wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan...

33
KAREL DE GROTE HOGESCHOOL Professionele bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Onderwijsgroep Welzijn, Onderwijs en gezondheid Campus Zuid, Brusselstraat 45 - 2018 Antwerpen T: 03/613.14.66 M: [email protected] W:http://praktijkweb.kdg.be LESVOORBEREIDING nr: Naam: Nathalie Sel Stage: FLE X Klasgro ep: - School: Sint- Jozef Borsbeek De Robianostraat 11 2510 Borsbeek Leerjaar : 5 Aantal lln.: 21 Datum: maandag 11 december 2017 Mentor: Meester Steven Uur: van 13.30u tot 15.15u Leergebi ed: Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld Leerdome in: Oriëntatie op samenleving Oriëntatie op ruimte. Lesonder werp: Het theater: Inleiding thema + Situering in tijd en ruimte Bedenkingen door de mentor (Mentor: enkel de conclusie v/d feedback noteren, de concrete feedback wordt vermeld in de lesvoorbereiding zelf.) Beginsituatie (leerlingspecifieke gegevens - voorkennis van de klasgroep - organisatie) De leerlingen zijn de week voordien naar een theatervoorstelling geweest. Na deze voorstelling hebben ze samen met de leerkracht een verwerkingsgesprek gedaan over hun mening, gevoelens en gedachten bij deze voorstelling. Bij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater hier tot uiting kwamen. Dit is de eerste les rond dit nieuwe thema ‘theater’. Specifiek voor tijd en samenleving: De leerlingen hebben enkele weken geleden binnen het leergebied WO het gehad over de geschiedenis van de samenleving, meer specifiek de verschillende tijdsperiodes en hun kenmerken. Hierbinnen is theater specifiek nog niet geplaatst. 1

Transcript of wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan...

Page 1: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

KAREL DE GROTE HOGESCHOOLProfessionele bachelor in het onderwijs: lager onderwijsOnderwijsgroep Welzijn, Onderwijs en gezondheidCampus Zuid, Brusselstraat 45 - 2018 AntwerpenT: 03/613.14.66 M: [email protected] W:http://praktijkweb.kdg.be

LESVOORBEREIDING nr:

Naam: Nathalie Sel Stage: FLEX Klasgroep: -

School: Sint- Jozef Borsbeek De Robianostraat 112510 Borsbeek

Leerjaar: 5 Aantal lln.:

21

Datum: maandag 11 december 2017

Mentor: Meester Steven Uur: van 13.30u tot 15.15u

Leergebied: Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld

Leerdomein:

Oriëntatie op samenleving Oriëntatie op ruimte.

Lesonderwerp:

Het theater: Inleiding thema + Situering in tijd en ruimte

Bedenkingen door de mentor (Mentor: enkel de conclusie v/d feedback noteren, de concrete feedback wordt vermeld in de lesvoorbereiding zelf.)

Beginsituatie (leerlingspecifieke gegevens - voorkennis van de klasgroep - organisatie)

De leerlingen zijn de week voordien naar een theatervoorstelling geweest. Na deze voorstelling hebben ze samen met de leerkracht een verwerkingsgesprek gedaan over hun mening, gevoelens en gedachten bij deze voorstelling. Bij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater hier tot uiting kwamen.

Dit is de eerste les rond dit nieuwe thema ‘theater’. Specifiek voor tijd en samenleving: De leerlingen hebben enkele weken geleden binnen het leergebied WO het gehad

over de geschiedenis van de samenleving, meer specifiek de verschillende tijdsperiodes en hun kenmerken. Hierbinnen is theater specifiek nog niet geplaatst.

Situering in het leerplan en de leergebiedoverschrijdende eindtermen (Geef de juiste leerplandoelen weer. Per dag situeer je minstens 1 les in de leergebiedoverschrijdende eindtermen.)

Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld Oriëntatie op tijd

o OWot Gebeurtenissen uit het eigen leven en uit de geschiedenis verkennen en in de tijd situereno OWot Vaststellen en uitdrukken hoe de geschiedenis doorwerkt in de samenleving van vandaag en

morgen en hoe je als mens deel uitmaakt van de geschiedeniso OWot Ervaren, onderzoeken, vaststellen en uitdrukken hoe de werkelijkheid verandert en de kennis

erover evolueert in de tijd

1

Page 2: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

Oriëntatie op de samenleving o OWos Ervaren, onderzoeken, vaststellen en uitdrukken hoe mensen in hun levensonderhoud

voorzien.

Oriëntatie op ruimte o OWru5 Een landschap gericht waarnemen en op eenvoudige wijze onderzoeken waarom het er zo uit

ziet

Kerndoel (Streef naar maximum 4 kerndoelen die je op het einde van de les wil bereiken. Nummer de kerndoelen.) (Evalueer na de les of de leerlingen de kerndoelen al dan niet bereikt hebben door de kerndoelen te markeren.)

1. De lln. komen te weten wat theater is. 2. De lln. kunnen zelfstandig opzoek gaan naar informatie over de geschiedenis van het theater a.d.h.v. een gevormde tijdlijn met voorwerpen, afbeeldingen en informatie en een invulblad met vragen. 3. De lln. maken kennis met de geschiedenis van het theater en zijn invloed op de ruimteverdeling van vroeger en nu. 4. De lln. ontdekken de rode draad doorheen de lessen WO rond het thema theater en kunnen deze ook verwoorden.

