WERKDOCUMENTpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/30269/de-horeca... · 3e jaars stage uitgaande...
Transcript of WERKDOCUMENTpublicaties.minienm.nl/download-bijlage/30269/de-horeca... · 3e jaars stage uitgaande...
W E R K D O C U M E N T
DE HORECA IN HET ALMERE VAN 1985
Onderzoek in het kader van een 3e jaars stage uitgaande van de
Hogere Hotelschool Den Haag bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders
te Lelystad
uitgevoerd door Dirk Epke
voorj aar 1977
OPDRACHT :
Geef een indikatie van de behoefte aan logies, maaltijd en drank verstrekkende voorzieningen in Almere 1985
SAMENVATTING --=--------- -- ---------
I. INLEIDING
Het rapport is een onderzoek naar de behoefte aan logies-, maaltijd-
en drankverstrekkende voorzieningen in Almere. De peildatum is 1985,
wanneer + 50.000 inwoners in Almere zullen wonen. -
2. LOGIES-VERSTREIXENDE BEDRIJVEN
2.1. De logies-verstrekkende behoefte is te relateren aan drie aspecten,
t.w. werkgelegenheid, regionale toeristische aspecten en lokatie en
bereikbaarheid. Bij behandeling van het werkgelegenheidsaspect wordt ge-
bruik gemaakt van een vergelijkend onderzoek met 12 voorbeeld-gemeentes.
Wat betreft Almeres toeristische potenties blijkt dat er voorlopig . ,
we1 dagrecreatie, maar geen verblijfsrecreatie in Almere zal zijn. De
geografische ligging van Almere is zodanig, dat er niet direct een over-
vleugeling van Amsterdam optreedt, en Almere vormt een zeer aantrekke-
lijk punt voor de verbinding tussen Noord- en Zuid Nederland. Een en
ander leidt tot een schatting van een behoefte aan 200 B 300 bedden in
Almere 1985.
, .
2.2. Er bestaat een mogelijkheid alle bedden in 66n bedrijf onder te
brengen, of meerdere bedrijven (bijv. I per kern) op te zetten. Argu-
ment voor het eerste voorstel is een te verwachten gunstiger bezettings-
graad,het tweede voorstel vindt aan de planologische en sociale kant
meer steun. Een uiteindelijke oplossing is moeilijk te geven.
3. DRANK-VERSTREKKENDE BEDRIJVEN
3.1. De peiling van behoefte aar. drank-verstrekkende bedrijven is ge-
daan op basis van een vergelijking met steden tussen 40.000 en 80.000
inwoners. Het uitgangspunt is 4.000 1 4.500 inwoners per cafe-barbedrijf
geworden, hetgeen neerkomt op ongeveer elf vestigingen.
3.2. In dit hoofdstuk wordt geprobeerd een definitie te geven van een I, grootr'-, en een "klein" cafgbedrijf. Het blijkt dat dit van meer as-
pecten afhankelijk is dan alleen'vloeroppervlak. De uiteindelijke keuze
voor een groot of klein bedrijf hangt af van de inzichten van de toe-
komstige ondernemer.
4. MAALTIJD-VERSTREKKENDE BEDRIJVEN
4.1. Bij een bepaling van behoeften aan restaurant-bedrijven blijken de
argumenten, die van invloed waren bij de logies-verstrekkende sector,
6n die van de drankverstrekkende sector alle van invloed te zijn. Ook
hier is het uitgangspunt de vergelijking met steden tussen 40.000 en
80.000 inwoners.
Het uiteindelijke resultaat is 5 B 6 restaurantbedrijven, uitgaan-
de van gemiddeld 75 2 100 stoelen per bedrijf. Een cafetaria heeft een
sterk pl'aatsgebonden functie en levert voornamelijk aan omwonenden.
Een ander geval is een bedrijf bij een attraktiepunt of een verkeers-
knooppunt.:Er is geen reden om af te wijken van een gemiddelde, dat , . .
. . . . voortkomt uit de voorbeeld-gemeentes;waardoor de schatting neerkomt
. . op - + 10 bedrijven.
~ - . . -
4.2. In het hoofdstuk grote of kleine restaurantbedrijven - cafetaria- . , .
bedrijven worden de economische aspecten belicht, die van invloed kun-
nen zijn op een uiteindelijke planologische keuze. Kleinerestaurant-
, . bedrijven hebben een slechter economisch resultaat dan grote; bij de
cafetaria maakt het weinig uit, terwijl de wegrestaurants t.o:v. res-
taurants redelijk uit de bus komen.
5. COMBINATIEMOGELIJKHEDEN
In dit hoofdstuk blijkt, hoe ongunstig een hotel-restaurant-cafg
combinatie kan zijn. Aanbevolen wordt de bedrijfstypen zo mogelijk ge-
scheiden op te zetten, maar toch met de nodige samenwerking.
5.1. Een kantoorhotel vormt de mogelijkheid om a1 in een vroeg stadium
in Almere aan een logies-verstrekkend bedrijf te denken. Door een aan-
tal kamer als kantoorruimte te verhuren wordc de bezettingsgraad, en
mogelijk ook het economisch resultaat gunstig beinvloed.
6. DE HORECA T.O.V. ALMERES SOCIALE DOELSTELLINGEN
In dit hoofdstuk worden de doelstellingen van Almere genoemd, die
min of meer met de horeca te maken hebben. Uit de opsomming van activi-
teiten blijkt de sociale noodzaak aan horecabedrijven in het algemeen.
7 . LOKATIEASPECTEN EN FUNCTIEANALYSE VAN DE HORECA-BEDRIJ~N
7.1. Onderdeel van dit hoofdstuk is een opsoming.van verschijningsvor-
men van logies-, maaltijd- en drankverstrekkende bedrijven. Elk van
deze bedrijfsvoimen worden daarna geprojecteerd dp elf typerende lokaties
in en rondom Almere, terwijl er wordt aangegeven of deze projectie moge- . .
lijk, wenselijk dan we1 noodzakelijk is.
7.2. In dit hoofdstuk worden drie functies welke een horeca-bedrijf kan
vervullen (hoofddoel functie, schakel-functie en komplementaiie-functie)
in verband gebracht met de verschijningsvormen, en met de' elf typereride
lokaties. .
