Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

29
Werkwoordspelling Werkwoordspelling invulschema

Transcript of Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Page 1: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

WerkwoordspellingWerkwoordspelling

invulschema

Page 2: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Page 3: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Werkwoordsspelling

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Tegenwoordige tijd

Page 4: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Tegenwoordige tijd

Verleden tijd

Page 5: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Tegenwoordige tijd Ik-vorm + t

Verleden tijd

Page 6: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Tegenwoordige tijd Ik-vorm + t

Verleden tijd't Kofschip

(bij zwakke werkw.)

Page 7: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Tegenwoordige tijd Ik-vorm + t 1

Verleden tijd't Kofschip

(bij zwakke werkw.)

Page 8: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Tegenwoordige tijd Ik-vorm + t 1

Verleden tijd't Kofschip

(bij zwakke werkw.)1

Page 9: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Tegenwoordige tijd Ik-vorm + t 1

Hij verhuist naar Gent.

Zij past het jurkje.

De chirurg opereert de patiënt.

Ik meld mij vandaag ziek.

Verleden tijd't Kofschip

(bij zwakke werkw.)1

Page 10: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Tegenwoordige tijd Ik-vorm + t 1

Hij verhuist naar Gent.

Zij past het jurkje.

De chirurg opereert de patiënt.

Ik meld mij vandaag ziek.

Verleden tijd't Kofschip

(bij zwakke werkw.)1

Hij verhuisde naar Gent.

Zij paste het jurkje.

De chirurg opereerde de patiënt.

Ik meldde mij gisteren ziek.

Page 11: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Page 12: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Voltooid tegenw. tijd(zijn, worden, hebben)

Page 13: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Voltooid tegenw. tijd(zijn, worden, hebben)

Voltooid verl. tijd(zijn, worden, hebben)

Page 14: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Voltooid tegenw. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (bij zwak)

Ik-vorm + t (bij teg. tijd)

Voltooid verl. tijd(zijn, worden, hebben)

Page 15: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Voltooid tegenw. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (bij zwak)

Ik-vorm + t (bij teg. tijd)

Voltooid verl. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (volt. dw.)

't Kofschip (teg. tijd)

Page 16: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Voltooid tegenw. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (bij zwak)

Ik-vorm + t (bij teg. tijd)2

Voltooid verl. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (volt. dw.)

't Kofschip (teg. tijd)

Page 17: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Voltooid tegenw. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (bij zwak)

Ik-vorm + t (bij teg. tijd)2

Voltooid verl. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (volt. dw.)

't Kofschip (teg. tijd)2

Page 18: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Voltooid tegenw. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (bij zwak)

Ik-vorm + t (bij teg. tijd)2

Hij is naar Gent verhuisd.

Zij heeft het jurkje gepast.

De patiënt wordt geopereerd.

Ik heb mij gisteren ziek gemeld.

Voltooid verl. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (volt. dw.)

't Kofschip (teg. tijd)2

Page 19: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Voltooid tegenw. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (bij zwak)

Ik-vorm + t (bij teg. tijd)2

Hij is naar Gent verhuisd.

Zij heeft het jurkje gepast.

De patiënt wordt geopereerd.

Ik heb mij gisteren ziek gemeld.

Voltooid verl. tijd(zijn, worden, hebben)

't Kofschip (volt. dw.)

't Kofschip (teg. tijd)2

Hij was naar Gent verhuisd.

Ik had mijn oude huis gemist.

Zij had m'n brief beantwoord.

Ik had mij gisteren ziek gemeld.

Page 20: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Page 21: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Bijvoeglijk naamwoord

Page 22: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Bijvoeglijk naamwoord

Infinitief

Page 23: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk.

Infinitief

Page 24: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk.

InfinitiefSchrijf hele werkwoord

bij al aanwezige verleden tijd.

Page 25: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. -

InfinitiefSchrijf hele werkwoord

bij al aanwezige verleden tijd.

Page 26: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. -

InfinitiefSchrijf hele werkwoord

bij al aanwezige verleden tijd.

2

Page 27: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. -

De verwachte brief ligt op de mat.

Het gelande vliegtuig is op tijd.

Er zijn nu minder gepeste kinderen.

Het gewitte dak ziet er weer mooi uit.

InfinitiefSchrijf hele werkwoord

bij al aanwezige verleden tijd.

2

Page 28: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

Tijd Regel Aantal werkwoorden Voorbeeldzinnen

Bijvoeglijk naamwoord Schrijf zo kort mogelijk. -

De verwachte brief ligt op de mat.

Het gelande vliegtuig is op tijd.

Er zijn nu minder gepeste kinderen.

Het gewitte dak ziet er weer mooi uit.

InfinitiefSchrijf hele werkwoord

bij al aanwezige verleden tijd.

2

Wij moesten uren in de regen wachten.

Hij wilde maar niet antwoorden.

Ik kon niet meer lopen.

Hij ging zwemmen.

Page 29: Werkwoordspelling invulschema. TijdRegelAantal werkwoordenVoorbeeldzinnen.

EINDE