Pijlers van de krachtige leeromgeving (Kruis aan welke pijlers van de krachtige leeromgeving expliciet verwerkt zitten in je les. Integreer minimum 3 zinvolle pijlers.)

V PIJLERS V/D KRACHTIGE LEEROMGEVING N☒ Positief en motiverend klasklimaat: de leerlingen worden voldoende gemotiveerd bij de start en tijdens de les. ☐☒ Werkelijkheidsnabij en wereld geörienteerd: de inhoud wordt gekaderd binnen of gelinkt aan herkenbare situaties en/of

ervaringen.

☒ Leerlingenactiviteit: de leerlingen worden actief bij de les betrokken. ☐☐ Leerlingeninitiatief: er is ruimte voor inbreng van de leerlingen. ☐☒ Herhaling en geleidelijkheid: er wordt aangesloten bij de voorkennis v/d leerlingen + de leerinhoud wordt inzichtelijk

en geleidelijk aangebracht.☐

☒ Differentiatie en individualisering: de leerlingen worden op hun eigen niveau uitgedaagd en/of begeleid. ☐☐ Waarden-vol en betekenisvol vanuit het lesonderwerp of opbouw van de les, is er aandacht voor waarden en normen. ☐

SAMEN LEREN

EXPRESSIE

INTEGRATIE.

Bronnen (Notering volgens de APA-normen: handboeken, naslagwerken, www, documentatie v/d stageschool of hogeschool, …)

Katholiek Onderwijs Vlaanderen. (z.j.). Zill Katholiek Onderwijs Vlaanderen: Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld. Opgeroepen op 24 November 2017, https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#!/leerinhoud/OW.

Cuypers, S. (z.j.). Theatergeschiedenis. Opgeroepen op 24 November 2017, https://www.toneelschrijver.be/theatergeschiedenis.

Het Griekse theater. (25 januari 2007). Opgeroepen op 24 November 2017, van Schooltv: https://www.schooltv.nl/video/het-grieks-theater-vliegende-goden-op-toneel/.

Nowé, J. (2000). Nu hoort wat men u spelen zal: theater in de Middeleeuwen. Leuven: Davidsfonds.2

Page 3: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

Van Aerschot, E. & Meert, H. (2003). Theater: handboek voor toneelmakers en toeschouwers. Antwerpen: Garant.

Bijlagen (Geef kort aan welke bijlagen bij deze lesvoorbereiding horen.)

1. Afbeeldingen gekeken voorstelling (Wat is theater) 2. Informatie geschiedenis theater 3. Invulblaadje bij tijdslijn

3

Page 4: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

Bordschema (Zo ziet je bordplan eruit op het einde van de les. Bij gebruik van het digibord: voeg alle ‘slides’ toe, dus niet enkel het bordboek.)

4

Page 5: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

5

Page 6: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

FASE 1: instap thema: ‘theaterkenners worden om eigen plek te vinden’Concrete lesdoelen:

De leerlingen ontdekken de rode draad van het thema theater en kunnen dit ook verwoorden: ‘Wat gaan we doen?’; ‘Waarom gaan we dit doen?’ & ‘Welke stappen moeten we hiervoor afleggen?’.

De leerlingen vangen al kort op dat er veel komt kijken bij een theatervoorstelling en dat hier veel taken en functies aan vasthangen.

Materiaal:

Bordboek: theater Affiche voorstelling ‘Majesteit gezocht’ Affiche en flyers voorstelling ‘Majesteit gezocht’ met

doorkruiste datum Afbeelding

Werkvorm(en):Een gesprek + luisteren

Groeperingsvorm(en):Klassikaal

Leerinhoud(Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.)

Affiche theatervoorstelling ‘Majesteit gezocht’ en informatie plaats, datum, prijs,... :

Informatie voorstelling:- Korte inhoud:

Welkom in een prachtig kasteel, hier ver vandaan, waar dienaren trouw voor hun majesteit zorgen. Wanneer de dienaren klaar zijn voor een nieuwe dag en al hun taken hebben uitgevoerd, ontbreekt er 1 iemand: de majesteit zelf. De dienaren staan voor een grote uitdaging: een nieuwe majesteit vinden! Wie-o-wie zal hun nieuwe majesteit worden...?

- Het is een familie voorstelling voor jong en oud met live muziek. - Er is ongeveer een halfjaar aan deze voorstelling gewerkt en er werd vanaf de tekst bijna klaar was, twee

avonden in de week gerepeteerd. - Probleem= Het was niet goed:

- Decor was saai - Einde verhaal was niet leuk- Acteurs waren niet goed Het mocht meer zijn!!

Timing Onderwijsleeractiviteiten(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden, … .)

7’ Opstart rode draad: Voorstelling ‘Majesteit gezocht’

Nieuwsgierigheid opwekken (toont bordboek nog niet!): - De lkr. toont de affiche. - Lkr: Wat zie je? (Affiche/poster van een voorstelling)

6

Page 7: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

Wanneer was de voorstelling?’ (2 en 3 december: Een week geleden) Wat kom je nog op de poster te weten? ( datum, locatie, prijs, uur, titel,...) Waarom zou ik jullie deze poster tonen? Er was iets heel speciaal aan deze voorstelling maar wat? (de leerkracht heeft zelf meegewerkt aan deze voorstelling.) -> De leerlingen mogen eerst raden! Tips: Ik kan jullie vertellen dat ik de voorstelling heb gezien. ik heb de voorstelling heel veel gezien (vaak verschillende delen steeds opnieuw). Ik heb de voorstelling niet gezien terwijl ik in de zaal tussen het publiek zat.