8. VAN IDEE TOT REALISATIE
Hier wordt een ideaal samenwerkingsverband tussen overheid en parti-
culier initiatiefnemer geschetst. Alvorens met de realisatie van pro-
jecten te kunnen beginnen vindt eerst een vaak lang en ingewikkeld be-
sluitvormingsproces plaats. In dit proces beslist de overheid (na een
behoefte onderzoek) wat betreft het planologisch aspect, en stelt ver-
volgens de randvoorwaarden vast. Binnen deze randvoorwaarden ligt de
speelruimte van het particulier initiatief voor de verdere ontwikkeling
van het project. Het realisatieproces is onder te verdelen in 5 fasen,
t.w. het haalbaarheidsonderzoek, de programmafase, de ontwerpfase, de
uitvoeringsfase en ten slotte de ingebruikneming. In de praktijk volgen
deze fasen elkaar niet exsact op, maar ze overlappen elkaar veelal.
9. . CONCLUSIE
In de conclusie zijn de in hoofdstuk 2 t/m-4 geprojecteerde bedrij-
ven gerelateerd aan de lokatieaspecten en de sociale functies van die
bedrijven (zie onderstaand samenvattend schema).
Er wordt opgemerkt dat, indien het sociaal belang prioriteit krijgt
boven het commercieel belang er misschien zelfs nog meer bedrijven nood-
zakelijk zijn dan in overzicht drie staat vermeld.
Hotel 1 2 C C
Motel I AC . .
~estaurant zelfbediening 1
Restaurant traditioneel 1 1 ABC C
Restaurant specialiteiten 1 C
Wegrestaurant I ABC
Bistro 1 AC
Cafetaria 2 2 4 I
-
Broodjeszaak 1 A A-_. -a ---
IJssalon I
Caf6-terras 1 ABC
Coffeeshop " 1
Bar 2 A
Bar-dancing 1 A
Discotheek 1
A = hoofddoel functie
B = schakelfunctie
C = complenmentaire functie
De cijfers geven de aantallen bedrijven aan
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING
INHOUDSOPGAVE
1 . INLEIDING
2. LOGLES-VERSTREKKENDE BEDRIJVEN
2 . 1 . Kwantificering van de logies-verstrekkende
behoefte in Almere 1985
2 .2 . Aantal hotelbedrijven
3. DRANK-VERSTREKKENDE BEDRIJVEN
3 . 1 . Kwantificering van de caf8- barbehoefte
in Almere 1985
3 . 2 . Groot of klein caf8- barbedrijf
4. MAALTIJD-VERSTREKKENDE BEDRIJVEN
4.1. Kwantificering van de restaurant- en
cafetariabehoefte in Almere 1985
4 . 2 . Grote o f kleine restaurantbedrijven - cafetariabedrijven
5. COMBINATIEMOGELIJKHEDEN VAN DE DIVERSE BRANCHES
IN DE HORECA
5 .1 . Algemeen
5 .2 . Kantoorhotel
6. DE HORECA EN ALMERES SOCIALE DOELSTELLINGEN
7. LOKATIEASPECTEN EN SOCIALE FUCNTIE-ANALYSE VAN
DE HORECABEDRIJVEN
7.1 . Lokatieaspecren
7.2. Functie-analyse
8. VAN IDEE TOT REALISATIE
8.1. ~esluitvorming
8 . 2 . Het realisatieproces
9. Conclusie
10 LITERATUURLIJST
11. BIJLAGEN
TABELLEN
Tabel I. Overzicht van de werkgelegenheid uitgedrukt in
logiesaccomodatie in twaalf gemeentes 11
2. Idem per provincie 11
3 . Resultaten van de kleine hotel-caf6-restaurants
in '69 en ' 7 3 16
4. Idem grote hotel-caf6-restaurants 16
5. Idem motels 17
6. Economisch resultaat kleine-, grote hotel-caf6-
restaurants en motels in % van de omzet per jaar 17
7 . Globale investeringsbegroting logies-verstrekkend .__ _ bedri j f 18
8. CafE-bar, caf6-restaurant en c'afetaria uitgedrukt
in inwonersaantal 20
9. Globale investeringsbegroting nieuw caf6bedrijf 22
10. Vergelijking economische resultaten van restaurant-
cafetaria en wegrestaurant in procenten van de omzet
per jaar 25
1 1 .. ~nvesterin~sbegroting voor nieuw op te richten
bedrijven in de dranken- en maaltijdverstrekkende
sector CafE - restaurants 2 5
12. Idem cafetaria's
13. Idem wegrestaurants
14. Kosten en resultaten overzicht van een hotel-caf6-res-
taurantbedrijf in procenten van de omzet per jaar. - 2 8
FIGUREN
Figuur 1 Almere in Nederland 14 I, 2 Samenwerkingsstructuur tussen overheid en particulier
initiatiefnemer 4 0
OVERZICHTEN
Overzicht 1 . Prioriteiten overzicht en lokatiemogelijkheden van horecabedrijven 36
2. Sociale functie-analyse van de horecabedrijven op de diverse lokaties 38
3. Lokatie van de aantallen bedrijven voortkomende uit de hoofdstukken 2 t/m 4 44
4. De sociale~functies gerelateerd aan de in over- zicht drie geprojecteerde bedrijven 45
1 . INLEIDING
Eten, drinken en slapen behorewvan oudsher tot het dagelijks pa-
troon van de mens, en zijn biologisch gezien een.noodzaak.om te kunnen
existeren. A1 ver voor het begin van onze jaartelling hadden onze voor-
vaderen door dat de mens niet altijd zelf in deze behoeften kon of wilde
voorzien. Nu, meer dan 2000' jaar later is die situatie niet veranderd,
en het is ondenkbaar dat zij binnen afzienbare tijd zal veranderen.
Dit rapport beoogt een onderzoek te zijn naar de behoefte aan lo-
gies-, maaltijd- en drankverstrekkende voorzieningen in een geografisch
vastgestelde omgeving, Almere.. Almere is een nieuwe stad in Zuidelijk
Flevoland, en in 1985 verwacht men dat er 50.000 mensen kunnen leven,
1985 is de peildatum van het rapport. De ruimtelijke conseptie van Al-
mere is een meerkernige structuur, met groengordels in- en om de kern.
