White Paper Digitale Pathologie

8
Blijft NederlaNd koploper in digitale pathologie? SNelle dooroNtwikkeliNg vaN digitale pathologie iS weNSelijk eN haalBaar white paper

Transcript of White Paper Digitale Pathologie

Page 1: White Paper Digitale Pathologie

Blijft NederlaNd koploper in digitale pathologie?SNelle dooroNtwikkeliNg vaN digitale pathologie iS weNSelijk eN haalBaar

white paper

Page 2: White Paper Digitale Pathologie

2

voordeleN voor mediSche

profeSSioNalS

Doorontwikkeling van de digitale pathologie biedt vele voordelen; daar is geen discussie over. Om te beginnen zetten we de belangrijkste voorde-len voor laboratoria, ziekenhuizen, pathologen, behandelend artsen en wetenschappelijk onderzoekers op een rij:

¡ Plaatsonafhankelijk beoordelen mogelijk Meerdere pathologen kunnen – ieder op de eigen werkplek – dezelf-de digitale beelden beoordelen en met elkaar bespreken. Uit studies blijkt dat er een hoge mate van overeenstemming is tussen microsco-pische en digitale diagnoses.

¡ Specialisatie van laboratoria Digitale diagnostiek maakt snelle double reading mogelijk, wat de super- of subspecialisatie tussen netwerken van laboratoria bevordert.

¡ Integraal overzicht De digitale beelden kunnen worden geïntegreerd in het medisch pati-entendossier. Pathologen en behandelend artsen hebben dan zowel de klinische informatie als de pathologiegegevens en pathologiebeel-den tot hun beschikking.

¡ Toename van objectiviteit en productiviteit Geautomatiseerde beeldanalyse wordt een hulpmiddel dat de objec-tiviteit van de dagelijkse diagnostiek zal verbeteren. Een belangrijke toevoeging aan het instrumentarium, zeker nu de diagnostische werklast van de pathologen in de toekomst nog zal toenemen door de groei van het aantal kankerpatiënten. Uitwisseling van WSI via een beveiligde infrastructuur maakt het mogelijk dat pathologen ook thuis werken. Pathologen die in deeltijd werken, kunnen zo meer productie maken. Een welkome ontwikkeling, aangezien veel laboratoria kam-pen met een tekort aan fte’s.

¡ Tijdbesparing op diverse terreinen Digitale beelden kunnen elektronisch gearchiveerd en opgevraagd worden, wat veel minder tijd kost dan het zoeken naar glazen coupes

voor overleg-, opleidings- en onderzoeksdoeleinden. Laboratoria kun-nen digitale beelden sneller en gemakkelijker met elkaar delen, mits hiervoor een geschikte infrastructuur beschikbaar is. Het digitaal voor-bereiden en houden van panels bespaart veel tijd en moeite. Anders dan glazen coupes hoeven digitale beelden niet per post te worden verstuurd. Digitalisering versnelt het doorverwijsproces en vermindert de administratieve werklast (registratie van uitgeleende en geretour-neerde glazen coupes is niet meer nodig). Bijkomende voordelen: de risico’s van breuk en zoekraken worden verminderd.

¡ Bevordert (internationaal) wetenschappelijk onderzoek Op basis van digitale beelden kunnen wetenschappers plaatson-afhankelijk research plegen en inzichten delen. Dit voordeel kan in Nederland optimaal uitgebuit worden, aangezien hier een unieke bron van gegevens beschikbaar is: de PALGA-databank. Weet de Nederlandse pathologie haar vooraanstaande positie te behouden en te verstevigen, dan bevordert dit indirect ook weer de kwaliteit van de patiëntenzorg in ons land.