Vertellen over de voorstelling - Lkr: Waarover zou de voorstelling gaan?

-> De leerlingen mogen even spontaan raden terwijl ze de affiche en de flyer op hun bank zien.

- Achteraf licht de leerkracht de voorstelling kort toe: de korte inhoud, doelgroep, proces,...

Probleem: De voorstelling is uitgesteld!

- De lkr. haalt het bordboek erbij en licht het probleem toe.

- De lkr. vertelt hen dat er dringend hulp nodig is maar voordat je kan helpen met zo een moeilijke taak je eerst theaterkenner moet worden.

-> De leerkracht benadrukt dat er vele soorten en taken zijn waardoor er misschien nog zaken zijn die ze niet kennen. Er wordt hierbij vertelt dat we eerst op onderzoek uit moeten gaan!

- Lkr: Ik ga van jullie echte ‘theaterkenners’ maken! Zo kom je misschien te weten wat jou het beste ligt en kunnen we op het einde aan de slag met een bepaalde taak. Sta je bv. liever op het podium en acteer je of ben je beter met technologie en bedien jij beter de lichten of het geluid? Wat lijkt jou leuk een pantomime of een musical? Opgepast! er is nog veel meer!

Stappen binnen rode draad even overlopen: Hoe worden we theaterkenner?

- Lkr: Wat moeten we allemaal doen en weten om theaterkenners te worden? (Lln. mogen spontaan antwoorden)- Lkr: licht stappenplan toe + geeft telkens een voorbeeld ter verduidelijking.

Nog een kleine aanmoediging: - Lkr.: Ik weet zeker dat we voor iedereen een functie zullen vinden! Hou jullie ogen goed open, dan vinden we samen iets leuk voor elk!

7

Page 8: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

FASE 2: Stap 1: Wat is theater? Concrete lesdoelen:

De leerlingen kunnen deelnemen aan een brainstorm rond het begrip ‘theater’ met de gekeken voorstelling in het achterhoofd.

De leerlingen kunnen verwoorden wat theater is.

Materiaal:

Bordboek theater Afbeeldingen van de voorstelling die we zijn gaan kijken Papier (x21)

Werkvorm(en):

Brainstorm

Groeperingsvorm(en):

Klassikaal

Leerinhoud(Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.)

Als eerste stap richting het worden van een theaterkenner is het nodig om te weten wat theater is. Op onderzoek uitgaan in de werkelijkheid en een echte voorstelling gaan bekijken is hierbij een troef!

Inhoud brainstorm met leerlingen rond theater (o.a. met verwijzing naar afgelopen voorstelling)

Wat is theater =- Theater = een verzamelnaam voor kunstvormen waarbij acteurs levende voorstellingen geven voor een publiek. - “Toneel spelen is het naspelen van een handeling en niet de handeling zelf!” – Aristoteles

Timing Onderwijsleeractiviteiten(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen

doen, antwoorden, … .)

10’

Stap 1 uit stappenplan: Wat is theater? Een echte voorstelling gaan bekijken.

De lkr. spreekt a.d.h.v het bordboek Lkr.: “Wat is theater volgens jullie?” (De lln. mogen spontaan antwoorden.)

De lkr. laat lln. eerst even een minuutje zelf brainstormen op blad voor zich: Waar aan denk je bij het woord theater?

- Verdiepen a.d.h.v voorstelling die we hebben gezien:

Lkr.: Om helemaal te weten wat iets echt is, kan je dit best in de echte wereld zien, voelen, ruiken,...Om dus goed te weten wat theater echt is kan je best eens naar het theater zelf gaan. We zijn vorige week dan ook naar het theater geweest.

De lkr. voert een grote brainstorm uit met de lln. aan de hand van de voorstelling die we hebben bekeken.Enkele hulpvragen: Lkr.:

- Wat was er allemaal nodig?- Wie was er allemaal nodig?- Wat zag je allemaal rond je?

8

Page 9: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

- Wat voelde je? Hoe vond je het? De lkr. heeft afbeeldingen van de voorstelling en omgeving achter de hand als geheugensteuntje voor de lln.

Het gaat hierbij over zaken die de lln. zelf weten, hun voorkennis nadat we een voorstelling hebben gezien en vooraf we met die thema dieper ingaan op het theater. Later kan er dan teruggegrepen worden naar wat er hier gezegd werd.

Na de brainstorm vraagt de lkr. om een conclusie te vormen en opnieuw te zeggen wat theater zou kunnen zijn vanuit dit inzicht.

De lkr. geeft tot slot een bepaalde definitie en licht deze toe.De lkr..: “Komt dit overeen met onze brainstorm?”

9

Page 10: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

FASE 3: Zelf op onderzoek uit: evolutie theater (tijd en ruimte)Concrete lesdoelen:

De leerlingen kunnen zelfstandig antwoorden vinden op de vragen rond de geschiedenis van het theater a.d.h.v. gevormde tijdslijn met informatie.

De leerlingen kunnen hun gevonden informatie over de geschiedenis van het theater verwoorden en eventueel toelichten.

Materiaal:

Informatie tijdslijn: Informatie, voorwerpen en afbeeldingen voor de tijdslijn. (x2)

Zoekblad per leerlingen (x21) Zoekblad met correctiesleutel (x21)

Werkvorm(en): Zelfstandig werk - onderwijsleergesprek

Groeperingsvorm(en):Individueel – Klassikaal

Leerinhoud(Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.)