Het wegenplan is zo ontworpen, dat er een vlotte verbinding met Amster-
dam en het Gooi mogelijk is. Het gebied tussen de le kern (Almere-Haven) i
en de-2e kern (Almere-Stad) wordt grotendeels in beslag genomen door een
meer, voorlopig centrale plas genaamd, ter grootte van het Amsterdamse
Sloter Meer. Door de keuze van Almeres locatie in de polder wordt zij .
aan alle kanten door water omringd. (IJmeer, IJsselmeer, Gooimeer en
Markermeer). De methode van onderzoek is een vergelijking met steden
die qua inwonertal, werkgelegenheid en zo mogelijk qua ligging enigs-
zins overeenkomen met Almere.
Gedurende het gehele betoog wordt alleen over logies-, maaltijd- of
drankverstrekkende bedrijven geschreven en behalve in die gevallen waar
de bronnen niet anders toelieten niet over combinatiemogelijkheden van
de drie sectoren. Er is we1 een apart hoofdstukje dat die mogelijkheden
en de daarmee gepaard gaande problemen behandelt.
Het rapport is tot stand gekomen in het kader van een derde jaars
stage Hogere Hotelschool Den Haag bij de Rijksdienst voor de IJsselmeer-
polder te Lelystad.
2. LOGIES-VERSTREKKENDE BEDRIJVEN
2.1. Kwantificering van de logies-verstrekkende behoefte in Almere 1985
De logies-verstrekkende behoefte is te relateren aan een drietal aspec-
ten, te weten:
- werkgelegenheid, - regionaal toeristische aspecten, - lokatie en bereikbaarheid.
2.1.1. Werkgelegenheid ---- --- ------ Almere zal, wat betreft de werkgelegenheid, een beeld gaan vertonen,
dat naar verhouding overeenstemt met dat van Nederland. Voor bovenge-
noemd onderwerp is de aard van de werkgelegenheid van groot belang. Zo
zullen industrie en dienstverlening belangrijk meer behoefte aan logies-'
verstrekkende bedrijven hebben dan de agrarische sector. Voorts zijn de
internationale betrokkenheden van de bedrijven van invloed op de hotel- ~- - ~
lerie. Het is moeilijk een vooispelling te doen aangaandehet toekomst-
beeld hiervan. ~anneer men Almere in Nederland ziet, is te verwachten
dat het, gezien de goede bereikbaarheid ove; land en water, de ruimte
en de woonvoorzieningen aantrekkelijk is voor bedrijven zich aldaar te
vestigen. Dit wordt onderstreept door het hoge aantal vestigingsaanvra-
gen van bedrijven die nu a1 binnen zijn (+ - 80, op 20 april 1977). Bij het uitdrukken van aantal werkenden in aantal bedden doet zich
her volgende probleem voor. Het Bedrijfsschap Horeca heeft slechts regio-
nale gegevens omtrent aantallen bedden. De werkzame beroepsbevolkingl) is
eveneens regionaal uitgedrukt, maar deze regio's stemmen slechts zelden
overeen met die van het ~edrijfsscha~ Horeca. In de volgende tabel
1 zijn de plaatsen opgenomen die qua werkgelegenheidsomvang overeen
stemmen met .41mere2) en die tevens wat betreft regio werkgelegenheid en
indeling van her Bedrijfsschap Horeca nagenoeg indentiek zijn. De daarop-
volgende tabel 2 geeft dezelfde gegevens als tabel I , maar dan per pro-
vincie, zodat een vergelijking ten aanzien van de landelijke kan worden
gemaakt.
Tabel 1 1)
Aantal Aantal Aantal Aantal :Aantal Aantal Aantal inwo- wer- hotels bedden werken- inwo- bedden Gemeente
. , . 'ners kenden ult '74 ult, '74:den per ners . per ult '73 ult '73 , .. , . bed . . per bed hotel
1. Delfzi.jl 52406 13266 15 ,162. ., 31 . 323 I I 2. Smallingerland 68528 13761 14 255 $ 1
53 269 18 3. ~ee'renveen 53435 13603 17' 275 49 194 16 4. Hoogeveen 56786 , 14707 9 1 5 7 94 361 . 17 5. Tie1 76302 16719 9 102 163 748 1 1 6. Den Helder 71935 15258 12 . 264 5 8 272 22 7. Hoorn 80369 15611 32 408 38 197 . 13 8. Goes 73320 16895 32 '472 35 154 15 9. Middelburg 60721 15708 66 939 . 17 64 14 10. Terneuzen 54835 1:6798 23 414 4 1 132 18
TotaalIGemiddeld 648637 152326 197 3452 44 188 18
Alphen a/d Rijn 47000 12500 4 150 83 313 38 Zoetermeer 500 16 800 1 100 80 500 100
I) in de opgave van het C.B.S., statistiek werkzame personen 31 maart 1973 I
Tabel 2 1) I . . ' . . . . . : ,
,. . . 1 1 1 I:, 1 1 % ' , . ' . ~antal ~antal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal inwo- ' wer' , . .hotels :bedden. :werken- inwo- bedden Provincie ners . kenden. ult , ! 74 pit., :7.4 ,den per ners per ult "73 ult "'73 . . "' bed per bed hotel
Groningen 532649 143847 113 2047 70 260 I8 Friesland 547223 126078 188 5085 25 108 2 7 Drenthe 393739 91322 128 , , 2339, 39 168 18 '
Overijssel 958016 257298 262 50.48 51 190 19 Gelderland I600196 419149 459,' ' 9814'. 43 163 2 1 Utrecht 849266 256643 137 4305 , .60 197 3 1 Noord-Holland 2284686 725980 826 32346 '22 7 1 39 Zuid-Holland 3070613 935831 486 15451 61 199 32 Zeeland 322891 78894 256 5389 15 50 21 ~oord-Braba'nt 1910350 ' 523233 433 ' ' '756 69 253 17 Limburg 103,8253 268971,. 653 , 151,53; 18,,, 69 23 ~otaal~~emiddeld 13507882 3'827246 3941 104536 37
. . . ' . ' I .
129 29
Bij de eerste 10 gemeentes hoort de toevoeging "en omgeving".
Reden hiervan is de "statistiek werkzame personen - C.B.S. maart 1973", die niet per gemeente, maar per arbeidsbureau-rayon gegevens over aantal-
len werkzame personen verschaft. Welke omgeving precies wordt bedoeld
staat in bijlage 1. Dat hier met groepen gemeentes wordt gewerkt is
voor het onderzoek niet bezwaarlijk, omdat Almere is opgezet volgens een
meerkernige structuur. Zo'n structuur vertoont veel overeenkomst met ,
I) Bron: Statistiek werkzame personen (C.B.S. 31 maart 1973)
een aantal bij elkaar liggende gemeentes.