voordeleN voor mediSche profeSSioNalS eN patiëNteN

Wanneer laboratoria en ziekenhuizen probleemloos WSI kunnen uitwisselen, kunnen pathologen en specialisten beter samenwerken. Wegnemen van logistieke barrières zal ertoe leiden dat pathologen en behandelaars elkaar veel gemakkelijker consulteren. Het delen van expertise en kennis zal daardoor steeds vaker plaatsvinden, wat uiteindelijk zal resulteren in nog betere diagnostiek. Diagnoses kunnen ook sneller worden gesteld, als niet hoeft te worden gewacht op coupes die per post zijn verzonden. Second opinions, revisies en expertcon-sultaties kunnen sneller worden verkregen. Dit alles leidt er ook toe dat therapieën eerder kunnen worden ingezet. Als mondige consument van gezondheidszorg verwacht de patiënt overigens ook dat hij zo mogelijk wordt geholpen.

Digitale pathologie (de digitalisering van de pathologie) heeft zich in hoog tempo ontwikkeld. Een aantal Nederlandse pathologielaboratoria beschikken over een of meerdere coupescanners en een groot deel van de laboratoria overweegt de aanschaf ervan. De digitale beelden, Whole Slide Images (WSI), worden in eerste instantie vooral kleinschalig gebruikt voor expertpanels, collegiale consultaties en revisies. Straks zal echter het grootste deel van de primaire diagnostiek op basis van WSI worden bedreven. Welke kansen biedt deze doorontwikkeling van de digitale pathologie? Hoe kan Nederland deze kansen optimaal benutten? Dat zijn de vragen die we met deze whitepaper willen beantwoorden.

Blijft NederlaNd koploper in digitale pathologie?

digitale pathologie

Page 3: White Paper Digitale Pathologie

3

digitaliSeriNg zet door

Doorontwikkeling van de digitale pathologie heeft dus grote voordelen voor zowel medische professionals als patiënten. Los van deze voor-delen zien we dat digitalisering een breed maatschappelijk fenomeen is dat zich ook voltrekt op andere terreinen, zoals de muziekindustrie, het bankwezen en de reiswereld, om er enkele te noemen. De grote drijvende kracht hierachter is de technologie zelf: die maakt het mogelijk en dus gebeurt het ook. De vraag in deze whitepaper is dan ook niet of de verdere digitalisering van de pathologie zal plaatsvinden, maar hoe die in Nederland vorm zal krijgen.

Hoe gaan we in Nederland de doorontwikkeling van de pathologie vormgeven? Deze hoe-vraag is belangrijk en complex. Een compliceren-de factor is bijvoorbeeld het financiële aspect. Zeker, digitale pathologie bevordert de efficiëntie en maakt tijdbesparing mogelijk, maar de businesscase is niet eenvoudig. Digitale pathologie vraagt een flinke voorinvestering (in scanners en storage) terwijl nog niet direct alle micro-scopen vervangen kunnen worden. Daarnaast worden de administratie-ve en logistieke kosten vaak niet expliciet in de begroting opgenomen. Hierdoor is niet transparant welke administratieve en logistieke kosten voor het versturen en ontvangen van coupes en blokjes weggestreept kunnen worden. Toename van efficiëntie bij second opinions, revisies en expertconsultaties in een landelijke uitwisseling kan de businesscase

ondersteunen, als deze efficiëntiewinst meetbaar kan worden gemaakt. Sowieso is het lastig te bepalen wanneer de digitale pathologie een individueel laboratorium daadwerkelijk kostenvoordeel gaat opleveren: elk laboratorium is immers anders. Het financiële aspect zullen we overi-gens niet verder uitwerken. We concentreren ons hier op de vraag hoe in Nederland de digitale pathologie zodanig kan worden vormgegeven dat:

¡ medische professionals en patiënten optimaal profiteren van de eerder genoemde voordelen én

¡ Nederland zijn vooraanstaande positie in de internationale pathologie verstevigt.

waar StaaN we Nu?

