What to do voor strategisch management? · Groeimodel Ansoff . De modellen: - Marktvormen -...

5
What to do voor strategisch management? VRAGEN Stel dat je wordt gevraagd om als adviseur van H&M op te treden. De opdracht is om een strategisch plan op te stellen om de missie te verwezenlijken. Inleiding 1. In welke fase (model Greiner) verkeert dit bedrijf ten tijde van het artikel? 2. Geef aan welke argumenten je hiervoor hebt (minimaal 3). 3. Welke marktvorm is H&M toepassing? Leg uit. 4. Wat is het ondernemingsdoel van H&M? Planningsproces 5. Welke processtappen zou je zetten om tot een plan te komen? 6. Geef aan waarom je voor deze aanpak zou kiezen. 7. Is H&M een bedrijf met een missie, een visie of heeft het zowel een missie als een visie? Bediscussieer 8. Welke kernwaarden passen bij H&M? Analysefase 9. Welke analysemodel zou je als eerste toepassen? 10. Geef drie redenen waarom je juist dit model zou toepassen. 11. Welk analysemodel zou je zeker niet toepassen? 12. Geef drie redenen waarom je dit model niet zou toepassen. 13. In welke strategische groep zou je de kleding van H&M plaatsen (anders gesteld wat zijn de parallel products). 14. Concurreert SENZ wel/niet met een ‘reasonable alternative’ als de spotgoedkope ‘made in China’ paraplu’s. --> niet om te draaien naar H&M 15. Bespreek vanuit de ‘Resource Based View’ het ontstaan van H&M. 16. Hoe ziet de Value Chain van H&M eruit? En het Value System? 17. Bij de strategische selectie wordt ook wel gebruik gemaakt van het SFA-model van Scholes. Leg uit en licht toe? Focusfase 18. Welk focusmodel zou je als eerste toepassen? 19. Geef drie redenen waarom je juist dit model zou toepassen. 20. Welk focusmodel zou je zeker niet toepassen? 21. Geef drie redenen waarom je dit model niet zou toepassen. 22. Welke groeistrategie zou je mogelijk aanbevelen? Innovatie 23. Van wat voor soort innovatie is hier sprake: sustained of disruptive? Overzicht van de modellen die je kunt toepassen, of juist niet. Strategisch startpunt Abell business definition Traecy en Wiersema Klant waarde discipline Externe analyse 5 krachten model van Porter DESTEP Product life cycle Interne analyse Value chain Porter 7S Mc Kinsey Integratie analyse SWOT Marktstrategie 3 generieke strategieen van Porter Portfolio strategie BCG Portfolio strategie GE Groeimodel Ansoff

Transcript of What to do voor strategisch management? · Groeimodel Ansoff . De modellen: - Marktvormen -...

Page 1: What to do voor strategisch management? · Groeimodel Ansoff . De modellen: - Marktvormen - Groeimodel Greiner - Doelen van een organisatie o Winstmaximalisatie o Verkoopmaximalisatie

What to do voor strategisch management?

VRAGEN Stel dat je wordt gevraagd om als adviseur van H&M op te treden. De opdracht is om een strategisch plan op te stellen om de missie te verwezenlijken. Inleiding

1. In welke fase (model Greiner) verkeert dit bedrijf ten tijde van het artikel? 2. Geef aan welke argumenten je hiervoor hebt (minimaal 3). 3. Welke marktvorm is H&M toepassing? Leg uit. 4. Wat is het ondernemingsdoel van H&M?

Planningsproces

5. Welke processtappen zou je zetten om tot een plan te komen? 6. Geef aan waarom je voor deze aanpak zou kiezen. 7. Is H&M een bedrijf met een missie, een visie of heeft het zowel een missie als een visie? Bediscussieer 8. Welke kernwaarden passen bij H&M?

Analysefase

9. Welke analysemodel zou je als eerste toepassen? 10. Geef drie redenen waarom je juist dit model zou toepassen. 11. Welk analysemodel zou je zeker niet toepassen? 12. Geef drie redenen waarom je dit model niet zou toepassen. 13. In welke strategische groep zou je de kleding van H&M plaatsen (anders gesteld wat zijn de parallel

products). 14. Concurreert SENZ wel/niet met een ‘reasonable alternative’ als de spotgoedkope ‘made in China’

paraplu’s. --> niet om te draaien naar H&M 15. Bespreek vanuit de ‘Resource Based View’ het ontstaan van H&M. 16. Hoe ziet de Value Chain van H&M eruit? En het Value System? 17. Bij de strategische selectie wordt ook wel gebruik gemaakt van het SFA-model van Scholes. Leg uit en

licht toe? Focusfase

18. Welk focusmodel zou je als eerste toepassen? 19. Geef drie redenen waarom je juist dit model zou toepassen. 20. Welk focusmodel zou je zeker niet toepassen? 21. Geef drie redenen waarom je dit model niet zou toepassen. 22. Welke groeistrategie zou je mogelijk aanbevelen?