Alphen aan de Rijn en Zoetermeer zijn echter we1 als stad zonder
omgeving opgenomen. Zoetemeer vertoont qua bevolkingsomvang, ligging
en groei veel overeenkomst met Almere. Ditzelfde geldt in iets minder
sterke mate ook voor Alphen aan de Rijn.
De keuze van de plaatsen berust zoals gezegd op het aantal werk-
zame personen, nl. tussen 12.500 en 17.500 werkzamen per rayon. Het aan-
tal werkzame personen in Almere 1985 wordt geschat op 15.000.
Zonder direct a1 te voorbarige conclusies te trekken uit boven-
staande cijfers zijn er toch een aantal aspecten de moeite waard om
nader te belichten.
De Zeeuwse gemeentes komen opvallend laag naar voren wat betreft
aantallen werkenden - en inwoners per bed. Dit is vooral te verklaren uit het feit dat Zeeland een bijzondere attractie vormt op verblijfs-
recreatief gebied. De vele hotelletjes in een schilderachtige omgeving,
hsmede de overvloed aan stranden die Zeeland rijk is vervormen een ge-
,*middeld beeld *dat ten aanzien van Almere bruikbaar is.' Als bij de bei--
j paling van het gemiddelde de Zeeuwse gemeentes even worden vergeten
i ' , komen de volgende cijfers naar voren: $ - totaal 1623 bedden voor 102.925 werkzame personen en 459.767 inwoners,
---4- dit betekent -63 werkzame' personen per bed
- 283 inwoners per bed. ~
Deze 'cijfers stemmen aardig overeen met Zoetemeer en Alphen aan de Rijn
De gemeentes worden namelijk niet sterk door verblijfs-toeristische
aspecten beinvloed, evenals Almere, zoals hieronder zal blijken. . . .
2.1.2. Regionaal-toeristische aspecten ............................... Almere wordt op watersport gebied een attractie van nationaal for-
maat. Door de ideale ligging (aan het Gooimeer, IJmeer, Markermeer, IJs-
selmeer) en door de binnendijkse voorzieningen (de Centrale plas: een
meer tussen Almere-Haven en Almere-Stad te vergelijken met de Sloterplas
in Amsterdam) zullen heel wat watersporters er in de toekomst hun be-
hoeften ruimschoots bevredigd zien (mits de capaciteit van de benodigde
voorzieningen is aangepast!). Voor de hotellerie is de watersport echter
weinig interessant. Uit het onderzoek "Projectie Marinahaven Almere 1)
blijkt dat de meeste watersporters op de boot overnachten, men in een
tent of caravan op een bij de jachthaven gelegen camping overnacht of
I) Project Marinahaven Almere, Pluimgraaf f, v.d. Wiel, ~tudieo~dracht Hogere Hotelschool, najaar 1976
's avonds weer terug naar huis gaat (90% is binnen 30 min weer thuis!)
Veel watersporters willen geen geld uitgeven aan een geheel verzorgde
overnachting in een hotel. Een en ander is nog eens getoetst aan een
aantal bij het water gelegen bedrijven. Opvallend was dat de klantenkring
voornamelijk uit zakenlieden bestond - vooral wat betreft het restaurant - 1) en hotelgedeelte van het bedrijf .
Almere zal verder voorlopig ook weinig attracties bieden voor re-
creatieve kort-verblijvers (1-4 overnachtingen) of ~akantiegan~ers (meer
dan 4 overnachtingen). Een enkele "new-town bezoeker" of "polderrust-
zoeker" beznvloedt de vraag naar hotelaccommodatie nauwelijks. Deze ge-
ringe vraag vanuit de markt "reisverkeer voor genoegen" is een gemeen-
schappelijk kenmerk met Zoetemeer en Alphen aan de Rijn, zoals blijkt
uit contacten met ondernemers in die gemeentes en informatie van de , A.N.W.B. en de V.V.V. ter plaatse.
2.1.3. Lokatie en bereikbaarheid ......................... De afstand Amsterdam-Almere is per auto, en in de toekomst per
trein, (een druk op de potentie?) af te leggen in ongeveer 15 minuten.
Men zou dus kunnen verwachten dat een zakenman, die overdag in Almere
heeft gewerkt, 's avonds naar Amsterdam gaat om daar de avond en nacht . .I
door te brengen. Hij vindt voldoende vertier in de hoofdstad, maar het
nijpende verkeersprobleem betekent een drukkende factor op deze poten-
tizle consumentengroep (vanuit Amsterdam geredeneerd). Daarnaast is er
nog een categorie, die beslist niet meer wenst te reizen na de (ver-
moeiende) arbeidsdag, zeker als men de volgende dag weer bijtijds ter
plekke moet zijn. Deze visie wordt ook gehuldigd in Zoetermeer, waar
een hotel met + 100 bedden in aanbouw is. Ook daar is, zelfs onder de - nog kortere reisafstand tussen Zoetermeer en Den Haag, behoefte aan lo-
gies-verstrekkende accomodatie. De zogenaamde "covervleugelingseffecten"
van de grote stad blijken dus een keerzijde te hebben.
Wanneer rijksweg 6 klaar is zal Almere een belangrijke schakel
vormen tussen Zeeland/de Rondstad en Noord-Nederland. De reistijden in
Nederland zijn betrekkelijk, maar indien een hotel voldoende dichtbij
deze weg gesitueerd kan worden zal aan een eventuele vraag naar motel-
accomodatie voldaan kunnen worden (norm= max. 5 autominuten van de weg).
1 ) Ten behoeve van het onderzoek "Projectie Marinahaven Almere" zijn een achttal bedrijven langs de Loosdrechtse plassen en Vinkeveense plas- sen en de Reeuwijkse plassen gernterviewd over soort bezoekersgroe- pen en bezettingsgraad van de groepen.
2.1.4. Als de bovenstaande overwegingen naast elkaar worden gezet komt er
een getal naar voren dat, vooral gezien de geringe recreatieve vraag
. , naar hotelbedden, een stuk boven het gemiddelde en boven de mediaan van
de genoemde gemeentes ligt (mediaan= 51 werkenden per bedi'233,inwoners
per bed). Het is voorlopig verstandig uit re gaan van - + 65-75 werkenden
per bed. Dit komt, uitgaande van 15.000 werkenden in ~lmere in 1985,
neer op 200 3 230 bedden, Bij een inwonertal van.45.000 2 50.000 in
1985 betekent dit ongeveer 220 inwoners per bed. Dit getal is iets la-
ger dan 'de mediaan,'maar dit komt baarschijnlijk door de gunstige ver-
houding arbeidsplaatsen-inwonets waar in Almere naar gestreefd wordt.