De tijdlijn stelt de geschiedenis van het theater voor. Hier vind je terug hoe het theater vroeger was, waar het was (ruimte) en hoe het is ontstaan. Dit wordt vergeleken met hoe dit nu is. (Inhoud zie bijlage 1)

Ik ga aan de hand van een tijdlijn op zoek naar de antwoorden van de vragen op mijn invulblad. Informatie uit tijdslijn (Zie bijlage 1) Informatie op invulblad (Zie bijlage 2)

Timing Onderwijsleeractiviteiten(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen

doen, antwoorden, … .)

70’

5’verplaatsenintroductie30’ zoeken35’Overlopen+ Vragen

Algemeen:De lkr. heeft vooraf een tijdlijn gemaakt op een rij van tafels. In deze tijdslijn wordt de geschiedenis van het theater weergegeven met allerlei afbeeldingen, voorwerpen en informatie. De leerlingen gaan zelf opzoek in deze tijdslijn naar de antwoorden voor de vragen op hun zoekblad. In deze tijdslijn wordt er ook belang gehecht aan het perspectief ruimte: Waar kwam dit fenomeen voor in de ruimte en hoeveel plek nam dit in. We vergelijken dit met de aanwezigheid van het theater in onze omgeving nu. Het beïnvloedt zowel nu als vroeger het uitzicht van onze wereld.

Organisatorisch: Twee dezelfde tijdlijnen = 10 lln. per tijdlijn. De helft van elke groep start in het verleden en de andere helft in het heden = 5 lln. per kop van de

tafel. ben je zeker dat je op het einde van dit zelfstandig werk op elke vraag een antwoord zou kunnen hebben van een leerling.

Instructie + verplaatsing : De lkr. bekijkt eerst met lln. in de klas aan welke stap we zijn beland. De lkr.: Ik neem jullie mee op een tijdsreis doorheen de geschiedenis van het theater. De lkr. geeft de lln. instructie buiten een rij te maken en gaat met hen naar de polyvalente zaal.

Begeleiding zelfstandig werk tijdslijn: De lkr. helpt waar nodig. De lkr. geeft impulsen:

Lkr: - Waar heb je gevonden dat...? - Wat heb je al allemaal gevonden?

10

Page 11: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

- Haalt een afbeelding of voorwerp boven waar lln. al gepasseerd is: Weet je al wat dit is of waarvoor dit dient?

De lkr. volgt de invulbladen van de lln. op en stuurt al bij waar nodig. De lkr. bevestigd positief!!

Differentiatie: De lln. die hier snel mee weg zijn en dus al klaar zijn voor het einde mogen zelf aan de hand van de informatie vragen opstellen die ze aan de klasleden kunnen stellen. (Zie bundel)

Bespreking informatie: De lkr. verzamelt de leerlingen voor één van de tijdlijnen. De geschiedenis wordt vanaf het verleden tot nu besproken a.d.h.v een gesprek waarbij de vragen

worden overlopen.- De lkr. laat de lln. antwoorden op de vragen van het invulblad en stelt eventueel enkele

bijvragen om tot het juiste antwoord te komen.- De lkr. licht daarnaast de geschiedenis extra toe. (Zie bijlage voor de geschiedenis zelf).- De lkr. maakt uitvoerig gebruik van de informatie, voorwerpen en foto’s op de tijdlijn als visuele

ondersteuning. - We blikken vaak naar het heden: Is dit nu ook zo? Wat blijft er nog van over?

Met voorstelling die we hebben gezien als voorbeeld.- Hoe is de ruimteverdeling nu tegenover vroeger? Als we nu rondwandelen komen we dan ook

nog grote openluchttheaters tegen? Wat is het verschil tussen nu en vroeger als we rondwandelen in onze wereld?

De lln. die vragen hebben opgesteld kunnen enkele hiervan nu stellen.

Terug naar de klas De lkr. geeft de lln. de instructie om terug mee te gaan naar de klas en rustig op hun plaats te gaan

zitten. In de klas laat de lkr. de invulbladeren wegsteken. (Nog even navragen waar ze dit gewoonlijk doen).

11

Page 12: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

FASE 3: Terugblikken (Hoe ver staan we al?) + Vooruitblikken (Voorspelling maken!)

Concrete lesdoelen:

De lln. kunnen verwoorden wat ze vandaag geleerd hebben en hun mening geven.

De lln. kunnen een voorspelling maken naar de toekomst: Wat zou ik denk ik willen doen om mee te werken aan de voorstelling.

Materiaal:

Bordboek stappenplan Papiertje per lln. (21) Doosje voor voorspellingen in te bewaren.

Werkvorm(en):

Gesprek

Groeperingsvorm(en):

Klassikaal

Leerinhoud(Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.)

We hebben stap 1 en 2 al doorlopen: We weten wat theater is en waar het vandaan komt. Antwoorden op de reflectievragen:

o Heb je vandaag dingen ontdekt die je nog niet wist?o Wat is je het meest bijgebleven van de les?o Heb je vandaag iets ontdekt waarvan je geschrokken bent? o Is er iets dat je nog niet weet maar wel nog graag wilt te weten komen? o Vond je het leuk om zelf opzoek te gaan naar de antwoorden?

Morgen zal er een echte theaterquiz zijn en komen we te weten wie er allemaal nodig is voor een voorstelling te maken.

Timing Onderwijsleeractiviteiten(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen

doen, antwoorden, … .)

