W. Venn.)

Lijst van ondernemingen waar vennootschap deelneming bezit (art.100 6°/1 W. Venn.)

Verslag commissarissen (art.141-148 W. Venn.)

Verslag betalingen aan de overheid ( boek III/2 KB W. Venn.)

jaarrekening (art.92-93/1 W. Venn. en hoofdstuk III KB W. Venn.)

Jaarverslag (art.94-96 W. Venn. en art. 119 W. Venn.)

Inventaris (art.92 W. Venn. en art.III.89 wetboek economisch recht)

Kleine rapporteringsverplichtingen (art.100 W. Venn)

-Stuk met algemene gegevens -Overzicht bestemming resultaat

-Stuk met vermelding naar akte of statuten -Stuk met verschillende gegevens over de jaarrekening

Page 36: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

24

WELKE

RAPPORTERINGSVERPLICHTING?

VERANDERING IN WIE MOET

RAPPORTEREN?

VERANDERING IN INHOUD?

Inventaris Geen wijzigingen Geen wijzigingen

Jaarverslag De volgende ondernemingen moeten vanaf nu altijd

een jaarverslag opmaken volgens art.94 en art.92

§3 W. Venn. :

Verzekeringsondernemingen

Financiële ondernemingen

Beursvennootschappen

Vereffeningsinstellingen en hiermee

gelijkgestelde instellingen.

Geen inhoudsveranderingen, enkel terminologische

wijzigingen door art.12 wet 18 december 2015

Page 37: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

25

WELKE

RAPPORTERINGSVERPLICHTING?

VERANDERING IN WIE MOET

RAPPORTEREN?

VERANDERING IN INHOUD?

Jaarrekening Moeten vanaf boekjaar 2016 een eigen wetgeving

volgen door art.92 W. Venn. en geen gemeen

boekhoudrecht volgens W. Venn.:

Verzekeringsvennootschappen

Financiële vennootschappen onder wet 25

april 2014

Venn. onder statuut van

portefeuillemaatschappijen

Beleggingsondernemingen

Landbouwvennootschappen

Vereffeningsinstellingen en hiermee

gelijkgestelde instellingen

Loskoppeling van de sociale balans en lijst van

deelnemingen.

Een nieuw micro schema dat kan gerapporteerd

worden.

Aanpassingen in rubrieken van de balans,

resultatenrekening en toelichting.

Verslag betalingen aan de overheden Nieuw verplichte rapportering door de Richtlijn.

Alle verplichte en vrijgestelde vennootschappen

hierbij zijn dus volledig nieuw en staan vermeld in

art.96/2 W. Venn.

Nieuw verplichte rapportering door de Richtlijn. De

inhoud is dus voor elke vennootschap nieuw. In

art.191/6 en art.191/7 KB W. Venn. staat de inhoud

weergegeven.

Page 38: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

26

WELKE

RAPPORTERINGSVERPLICHTING?

VERANDERING IN WIE MOET

RAPPORTEREN?

VERANDERING IN INHOUD?

Verslag commissarissen Vennootschappen die voldoen aan art.92 §3

1°, 2° of 6° W. Venn. zullen altijd verplicht

worden om dit te rapporteren voor de

vennootschap individueel.

Er zijn geen veranderingen bij wie dit

verslag geconsolideerd moet rapporteren.

Lijst van ondernemingen waar de

vennootschap deelneming in heeft

Nieuw onderdeel in art.100 W. Venn. want vroeger

onderdeel van de toelichting.

Nieuw onderdeel in art.100 W. Venn. want werd

vroeger in de toelichting besproken.

Sociale balans Aanpassing van verwijzing naar de ondernemingen

die verplicht dit moeten rapporteren. Vanaf de

implementatie wordt er nu verwezen naar art.III.82

tot art.III.95 Wetboek economisch recht en niet

meer naar de wet van 17 juli 1975.

De vrijstelling in nieuw art.191/1 KB W. Venn. is

een overname van het oud art.82 §1 derde lid KB

W. Venn.

2 nieuwe artikels hieromtrent door de loskoppeling

van de jaarrekening.

Art.191/2 KB W. Venn. = oud art.91 KB W. Venn.

Art.191/3 KB W. Venn. = oud art.94 KB W. Venn.

Inhoud van de 2 nieuwe artikels ook in een nieuw

artikel nl. art.191/4 KB W. Venn. en is overname van

art.97 KB W. Venn.

Tabel 8: Overzicht algemene veranderingen rapportering door implementatie Boekhoudrichtlijn 91

91

Eigen werk op basis van Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001

Page 39: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

27

3.1 Kleine rapporteringsverplichtingen

In art.100 W. Venn. worden alle rapporteringsverplichtingen opgesomd waarbij neerlegging bij

de NBB verplicht is. In dit onderdeel zullen alleen de rapporteringsverplichtingen worden

bestudeerd die niet in aparte wetsartikelen behandeld worden.

Binnen deze kleine rapporteringsverplichtingen zijn er geen veranderingen voortgekomen door

de implementatie van de Boekhoudrichtlijn in Belgische wetgeving.92

De volgende

rapporteringsverplichtingen zullen dus voor alle vennootschappen al vertrouwd aanvoelen

aangezien er voor deze verplichtingen geen vrijstellingen worden uitgedeeld en dus elke

vennootschap deze stukken moet rapporteren. Er zou kunnen gesteld worden dat de uitwerking

van deze rapporteringsverplichtingen hierdoor niet nodig is, maar om toch een volledig beeld

van de rapporteringsverplichtingen in deze masterproef te schetsen is dit wel uitgewerkt.

Alle vennootschappen zijn om te beginnen verplicht om een stuk met algemene gegevens neer te

leggen. Dit stuk zal als eerste de gegevens van de bestuurders, zaakvoerders en commissarissen

in functie (als deze zijn aangesteld) moeten bevatten. Onder deze gegevens worden de naam,

voornaam, beroep en woonplaats verstaan. Bovenop de gegevens van de bestuurders,

zaakvoerders en commissarissen moeten soms ook de gegevens van externe accountants of

bedrijfsrevisoren meegedeeld worden. Dit zal enkel maar verplicht zijn indien de jaarrekening

nagekeken en indien nodig gecorrigeerd is door een extern accountant of bedrijfsrevisor. Is dit

zo? Dan zal voor deze personen de naam, voornaam, beroep, woonplaats als het

lidmaatschapsnummer van de accountant/ bedrijfsrevisor bij hun instituut vermeld worden. De

zaakvoerder of bestuurder zal hierbij moeten meegeven dat er geen taken in verband met (i.v.m.)

het nakijken of corrigeren van de jaarrekening aan een extern accountant of bedrijfsrevisor zijn

opgedragen.93

Naast de algemene gegevens moeten de vennootschappen ook een stuk neerleggen dat een

vermelding maakt naar de statuten. In dit stuk zal er een vermelding moeten worden opgenomen

waarin de datum van neerlegging van de authentieke of onderhandse akte is vermeld. Als de

92 Art.100 §1 1°, 2°, 3° en 5° Wetboek Vennootschappen ; art.100 1°, 2°, 3° en 5° Wet 7 mei 1999 houdende het

wetboek van vennootschappen, BS 6 augustus 1999, p29458-29459 93

Art.100 §1 1° Wetboek Vennootschappen

Page 40: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

28

statuten zijn aangepast dan zal de datum van neerlegging deze zijn waarop de nieuwe volledige

tekst van de statuten na bijwerking is neergelegd.94

De laatste twee kleine rapporteringsverplichtingen zijn verplichtingen die ofwel in de

jaarrekening ofwel in een apart stuk vermeld staan. Deze aparte stukken zullen pas moeten

opgemaakt en neergelegd worden als de vennootschap deze gegevens niet vermeld in de

jaarrekening. Hierbij gaat het enerzijds over een overzicht waar de bestemming van het resultaat

duidelijk wordt uiteen gezet.95

Anderzijds heeft de wetgever het over een stuk met gegevens uit

de jaarrekening. Dit stuk bestaat uit 3 onderdelen.

Het eerste onderdeel slaat op de schulden die gewaarborgd zijn door de Belgische overheid.

Voor deze schulden of delen van schulden zal het bedrag moeten meegedeeld worden op datum

van de jaarafsluiting.96

Op datum van afsluiting moet voor de opeisbare schulden bij zowel de belastingbesturen als bij

de RSZ, het openstaande bedrag berekend worden en meegedeeld worden in het neer te leggen

document. Voor de openstaande schulden maakt het niet uit of er uitstel van betaling is

verkregen of niet.97

Als laatste zal er een bedrag moeten terug te vinden zijn dat de som bedraagt van alle uitbetaalde

of toegekende subsidies, kapitaal- en rentesubsidies, door openbare besturen of instellingen

gedurende het afgesloten boekjaar.98

3.2 Inventaris

Elke onderneming, ongeacht de categorie waartoe ze behoort, moet normaal elk jaar verplicht

een inventaris opstellen.99

In de wet worden vrijstellingen voorzien voor bepaalde

vennootschappen die hierdoor geen inventaris moeten opmaken maar ook extra ondernemingen

die dit wel moeten rapporteren.100

Eerst zal er bekeken worden op welke ondernemingen deze

rapportering betrekking heeft en vervolgens zal er dieper ingegaan worden op wat deze

rapportering nu effectief inhoudt.

94

Art.100 §1 3° Wetboek Vennootschappen 95

Art.100 §1 2° Wetboek Vennootschappen 96

Art.100 §1 5° a) Wetboek Vennootschappen 97

Art.100 §1 5° b) Wetboek Vennootschappen 98

Art.100 §1 5° c) Wetboek Vennootschappen 99

Art.92 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen ; art.III.89 § 1 Wetboek economisch recht 100

Art.92 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen

Page 41: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

29

Volgens art.92 §1 W. Venn. moet deze rapportering nagekomen worden door elke Belgische

onderneming maar ook voor de bijkantoren in België van buitenlandse vennootschappen als deze

bijkantoren hun eigen opbrengsten hebben door verkoop van goederen of diensten aan derden of

aan de buitenlandse vennootschap waar het bijkantoor vasthangt.101

Maar er worden door de wet ook een vrijstellingen gegeven voor het opstellen van de inventaris

aan bepaalde ondernemingen. De vrijstelling voor het opstellen van een inventaris wordt door

art.III.89 Wetboek economisch recht aan de volgende vennootschappen verleend:

Koopmannen die natuurlijk persoon zijn

vennootschap onder firma (VOF)

gewone commanditaire vennootschap (GCV) zijn ook vrijgesteld van de opmaak van een

inventaris

Deze 3 soorten ondernemingen kunnen van de vrijstelling genieten indien hun omzet van het

laatste boekjaar (zonder BTW) een bedrag, door de Koning bepaald, niet overschrijdt en ze

hierdoor ook geen boekhouding moeten voeren.102

De inventaris zal moeten opgesteld worden volgens het Wetboek van economisch recht.103

De

opmaak van de inventaris zal dan ook aan de volgende voorwaarden moeten voldoen. Er zal een

overzicht moeten weergegeven worden in de inventaris van alle bezittingen, rechten (van welke

aard ook), vorderingen, schulden en verplichtingen (van welke aard ook) van de onderneming

plus de eigen middelen die daarvoor aangewend werden. Dit zal allemaal in een boek moeten

opgenomen worden. De inventaris opmaak moet omzichtig en te goeder trouw gebeuren en dit

minstens 1 keer per jaar.104

3.3 Jaarverslag

Het jaarverslag werd voor de Boekhoudrichtlijn ook al opgemaakt maar door de implementatie

van de Boekhoudrichtlijn hebben er zich een aantal kleine aanpassingen in de rapportering

voorgedaan. De bespreking van dit verslag zal dus voor de meeste vennootschappen al bekend in

de oren klinken.

101

Art.92 §2 Wetboek Vennootschappen 102

Art.III.85 en art.III.89 §2 derde lid Wetboek economisch recht 103

Art.III.89 Wetboek economisch recht 104

Art.III.89 §1 Wetboek economisch recht

Page 42: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

30

Het jaarverslag wordt door de wetgever gezien als een document waarin bestuurders en

zaakvoerders van een vennootschap rekenschap geven voor het beleid dat ze voeren.105

Naast de algemene info van het jaarverslag kan er dieper ingegaan worden op de rapportering

voor elke vennootschap individueel onder 3.2.1 Het jaarverslag voor vennootschappen en erna

voor de rapportering van verschillende vennootschappen samen onder 3.2.2 Het geconsolideerd

jaarverslag.

3.3.1 Het jaarverslag voor vennootschappen

Wie moet er rapporteren

Binnen dit artikel zijn er enkele wijzigingen aangebracht wat betreft de rapporterende

vennootschappen. Deze wijzigingen komen er door de omzetting van Richtlijn 2013/34/EU in

Belgische wetgeving.

De Europese Commissie verplichte de lidstaten in art.19 Richtlijn 2013/34/EU om alle

ondernemingen, die gevestigd zijn in de lidstaat, een jaarverslag te laten opstellen.106

Hierdoor

moeten ook organisaties van openbaar belang altijd een jaarverslag opmaken.107

Doordat voor de implementatie van de Boekhoudrichtlijn bepaalde organisaties van openbaar

belang geen jaarverslag moesten opstellen, moest de Belgische wetgever art.94 W. Venn., dat het

jaarverslag behandelt, aanpassen.108

Door deze aanpassingen worden vanaf boekjaar 2016

verzekeringsondernemingen, beurs vennootschappen, vereffeningsinstellingen en hiermee

gelijkgestelde instellingen verplicht elk boekjaar een jaarverslag op te stellen.109

In tabel 9 op de volgende pagina wordt een overzicht gegeven van de ondernemingen die altijd

een jaarverslag moeten opstellen vanaf boekjaar 2016 en welke ondernemingen vrijgesteld zijn

van deze verplichting.

105

Art.95 Wetboek Vennootschappen 106

Art.19 Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, , Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p38 107 Art.11 paragraaf 1 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p15

108

Art.11 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80372 ;

art.11 paragraaf 1 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p15 109

Art.11 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80372 ;

art.11 paragraaf 1 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p15

Page 43: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

31

Wie is er verplicht een jaarverslag op te stellen vanaf boekjaar 2016?

Algemene regel Ondernemingen die ALTIJD een jaarverslag moeten

opstellen (art.94 W. Venn.)

Ondernemingen die een vrijstelling hebben voor

deze verplichting (art.94 1°, 2°, 3° en 4° W. Venn.)

Elke onderneming Verzekeringsvennootschappen en

herverzekeringsvennootschappen (art.92 §3 1° W.

Venn.)

Financiële vennootschappen volgens wet van 25

april 2014 (art.92 §3 2° W. Venn.)

Beleggingsondernemingen volgens art.44 wet 6

april 1995 (art.92 §3 4° W. Venn.)

Vereffeningsinstellingen en hiermee gelijkgestelde

instellingen volgens art.23 §1 wet 2 augustus 2002

(art.92 §3 6° W. Venn.)

Niet-genoteerde kleine vennootschappen

VOF

GCV

Coöperatieve vennootschap met onbeperkte

aansprakelijkheid (CVOA) waarbij de onbeperkt

aansprakelijke vennoten enkel natuurlijke

personen zijn.

Economische samenwerkingsverbanden

Landbouwvennootschappen

Tabel 9: Overzicht rapporteringsplicht jaarverslag voor ondernemingen 110

110

Eigen werk op basis van art.92 §3 1°, 2°, 4°, 6° en 94 Wetboek Vennootschappen ; art.11 paragraaf 1 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p15

Page 44: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

32

Wat moet er in het jaarverslag

De inhoud van het jaarverslag van een vennootschap is omschreven in art.96 W. Venn. en zal

sowieso altijd uit 1 verplicht gedeelte bestaan. Hiernaast kunnen er in één bepaalde situatie nog 2

verplichte delen bijkomen. Eerst zal het steeds verplichte gedeelte besproken worden en dan het

optioneel verplichte gedeelte. Na de bespreking van alle onderdelen zal er een beknopte

samenvattende tabel beschikbaar zijn met hierin alle onderdelen, wie ze moet rapporteren en wat

tot de onderdelen behoort.

Het verplichte deel van het jaarverslag dat elke vennootschap moet rapporteren, bevat 9

onderdelen. Het eerste onderdeel moet een overzicht weergeven van de ontwikkelingen die het

bedrijf doorgaan heeft en de bijhorende resultaten. Dit overzicht geeft ook de positie weer waarin

de vennootschap zich bevindt samen met de belangrijkste risico’s en onzekerheden voor de

vennootschap.111

Het volgende dat in het verslag moet opgenomen zijn, is de informatie die betrekking heeft op de

belangrijkste gebeurtenissen die pas na de afsluiting van het boekjaar gebeurd zijn.112

Naast de informatie over de positie zullen er ook inlichtingen moeten gerapporteerd worden over

de omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap zwaar kunnen beïnvloeden. Deze

omstandigheden mogen anderzijds ook niet zodanig extreem van aard zijn zodat zij een serieus

nadeel aan de vennootschap zouden toekennen.113

Bij het vierde aspect haalt de wetgever onderzoek en ontwikkeling (O & O) aan. De vooruitgang

en werkzaamheden die binnen O & O gebeuren zullen hier moeten meegedeeld worden.114

Als de vennootschap bepaalde bijkantoren heeft opgericht of ergens gelokaliseerd heeft, zullen

de gegevens over deze bijkantoren ook moeten opgenomen in een vijfde aspect van de verplichte

rapportering.115

Het zesde onderdeel is het onderdeel dat niet-genoteerde kleine vennootschappen die geen

verplichting tot rapportering van het jaarverslag moeten rapporteren in hun toelichting. Hier zal

het gaan over overgedragen verliezen uit de balans of verlies van het boekjaar uit de

resultatenrekening met de voorwaarde dat het hier gaat over een fenomeen dat in 2

opeenvolgende boekjaren plaatsvindt. Is er 1 van deze 2 situaties van toepassing bij de

111

Art.96 §1 1° Wetboek Vennootschappen 112

Art.96 §1 2° Wetboek Vennootschappen 113

Art.96 §1 3° Wetboek Vennootschappen 114

Art.96 §1 4° Wetboek Vennootschappen 115

Art.96 §1 5° Wetboek Vennootschappen

Page 45: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

33

vennootschap dan zal er in dit onderdeel verantwoording moeten afgelegd worden over de

waarderingsregels waarbij er wordt uitgegaan van continuïteit.116

Ook als andere wetten uit het W. Venn. verplichte rapporteringen opleggen, zullen deze hier

moeten gerapporteerd worden.117

Het voorlaatste aspect zal gaan over de door de vennootschap gebruikte financiële instrumenten

indien deze van betekenis zijn voor het beoordelen van de balans, haar financiële positie en het

resultaat. Hier zal dan een overzicht gemaakt worden van de doelstellingen en het beleid dat de

vennootschap nastreeft voor de beheersing van de risico’s samen met een aantal verschillende

risico’s die de vennootschap gelopen heeft.118

Als allerlaatste wordt er in deze rapportering een verantwoording moeten teruggevonden worden

van de onafhankelijkheid en deskundigheid voor minstens 1 lid van het auditcomité op vlak van

boekhouding en de audit zelf.119

Dit is maar een simpele weergave over de verplichte elementen maar de gedetailleerde info

omtrent elk onderdeel is te vinden in de wettekst van art.96 §1 W. Venn. dat terug te vinden is in

bijlage XI.

Als de vennootschap een niet-genoteerde kleine vennootschap is en voor de vrijstelling opteert,

zal er een verantwoording moeten afgelegd worden in de toelichting over de waarderingsregels,

waarbij er uitgegaan wordt van continuïteit en voor een overgedragen verlies uit de balans of

indien voor het tweede jaar op rij een verlies van het boekjaar in de resultatenrekening is waar te

nemen.120

Deze verplichting was er al voor de implementatie maar is toch aangepast door de

implementatie van de Boekhoudrichtlijn.121

Naast deze verplichte elementen zal er ook een verklaring inzake deugdelijk bestuur en een

remuneratieverslag in het jaarverslag moeten opgenomen worden als de vennootschap een

genoteerde vennootschap is.122

De verklaring inzake deugdelijk bestuur zal 6 verplichte inhoudspunten moeten bevatten. Om te

beginnen zal de code van het deugdelijk bestuur dat de vennootschap toepast moeten worden

116

Art.96 §1 6° Wetboek Vennootschappen 117

Art.96 §1 7° Wetboek Vennootschappen 118

Art.96 §1 8° Wetboek Vennootschappen 119

Art.96 §1 9° Wetboek Vennootschappen 120

Art.94 tweede lid en Art.96 §1 6° Wetboek Vennootschappen 121

Art.11 2° Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80372 122

Art.96 §2 eerste lid Wetboek Vennootschappen

Page 46: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

34

gepubliceerd. Hierbij zal ook vermeld zijn waar deze code publiekelijk te consulteren is. Indien

de vennootschap ook nog praktijken hanteert die niet via de code of andere wettelijke

verplichtingen zijn opgelegd, moet de vennootschap hierrond ook informatie meedelen als ook

de plaats waar deze info raadpleegbaar is.123

De koning zal voor dit onderdeel een code verplicht

kunnen opleggen aan de vennootschap.124

Vervolgens zal er op papier moeten staan welke delen van de code, omtrent deugdelijk bestuur,

de vennootschap niet volledig of helemaal niet volgt. Er moet hierbij een verklaring met de

onderliggende redenen uitgeschreven zijn.125

In het derde element worden de interne controle- en risicobeheerssystemen i.v.m. de financiële

verslaggeving onder de loep genomen. Er zal over deze systemen een beschrijving van de

belangrijkste kenmerken toegevoegd worden.126

Vervolgens zal de vennootschap ook informatie moeten rapporteren wat betreft de verkoop van

rechten in aandelen.127

Als de vennootschap als emittent optreedt, zal in het jaarverslag de

aandeelhoudersstructuur op datum van de balansopmaak terug te vinden zijn.128

Doet er zich een

openbare overnamebieding voor dan zullen er 4 zaken in het jaarverslag moeten terug te vinden

zijn hierover. Deze zijn: de namen van de houders van effecten met bijzondere

zeggenschapsrechten met hierbij ook een beschrijving van wat deze rechten inhouden, of er

bepaalde beperkingen (wettelijke of statutaire) zijn bij het uitoefenen van het stemrecht, welke

regels er opgemaakt zijn indien er een benoeming of wijziging van de leden in de

bestuursorganen voortdoet en als de statuten willen gewijzigd worden maar als laatste ook welke

bevoegdheden het bestuursorgaan heeft inzake uitgiftes en inkopen van aandelen.129

Als voorlaatste aspect moet deze verklaring een overzicht geven hoe de bestuursorganen en

comités binnen de vennootschap zijn samengesteld en werken.130

Om af te sluiten moet de verklaring inzake deugdelijk bestuur de inspanningen weergeven die de

vennootschap onderneemt om zo tot een resultaat te komen waarbij minstens 1/3 van de leden

van de Raad van Bestuur (RvB) tot het andere geslacht behoort.131

123

Art.96 §2 eerste lid 1° Wetboek Vennootschappen 124

Art.96 §2 vierde lid Wetboek Vennootschappen 125

Art.96 §2 eerste lid 2° Wetboek Vennootschappen 126

Art.96 §2 eerste lid 3° Wetboek Vennootschappen 127

Art.96 §2 eerste lid 4° Wetboek Vennootschappen 128

Art.14 Wet 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen

zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, BS 12 juni

2007, p31595 129

Art.34 3°,5°,7° en 8° KB 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële

instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 3 december 2007, p59795 130

Art.96 §2 eerste lid 5° Wetboek Vennootschappen 131

Art.96 §2 eerste lid 6° Wetboek Vennootschappen

Page 47: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

35

Na de verplichte elementen in de verklaring inzake deugdelijk bestuur omschrijft de wetgever

nog een aantal situaties waarin bepaalde elementen niet of juist wel hoeven te worden

gerapporteerd. Deze zijn: “De bepalingen onder 1°, 2° en 5° van het eerste lid zijn niet van

toepassing op vennootschappen die alleen andere effecten dan aandelen hebben uitgegeven die

op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, tenzij de desbetreffende vennootschappen

aandelen hebben uitgegeven die worden verhandeld op een multilaterale handelsfaciliteit zoals

bedoeld in artikel 2, 4°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële

sector en financiële diensten. De bepaling onder 3° van het eerste lid is ook van toepassing op de

vennootschappen waarvan andere effecten dan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op

een in artikel 4 bedoelde markt.”132

Het tweede aanvullende deel van het jaarverslag is het remuneratieverslag. Dit verslag behoort

tot de verklaring inzake deugdelijk bestuur en zal altijd een onderdeel vormen van de verklaring

inzake deugdelijk bestuur als deze verklaring moet worden opgesteld.133

Ook in dit verslag legt

de Belgische wetgever een aantal verplichte rapporteringen op. Dit verslag heeft geen

wijzigingen verkregen door de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU waardoor dit verslag

voor reeds rapporterende vennootschappen niks nieuws zal bevat. De opbouw van dit verslag is

terug te vinden in tabel 10.

