Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014...

7
Een andere blik op Paulus Wie kruisigde Jezus? Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-

Transcript of Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014...

Page 1: Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-D it nummer van Interpretatie blikt terug op, of kijkt alweer vooruit

Een andere blik op Paulus

Wie kruisigde Jezus?

Wie kruisigde Jezus?

Nieuwe rubriek: Woorddragers

jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-

Page 2: Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-D it nummer van Interpretatie blikt terug op, of kijkt alweer vooruit

Dit nummer van Interpretatieblikt terug op, of kijkt alweervooruit naar Goede Vrijdag. Het

is dit jaar 25 jaar geleden dat de Ber-lijnse Muur viel en daarmee het Oost-blok verdween. In de jaren 70 en 80van de vorige eeuw waren er tussenkerkelijke gemeenten in Nederland ende DDR zo’n kleine tweehonderdvriendschapsbanden. Dat wil zeggen:Nederlandse christenen bezochten deDDR, andersom gebeurde dit vrijwelniet. Het waren zeer intensieve ban-den, die voor een deel tot op de dagvan vandaag nog bestaan.Fotografie legt de tijd vast. Als de tijdverstrijkt, geven foto’s een beeld vanhet verleden. Rombout Stegink, eenverdienstelijk amateurfotograaf, is tus-sen 1983 en 1988 verschillende kerenbij Oost-Duitse christenen op bezoekzijn geweest; hij legde het laatste de-cennium van de DDR vast. De foto’s zijn

– uiteraard – analoog gemaakt, en Ste-gink heeft zelf zijn films ontwikkeld ende negatieven afgedrukt: zwart-wit. Indeze Interpretatie is zíjn interpretatiete zien van de DDR en van de ontmoe-ting van christenen óver, of beter, dóórhet IJzeren Gordijn heen.Met het verdwijnen van de DDR alsaparte staat verdween ook een alter-natief voor de wereld van de vrijemarkt. In de DDR werden offers ge-bracht, waaronder de vrijheid van me-ningsuiting, het vrij kunnen reizen ende gehandicaptenzorg. Maar de vraagdie bij mij blijft hangen, is of wij metde teloorgang van socialistische idea-len ook geen offers hebben gebracht,offers op het altaar van het economi-sche systeem van de OnzichtbareHand.

Herman Heijn

2 I N T E R P R E T A T I E | mei 2014

Rombout Stegink (1966) studeerdeklassiek saxofoon aan het conser-vatorium in Utrecht. Eerder dan desaxofoon was er echter de fotogra-fie. Op zijn twaalfde kreeg hij eenAgfa balgcamera in zijn handengedrukt door zijn vader, waarna hijzich al gauw tot een hartstochte-lijk fotograaf ontwikkelde. In 1983bezocht hij samen met andere Ne-derlandse jongeren voor het eerstde DDR. Daarna volgden er meerbezoeken. Het waren intensievebezoeken, waarin de jongeren ingastgezinnen het dagelijkse levenleefden. Het waren jaren waarin‘de muur’, ook voor de DDR-bewo-ners zelf, nog voor eeuwig leek.Dat de val zo dichtbij was, ver-moedde niemand.

Fotograaf

Rombout Stegink

Page 3: Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-D it nummer van Interpretatie blikt terug op, of kijkt alweer vooruit

I N T E R P R E T A T I E | mei 2014 3

4 Het bloed van Christus als eenbeter offer De kruisdood als offer in het boek Hebreeën Rieuwerd Buitenwerf

8 Het offer als zelfgave Een systematisch-theologische reflectieop eucharistie, offer en Jezus Eric Luijten

12 Bijbels-theologisch grond-woord: BloedMarian Geurtsen

14 Leviticus: het centrum van deTora Marcel Poorthuis

20 De behouden Tempel Tekst, ritueel en offer in het rabbijnse jodendom Leo Mock

26 Woorddragers: Klei – het oud-ste schrijfmateriaal Klaas Smelik

29 Proefschrift: Onheil dat voor-bijgaat De mogelijke beleving van demonen inde psalmenWillien van Wieringen

31 Buiten het boekje: Is ‘offertjesdoen’ voorbije vroomheid?Jos Moons

34 Leesrooster: Doorlezen tot heteindLeeswijzer bij de brief aan de RomeinenPiet van Veldhuizen

37 Kroniek: Slachtofferhulp Een doekje voor het bloeden?Bram Grandia

40 ‘De soldaat die Jezus kruisigde’Over de aanwezigheid van de Romeinsemilitaire macht in Israël in de tijd vanJezus en PaulusSam Janse