10’ 1.Terugblikken: Waar staan we al?

De lkr. haalt stappenplan erbij! Lkr: Wat hebben we al gedaan in ons proces naar theaterkenner worden? (We weten al wat theater is

en weten waar het vandaan komt.) De lkr. stelt enkele reflectie- en evaluatievragen:

o Heb je vandaag dingen ontdekt die je nog niet wist?o Wat is je het meest bijgebleven van de les?o Heb je vandaag iets ontdekt waarvan je geschrokken bent? o Is er iets dat je nog niet weet maar wel nog graag wilt te weten komen? o Vond je het leuk om zelf opzoek te gaan naar de antwoorden?

2. Voorspelling maken

Lkr: Morgen gaan we verder! Zijn jullie klaar voor een nieuw onderdeel? Morgen zal er een echte

12

Page 13: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

theaterquiz zijn en komen we te weten wie er allemaal nodig is voor een voorstelling te maken.

Lkr: ik ben een benieuwd wat jij nu zou willen doen om mee te werken aan de voorstelling. Welke taak zou jij willen doen? Je maakt allemaal een voorspelling op het papiertje en dan gaan we morgen nadat je te weten komt wie er allemaal helpt zien of je voorspelling klopt.

De lln. staan zo al even stil bij ‘wie zou er meewerken aan een voorstelling’ alvorens het antwoord is gegeven. De lln. zullen hierdoor misschien verbaast zijn hoeveel er meer komt bij een voorstelling dan ze nu al dachten.

De lkr. geeft lln. de instructie het papiertje toe te vouwen en vooraan hun naam te schrijven. De lkr. laat een lln. de papiertjes ophalen. De papiertjes worden verzamelt op de kast waar ze zichtbaar staan. ( De lkr. probeert dit spannend te

doen overkomen: Wie zou het juist hebben? Dat komen we morgen te weten...)

LESASLUITER ? DOELEN BEREIKT? INHOUDEN VASTGEZET? EVALUATIE?

13

Page 14: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

1. Afbeeldingen voorstelling die we hebben gezien (Wat is theater?)

14

Page 15: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

2. Informatie geschiedenis theater

Waardoor is het allemaal begonnen?

Dionysos was de Griekse god voor vruchtbaarheid en wijn. De Grieken besloten ter ere van hem feesten te organiseren: Het werd een festival dat uiteindelijk 6 dagen duurden en plaatsvond in Athene. Deze oud-Griekse feesten werden Dionysia genoemd.

Vanaf 6de eeuw voor Chr. In het begin was er een koor met zang en dans aanwezig tijdens deze feesten.Later was er een koorleider die gesproken tekst toevoegde aan de zang van het koor. Dit was een eerste stap richting het theater! Hij wordt dan ook de eerst toneelspeler en tragediedichter genoemd. De personen die deze gesproken tekst brachten worden dan ook acteurs. Er komt zo later een samenwerking tussen acteurs en het koor. Uiteindelijk valt het koor weg waardoor er enkel nog acteurs overblijven, zoals we het nu in de meeste gevallen kennen.

5de eeuw voor Chr. Het Griekse theater beleefd haar gouden eeuw: Er werden toneelwedstrijden georganiseerd tijdens de Dionysia waarbij het publiek oordeelden.

Het publiek bleef zitten van de ochtend tot zonsondergang: Ze aten en applaudisseerden of protesteerden voor de stukken. Zij oordeelden over de verschillende toneelstukken.

De toneelstukken hadden een vast volgorde. Elke schrijver maakte telkens 4 stukken: Eerst had je 3 keer een tragedie stuk en tot slot had je 1 komedie stuk.

o Tragedie = een treurspel, Het gaat over lotgevallen van helden, goden en vorsten. Een verhaal dat slecht afloopt.

o Komedie = een blijspel, Het gaat vaak over het dagelijkse leven. Er wordt gelachen met bekende mensen Een verhaal dat goed afloopt.

15

Het theaterEen reis door de tijd

Page 16: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

1a. Oudheid: Het Griekse theater Bouw:

De openluchttheaters

- De Grieken bouwen enorme openluchttheaters. - Deze werden in een dal gebouwd zodat de akoestiek natuurlijk en goed was. - Deze werden hier tegen een heuvel gebouwd als steun. - Materiaal voornamelijk: natuursteen

1 = Théatron- De plaats van het publiek.- Het zijn rijen met zitplaatsen in een halfrond, met vooraan erezetels voor bijvoorbeeld priesters.

2 = Orchèstra - cirkelvormige vloer waar het koor zingt en danst, in het midden de thymele, een klein altaartje ter ere van Dionysos.

3 = Proskènion- Een vlak tussen de muur van het toneel en het orchestra. Dit is het podium waarop de eigenlijke handelingen plaatsvonden.

4 = Skène - Werd gebruikt als verkleedruimte en als decor.

De Grieken gebruikten een speciaal hulpmiddeltje om te tonen waar de acteurs van kwamen. De acteurs die langs links opkwamen, kwamen van het platteland. Langs rechts kwamen de mensen van de stad of de haven.

16

1 23

4

Page 17: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

Acteurs - Er waren telkens maximum drie acteurs. - Het waren enkel mannen.- Elke acteurs speelde verschillende rollen.

StukkenHet waren bekende verhalen gekend door het publiek.

Publiek beoordeelde:Goed: Gejuich en applaus.Slecht: Gooien met vijgen, noten en stenen.