In dit verslag wordt er heel vaak een verwijzing gemaakt naar “andere leiders”. Om rond dit

begrip geen verwarring te laten ontstaan, heeft de wetgever in art.96 §3 zelf uitgelegd wat onder

andere leiders moet worden verstaan. Andere leiders zijn de volgende personen: “de leden van

elk comité waar de algemene leiding van de vennootschap wordt besproken en dat wordt

georganiseerd buiten de regeling van art.524bis W. Venn.”134

Het mag hierbij dus niet gaan om

leden van het directiecomité.135

De wetgever zal ook over variabele remuneratie, pensioen en overige componenten van de

remuneratie spreken. Maar wat houden deze 3 begrippen nu eigenlijk in? Als variabele

remuneratie vat de wetgever alle bijkomende bezoldigingen samen die behaald worden door

132

Art.96 §2 tweede en derde lid Wetboek Vennootschappen 133

Art.96 §3 eerste lid Wetboek Vennootschappen 134

Art.96 §3derde lid Wetboek Vennootschappen 135

Art.524bis Wetboek Vennootschappen

Page 48: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

36

prestatiecriteria. Voor de variabele remuneratie moet worden aangeduid in welke vorm dit werd

uitbetaald.136

Onder pensioen zullen de “bedragen die hiervoor zijn betaald durende het boekjaar en de kosten

van diensten die verleend zijn, worden aanschouwd. Deze zullen opgesomd moeten zijn naar het

type pensioenplan en met een verklaring van de toepasselijke pensioenregeling.”137

Als laatste komen de overige componenten van de remuneratie aan bod. Dit zijn kosten, waarden

van verzekeringen of andere voordelen in natura. Hierbij zal een toelichting geschreven zijn

waarin de bijzonderheden van de belangrijkste onderdelen zijn geëxpliceerd.138

136

Art.96 §3 6° b) Wetboek Vennootschappen 137

Art.96 §3 6° c) Wetboek Vennootschappen 138

Art.96 §3 6° d) Wetboek Vennootschappen

Page 49: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

37

De gegevens die opgenomen worden in het remuneratie verslag zullen zijn voorgesteld in onderstaande tabel.

139

Art.96 §3 2° a) b) c) d) Wetboek Vennootschappen

Onderdeel Vermelde gegevens hieronder Over welke personen rapporteren?

Gehanteerde procedure voor ontwikkeling

remuneratiebeleid en de bepaling van de

remuneratie

Individuele bestuurders

Leden van directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur venn.

Verklaring over gehanteerde

remuneratiebeleid tijdens boekjaar

“Principes waarop remuneratie is gebaseerd

Relatieve belangen van verschillende componenten

van de vergoeding

Kenmerken van prestatiepremies in aandelen, opties of

andere rechten om aandelen te verwerven

Informatie over remuneratiebeleid van de komende 2

boekjaren”139

Bestuurders

Leden directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur venn.

Bedrag dat niet-uitvoerende bestuurders

individueel rechtstreeks of onrechtstreeks

van venn. krijgen door remuneratie en

andere voordelen

Niet-uitvoerende bestuurders

Page 50: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

38

Onderdeel Vermelde gegevens hieronder Over welke personen rapporteren?

Info over bedrag van remuneratie als lid

van RvB van leden RvB die ook met andere

taken belast zijn

Leden RvB met andere taken moeten met

volgende hoedanigheid hebben:

Leden directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur

Criteria die dienen voor de evaluatie van

prestaties venn. t.o.v. doelstellingen venn.

en waarop een bepaald persoon een

vergoeding kan krijgen

Criteria voor evaluatie prestaties t.o.v. doelstellingen

Aanduiding evaluatieperiode

Beschrijving methoden om na te gaan of aan

prestatiecriteria is voldaan

Uitvoerende bestuurders

Leden directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur

Bedrag van remuneratie en andere

voordelen dat rechtstreeks of

onrechtstreeks door venn. wordt gegeven

Uitsplitsen tussen:

Basissalaris

Variabele remuneratie

Pensioen

Overige componenten van de remuneratie

Hoofdvertegenwoordiger uitvoerende

bestuurders

Voorzitter directiecomité

Hoofdvertegenwoordiger andere leiders

Hoofdvertegenwoordiger personen belast

met dagelijks bestuur

Globaal bedrag van de remuneratie en de

andere voordelen dat rechtstreeks of

onrechtstreeks door venn. wordt gegeven

Uitsplitsen tussen:

Basissalaris

Variabele remuneratie

Pensioen

Overige componenten van de remuneratie

Andere uitvoerende bestuurders

Leden directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur

Page 51: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

39

Onderdeel Vermelde gegevens hieronder Over welke personen rapporteren?

Informatie over de toekenning, uitoefening

of het vervallen van aandelen,

aandelenopties of andere rechten om

aandelen te verwerven

Op individuele basis:

Aantal

Voornaamste kenmerken

Uitvoerende bestuurders

Leden directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur

Bepalingen omtrent de

vertrekvergoedingen op individuele basis

Uitvoerende bestuurders

Leden directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur

Gegevens omtrent vertrek van bepaalde

personen

Verantwoording en beslissing RvB

Als persoon in aanmerking komt voor

vertrekvergoeding

Berekeningsbasis voor vergoeding

Uitvoerende bestuurders

Leden directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur

Mate waarin de venn. een

terugvorderingsrecht t.o.v. de variabele

remuneratie heeft indien er onjuiste

financiële gegevens werden verspreid

Uitvoerende bestuurders

Leden directiecomité

Andere leiders

Personen belast met dagelijks bestuur

Tabel 10: Overzicht onderdelen remuneratieverslag 140

140

Eigen werk maar op basis van art.96 §3 Wetboek Vennootschappen

Page 52: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

40

In de onderstaande tabel wordt nog eens een volledig overzicht gegeven van de te rapporteren onderdelen van het jaarverslag.

Onderdeel Wie moet rapporteren Wat bevat onderdeel

Verantwoording Elke kleine niet-genoteerde venn. die van de

vrijstelling gebruik maakt en hierbij een

overgedragen verlies uit de balans of een verlies

van het boekjaar heeft voor het tweede boekjaar

op rij.

Verantwoording van de waarderingsregels

Verplichte onderdelen Elke venn. die voldoet aan art.92 §3 1°, 2°, 4°

en 6° en de alle venn. die geen recht op

vrijstelling hebben.

Overzicht van de ontwikkelingen en resultaten

Info omtrent belangrijkste gebeurtenissen

Inlichtingen over omstandigheden die de venn. kunnen beïnvloeden

Informatie over onderzoek en ontwikkeling

Gegevens over bijkantoren van de venn.

Verantwoording waarderingsregels bij verliezen uit balans of resultatenrekening

Andere verplichte gegevens uit W. Venn.

Doelstellingen en beleid inzake risicobeheersing en de gelopen risico’s

Verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid van leden auditcomité

Verklaring inzake

deugdelijk bestuur

Venn. waarbij de aandelen op een markt zoals in

art.4 W. Venn. bedoelt, mogen verhandeld

worden.

= genoteerde venn.

Gehanteerde code inzake deugdelijk bestuur

Verklaring en redenen waarom de venn. de gehanteerde code niet integraal gebruikt maar ervan

afwijkt

Belangrijkste kenmerken interne controle- en risicobeheerssystemen

Informatie wat betreft de verkoop van rechten in aandelen

Samenstelling en werking bestuursorganen en hun comités

Ondernomen inspanningen om verhouding geslachten bij leden van RvB (1/3) en (2/3) te maken

Page 53: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

41

Tabel 11: Samenvattende tabel van de rapporteringsonderdelen in het jaarverslag voor vennootschappen141

141

Eigen werk op basis van art.96 Wetboek Vennootschappen

Onderdeel Wie moet rapporteren Wat bevat onderdeel

Remuneratieverslag

(onderdeel verklaring

inzake deugdelijk

bestuur)

Venn. waarbij de aandelen op een markt zoals in

art.4 W. Venn. bedoelt, mogen verhandeld

worden.

= genoteerde venn.

Gehanteerde procedure voor remuneratiebeleid en de bepaling van de remuneratie

Verklaring over gehanteerde remuneratiebeleid tijdens boekjaar

Bedrag dat niet-uitvoerende bestuurders individueel krijgen door remuneratie en andere voordelen

Info over bedrag van remuneratie van leden RvB die ook met dagelijks bestuur belast zijn

Criteria die dienen voor de evaluatie van prestaties venn. t.o.v. doelstellingen venn. en waarop een

bepaald persoon een vergoeding kan krijgen

Bedrag van remuneratie en andere voordelen dat aan hoofdvertegenwoordigers van uitvoerende

bestuurders, van andere leiders, van personen die belast zijn met dagelijks bestuur en aan voorzitter

directiecomité wordt gegeven

Bedrag van de remuneratie en de andere voordelen aan uitvoerende bestuurders, leden van

directiecomité en andere personen die belast zijn met het dagelijks bestuur

Informatie over de toekenning, uitoefening of vervallen van aandelen, aandelenopties of andere

rechten om aandelen te verwerven

Bepalingen omtrent de vertrekvergoedingen voor uitvoerende bestuurders, leden directiecomité en

personen belast met dagelijks bestuur

Bij vertrek van bovenstaande personen de verantwoording en beslissing door RvB, of er een

vertrekvergoeding kan verkregen worden en de berekeningsbasis hiervoor

Mate waarin de venn. een terugvorderingsrecht t.o.v. de variabele remuneratie heeft indien er

onjuiste financiële gegevens werden verspreid

Page 54: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

42

3.3.2 Het geconsolideerd jaarverslag

Wie is er verplicht te rapporteren en wie is er vrijgesteld

Het jaarverslag zal op geconsolideerde basis worden opgesteld indien de groep een

geconsolideerde jaarrekening moet opstellen.142

Een eerste vrijstelling bij het geconsolideerd

jaarverslag is voor de groepen van beperkte omvang.143

Deze vrijstelling zal wel enkel kunnen

gebruikt worden als geen enkel lid van de groep verhandelbare aandelen heeft uitgegeven.144

Daarnaast legt de wetgever elke moedervennootschap de geconsolideerde

rapporteringsverplichting op als ze in een situatie zit waarbij ze een dochtervennootschap

controleert.145

De moedervennootschap kan wel vrijgesteld worden van de geconsolideerde

rapporteringsplicht als haar dochter of dochters allemaal samen en ook elk individueel een

verwaarloosbaar aandeel hebben in de geconsolideerde rapportering van de balans of

resultatenrekening.146

Een dochtervennootschap kan tevens ook een vrijstelling krijgen als de moedervennootschap zelf

al het geconsolideerd jaarverslag opmaakt, laat controleren maar ook neerlegt en dus openbaar

maakt.147

De dochtervennootschap zal wel nog aan de volgende voorwaarden moeten voldoen

voor ze de vrijstelling verkrijgt.

De eerste voorwaarde is dat de beslissing tot aanneming van de vrijstelling op de algemene

vergadering (AV) moet gebeuren. Deze goedkeuring zal kan enkel geschieden indien het aantal

voorstemmen “negen tiende vertegenwoordigt van de stemmen verbonden aan het geheel van de

effecten of, indien de betrokken vennootschap niet de rechtsvorm heeft van een naamloze

vennootschap, (van een Europese vennootschap) of van een commanditaire vennootschap op

aandelen, door een aantal stemmen dat acht tienden vertegenwoordigt van het aantal stemmen

verbonden aan het geheel van de stemrechten der vennoten.”148

Deze beslissing zal telkens maar

voor maximaal 2 boekjaren geldig zijn.149

142

Art.119 eerste lid Wetboek Vennootschappen 143

Art.112 Wetboek Vennootschappen 144

Art.114 Wetboek Vennootschappen 145

Art.110 eerste lid Wetboek Vennootschappen 146

Art.110 tweede lid Wetboek Vennootschappen 147

Art.113 §1 Wetboek Vennootschappen 148

Art.113 §2 1° Wetboek Vennootschappen 149

Art.113 §2 Wetboek Vennootschappen

Page 55: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

43

De tweede voorwaarde heeft betrekking op welke vennootschappen in de consolidatie van de

moedervennootschap moeten zijn opgenomen. Zowel de dochtervennootschap, die de vrijstelling

wil aanspreken, als alle andere dochtervennootschappen van deze dochtervennootschap zullen in

de consolidatie van de rapporterende moedervennootschap moeten zijn opgenomen.150

De derde en voorlaatste voorwaarde bevat 4 aspecten nl.:

Het geconsolideerd jaarverslag moet samen met het controleverslag en de inlichtingen

binnen de 2 maanden na de AV en uiterlijk 7 maanden na de afsluiting van het

betreffende boekjaar bij de NBB neergelegd zijn.

Als tweede aspect moet het geconsolideerd jaarverslag vrij toegankelijk zijn voor

iedereen die dit wenst in te kijken op de zetel van de vrijgestelde vennootschap. De

geïnteresseerden moeten ook op aanvraag een volledig afschrift kunnen verkijgen en dit

zal kosteloos moeten gebeuren.

Daarnaast zal het geconsolideerd jaarverslag bij de vrijgestelde vennootschap

beschikbaar moeten zijn in de taal waarin de vrijgestelde vennootschap haar jaarrekening

openbaar maakt. Om hier aan te voldoen zal het geconsolideerd jaarverslag opgesteld of

desnoods vertaald worden in de taal van de vrijgestelde vennootschap.

Het vierde aspect geldt alleen voor moedervennootschappen. Een moedervennootschap

zal het geconsolideerd jaarverslag niet moeten openbaar maken zoals in de eerste 2

bolletjes van deze voorwaarde wanneer ze één van de volgende situaties toepast:

De moedervennootschap stelt het geconsolideerd jaarverslag ter beschikking aan

haar vennoten binnen de termijn en onder dezelfde voorwaarden die voor de

jaarrekening gelden en hierbij de voorwaarden uit art.100 §1 1° en art.101 tot

art.106 W. Venn. werden gerespecteerd.

Wanneer het geconsolideerd jaarverslag al openbaar werd gemaakt volgens het

eerste bolletje en in de talen of talen zoals beschreven in bolletje 3.

De laatste voorwaarde legt verplichtingen op wat betreft de opmaak en openbaarmaking van

het verslag. Hierbij kunnen er zich 2 situaties voordoen:

“Indien de moedervennootschap valt onder het recht van een lidstaat van de Europese

Unie, moeten haar geconsolideerde jaarrekening en haar jaarverslag over de

geconsolideerde jaarrekening worden opgesteld, gecontroleerd en openbaar gemaakt

overeenkomstig de voorschriften die deze lidstaat heeft uitgevaardigd met toepassing

van Richtlijn 2013/34/EU.”151

150

Art.113 §2 2° Wetboek Vennootschappen 151

Art.113 §2 3° a) Wetboek Vennootschappen

Page 56: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

44

“Indien de in § 1 bedoelde moedervennootschap niet valt onder het recht van een lidstaat

van de Europese Unie, dan worden haar geconsolideerde jaarrekening en haar jaarverslag

over de geconsolideerde jaarrekening opgesteld overeenkomstig voornoemde richtlijn

2013/34/EU dan wel op een gelijkwaardige wijze als de jaarrekeningen en jaarverslagen

die zijn opgesteld in overeenstemming met deze richtlijn of overeenkomstig de

internationale standaarden voor jaarrekeningen die op grond van Verordening (EG)

1606/2002 zijn opgesteld of op een wijze die hiermee gelijkwaardig is overeenkomstig de

Verordening 1569/2007. Deze geconsolideerde jaarrekening wordt gecontroleerd door

een persoon die krachtens het recht waaronder deze moedervennootschap valt, is

gemachtigd om de jaarrekening te certificeren”152

Naast deze 4 voorwaarden legt art.114 W. Venn. nog een extra voorwaarde op voor de

vrijstelling bij dochtervennootschappen. Deze extra voorwaarde verplicht alle vennootschappen

van de groep om geen aandelen uit te geven die nadien op een markt volgens art.4 W. Venn.

kunnen worden verhandeld.153

Is de groep een consortium dan moet het geconsolideerd jaarverslag door de verschillende

vennootschapen samen worden opgesteld aangezien volgens de wetgever de vennootschappen

gezamenlijk instaan voor deze rapporteringsverplichting.154

Een lid van een consortium zal wel voor een vrijstelling kunnen opteren als dit lid ook heeft

voldaan aan de voorwaarden die toebehoren aan de vrijstelling voor dochtervennootschappen.

Als de voorwaarden gecontroleerd worden, moet er wel in acht genomen worden dat het

geconsolideerd jaarverslag van de moedervennootschap moet vervangen worden door het

geconsolideerd jaarverslag van het consortium.155

Naast de gewone voorwaarden voor

dochtervennootschappen zal ook hier aan de extra voorwaarde voor dochtervennootschappen

moeten voldaan zijn.156

De inhoud van het geconsolideerd jaarverslag

Het geconsolideerd jaarverslag zal meer informatie geven over de geconsolideerde

jaarrekening.157

De wetgever heeft net zoals bij de vennootschappen ook hier een aantal

152

Art.113 §2 3° b) Wetboek Vennootschappen 153

Art.114 Wetboek Vennootschappen 154

Art.111 derde lid Wetboek Vennootschappen 155

Art.113 §4 Wetboek Vennootschappen 156

Art.114 Wetboek Vennootschappen 157

Art.119 eerste lid Wetboek Vennootschappen

Page 57: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

45

verplichte rapporteringen opgelegd. In totaal zijn er in dit jaarverslag 7 verplichte

informatierapporteringen.158

Deze verplichte onderdelen zijn ongewijzigd door de implementatie

van de Boekhoudrichtlijn en zullen dus voor reeds rapporterende vennootschappen van het

geconsolideerd jaarverslag geen invloed hebben.159

Ten eerste zal er over de geconsolideerde jaarrekening een overzicht moeten te vinden zijn dat

een getrouw beeld geeft over de ontwikkelingen en resultaten van het bedrijf met de positie van

de totale groep die in de geconsolideerde jaarrekening zit. Hierin zal er een volledige analyse

moeten gebeuren die betrekking heeft op de ontwikkelingen en resultaten van de

geconsolideerde groep samen met de voornaamste risico’s en onzekerheden. Indien het nodig is

zullen er verwijzingen moeten zijn naar de bedragen uit de geconsolideerde jaarrekening met

zelfs wat extra uitleg hieromtrent.160

Dit onderdeel zal gevolgd worden door een rapport waarin de belangrijkste gebeurtenissen die

plaats gevonden hebben na het afgesloten boekjaar worden opgesomd.161

Evenals de belangrijkste gebeurtenissen, moeten er ook inlichtingen verstrekt worden over de

omstandigheden die een serieuze invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de groep. Maar

dit zonder dat deze omstandigheden een ernstig nadeel kunnen geven aan 1 van de

vennootschappen die in de geconsolideerde groep zitten.162

Vervolgens zal de geconsolideerde groep rapporteren wat hun bedrijvigheid is op vlak van

onderzoek en ontwikkeling.163

Het vijfde element houdt een rapportering in over de gebruikte financiële instrumenten door de

vennootschap. Als deze instrumenten betekenis hebben voor de bepaling en beoordeling van de

balans, financiële positie en het resultaat zullen er 2 zaken moeten gerapporteerd worden. Als

eerste zullen de doelstellingen die de vennootschap nastreeft en het beleid dat ze voert voor de

beheersing van de risico’s moeten toegelicht worden. Hiernaast moeten ook de gelopen risico’s

i.v.m. prijs, liquiditeit, krediet en kasstromen in kaart gebracht worden.164

Als de consoliderende groep een auditcomité moet aanstellen zal er in het jaarverslag een

verantwoording moeten afgelegd worden van de onafhankelijkheid en deskundigheid van

minstens 1 lid van dit auditcomité op vlak van de boekhouding en de audit.165

158

Art.119 Wetboek Vennootschappen 159

Art.119 Wetboek Vennootschappen 160

Art.119 tweede lid 1° Wetboek Vennootschappen 161

Art.119 tweede lid 2° Wetboek Vennootschappen 162

Art.119 tweede lid 3° Wetboek Vennootschappen 163

Art.119 tweede lid 4° Wetboek Vennootschappen 164

Art.119 tweede lid 5° Wetboek Vennootschappen 165

Art.119 tweede lid 6° Wetboek Vennootschappen

Page 58: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

46

Tot slot zal het geconsolideerd jaarverslag afsluiten met een omschrijving wat de interne

controle- en risicobeheerssystemen betreffen bij de opstelling van de geconsolideerde

jaarrekening van de verbonden vennootschappen. Hierover moeten de belangrijkste kenmerken

meegedeeld worden. Dit is wel enkel een verplichting vanaf er 1 vennootschap in de

consoliderende groep zit die genoteerd is met aandelen op een markt zoals bedoeld in art.4 W.

Venn.166

De wetgever geeft na de omschrijving van alle elementen de consoliderende vennootschap de

keuze aan de vennootschappen om het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening te

combineren met hun eigen jaarverslag. Indien er voor deze optie gekozen wordt, moeten de

verplichte elementen wel telkens apart gerapporteerd worden voor de consolidatie en de

vennootschap zelf. Hierbij geeft de wetgever ook nog aan dat de component rond de interne

controle- en risicobeheerssystemen moet opgenomen worden in het verslag inzake deugdelijk

bestuur als er voor een gecombineerde rapportering wordt geopteerd.167

3.4 Jaarrekening

Elke vennootschap is verplicht om elk jaar de jaarrekening op te stellen en te rapporteren. Hun

jaarrekening zal altijd uit 3 delen moeten omvatten die een geheel vormen namelijk: de balans,

de resultatenrekening en de toelichting.168

De bedragen binnen deze 3 onderdelen moeten altijd

in euro gerapporteerd worden.169

Daarnaast verplicht de Belgische wetgever dat deze

jaarrekening telkens een getrouw beeld moet tonen van de vennootschap en dit meer specifiek op

het vlak van het vermogen, de financiële positie en het resultaat voor het boekjaar.170

Maar welke info wordt in welk onderdeel weergegeven? De balans zal rapporteren welke

bezittingen, rechten, schulden, verplichtingen en eigen middelen de vennootschap heeft op de

dag van de afsluiting van het boekjaar. De aard en bedrag zal per gegeven hierin moeten worden

meegedeeld.171

Binnen de balans zal er ook een beeld gegeven worden van de beslissingen die

genomen zijn met betrekking tot het overgedragen saldo en het resultaat van de

166

Art.119 tweede lid 7° Wetboek Vennootschappen 167

Art.119 derde lid Wetboek Vennootschappen 168

Art.92 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen ; art.22 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 169

Art.22 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 170

Art.24 eerste lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 171

Art.25 §1 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 59: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

47

resultatenrekening. Hierdoor zal de balans pas opgesteld worden na toewijzing van het

resultaat.172

De resultatenrekening zal daarnaast ook een beeld geven van de kosten en opbrengsten op datum

van afsluiting waarbij telkens de aard en bedrag per kost en opbrengst wordt vermeld.173

Tot slot zal de toelichting extra informatie meedelen en bepaalde gegevens toelichten. Hierbij zal

per soort de rechten en verplichtingen die niet in de balans staan vermeld worden. Deze rechten

en verplichtingen worden vermeld indien ze het vermogen, financiële positie of resultaat

beïnvloeden. Indien er ook bepaalde rechten en verplichtingen niet in cijfers kunnen worden

gerapporteerd, zullen deze in de toelichting moeten worden vermeld.174

Deze 3 onderdelen kunnen wel volgens een verschillend schema gerapporteerd worden. Er

bestaan 3 schema’s voor de rapportering van de jaarrekening voor individuele vennootschappen

individueel175

:

Volledig schema

Verkort schema

Microschema. Dit schema is een nieuw schema door de implementatie van de

Boekhoudrichtlijn vanaf 9 januari 2016.176

Ook voor de groepen die geconsolideerd moeten rapporteren is er een geconsolideerd schema

door de wetgever opgesteld.177

In de volgende onderverdeling zullen de 3 schema’s voor vennootschappen individueel samen

behandeld worden onder 3.4.1 Volledig, verkort en microschema. Het geconsolideerd schema zal

apart bestudeerd worden binnen 3.4.2 Geconsolideerd schema.