Over de ‘hoe-vraag’ wordt al langer nagedacht. In onze optiek zijn er een aantal belemmeringen. Het zijn dezelfde belemmeringen als die het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP) heeft gesignaleerd in Digitale pathologiediagnostiek: toekomstvisie vanuit de NVVP. Hierin wordt onder meer besproken wat er moet gebeuren voordat WSI de glazen coupes en de conventionele microscoop defini-tief kan vervangen. Naast aanpassingen op labniveau, aanpassingen aan scanners en aanpassingen aan viewers en overige software, zijn er IT-issues die opgelost moeten worden:

it-iSSueS ¡ lokale beeld- en datamanagementsystemen om Wsi soepel te kunnen verWerken en

beWaren moeten ingericht Worden op basis van lokale specificaties. de grootte van de

opslag zal afhangen van het aantal beelden dat Wordt opgeslagen en de beWaartijd.

¡ lokale netWerkverbindingen moeten voldoende bandbreedte hebben voor snel

uploaden naar de lokale opslag en het streamen van beelden naar de gebruikers.

¡ internetverbindingen voor interfacen met de buitenWereld moeten snel genoeg zijn.

¡ lokale it-ondersteuning dient goed geregeld te Worden.

¡ security issues moeten Worden opgelost.

¡ mogelijkheden voor een nationale goedkope megaopslag dienen te Worden verkend

(geen noodzaak om nu van start te kunnen gaan met beelduitWisseling).

coNcluSiedigitale pathologie biedt nu al vele mogelijkheden voor de hedendaagse pathologie-

praktijk en deze zullen in de toekomst nog groeien. in nederland lopen We mede voorop

in de Wereld en hebben We de kans om internationaal een leidende positie in te nemen. dit

vereist verdere investeringen door lokale laboratoria in scanners en infrastructuur

voor digitale beelden verkeer en opslag, en geschikte Werkplekken. voor het efficiënt

doen van revisies en consulten is het essentieel dat er op korte termijn met steun van

de nvvp, palga en de focusgroep digitale pathologie een nationaal beelduitWisselings-

platform Wordt ingericht.

visie nvvp

Page 4: White Paper Digitale Pathologie

4

Een duidelijke conclusie. De voordelen van digitale pathologie voor medische professionals en patiënten kunnen optimaal worden benut, mits hiervoor een infrastructuur beschikbaar komt die de probleemloze en veilige uitwisseling van digitale coupes mogelijk maakt. De NVVP en PALGA hebben hiertoe stappen gezet met het project PIE (Pathology Image Exchange). Het project heeft tot doel te komen tot een landelijke infrastructuur voor het uitwisselen van beelden en hieraan gekoppeld verslagen. In het kader van PIE is een Request for Information uitgegaan naar potentiële leveranciers. Over de technische mogelijkheden die de leveranciers hebben beschreven, zal besluitvorming plaats moeten vin-den op basis waarvan een aanbestedingstraject (Request for Proposal) kan worden gestart.

iNfraStructurele oploSSiNg: SNelheid geweNSt

Het realiseren van een veilige infrastructuur is complexe materie, waarbij onder meer technische aspecten (standaardisering, uitwisselbaarheid van formats, IHE-profielen, volume van digitale beeldbestanden) en juridische aspecten (wet- en regelgeving op het gebied van privacy en beveiliging) een rol spelen. Deze aspecten waren ook de kernpunten bij het uitwisselen van medische gegevens tussen zorgverleners binnen het landelijk EPD (via het LSP). Gebruik van bijvoorbeeld Whatsapp en Dropbox is geen oplossing die, binnen de wet- en regelgeving ten aanzien van uitwisseling van medische gegevens, wordt gedoogd. Het van nul af aan ontwikkelen en integreren van zowel de technische als de juridische aspecten in één landelijk dekkende oplossing is een enorme opgave en een bijzonder tijdrovend proces, zo blijkt uit projecten in Nederland maar ook in ons omringende landen. Met een klein aantal ziekenhuizen en laboratoria zijn nog wel bilaterale afspraken te maken, maar het landelijk aan elkaar verbinden van lokale/regionale oplos-singen zal leiden tot inefficiëntie en een onbeheersbare werkwijze en infrastructuur. Ook het risico dat lokale projectdeelnemers afhaken is te groot om deze weg te bewandelen.