De maskers en kledij De maskers die werden gedragen waren groot en met grote monden om door te spreken.

men droeg zware kledij en schoeisel met dikke zolen. Dit deed de acteurs groter lijken, zodat de toeschouwers achter in het theater hen beter konden zien

1b. De oudheid: Het Romeinse theater Ontstaan:

Het Romeinse theater is ontstaan uit het Griekse theater. o De Romeinen veroverden in de laatste 2 eeuwen v.Chr. de Griekse landen en namen vervolgens

veel van hun cultuur over. Zo ook het theater, waarvoor de Grieken al sinds de 5e eeuw v.Chr. stenen gebouwen oprichten.

o Ontstaan via Sicilië: Deze plek was vroeger onder invloed van de Grieken. Tijdens de oorlog ontdekten de romeinen de Griekse stukken en gingen deze vertalen.

Bouw:- Materiaal: baksteen en beton- De Romeinse theaters zijn gebaseerd op het oudere Griekse model en vertonen dus veel overeenkomsten: -> Beide theaters hebben een halfronde tribune waarvoor een podium staat. veel verschillen: 1. De Grieken: bouwden hun theaters altijd tegen heuvels aan, zodat de tribune op natuurlijke wijze werd ondersteund. De Romeinen: Zij hadden op veel plaatsen in hun rijk niet de mogelijkheid om tegen heuvels te bouwen en bouwden een constructie, bestaande uit bogen en gewelven waarop de tribunes steunden.

2. De Grieken: Goede akoestiek door het bouwen in een dal tegen een heuvel. De Romeinen: Met een kunstmatige achterwand creëerden ze ook een goede akoestiek.

3. De Grieken: natuursteen De Romeinen: bakstenen en beton

4. De Grieken: Het toneel stond bij de Griekse theaters los van de rest van het gebouw. De Romeinen: Zij integreerden het toneel door een hoge podiummuur te bouwen en die aan de muren van de tribunes vast te bouwen, zodat een afgesloten geheel ontstond.

Naast het standaard theater hadden de Romeinen nog een aantal andere gebouwen voor publiek vermaak.17

Page 18: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

Het odeum of odeion was eveneens een van oorsprong Grieks gebouw. Het odeum vertoont grote overeenkomsten met het theater, zo is het grondplan vrijwel gelijk. Dit gebouw was wel veel kleiner, was overdekt en werd voornamelijk gebruikt voor zang- en dichtvoorstellingen.

Het amfitheater wordt vaak verward met het standaard theater, maar had een ovale vorm met tribunes rondom de arena. Het amfitheater werd gebruikt voor gladiatorengevechten.

Het circus of hippodroom. Een groot langwerpig gebouw waarin wagenrennen werden gehouden.

De naumachia is een theater dat alleen in Rome voorkwam. Dit was een groot kunstmatig meer waar zeegevechten werden nagebootst. Rondom het meer stonden houten of stenen tribunes voor de toeschouwers.

Tijdens hun overheersing van de Griekse wereld lieten de Romeinen een aantal van de oude Griekse theaters verbouwen, zodat het meer Romeinse theaters werden.

Vernieuwingen in het Romeinse theater (tegenover het Griekse theater):

De band met de godsdienst verdween. Waar het theater bij de Grieken ontstaan was uit rituelen voor de god Dionysus, betekende het voor de Romeinen niet meer dan gewoon vermaak.

De acteurs hadden geen aanzien. Zo werden slaven gebruikt om bloederige scènes na te spelen. Bij de Grieken hadden acteurs wel een hoge status.

2. Middeleeuwen Start = in kerken

Bij veel publiek werd het verplaatst naar kerkpleinen waar er werd gespeeld op een podium.

Eerst theaterstukken waren geestelijke (godsdienstige) stukken.

Acteurs:- Werden betaald -> Wanneer je niet speelde betekende dit dat er niets te eten was. Mannen

1st waren er Mysteriespel = vorm van middeleeuws toneel= Het uitbeelden van Bijbelverhalen voor de ingang van de kerk.- Het had een opvoedende rol naar de burger toe.- bv. de schepping - via dialoog en beurtzang- startte klein en ontwikkelde zicht tot groot evenement met meerdere acteurs- ontstond halverwege de 15de eeuw

Vervolgens ontstond Wagenspel (= straattheater)= toneelstuk opvoeren op verplaatsbare wagens: platte wagens met decor op.- wagens werden gemaakt door gildes De gildes probeerden elkaar af te troeven -> De beste te zijn & op te vallen.- 1st religieuze stukken Nadien Wereldstukken - Meestal feest in de stad wanneer het wagenspel plaatsvond. - voordeel = kon op elke wenselijke plaats worden afgespeeld.- Bouw = soms een ingenieus ingerichte benedenruimte die als kleedkamer dienden.

18

Page 19: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

- Was ook nog in: - de 17de eeuw - de 2Oste eeuw: In Nederland op Koninginnedag.

3. Nieuwe tijd: Tot 16e eeuw

Voorstellingen werden gegeven op straat, op pleinen of in huizen van edellieden.

In Spanje, Engeland en Italië startte men met het bouwen van theaters.