En verder2 Over de fotograaf19 Cultuur

Bijbelse tuin Hoofddorp7 Signalement44 Recensies47 Colofon en vooruitblik48 Liederlijk

Disease of ConceitBob Dylan

V a n d e r e d a c t i e

Het woord ‘offer’ komt momenteel in het dagelijkstaalgebruik vooral voor in twee samenstellingen: webrengen loonoffers, en er vallen slachtoffers. Metbeide begrippen zijn we vér verwijderd van de eeu-wenoude praktijken van altaar en offer. In onze cul-tuur zijn nog wel sporen van die praktijken terug tevinden, met name in religieuze rituelen en theologi-sche opvattingen. Maar kunnen wij, moderne wester-lingen, het offer nog echt begrijpen? En zo niet, zijnwe dan iets waardevols kwijtgeraakt, of zijn we eropvooruitgegaan?Met zulke vragen heeft menig pastor ongetwijfeldweer geworsteld in de passietijd, die juist achter onsligt. Als we Jezus’ kruisweg een offer noemen, is datdan een metafoor die aanknoopt bij Israëls tempel-cultus, of is het meer dan dat? Nu de thematiek vanGoede Vrijdag nog vers in het geheugen ligt maar de druk eraf is, houden we in deze aflevering van Interpretatie een dieptepeiling. Van de offerwetten in Leviticus tot hulpvaardigheid als ‘offertje’ in rooms-katholiek Nederland, een verkenning van de offerge-

dachte in jodendom en christelijk geloof.In een nieuwe, korte serie, ‘Woorddragers’, belichtKlaas Smelik in dit nummer de oudste drager van ge-schreven tekst, het kleitablet. Naast dit archeologi-sche stuk is er ook een boeiendhistorisch artikel over de vraaghoe (on)waarschijnlijk hetis dat de kruisiging vanJezus door Romeinsesoldaten is voltrok-ken: Sam Janse zoektuit wat voor troepener destijds in Pales-tina gelegerd waren.Lees het vooral zelf!

I n d i t n u m m e r

Page 4: Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-D it nummer van Interpretatie blikt terug op, of kijkt alweer vooruit

De wijze waarop Hebreeën Jezus’ dood interpreteert enpresenteert, is binnen het Nieuwe Testament eigen-lijk het sluitstuk van een ontwikkeling. Die ontwik-

keling begon bij het historische feit van de dood van Jezusaan het kruis. Jezus, wiens komst volgens zijn volgelingen dedoor God beloofde nieuwe wereld inluidde, werd als een mis-dadiger gedood aan een kruis. Maar zijn volgelingen interpreteerden zijn dood als deel vanGods heilsplan. Ze deden dat enerzijds door Jezus te portrette-ren als een lijdende rechtvaardige: een schuldeloos mens, ge-dood door slechte mensen, maar door God in het gelijkgesteld, opgestaan, en verhoogd in de hemel. We zien deze in-terpretatie onder andere in de synoptische evangeliën. Ander-zijds legden ze de dood van Jezus uit als datgene wat nodigwas om de verstoorde relatie tussen God en mens te herstellen:de dood van Jezus, Gods Zoon, zorgde ervoor dat God de chris-tenen, de volgelingen van Jezus, zou onttrekken aan de strafdie alle mensen eigenlijk ten deel zou moeten vallen. Het is niet moeilijk om de link tussen de tweede interpretatieen de offercultus te maken: ook het jaarlijkse joodse zoenofferwas bedoeld om God gunstig te stemmen, zodat hij het volkniet zou straffen voor begane zonden. In Hebreeën vinden weeen uitgebreide doordenking van de gedachte dat Jezus’ doodhet ultieme zoenoffer is. De vergelijking met oudtestamenti-sche beschrijvingen van de joodse offercultus geeft extra reliëfaan de voorstelling.In de latere systematische theologie speelt de visie van He-