De ervaringen in het buitenland hoeven niet maatgevend te zijn voor ons land. Want ten opzichte van de rest van de wereld heeft Nederland een belangrijk voordeel. De infrastructurele oplossing hoeft niet van nul af te worden ontwikkeld, omdat ons land al een hoogwaardige infrastruc-tuur heeft: de PALGA-infrastructuur. Ons voorstel is dat de medische data deze bestaande lijnen blijven volgen en dat de beelden ‘anonieme pixels’ worden. Hoewel de PALGA-infrastructuur hier ook op aangepast moet worden, kan op deze wijze veel ontwikkel- en implementatietijd worden bespaard. In dat geval zouden medische professionals en pati-enten relatief snel kunnen profiteren van de meerwaarde die digitale pathologie heeft voor de primaire diagnostiek. Bovendien zou Neder-land dan zijn vooraanstaande positie in de internationale pathologie kunnen verstevigen, wat goed is voor de ontwikkeling van de Neder-landse pathologie op langere termijn.

NederlaNdSe pathologie iN iNterNatioNaal perSpectief

We zullen nog toelichten hoe de PALGA-infrastructuur benut kan worden voor een praktische, betrouwbare oplossing. Eerst gaan we echter in op het unieke karakter van de PALGA-infrastructuur waaraan Nederland zijn vooraanstaande positie in de internationale pathologie te danken heeft.

Het hart van de PALGA-infrastructuur is het archief waarin alle patho-logie-uitslagen digitaal worden gearchiveerd. Het in 1971 opgerichte archief heeft landelijke dekking, doordat alle Nederlandse pathologie-laboratoria hierop – sinds 1991 – zijn aangesloten. De PALGA–infra-structuur bestaat uit de decentrale databanken in de laboratoria, de landelijke databank voor de patiëntenzorg en de landelijke databank voor wetenschappelijk onderzoek en kwaliteit van zorg. Dat wordt geconcludeerd in het artikel De mogelijkheden van het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief:

de palga-databank is een unieke bron van Wetenschappelijk onderzoek en kWaliteit van zorg die gegevens direct overneemt vanuit de bron van deze gegevens, namelijk de dagelijkse productie in alle pathologie-laboratoria in nederland. tevens vormt de palga-databank de ingang tot de Weefsel-archieven in de laboratoria en vormt daarmee een biobank van grote Waarde. Bron: De mogelijkheden van het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief, Nederlands Tijdschrift voor Oncologie, jaargang 3, nr. 3, mei 2012.

Page 5: White Paper Digitale Pathologie

5

Het genoemde artikel beschrijft hoe de PALGA-databank voor weten-schappelijk onderzoek en kwaliteit van zorg zich heeft ontwikkeld en blijft ontwikkelen. De invoering van gestandaardiseerde verslaglegging van oncologische resecties in de vorm van uniforme landelijke proto-collen (synoptic reporting) speelt hierbij een belangrijke rol. Synoptic reporting zorgt ervoor dat voor iedere patiënt in elk ziekenhuis dezelfde informatie wordt verzameld en op een duidelijke en overzichtelijke manier wordt gepresenteerd. Hoe de gestandaardiseerde verslagleg-ging vordert, is hier te zien.