172

Art.26 §1 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 173

Art.25 §1 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 174

Art.25 §3 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 175

Afdeling II: volledige jaarrekening, afdeling III: jaarrekening in verkorte vorm en afdeling III/1: microschema

van de jaarrekening uit KB tot uitvoering van Wetboek Vennootschappen 176

Art.10 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80372 177

Titel II: geconsolideerde jaarrekening uit KB tot uitvoering van Wetboek Vennootschappen

Page 60: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

48

3.4.1 Volledig, verkort en microschema

Welk schema moet een vennootschap individueel toepassen? Nadat er vastgesteld is dat er binnen de jaarrekening voor vennootschappen 3 mogelijke te

rapporteren schema’s bestaan, is het tijd om te bestuderen wie welk schema moet openbaar

maken en moet indienen

Eerst moet er worden nagegaan of alle ondernemingen verplicht zijn om hun jaarrekening

openbaar te maken en neer te leggen bij de NBB. Binnen de vennootschappen zijn er bepaalde

vormen die door de wetgever wel of niet verplicht worden om hun jaarrekening openbaar te

maken.178

Om een duidelijke weergave te geven rond deze materie, is er in onderstaande tabel

een overzicht terug te vinden met de ondernemingen die hun jaarrekening wel of niet moeten

openbaar maken.

Welk standpunt omtrent

jaarrekening

Soort onderneming Volgens welk artikel

Moet ALTIJD jaarrekening

openbaar maken Belgische venn.

Buitenlandse venn. met bijkantoren in

België. (deze hebben eigen opbrengst

door verkoop of dienstverlening)

Beleggingsondernemingen

Vennootschappen die verzekeringen

en herverzekeringen als core business

hebben

Vereffeningsinstellingen of

instellingen die door de wet

gelijkgesteld zijn aan

vereffeningsinstellingen

Financiële instellingen volgens wet 25

april 2014

Art.92 §1 W. Venn.

Art.92 §2 W. Venn.

Art.97 W. Venn.

Art.97 W. Venn.

Art.97 W. Venn.

Art.97 W. Venn.

Moeten GEEN

jaarrekening openbaar

maken

Kleine venn. die volgende vormen

hebben aangenomen :

VOF

GCV

CVOA waarbij alle onbeperkt

aansprakelijke vennoten natuurlijke

personen zijn

Art.97 1° en 2° W.

Venn.

Tabel 12: Wie moet een jaarrekening rapporteren 179

Nu uitgeklaard is welke soorten ondernemingen hun jaarrekening moeten openbaar maken, kan

er overgaan worden naar de bespreking van de schema’s. Welk schema kan door welke

ondernemingsvorm toegepast worden, is hier de vraag. Op basis van de artikelen 92,93 en 93/1

178

Art.92 en 97 Wetboek Vennootschappen 179

Eigen werk op basis van art.92 en art/97 W. Venn. ; art.14 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p17

Page 61: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

49

uit het Wetboek Vennootschappen als art.82 uit het KB tot uitvoering van het wetboek

vennootschappen kan de volgende opsomming gemaakt worden over welke vennootschappen

welk schema mogen rapporteren.

Welk schema Welke vennootschappen Volgens welke bepaling

Volledig ALTIJD VOLLEDIG RAPPORTEREN indien venn. voldoet aan 1 van de volgende situaties:

Genoteerde venn.

“Venn. die als voorwerp een onderneming van hypothecair krediet hebben”180

Art.93 2e lid 2° en art.82 §2 en §2/1 KB W. Venn. Art.93 3e lid 2° en art.93/1 3e lid 2° W. Venn.

Verkort Niet-genoteerde kleine venn.

VOF en GCV waarbij omzet (zonder btw) een bepaald bedrag niet overschrijdt

Art.82 §2 KB W. Venn. Art.93 2e lid W. Venn.

Micro Niet-genoteerde micro venn.

VOF en GCV waarbij de omzet (zonder btw) een bepaald bedrag niet overschrijdt

Art.82 §2/1 KB W. Venn. Art.93/1 2e lid W. Venn.

Tabel 13: Welk schema moet door welke vennootschapsvorm toegepast worden 181

Voor vereffeningsinstellingen en hiermee gelijkgestelde instellingen, beleggingsondernemingen,

financiële instellingen en verzekeringsondernemingen geldt er een aparte wetgeving waardoor ze

niet onder het Wetboek Vennootschappen worden behandeld binnen de jaarrekening.182

Omdat

deze zaken te gedetailleerd worden met aparte wetgevingen per vennootschapsvorm, wordt dit

niet tot op detail behandeld. Deze vormen zullen wel hun jaarrekening openbaar moeten maken

bij de NBB maar volgens welk schema is terug te vinden in hun eigen wetgeving.

Veranderingen sinds de implementatie

De grootste verandering binnen de jaarrekening door de implementatie is de toevoeging van het

nieuwe microschema. Dit schema wordt ingevoerd naar aanleiding van de creatie van de

categorie microvennootschappen. De vennootschappen die dus voldoen aan de criteria van de

microvennootschap zullen het volledig nieuwe schema omtrent de jaarrekening moeten

opstellen.183

180

Art.93 derde lid 2° en art.93/1 derde lid 2° Wetboek Vennootschappen 181

Eigen werk op basis van art.93 Wetboek Vennootschappen 182

Art.92, 93 en 93/1 Wetboek Vennootschappen 183

Art.28 KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80390

Page 62: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

50

Resultatenrekening Een eerste grote aanpassing dat België van Europa moest invoeren binnen de resultatenrekening

is de verdwijning van de uitzonderlijke opbrengsten en uitzonderlijke kosten.184

Deze zullen

vanaf boekjaar 2016 bij de onderverdelingen bedrijfskosten en opbrengsten en de financiële

kosten en opbrengsten worden geplaatst in alle schema’s afhankelijk van de aard van deze

vroegere uitzonderlijke kosten en opbrengsten. Bij beide onderverdelingen zullen deze kosten

onder niet-recurrente kosten terug te vinden zijn en de opbrengsten onder de post niet-recurrente

opbrengsten.185

Naast deze aanpassing moet binnen de resultaatverwerking van de resultatenrekening de over te

dragen winst en het over te dragen verlies op een aparte lijn worden voorgesteld. Dit zal zo zijn

bij alle schema’s en is doorgevoerd om de leesbaarheid van de resultatenrekening te verbeteren.

Hierbij moet er ook een aparte vermelding binnen de resultaatverwerking worden gemaakt van

de winst die naar de wn’s zal vloeien.186

Bij de resultatenrekening van het verkort schema zal er een extra rubriek worden toegevoegd

onder de financiële opbrengsten. Deze rubriek zal III.A. kapitaal en intrestsubsidies heten. De

wetgever besliste om deze rubriek in te voeren doordat de informatie hieromtrent niet meer in de

toelichting mag worden opgenomen volgens Richtlijn 2013/34/EU. De Richtlijn laat wel toe om

een verdere opsplitsing van de resultatenrekening door te voeren dan Richtlijn 2013/34/EU

voorziet.187

Balans Ook binnen de balans van de jaarrekening zijn er een aantal veranderingen doorgevoerd door de

implementatie van Richtlijn 2013/34/EU. Deze veranderingen gaan hier over wijzigingen of

uitdiepingen van balansposten. De balanspost oprichtingskosten moet door art.12.11 van

Richtlijn 2013/34/EU van plaats veranderen. De Richtlijn verbiedt namelijk dat

oprichtingskosten onder de rubriek vaste activa werden ondergebracht maar biedt wel 2 opties

184

Art.23 tweede lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80386 185

Art.23 tweede lid en art.26 vierde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30

december 2015, p80386 en 80389 186

Art.23 derde lid en art.26 vierde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU , BS 30

december 2015, p80386 en 80389 187

Art.26 derde lid en art.30 derde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30

december 2015, p80389 en 80391

Page 63: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

51

aan. De Belgische wetgever heeft gekozen om de oprichtingskosten op de balans voor de vaste

activa te plaatsen.188

Daarnaast onderging de rubriek voorzieningen een aantal veranderingen. In het volledig schema

is door de wetgever een vierde situatie gecreëerd waarbij een voorziening moet worden

aangelegd. Deze extra situatie is er om kosten van milieuverplichtingen te dekken.189

Bij het

verkort schema bevat de rubriek VII.A. Voorzieningen voor risico’s en kosten sinds de

implementatie van de Boekhoudrichtlijn 5 nieuwe subrubrieken. Deze rubrieken zijn ingevoerd

doordat deze informatie eerst in de toelichting van het verkort schema vermeld stond maar dit

door Richtlijn 2013/34/EU verboden wordt.190

Toelichting De toelichting binnen de schema’s ondergaat 4 aanpassingen. Als eerste zal de toelichting soms

een extra vermelding krijgen. Deze vermelding moet toegevoegd worden indien een passief- of

actiefbestanddeel onder meerdere rubrieken binnen de balans kan worden opgenomen. Hierbij

zal de onderneming het bestanddeel onder 1 rubriek moeten plaatsen maar in de toelichting een

verband moeten leggen met de andere rubrieken.191

Daarnaast zal er in elk schema geen sociale balans meer terug te vinden zijn in de toelichting.

Deze zal vanaf het boekjaar 2016 als een aparte rapportering moeten worden opgesteld.192

Waarom dit zo is en wat voor gevolgen dit heeft, wordt onder 3.8 Sociale balans geëxpliceerd.

Ten derde zullen de veranderingen aan de jaarrekening, die doorgevoerd worden doordat er

anders geen getrouw beeld meer wordt weergegeven van de vennootschap, moeten toegelicht en

verantwoord worden binnen de waarderingsregels van de toelichting.193

De laatste aanpassing vond plaats binnen de onderdelen van de toelichtingen. Bepaalde

onderdelen werden uitgebreid of aangepast doordat de Richtlijn bepaalde eisen oplegde.194

188

Art.22 en art.25 tweede lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december

2015, p80386 en 80389 189

Art.22 derde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80386 190

Art.25 derde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80389 191

Art.84 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen ; art.20 KB 18 december 2015 tot omzetting van

Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80386 192

Art.16 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p152 ; art.16

tweede lid Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p18 193

Art.21 KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80386 194

Art.24 en 27 KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80387-

80390

Page 64: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

52

Rubrieken waarbinnen veranderingen zijn doorgevoerd zullen met een (*) aangeduid worden

binnen de inhoud van de toelichting in tabel 15.

Inhoud balans, resultatenrekening en toelichtingen na de implementatie Richtlijn

Nu de grote krijtlijnen van de veranderingen binnen de jaarrekening zijn toegelicht, kan er een

overzicht gegeven worden hoe de structuur van de onderdelen binnen de jaarrekening eruit ziet.

In de volgende tabellen wordt er een overzicht gegeven per onderdeel voor zowel het volledig-,

verkort- als microschema.

De structuur van de balans is gebaseerd op het art.88 voor het volledig schema, art.92 voor het

verkort schema en art.94/1 voor het microschema van het KB tot uitvoering van het wetboek

vennootschappen. De structuren met alle onderverdelingen per balansrubriek kunnen

geraadpleegd worden in bijlagen III, IV en V. Omdat de uitleg per balansrubriek deze

masterproef te veel zou doen afdwalen van zijn doel wordt er hiervoor doorverwezen naar art.95

van het KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen.

De opmaak van de resultatenrekening volgens de drie schema’s vindt zijn voorbeeld in art.88

(volledig schema), art.93 (verkort schema) en art.94/2 (microschema) van het KB tot uitvoering

van het wetboek vennootschappen. Ook hier is structuur met diepere uitwerking per rubriek

telkens toegevoegd als bijlage. Hierbij gaat het over bijlagen VII,VIII en IX. De uitleg per

resultatenrekeningrubriek is terug te vinden in art. 96 van het KB tot uitvoering van het wetboek

vennootschappen.

Page 65: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

53

BALANS

Volledig schema Verkort schema Microschema

Activa

I. Oprichtingskosten (*)

Vaste activa

II. Immateriële vaste activa

III. Materiële vaste activa

IV. Financiële vaste activa (°)

Vlottende activa

V. Vorderingen op meer dan 1 jaar

VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering (°)

VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar

VIII. Geldbeleggingen (°)

IX. Liquide middelen

X. Overlopende rekeningen

Passiva

Eigen vermogen

I. Kapitaal

II. Uitgiftepremies

III. Herwaarderingsmeerwaarden

IV. Reserves

V. Overgedragen winst (verlies)

VI. Kapitaalsubsidies

VI bis. Voorschot aan de vennoten op de verdeling

van het netto-actief

Voorzieningen

VII. A. Voorzieningen voor risico’s en kosten (*)

B. Uitgestelde belastingen

Schulden

VIII. Schulden op meer dan 1 jaar (°)

IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar

X. Overlopende rekeningen

Activa

I. Oprichtingskosten (*)

Vaste activa

II. Immateriële vaste activa

III. Materiële vaste activa

IV. Financiële vaste activa (°)

Vlottende activa

V. Vorderingen op meer dan 1 jaar

VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering (°)

VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar

VIII. Geldbeleggingen (°)

IX. Liquide middelen

X. Overlopende rekeningen

Passiva

Eigen vermogen

I. Kapitaal

II. Uitgiftepremies

III. Herwaarderingsmeerwaarden

IV. Reserves

V. Overgedragen winst (verlies)

VI. Kapitaalsubsidies

VI bis. Voorschot aan de vennoten op de verdeling

van het netto-actief

Voorzieningen

VII. A. voorzieningen voor risico’s en kosten (*)

B. Uitgestelde belastingen

Schulden

VIII. Schulden op meer dan 1 jaar (°)

IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar

X. Overlopende rekeningen

Activa

I. Oprichtingskosten

Vaste activa

II. Immateriële vaste activa

III. Materiële vaste activa

IV. Financiële vaste activa (°)

Vlottende activa

V. Vorderingen op meer dan 1 jaar

VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering (°)

VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar

VIII. Geldbeleggingen

IX. Liquide middelen

X. Overlopende rekeningen

Passiva

Eigen vermogen

I. Kapitaal

II. Uitgiftepremies

III. Herwaarderingsmeerwaarden

IV. Reserves

V. Overgedragen winst (verlies)

VI. Kapitaalsubsidies

VI bis. Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het

netto-actief

Voorzieningen

VII. A. Voorzieningen voor risico’s en kosten

B. Uitgestelde belastingen

Schulden

VIII. Schulden op meer dan 1 jaar (°)

IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar

X. Overlopende rekeningen

*: veranderd door implementatie Boekhoudrichtlijn

°: diepte van onderverdeling verschilt tussen het volledig schema en het verkort en microschema

Tabel 14: Opmaak balans volgens volledig, verkort en micro schema 195

195

Eigen werk op basis van art.88, 92 en 94/1 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen art.24 en 27 KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn

2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80387-80390

Page 66: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

54

RESULTATENREKENING

Volledig schema Verkort schema Microschema I. Bedrijfsopbrengsten

II. Bedrijfskosten

III. Bedrijfswinst (bedrijfsverlies)

IV. Financiële opbrengsten

V. Financiële kosten

VI. Winst (verlies) van het boekjaar voor belastingen

VII. A. onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen

B. Overboekingen naar de uitgestelde belastingen

VIII. Belastingen op het resultaat

IX. Winst (verlies) van het boekjaar

X. A. Onttrekkingen aan de belastingvrije reserves

B. Overboekingen naar de belastingvrije reserves

XI. Te bestemmen winst (verlies ) van het boekjaar

Resultaatverwerking

A. Te bestemmen winst (verlies)

B. Onttrekking aan het EV

C. Toevoeging aan het EV

D. Over te dragen resultaat (*)

E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies

F. Uit te keren winst

1. Vergoeding van het kapitaal (°)

2. Bestuurders of zaakvoerders (°)

3. Werknemers (*)

4. Andere rechthebbenden (°)

I. Brutomarge

II. Bedrijfswinst (bedrijfsverlies)

III. Financiële opbrengsten

IV. Financiële kosten

V. Winst (verlies) van het boekjaar voor

belastingen

VI. A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen

B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen

VII. Belastingen op het resultaat

VIII. Winst (verlies) van het boekjaar

IX. A. Onttrekking aan de belastingvrije reserves

B. Overboeking naar de belastingvrije reserves

X. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar

Resultaatverwerking

A. Te bestemmen winst (verlies)

B. Onttrekking aan het EV

C. Toevoeging aan het EV

D. Over te dragen resultaat

E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies

F. Uit te keren winst

1. Vergoeding van het kapitaal (°)

2. Beheerders of zaakvoerders (°)

3. Werknemers (*)

4. Andere rechthebbenden (°)

I. Brutomarge

II. Bedrijfswinst (bedrijfsverlies)

III. Financiële opbrengsten

IV. Financiële kosten

V. Winst (verlies) van het boekjaar voor

belastingen

VI. A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen

B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen

VII. Belastingen op het resultaat

VIII. Winst (verlies) van het boekjaar

IX. A. Onttrekking aan de belastingvrije reserves

B. Overboeking naar de belastingvrije reserves

X. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar

Resultaatverwerking

A. Te bestemmen winst (verlies)

B. Onttrekking aan het EV

C. Toevoeging aan het EV

D. Over te dragen resultaat

E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies

F. Uit te keren winst

1. Vergoeding van het kapitaal (°)

2. Beheerders of zaakvoerders (°)

3. Werknemers (*)

4. Andere rechthebbenden (°)

(*): Aanpassing door implementatie Richtlijn 2013/34/EU.

(°): Dit moet enkel vermeld worden door venn. met beperkte aansprakelijkheid volgens het Belgisch recht

Tabel 15: Opmaak resultatenrekening volgens volledig, verkort en microschema 196

196

Eigen werk op basis van art.88, 93 en 94/2 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 67: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

55

Binnen de toelichting zijn er toch grotere verschillen op te merken wat betreft de algemene

structuur van de toelichting per schema.

De toelichting die het volledig schema toehoort, zal maar liefst 22 onderdelen bevatten. Hierbij

zullen er veel onderdelen aangepast zijn door het invoeren van Richtlijn 2013/34/EU. De

onderdelen die aanpassingen ondergingen zullen een (*) achter de omschrijving hebben staan in

tabel 15 zoals reeds was vermeld.

De toelichting van het verkort schema bevat na de implementatie van de Richtlijn nog 10

onderdelen. Dit is het gevolg van de schrapping van de lijst van ondernemingen waar een kleine

vennootschap een deelneming in aanhoudt en de staat met betrekking tot de rubriek

voorzieningen voor risico’s en kosten.197

De toelichting die microvennootschappen volgens het microschema moeten opstellen, bestaat

maar uit 5 onderdelen. Drie van deze onderdelen werden verplicht opgelegd door art.36.1 b) van

Richtlijn 2013/34/EU en de andere twee werden door de Belgische wetgever opgelegd. De

onderdelen I en II nl. samenvatting van de waarderingsregels en staat van de activa zijn door de

regering opgelegd. De andere 3 rubrieken werden verplicht te rapporteren door Richtlijn

2013/34/EU.198

In onderstaande tabel zijn de verplicht op te nemen onderdelen van de toelichting per schema

visueel weergegeven.

De opmaak van de toelichting volgens de drie schema’s vindt zijn oorsprong in art.91 (volledig

schema), art.94 (verkort schema) en art.94/3 (microschema) van het KB tot uitvoering van het

wetboek vennootschappen. De uitleg en inhoud van de vermeldingen in de toelichting is terug te

vinden in art. 97 van het KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen.

197

Art.27 vijfde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80390 198

Art.36.1 b) Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p49 ; art.28 KB 18

december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80390

Page 68: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

56

TOELICHTING

Volledig schema Verkort schema Microschema

I. Staat van oprichtingskosten

II. Staat van immateriële vaste activa (*)

III. Staat van materiële vaste activa

IV. Staat van financiële vaste activa

V. Lijst van ondernemingen waarin de venn. een

deelneming bezit + lijst van ondernemingen

waarvoor de venn. onbeperkt aansprakelijk is

in de hoedanigheid van onbeperkt

aansprakelijke vennoot of lid (*)

VI. Overige gelbeleggingen onder

gelbeleggingen uitsplitsen (*)

VII. Overlopende rekeningen activa uitsplitsen

indien er een belangrijk bedrag er in

voorkomt

VIII. Staat met betrekking tot het kapitaal en

aandeelhoudersstructuur (*)

IX. Voorzieningen voor risico’s en kosten

X. Staat van schulden

XI. Overlopende rekeningen passiva uitsplitsen

indien er een belangrijk bedrag in voorkomt

XII. Gegevens over de bedrijfsresultaten van

boekjaar en vorige boekjaar

XIII. Gegevens over financiële resultaten van

boekjaar en vorige boekjaar

XIV. Gegevens niet-recurrente resultaten (*)

XV. Gegevens over belastingen op het resultaat

XVI. Bedrag voor dit en vorig boekjaar van andere

taksen en belastingen ten laste van derden

XVII. Niet in de balans opgenomen rechten en

verplichtingen (*)

I. Staat van vaste activa

II. Staat met betrekking tot het kapitaal (*)

III. Staat van de schulden (*)

IV. Gegevens met betrekking tot personeel

en personeelskosten (*)

V. Gegevens over de resultaten van het

boekjaar en de vorige boekjaren (*)

VI. De niet in de balans opgenomen rechten

en verplichtingen (*)

VII. Aard en zakelijk doel van buitenbalans

regelingen

VIII. De toegestane waarborgen in het

voordeel van verbonden of

geassocieerde onderneming of andere

betekenisvolle verplichtingen die

aangegaan zijn in het voordeel van

verbonden of geassocieerde

onderneming

IX. Informatie over de bestuurders en

zaakvoerders aangevuld met info over

de commissaris en de personen (*)

waarmee hij verbonden is

X. Transacties buiten normale

marktvoorwaarden (*)

I. Samenvatting van de waarderingsregels

II. Staat van vaste activa

III. Niet in de balans opgenomen rechten en

plichten

IV. Bedrag van de aan de leden van de

leidinggevende, de toezichthoudende of de

bestuursorganen verleende voorschotten en

kredieten

V. Aantal eigen aandelen dat door de venn.

zelf en haar dochterondernemingen wordt

aangehouden + kapitaalbedrag dat hierdoor

vertegenwoordigd is.

Page 69: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

57

XVII bis. Aard en zakelijk doel van buitenbalans

regelingen (*)

XVIII. Staat over betrekkingen met verbonden

ondernemingen, geassocieerde

ondernemingen en ondernemingen waarmee

een deelnemingsverhouding bestaat (*)

XVIII bis. Transacties met verbonden partijen buiten

normale marktvoorwaarden (*)

XIX. Financiële betrekkingen met bestuurders,

zaakvoerders en commissarissen (*)

XX. Gegevens over niet-gebruik van de

waarderingsmethode op basis van de reële

waarde (*)

(*): aanpassingen gebeurd in deze onderdelen door de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU Tabel 16: Onderdelen in de toelichtingen van de 3 schema's 199

199

Eigen werk op basis van art.91, 94, 94/3 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 70: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

58

3.4.2 Geconsolideerd schema In de geconsolideerde jaarrekening van een groep zal voor deze groep het vermogen, financiële

positie en natuurlijk het resultaat van het afgesloten boekjaar opgemaakt en weergegeven worden

net als deze groep 1 vennootschap zou zijn.200

Welke vennootschappen worden hiertoe verplicht of vrijgesteld

Voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening zijn er heel wat wetten die bepaalde

vennootschappen verplichten een geconsolideerde jaarrekening te rapporteren of net vrijstellen

van deze verplichting.