breeën op Jezus’ dood vaak een belangrijke rol. Anders dan bijPaulus of in de evangeliën lijkt in Hebreeën Jezus’ offer bijnaeen theoretisch, theologisch onderwerp te zijn, dat zich goedleent voor verdere dogmatische doordenking. Toch is het be-langrijk om in te zien dat ook voor de auteur van dit bijbel-boek, en voor zijn publiek, de schande van de kruisdood deaanleiding is voor de hele redenering: hoe past de kruisdoodin Gods heilsplan met de mensen? We zien dat ook letterlijkterug in het boek, bijvoorbeeld in Hebreeën 12:2, waar de au-teur ineens spreekt over de ‘schande van het kruis’. Nieuwtes-tamentisch theologiseren over de kruisdood moeten we altijdzien in het licht van een praktijk die mensen uit het dagelijksleven kenden: de marteldood aan een kruis die oproerkraaiersten deel viel.

In een themanummer over de Bijbel en het offermag een artikel over het boek Hebreeën nietontbreken.1 Hebreeën presenteert de dood vanJezus als het ultieme zoenoffer, van groot belangvoor de mensheid. In dit artikel zullen we na-gaan in welk kader we deze voorstelling moetenlezen, en wat de functie ervan is in het geheelvan de brief.

Het bloedvan Christusals eenbeter offerDe kruisdood als offer in het boek Hebreeën

Rieuwerd Buitenwerf

4 I N T E R P R E T A T I E | mei 2014

Page 5: Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-D it nummer van Interpretatie blikt terug op, of kijkt alweer vooruit

De reden om het boek te schrijvenVoor ons begrip van de offervoorstelling in Hebreeën is hetook belangrijk om de aanleiding voor het schrijven van hetboek in het vizier te hebben. Een hoofdthema in het boek isafvalligheid. In Hebreeën 10:25 lezen we dat er sprake is vanchristenen die niet langer naar de samenkomsten komen. Deauteur probeert zijn lezers ervan te overtuigen dat het chris-telijk geloof de uiting is van Gods nieuwe verbond, dat hetoude verbond tussen God en zijn volk overbodig maakt. InHebreeën 6:4-6 en 10:26-27 is de auteur zeer streng: wie afval-lig wordt, heeft zijn kans verspeeld. In 6:6 wordt daarbij opeen bijzondere manier naar de kruisdood verwezen: ‘Maar alsje daarna je geloof opgeeft, dan spot je met de Zoon van God.Dan is het net alsof je hem zelf aan het kruis hangt.’2

Hoewel Jezus’ dood de verzoening voor alle zonden van de ge-lovigen brengt – een hoofdgedachte uit de theologie van He-breeën –, is geloofsafval een onvergeeflijke zonde. Devermaning om bij de christelijke gemeente te blijven, omdathet christelijk geloof waar is, is de uiteindelijke reden voor deauteur om het boek te schrijven. Ook de grote uiteenzettin-gen over de dood van Jezus als offer dragen bij aan dat doel.

De dood van Jezus als beter offerWe zullen nu proberen in vogelvlucht het motief van Jezus’dood als offer in context te lezen, en wat uitgebreider stilstaanbij enkele passages uit hoofdstuk 9. Aan het begin van He-breeën wordt betoogd dat God Jezus vanuit de hemel naar deaarde gestuurd heeft, hem ‘voor een korte tijd minder belang-

I N T E R P R E T A T I E | mei 2014 5

Page 6: Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-D it nummer van Interpretatie blikt terug op, of kijkt alweer vooruit

rijk gemaakt heeft dan de engelen’ (2:9). Hij is mens gewor-den en heeft moeten lijden. Dat was nodig om ons mensen tekunnen redden (2:16-17). Dit geeft het kader aan: Jezus is af-komstig uit de hemel, van begin af aan een zeer bijzonder mens. De auteur introduceert, direct daarop aan-sluitend, aan het slot van hoofdstuk 2 het Jezus-als-hoge-priester-motief. Dat hogepriesterschap vormt het kader

waarin later de offerterminologieaan de orde komt. In hoofd-stuk 4 en 5 wordt het ho-gepriester-themanader uitgewerkt:Jezus is een heelandere hoge-priester dan degewone joodsehogepriesters. In hoofdstuk 7,een van demeest mysteri-euze hoofdstuk-ken uit het boek,probeert de auteur