De voor synoptic reporting kenmerkende eenheid van taal maakt door-levering van gegevens aan derde partijen mogelijk, wat de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek bevordert. Speciaal hiervoor ontwikkelde PALGA de PALGA Protocolmodule (PPM), waarmee de pathologielabo-ratoria protocoldata eenvoudig en direct ter beschikking kunnen stellen aan derde partijen. Hierdoor wordt de registratielast van deze partijen verminderd, terwijl de kwaliteit van de geregistreerde gegevens wordt verbeterd. Op basis van de PPM heeft PALGA een koppeling tot stand gebracht met de DICA (Dutch Clinical Audit) waardoor pathologie-gegevens geautomatiseerd, gecontroleerd en gevalideerd kunnen worden overgenomen in de darmkankerregistratie DCSA (Dutch Surgical Colorectal Audit). In het kader van de bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en darmkanker heeft PALGA vergelijkbare koppelingen tot stand gebracht.

De wijze waarop de PALGA-databank en de landelijke protocollen bijdra-gen aan de kwaliteit van diagnostiek en wetenschappelijk onderzoek in Nederland wordt in het buitenland als voorbeeldig gezien. In een recent wetenschappelijk artikel over synoptic reporting wordt dit als volgt verwoord:

“While use of synoptic templates for cancer reporting has reached near universal adoption in parts of the world, discrete data capture of synoptic data from pa-thology or cancer reports continues to be largely the exception. However, encouraging large scale efforts such as those in Canada and the Netherlands, offer models for others to develop.”

Ons streven is dat de implementatie van digitale pathologie in Nederland ook een voorbeeld voor anderen zal worden.

voorStel: SNelle eN veilige oploSSiNg

Het is belangrijk voor patiënten, medische professionals en voor de ontwikkeling van de Nederlandse pathologie, dat er snel een oplossing komt voor het uitwisselen van medische gegevens - waaronder Modulai-re protocolgegevens - en digitale beelden. Deze oplossing moet boven-dien veilig en betrouwbaar zijn. Aan deze eisen kan worden voldaan met een tweeledige oplossing:

¡ maak gebruik van de bestaande PALGA-infrastructuur voor de uitwisseling van medische gegevens en het traject voor klinische vraagstelling/collegiale consultatie en revisie;

¡ leg daarnaast een landelijke IT-infrastructuur voor de uitwisseling van de geanonimiseerde digitale coupes aan, waar alle laboratoria en ziekenhuizen op aangesloten kunnen worden.

Kern van deze oplossing is dat er een scheiding komt tussen het communiceren van medische gegevens en het uitwisselen van fysieke digitale beelden. Deze scheiding maakt het mogelijk om de PALGA-infrastructuur te benutten voor de uitwisseling van medische gegevens (patiëntgegevens) tussen alle Nederlandse labs – dus ook de labs die nu nog geen scanners gebruiken. De PALGA-infrastructuur heeft de gewenste landelijke dekking en voldoet aan de hoogste internationale standaarden ten aanzien van privacy en veiligheid. Daarnaast wordt dan het PIE-traject uitgezet voor de uitwisseling van geanonimiseerde digitale beelden. Op deze wijze kan aanzienlijke tijdwinst worden geboekt. Ontwikkelen van een compleet nieuwe infrastructuur is immers niet nodig. De PALGA-infrastructuur is getoetst en heeft zijn waarde in de praktijk bewezen. Het PIE-traject is dan relatief eenvoudiger vorm te geven, aangezien over dit traject uitsluitend geanonimiseerde beelden zullen worden uitgewisseld, waarvoor minder stringente regels gelden dan voor het communiceren van patiëntgegevens.

zo fuNctioNeert de oploSSiNg

De scheiding tussen de twee trajecten heeft als voordeel dat direct met het ontwikkelen van de oplossing kan worden gestart. De PALGA-infra-structuur moet worden voorzien van een centrale ‘gateway’ waarover de verslaglegging en medische informatie kunnen worden ‘verstuurd’. Hier-voor kan gebruik worden gemaakt van de landelijk beschikbare module Elektronische Consultuitslag en twee modules die binnenkort landelijk beschikbaar zullen komen: Lab2Lab en PPM modulair.