Elke moedervennootschap is verplicht de geconsolideerde jaarrekening op te stellen indien ze 1

of meerdere dochtervennootschappen controleert. De moeder zal deze verplichting alleen kunnen

ontwijken indien de betekenis van elke dochter apart maar ook allemaal samen te verwaarlozen

is in het geconsolideerd geheel.201

Hiernaast is er een vrijstellingsmogelijkheid voor de dochtervennootschappen in een groep die

de geconsolideerde jaarrekening moet opstellen. De dochtervennootschap zal deze vrijstelling

niet zomaar kunnen inroepen maar zal aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen als bij de

vrijstelling van het jaarverslag. Alleen zal hier telkens het woord jaarverslag worden aangepast

naar jaarrekening.202

De rapporteringsverplichting voor moedervennootschappen en de vrijstellingsmogelijkheid voor

dochtervennootschappen, mogen genegeerd worden indien de vennootschappen lid zijn van een

groep van beperkte omvang waar geen enkele vennootschap aandelen heeft uitgegeven die

mogen verhandeld worden op een in art.4 W. Venn. bedoelde markt.203

Als laatste is er ook art.111 W. Venn. dat bij een consortium alle vennootschappen als

consoliderende vennootschappen beschouwt. Hierdoor zullen alle leden van een consortium ook

samen moeten instaan voor de rapportering van de geconsolideerde jaarrekening. Deze

200

Art.133 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 201

Art.110 Wetboek Vennootschappen 202

Art.113 §1 en §2 Wetboek Vennootschappen 203

Art.112 en art.114 Wetboek Vennootschappen

Page 71: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

59

jaarrekening zal samengesteld worden op basis van de jaarrekeningen van de consoliderende

vennootschappen en hun dochtervennootschappen.204

Een lid van een consortium zal wel de vrijstelling zoals dochtervennootschappen kunnen

inroepen als het lid ook heeft voldaan aan de voorwaarden bij de vrijstelling voor

dochtervennootschappen. Deze voorwaarden staan geëxpliceerd bij 3.2.2 onder wie is er

verplicht te rapporteren en wie is er vrijgesteld. Hier moet wel telkens het geconsolideerd

jaarverslag van de moedervennootschap vervangen worden door de geconsolideerde jaarrekening

van het consortium.205

Net zoals bij het jaarverslag zal er ook moeten voldaan zijn aan de extra

voorwaarde die bij de voorwaarden voor dochtervennootschappen is geformuleerd.206

Wat houdt een geconsolideerde jaarrekening in

Om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen zal er op basis van de relatie tussen de

vennootschappen een andere consolidatiemethode moeten gebruikt worden. De wetgever

voorziet hierin 3 consolidatiemethoden nl. integrale consolidatie, evenredige consolidatie en

vermogensmutatiemethode.207

Maar de vraag is nu wanneer welke consolidatiemethode moet worden toegepast?

De integrale consolidatiemethode waarbij alle gegevens worden overgenomen van de

vennootschap voor de consolidatie moet worden toegepast bij dochterondernemingen waarover

de vennootschap de exclusieve volledige controle bezit.208

Indien de dochteronderneming een gemeenschappelijke dochteronderneming is, zal de

evenredige consolidatie worden toegepast.209

Bij deze methode worden alle gegevens die

betrekking hebben tot de balans en de resultatenrekening in acht genomen naar verhouding met

de rechten die de vennootschap en zijn dochterondernemingen, die in de consolidatie zijn

opgenomen, hebben in het kapitaal van de gemeenschappelijke dochteronderneming.210

Als laatste zal de vermogensmutatiemethode worden gehanteerd bij deelnemingen en

geassocieerde vennootschappen. Deze methode zal ook uitzonderlijk kunnen worden gebruikt

voor de gemeenschappelijke dochterondernemingen indien deze ondernemingen niet nauw

204

Art.111 Wetboek Vennootschappen 205

Art113 §4 Wetboek Vennootschappen 206

Art.114 Wetboek Vennootschappen 207

Art.134 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 208

Art.134 eerste lid 1°, art.136 en art.145 eerste lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 209

Art.134 eerste lid 2° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 210

Art.150 b) KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 72: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

60

geïntegreerd zijn in de vennootschap die over de gezamenlijke controle beschikt.211

Bij deze

methode wordt enkel het bedrag van het eigen vermogen (EV) plus het resultaat over het

boekjaar dat de deelneming van de vennootschap belichaamt.212

Geconsolideerde balans Ook binnen de geconsolideerde balans zijn de oprichtingskosten van plaats gewijzigd. Richtlijn

2013/34/EU legde ook voor de geconsolideerde balans twee mogelijke plaatsen op voor de

oprichtingskosten waarbij de Belgische wetgever gekozen heeft om de oprichtingskosten te

verplaatsen naar het begin van de actiefzijde van de balans. Hierdoor komen de

oprichtingskosten voor de vaste activa te staan.213

De structuur van de andere rubrieken in de geconsolideerde balans blijft ongewijzigd na de

implementatie van de Boekhoudrichtlijn. De volledige algemene structuur van de

geconsolideerde balans is visueel voorgesteld in tabel 17. De volledig uitgediepte structuur is

terug te vinden in bijlage VI. Indien er bepaalde rubrieken onduidelijk zijn, kunt u de uitleg

altijd in art.95 en art.167 van het KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

consulteren.

Geconsolideerde resultatenrekening Voor de geconsolideerde resultatenrekening werden er 2 veranderingen doorgevoerd om bij de

implementatie aan de voorwaarden van Richtlijn 2013/34/EU te voldoen.

De eerste verandering komt er door de verplichte afschaffing van de rubrieken uitzonderlijke

kosten en uitzonderlijke opbrengsten. Hierdoor zullen deze kosten en opbrengsten onder nieuwe

posten bij het bedrijfsresultaat en financieel resultaat moeten worden ondergebracht. Deze posten

zijn benoemd als niet-recurrente bedrijfsopbrengsten, niet-recurrente bedrijfskosten, niet-

recurrente financiële opbrengsten en niet-recurrente financiële kosten.214

De tweede verandering heeft betrekking op de activering van de kosten door onderzoek en

ontwikkeling. De Richtlijn verbiedt vennootschappen de kosten van onderzoek niet meer te

activeren op geconsolideerde basis. Hierdoor zal de rubriek kosten van onderzoek en

ontwikkeling veranderen van naam naar kosten van ontwikkeling.215

211

Art.134 eerste lid 3° en tweede lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 212

Art.151 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 213

Art.42 KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80393 214

Art.164 (6) KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen ; art.43 tweede lid KB 18 december 2015 tot

omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80394 215

Art.43 derde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80394

Page 73: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

61

In tabel 17 wordt ook het overzicht van de resultatenrekening weergegeven volgens de 2

manieren waaruit de consoliderende vennootschappen kunnen kiezen. De uitgebreide

geconsolideerde resultatenrekening is waarneembaar in bijlage X. Voor een diepere uitleg per

rubriek en post kunt u art.96 en art.167 van het KB tot uitvoering van het wetboek

vennootschappen raadplegen.

Geconsolideerde toelichting De vennootschappen die vrijgesteld zijn van de opmaak van een geconsolideerde jaarrekening

zullen wel nog een aantal vermeldingen moeten opnemen in hun toelichting. Dit is geïllustreerd

in tabel 18. De verdere explicatie van bepaalde rubrieken kan geraadpleegd worden in art.97 en

art.167 van het KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen.

De vennootschappen die wel verplicht zijn om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen

zullen ook in de geconsolideerde toelichting de veranderingen van de toelichting in het volledig

schema ondervinden. Deze veranderingen worden namelijk gewoon overgenomen in het

geconsolideerd schema van de toelichtingen.216

Deze veranderingen zijn meestal wijzigingen van termen binnen de toelichting. Doordat de

rubriek kosten van onderzoek en ontwikkeling in de resultatenrekening gewijzigd is, zal binnen

de toelichting de rubriek kosten van onderzoek en ontwikkeling ook veranderen van naam naar

kosten van ontwikkeling.217

Het uitzonderlijk resultaat zal verdwijnen en ondergebracht worden bij het bedrijfsresultaat en

het financieel resultaat. Het gevolg hiervan zal een wijziging zijn van terminologie binnen de

staat XIV die gegevens van het resultaat weergeeft.218

Door de implementatie zal er telkens gesproken worden over de reële waarde in plaats van de

waarde in het economisch verkeer. Er zal ook een vergelijkend schema moeten toegevoegd

worden dat de waarde, omvang en aard weergeeft van de gebruikte financieel afgeleide

instrumenten. Dit komt er doordat er soms verwarring kan zijn en het schema moet dus

duidelijkheid geven.219

216

Art.44 eerste lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80394 217

Art.44 derde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80394 218

Art.44 vierde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80394 219

Art.44 zesde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80394

Page 74: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

62

GECONSOLIDEERDE BALANS EN RESULTATENREKENING

Balans Resultatenrekening Activa

I. Oprichtingskosten

Vaste activa

II. Immateriële vaste activa

III. Consolidatieverschillen

IV. Materiële vaste activa

V. Financiële vaste activa

Vlottende activa

VI. Vorderingen op maar dan 1 jaar

VII. Voorraden en bestellingen in uitvoering

VIII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar

IX. Geldbeleggingen

X. Liquide middelen

XI. Overlopende rekeningen

Passiva

Eigen vermogen

I. Kapitaal

II. Uitgiftepremies

III. Herwaarderingsmeerwaarden

IV. Reserves

V. Consolidatieverschillen

VI. Omrekeningsverschillen

VII. Kapitaalsubsidies

Belangen van derden

VIII. Belangen van derden

Voorzieningen, uitgestelde belastingen en

belastinglatenties

IX. A. Voorzieningen voor risico’s en kosten

B. Uitgestelde belastingen en belastinglatenties

Schulden

X. Schulden op meer dan 1 jaar

XI. Schulden op ten hoogste 1 jaar

XII. Overlopende rekeningen

Volgens aard van de bedrijfsresultaten

I. Bedrijfsopbrengsten

II. Bedrijfskosten

III. Bedrijfswinst (bedrijfsverlies)

IV. Financiële opbrengsten

V. Financiële kosten

VI. Winst (verlies) van het boekjaar voor

belastingen

VII. A. Overboekingen naar uitgestelde belastingen

en belastinglatenties

B. Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen

en de belastinglatenties

VIII. Belastingen op het resultaat

IX. Winst (verlies)

X. Aandeel in het resultaat van de venn. waarop

vermogensmutatie is toegepast

XI. Geconsolideerde winst (verlies)

XII. Aandeel van derden in het resultaat

XIII. Aandeel van de groep in het resultaat

Volgens bestemming van de bedrijfsresultaten

I. Omzet

II. Kosten van verkopen

III. Marge van de omzet

IV. Commerciële kosten

V. Administratieve kosten

VI. Kosten van ontwikkeling

VII. Andere bedrijfsopbrengsten

VIII. Andere bedrijfskosten

IX. Bedrijfswinst (verlies)

X. Financiële opbrengsten

XI. Financiële kosten

XII. Winst (verlies) van het boekjaar voor belastingen

XIII. A. Overboeking naar de uitgestelde belastingen en de

belastinglatenties

B. Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen en de

belastinglatenties

XIV. Belastingen op het resultaat

XV. Winst (verlies)

XVI. Aandeel in het resultaat van venn. waarop

vermogensmutaties zijn toegepast

XVII. Geconsolideerde winst (verlies)

XVIII. Aandeel van derden in het resultaat

XIX. Aandeel van de groep in het resultaat

Tabel 17: Structuur balans en resultatenrekening op geconsolideerde basis 220

220

Eigen werk op basis van art.163 en 164 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 75: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

63

GECONSOLIDEERDE TOELICHTING

Voor vrijgestelde vennootschappen 221

Voor niet vrijgestelde vennootschappen

Vermelding gebruikmaking vrijstelling

Naam en zetel van de vennootschap die de

geconsolideerde jaarrekening opstelt en

openbaar maakt. Is dit een Belgische venn. dan

ook het ondernemingsnummer vermelden

Datum neerlegging van andere stukken die

neergelegd zijn

Motivering van de naleving van de

voorgeschreven voorwaarden

Extra verplichtingen die opgenomen moeten worden

Toelichting van het verband met andere posten

indien een bestanddeel tot 2 of meerdere

balansposten en resultatenrekeningposten kan

behoren.222

Motivatie wijzigingen in de indeling van de

geconsolideerde jaarrekening 223

Verplichte vermeldingen volgens art.165 KB tot uitvoering van het

wetboek vennootschappen

I. Criteria gehanteerd voor de consolidatiemethoden + gevallen

met afwijkingen en motivering hierbij.

II. Gegevens over dochtervennootschappen die volledig en niet

volledig zijn opgenomen in de consolidatie

III. Gegevens over gemeenschappelijke dochtervennootschappen

die volgens evenredige consolidatie werden opgenomen

IV. Gegevens omtrent ondernemingen die met de

vermogensmutatiemethode werden opgenomen

V. Gegevens van vennootschappen die opgenomen zijn in de

consolidatie maar niet in II,III of IV zijn opgenomen

VI. Gehanteerde criteria voor waardering van verschillende posten

VII. Staat van de oprichtingskosten

VIII. Staat van de immateriële vaste activa

IX. Staat van de materiële vaste activa

X. Staat van de financiële vaste activa

XI. Staat van de reserves en het overgedragen resultaat

XII. Staat van consolidatieverschillen en verschillen na toepassing

van de vermogensmutatiemethode

XIII. Staat van de schulden

XIV. Gegevens resultaat over boekjaar en vorige boekjaar

XV. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

XVI. Buitenbalans regelingen: aard en zakelijk doel

XVII. Gegevens omtrent bedragen, kredieten, voorschotten van de

venn. aan bestuurders en zaakvoerders

XVII bis. Transacties met verbonden partijen buiten normale

marktvoorwaarden

XVIII. Niet-gebruik van de waarderingsmethode op basis van de

waarde in het economisch verkeer Tabel 18: Inhoud toelichting op geconsolideerde basis 224

221

Art.113 §3 Wetboek Vennootschappen 222

Art.160 eerste lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 223

Art.162 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 224

Eigen werk gebaseerd op art. 165 en 166 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 76: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

64

3.5 Verslag betalingen aan de overheid

Dit verslag is zowel voor de vennootschappen als voor de groepen een volledig nieuwe

rapporteringsverplichting dat opgelegd werd door de Boekhoudrichtlijn.225

Deze verplichting

wordt opgelegd door hoofdstuk 10 van Richtlijn 2013/34/EU.226

De wetsartikelen omtrent dit verslag zijn door de Belgische wetgever geïmplementeerd in het W.

Venn. en in het KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen.227

In het W. Venn is het

toepassingsgebied voor dit verslag ingevoerd onder afdeling II/1: het verslag van betalingen aan

overheden en in het KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen is de inhoud voor dit

verslag uitgewerkt.228

Deze bepalingen zijn wettelijk van kracht sinds 9 januari 2016.229

Dit is

dus één van de onderdelen waarom deze masterproef voor vennootschappen een meerwaarde kan

betekenen.

Binnen dit onderdeel wordt in de wet een onderscheid gemaakt voor de rapportering van de

vennootschappen individueel en groepen.230

Om deze reden zal eerst de

rapporteringsverplichting voor vennootschappen behandeld worden en vervolgens de

verplichting voor groepen.

3.5.1 Verslag betalingen aan de overheid voor individuele vennootschappen

Wie moet hieraan voldoen en wie is hier vrijgesteld

De wet verplicht dat het verslag van betalingen aan de overheden door bepaalde

vennootschappen zal moeten worden gerapporteerd. Dit moet door de volgende opgesomde

vennootschappen altijd gebeuren.231

:

Vennootschappen die aan verzekeringen of herverzekeringen doen 232

225

Art.13 paragraaf 2 en 3 Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p16 226 Hoofdstuk 10 Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182, p52 ; Art.52

tweede lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80396 227

Art.52 tweede lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80396 228

Art.13 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80372-80373;

afdeling II/1: verslag van betalingen aan overheden Wetboek Vennootschappen ; art.52 tweede lid KB 18 december

2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80396 229

Art.13 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80372-80373 230

Afdeling II/1: het verslag van betalingen aan overheden en afdeling IV/1: geconsolideerd verslag van betalingen

aan overheden Wetboek Vennootschappen 231

Art.96/2 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 232

Art.92 §3 1° en art.96/2 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen

Page 77: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

65

“Vennootschappen die vallen onder de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het

toezicht op de kredietinstellingen, de NBB, het Herdisconterings- en Waarborginstituut en

de Deposito- en Consignatiekas”233

Beleggingsondernemingen die worden verstaan bij art 44 van de wet 6 april 1995234

Vereffeningsinstellingen dat kredietinstellingen zijn die niet in België gevestigd zijn en die

onder art.23 §1 van de wet 2 augustus 2002 behoren235

Instellingen die gelijk gesteld zijn met vereffeningsinstellingen door de Koning onder

art.23 §7 van de wet 2 augustus 2002236

Genoteerde vennootschappen die behoren tot de vorige 5 verplichte vennootschappen 237

Vennootschappen die bij de criteria in art.16/1 W. Venn. minstens 1 criterium

overschrijden en dit op enkelvoudige basis is berekend tenzij de vennootschap een

moedervennootschap is. Hierbij is er ook de voorwaarde dat deze vennootschap aan

houtkap van oerbossen doet of actief is in de winningsindustrie.238

Buiten de vennootschappen die altijd verplicht zijn worden er ook een aantal vennootschappen

van deze rapporteringsverplichting vrijgesteld. De volgende vormen van vennootschappen zullen

dus geen verslag van betalingen aan overheden moeten opstellen indien ze niet voldoen aan

art.92 §3 1°, 2°, 4° of 6° W. Venn., wat de eerste vijf opgesomde vennootschapsvormen zijn bij

de verplichte vennootschappen.

De volgende vennootschappen moeten zich helemaal niks aantrekken van het opstellen van een

verslag van betalingen aan overheden239

:

VOF, GCV en CVOA’s. Bij een CVOA is er wel een voorwaarde dat alle vennoten die

onbeperkt aansprakelijk zijn, natuurlijke personen zijn.

Economische samenwerkingsverbanden

Landbouwvennootschappen

Vennootschappen die dit verslag al reeds openbaar maken volgens de vereisten van een

derde land die overeenkomen met Richtlijn 2013/34/EU art.47.

Moeder- en dochtervennootschappen die aan de wetgeving van een lidstaat van de EU

gebonden zijn en volgende 2 voorwaarden vervullen. Ten eerste zal de

233

Art.92 §3 2° en art.96/2 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 234

Art.92 §3 4° en art.96/2 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 235

Art.92 §3 6° en art.96/2 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 236

Art.92 §3 6° en art.96/2 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 237

Art.96/2 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 238

Art.96/2 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 239

Art.96/2 §1 tweede lid Wetboek Vennootschappen

Page 78: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

66

moedervennootschap onder het recht van een lidstaat van de EU moeten vallen. De tweede

voorwaarde is dat het verslag van de betalingen aan de overheid van de bedoelde

vennootschap opgenomen moet zijn in de geconsolideerde verslaggeving van haar

moedervennootschap. Dit verslag moet opgesteld zijn volgens art.119/1 W. Venn. en staat

uitgelegd onder 3.4.2 geconsolideerd schema.

Wat moet er in het verslag staan

Nu duidelijk is welke vennootschappen wel of niet verplicht zijn om het verslag van betalingen

aan de overheden te rapporteren kan de inhoud van dit rapport specifieker worden uitgespit.

Het verslag moet voor de wetgever 3 verplichte aspecten bevatten. Als eerste moet telkens het

totaal bedrag van alle betalingen per overheid vermeld staan. Elk betaald bedrag in geld of in

natura zal geassocieerd worden met een betaling.240

In dit totaal bedrag zal er als tweede aspect nog een opsplitsing moeten worden gemaakt volgens

de soort betaling. Per soort betaling zal er dus ook een totaal bedrag zichtbaar moeten zijn. Er

worden 7 soorten betalingen van elkaar onderscheden241

:

royalty’s

dividenden

productierechten

belasting over de inkomsten, productie of winsten van de rapporterende vennootschap.

Hier mogen geen verbruiksbelastingen (btw), omzetbelastingen of inkomstenbelastingen

voor natuurlijke personen in meegeteld worden.

ondertekenings-, opsporings-, en productiebonussen

betalingen aan infrastructuurverbeteringen

licentierechten, huurprijzen, toetredingsgelden maar ook andere vergoedingen voor

licenties en concessies.

Als laatste is er nog een verplichting indien er betalingen uitgevoerd worden voor specifieke

projecten. Voor de projecten zal er telkens per soort betaling voor dit project een totaal bedrag

moeten worden gerapporteerd. Ook zal het totaal bedrag over alle soorten betalingen heen per

specifiek project terug te vinden zijn.242

240

Art.191/6 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 241

Art.191/5 3° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 242

Art.191/6 3° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 79: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

67

Naast de 3 verplicht op te nemen elementen legt de wetgever nog een aantal andere specifieke

regels op. Als eerste voorziet de wetgever een vrijstelling van rapportering indien het gaat om

een betaling, of een reeks van betalingen als deze samen horen, waarvan het bedrag minder dan

100 000 euro bedraagt.243

De tweede specifieke bepaling verklaart dat indien er betalingen gedaan zijn om aan

betalingsverplichtingen te voldoen op het niveau van een entiteit deze niet op niveau van een

project moeten worden gerapporteerd maar op niveau van de entiteit.244

Als laatste is er een regel omtrent de betalingen in natura. Deze moeten opgenomen worden in

het bedrag van de betalingen in waarde en in volume. In de toelichting zal de vennootschap dan

moeten expliceren hoe de waarde bepaald is.245

In tabel 19 wordt er een overzicht geschetst van de te rapporteren onderdelen. In deze tabel

wordt er een algemene structuur weergegeven. Voor meer details kan er naar de tekst

teruggegrepen worden.

243

Art.191/6 tweede lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 244

Art.191/6 derde lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 245

Art.191/6 vierde lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 80: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

68

VERSLAG VAN BETALINGEN AAN OVERHEDEN

WAT RAPPORTEREN UITSPLITSING GEGEVENS INDIEN NODIG

Totaal bedrag van alle betalingen aan de overheden

Totaal bedrag van betalingen opgesplitst volgens soort betaling Royalty’s

Dividenden

Productierechten

belastingen

Bonussen

Betalingen voor infrastructuurverbeteringen

Vergoedingen van licenties en concessies

Totaal bedrag van betalingen volgens project Per soort betaling het totaal bedrag

Totaal bedrag per project van alle soorten betalingen samen

Tabel 19: Overzicht rapporteringen binnen het verslag van betalingen aan overheden 246

246

Eigen werk op basis van art.191/5 en 191/6 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 81: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

69

3.5.2 Geconsolideerd verslag van betalingen aan de overheid

Wie moet aan deze verplichting voldoen

Er worden een aantal vennootschappen in het W. Venn. verplicht om het verslag volgens het

geconsolideerd schema op te stellen. Alle moedervennootschappen die verplicht zijn om een

geconsolideerde jaarrekening op te stellen en die ook actief zijn in de winningsindustrie of

houtkap van oerbossen, moeten als eersten het verslag van betalingen aan overheden volgens het

geconsolideerd schema opstellen.247

Als een dochtervennootschap actief is in de

winningsindustrie of de houtkap, zal haar moedervennootschap altijd aanzien worden als actieve

vennootschap in deze sectoren.248

Hiernaast geldt deze verplichting ook voor vennootschappen die geconsolideerd moeten

rapporteren doordat ze onderhevig zijn aan art.18 van het KB van 26 september 2005 dat gaat

over het statuut van de vereffeningsinstellingen en gelijkgestelden.

De derde groep die dit verslag geconsolideerd moeten opstellen zijn diegene die door het KB van

23 september 1992, dat betrekking heeft op de kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en

beheervennootschappen, gebonden zijn.249

Wat zijn de inhoudelijke vereisten van dit verslag

Het KB stelt duidelijk vast dat alle inhoudelijke regels voor het verslag van betalingen aan de

overheden moeten overgenomen worden van de rapportering voor vennootschappen.250

Als extra wordt er ook verplicht dat de informatie omtrent de betalingen in de winningsindustrie

of door het houtkappen van oerbossen ook in het geconsolideerd verslag moet worden

opgenomen.251

Hier wordt er nog 1 vrijstelling verleend om de bedragen van betalingen door een

dochtervennootschap niet te hoeven opnemen in dit verslag indien deze dochtervennootschap

geen deel uitmaakt van de consolidatiegroep door art.107 2° en 3° uit het KB tot uitvoering van

het wetboek vennootschappen.252

247

Art.119/1 Wetboek Vennootschappen 248

Art.191/7 eerste lid KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen 249

Art.119/1 Wetboek Vennootschappen 250

Art.191/7 eerste lid KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen 251

Art.191/7 derde lid KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen 252

Art.191/7 vierde lid KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen

Page 82: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

70

3.6 Verslag van commissarissen

Het verslag van de commissarissen is een schriftelijk verslag dat betrekking heeft op de

jaarrekening.253

De commissarissen zullen een neerslagwerk moeten opstellen dat voortkomt uit

de controle die ze uitvoeren op de financiële toestand van de vennootschap maar ook op de

jaarrekening en of hier alle wettelijke en statutaire verplichtingen bij de verrichtingen

gerespecteerd zijn.254

Om dit verslag wettelijk te maken, moet dit document altijd ondertekend

en gedagtekend worden door de commissarissen of de aangestelde bedrijfsrevisoren die de

controle uitvoeren.255

3.6.1 Verslag van commissarissen voor individuele vennootschappen

Welke vennootschappen moeten dit opmaken

Ook bij deze rapporteringsverplichting zijn er vennootschappen die een vrijstelling zullen

verkrijgen. Deze vrijstellingen waren al in werking voor de implementatie van de

Boekhoudrichtlijn, maar door de implementatie zijn bepaalde vennootschappen die vroeger een

vrijstelling hadden nu wel verplicht om een controle te laten doorvoeren en een verslag van

commissarissen neer te leggen.256

De volgende vennootschappen kunnen van de vrijstelling blijven genieten zolang ze niet aan

art.92 §3 1°, 2° of 6° W. Venn. voldoen257

:

VOF

GCV

CVOA. Hierbij moeten alle onbeperkt aansprakelijke vennoten wel natuurlijke personen

zijn.

