Wero: Door weer en wind · De zon en de hoofdrichtingen Is het jullie ook al opgevallen? De zon...

10
Wero: Door weer en wind Het weerbericht Het weer bestaat uit verschillende delen: De temperatuur De neerslag De bewolking De wind De temperatuur De temperatuur vertelt hoe warm het is. We meten de temperatuur met een thermometer. Als het 0°C is, dan vriest het. Je hebt een muts en een sjaal nodig om je te verwarmen. Als het meer dan 25°C is, dan is het lekker warm. De temperatuur lees je af op een thermometer en noteer je in graden. °C = graden Celsius.

Transcript of Wero: Door weer en wind · De zon en de hoofdrichtingen Is het jullie ook al opgevallen? De zon...

Wero: Door weer en wind Het weerbericht

Het weer bestaat uit verschillende delen:

De temperatuur

De neerslag

De bewolking

De wind

De temperatuur

De temperatuur vertelt hoe warm het is. We meten de temperatuur met een thermometer.

Als het 0°C is, dan vriest het. Je hebt een muts en een sjaal nodig om je te verwarmen. Als

het meer dan 25°C is, dan is het lekker warm.

De temperatuur lees je af op een thermometer en noteer je in graden.

°C = graden Celsius.

De neerslag Neerslag is alle vocht dat uit de lucht valt. Op de

foto zie je goed dat er regen uit een wolk valt.

Hoeveel neerslag er valt kun je meten met een pluviometer.

Verschillende soorten neerslag

De bewolking In de lucht hangen wolken. Wolken zijn hele kleine waterdruppeltjes die samenhangen. De

wind blaast de wolken verder en zorgt er ook voor dat ze veranderen van vorm en grootte.

De wind De wind is niets anders dan de lucht die zich verplaatst. Je

kunt de wind voelen of zien aan wolken, bomen of vlaggen.

De windsnelheid of windsterkte vertelt ons hoe snel de

wind waait. Als er geen wind is, zeggen we dat het windstil

is. Als het erg hard waait, noemen we dat storm. Je kunt de

windsnelheid zien aan de vlaggen of bomen,…

Je kunt de windsterkte meten met een windmeter.

De windrichting vertelt waar de lucht vandaan komt. Daarom gebruikt men voor de

winrichting een windroos. Op de windroos staan windstreken.

Bijvoorbeeld:

De windrichting kun je meten met een windwijze, windvaan of een windhaan.

Als je goed kijkt, dan merk je dat de windhaan een grote staart heeft en een kleine bek. De

wind blaast het grootste stuk, de staart zo ver mogelijk weg. De bek wijst dus naar de plaats

waar de wind vandaan komt.

De windroos https://www.xnapda.be/filmpjes/3de-leerjaar/de-windroos

Hoofdwindrichtingen Op plannen, plattegronden en kaarten zie je

vaak een windroos. Zo kun je aflezen in welke

richting gebouwen, straten,… gelegen zijn. De

grootste pijl wijst daarbij het noorden aan.

Er zijn 4 hoofdwindrichtingen = 4 windstreken:

NOORD (N)

OOST (O)

ZUID (Z)

WEST (W)

Je kan de volgorde van de windrichtingen makkelijk onthouden door een van deze zinnetjes:

Nooit Oorlog Zonder Wapens

Nooit Opstaan Zonder Wekker.

Tussenwindrichtingen Soms ligt er iets tussen twee hoofdwindrichtingen in.

Dat noemen we tussenwindrichtingen. De namen van de tussenwindrichtingen beginnen

altijd met noord (N) of zuid (Z).

Noordoosten (NO) = tussen het noorden en het oosten

Noordwesten (NW) = tussen het noorden en het westen

Zuidwesten (ZW) = tussen het zuiden en het westen

Zuidoosten (ZO) = tussen het zuiden en het oosten

Het kompas Wij kunnen ons oriënteren met een kompas.

We kunnen de hoofdwindstreken en de tussenwindstreken erop aflezen.

Windrichtingen zoek je ook met een kompas. Een kompas

is een rond doosje met daarin een windroos en een

gekleurde magnetische naald. Die naald wijst altijd naar

het noorden.

Hoe werkt een kompas?

Als je het doosje draait zodat je noorden (N) van de

windroos samenvalt met de naald, kun je alle

windrichtingen aflezen.

Een kompas is erg handig als de zon niet schijnt én je wil bijvoorbeeld weten waar welke

windichting is.

https://schooltv.nl/video/hoe-werkt-een-kompas-navigeren-met-behulp-van-

magneten/#q=kompas

De zon en de hoofdrichtingen Is het jullie ook al opgevallen? De zon schijnt niet altijd van op dezelfde plaats. Soms staat

ze heel laag en dan weer hoog aan de hemel. Weet je hoe dat komt?

’s Morgens komt de zon op. Langzaam klimt ze dan omhoog tot ze ’s middags heel hoog

staat. Dan geeft ze het meeste licht en warmte. Daarna zakt ze terug om ’s avonds als een

rode bol te verdwijnen. ’s Nachts zien we ze nooit, dan is het donker.

’s Morgens komt de zon op in het oosten.

de zon komt Op in het Oosten.

De zon staat ’s middags heel hoog, ze zit dan in het zuiden.

’s Avonds gaat de zon onder in het westen.

de zon gaat Weg in het Westen.

We zien de zon nooit in het noorden.

de zon is Nooit in het Noorden

De zon staat in de dag dus niet altijd op dezelfde plaats. Toch legt ze elke dag dezelfde weg

af: ’s morgens komt ze op in het oosten, ’s middags staat ze in het zuiden en ’s avonds gaat

ze onderin het westen. In het noorden staat ze nooit.

Zonneschijn en schaduw Mensen, dieren, planten en voorwerpen hebben een schaduw door de zonneschijn. Die schaduw

valt altijd aan de tegenoverliggende kant van de zonnestand. Staat de zond in het oosten, dan valt

de schaduw in de richting van het westen. Staat ze in het zuiden, dan valt de schaduw in noordelijke

richting. De schaduw is ook niet altijd even groot. Staat de zon laag, dan werpt ze een lange

schaduw, staat ze hoog, dan is de schaduw kort.