Hoe het ‘berichtenverkeer’ via de PALGA-infrastructuur globaal kan verlopen, bespreken we hieronder. Zoals gezegd moet binnen de PALGA-infrastructuur een landelijke gateway worden ingericht: een soort centrale hub waarin de medische informatie van het ene lab wordt klaargezet voor het andere lab. Deze hub is te vergelijken met een soort postbus. Over de bestaande PALGA VPN-verbinding stuurt Lab A een consultverzoek over patiënt X naar de gateway. De gateway controleert of Lab A een vertrouwde partij is; als dat zo is komt het bericht daadwer-kelijk in de brievenbus van Lab B. Om in de analogie te blijven: Lab B loopt met regelmaat naar de brievenbus om te kijken: is er post voor mij? Feitelijk wordt hoogfrequent (continu) gecheckt of er berichten klaar-staan. Het principe dat een lab alleen zelf het initiatief neemt om met de buitenwereld te communiceren, wordt op deze manier gerespecteerd. De Lab2Lab module is de user interface in het laboratorium: een soort dashboard waarop te zien valt wat het lab aan berichten heeft verstuurd en heeft ontvangen. Via Lab2Lab ziet zowel Lab A als Lab B welke berichten er zijn verstuurd en wat van elk bericht de status is.

Via de PALGA-infrastructuur met Lab2Lab-module kunnen Lab A en Lab B een vraag-en-antwoordspel spelen dat start met de vraag van Lab A: heb jij digitaal beeldmateriaal beschikbaar over onderzoek X? Luidt het antwoord bevestigend, dan stuurt Lab B in het bericht meteen de authenticatiecode (een link) mee die verwijst naar het geanonimiseerde beeldmateriaal dat Lab B op een plek buiten de PALGA-infrastructuur voor Lab A heeft klaargezet. Op dit punt haakt de oplossing aan bij project PIE, waarin dan alleen het publiceren en uitwisselen van geanonimi-seerde beeldbestanden moet worden geregeld. Aangezien de bestaan-de verbindingen binnen de PALGA-infrastructuur niet voldoende band-breedte kunnen garanderen, zal het uitwisselen van het grote volume aan beelddata niet worden toegestaan. De primaire dienstverlening van PALGA mag niet worden gehinderd door eventuele performance-problemen die inherent zijn aan het uitwisselen van digitale beelden. Wel kan elk Nederlands laboratorium – ook als het nog geen digitale pathologie bedrijft – aansluiten op de PALGA-infrastructuur met Lab2Lab.

Page 6: White Paper Digitale Pathologie

6

hoe BeïNvloedt pie de module laB2laB eN vice verSa?In het initiële ontwerp van Lab2Lab is rekening gehouden met de toekomstige aansluiting van PIE. Zo is het principe van berichtenuit-wisseling bewust breder toepasbaar uitgewerkt en voorziet Lab2Lab al voor een groot deel in de infrastructuur die nodig is voor aansluiting bij PIE, waarbij de wens tot eventueel ontkoppelen van PIE overigens ook gerespecteerd is.

De verwachting is dat de functionele grens tussen PIE en Lab2Lab in de praktijk zal vervagen. Daar waar Lab2Lab de medische gegevens digitaal verstrekt, terwijl het onderzoeksmateriaal nog analoog wordt verzonden, zal men op termijn voor een second opinion waarschijnlijk steeds vaker een scan van de coupes versturen met een PPM-uitbeste-ding ‘second opinion’, waarna dan een PPM-verslag ‘second opinion’ zal worden teruggestuurd.

Hoe kan de ‘PIE-infrastructuur’ worden ingericht? Hiervoor zijn diverse modellen en technische oplossingen denkbaar:1. een centrale oplossing;2. een enkele maar gedecentraliseerde oplossing;3. een gedecentraliseerde oplossing van meerdere leveranciers geba-

seerd op afgesproken standaarden.