De niet-genoteerde kleine vennootschappen volgens de criteria in art.15 W. Venn. Voor

deze vrijstelling moet elke vennootschap individueel beschouwd worden. De enige

uitzondering hierop zijn de vennootschappen die tot een groep behoren en waarbij een

geconsolideerde jaarrekening opgesteld en gepubliceerd moet worden.

Economische samenwerkingsverbanden. Bij deze samenwerkingen mag er wel geen

enkel lid al onderworpen zijn aan de controle van een commissaris.

Landbouwvennootschappen

253

Art.143 Wetboek Vennootschappen 254

Art.142 Wetboek Vennootschappen 255

Art.144 tweede lid en art.148 tweede lid Wetboek Vennootschappen 256

Art.27 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80375-80376 257

Art.141 Wetboek Vennootschappen

Page 83: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

71

Vennootschappen die aan de volgende vennootschapsgroepen behoren zullen door de invoering

van art.92 §3 1°,2° en 6° W. Venn. altijd een verslag van commissarissen moeten opstellen.

Vennootschappen die aan verzekeringen of herverzekeringen doen258

“Vennootschappen die vallen onder de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het

toezicht op de kredietinstellingen, de NBB, het Herdisconterings- en Waarborginstituut

en de Deposito- en Consignatiekas”259

Vereffeningsinstellingen dat kredietinstellingen zijn die niet in België gevestigd zijn en

die onder art.23 §1 van de wet 2 augustus 2002 behoren260

Instellingen die gelijk gesteld zijn met vereffeningsinstellingen door de Koning onder

art.23 §7 van de wet 2 augustus 2002261

Wat verplicht de wet te rapporteren

Het verslag dat de commissarissen opstellen naar aanleiding van de controle van de jaarrekening

van een vennootschap zal 9 verplichte aspecten moeten behandelen. Voor de implementatie van

de Boekhoudrichtlijn bevatte dit verslag maar 8 verplichte elementen waardoor dit verslag iets

uitgebreider is geworden na de implementatie in Belgische wetgeving van Richtlijn

2013/34/EU.262

De commissarissen moeten hun verslag beginnen met een inleiding. Hierin moet zeker terug te

vinden zijn welke jaarrekening werd gecontroleerd en volgens welk boekhoudkundig

referentiestelsel de venn. deze jaarrekening opmaakte.263

Vervolgens zal het verslag meedelen over welke breedte de controle plaatsvond met hier

minstens de normen die zijn gebruikt bij de uitvoering van de controle vermeld. In dit element is

er ook te lezen of de commissarissen alle nodige informatie hebben verkregen van de bevoegde

personen of organen.264

258

Art.92 §3 1° Wetboek Vennootschappen 259

Art.92 §3 2° Wetboek Vennootschappen 260

Art.92 §3 6° Wetboek Vennootschappen 261

Art.92 §3 6° Wetboek Vennootschappen 262

Art.28 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80376 263

Art.144 eerste lid 1° Wetboek Vennootschappen 264

Art.144 eerste lid 2° Wetboek Vennootschappen

Page 84: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

72

Vanaf het derde aspect zal het verslag pas rapporteren over de controle zelf. Dit aspect behandelt

de vraag of de boekhouding correct is gevoerd volgens de wettelijke en bestuursrechtelijke

voorgeschreven bepalingen.265

In het vierde element komt het oordeel van de commissarissen over de jaarrekening ter sprake. In

dit element zullen de commissarissen beoordelen of ze vinden dat de jaarrekening een realistisch

en getrouw beeld weergeeft en of hier ook de wettelijke vereisten gerespecteerd zijn. De

verklaring van het oordeel kan 4 vormen aannemen volgens de wet: “een verklaring zonder

voorbehoud, een verklaring met voorbehoud, een afkeurende verklaring of een onthoudende

verklaring.”266

Een onthoudende verklaring betekent dat de commissarissen geen oordeel kunnen

uitspreken over de jaarrekening.

De commissarissen zullen bij hun controle bepaalde zaken tegenkomen waar ze specifiek hun

aandacht op vestigen. Deze zullen ook gerapporteerd worden in de verklaring en indien het nodig

zou zijn, zullen de commissarissen deze zaken ook onder voorbehoud nemen in de verklaring.

Voor de elementen waar de commissarissen hun aandacht extra op vestigen zal er in het vijfde

onderdeel een verwijzing worden meegedeeld naar de aangelegenheden waarop deze aandacht

was gevestigd.267

Hiernaast zal er ook een controle plaatsvinden van het jaarverslag. Er zal nagegaan worden of

het jaarverslag de vereiste informatie bevat en of het jaarverslag is opgemaakt aan de hand van

de jaarrekening van hetzelfde boekjaar. De vaststellingen van de commissarissen hieromtrent

zullen terug te vinden zijn in het zesde aspect van het verslag van commissarissen.268

In het zevende aspect zal de voorgelegde winstbestemming getoetst worden aan de statuten van

de vennootschap en het W. Venn. De commissarissen zullen een onderdeel opmaken met hierin

een vermelding of de voorgelegde winstbestemming overeenkomstig is met de statuten en het W.

Venn.269

Het voorlaatste aspect van het verslag bestaat uit een vermelding van de commissarissen of zij

werden ingelicht van eventuele verrichtingen of beslissingen die tegen de statuten of het W.

Venn. ingingen. De wetgever geeft wel een vrijstelling voor deze vermelding indien de

rapportering van deze verrichtingen enorme schade, die eveneens onverantwoord is, aan de

vennootschap zou toebrengen. Deze vrijstelling zal verkregen worden in een situatie waarbij het

265

Art.144 eerste lid 3° Wetboek Vennootschappen 266

Art.144 eerste lid 4° Wetboek Vennootschappen 267

Art.144 eerste lid 5° Wetboek Vennootschappen 268

Art.144 eerste lid 6° Wetboek Vennootschappen 269

Art.144 eerste lid 7° Wetboek Vennootschappen

Page 85: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

73

bestuursorgaan van de vennootschap al reeds maatregelen heeft getroffen om de verkregen

toestand, die onwettig is, te verhelpen.270

De laatste vermelding in het verslag van de commissarissen is een nieuwe vermelding dat vanaf

9/01/2016 in werking is getreden. In deze vermelding zal er staan of alle documenten uit art. 100

W. Venn. correct gerapporteerd zijn volgens de vorm- en inhoudsvereisten die door de

wetgeving zijn opgelegd.271

Om deze tekst overzichtelijk te houden zijn de onderdelen die in het verslag van commissarissen

moeten vermeld staan in onderstaande tabel gegoten.

270

Art.144 eerste lid 8° Wetboek Vennootschappen 271

Art.144 eerste lid 9° Wetboek Vennootschappen

Page 86: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

74

VERSLAG VAN COMMISSARISSEN

Tot en met boekjaar 2015 Vanaf boekjaar 2016 Wat wordt er in het onderdeel vermeld

1. Inleiding 1. Inleiding Op welke jaarrekening slaat de controle

Welk boekhoudkundig referentiestelsel wordt er

toegepast

2. Breedte van de controle 2. Breedte van de controle Normen die tijdens de controle zijn gehanteerd

Is alle info verkregen

3. Is de boekhouding opgesteld volgens de

vereisten

3. Is de boekhouding opgesteld volgens de

vereisten

4. Oordeel commissarissen over jaarrekening 4. Oordeel commissarissen over jaarrekening Geeft de jaarrekening een realistisch en getrouw beeld

Zijn alle wettelijke vereisten gerespecteerd

5. Zaken waar er specifieke aandacht is aan

besteed

5. Zaken waar er specifieke aandacht is aan

besteed

6. geeft de jaarrekening de vereiste info weer? 6. Geeft de jaarrekening de vereiste info weer?

7. Voorgelegde winstbestemming 7. Voorgelegde winstbestemming Toetsing hiervan aan de statuten en de wettelijke

vereisten

8. Verkregen de commissarissen de inlichtingen

van zaken die tegen de statuten ingaan?

8. Verkregen de commissarissen de inlichtingen

van zaken die tegen de statuten ingaan?

9. Zijn alle documenten die in art.100 W. Venn.

vermeld staan correct gerapporteerd?

Voldoen de rapporteringen aan de wettelijke vorm- en

inhoudsvereisten

Tabel 20: Overzicht rapporteringen verslag van commissarissen voor en na implementatie Boekhoudrichtlijn 272

272

Eigen werk op basis van art.144 Wetboek Vennootschappen

Page 87: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

75

3.6.2 Geconsolideerd verslag commissarissen

In tegenstelling tot bij het verslag van commissarissen voor vennootschappen individueel zijn er

bij het geconsolideerd verslag van commissarissen geen veranderingen opgetreden door de

implementatie van de Boekhoudrichtlijn in de Belgische wetgeving.273

Er zal dus niks nieuws in

dit onderdeel staan voor reeds rapporterende vennootschappen van dit geconsolideerd verslag.

Wie is hiertoe verplicht

Een groep die verplicht is een geconsolideerde jaarrekening op te maken zal een geconsolideerd

verslag van commissarissen moeten rapporteren.274

Deze verplichting zal in 5 situaties die door

de Wet bepaald zijn niet moeten worden opgemaakt. Dit zal zo zijn voor:

“Kredietinstellingen die vallen onder de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het

toezicht op de kredietinstellingen, de Nationale Bank van België, het Herdisconterings-

en Waarborginstituut en de Deposito- en Consignatiekas”275

“Vennootschappen die vallen onder het koninklijk besluit nr. 64 van 10 november 1967

tot regeling van het statuut van de portefeuillemaatschappijen”276

“Beleggingsondernemingen die vallen onder de wet van 6 april 1995 inzake de

secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de

bemiddelaars en de beleggingsadviseurs”277

Economische samenwerkingsverbanden278

Landbouwvennootschappen279

Uit wat bestaat de inhoud van zo’n verslag

Net zoals bij de vennootschappen zal ook het geconsolideerd verslag van commissarissen

informatie meedelen over de controle op de jaarrekening maar hier zal het over de

geconsolideerde jaarrekening gaan. De inhoud van het geconsolideerd verslag van

commissarissen zal maar 5 aspecten moeten behandelen en zal dus minder informatie

rapporteren dan het verslag van commissarissen voor de vennootschappen individueel.280

273

Artikels uit Hoofdstuk III- controle op de geconsolideerde jaarrekening Wetboek Vennootschappen 274

Art.145, 146 en 148 Wetboek Vennootschappen 275

Art.145 1° Wetboek Vennootschappen 276

Art.145 2° Wetboek Vennootschappen 277

Art.145 3° Wetboek Vennootschappen 278

Art.145 4° Wetboek Vennootschappen 279

Art.145 5° Wetboek Vennootschappen 280

Art.148 Wetboek Vennootschappen

Page 88: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

76

De inleiding zal het eerste element zijn van het verslag. Hierin zal er zeker moeten geconstateerd

worden welke geconsolideerde jaarrekening er wordt gecontroleerd voor dit verslag maar ook

volgens welk boekhoudkundig referentiestelsel de geconsolideerde jaarrekening is opgesteld.281

Vervolgens zal er in het geconsolideerd verslag van de commissarissen te lezen zijn over welke

reikwijdte de controle betrekking had. Hierbij zal er ook een vermelding gemaakt worden van de

normen die in acht genomen zijn tijdens de controle en of de controleurs van de jaarrekening alle

extra informatie en toelichtingen, die zij nodig hadden tijdens de controle, verkregen hebben.282

Na de algemene info uit de vorige 2 aspecten zal een verklaring van de commissarissen volgen.

In deze verklaring zal een oordeel meegedeeld worden over het getrouw beeld van de

geconsolideerde jaarrekening en of de geconsolideerde jaarrekening voldoet aan de wettelijke

vereisten. Net zoals bij het verslag van commissarissen voor individuele vennootschappen kan

deze verklaring 4 vormen aannemen. Deze verklaring kan een verklaring zonder voorbehoud,

verklaring met voorbehoud, onthoudende verklaring of een afkeurende verklaring zijn.283

In het vierde element zullen bepaalde aangelegenheden aangekaart worden waarop de

commissarissen specifiek hun aandacht hebben gevestigd. Hierbij zal het niet uitmaken of deze

aangelegenheden al dan niet in voorbehoud worden genomen in de verklaring.284

Het vijfde en laatste element in het verslag van commissarissen gaat over het geconsolideerde

jaarverslag. In dit element zal er een vermelding worden aangetroffen waarin staat of het

geconsolideerde jaarverslag correct is opgemaakt volgens de wettelijke verplichtingen en dus

alle vereiste inlichtingen bevat. Hier wordt ook vermeld of het verslag is opgesteld

overeenkomstig de geconsolideerde jaarrekening van hetzelfde boekjaar.285

Na deze 5 elementen geeft de wetgever aan moedervennootschappen de mogelijkheid om het

geconsolideerde verslag van commissarissen te combineren met het verslag van commissarissen

voor de moedervennootschap individueel. Deze combinatie zal mogen toegepast worden indien

de jaarrekening van de moedervennootschap zelf gehecht is aan de geconsolideerde

jaarrekening.286

281

Art.148 eerste lid 1° Wetboek Vennootschappen 282

Art.148 eerste lid 2° Wetboek Vennootschappen 283

Art.148 eerste lid 3° Wetboek Vennootschappen 284

Art.148 eerste lid 4° Wetboek Vennootschappen 285

Art.148 eerste lid 5° Wetboek Vennootschappen 286

Art.148 derde lid Wetboek Vennootschappen

Page 89: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

77

Naast het art.148 W. Venn. dat de inhoud van het geconsolideerd verslag van commissarissen

bespreekt, bestaan er nog 2 artikels nl. art.149 W. Venn. en art.150 W. Venn. die uitzonderingen

op deze inhoud toestaan.

Art.149 W. Venn. geeft enerzijds de bevoegdheid aan de Koning om de regels voor de controle

van de geconsolideerde jaarrekening en de opmaak van het verslag van commissarissen aan te

passen. Bij deze aanpassingen zal er rekening gehouden worden met de bedrijfstakken of de

economische sectoren.287

Deze aanpassingen zullen nooit van toepassing kunnen zijn “op de

vennootschappen waarvan het voorwerp de verzekering is en die door de Koning zijn toegelaten

op grond van de wetgeving betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen.”288

Anderzijds kan de Koning bepaalde vennootschappen individueel, die kleiner zijn dan een door

hem bepaalde omvang aanpassingen, aanvullingen of vrijstellingen opleggen die slaan op de

controle van de geconsolideerde jaarrekening en de opstelling van het geconsolideerd

jaarverslag.289

Art.150 W. Venn. geeft daarentegen een bevoegdheid aan de minister van Economie om van de

normale regels (art.146, 147 en art.148 W. Venn.) en van de reeds afwijkende opgelegde regels

uit art.149 W. Venn. af te wijken in bijzondere gevallen. Voor dit is toegestaan moet er een

advies van de CBN worden uitgeschreven omtrent het bijzonder geval.290

Ook dit art. kan nooit

toegepast worden op “vennootschappen die de verzekering tot voorwerp hebben en die door de

Koning zijn toegelaten op grond van de wetgeving betreffende de controle op de

verzekeringsondernemingen.”291

Omdat het in een doorlopende tekst niet altijd even overzichtelijk is wat er moet gerapporteerd

worden, zijn de te rapporteren onderdelen van het geconsolideerd verslag van commissarissen

opgenomen in tabel 21.

287

Art.149 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 288

Art.149 §1 tweede lid Wetboek Vennootschappen 289

Art.149 §2 Wetboek Vennootschappen 290

Art.150 eerste lid Wetboek Vennootschappen 291

Art.150 derde lid Wetboek Vennootschappen

Page 90: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

78

GECONSOLIDEERD VERSLAG VAN COMMISSARISSEN

Wat rapporteren Wat in het element zeker vermelden

1. Inleiding Welke jaarrekening wordt er gecontroleerd

Welk boekhoudkundig referentiestel wordt er toegepast

2. Breedte van de controle Is alle info voor de controle verkregen

3. Oordeel van de commissarissen over de jaarrekening Geeft de jaarrekening een getrouw beeld

Is er voldaan aan alle wettelijke vereisten

4. Aangelegenheden waarop specifieke aandacht is gevestigd

5. Verklaring over geconsolideerd jaarverslag Is het jaarverslag correct opgemaakt volgens de wettelijke

verplichtingen

Is het jaarverslag opgesteld aan de hand van de jaarrekening uit

hetzelfde boekjaar

Tabel 21: Te rapporteren onderdelen in het geconsolideerd verslag van commissarissen 292

292

Eigen werk op basis van art.148 Wetboek Vennootschappen

Page 91: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

79

3.7 Lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit

Aan deze rapporteringsverplichting is er geen apart wetsartikel gewijd maar wordt alles

beschreven in art.100 W. Venn. Voor de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU werd deze lijst

opgenomen in de toelichting maar doordat de Richtlijn dit verbiedt, heeft de Belgische wetgever

geopteerd om deze informatie te laten rapporteren onder art.100 W. Venn. Hierdoor worden

deze nuttige gegevens behouden.293

Deze lijst bestaat uit 2 delen, die elk hun eigen voorwaarden qua beschreven gegevens hebben,

namelijk een deel met de ondernemingen waar de vennootschap enkel een deelneming in heeft

en een tweede deel met de ondernemingen in vermeld waar de vennootschap onbeperkt

aansprakelijk voor is via de hoedanigheid in de onderneming als onbeperkt aansprakelijke

vennoot of lid.294

Wanneer bezit je een deelneming of ben je onbeperkt aansprakelijk? Wanneer bezit je als vennootschap een deelneming binnen een andere onderneming? Er wordt

gesproken over een deelneming indien minstens 10% van het kapitaal van de onderneming wordt

vertegenwoordigd door de maatschappelijke rechten dat de vennootschap bezit.295

Anderzijds

kan een deelneming ontstaan indien de vennootschap zelf geen 10 % van het kapitaal

vertegenwoordigd met haar maatschappelijke rechten maar dit samen met haar

dochtervennootschappen wel vertegenwoordigd.296

Indien er samen met de

dochterondernemingen van de vennootschap niet aan de 10% wordt geraakt, spreekt men wel

over een deelneming “wanneer de daden van beschikking over deze aandelen of de uitoefening

van de daaraan verbonden rechten onderworpen zijn aan overeenkomsten of aan eenzijdige

verbintenissen die de vennootschap heeft aangegaan.”297

De eerste 2 mogelijkheden om een

deelneming te bezitten worden in tabel 22 aan de hand van een aantal voorbeelden geïllustreerd.

293

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p10

http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc15-600.pdf 294

Art.100 6°/1 en art. 100 6°/1 3° vijfde lid Wetboek Vennootschappen 295

Art.13 tweede lid 1° Wetboek Vennootschappen 296

Art.13 tweede lid 2° a) Wetboek Vennootschappen 297

Art.13 tweede lid 2° b) Wetboek Vennootschappen

Page 92: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

80

Vb.1 Vb.2 Vb.3

Kapitaal onderneming 1 000 000 1 000 000 1 000 000

Maatschappelijke

rechten venn.

300 000 = 30% 20 000 = 2% 20 000 = 2%

Maatschappelijke

rechten van dochter 1

in onderneming

0 = 0% 90 000 = 9% 0 = 0%

Maatschappelijke

rechten van dochter 2

in onderneming

0 = 0% 20 000 = 2% 50 000 = 5%

Deelneming of niet? Deelneming want

venn. bezit zelf meer

dan 10%

Deelneming want samen

13 % bezit

Geen deelneming want

samen slechts 7% bezit

Tabel 22: Voorbeelden wanneer er een deelneming bestaat 298

Een vennootschap zal een onbeperkt aansprakelijke vennoot zijn binnen een onderneming indien

er geen verschil bestaat tussen het vennootschapsvermogen en het privévermogen. Hierdoor

zullen de vennoten persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de schulden die door de

onderneming zijn aangegaan.299

Gegevens die moeten gerapporteerd worden Voor deelnemingen worden er 3 zaken verplicht mee te delen door de wetgever. Het eerste is de

weergave van de naam, zetel en ondernemingsnummer, indien het een Belgische onderneming is,

van de onderneming waar de vennootschap een deelneming in heeft verworven.300

Daarnaast moet de vennootschap ook op papier weergeven hoeveel maatschappelijke rechten,

het exact aantal, ze als vennootschap rechtstreeks in de onderneming heeft verworven en hoeveel

dit bezit procentueel voorstelt. Hierbij moet ook het percentage maatschappelijke rechten dat

vertegenwoordigd wordt binnen de onderneming door een dochteronderneming van de

vennootschap vermeld worden.301

Als laatste zal het EV samen met het nettoresultaat van het laatst beschikbare boekjaar van de

onderneming opgenomen worden. Indien het gaat over een buitenlandse onderneming waar de

298

Eigen werk op basis van art.13 Wetboek Vennootschappen 299

De notaris. Vennootschappen met of zonder beperkte aansprakelijkheid [website]. Geraadpleegd op 26 april via: https://www.notaris.be/opstarten-ondernemen/aard-en-soorten-van-vennootschappen/vennootschappen-met-of-

zonder-beperkte-aansprakelijkheid 300

Art.100 6°/1 1° Wetboek Vennootschappen 301

Art.100 6°/1 2° Wetboek Vennootschappen

Page 93: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

81

vennootschap een deelneming in bezit, zal het EV en het nettoresultaat in de vreemde munt

worden gerapporteerd en moet er een vermelding van deze munt worden gemaakt. Deze

rapportering zal niet verplicht zijn als de onderneming zelf niet verplicht is om haar cijfers

openbaar te maken. Daarentegen kan bij een deelneming in een dochtervennootschap deze

vrijstelling nooit gelden.302

Het tweede deel van de lijst, waarin de ondernemingen worden opgenomen waar de

vennootschap onbeperkte aansprakelijkheid in verworven heeft, zal uit 2 componenten bestaan.

Enerzijds zal de naam, zetel, rechtsvorm en het ondernemingsnummer, indien het een Belgische

onderneming is, van de onderneming opgelijst staan.303

Voor deze ondernemingen wordt anderzijds ook de jaarrekening bijgevoegd. Dit heeft als gevolg

dat de vennootschap de jaarrekening van deze ondernemingen zelf openbaar maakt. Deze

openbaarmaking zal niet verplicht zijn indien de onderneming zelf de jaarrekening openbaar

maakt volgens de openbaarmakingsregels van de vennootschappen uit art.98 W. Venn. of als de

jaarrekening in een andere lidstaat van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) openbaar

wordt gemaakt. Deze verplichting zal ook niet gelden indien de onderneming zelf een

maatschap, tijdelijke handelsvennootschap of stille handelsvennootschap is.304

Net zoals bij de andere rapporteringsverplichtingen is er een samenvattend schema toegevoegd

op de volgende pagina. In dit schema worden de onderdelen van de lijst van ondernemingen

waar de vennootschap een deelneming in bezit vermeld met de situaties bij wanneer ze moeten

gerapporteerd worden en wat de wetgever onder de rapportering verstaat.

302

Art.100 6°/1 3° Wetboek Vennootschappen 303

Art.100 6°/1 zesde lid Wetboek Vennootschappen 304

Art.100 6°/1 zevende lid Wetboek Vennootschappen

Page 94: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

82

LIJST MET ONDERNEMINGEN WAAR DE VENNOOTSCHAP EEN DEELNEMING IN BEZIT

WELK ONDERDEEL WANNEER RAPPORTEREN WAT RAPPORTEREN

Lijst met ondernemingen waarin de venn. een

deelneming bezit

Kapitaal van de onderneming is voor 10% of

meer vertegenwoordigd door de

maatschappelijke rechten van de venn.