16e-18e eeuw: Commedia dell’arte- De voornaamste kenmerken van de commedia dell’arte: 1) De voorstellingen waren grotendeels improvisaties. - Het steunde dus vooral op de acteurs zelf. - Er was een hoofdplot (=doel)

2) De personages staan vast. (houding en naam) - Om de improvisatie zo vlot mogelijk te laten verlopen, werd gewerkt met een beperkt aantal vaste types. - Omdat de types vast stonden, moesten de spelers bij een improvisatie niet meer zoeken naar de figuur, houding, beweegredenen van hun personage. - De maskers hielpen hierbij.

3) De personages droegen halfmaskers. - Oorsprong maskers in theater: Het gebruik van maskers vinden we terug bij de tragedies en komedies van de Grieken.

- Vrouwen traden mee op!

-waar: op straten en pleinen werd opgevoerd. Ook werden ze uitgenodigd om bij de vorstenhoven op te treden.

- De personages hadden vaak een masker, en waren meer clownesk aangekleed. Bij hen was pantomime even belangrijk als het spel.

-Gerbruik van een “lazzi” Een lazzi diende om de aandacht van het publiek gevangen te houden terwijl er zich ergens anders op de scène iets afspeelde wat niet gezien hoefde te worden. -> De opkomst van een personage of het snel omkleden van een acteur…. Bv. - Een oeroud voorbeeld van een lazzi is “het vangen van een vlieg”. Een personage ziet een (denkbeeldige) vlieg, volgt haar, probeert haar te vangen, vangt haar, laat haar terug ontsnappen enzovoort - Het orkest bewees hierbij natuurlijk ook goede diensten.

William Shakespeare = Een heel bekende Engelse toneelschrijver, dichter en acteur. Shakespeare wordt gezien als de grootste schrijver uit Engeland. Eerste moderne toneelschrijver

19

Page 20: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

38 toneelwerken: komedies, tragedies en historische stukken. Tot nu nog steeds: Er worden nog steeds verhalen van hem gebruikt om theater (opera, toneel en

musicals) en films mee te maken. Als acteur: Shakespeare zelf speelde in zijn tijd bijna nooit de hoofdrol. Hij speelde vaak de rol van

een minder belangrijk personage. Zo is bekend dat hij in Hamlet de rol van het spook speelde. Bekendste stuk = Romeo & Julia

Korte samenvatting van de inhoud: Romeo en Julia zijn verliefd op elkaar. Romeo behoort tot de familie van de

Montagues, en Julia is een Capulet. Die twee families maken al jaren ruzie, zodat Romeo en Julia elkaar in het geheim moeten ontmoeten. Deze onmogelijke liefde zal voor beiden echter slecht aflopen

De hoofdpersonen van het toneelstuk zijn natuurlijk Romeo en Julia. Andere belangrijke personages zijn de ouders van Julia, de ouders van Romeo, de voedster Rosa, Benvolio, Paris, Mercutio, Tybalt en Broeder Lorenzo. Romeo en Julia komen allebei uit twee verschillende families: Capulet’s en Montecchi’s. Die families hebben al jarenlang ruzie en ze zijn vijanden van elkaar. Romeo en zijn neef gaan naar een feest van de Capulet’s terwijl ze van de familie Montecchi’s zijn, de vijanden. Romeo ontmoet op het feest de mooie Julia. Julia moet eigenlijk trouwen met Paris maar ze is in een klap verliefd op Romeo. Beiden ontdekken ze dat hun families vijanden zijn en dat levert problemen op. Ze verklaren elkaar hun liefde en ze willen trouwen. De volgende dag zou Julia een boodschapper naar Romeo zenden om een tijd af te spreken wanneer de trouw zou plaatsvinden. De ouders van Julia zijn de bruiloft met Paris aan het plannen. Julia wil dit niet en gaat opzoek naar een oplossing. Ze krijgt een flesje met gif waarmee ze schijndood kan zijn. Ze lijkt dan dood maar ze is het niet en 48 uur later ontwaakt ze weer. Op de dag van de trouwerij vindt Rosa de jonge Julia dood en iedereen vindt het verschrikkelijk. Julia wordt in een kist gelegd en in een gebouw bij de kerk gezet. Een boodschapper moet Romeo een brief brengen waarin uitgelegd staat dat ze niet echt dood is maar die komt niet aan. Romeo denkt dat Julia echt dood is en zijn hart is kapot. Hij gaat naar het gebouw bij de kerk toe en neemt gif. Later ontwaakt Julia weer en ziet dat Romeo dood is en kust zijn lippen waar nog wat gif op zit en gaat ook dood. Nu zijn Romeo en Julia beide dood. De ouders weten zo dat de ruzie gestopt moet worden want daardoor is het liefdeskoppel dood.

Vanaf 17e eeuw: machinerieën Moderne snufjes zoals draaibare decorstukken.

HET WERD MEER ZOALS NU – MACHINERIEËN

Tijdens de barok evolueerden de theaters langzaam maar zeker tot de theaters die wij vandaag kennen. Zo werden ze voorzien van een orkestbak, kwam de mogelijkheid er om loodzware decorstukken op te trekken met een trekkensysteem (=machinerieën) en ook de akoestiek binnen de theaters werd in deze tijd sterk verbeterd.

4. Overgang van nieuwe naar nieuwste tijdAchttiende eeuw (1700 - 1800)

THEATER VAN DE VERLICHTING: Tonen hoe je best leeft

20

Page 21: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

In de achttiende eeuw ontstond het “theater van de verlichting”. Uiteraard heeft dit niets te maken met het licht binnen het theater, maar gaat het hier om een vorm van theater. Deze theatervorm ontstond in Engeland en verspreidde zich over Frankrijk doorheen heel Europa. Auteurs uit die tijd konden via hun werk de nieuwe vorm van leven in deze tijd via hun werk aan het volk tonen. De acteurs toonden dus hoe er geleefd moest worden.

