Werkwoordspelling – persoonsvorm, onderwerp, t.t. en werkwoordelijk gezegde

Aan deze instructie smurfen mee:- Yentl- Kiki- Thijs- Danté- Adam- Illyssa- Kevin- Wien- Andreas- Robin- Mats- Jo’lynn- Yarna- Danjel

De rest maakt een werkwoordspellingkaart. Je mag ook meedoen als je dat wilt. Zeg het dan nu.

Ronde 1 gaat nu in! Maximaal 5 minuten.

Les 1 en 2Les 1 en 2

leerdoel:

Je leert de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp herkennen en benoemen.

Wat weet je hier al van? Wanneer ga je dit gebruiken?

Waarom is het handig dat we dit leren?

In ieder geval 4 redenen waarom het handig is dat we dit leren:

Verschil tussen:

"VERDACHTE BEKEND"       en        "VERDACHTE BEKENT"?

De zin:Lolsmurf geeft vandaag een

geweldig cadeau

aan Moppersmurf.

Lolsmurf geeft vandaag een geweldig cadeau aan Moppersmurf.

Kijk eens Mopper, een

cadeau speciaal voor jou! Hehehehe

Ik haat cadeau

s!

cadeau

Lolsmurf

Moppersmurf

Vandaag = Tijd van nu: tegenwoordige tijd = t.t.

De persoonsvorm

Hoe vind ik dieook alweer?

Je vindt de persoonsvorm door:De zin in een andere tijd te zetten

Hoe bedoel je? Hij

gaf ?

Een cadeau?

…..de aantallen te veranderen

Ik haat Lolsmurf

en!

De Lolsmurfen gaven (vandaag) een geweldig cadeau

aan Moppersmurf.

òf door de zin vragend te maken!Ik haat vragen maken!

Ik zou het toch maar doen, Grote Smurf zegt altijd dat het

eerste werkwoord in de vraagzin de

persoonsvorm is!

Geeft Lolsmurf vandaag een geweldig cadeau aan Moppersmurf?

Het werkwoordelijk gezegde

Hoe vind ik die,

Smurfin?

Hihihi, dat zijn toch alle werkwoorden in de zin???

Dat is in deze zin alleen het woord

geeft!

Het onderwerp = wie + persoonsvorm

Wie geeft?????

a. Moppersmurf?

b. Het geweldige cadeau?

c. Lolsmurf

Ik haat geven!

Lolsmurf geeft vandaag een geweldig cadeau aan Moppersmurf.

Goed zo!Je gaat door voor de magnesmurf!

Oh, was het C?

Digitaal en klassikaal een paar opgaven:

En nu jij!

Maak de kaarten van

- Kaart 1 tot en met 5 van de blauwe kaarten (persoonsvorm)

- Kaart 6 tot en met 10 (onderwerp)- Kaart 11 tt versus vt

Evaluatie :

• Evaluatie:• Is het doel gehaald?• Waar moet je met deze opdracht rekening

mee houden? • Wat heb je geleerd?• Wat ging er goed? • Wat ging er niet zo goed?

• Vooruitblik :hierna uitleg tt en vt, enkelvoud en meervoud en stam door juf Liliane

Eventueel extra :

• Lijdend voorwerp• Meewerkend voorwerp• De bijwoordelijke bepaling

Het lijdend voorwerpWat? Het lijdend voorwerp!

Nee! WAT?HET LIJDEND VOORWERP!!!

Wat geeft Lolsmurf?

Oooooooooooh! Ik HAAT dat!

Het meewerkend voorwerpIk werk niet

mee! Ik haat werken!

Ah..toe nou! Werk nou mee,

dan ONTVANG je iets!

Ik geef het aan jou.

Het is voor jou!

Ik ben graag het

meewerkend voorwerp!

De bijwoordelijke bepalingDat zijn alle woorden die je nu nog niet

genoemd hebt. Deze woorden geven antwoord op vagen als:

Waar? Wanneer? Hoe? Waarom? Waardoor? Hoe laat?

Ik haat vragen!Eindelijk

KLAAR!