Naam, zetel en ondernemingsnummer van

de onderneming

Aantal maatschappelijke rechten binnen de

venn. (aantal + procentuele verhouding tot

kapitaal onderneming)

EV onderneming + nettoresultaat van de

onderneming in het laatst beschikbare

boekjaar

Lijst met ondernemingen waarin de venn.

onbeperkt aansprakelijk is

Binnen de onderneming is er geen verschil

tussen privévermogen en

vennootschapsvermogen

Naam, zetel, rechtsvorm en

ondernemingsnummer van de

onderneming

Jaarrekening van de onderneming

Tabel 23: Samenvattende tabel omtrent lijst met ondernemingen waar de vennootschap een deelneming in bezit 305

305

Eigen werk op basis van art.100 6°/1 Wetboek Vennootschappen

Page 95: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

83

3.8 Sociale balans

De sociale balans zal in de nieuwe regelgeving voor de rapportering worden behandeld als aparte

rapporteringsverplichting. Dit is een gevolg van Richtlijn 2013/34/EU. Deze Richtlijn verplichte

de lidstaten namelijk om micro- en kleine vennootschappen enkel de toelichtingen te laten

rapporteren die in Richtlijn 2013/34/EU opgesomd staan. Hierdoor zou de sociale balans geen

deel meer uitmaken van de rapportering bij micro en kleine vennootschappen.306

Aangezien de

Belgische wetgever van mening is dat de sociale balans toch belangrijke info bevat voor de

werknemers van een vennootschap, heeft de wetgever geopteerd om de sociale balans als aparte

rapporteringsplicht onder art.100 W. Venn. te brengen. Hierdoor wordt een uniforme wijze

gecreëerd voor alle vennootschappen wat opmaking en openbaarmaking van de sociale balans

betreft.307

Dit voorstel werd dan ook positief onthaald in de advisering door de CRB en NAR.308

De sociale balans zal na de implementatie van de Boekhoudrichtlijn in 3 wetgevingen terug te

vinden zijn. Deze zijn:

Wetboek economisch recht. Dit wetboek voor de sociale balans komt ter vervanging van

de wet 17 juli 1975 die opgeheven werd op 9 mei 2014.309

Wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan

voor werkgelegenheid310

KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen311

In de volgende tabel wordt een overzicht meegegeven van de verschillende wetten / wetboeken

waarin de sociale balans behandeld wordt voor en na de implementatie en wat er per wet terug te

vinden is i.v.m. de sociale balans.

306

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p10

http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc15-600.pdf 307 Art.16 Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80373-80374 ; art.16 tweede lid Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001, p18 308

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600, p10

http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc15-600.pdf ; Nationale Arbeidsraad, advies, 24 maart 2015, nr. 1934, p2

http://www.cnt-nar.be/ADVIES/advies-1934.pdf 309 Wet 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen. Geraadpleegd door opheffing via http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1975071731&table_name=wet ; art.3

KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80381 310

Hoofdstuk IX: Sociale balans wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het

meerjarenplan voor werkgelegenheid, BS 30 december 1995 311

Art.51 tweede lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80395

Page 96: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

84

Welk deel van de sociale

balans wordt er behandeld?

In welke wet/wetboek is dit

terug te vinden voor de

implementatie Richtlijn?

In welke wet/wetboek is dit

terug te vinden na

implementatie Richtlijn?

Totale behandeling sociale

balans

Wet 22 december 1995 (art.44

t.e.m. art.49)

Wet 22 december 1995 (art.44

t.e.m. art.49)

Wie is er verplicht te

rapporteren

Wet van 17 juli 1975 Wetboek economisch recht

(art.III.82 t.e.m. art.III.95)

Inhoud sociale balans KB tot uitvoering van het

wetboek vennootschappen

(art.82 §1; 91,B; 97)

KB tot uitvoering van het

wetboek vennootschappen

(art. 191/1; 191/2; 191/3;

191/4)

Tabel 24: Plaats waar onderdelen sociale balans voor en na de implementatie van de Boekhoudrichtlijn weergegeven

worden 312

Zoals tabel 24 aangeeft, is de wetgeving omtrent de sociale balans niet volledig nieuw. Ondanks

dat het schijnbaar lijkt dat dit een nieuwe rapporteringsverplichting is door de invoering van een

nieuw boek in het KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen, moet deze rapportering

bekend in de oren klinken van reeds rapporterende vennootschappen.

Maar wie is er nu verplicht om de sociale balans als afzonderlijk rapport neer te leggen bij de

NBB? In art.44 Wet 22 december 1995 wordt er verwezen naar de bevoegde artikelen uit het

wetboek van economisch recht. Hierin staat vermeld dat alle ondernemingen de sociale balans

moeten rapporteren.313

Het KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen verkondigt 1

vrijstelling hierop. De handelaars die natuurlijke personen zijn, zullen door deze vrijstelling geen

sociale balans moeten opstellen en neerleggen.314

Om de inhoud van de sociale balans te ontleden, is er geopteerd om dit voor de duidelijkheid in

twee onderverdelingen onder te brengen nl. inhoud sociale balans en inhoud sociale balans voor

kleine vennootschappen.

312

Eigen werk op basis van wetboek economisch recht, wet 17 juli 1975, wet 22 december 1995 en KB tot

uitvoering van het wetboek vennootschappen 313

Art.III.82 tot III.95 Wetboek van economisch recht ; art.51 eerste lid KB 18 december 2015 tot omzetting van

Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80395 314

Art.51 derde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80395 ;

art.191/1 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 97: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

85

3.8.1 Inhoud sociale balans volgens volledig schema

De inhoud van de sociale balans volgens art.191/2 KB tot uitvoering van het wetboek

vennootschappen moet opgesteld worden door de vennootschappen die een volledig schema van

de jaarrekening moeten opstellen en neerleggen.315

De inhoud voor deze vennootschappen zal 3 grote onderdelen bevatten. Deze zijn:

1. Staat van de tewerkgestelde personen316

2. Tabel van de personeelsbeweging tijdens het boekjaar317

3. Staat met inlichtingen over de opleidingsactiviteiten. Deze opleidingsactiviteiten moeten zijn

gevolgd door werknemers van de vennootschap waarbij de vennootschap de kost volledig of

gedeeltelijk ten laste heeft genomen.318

In onderstaande tabel wordt weergegeven wat de inhoud van de sociale balans volgens art.161/2

KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen moet vermelden.

315

Art.51 vierde lid KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU, BS 30 december 2015, p80395 316

Art.191/2 I. KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 317

Art.191/2 II. KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 318

Art.191/2 III. eerste lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 98: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

86

Onderdeel Staat tewerkgestelde personen Tabel personeelsbeweging Staat inlichtingen opleidingsactiviteiten Opsplitsing in onderdeel?

1. Personen waarvoor een DIMONA-verklaring is neergelegd 2. Wn’s ingeschreven in algemeen personeelsregister 3. Uitzendkrachten 4. Personen die ter beschikking gesteld zijn aan de venn.

1. Voortgezette beroepsopleidingen a) formele opleidingen b) informele opleidingen 2. Initiële beroepsopleidingen

Verplichte vermeldingen

Voor 1. En 2. In opsplitsing: 1.Voor betrokken periode volgens geslacht

Gemiddelde (gem.) aantal voltijdse en deeltijdse wn’s + aantal wn’s in voltijdse equivalenten van behandelde en vorige boekjaar.

Gepresteerde uren door voltijdse en deeltijdse wn’s + totaal gepresteerde uren van het behandelde en vorige boekjaar

Personeelskost van voltijdse en deeltijdse wn’s + totale personeelskost voor behandelde en vorige boekjaar

Totaal van de voordelen bovenop loon voor behandelde en vorige boekjaar.

2.Op afsluitingsdatum

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s + totaal aantal wn’s in voltijdse equivalenten

Voor 3. en 4. In opsplitsing:

Gemiddeld aantal wn’s

Aantal gepresteerde uren

Kosten voor de onderneming

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s en totaal aantal wn’s in voltijdse equivalenten voor wn’s met een DIMONA-verklaring en wn’s in personeelsregister die dit boekjaar werden ingeschreven

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s met een DIMONA-verklaring of die ingeschreven zijn in personeelsregister waarbij hun overeenkomst een einde kende in het boekjaar + totaal aantal wn’s die een einde kenden van hun overeenkomst in voltijdse equivalenten

Voor elke opsplitsing per geslacht:

Aantal wn’s die opleiding volgden

Aantal uren dat de gevolgde opleiding telde

Kost van de opleiding Voor de voortgezette formele opleiding per geslacht:

Bruto kost opleiding

Betaalde bijdragen/ stortingen aan collectieve fondsen hieromtrent

Subsidies en andere financiële voordelen die aan de onderneming hiervoor zijn toegekend

Netto kost opleiding Voor voortgezette informele opleiding en initiële opleidingen per geslacht:

Netto kost opleiding

Tabel 25: Overzicht verplichte vermeldingen binnen onderdelen sociale balans volgens volledig schema 319

319

Eigen werk op basis van art.191/2 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 99: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

87

Sommige vermeldingen zijn zeer duidelijk maar anderen worden door de wetgever nog eens

extra uitgelegd om verwarring te voorkomen. Hieronder zullen een aantal begrippen uitgelegd

worden.

Onder uitzendkrachten en personen ter beschikking van de vennootschap worden werknemers

bedoeld die door middel van een arbeidsovereenkomst zich verbinden aan de venn. voor

uitzendkracht en waarbij geen inbreuk wordt gesteld op de wet van 24 juli 1987 die de tijdelijke

arbeid, uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers

behandelt.320

De gepresteerde uren die moeten vermeld worden, zijn het aantal uren waarbij er effectief

gewerkt is. Hierdoor worden de verloren uren door vakantie, ziekte, staking of andere redenen

niet meegeteld.321

Een voortgezette beroepsopleiding wordt gezien als een opleiding waardoor de kennis van de

werknemer vergroot of de vaardigheden verbeteren. Deze opleidingen moeten wel vooraf

worden ingepland.322

Binnen de voortgezette beroepsopleiding wordt er nog eens een

onderverdeling gemaakt tussen formele opleidingen en informele opleidingen. Onder formele

opleidingen zullen cursussen en stages vallen die op een andere locatie dan de werkplek worden

gegeven. Deze opleidingen worden uitgewerkt door degene die ze zal onderwijzen en zullen

meestal aan een grote groep cursisten tegelijk worden onderwezen. Voor het volgen van deze

formele opleidingen behalen de cursisten meestal een attest.323

De informele opleidingen zijn dan

opleidingen die ingaan op de individuele behoeften van de cursist en zullen dus rechtstreekse

betrekking hebben op het werk.324

Een ander soort opleiding naast de voortgezette beroepsopleiding is de initiële beroepsopleiding.

Dit is een opleiding waarbij het resultaat het behalen van een diploma of een officieel certificaat

is. Deze soort opleiding moet wel aan de voorwaarde voldoen dat ze minimaal 6 maanden

duurt.325

De berekeningswijze van de netto kost van opleiding wordt ook door de wetgever geformuleerd.

Eerst wordt de bruto kost van de opleiding genomen. “Dit bevat alle kosten die rechtstreeks

verbonden zijn aan de opleiding.”326

Hierbij worden de betaalde bijdragen en stortingen aan

320

Art.191/4 2° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 321

Art.191/4 5° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 322

Art.191/2 III. derde lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 323

Art.191/2 III. vijfde lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 324

Art.191/2 III. zevende lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 325

Art.191/2 III. achtste lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 326

Art.191/2 III. tiende lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 100: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

88

collectieve fondsen opgeteld. Deze stortingen en bijdragen moeten wel gebeuren in kader van de

gevolgde opleiding.327

Op dit bedrag moeten de subsidies en andere financiële voordelen die

voor de opleiding aan de werkgever zijn toegekend in mindering gebracht worden.328

Na deze 2

bewerkingen bekomt men de netto kost van de gevolgde opleiding.

Binnen de staat van tewerkgestelde personen zullen bepaalde verplichten wegvallen bij bepaalde

situaties. De elementen personeelskosten en totaal van de voordelen bovenop het loon zullen niet

moeten worden gerapporteerd indien de vennootschap maar 1 werknemer heeft aangesteld.329

De

elementen die worden vermeld voor de betrokken periode zullen niet worden uitgesplitst volgens

geslacht indien de vennootschap maar 3 of minder betrokken werknemers telt.330

Soms worden deze gegevens ook vanuit een ander standpunt weergegeven. De standpunten

waaruit bepaalde gegevens moeten worden weergegeven zijn: aard van de arbeidsovereenkomst,

geslacht, studieniveau, beroepscategorie en redenen van beëindiging van de overeenkomst. 331

De weergave volgens aard van de arbeidsovereenkomst zal een opsplitsingen in de

overeenkomsten vereisten. Hierbij wordt de volgende opsplitsing gehanteerd:

“Overeenkomst gesloten voor onbepaalde tijd

Overeenkomst gesloten voor bepaalde tijd

Overeenkomst gesloten voor een duidelijk omschreven werk

De vervangingsovereenkomst” 332

Bij het studieniveau wordt er een onderscheid gemaakt tussen werknemers met een diploma

lager onderwijs, een diploma secundair onderwijs en een diploma hoger onderwijs. De

werknemers met een diploma hoger onderwijs zullen nog eens opgesplitst worden in

werknemers met een diploma hoger niet universitair onderwijs en werknemers met een diploma

universitair onderwijs.333

De 4 beroepscategorieën waarin de werknemers opgesplitst worden bij deze weergave zijn:

directiepersoneel, bedienden, arbeiders en anderen.334

327

Art.191/2 III. tiende lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 328

Art.191/2 III. tiende lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 329

Art.191/2 I. tweede lid 1° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 330

Art.191/2 I. tweede lid 1° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 331

Art.191/2 I. 2° eerste lid en II. eerste lid 1° en 2° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 332

Art.191/4 6° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 333

Art.191/4 7° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 334

Art.191/4 8° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 101: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

89

Indien er een weergave wordt vereist volgens de redenen van beëindiging van de overeenkomst,

zullen er 3 redenen worden weergegeven nl. pensioen, werkloosheid met bedrijfstoeslag en

afdanking of andere reden. Bij deze opsplitsing wordt er door de wetgever een vermelding

vereist indien de werknemer als zelfstandige diensten blijft verlenen aan de vennootschap. Deze

diensten moeten worden verricht op minstens een halftijdse basis. 335

Om een overzicht te geven bij welke aspecten een weergave vanuit een ander standpunt moet

worden opgemaakt, is volgende tabel opgesteld.

Onder welk onderdeel Welke verplichte vermelding Vanuit welke standpunten nog

rapporteren?

Staat tewerkgestelde

personen onder ‘op

afsluitingsdatum’

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s

en totaal aantal wn’s in voltijdse

equivalenten

Aard van de arbeidsovereenkomst

Geslacht en studieniveau

Beroepscategorie

Tabel

personeelsbeweging

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s

en totale aantal wn’s die dit jaar

werden ingeschreven

Aard van de arbeidsovereenkomst

Tabel

personeelsbeweging

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s

en totale aantal wn’s waarbij dit

boekjaar een einde kwam aan de

overeenkomst

Aard van de arbeidsovereenkomst

Volgens de redenen van

beëindiging overeenkomst

Tabel 26: Welke vermeldingen moeten vanuit verschillende standpunten gerapporteerd worden in volledig schema? 336

3.8.2 Sociale balans voor kleine vennootschappen

Kleine vennootschappen stellen een verkort schema van de sociale balans op.337

Hierdoor

moeten ook microvennootschappen gebruik maken van het verkort schema.

De inhoud van de verplichte onderdelen en vermeldingen staat visueel weergegeven in de tabel

op de volgende pagina. Ook hier worden 3 onderdelen (staat van werknemers, tabel van

personeelsbeweging en staat met inlichtingen over opleidingsactiviteiten) vereist zoals bij het

volledig schema.

De verklaringen van bepaalde begrippen zijn in het verkort schema dezelfde als bij het volledig

schema van de sociale balans. Daarom is er geopteerd om deze hier niet meer uit te leggen maar

te verwijzen naar het onderdeel 3.8.1 Inhoud sociale balans. In de voetnoot zal er per begrip wel

een verwijzing gebeuren naar de verklaarde elementen binnen art.191/3 KB tot uitvoering van

335

Art.191/2 II. 2° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 336

Eigen werk op basis van art.191/2 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 337

Art.191/3 eerste lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 102: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

90

het wetboek vennootschappen dat de inhoud van de sociale balans voor kleine vennootschappen

behandeld.338

De rapportering van de personeelskosten binnen de staat van werknemers zal worden vrijgesteld

indien de vennootschap maar 1 persoon heeft aangesteld.339

338

Uitleg gepresteerde uren komt voor in art.191/4 5°; de voortgezette beroepsopleiding wordt uitgelegd in art.191/3

III. derde lid; formele beroepsopleiding in art.191/3 III. vijfde lid; informele opleiding in art.191/3 III. zevende lid;

initiële beroepsopleiding in art.191/3 III. achtste lid en de berekeningswijze voor netto kost opleiding in art.191/3

III. tiende lid. 339

Art.191/3 I. tweede lid KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 103: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

91

Onderdeel Staat tewerkgestelde personen Tabel personeelsbeweging Staat inlichtingen opleidingsactiviteiten

Opsplitsing in onderdeel?

1. Staat van wn’s waarvoor een DIMONA-verklaring is ingediend 2. Staat van wn’s die ingeschreven zijn algemeen personeelsregister maar waarvoor geen DIMONA-verklaring is ingediend

1. Voortgezette beroepsopleidingen a) formele opleidingen b) informele opleidingen 2. Initiële beroepsopleidingen

Verplichte vermeldingen

Voor 1. en 2. 1. Voor betrokken periode

Gem. aantal voltijdse en deeltijdse wn’s + aantal wn’s in voltijdse equivalenten van behandelde en vorige boekjaar.

Gepresteerde uren door voltijdse en deeltijdse wn’s + totaal gepresteerde uren van het behandelde en vorige boekjaar

Personeelskost van voltijdse en deeltijdse wn’s + totale personeelskost voor behandelde en vorige boekjaar

2. Op afsluitingsdatum

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s + totaal aantal wn’s in voltijdse equivalenten

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s en totaal aantal wn’s in voltijdse equivalenten voor wn’s met een DIMONA-verklaring en wn’s in personeelsregister die dit boekjaar werden ingeschreven

Aantal voltijdse en deeltijdse wn’s met een DIMONA-verklaring of die ingeschreven zijn in personeelsregister waarbij hun overeenkomst een einde kende in het boekjaar + totaal aantal wn’s die een einde kenden van hun overeenkomst in voltijdse equivalenten

Voor elke opsplitsing per geslacht:

Aantal wn’s die opleiding volgden

Aantal uren die gevolgde opleiding telde

Kost van de opleiding Voor de voortgezette formele opleiding per geslacht:

Bruto kost opleiding

Betaalde bijdragen/ stortingen aan collectieve fondsen hieromtrent

Subsidies en andere financiële voordelen die aan de onderneming hiervoor zijn toegekend

Netto kost opleiding Voor voortgezette informele opleiding en initiële opleidingen per geslacht:

Netto kost opleiding

Tabel 27: Overzicht verplichte vermeldingen binnen onderdelen sociale balans volgens verkort schema voor kleine vennootschappen 340

340

Eigen werk op basis van art.191/3 KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen

Page 104: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

92

Voor de inhoud van de sociale balans voor kleine vennootschappen zal er enkel voor de

vermelding op afsluitingsdatum een weergave vanuit een ander standpunt worden vereist. Hierbij

zal er een weergave moeten gebeuren “vanuit aard van de arbeidsovereenkomst, geslacht en

studieniveau en volgens beroepscategorie.”341

3.8.3 Verschillen tussen volledig en verkort schema van de sociale balans

Uit de tabellen met de inhoud volgens volledig en verkort schema kan geconcludeerd worden dat

de verschillen tussen het volledig en verkort schema zich bevinden in de staat van

tewerkgestelde werknemers.

Er zal een andere opsplitsing moeten worden gehanteerd door kleine en microvennootschappen

waarbij er geen rapportering moet gebeuren omtrent uitzendkrachten en personen die ter

beschikking gesteld zijn van de vennootschap binnen de staat van tewerkgestelde werknemers. In

deze staat zal de rapportering over de extra voordelen die bovenop het loon verkregen zijn,

wegvallen in het verkort schema. Waarbij er in het volledig schema een uitsplitsing per geslacht

moet gemaakt worden voor de vermeldingen voor het betrokken boekjaar, zal er in het verkort

schema voor kleine vennootschappen hiervoor geen verplichting worden opgelegd.

In de tabel van de personeelsbewegingen en de staat met inlichtingen over de

opleidingsactiviteiten zijn er geen verschillen tussen de 2 schema’s. Hierdoor zullen deze 2

onderdelen er identiek moeten eruitzien of ze nu opgesteld zijn volgens het volledig of het

verkort schema.

De extra weergaven van bepaalde elementen volgens een ander standpunt verschilt wel. Bij het

verkort schema moet er slechts 1 element weergegeven worden vanuit verschillende

perspectieven terwijl dit bij het volledig schema 3 elementen zijn.

3.9 Neerlegging en openbaarmaking rapporteringen

Al de rapporteringsverplichtingen voor Belgische vennootschappen individueel zullen moeten

worden neergelegd bij de Nationale Bank van België (NBB).342

Hierbij wordt voor het

jaarverslag een vrijstelling verleend aan niet-genoteerde kleine vennootschappen. Willen deze

vennootschappen beroep doen op deze vrijstelling, dan moeten ze voldoen aan de voorwaarde

341

Art.191/3 I. 2° KB tot uitvoering van het wetboek vennootschappen 342

Art.98, 100 en art.96/2 §2 Wetboek Vennootschappen

Page 105: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

93

dat de vennootschap niet onder art.92 §3 1°, 2°, 4° of 6° W. Venn. valt.343

Naast de besproken

rapporteringen moet een Belgische vennootschap ook andere akten neerleggen bij de NBB. Deze

akten gaan meer rond de oprichting van de vennootschap, de leden en de statuten.344

Voorbeelden hiervan zijn te vinden in bijlage XII.

De neerlegging moet altijd plaatsvinden binnen de 30 dagen nadat de jaarrekening is

goedgekeurd met een maximum periode van 7 maanden vanaf de afsluiting van het boekjaar en

moet gebeuren door de bestuurders of zaakvoerders van de vennootschap.345

Bij de neerlegging

moeten de bestuurders of zaakvoerders ook goed controleren of de stukken worden neergelegd in

de officiële taal van het rechtsgebied waar de vennootschap is gevestigd anders kunnen ze de wet

schenden.346

Zijn er sancties indien deze verplichtingen niet gerespecteerd worden? Er kunnen verschillende

soorten sancties worden opgelegd aan de vennootschap. Een eerste sanctie zal er zijn bij te late

neerlegging van de jaarrekening en andere rapporteringsverplichtingen bij de NBB. Indien de

opgelegde periode uit art.98 W. Venn. niet gerespecteerd wordt en de neerlegging na deze

periode geschiedt, zal de vennootschap een extra bijdrage moeten betalen.347

Dit wordt ook wel

een tarieftoeslag genoemd.348

De wetgever legt de volgende 3 bijdragen op:

“400 euro, wanneer de jaarrekening of, in voorkomend geval, de geconsolideerde

jaarrekening neergelegd wordt tijdens de negende maand na de afsluiting van het

boekjaar;

600 euro, wanneer deze stukken neergelegd worden vanaf de tiende maand en tot de

twaalfde maand na de afsluiting van het boekjaar;

1.200 euro, wanneer deze stukken neergelegd worden vanaf de dertiende maand na de

afsluiting van het boekjaar.”349

Als tweede kan er een burgerlijke sanctie worden uitgesproken. Deze sanctie zal voortvloeien uit

schade dat derden hebben geleden door de niet-neerlegging van de jaarrekening.350

343

Art.100 §1 6° Wetboek Vennootschappen 344

Art.74 en 75 Wetboek Vennootschappen 345

Art.98 en 100 §1 eerste lid Wetboek Vennootschappen 346

Art.101 eerste lid Wetboek Vennootschappen 347

Art.101 vijfde lid Wetboek Vennootschappen 348 De nationale bank van België (z.j.). Tarieftoeslag en andere specifieke gevolgen van de niet- of laattijdige

neerlegging van de jaarrekening [website]. Geraadpleegd op 12 mei 2016 via https://www.nbb.be/nl/balanscentrale/jaarrekeningen-neerleggen/tarieftoeslag-en-andere-specifieke-gevolgen-van-

de-niet 349

Art.101 zesde lid Wetboek Vennootschappen

Page 106: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

94

Tot slot kan er worden overgegaan tot gerechtelijke ontbinding of ambtshalve doorhaling door de

Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).351

Deze 2 situaties kunnen enkel worden toegepast

indien de vennootschap zijn jaarrekening niet heeft neergelegd voor 3 of meer opeenvolgende

jaren.352

Ook bij geconsolideerde rapportering moeten de geconsolideerde jaarrekening, het

geconsolideerd jaarverslag, geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden en alle andere

rapporteringsverplichtingen volgens art.100 W. Venn. worden neergelegd bij de NBB.353

3.10 Besluit

De implementatie van de Richtlijn heeft vooral veel gevolgen voor vennootschappen die onder

art.92 §3 1°, 2°, 4° of 6° W. Venn. vallen. Deze vennootschappen verkrijgen veel minder

vrijstellingen bij rapporteringsverplichtingen. Om het voor deze vennootschappen iets

makkelijker te maken inzake welke rapporteringen ze nu wel of niet moeten verrichten, is in het

onderstaande schema nog eens opgesomd aan welke rapporteringsverplichtingen ze wel moeten

voldoen.