5. Nieuwste tijdNegentiende eeuw (1800 - 1900)

EEN THEATER VAN HET VOLK

Als antwoord op het verheven “theater van de verlichting” ontstond een toneelvorm die zich tussen tragedie en komedie in bevond. Het zou een theatervorm worden die zich richtte op het leven van de gewone man en de zogenaamde volkshelden. Nu de regels omtrent het theater minder streng werden en de adellijke kringen niet langer alleen zeggenschap hadden over het theater ontstonden er plots terug meer mogelijkheden voor het toneel. Burgerlijke thema’s zoals ongelukkige huwelijken, verleiding, financiële problemen, alles kon zowat aan bod komen. Door deze herkenbare thema’s werd het theater terug een theater van het volk.

In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam symboliek in het theaterspel. Men wou meer gevoel brengen aan theater.

6. Overgang van nieuwste tijd naar eigen tijdTwintigste eeuw (1900 - 2000)

JE VERSTAND – EEN BOODSCHAP

De eerste helft van de twintigste eeuw werd gekenmerkt door het realisme waarin toneelschrijvers de kleine alledaagse dingen op een waarheidsgetrouwe manier probeerden weer te geven. De boodschap van de toneelstukken gingen niet enkel over de gevoelens van het publiek maar vooral ook over zijn verstand (= logisch nadenken). Dit waren stukken met een boodschap.

7. Eigen tijd eenentwintigste eeuw (vanaf 2000)

THEATER KRIJGT EEN VASTE PLAATS IN ONS WERELD

In deze tijd is het theater niet meer weg te denken uit ons cultureel erfgoed. Zowel Vlaanderen als Nederland beschikken over schitterende toneelscholen waarin jonge acteurs en actrices worden gevormd. In het beroepstheater worden zowel nieuwe stukken als al geschreven stukken (=klassiekers zoals Romeo en Julia) gespeeld en ook het amateurtheater doet het erg goed.

21

Page 22: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

3. Invulblad bij tijdslijn

Waardoor is het allemaal mee begonnen? Het theater is ontstaan bij de Wat is Dionysia en waarom werden deze georganiseerd?

A. THEATER IN DE OUDHEIDHet Griekse theaterBouw theaters:

In welke gebouwen speelden het theater zich af bij de Grieken?

De theaters waren voornamelijk gemaakt uit

De theaters werden gebouwd tegen Omdat

Onderdelen theater: Vul benamingen aan. 1 =

2=

3=

4=

Acteurs: 22

Het theater

Een reis door de tijd

Page 23: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

Er waren telkens maar acteurs.

Hoe kon dit klein aantal acteurs toch verschillende rollen spelen?

De theaterwedstrijden tijdens de Dionysia:

Wie beoordeelde de verschillende theaterstukken?

Wat deden ze als ze het goed of niet goed vonden? Goed =

Niet goed =

Het Romeinse theater Overname Griekse theater:

Op welke plek ontdekten de Romeinen het theater? Bouw

Uit welk materiaal werden de meeste Romeinse theaters gebouwd?

Andere gebouwen voor publiek vermaak:

Naam gebouw: Wat vond in dit gebouw plaats?

Naam gebouw: Wat vond in dit gebouw plaats?

Vernieuwingen bij het Romeinse theater

Welke twee zaken hebben de romeinen vernieuwd aan het theater?23

Page 24: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

1.

2.

B. THEATER IN DE MIDDELEEUWEN1. Mysteriespelen

Waar speelden deze spelen zich eerst af?

Bij te veel volk werd er verplaatst naar

Wat werd er uitgebeeld bij deze theatervorm?

Voorbeeld:

2. Welke theatervorm vond in deze tijd nog plaats? Voordeel:

Wie maakten deze wagens?

Wat probeerden ze met de wagens te doen?

C. THEATER IN DE NIEUWE TIJD1. Commedia dell’arte

Commedia dell’arte is een vorm van theater waarin er op het moment zelf veel wordt gekozen.

Wat zijn de drie voornaamste kenmerken?1.

2.

3.

Wat is een ‘Lazzi’?

2. Hoe heet de bekende Engelse schrijver?

24

Page 25: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

Wat deed hij allemaal? Een bekend stuk van deze Engelse schrijver is

Het stuk gaat over

17de eeuw: Wat ontstond er in de 17de eeuw?

Met welke systeem wilde men grote theaterstukken tillen? Enorme….

D. THEATER IN DE NIEUWSTE TIJD In welke eeuw werd er een theatervorm ontwikkeld tussen de tragedie en komedie?

Voor wie was dit soort theater bestemd?

Welke thema’s kwamen hier aan bod?

In de 20ste eeuw gingen de theaterstukken niet enkel over de gevoelens die opkomen bij het publiek maar het sprak ook hun aan.

E. THEATER IN DE EIGEN TIJD Hier leren we in de komende lessen meer over…

25

Page 26: wereldorientatieflextheater.files.wordpress.com  · Web viewBij de uitwerking van dit thema gaan we hier dieper op in: We blikken telkens terug hoe de theoretische kaders rond theater

D. Enkele vragen die ik zou stellen.1. Vraag:

Antwoord:

2. Vraag:

Antwoord:

3. Vraag:

Antwoord:

4. Vraag:

Antwoord:

26