aan de hand van tweeoudtestamentische Melchi-

sedek-teksten uit te leggen wathet unieke van Jezus als hogepriester is. Jezus is namelijkpriester kata tên taxin (‘volgens de [priester]orde’) van Melchi-sedek (Ps. 110:4). Melchisedek is ‘niet geboren en niet gestor-ven’ (Hebr. 7:3) en dus eeuwig, en bovendien staat hij bovende Levieten, de stam waaruit de joodse priesters voortkomen(7:4-10). De functie van Melchisedek in Hebreeën is om alsoudtestamentische typologie voor Jezus te ‘bewijzen’ datJezus én eeuwig hogepriester was én beter dan de gewonejoodse priesters.3 We komen Melchisedek na hoofdstuk 7 nietmeer tegen. Inmiddels weten we dus dat Jezus hogepriester isvoor eeuwig en dat hij boven de joodse priesters staat.In hoofdstuk 8 wordt een nieuw element uitgediept, namelijkhet feit dat Jezus hogepriester is in de hemel, in de ware, he-melse tabernakel (waarvan de aardse slechts een kopie is –Hebr. 8:5). Ook dat portretteert hem weer als belangrijker dande joodse priesters. Bovendien is dit een onderdeel van Godsnieuwe verbond, Gods nieuwe afspraak met de mensen, diede oude, niet goed werkende afspraak vervangt. Hoofdstuk 9 begint met een weergave van de oudtestamenti-sche cultus. Er wordt verteld hoe de aardse heilige tent eruit-zag. Benadrukt wordt dat je in die tijd niet echt bij God konkomen; alleen de hogepriester mocht het allerheiligste deelvan de tent binnengaan. Dan volgt een belangrijke passageover het offer van Christus (waaruit we 9:11-15 citeren):

11-12 Christus is onze hogepriester geworden in de veel be-tere, heilige tent in de hemel. Die tent is niet door mensengemaakt en hoort niet bij onze wereld. In die tent in dehemel heeft hij gezorgd voor alle goede dingen die nu ge-beuren. Christus is daar voor eeuwig de allerheiligste ruimte bin-nengegaan. Hij bracht zijn eigen bloed mee als offer voorGod, in plaats van het bloed van offerdieren. Zo heeft hij er-voor gezorgd dat mensen voor eeuwig gered kunnen wor-

den. 13 Ons lichaam kan weer rein worden door het bloeden de as van offerdieren. 14 Maar door dit betere offer, hetbloed van Christus, worden we ook diep van binnen rein. Christus had Gods eeuwige Geest in zich. En daarom konhij zichzelf offeren, terwijl hij zelf niets verkeerds gedaanhad. Dankzij dat offer kunnen wij op een goede manierleven en de levende God dienen. 15 Wij hebben ons niet gehouden aan Gods oude afspraakmet ons. Maar Christus is gestorven om ons te bevrijdenvan alles wat we verkeerd gedaan hebben. Doordat hij zich-zelf geofferd heeft, geldt nu Gods nieuwe afspraak.

Om te beginnen illustreert deze passage goed hoe in He-breeën metaforisch spreken en historische werkelijkheidsoms door elkaar lopen. Waar in vers 15 gesproken wordt overhet historische feit van Jezus’ dood, zien we in vers 11-12 devoorstelling van Christus die zijn eigen bloed meeneemt alsoffer voor God. Hoe goed deze gedachte ook past in het betoogvan de schrijver over de rol van Christus, het is natuurlijkniet letterlijk bedoeld.Wat verder opvalt in deze passage, is dat het offer van Chris-tus twee openingen biedt voor de gelovigen: ten eerste ‘eeu-wige redding’, omdat het offer voor altijd de zondenweggenomen heeft; ten tweede zuivering, niet alleen van hetlichaam, maar ook van het hart, diep van binnen, waardoorhet mogelijk is om goed te leven en God op de juiste wijze tedienen (waarmee impliciet de vermaning in de brief gediendwordt: je kúnt immers de goede keuzes maken). Ten slotte zien we in vers 15 dat het offer van Jezus ook hetmoment markeert waarop Gods nieuwe afspraak met demensen gaat gelden, oftewel het moment waarop Godsnieuwe wereld begint (midden in de oude wereld, die nogniet definitief voorbij is).Verderop in hoofdstuk 9 lezen we opnieuw over de heiligetent in de hemel, en het offer dat Christus daar gebrachtheeft, ten opzichte van de oudtestamentische offercultus. Weciteren 9:25-28:

25-26 Christus hoeft zichzelf daar niet steeds opnieuw te of-feren. Anders had hij vanaf het begin van de wereld telkensweer moeten lijden! Dat is anders bij de hogepriester. Diegaat wel elk jaar opnieuw de allerheiligste ruimte binnen.Maar die offert het bloed van een dier, en niet zijn eigenbloed.Christus heeft zichzelf één keer geofferd, toen Gods nieuwetijd begonnen is. Daarmee heeft hij alle zonden weggeno-men.27 Ieder mens zal één keer sterven. Daarna zal God zijn oor-deel over hem uitspreken. 28 Zo heeft ook Christus zichzelféén keer geofferd. Hij is gestorven voor de zonden van veelmensen. Hij zal opnieuw komen, maar dan niet om de zon-den weg te nemen. Nee, hij zal komen om de mensen dieop hem wachten, te redden.

In deze passage komt vooral naar voren dat het offer eenmaligis, en dat met dat offer de nieuwe tijd is begonnen. Interes-sant genoeg introduceert de auteur in het slotvers de parou-sie: Christus zal terugkomen, maar, zo waarschuwt hij, nietom nogmaals de zonden weg te nemen. Dat is al gebeurd. Alsde nieuwe tijd, die nu al begonnen is, definitief zal doorbre-

6 I N T E R P R E T A T I E | mei 2014

Zorg dat jegered wordt!

Page 7: Wie kruisigde Jezus? · Wie kruisigde Jezus? Nieuwe rubriek: Woorddragers jaargang 22-3 | mei 2014 | € 12,-D it nummer van Interpretatie blikt terug op, of kijkt alweer vooruit

ApocriefP.J. van Midden (red.), Deuterocano-nieke boeken (ACEBT 28)In de oude Statenbijbel zijn de apo-criefe boeken weliswaar opgenomen,maar ze worden wel voorafgegaandoor een waarschuwing. Alleen determ ‘apocrief’ zegt al genoeg: hetwaren boeken waar een negatieve la-ding omheen hing. Deze hebben decanon van de synagoge en de protes-tantse kerken niet gehaald. Maar zebevatten wel hoogst interessante envoor het verstaan van de Bijbel be-langrijke tradities. Terecht dat er dus indeze bundel goed de aandacht opwordt gevestigd. De inhoud bestaatuit een aantal artikelen over de inhouden het vertalen van de apocriefen ende canon en over de bijbelse theologiein relatie tot deze boeken. Artikelenover Tobit, het loflied van Judas Mak-kabeüs en de wijsheid van Salomo,Ezra en Ben Sira vullen verder de bun-del. Bijvoorbeeld het artikel van Mul-der over Ben Sira bundelt vele visies engeeft goede inzichten in dit bijbel-boek. Een buitenbeentje is het artikel overde theo-politieke context van Rem-brandts deuterocanonieke werk doorHoekveld. Je kijkt daarna zeker anders

naar Rembrandts schilderijen. Eenaanrader! Bergambacht: 2VM 2013. 144 pag., € 23,50. ISBN 978 94 9039337 3

De toonhoogte van de BijbelGerard Ris, Ga je eigen wegDe auteur, franciscaan, heeft een grotekennis van de Bijbel en de joodse uit-leg. Hij betoogt dat het scheppingsver-haal de toon zet voor alles wat volgt inde Bijbel, maar wel laat is geschreven,namelijk pas na de ballingschap. Dedrie delen van TeNaCh worden bespro-ken, met uitstapjes naar de actualiteiten met de joodse uitleg als basis. Doelen doelgroep ontbreken, maar duide-lijk is dat de lezer de Bijbel goed dientte kennen om de tekst te kunnen vol-gen, en om onderscheid te kunnenmaken tussen waar het bijbelverhaalwordt aangehaald en waar de joodseuitleg begint. De bronnenlijst laat eeninternationale verzameling titels zien,van boeken over Franciscus tot KarelDeurloo en Abraham Heschel.Nijmegen: Valkhof Pers 2014. 175 pag., € 17,50. ISBN 978 90 5625405 6