, . 2.2. Aantal hotelbedrijven
Het aantal bedden, dat in het vorige hoofdstuk naar voren is geko-
men, (+ - 230) kan in 6611 groot hotel') worden ondergebracht, maar ook
worden versplinterd over diverse bedrijven. Uit planologisch oogpunt zal
het aantrekkelijker zijn in de diverse kernen van Almere tenminste 66n
hotelbedrijf te projecteren, maar economisch gezien heeft een groot be-
drijf vaak een gunstiger resultaat dan een klein hedrijf. Dit blijkt
"it het in 1973 gepubliceerde horeca structuurrapport2). De oorzaak van
dit hogere economisch resultaat is veelal een hogere bezettingsgraad,
veroorzaakt door de mogelijkheid groepen van personen onder te brengen.
Vaak garanderen,contracten met reisbureaus een bepaalde bezetting ge-
durende een jaar, of een gedeelte van een jaar.
Het structuurrapport2) wijst echter ook op de rnogelijkheden van
kleine hotels in middelgrote steden door de lagere grondprijzen. Tevens
wordt het economische resultaat van het motelbedrijf in het structuur-
rapport belicht. Dit type bedrijf steekt bepaalt gunstig af ten opzichte
van het hotelbedrijf. Voor Almere houdt dit in dat het zeker raadzaam
is te bestuderen of een eerste logies-verstrekkende bedrijf niet op een
strategisch gekozen punt langs een rijksweg kan worden gesitueerd. De
mogelijkheden die er tenslotte zijn bestaan uit:
- 66n groot hotel in Almere-Stad of - inalle kernen een hotel, en bijvoorbeeld een motel, dus 3 2 4 bedrij-
ven.
Ter vergelijking zijn hieronder de resultaten van de drie bedrijfs-
typen (klein hotel - groot hotel - motel) opgenomen (tabel 3 t/m 6), 1) De norm van een "groot hotel", is minimaal ongeveer 70 kamers. 2) Horeca structuurrapport blad "Horeca" december 1973
wasrbij'moet worden opgernerkt, dat her beeld vertekend is door aanwe-
zigheid van maaltijd- en drank verstrekkende elementen in de bedrijven.
Er zijn echter geen (recente) gegevens beschikbaar over louter logies-
verstrekking.
Tabel 3. Resultaten van de kleine hotel-caferestaurants in 1969 en 1973 1 )
1969 1973 in duizenden in percenten in duizenden in percenten guldens guldens
omzet kosten inkoop grondstoffen en dranken loonkosten overige kosten
totaal
economisch verlies
Tabel 4. Resultaten van de grote hotel-caf6-restaurants in 1969 en 1973 1 )
1969 1973 in duizenden in percenten in duizenden in percenten guldens guldens
omzet kosten inkoop grondstoffen en dranken loonkosten overige kosten
totaal
economisch verlies
I) Bron: Horeca structuurrapport blad "Horeca" december 1973
17
Tabel 5. Resultaten van motel in 1969 en 1973 1)
1969 1973 'in duizenden in percenten in duizenden in percenten
guldens guldens
omzet I .927 100 2.942 " i 00 kosten inkoop grondstoffen 540 28 783. en dranken 26 1 loonkosten 703 ' 36 1 1.154' '. 39 overige kosten 6 24 32 1 969 33
- - - totaal 1.867 9 7 2.906 - - 981 - economische winst 60 3 36 1 1 1 ,
Tabel 6. Economisch resultaat in % van de omzet in het jaar 1)
1969 1970 1971 1972 1973
kleine hotel-cafs's-restaurants -8,5 -6,7 -4,9 -9,l -10,6 grote hotel-caf6-restaurants -0,O -1,5 -3,l -1,7 - 3,3 motels +3,1 +3,2 +5,0 +2,4 + I , .?
Tenslotte is hieronder (tabel 7) de globale investeringsbegroting opge-
nomen, zoals deze blijkt uit her horeca-structuuronderzoek. Opvallend
is de relatief lage investering per kracht in motels met. bedrijfspand in
eigendom. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de lagere grondprijzen
en bouwkosten. De gegevens grijpen terug naar 1969, zodat ze met de
stijging van het prijs~eil moeten worden opgetrokken, om representa-
tief te worden voor het betreffende jaar (1977 of 1985 e t c . )
I) Bron: Horeca structuurrapport blad "Horeca" december 1973
1) Tabel 7. Globale investeringsbegroting nieuw logiesverstrekkend bedrijf
I
I Omschrijving
hotel-caf6-restaurants motels
omzetklasse x f 1.000,--
1 I1 100-500 500-6000 400 en meer
--- - ~-
bedrijfspand in huur omzet x fl.OOO,-- 302 1.416 1.927 aantal krachten 10,5 50.2 56 ,O
bedrag x f 1.000,--
liquide middelen (incl. oprichtingskosten 8 70 103
vlottende middelen 38 159 147 vastgelegde middelen 135 590 663
totaal bij bedrijf spand in huur
bedrijfspand in eigendom omzet x f 1.000,-- aantal krachten investeringen bedrijfs- pand in eigendom (x 1.000,--9
totale investering in % van de omzet: bedrijfspand in huur 60 58 4 7 bedrijfspand in eigendom 216 209 149
totale investering (x f 1.000,--) per kracht bedrijf spand in huur 17 16 16 bedrijfspand in eigendom 6 3 57 50
1) Bron: Horeca structuurrapport blad "~oreca" december 1973
3. DRANK-VERSTREKKENDE BEDRIJVEN
3.1. Kwantificering van de caf6-bar behoefte in Almere 1985
De basis van deze kwantificering is eveneens een vergelijking met'
steden die overeenkomen met Almere 1985. Ditmaal is niet de werkgelegen-
heid, maar de bevolkingsomvang'centraal gesteld. De vraag naar cafe-bar
accommodatie gaat imers in de eerste plaats uit van de plaatselijke
bevolking. Uitzonderingen hierop zijn bijvoorbeeld badplaatsen als
Scheveningen en Zandvoort, of trekpleisters als Breda, Bergen op Zoom
en de Amsterdamse binnenstad.