Hoewel de ene oplossing beter implementeerbaar is dan de andere, stel-len we vast dat het scheiden van het communiceren van de medische gegevens en de beeldinformatie enerzijds en het uitwisselen van fysieke anonieme digitale beelden anderzijds de ontwikkeling van de ‘PIE-in-frastructuur’ relatief gemakkelijker maakt. Uitgaan van een oplossing

waarin beelden zijn ontdaan van medische context, biedt bovendien veel meer ruimte om aanbieders en modellen binnen PIE te kiezen. Hiermee kan ontwikkel- en implementatietijd worden bespaard.

tijdSpad: realiSatie BiNNeN vijf jaar haalBaar De oplossing die we presenteren, is stapsgewijs te realiseren (de volg-orde is voorwaardelijk):1. de landelijke Lab2Lab-infrastructuur voor het uitwisselen van medi-

sche informatie, de ambitie is realisatie in 2016 (PALGA)2. aansluiting van alle pathologielaboratoria (systemen) op de landelijke

Lab2Lab-infrastructuur, de ambitie is realisatie in 2017 (PALGA);3. aansluiting van ‘PIE-infrastructuur’ op de landelijke Lab2Lab-

infrastructuur, de ambitie is realisatie in 2017;4. alle laboratoria wisselen digitale diagnostiek uit via ‘PIE<>Lab2lab

infrastructuur’, waarbij realisatie in 2020 de ambitie is.

In deze oplossing vormen de stappen 1 en 2 de voorwaarde voor een versnelde uitrol van PIE. Volgens dit scenario kan in stap 4 gestart worden met het opschalen van aangesloten laboratoria. Een landelijk dekkende oplossing met volledige deelname binnen drie jaar is, gezien de lastige (lokale) businesscase, mogelijk erg ambitieus. Om voldoende ‘kritische massa’ te krijgen moet het realiseerbaar zijn om 50% van de laboratoria in 2020 aangesloten te hebben. Ook in dit laatste scenario kan Nederland het eerste land ter wereld worden dat de uitwisseling van digitale beelden en de communicatie van patiëntengegevens in een landelijk functionele oplossing heeft gerealiseerd.

Page 7: White Paper Digitale Pathologie

7

BeoordeliNg: voldoet aaN de eiSeN

Doordenkend op de IT-issues dient de toekomstbestendige infrastructu-rele oplossing aan de volgende eisen te voldoen:1. opschaalbaarheid, zodat alle laboratoria zullen worden aangesloten

(landelijke dekking);2. optimale beveiliging volgens de hoogste internationale standaarden;3. snelle realisatie, zodat Nederland zijn koppositie behoudt;4. standaardisering naar één format/beperkt aantal formats zodat alle

laboratoria beelden met elkaar kunnen uitwisselen.

Deze eisen zijn weergegeven in een logische volgorde. De opschaal-baarheid (eis 1) is cruciaal, want landelijke dekking en deelname is van-zelfsprekend het doel. Hiervoor is echter al toegelicht dat een ‘big bang’ (in één keer realiseren van een landelijk dekkende oplossing) ondoenlijk is. Het belang van optimale beveiliging volgens de hoogste standaarden (2) is eveneens evident. Binnen de PALGA-infrastructuur kan aan beide eisen eenvoudig worden voldaan, zoals uit de beschrijving onder het kopje Zo werkt de oplossing blijkt. We sluiten niet uit dat anderen ook aan beide eisen kunnen voldoen. Commerciële partijen – van scanner-leveranciers tot third parties - hebben aangetoond dat ze patiëntinfor-matie op een veilige wijze kunnen uitwisselen. De implementatie in de praktijk beperkt zich echter vaak tot afgesloten netwerken van klein-schalige samenwerkingsverbanden van ziekenhuizen. Voor specifieke diensten (zoals transport van zeer gevoelige medische informatie ten behoeve van primaire diagnostiek) lijkt het ons zeer onwaarschijnlijk dat partijen als Stichting PALGA en toezichthouders dit zouden overdragen aan een externe commerciële partij die oncontroleerbaar is. Een derge-

lijke afhankelijkheid zou haaks staan op alle vergaande infrastructurele investeringen die in de afgelopen decennia zijn gedaan (PALGA VPN, RDS, PZVDB, PPM, IKNL, DICA, BVO, etc).