350

De nationale bank van België (z.j.). Tarieftoeslag en andere specifieke gevolgen van de niet- of laattijdige

neerlegging van de jaarrekening [website]. Geraadpleegd op 12 mei 2016 via

https://www.nbb.be/nl/balanscentrale/jaarrekeningen-neerleggen/tarieftoeslag-en-andere-specifieke-gevolgen-van-

de-niet 351

De nationale bank van België (z.j.). Tarieftoeslag en andere specifieke gevolgen van de niet- of laattijdige

neerlegging van de jaarrekening [website]. Geraadpleegd op 12 mei 2016 via

https://www.nbb.be/nl/balanscentrale/jaarrekeningen-neerleggen/tarieftoeslag-en-andere-specifieke-gevolgen-van-

de-niet 352

De nationale bank van België (z.j.). Tarieftoeslag en andere specifieke gevolgen van de niet- of laattijdige

neerlegging van de jaarrekening [website]. Geraadpleegd op 12 mei 2016 via

https://www.nbb.be/nl/balanscentrale/jaarrekeningen-neerleggen/tarieftoeslag-en-andere-specifieke-gevolgen-van-

de-niet 353

Art.119/2 en art.120 Wetboek Vennootschappen

Page 107: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

95

Soorten vennootschappen die onder art.92

§3 W. Venn. vallen

Aan welke rapporteringsverplichtingen

voldoen?

1°= venn. die aan verzekeringen of

herverzekeringen doen

Jaarverslag

Jaarrekening

Verslag van betalingen aan overheden

Verslag van de commissarissen

Sociale balans

Lijst met ondernemingen waarin venn.

deelneming in bezit

2°= venn. die vallen onder wet van 25 april

2014, NBB, Herdisconterings- en

waarborginstituut en deposito- en

consignatiekast

Jaarverslag

Jaarrekening

Verslag van betalingen aan overheden

Verslag van de commissarissen

Sociale balans

Lijst met ondernemingen waarin venn.

deelneming bezit

4°= beleggingsondernemingen Jaarverslag

Jaarrekening

Verslag van betalingen aan overheden

Sociale balans

Lijst met ondernemingen waarin venn.

deelneming bezit

5°= landbouwvennootschappen Sociale balans

Lijst met ondernemingen waarin venn.

deelneming bezit

6°= vereffeningsinstellingen of instellingen die

daarmee gelijkgesteld zijn

Jaarverslag

Jaarrekening

Verslag van betalingen aan overheden

Verslag van de commissarissen

Sociale balans

Lijst met ondernemingen waarin venn.

deelneming bezit

Tabel 28: Overzicht rapporteringsverplichtingen voor vennootschappen die voldoen aan art.92 §3 W. Venn.

Page 108: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

96

Binnen de jaarrekening zijn er veranderingen doorgevoerd door de implementatie van Richtlijn

2013/34/EU. Het gevolg van de invoering van de categorie microvennootschappen is de

toevoeging van het microschema binnen de jaarrekening. Doordat de EC in Richtlijn

2013/34/EU de lidstaten verplichte om niet meer op te nemen in de toelichtingen dan door de

Richtlijn was voorgeschreven, heeft de Belgische wetgever de sociale balans van de toelichting

losgekoppeld. Ook de lijst met ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit

moest door de Richtlijn geschrapt worden uit de toelichting dat behoorde tot het verkort schema.

Om deze nuttige informatie toch niet verloren te laten gaan, heeft de Belgische wetgever beslist

om deze lijst als aparte rapporteringsverplichting onder te brengen binnen art.100 W. Venn.

Naast de nieuwe rapporteringsverplichtingen van de sociale balans en lijst van ondernemingen

waarin de vennootschap een deelneming bezit moeten vennootschappen door de implementatie

van de Richtlijn aan nog een nieuwe rapporteringsverplichting voldoen nl. het verslag van

betalingen aan de overheden. Dit verslag is tot stand gekomen doordat de Boekhoudrichtlijn de

lidstaten verplichte om deze rapportering in te voeren. Het verslag van betalingen aan overheden

zal een goed overzicht geven van alle betalingen aan de overheden maar ook van de bedragen

per soort betaling en de betalingen per project.

Page 109: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

97

4. Algemene conclusie

De “think small first” strategie dat heeft geleid tot de omzetting van Richtlijn 2013/34/EU in

Belgische wetgeving heeft op verschillende gebieden een impact.

Als eerste werd er een nieuwe ondernemingscategorie ingevoerd. Deze categorie kreeg de naam

microvennootschappen. De invoering van deze categorie die samenhing met de optrekking van

de criteria bij de andere categorieën, zullen de ondernemingen die status quo blijven wat de

criteria betreft in een categorie terechtkomen die uiteindelijk minder rapporteringsverplichtingen

zal betekenen. De ondernemingen die van grootte zullen veranderen en dus tot een andere

categorie behoren moeten zeker goed opletten dat ze vanaf boekjaar 2016 de overgang van

categorie berekenen op vermoeden van klein en niet meer op vermoeden van groot. Ook deze

verandering is er gekomen door de implementatie van de Richtlijn.

Een tweede aspect waar de implementatie invloed op heeft, is de boekhoudkundige verwerking

en rapportering van de resultaten in het boekjaar via de jaarrekening.

Een eerste aanpassing hierbij is de toevoeging van het microschema voor vennootschappen die

als microvennootschap bestempeld worden.

Daarnaast is ook de structuur van balans en resultatenrekening aangepast. Binnen de balans zijn

de oprichtingskosten van plaats gewijzigd. Voor de resultatenrekening hebben de veranderingen

betrekking tot de uitsluiting van de uitzonderlijke kosten en opbrengsten die voortaan onder de

niet-recurrente kosten en opbrengsten terug te vinden zijn maar ook tot naamswijzigingen van

bepaalde rubrieken.

Verder heeft de omzetting van Richtlijn 2013/34/EU een grote impact nagelaten op de

toelichtingen van de schema’s onder de jaarrekening. De Boekhoudrichtlijn verplichte de

lidstaten namelijk dat zij geen extra verplichtingen in de toelichtingen van het verkort en

microschema konden opnemen dan deze die door de Richtlijn worden bepaald. Bijgevolg werden

er bepaalde vermeldingen afgeschaft maar ook losgekoppeld van de toelichting.

Om bepaalde nuttige informatie niet verloren te laten gaan, zijn van de toelichting losgekoppeld.

Hiermee wordt de link gelegd met het laatste gebied waar Richtlijn 2013/34/EU een impact op

heeft en dit zijn de andere rapporteringsverplichtingen naast de jaarrekening. Door de

loskoppeling van bepaalde vermeldingen in de toelichting zijn de sociale balans en de lijst van

Page 110: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

98

ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit aparte rapporteringsverplichtingen

geworden. Ook het verslag van betalingen aan overheden is een nieuwe

rapporteringsverplichting onder art.100 W. Venn. dat er gekomen is door de omzetting van

Richtlijn 2013/34/EU.

Met deze aanpassingen zijn er na de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU 7 grote

rapporteringsverplichtingen opgenomen in Belgische wetgeving. Deze zijn:

Jaarverslag

Jaarrekening

Verslag van commissarissen

Inventaris

Sociale balans

Lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit

Verslag van betalingen aan overheden.

Deze rapporteringsverplichtingen zijn opgelegd door art.100 W. Venn. en dit artikel zal nog een

aantal kleine vermeldingen van gegevens opleggen die samen deze 7 verplichtingen zullen

moeten worden neergelegd bij de NBB.

Op vlak van toelichtingen is er zeker meer formaliteit gecreëerd over de verschillende

categorieën ondernemingen heen door de Belgische wetgever en dit is zeker geen slechte zet van

de Belgische wetgever. Maar aangezien deze veranderingen pas in praktijk worden omgezet

vanaf boekjaar 2016 kan het nuttig zijn om verder te onderzoeken of deze aanpassing wel

degelijk voor een verlaging van de administratieve lasten voor kmo’s hebben geleid.

Page 111: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

VI

Lijst van geraadpleegde werken

Wetgeving

Richtlijn Europees Parlement en Raad 2009/101/EG, 16 september 2009 strekkende tot het

coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de

vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 48 van het Verdrag, om de

belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden,

zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken, Pb. L. 1 oktober 2009, afl. 258

Richtlijn Europees Parlement en Raad 2013/34/EU, 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse

financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van

bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees

Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de

Raad, Pb. L. 29 juni 2013, afl. 182

Richtlijn Europees Parlement en Raad 2014/94/EU, 22 oktober 2014 tot wijziging van

Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en

informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen, Pb. L. 15

november 2014, afl. 330

Wetboek economisch recht

Wetboek Vennootschappen

Wet 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven

Wet 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen. Geraadpleegd

door opheffing via:

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1975071731&

table_name=wet

Wet 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor

werkgelegenheid, BS 30 december 1995, p35333-???

Wet 7 mei 1999 houdende het wetboek van vennootschappen, BS 6 augustus 1999, p29440-

29637

Wet 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten,

BS 4 september 2002 Editie 2, p39121-39173

Wet 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan

aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende

diverse bepalingen, BS 12 juni 2007, p31588-31610

Wet 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU van 26 juni 2013 van het

Europees Parlement en van de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten,

Page 112: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

VII

geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde

ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en

de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, BS 30

december 2015, p80368-80428

KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen

KB van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen

rekeningstelsel

KB 25 mei 2005 tot wijziging van de artikelen 15,§ 1 en 16, § 1, eerste lid, van het Wetboek

van vennootschappen, vastgesteld bij de wet van 7 mei 1999, BS 7 juni 2005, p26211-26213

KB 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële

instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 3

december 2007, p59785-59800

KB 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU van 26 juni 2013 van het

Europees Parlement en van de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten,

geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde

ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en

de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, BS 30

december 2015, p80380-80428

Parl.St. Kamer 2015-2016, Stuk 1444/001

Rechtsleer

Tijdschriften

KILESSE, A., “Gevolgen van de recente Europese wetgeving op de beroepen van accountant,

belastingconsulent en auditor”, Acc.& Tax 2014/4, p23-30.

DE BACKERE, C., “Omzetting van Europese Boekhoudrichtlijn gebeurt fiscaal (bijna)

neutraal”, Fisc. Act. 2015, nr.25, p1-5.

DE BACKERE, C., “Omzetting Boekhoudrichtlijn: wetsontwerp ingediend in Kamer”, Fisc.

Act. 2015, nr. 39, p6-8.

MARTENS, J., “Omzetting Europese boekhoudrichtlijn: gevolgen voor waarderingsregels in

de bouwsector”, De Venn. februari 2016, p6-7.

Page 113: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

VIII

Nationale Bank van België (2016, maart). Infomail nr.50: omzetting van de Richtlijn

2013/34/EU Geraadpleegd op 11 april 2016 via:

https://www.nbb.be/doc/ba/infomail/mail_n_50.pdf

POUSEELE, B. (2016). Genius repertorium microvennootschap. Geraadpleegd op 17 februari

2016 via:

http://www.monkey.be/secure/documentview.aspx?id=mnco12656765&state=changed

VANDENDAELE, D., “Breuk met 40 jaar stabiliteit in Belgisch boekhoudrecht”, De Venn.

maart 2016, p4-5.

VAN GEEL, C., “Belgisch boekhoudrecht afgestemd op Europese richtlijn over

(geconsolideerde) jaarlijkse financiële overzichten”, Audit, control & governance 2015,

nr.2015/23,

http://www.monkey.be/secure/documentview.aspx?id=mnma12656671&state=changed

Adviezen

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, advies, 18 maart 2015, nr.2015-0600,

http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc15-600.pdf

Nationale Arbeidsraad, advies, 24 maart 2015, nr. 1934, http://www.cnt-

nar.be/ADVIES/advies-1934.pdf

Commissie voor boekhoudkundige normen, advies, 19 mei 2010, nr. 2010/5 - Berekening

criteria artikel 15 W. Venn., http://www.cnc-cbn.be/files/news/link/NL_New27-05-

2010%20advies%202010-5%20artikel%2015%20nl.pdf

Commissie voor boekhoudkundige normen, ontwerpadvies, 13 januari 2016, Beoordeling

groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W. Venn., Geraadpleegd op 17 februari 2016 via

http://www.cnc-

cbn.be/files/news/link/20160114_NL_ED_Ontwerpadvies_Groottecriteria_artikel_15.pdf

Page 114: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

IX

Commissie voor boekhoudkundige normen, advies, z.j., CBN-advies 7-4 - Opmaken van de

inventaris, Geraadpleegd op 16 maart 2016 via http://www.cnc-

cbn.be/files/advice/link/NL_007_04_ok.pdf

Andere bronnen

Commissie boekhoudkundige normen (2015). Dag van de CBN 18 november 2015

[PowerPoint slides].

http://www.cnc-cbn.be/files/news/link/Integrale_presentatie_NL_FINAL.pdf

De kamer. Parlementair document 54K1444 [website]. Geraadpleegd op 4 februari 2016 via:

http://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/flwb&language=nl&cfm=/site/wwwcf

m/flwb/flwbn.cfm?legislist=legisnr&dossierID=1444

De nationale bank van België (z.j.). Tarieftoeslag en andere specifieke gevolgen van de niet-

of laattijdige neerlegging van de jaarrekening [website]. Geraadpleegd op 12 mei 2016 via

https://www.nbb.be/nl/balanscentrale/jaarrekeningen-neerleggen/tarieftoeslag-en-andere-

specifieke-gevolgen-van-de-niet

De notaris. Vennootschappen met of zonder beperkte aansprakelijkheid [website].

Geraadpleegd op 26 april 2016 via: https://www.notaris.be/opstarten-ondernemen/aard-en-

soorten-van-vennootschappen/vennootschappen-met-of-zonder-beperkte-aansprakelijkheid

Europa. EUR-Lex – 32013L0034-EN [website]. Geraadpleegd op 13 mei 2016 via http://eur-

lex.europa.eu/legal-content/EN/NIM/?uri=CELEX:32013L0034

Federale overheidsdienst economie (2015). Richtlijn niet-financiële informatie infosessie en

paneldebat 10 juni 2015 [PowerPoint slides]. Geraadpleegd via:

http://economie.fgov.be/nl/binaries/Richtlijn_niet-

financiele_informatie_Franck_Hofmans_tcm325-268251.pdf

Page 115: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

X

K. PEETERS (2015, maart 19). Omzetting Europese boekhoudrichtlijn goed nieuws voor

kleine ondernemingen [Persmededeling]. Geraadpleegd via:

http://www.krispeeters.be/sites/krispeeters/files/20150319_pb_kris_peeters_omzetting_europ

ese_boekhoudrichtlijn.pdf

Social security (z.j.). Sociale zekerheid / onderneming / DIMONA [website]. Geraadpleegd op

25 april 2016 via:

https://www.socialsecurity.be/site_nl/employer/applics/dimona_new/general/about.htm

Social security (z.j.). Sociale zekerheid / onderneming / personen [website]. Geraadpleegd op

26 april 2016 via:

https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/nl/latest/instructions/persons/rules.

html#h25

Unizo. (z.j.). Wat is een kmo? [website]. Geraadpleegd op 25 april 2016 via:

http://www.unizo.be/starters/advies/wat-een-kmo-0

Vlaamse overheid (z.j.) Een kmo volgens de Europese kmo-definitie: kleine of middelgrote

onderneming [website]. Geraadpleegd op 26 april 2016 via:

http://www.vlaanderen.be/nl/ondernemen/kapitaal-en-krediet/een-kmo-volgens-de-europese-

kmo-definitie-kleine-middelgrote-onderneming

Page 116: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XI

Bijlagen

Bijlage I: Overzicht omzetting Richtlijn 2013/34/EU in nationale wetgeving door Lidstaten 354

Lidstaat Datum omzetting Lidstaat Datum

België

Bulgarije

Tsjechië

Denemarken

Duitsland

Estland

Griekenland

Spanje

Frankrijk

Kroatië

Italië

Letland

Litouwen

30/12/2015

08/12/2015

02/10/2015

02/06/2015

22/07/2015

30/12/2015

14/08/2015

21/07/2015

08/12/2015

2015

04/09/2015

24/11/2015

07/07/2015

Luxemburg

Hongarije

Malta

Nederland

Oostenrijk

Polen

Portugal

Roemenië

Slovenië

Slowakije

Finland

Zweden

Verenigd koninkrijk

28/12/2015

Niet vermeld

06/11/2015

26/11/2015

13/01/2015

2015

24/07/2015

04/01/2016

10/12/2015

22/12/2015

31/12/2015

2015

2015

Tabel 29: Omzetting Richtlijn 2013/34/EU door lidstaten in nationale wetgeving

354

Eigen werk op basis van Europa. EUR-Lex – 32013L0034-EN [website]. Geraadpleegd op 13 mei 2016 via

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/NIM/?uri=CELEX:32013L0034

Page 117: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XII

Bijlage II: Lijst met vrijstellingen van DIMONA-verklaring 355

Voor welke werknemers moet er geen DIMONA-verklaring ingediend worden?

Werknemers in de socioculturele sector

Bij sportmanifestaties

Landbouwarbeiders

Huispersoneel

Vrijwilligers

Kunstenaars met specifieke kleine vergoedingen

Geneesheren

Personen die toezicht en begeleiding verrichten in het onderwijs

Deze vrijstellingen van de DIMONA-verklaring geldt wel enkel als per vrijstelling aan de

vereiste voorwaarden voldaan is. De voorwaarden kunnen geconsulteerd worden via de

volgende link:

https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/nl/latest/instructions/persons/rules.

html#h25

355 Eigen werk op basis van: Social security (z.j.). Sociale zekerheid / onderneming / personen [website].

Geraadpleegd op 26 april 2016 via

https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/nl/latest/instructions/persons/rules.html#h25

Page 118: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XIII

Bijlage III: Balans vennootschappen volgens volledig schema356 ACTIVA I. Oprichtingskosten

Vaste activa II. Immateriële vaste activa

III. Materiële vaste activa

A. Terreinen en gebouwen

B. Installaties, machines en uitrusting

C. Meubilair en rollend materieel

D. Leasing en soortgelijke rechten

E. Overige materiële vaste activa

F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen

IV. Financiële vaste activa

A. Verbonden ondernemingen

1. Deelnemingen

2. Vorderingen

B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

1. Deelnemingen

2. Vorderingen

C. Andere financiële vaste activa

1. Aandelen

2. Vorderingen en borgtochten in contanten

Vlottende activa

V. Vorderingen op meer dan een jaar

A. Handelsvorderingen

B. Overige vorderingen

VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering

A. Voorraden

1. Grond- en hulpstoffen

2. Goederen in bewerking

3. Gereed product

4. Handelsgoederen

5. Onroerende goederen bestemd voor verkoop

6. Vooruitbetalingen

B. Bestellingen in uitvoering

VII. Vorderingen op ten hoogste een jaar

A. Handelsvorderingen

B. Overige vorderingen

VIII. Geldbeleggingen

A. Eigen aandelen

B. Overige beleggingen

IX. Liquide middelen

X. Overlopende rekeningen Totaal der activa

356

Art.88 KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen

Page 119: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XIV

PASSIVA

Eigen vermogen

I. Kapitaal

A. Geplaatst kapitaal

B. Niet-opgevraagd kapitaal

II. Uitgiftepremies

III. Herwaarderingsmeerwaarden

IV. Reserves

A. Wettelijke reserve

B. Onbeschikbare reserves

1. Voor eigen aandelen

2. Andere

C. Belastingvrije reserves

D. Beschikbare reserves

V. Overgedragen winst (verlies)

VI. Kapitaalsubsidies

VI bis Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief (-)

Voorzieningen en uitgestelde belastingen VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten

1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen

2. Belastingen

3. Grote herstellings- en onderhoudswerken

4. Milieuverplichtingen

5.Overige risico's en kosten

B. Uitgestelde belastingen

Schulden

VIII. Schulden op meer dan een jaar

A. Financiële schulden

1. Achtergestelde leningen

2. Niet-achtergestelde obligatieleningen

3. Leasingschulden en soortgelijke schulden

4. Kredietinstellingen

5. Overige leningen

B. Handelsschulden

1. Leveranciers

2. Te betalen wissels

C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

D. Overige schulden

IX. Schulden op ten hoogste een jaar

A. Schulden op meer dan een jaar die binnen het jaar vervallen

B. Financiële schulden

1. Kredietinstellingen

2. Overige leningen

C. Handelsschulden

1. Leveranciers

2. Te betalen wissels

D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

Page 120: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XV

E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

1. Belastingen

2. Bezoldigingen en sociale lasten

F. Overige schulden

X. Overlopende rekeningen Totaal der passiva.

Page 121: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XVI

Bijlage IV: Balans vennootschappen volgens verkort schema 357 ACTIVA

I. Oprichtingskosten

Vaste activa

II. Immateriële vaste activa

III. Materiële vaste activa

A. Terreinen en gebouwen

B. Installaties, machines en uitrusting

C. Meubilair en rollend materieel

D. Leasing en soortgelijke rechten

E. Overige materiële vaste activa

F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen

IV. Financiële vaste activa

Vlottende activa

V. Vorderingen op meer dan een jaar

A. Handelsvorderingen

B. Overige vorderingen

VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering

A. Voorraden

B. Bestellingen in uitvoering

VII. Vorderingen op ten hoogste een jaar

A. Handelsvorderingen

B. Overige vorderingen

VIII. Geldbeleggingen

IX. Liquide middelen

X. Overlopende rekeningen

Totaal der activa

PASSIVA

Eigen vermogen

I. Kapitaal

A. Geplaatst kapitaal

B. Niet-opgevraagd kapitaal

II. Uitgiftepremies

III. Herwaarderingsmeerwaarden

IV. Reserves

A. Wettelijke reserve

B. Onbeschikbare reserves

1. Voor eigen aandelen

2. Andere

C. Belastingvrije reserves

D. Beschikbare reserves

V. Overgedragen winst (verlies)

VI. Kapitaalsubsidies

VI bis Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief (-)

357

Art.92 KB tot uitvoering van Wetboek Vennootschappen

Page 122: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XVII

Voorzieningen en uitgestelde belastingen

VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten

1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen

2. Belastingen

3. Grote herstellings- en onderhoudswerken

4. Milieuverplichtingen

5. Overige risico's en kosten.

B. Uitgestelde belastingen

Schulden

VIII. Schulden op meer dan een jaar

A. Financiële schulden

1. Kredietinstellingen, leasingschulden en soortgelijke schulden

2. Overige leningen

B. Handelsschulden

C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

D. Overige schulden

IX. Schulden op ten hoogste een jaar

A. Schulden op meer dan een jaar die binnen het jaar vervallen

B. Financiële schulden

1. Kredietinstellingen

2. Overige leningen

C. Handelsschulden

1. Leveranciers

2. Te betalen wissels

D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

1. Belastingen

2. Bezoldigingen en sociale lasten

F. Overige schulden

X. Overlopende rekeningen

Totaal der passiva.