Het buurtcaf6 neemt vaak een centrale plaats in in het leven van
de omwonenden. Het is voor een aantal bevolkingscategorie& een sociaal
trefpunt, en vaak zoekt men er de gezelligheid die men thuis mist.
Vooral in een nieuwe stad kan een cafS een bijzonder belangrijke functie
hebben. De bevolking wordt met honderden tegelijk "gedropt"'in een
nieuwe omgeving, en in het caf6 worden vaak de eerste contacten gelegd.
Hqtzelfde doet zich bijvoorbeeld ook op campings en in vakantieoorden
voor. Een en ander geldt het minst voor jonge gezinnen met kleine kin-
deren, die men in Lelystad veel aantreft. Voor Almere is echter een be-
volkingsopbouw gepland die min of meer overeenkomt met de landelijke . .
situatie.
De volgende tabel nr. 8 geeft de steden aan met een inwoner-
tal tussen de 40.000 en 80.000, met hun aantallen cafs-bars, alsmede ,
het aantal inwoners per caf6-bar. Ter vergelijking zijn Amsterdam en
Hilversum e.0. opgenomen, omdat het grootste gedeelte van de toekom-
stige Almere-bevolking daar vandaan zal komen. Amsterdam geeft echter
vanwege haar toeristische potentie een niet - representatief beeld. De caf6- en barbedrijven zijn samen genomen, omdat er in de prak-
tijk geen exacte verschillen aan te geven zijn tussen deze twee typen
bedrijven.
Het gemiddelde komt neer op 2544 inwoners per caf6-barbedrijf.
Het is echter gevaarlijk te stellen dat Almere zich hier in de toekomst
op moet richten, getuige Zoetermeer en Lelystad (beide zgn. nieuwe
steden) die duidelijk boven het gemiddelde uitkomen. Maar in deze ste-
den merken de bewoners op dat er juist te weinig cafG-barbedrijven
en andere uitgaansmogelijkheden zijn (2). In concreta is een fixering
van 4.000 2 4.500 inwoners per caf 6-barbedri j f een reegl ui tgangspunt , zodat er ongeveer elf vestigingen te projectere< zijn.
I) Bron: ~ublicatie no. 13 Bedrijfsschap Horeca (2) Zo blijkt uit het verslag van H.J. van Haperen. "Inpakken en
Wegwezen" Lelystad I 972.
Tabel 8 Caf6-bar, caf6-restaurant en cafeteria uitgedrukt in inwonersaantal
Gemeente aantal totaal caf6- caf6- cafete- aantal inw. aantal inw. aantal inw. ult '74 horeca bar rest. ria per cafk- per caf6- per cafe-
bar restaurant cafeteria
Bergen op Zoom 40217 150 81 4 15 496 10054 2681 Zoetermeer 41096 20 4 ' 3 ' 3 10274 13699 13699 Hoogeveen 42089 62 21 3 1.1 2004 . 14030 3826 Vlissingen 42368 128 36 6 16 1177 706 1 2648 Assen 43300 89 26 8 10 1665 5413 4330 Alphen ald Rijn 43532 45 6 6 9 7255 7255 4837 Voorburg 44134 44 9 - I I 4904 - 4012 Smallinger Land 44520 67 27 2 5 1649 22260 8904 0s s 44936 98 54 5 . 15 832 8987 2996 Ridderkerk 45006 34 9 7 5 ' 5001 6429 9001 Kerkrade 46234 179 122 6 15 379 7706 3082 Rheden 50476 142 9 9 13 5608 5608 3882 Roosendaal & Nispen 51.197 165 93' 9 14 55 1 5689 9656 Gouda 52880 99 25 10 14 2115 5288 3777 Rijswijk 53217 68 12 5 I 0 4435 10643 5322 Zeist 58177 109 21 10 9 2770 5818 6464 He lmond 59764 184 97 9 26 6 16 6640 2299
60549 135 53 7 14 1142 8649 . .432.55- .-'.
, Den Helder . . Venlo 61484 236 117 18 3 1 526 3415 1983 Almelo 62058 125 36 9 2 1 1724 6895 2955 Alkmaar 64363 183 61 i 4 2 7 1055 4597 2383 Deventer 64874 132 46 9 15 1410 7208 4325 Velzen 65055 . 133 32. 1 1 20 2032 5914 3253 Haarlemmenneer 68952 96 28 7 1 1 2462 9850 6268 Hengelo 72007 129 3 8 . 14 15 1895 5443 4800 Heerlen 72255 229 113 14 17 639 5161 4250 Amstelveen 72406 84 16 . 10 8 4525 7241 9051 Zwolle 77409 150 5 0 16 I I 1548 4838 7037 Schiedam 78796 167 57 4 2 7 1384 19699 2918 Vlaardingen 78868 101 33 5 13 2390 15773 6067 Ede 79376 170 18 15 15 4409 5292 5292
Gemiddeld 2544 841 9 4914
Amsterdam 1)
757958 2833 888 119 272 854 6369 2787
Hilversum e.0. 216172 451 105 41 4 1 2059 5272 12009
1) E.o. Houdt in: Hilversum, Bussum, Huizen, Naarden, Laren, 's Graveland, Blaricuin, Muiden en Nederhorst den Berg
3.2. Groot of klein cafG-barbedrijf
In het structuurrapport wordt de grootte van een caf6-bedrijf ont-
leend aan de oppervlakte en de omzet. Een klei; bedrijf meet ongeveer
52-, en een groot bedrijf ongeveer 85 vierkante meter..De omzet in een
klein bedrijf ligt tussen de 15.000,-- en 70.000,-- en levert een gemid-
deld economisch resultaat van - 12.8%. Het econbmisch resultaat van
grote bedrijven (bmzet 70.000,-- - 180.000,--) is gemiddeld 0,7% posi-
tief. De gemiddelde omzet per vierkante meter in grote bedrijven is
ruim anderhalf maal die van kleine bedrijven, evenals de gemiddelde om-
zet per werkkracht.
Kleine bedrijven worden echter'vaak door de ondernemer zelf draai-
ende gehouden, eventueel met behulp van medewerkende gezinsleden kaar
in haast alle gevallen zonder personeel. Hetkomt regelmatig voor dat
de ondernemer zichzelf en zijn gezin niet of nauwelijks loon be~ekent.