Zodra aan de eerste twee eisen is voldaan, komt snelle realisatie (eis 3) aan de orde. De gepresenteerde oplossing benut Nederlands ‘unfair advantage’: de bestaande PALGA-infrastructuur. Anders dan de omrin-gende landen hoeft Nederland de gehele infrastructuur niet van scratch af te ontwikkelen.

Rest nog eis 4: de standaardisering. Hiervoor kan een tweesporenaan-pak worden gehanteerd. Enerzijds heeft snel een betrouwbare, prakti-sche oplossing neerzetten om meerdere redenen een hoge prioriteit. Hoe meer tijd de Nederlandse pathologie neemt voor de oplossing, hoe lastiger het wordt om met leveranciers tot standaardisering te komen. Als het initiatief aan de markt wordt overgelaten, kan een landelijk dekkende oplossing snel buiten bereik raken. Anderzijds kan de Nederlandse am-bitie om de internationale koppositie te behouden daarentegen stimu-lerend en bindend werken. Het is verstandig om een duidelijk signaal af te geven aan de markt: ontwikkelen van een praktische, betrouwbare oplossing is hoogst urgent. De Nederlandse pathologie kiest deze weg: zo gaan we het doen. Bij de aanbesteding van PIE kan men bijvoorbeeld eisen: “de standaard is DICOM en je moet de URL als payload met de opdrachtverstrekking meesturen”. Zo’n sturend signaal zal leveranciers stimuleren om (gezamenlijk) meer inspanningen te leveren voor verdere standaardisatie. Ook omdat een mooie beloning in het verschiet ligt: een bijdrage aan ’s werelds eerste complete oplossing kan een leverancier veel internationale exposure en meer business opleveren.

Deutsche Telekom Healthcare Solutions heeft een duidelijke visie op de door-ontwikkeling van de digitale pathologie. Een visie die onder meer stoelt op de ruime ervaring die we hebben opgedaan in eerdere trajecten rond de uitwisseling van medische gegevens, waaronder het landelijk EPD/LSP, PALGA landelijke databanken, laboratoria, DICA, BVO-BMHK, BVO-DK en IKNL. We zijn vertrouwd met de technische eisen en zijn ook thuis in de toepasselijke wet- en regelgeving. Wilt u met ons van gedachten wisselen over de doorontwikkeling van de digitale pathologie? Neem dan contact op met Klaas de Groote, +31 6 2252 1141 (mobiel), +31 30 656 9777 (tel).

Page 8: White Paper Digitale Pathologie

Deutsche Telekom Healthcare Solutions heeft deze white paper met de grootst mogelijke zorg samengesteld, maar aanvaardt geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke onjuistheden. Alle rechten van intellectuele eigendom betreffende deze materialen liggen bij Deutsche Telekom Healthcare Solutions. Kopiëren, verspreiden en elk ander

gebruik van deze materialen is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Deutsche Telekom Healthcare Solutions, behoudens en slechts voor zover anders bepaald in regelingen van dwingend recht (zoals citaatrecht), tenzij bij specifieke materialen anders aangegeven is.

Wilt u met ons van gedachten wisselen over de doorontwikkeling van de digitale pathologie? Neem dan contact op met Klaas de Groote: +31 6 2252 1141.

Telekom Healthcare SolutionsRegulierenring 203981 LB BunnikNederlandTelefoon +31 [email protected]. telekom-healthcare.nl

Telekom Healthcare SolutionsRegulierenring 203981 LB BunnikNederland

heeft u vrageN? coNtact uitgever