Page 123: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XVIII

Bijlage V: Balans vennootschappen volgens microschema 358 ACTIVA I. Oprichtingskosten

Vaste activa

II. Immateriële vaste activa

III. Materiële vaste activa

A. Terreinen en gebouwen

B. Installaties, machines en uitrusting

C. Meubilair en rollend materieel

D. Leasing en soortgelijke rechten

E. Overige materiële vaste activa

F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen

IV. Financiële vaste activa

Vlottende activa

V. Vorderingen op meer dan een jaar

A. Handelsvorderingen

B. Overige vorderingen

VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering

A. Voorraden

B. Bestellingen in uitvoering

VII. Vorderingen op ten hoogste een jaar

A. Handelsvorderingen

B. Overige vorderingen

VIII. Geldbeleggingen

IX. Liquide middelen

X. Overlopende rekeningen

Totaal der activa

PASSIVA Eigen vermogen

I. Kapitaal

A. Geplaatst kapitaal

B. Niet-opgevraagd kapitaal

II. Uitgiftepremies

III. Herwaarderingsmeerwaarden

IV. Reserves

A. Wettelijke reserve

B. Onbeschikbare reserves

1. Voor eigen aandelen

2. Andere

C. Belastingvrije reserves

D. Beschikbare reserves

V. Overgedragen winst (verlies)

VI. Kapitaalsubsidies

VI bis. Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief (-)

358

Art.94/1 KB tot uitvoering van Wetboek Vennootschappen

Page 124: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XIX

Voorzieningen en uitgestelde belastingen

VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten

1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen

2. Belastingen

3. Grote herstellings- en onderhoudswerken

4. Milieuverplichtingen

5. Overige risico's en kosten

B. Uitgestelde belastingen

Schulden

VIII. Schulden op meer dan een jaar

A. Financiële schulden

1. Kredietinstellingen, leasingschulden en soortgelijke schulden

2. Overige leningen

B. Handelsschulden

C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

D. Overige schulden

IX. Schulden op ten hoogste een jaar

A. Schulden op meer dan een jaar die binnen het jaar vervallen

B. Financiële schulden

1. Kredietinstellingen

2. Overige leningen

C. Handelsschulden

1. Leveranciers

2. Te betalen wissels

D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

1. Belastingen

2. Bezoldigingen en sociale lasten

F. Overige schulden

X. Overlopende rekeningen

Totaal der passiva

Page 125: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XX

Bijlage VI: Balans op geconsolideerde basis359

359

Art.163 KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen

ACTIVA PASSIVA

I. Oprichtingskosten Eigen vermogen

Vaste activa I. Kapitaal

II. Immateriële vaste activa II. Uitgiftepremies

III. Consolidatieverschillen III. Herwaarderingsmeerwaarden

IV. Materiele vaste activa IV. Reserves

V. Financiële vaste activa V. Consolidatieverschillen

A. Vennootschappen waarop

vermogensmutatie is toegepast

VI. Omrekeningsverschillen (+) (-)

1. Deelnemingen VII. Kapitaalsubsidies

2. Vorderingen VIII. Belangen van derden

B. Andere ondernemingen Voorzieningen, uitgestelde belastingen en

belastinglatenties

1. Aandelen IX. A. Voorzieningen voor risico’s en kosten

2. Vorderingen B. Uitgestelde belastingen en belastinglatenties

Vlottende activa Schulden

VI. Vorderingen op meer dan

1 jaar

X. Schulden op meer dan 1 jaar

VII. Voorraden en bestellingen

in uitvoering

XI. Schulden op ten hoogste 1 jaar

VIII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar XII. Overlopende rekeningen

IX. Geldbeleggingen

X. Liquide middelen

XI. Overlopende rekeningen

TOTAAL ACTIVA TOTAAL PASSIVA

Page 126: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXI

Bijlage VII: Resultatenrekening vennootschappen volgens volledig schema360

I. Bedrijfsopbrengsten

A. Omzet

B. Voorraad goederen in bewerking en gereed product en bestellingen in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Andere bedrijfsopbrengsten

E. Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten

II. Bedrijfskosten

A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen

1. Aankopen

2. Voorraad

B. Diensten en diverse goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en

materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en

handelsvorderingen

F. Voorzieningen voor risico’s en kosten

G. Andere bedrijfskosten

H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten

I. Niet-recurrente bedrijfskosten

III. Bedrijfswinst

IV. Financiële opbrengsten

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten

D. Niet-recurrente financiële opbrengsten

V. Financiële kosten

A. Kosten van schulden

B. Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder bedrijfskosten

C. Andere financiële kosten

D. Niet-recurrente financiële kosten

VI. Winst/verlies van het boekjaar voor belastingen

VII. A. Onttrekking aan de uitgestelde reserves

B. Overboeking naar de uitgestelde reserves

VIII. Belastingen op het resultaat

A. Belastingen

B. Regulariseringen van belastingen en terugnemingen van voorzieningen voor

belastingen

360

Art.89 KB tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen

Page 127: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXII

IX. Winst/ verlies van het boekjaar

X. A. Onttrekkingen aan de belastingvrije reserves

B. Overboekingen naar de belastingvrije reserves

XI. Te bestemmen winst/verlies van het boekjaar

Resultaatverwerking

A. Te bestemmen winst/verlies

1. Te bestemmen winst/verlies van het boekjaar

2. Te bestemmen winst/verlies van het vorige boekjaar

B. Onttrekkingen aan het eigen vermogen

1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies

2. Aan de reserves

C. Toevoegingen aan het eigen vermogen

1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies

2. Aan de wettelijke reserves

3. Aan de overige reserves

D. Over te dragen resultaat

1. Over te dragen winst

2. Over te dragen verlies

E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies

F. Uit te keren winst

1. Vergoeding van het kapitaal

2. Bestuurders of zaakvoerders

3. Werknemers

4. Andere rechthebbenden

Page 128: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXIII

Bijlage VIII: Resultatenrekening vennootschappen volgens verkort schema361 362

B. Brutomarge

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en

Materieel vast actief

E. Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en op

handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen

F. Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen)

G. Andere bedrijfskosten

H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-)

I. Niet-recurrente bedrijfskosten

II. Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies)

III. Financiële opbrengsten

A. Kapitaal- en interestsubsidies

B. Andere financiële opbrengsten

IV. Financiële kosten

V. Winst (Verlies) van het boekjaar voor belasting

VI. A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen

B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen

VII. Belastingen op het resultaat

VIII. Winst (Verlies) van het boekjaar

IX.A. Onttrekking aan de belastingvrije reserves

B. Overboeking naar de belastingvrije reserves

X. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar

Resultaatverwerking

A. Te bestemmen winst (verlies)

1. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar

2. Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar

B. Onttrekking aan het eigen vermogen

C. Toevoeging aan het eigen vermogen

1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies

2. Aan de wettelijke reserve

3. Aan de overige reserves

D. Over te dragen resultaat

1. Over te dragen winst

2. Over te dragen verlies

E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies

F. Uit te keren winst

1. Vergoeding van het kapitaal

2. Beheerders of zaakvoerders

3. Werknemers

4. Andere rechthebbenden

361

Art.93 KB tot uitvoering van Wetboek Vennootschappen 362

De letters of cijfers die niet terug te vinden zijn, zijn de posten van het volledige schema dat niet vermeld

hoeven te worden in het verkort schema

Page 129: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXIV

Bijlage IX: Resultatenrekening vennootschappen volgens microschema 363 I. A. B. Brutomarge

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en

materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en op

handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen)

F. Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen)

G. Andere bedrijfskosten

H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-)

I. Niet-recurrente bedrijfskosten

II. Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies)

III. Financiële opbrengsten

A. Kapitaal- en interestsubsidies

B. Andere financiële opbrengsten

IV. Financiële kosten

V. Winst (Verlies) van het boekjaar voor belasting

VI.A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen

B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen

VII. Belastingen op het resultaat

VIII. Winst (Verlies) van het boekjaar

IX.A. Onttrekking aan de belastingvrije reserves

B. Overboeking naar de belastingvrije reserves

X. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar

Resultaatverwerking

A. Te bestemmen winst (verlies)

1. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar

2. Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar

B. Onttrekking aan het eigen vermogen

C. Toevoeging aan het eigen vermogen

1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies

2. Aan de wettelijke reserve

3. Aan de overige reserves

D. Over te dragen resultaat

1. Over te dragen winst

2. Over te dragen verlies

E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies

F. Uit te keren winst

1. Vergoeding van het kapitaal

2. Beheerders of zaakvoerders

3. Werknemers

4. Andere rechthebbenden

363

Art.94/2 KB tot uitvoering van Wetboek Vennootschappen

Page 130: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXV

Bijlage X: Resultatenrekening op geconsolideerde basis 364 1. Geconsolideerde resultatenrekening van de bedrijfsresultaten naar hun aard

I. Bedrijfsopbrengsten

II. Bedrijfskosten

III. Bedrijfswinst (bedrijfsverlies)

IV. Financiële opbrengsten

V. Financiële kosten

VI. Winst (verlies) van het boekjaar voor belasting van de consoliderende vennootschap en

van de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen

VII. A. Overboeking naar de uitgestelde belastingen en de belastinglatenties

B. Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen en de belastinglatenties

VIII. Belastingen op het resultaat

IX. Winst (verlies) van de consoliderende vennootschap en van de in de consolidatie

opgenomen dochterondernemingen

X. Aandeel in het resultaat van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast

A. Winstresultaten

B. Verliesresultaten

XI. Geconsolideerde winst (geconsolideerd verlies)

XII. Aandeel van derden in het resultaat

XIII. Aandeel van de groep in het resultaat

2. Geconsolideerde resultatenrekening van de bedrijfsresultaten naar hun bestemming I. Omzet

II. Kosten van verkopen

III. Marge van de omzet

IV. Commerciële kosten

V. Administratieve kosten

VI. Kosten van ontwikkeling

VII. Andere bedrijfsopbrengsten

VIII. Andere bedrijfskosten

IX. Bedrijfswinst (verlies)

X. Financiële opbrengsten

XI. Financiële kosten

XII. Winst (verlies) van het boekjaar voor belasting van de consoliderende vennootschap en

van de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen

XIII. A. Overboeking naar de uitgestelde belastingen en de belastinglatenties

B. Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen en de belastinglatenties

XIV. Belastingen op het resultaat

XV. Winst (verlies) van de consoliderende vennootschap en van de in de consolidatie

opgenomen dochterondernemingen

XVI. Aandeel in het resultaat van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast

A. Winstresultaten

B. Verliesresultaten

XVII. Geconsolideerde winst (geconsolideerd verlies)

XVIII. Aandeel van derden in het resultaat

XIX. Aandeel van de groep in het resultaat

364

Art.164 KB tot uitvoering van Wetboek Vennootschappen

Page 131: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXVI

Bijlage XI: artikel 96 W. Venn. omtrent inhoud jaarverslag §1 Het jaarverslag bedoeld in artikel 95 bevat :

1° ten minste een getrouw overzicht van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en

van de positie van de vennootschap, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en

onzekerheden waarmee zij geconfronteerd wordt. Dit overzicht bevat een evenwichtige en

volledige analyse van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van

de vennootschap die in overeenstemming is met de omvang en de complexiteit van dit bedrijf.

In de mate waarin zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de ontwikkeling, de

resultaten of de positie van de vennootschap, omvat de analyse zowel financiële als, waar

zulks passend wordt geacht, niet-financiële essentiële prestatie-indicatoren die betrekking

hebben op het specifieke bedrijf van de vennootschap, met inbegrip van informatie

betreffende milieu- en personeelsaangelegenheden.

In deze analyse omvat het jaarverslag, waar zulks passend wordt geacht, verwijzingen naar

en aanvullende uitleg betreffende de bedragen in de jaarrekening.

2° informatie omtrent de belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben

plaatsgevonden

3° inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap

aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, voor zover zij niet van die aard zijn dat zij ernstig nadeel

zouden berokkenen aan de vennootschap

4° informatie omtrent de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling

5° gegevens betreffende het bestaan van bijkantoren van de vennootschap

6° ingeval uit de balans een overgedragen verlies blijkt of uit de resultatenrekening

gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt, een

verantwoording van de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van

continuïteit

7° alle gegevens die volgens dit wetboek in dit verslag moeten worden opgenomen.

8° wat betreft het gebruik door de vennootschap van financiële instrumenten en voor zover

zulks van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en

resultaat :

de doelstellingen en het beleid van de vennootschap inzake de beheersing van het

risico, met inbegrip van haar beleid inzake hedging van alle belangrijke soorten

voorgenomen transacties, waarvoor hedge accounting wordt toegepast, alsook

het door de vennootschap gelopen prijsrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, en

kasstroomrisico

9° in voorkomend geval, de verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op

het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité

Page 132: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXVII

§ 2. Voor de vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een

in artikel 4 bedoelde markt, bevat het jaarverslag tevens een verklaring inzake deugdelijk

bestuur, die er een specifiek onderdeel van vormt en die ten minste de volgende informatie

bevat :

1° de aanduiding van de code inzake deugdelijk bestuur die de vennootschap toepast, evenals

een aanduiding waar de betrokken code openlijk raadpleegbaar is, alsook, indien toepasselijk,

de relevante informatie over de praktijken inzake deugdelijk bestuur die worden toegepast

naast de desbetreffende code en de wettelijke vereisten met aanduiding waar deze informatie

ter beschikking wordt gesteld

2° voor zover een vennootschap de in 1° bedoelde code inzake deugdelijk bestuur niet

integraal toepast, een aanduiding van de delen van de code inzake deugdelijk bestuur waarvan

zij afwijkt en de onderbouwde redenen daarvoor

3° een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en

risicobeheerssystemen van de vennootschap, in verband met het proces van financiële

verslaggeving

4° de informatie zoals bedoeld in artikel 14, vierde lid, van de wet van 2 mei 2007 op de

openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn

toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse

bepalingen en in artikel 34, 3°, 5°, 7° en 8°, van het koninklijk besluit van 14 november 2007

betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten

tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

5° de samenstelling en de werking van de bestuursorganen en hun comités

6° een overzicht van de ondernomen inspanningen om er voor te zorgen dat ten minste één

derde van de leden van de raad van bestuur van een ander geslacht is dan dat van de overige

leden.

De bepalingen onder 1°, 2° en 5° van het eerste lid zijn niet van toepassing op

vennootschappen die alleen andere effecten dan aandelen hebben uitgegeven die op een

gereglementeerde markt zijn toegelaten, tenzij de desbetreffende vennootschappen aandelen

hebben uitgegeven die worden verhandeld op een multilaterale handelsfaciliteit zoals bedoeld

in artikel 2, 4°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële

sector en financiële diensten

De bepaling onder 3° van het eerste lid is ook van toepassing op de vennootschappen

waarvan andere effecten dan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een in artikel 4

bedoelde markt.

De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, een code voor

deugdelijk bestuur aanduiden die verplicht van toepassing zal zijn op de in het eerste lid, 1°,

bedoelde wijze.

§ 3. Voor de vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een

in artikel 4 bedoelde markt, bevat de verklaring inzake deugdelijk bestuur zoals bedoeld in

paragraaf 2 tevens het remuneratieverslag, dat er een specifiek onderdeel van vormt.

Het in het vorige lid bedoelde remuneratieverslag bevat ten minste de volgende informatie :

1° een beschrijving van de tijdens het door het jaarverslag behandelde boekjaar gehanteerde

procedure om (i) een remuneratiebeleid te ontwikkelen voor de bestuurders, de leden van het

Page 133: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXVIII

directiecomité, de andere leiders en de personen belast met het dagelijks bestuur van de

vennootschap, en (ii) de remuneratie te bepalen van individuele bestuurders, leden van het

directiecomité, andere leiders en personen belast met het dagelijks bestuur van de

vennootschap

2° een verklaring over het tijdens het door het jaarverslag behandelde boekjaar gehanteerde

remuneratiebeleid van de bestuurders, de leden van het directiecomité, de andere leiders en de

personen belast met het dagelijks bestuur van de vennootschap die ten minste de volgende

gegevens bevat :

a) de principes waarop de remuneratie was gebaseerd, met aanduiding van de relatie tussen

remuneratie en prestaties;

b) het relatieve belang van de verschillende componenten van de vergoeding;

c) de kenmerken van prestatiepremies in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te

verwerven;

d) informatie over het remuneratiebeleid voor de komende twee boekjaren.

Wanneer het remuneratiebeleid in vergelijking met het gerapporteerde boekjaar ingrijpend

wordt aangepast, dient dit in het bijzonder tot uitdrukking te komen

3° op individuele basis, het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die, rechtstreeks

of onrechtstreeks, door de vennootschap of een vennootschap die tot de consolidatiekring van

de vennootschap behoort, aan de niet-uitvoerende bestuurders werden toegekend

4° als bepaalde leden van het directiecomité, bepaalde andere leiders of bepaalde personen

belast met het dagelijks bestuur ook lid zijn van de raad van bestuur, informatie over het

bedrag van de remuneratie dat zij in die hoedanigheid ontvangen

5° in het geval de uitvoerende bestuurders, de leden van het directiecomité, de andere leiders

of de personen belast met het dagelijks bestuur in aanmerking komen voor vergoedingen

gebaseerd op de prestaties van de vennootschap of een vennootschap die tot de

consolidatiekring van deze vennootschap behoort, op de prestaties van de bedrijfseenheid of

op de prestaties van de betrokkene, de criteria voor de evaluatie van de prestaties ten opzichte

van de doelstellingen, de aanduiding van de evaluatieperiode en de beschrijving van de

methoden die worden toegepast om na te gaan of aan deze prestatiecriteria is voldaan. Deze

gegevens dienen zo te worden vermeld dat zij geen vertrouwelijke informatie leveren omtrent

de strategie van de vennootschap

6° het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks aan

de hoofdvertegenwoordiger van de uitvoerende bestuurders, aan de voorzitter van het

directiecomité, aan de hoofdvertegenwoordiger van de andere leiders of aan de

hoofdvertegenwoordiger van de personen belast met het dagelijks bestuur werden toegekend

door de vennootschap of een vennootschap die tot de consolidatiekring van deze

vennootschap behoort. Deze informatie moet worden verstrekt met een uitsplitsing tussen :

a) het basissalaris

b) de variabele remuneratie : alle bijkomende bezoldiging die gekoppeld is aan

prestatiecriteria met aanduiding van de vorm waarin deze variabele remuneratie werd

betaald

c) pensioen : de bedragen die zijn betaald gedurende het door het jaarverslag behandelde

boekjaar of de kosten van de diensten die zijn verleend gedurende het door het

jaarverslag behandelde boekjaar, naar gelang van het type pensioenplan, met een

verklaring van de toepasselijke pensioenregeling

Page 134: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXIX

d) de overige componenten van de remuneratie, zoals de kosten of waarde van

verzekeringen en andere voordelen in natura, met een toelichting van de bijzonderheden

van de belangrijkste onderdelen.

Wanneer deze remuneratie in vergelijking met het door het jaarverslag behandelde

boekjaar ingrijpend wordt aangepast, dient dit in het bijzonder tot uitdrukking te komen;

7° op globale basis, het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die rechtstreeks of

onrechtstreeks aan de andere uitvoerende bestuurders, leden van het directiecomité, andere

leiders en personen belast met het dagelijks bestuur werden verstrekt door de vennootschap of

een vennootschap die tot de consolidatiekring van deze vennootschap behoort. Deze

informatie moet worden verstrekt met een uitsplitsing tussen :

a) het basissalaris

b) de variabele remuneratie : alle bijkomende bezoldiging die gekoppeld is aan

prestatiecriteria met aanduiding van de vorm waarin deze variabele remuneratie werd

betaald

c) pensioen : de bedragen die zijn betaald gedurende het door het jaarverslag behandelde

boekjaar of de kosten van de diensten die zijn verleend gedurende het door het

jaarverslag behandelde boekjaar, naar gelang van het type pensioenplan, met een

verklaring van de toepasselijke pensioenregeling

d) de overige componenten van de remuneratie, zoals de kosten of waarde van

verzekeringen en andere voordelen in natura, met een toelichting van bijzonderheden

van de belangrijkste onderdelen. Wanneer deze remuneratie in vergelijking met het

door het jaarverslag behandelde boekjaar ingrijpend wordt aangepast, dient dit in het

bijzonder tot uitdrukking te komen;

8° voor de uitvoerende bestuurders, de leden van het directiecomité, de andere leiders en de

personen belast met het dagelijks bestuur, op individuele basis, het aantal en de voornaamste

kenmerken van de aandelen, de aandelenopties of alle andere rechten om aandelen te

verwerven, toegekend, uitgeoefend of vervallen in de loop van het door het jaarverslag

behandelde boekjaar

9° voor de uitvoerende bestuurders, de leden van het directiecomité, de andere leiders en de

personen belast met het dagelijks bestuur, op individuele basis, de bepalingen omtrent

vertrekvergoedingen

10° in geval van vertrek van de uitvoerende bestuurders, de leden van het directiecomité, de

andere leiders of de personen belast met het dagelijks bestuur, de verantwoording en de

beslissing door de raad van bestuur, op voorstel van het remuneratiecomité, of de betrokkenen

in aanmerking komen voor de vertrekvergoeding, en de berekeningsbasis hiervoor

11° voor de uitvoerende bestuurders, de leden van het directiecomité, de andere leiders en de

personen belast met het dagelijks bestuur, de mate waarin ten gunste van de vennootschap

voorzien is in een terugvorderingsrecht van de variabele remuneratie die wordt toegekend op

basis van onjuiste financiële gegevens.

Voor de toepassing van deze paragraaf en van de artikelen 525, 526quater, 554, 898 en 900

wordt met " andere leiders " verwezen naar de leden van elk comité waar de algemene leiding

van de vennootschap wordt besproken, en dat wordt georganiseerd buiten de regeling van

artikel 524bis van het Wetboek van vennootschappen.

Page 135: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXX

Bijlage XII: Voorbeelden van andere verplicht neer te leggen akten

Artikel 74 Wetboek Vennootschappen

“Overeenkomstig de vorige artikelen worden neergelegd en bekendgemaakt :

de akten die bepalingen wijzigen waarvoor dit wetboek de bekendmaking voorschrijft

het uittreksel uit de akten betreffende de benoeming en ambtsbeëindiging van :

a) de personen die gemachtigd zijn de vennootschap te besturen en te verbinden;

b) de commissarissen;

c) de vereffenaars; ingeval de vereffenaar een rechtspersoon is, bevat het uittreksel de

aanwijzing of de wijziging van de aanwijzing van de natuurlijke persoon die deze

vertegenwoordigt voor de uitoefening van de vereffening;

d) de voorlopige bewindvoerders.

(e) de leden van de raad van toezicht.)

In het uittreksel wordt de omvang van hun bevoegdheid nader aangegeven, alsook de

wijze waarop zij deze uitoefenen, hetzij alleen, hetzij gezamenlijk, hetzij als college

het uittreksel uit de in kracht van gewijsde gegane of bij voorraad uitvoerbare

rechterlijke beslissing waarbij de ontbinding van de vennootschap wordt uitgesproken,

alsook het uittreksel uit de rechterlijke beslissing waarbij voornoemd bij voorraad

uitvoerbaar vonnis wordt tenietgedaan.

Dat uittreksel vermeldt :

a) de naam en de zetel van de vennootschap;

b) de datum van de beslissing en de rechter die ze heeft gewezen;

c) in voorkomend geval, de naam, de voornamen en het adres van de vereffenaars;

ingeval de vereffenaar een rechtspersoon is, bevat het uittreksel de aanwijzing of de

wijziging van de aanwijzing van de natuurlijke persoon die deze vertegenwoordigt

voor de uitoefening van de vereffening;

een verklaring, ondertekend door de bevoegde organen van de vennootschap, waarin

wordt vermeld :

a) de ontbinding van de vennootschap;

b) elke gebeurtenis die van rechtswege een einde maakt aan de functies van de

personen bedoeld in het 2° van dit artikel

de akten of uittreksels van akten die volgens dit wetboek moeten worden neergelegd

en bekendgemaakt.”365

365

Art.74 Wetboek Vennootschappen

Page 136: WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/372/RUG01-002273372... · 2016. 7. 27. · ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG

XXXI

Artikel 75 Wetboek Vennootschappen

“Overeenkomstig de vorige artikelen worden neergelegd :

de akten die de oprichtingsakte wijzigen, en die niet onderworpen zijn aan publicatie

bij uittreksel

na iedere wijziging van de statuten, de bijgewerkte en gecoördineerde tekst van de

statuten, samen met een stuk dat de datum van de bekendmaking van de

oprichtingsakte en van de akten tot wijziging van de statuten vermeldt

de akten die volgens dit wetboek enkel moeten worden neergelegd.

Het onderwerp van de akten die naar het voorschrift van het eerste lid moeten worden

neergelegd, wordt in de vorm van een mededeling in de Bijlagen bij het Belgisch

Staatsblad overeenkomstig de vorige artikelen bekendgemaakt.”366

366

Art.75 Wetboek Vennootschappen