Het psychisch inkomen dat hij uit de zaak ontvangt is niet in geld uit
te drukken en daar wordt bij de beschouwing van het iconomisch resul-
taal dan ook geen rekening mee gehouden:Toch is dit psychisch inkomen
meestal we1 de voornaamste drijfveer van de ondernemer! . .
Naast oppervlakte zijn er nog een aantal factoren die de omzet sterk
beinvloeden, te weten:
- de inrichting van het bedrijf; een biljart, diverse ongelukkige op- en afstapjes en een te groot bargedeelte kunnen de omzet
per vierkante meter nadelig beinvloeden;
- de sfeer is uiteraard van belang bij klantenbinding. Sfeer hangt nauw samen met inrichting;
- het personeel en de bediening kunnen een sterke invloed op de omzet hebben;
- vooral in jeugdcaf6's, dancings en discotheken is de muziek van vitaal belang voor de omzet.
Ter orizntatie ook hier de globale investeringsbehoefte voor een
klein- en groot cafgbedrijf zoals deze uit het structuurrapport(2)
blijkt. Uit het rapport komt naar voren, dat slecht vier op de tien on-
dernemers het bedrijfspand in eigendom hebben! (De gegevens zijn uit
1969).
1) Horeca Structuurrapport. Blad "Horeca" december 1973
(2 ) Horeca Structuurrapport. Blad "Horeca" december 1973.
Tabel 9 1)
Globale invester ingsbegrot ing nieuw cafgbedr i j f (caf6)gemiddelden
Bedri j fspand i n huur
(hnschrijving omzetklasse x f 1.000,-- .
I. I 1 15-70 70- 180
omzet x f 1000,-- 48,4 12016 aan ta l krachten 1,7 2,4
bedrag x f I .OOO,--
Liquide middelen ( inc l . opricht ings- kosten 4 5 vlo t tende middelen' 3 9 vastgelegde middelen 17 40
8
t o t a a l b i j bedri j fspand i n huur 24 5 4 . .
bedr i j f spand i n eigendom
... . . - . omzet x f 1.000,-- 48,4 ' 1 1 0 , O aan ta l krachten 1 9 7 2,5
. invester ingen bedri j fspand i n eigendom (x f 1.000,--) 64 102 t o t a l e inves ter ing i n % van de omzet: bed r i j f spand i n huur 4 9 4 5
180 138 bedr i j f spand i n eigendom t o t a l e inves ter ing (x f 1.000,--) per kracht : b e d r i j f spand i n huur 14 2 2 b e d r i j f spand i n eigendom . 5 2 63 privgruimte z i t e r we1 i n voor zover aanwezig
A l s i n d i c a t i e zo een scha t t ing van.een behoefte aan 6 k le ine re , en 4
gro te re cafgbedri jven mogelijk z i j n .
1 ) Bron: Horeca s t ruc tuu r rappor t blad "Horeca" december 1973
4. MAALTIJDVERSTREKKENDE BEDRIJVEN
De overwegingen bij de bepaling van de hotelbehoefte en de overwe-
gingen bij de kwantificering van decafe- barbehoefte.zijn alle van
invloed op een schatting van de restaurantbehoefte. Een restaurant vindt
de klancenkring gedeeltelijk in de zakelijke wereld, gedeeltelijk in de
recreatieve sector en gedeeltelijk onder de plaatselijke bevolking. Het
is van het bedrijf zelf afhankelijk welke van deze drie groepen cohsu-
menten prevaleren. Niet alleen de ligging van het bedrijf, maar ook het
produkt dat geboden wordt en de prijs van het produkt spelen hierbij een
rol.
Wac ten aanzien van het recreatieve bezoek voor logiesaccormnodatie
gold, geldt beslist niet voor de maaltijdverstrekkende sector (het
recreatieve bezoek had geen of nauwelijks invloed op de logies-capaci-
teit). De dagrecreatie zal een bepaalde omvang krijgen, en ook vanuit
de watersport gaat een bepaalde vraag naar maaltijdverstrekkende bedrij-
ven uit. De zakelijke wereld is uitvoerig bij de logies verstrekkende
sector besproken en daar werd gesteld dat Almere wat betreft werkgele-
genheid geen beeld gaat vertonen dat afwijkt van het landelijk gemid-
delde. Ook zijn er geen redenen aan te voeren, waarom de plaatselijke
bevolking meer of minder gebruik van maaltijdverstrekkende bedrijven zal
. . maken dan elders het geval is, zodat het uitgangspunt 8000 Z 9000 inwo-
ners per restaurantbedrijf wordt (tabel 8). Speciaal wordt hier "restau-
rant" gezegd, en niet "cafe-restaurant". Omdat een scheiding tussen deze
bedrijfstypen nauwelijks aan te geven is. In de meeste "restaurant-
bedrijven" zal men niet voor een kopje koffie of een pilsje geweigerd
worden.
Over het restaurantbedrij f zijn ook geen exacte gegevens omtrent
gemiddelde capaciteit' bekend, maar naar schatting ligt dit tussen de 75
en 100 stoelen per bedrijf. Een enander resulteert voorlopig in 5 5 6
restaurantbedrijven.
Een cafetaria heeft in een stad een sterk plaatselijke functie. Het
levert vnl. "meeneem" produkten voor omwonenden, maar in een aantal
bedrijven kan men ook ter plaatse enige levensmiddelen nuttigen.
Een ander geval vormt het cafetaria-bedrijf bij een attractiepunt
(jachthaven, zwembad) of bij een verkeersknooppunt (station, zwembad),
waar haast altijd een dergelijk bedrijfstype te vinden is..
Dit leidt ertoe te stellen, dat er ook voor het cafetaria-bedrijf geen
redenen zijn om a£ te wijken van een landelijk gemiddelde, als indicatie
voor de behoeftepeiling van dat bedrijf, te weten 4500 B 5500 inwoners
per bedrijf; dit is ongeveer 10 bedrijven, zoals blijkt uit tabel 8.
De capaciteit van cafetaria-bedrijven kan volgens het Bedrijfschap
Horeca worden ontleend aan vloeroppervlak. Een bedrijf, waar men alleen
produkten nee kan nemen meet gemiddeld ongeveer 40 vierkante meter;
kan men er ter plaatse wat gebruiken, dan bedraagt het vloeroppervlak
ongeveer 45 'a 50 vierkante meter.