Innovatie

23. Van wat voor soort innovatie is hier sprake: sustained of disruptive? Overzicht van de modellen die je kunt toepassen, of juist niet.

Strategisch startpunt Abell business definition Traecy en Wiersema Klant waarde discipline

Externe analyse 5 krachten model van Porter DESTEP Product life cycle

Interne analyse Value chain Porter 7S Mc Kinsey

Integratie analyse SWOT Marktstrategie 3 generieke strategieen van Porter

Portfolio strategie BCG Portfolio strategie GE Groeimodel Ansoff

Page 2: What to do voor strategisch management? · Groeimodel Ansoff . De modellen: - Marktvormen - Groeimodel Greiner - Doelen van een organisatie o Winstmaximalisatie o Verkoopmaximalisatie

De modellen:

- Marktvormen

- Groeimodel Greiner

- Doelen van een organisatie

o Winstmaximalisatie o Verkoopmaximalisatie o Persoonlijke welvaart o Welzijn voor alles en iedereen

Page 3: What to do voor strategisch management? · Groeimodel Ansoff . De modellen: - Marktvormen - Groeimodel Greiner - Doelen van een organisatie o Winstmaximalisatie o Verkoopmaximalisatie

- Strategisch plan proces

- 5 krachten model : Volgens Porter zijn de vijf krachten die de mate van concurrentie bepalen

de volgende: 1. De macht van leveranciers; 2. De macht van afnemers; 3. De mate waarin substituten en complementaire goederen verkrijgbaar zijn; 4. De dreiging van nieuwe toetreders tot de markt; 5. De interne concurrentie van spelers op de markt.

- SFA model

Wat is het SFA model?

Het SFA model (SFA matrix) van Johnson and Scholes is een hulpmiddel om strategische opties te

toetsen en tegen elkaar af te wegen. De afkorting SFA staat voor suitability, feasibility en

acceptability. De toetsing van de strategische opties vindt plaats, door vanuit drie verschillende

invalshoeken naar de strategische optie te kijken. Deze drie invalshoeken

zijn: Suitability, feasibility en acceptability. Per invalshoek dienen factoren of criteria te worden

opgesteld. Met deze factoren of criteria kan een strategische optie worden getoetst. Hieronder

wordt precies uitgelegd hoe een strategische optie getoetst kan worden met het SFA model.

Daarnaast tref je een ingevuld SFA model aan als voorbeeld. Suitability – Geschiktheid

Suitability betekent in het Nederlands: Geschiktheid. Bij suitability wordt getoetst in hoeverre een

strategische optie past (geschikt is) bij de trends en ontwikkelingen uit deexterne analyse.

Hieronder zijn een aantal factoren opgesteld die passen bij suitability:

Benut de strategische optie de kansen en sterktes uit de externe analyse?

Minimaliseert de strategische optie de zwaktes en bedreigingen uit de externe analyse?

Lost de strategische optie het centrale probleem op?

Page 4: What to do voor strategisch management? · Groeimodel Ansoff . De modellen: - Marktvormen - Groeimodel Greiner - Doelen van een organisatie o Winstmaximalisatie o Verkoopmaximalisatie

Feasibility – Mogelijkheid

Feasibility betekent in het Nederland: Mogelijkheid. Bij feasibility wordt getoetst in hoeverre een

strategische optie haalbaar is (mogelijk is). Hierbij wordt gekeken naar de resultaten van

de interne analyse. De sterktes en zwaktes uit de interne analyse bepalen in hoeverre het mogelijk

is een strategische optie succesvol uit te voeren. De factoren die passen bij feasibility kunnen uit

het FOETSJE model worden gehaald. De volgende factoren kunnen onder feasibility worden

geplaatst:

Is de strategische optie Financieel uitvoerbaar?

Is de strategische optie Organisatorischuitvoerbaar?

Is de strategische optie Economisch uitvoerbaar?

Is de strategische optie Technologisch uitvoerbaar?

Is de strategische optie Sociaal verantwoord?

Is de strategische optie Juridisch uitvoerbaar?

Is de strategische optie Ecologisch verantwoord?

Acceptability – Acceptabel

Acceptability betekent in het Nederland: Acceptabel. Acceptability richt zich op twee aspecten van

een strategische optie, namelijk: Het financiële aspect van een strategische optie en de

belanghebbenden. Bij het financiële aspect dient te worden bekeken in hoeverre een strategische

optie financiële risico’s met zich meebrengt. Het aspect belanghebbenden richt zich op de

wisselwerking tussen de strategische optie en de reactie van belanghebbende hierop. Onder

belanghebbenden verstaan we aandeelhouders, kredietverstrekkers, medewerkers, leveranciers,

klanten en de overheid. De volgende factoren kunnen onder acceptability worden geplaatst.

Het verwachte rendement van de strategische optie

De financiële risico’s van de strategische optie

De mate waarin belanghebbenden de strategische optie accepteren

- Groeimodel van Ansoff

markt /

product

Bestaande

producten Nieuwe producten

Bestaande

markten marktpenetratie productontwikkeling

Nieuwe

markten marktontwikkeling diversificatie