Goddelijke genade en mense-lijke vrijheidAurelius Augustinus, Vier antipelagi-aanse geschriften. Vertaling Izak Wisseen Raf DebaeneAugustinus is populair, getuige de veletitels die recentelijk zijn verschenenover hem en vertalingen van zijn tek-sten. Deze uitgave biedt vier zoge-noemde antipelagiaanse geschriften.Voor het eerst in het Nederlands ver-taald en handelend over ‘de straf vooren de vergeving van de zonden’, ‘demenselijke natuur en de genade’, ‘devoorbestemming van de heiligen’ en‘het geschenk van de volharding’. Hetwoord vooraf door AugustinuskennerPaul van Geest legt de link tussen degedachten van deze kerkvader en mo-derne denkers en neurologen. AnthonyDupont en Mathijs Lamberigts verzor-gen de achtergrondschets bij de tek-sten van Augustinus en gaan in op hetpelagianisme (‘een constructie ge-maakt door tegenstanders’, p. 42) ende controverse die dit opleverde in dekerk. Centraal staat de vraag naar deverhouding tussen goddelijke genadeen menselijke vrijheid. Een discussiedie ook nu nog bekend zal klinken.Zoetermeer: Uitgeverij Klement 2014.414 pag., € 47,50. ISBN 978 90 8687125 4

S i g n a l e m e n t

I N T E R P R E T A T I E | mei 2014 7

ken, zal Christus komen om uit te voeren wat reeds beslotenis: wie gelooft, zal gered worden.

Tot slotDe beschrijving van Jezus’ dood als zoenoffer is in Hebreeëneen onderdeel van de voorstelling van Jezus als hogepriesterin de hemel. Zijn dood is het eenmalige, definitieve offer in deware, hemelse tempel, waarmee de zonden weggenomen zijn.Met dit offer gaat Gods nieuwe afspraak met de mensen in, enbreekt Gods nieuwe wereld aan. En het offer reinigt niet al-leen de buitenkant, maar ook de harten van mensen, zodat zeGod op de juiste wijze kunnen dienen. Dat wil zeggen: men-sen moeten tot geloof komen, zich aansluiten bij de christe-lijke gemeente, en vooral niet afvallig worden. Want de ware,hemelse hogepriester zorgt ervoor dat mensen bij God kun-nen komen. Ze zijn gered, en dat zal blijken bij zijn terugkeerop aarde. En zo blijkt het ogenschijnlijk theologisch-syste-matische relaas van Hebreeën over Jezus’ dood als offer uit-eindelijk een belangrijk ingrediënt voor een vermaning: blijfgeloven en zorg dat je gered wordt!

Dr. R. Buitenwerf is algemeen directeur van het Nederlands Bijbelge-nootschap. Hij is als bijbelwetenschapper gepromoveerd aan de Uni-versiteit Leiden.

LiteratuurTwee aanbevolen commentaren bij Hebreeën (gebruikt voor dit artikel):H.W. Attridge, The Epistle to the Hebrews, a Commentary on the Epistle to the

Hebrews (Hermeneia), Philadelphia 1989.E. Grässer, An die Hebräer I-III (EKK 17), Zürich 1990-1997.

Noten1 Waar mogelijk wordt de tekst geciteerd uit de Bijbel in Gewone Taal, die inhet najaar van 2014 zal verschijnen. Ik heb meegewerkt aan de vertalingvan het boek Hebreeën. De Bijbel in Gewone Taal is de duidelijkste verta-ling van de Bijbel uit de grondtalen die ooit in het Nederlands is ge-maakt. Juist bij de ingewikkelde nieuwtestamentische brieven is dezevertaling voor de lezer zeer behulpzaam bij het doorgronden van destructuur en de redeneringen.

2 De gebruikelijke vertaling ‘opnieuw kruisigen’ ligt minder voor dehand: het Griekse woord anastauroôwordt gewoonlijk gebruikt voor‘kruisigen’.

3 Er wordt vaak gesproken over de mogelijke verwantschap tussen He-breeën en de Qumran-fragmenten over een hemelse Melchisedek. Mijnsinziens bestaat die verwantschap alleen uit de speculatie over een boven-natuurlijk bestaan van Melchisedek op grond van de schaarse oudtesta-mentische informatie. Het is niet nodig om achter Hebreeën eenuitgebreide traditie over een ‘eeuwige’ Melchisedek te veronderstellen.