4.2..Grote of kleine restaurant-bedri jven-cafetar ia-bedri jven
. . . . Het restaurant-bedrijf als zodanig wordt niet vermeld in het structuur-
rapport1), maar er wordt steeds over het caf6- restaurant-bedrijf ge-
sproken. Op de pagina's hiervoor (kwantificering van de restaurant- ca-
fetaria-behoefte in Almere 1985) werd hier a1 een opmerking over gemaakt.
De caf6- restaurantbedrijven worden in tweeomzetklassen verdeeld,
. . te weten met een omzet 'tot 500.000,-- en met een omzet van 500.000,--
tot 2,5 miljoen. "it het structuurrapportl) blijkt, dat de gemiddeide
omzet per kracht in een klein bedrijf nagenoeg identiek is aan een groot
bedrijf maar dat de omzet per vierkante meter in een groot bedrijf 2x
groter is. Slechts 15% van de kleine bedrijven werkt met een positief
economisch re'sultaat (waarschijnlijk de bistro's). Kleine bedrijven
worden doorgaans door man en vrouw gerund, zonder personeel. Een idee
omtrent verdeling groot-kleinbedrijf is 4 min of meer grote bedrijven en
twee kleinere (bijv. bistro's).
In de cafetaria sector is de situatie nagenoeg tegengesteld. Hier
behalen de kleine bedrijven (omzetklasse 60.000,-- tot 200.000,--) een
gunstiger economisch resultaat dan de grote bedrijven (omzet 200.000,--
tot 700.000,--). Dit impliceert evenwel niet dat de grote bedrijven ver-
lies lijden.
De situatie onder de wegrestaurants is in vergelijking met de
restaurants betrekkelijk gunstig. Dit komt voornamelijk door de lage
investeringsbehoefte in procenten van de omzet.
Een en ander naast elkaar gezet levert onderstaande tabel op. Tot
1971-1972 is er een opgang te constateren in de resultaten, terwijl 1973
weer duidelijk een recessie vertoont. Re gegevens van de die crisis zijn
hier nog niet in verwerkt, waardoor het uiteindelijk resultaart van 1973
nog slechter kan worden.
1 ) Bron: Horeca structuurrapport blad "Horeca" december 1973
Tabel 10. Vergelijking economische resultaten van restaurant - cafetaria en wegrestaurant; in procenten van de omzet per jaar 1)
Kleine caf6-restau- rants - 11,O - 9 ,8 - 8,O ' - 6,4 - 7,8 Grote caf6-restau- rants - 0 , l - 0,O 1,6 2.2 0.4 Kleine cafetaria's 597 4 , l 6 ,8 2 , O 2.0 Grote cafetaria's 398 291 591 098 0,6 Wegrestaurants 0,8 296 399 391 1 , a
De investeringsbegrotingen van bovengenoemde bedrijfstypen zien er als volgt uit:
Tabel 1 1 . Investeringsbegroting voor nieuw op te richten bedrijven in I ) de dranken en maaltijd verstrekkende sector. Prijspeil 1969.
A. Caf6-restaurants
Omschrijving Omzetklasse x f 1000,--
Aantal bedrijven Omzet x f 1000,-- Aantal krachten
Bedrag x f 1000,--
Liquide middelen (incl. oprichtingskst.) 6 Vlottende middelen 19 Vastgelegde middelen 100
Totaal (excl. pand) 125 370
Investeringen in % van de omzet: Bedrijfspand in huur 5 7 38 Investering (x f 1000,--) per kracht: Bedrijfspand in huur 17 12
1) Bron: Horeca structuurrapport blad: "Horeca" december 1973
A. Cafetaria's
Gmschri jving Omzetklasse x f 1000,--
1 2 60-200 200-700
Bedri j f spand in huur hzet x f 1000,-- 145 30 1 Aantal krachten 13,6 7,8
Bedrag x f 1000,--
Liquide middelen (incl.oprichtingskosten) 5 6 Vlottende middelen 5 12 Vastgelegde middelen 56 87
Totaal in bedrijfspand in huur 66 105
Bedrijfspanden in eigendom omzet x f 1000,-- 156 289 Aantal krachten 3,7 7,4 Investeringen bedrijfspanden in eigendom (X f 1000,--) 86 151 Totale investering in % van de omzet: Bedrijfspand in huur 46 35 Bedrijfspand in eigendom 101 87 Totale investering (x f 1000,--) per kracht Bedrij f spand in huur 18 13 Bedrijf spand in eigendom I I 33
-
A. Wegrestaurants
Omschrijving
Omzet x f 1000,-- 1.339 Aantal krachten 32,O
Bedrag x f 1000,--
Liquide middelen (inc1.oprichtingskosten) 61 Vlottende middelen 87 Vastgelegde middelen 248
Totaal bij bedrijfspand in huur 396
Bedrijfspand in eigendom 633 Investeringen in % van de omzet: bedrijfs- 30 pand in huur bedrijfspand in eigendom 48
Samenvattend kan gesteld worden dat de keuze klein of groot caf6bedrijf
of klein of groot restaurant-bedrijf voor een gedeelte afhangt van eco-
I) Bron: Horeca structuurrapport blad "Horeca" december 1973
nomische verwachtingen en de intenties van de onde~nemer. Bovenstaande
cijfers zijn slechts een vage weerspiegeling van de bestaande situatie
omdat ze gemiddelden aangeven. Van evengroot belang zijn juist de
zakendeskundigheid, de inzet en de kennis van de ondernemer. Een derde
belangrijke factor is de locatie van het bedrijf. In een volgend hoofd-
stuk zal daar nader op worden ingegaan, door een catalogus van mogelijke
vestigingsplaatsen te schetsen.
5. COMBINATIEMOGELIJKHEDEN VAN DE DIVERSE BRANCHES IN DE HORECA
5.1. Algemeen
De meest traditionele combinatie in het hotel-cafi5-restaurantbedrijf?
Uit "bedrijfsgegevens voor het hotel-cafi5-restaurantbedrijf over 1964"
blijkt echter dat het restaurant-gedeelte zwaar drukt op het resultaat
van dit bedrijf. Hieronder volgt een exploitatie-overzicht, waardoor
een vergelijking van dit bedrijfsonderdel mogelijk is ( 1 ) . De percenta-
ges berusten op een gewogen gemiddelde van drie in de tabel (I) ge-
noemde klassen (10-25 kamers, 25-25 kamers en 70-140 kamers). In het
totaal berusten de gegevens op 82 bedrijven.
Tabel 14. Kosten en resultaten-overzicht van een hotel-caf6-restaurant-
bedrijf in % van de wzet per jaar.
Totaal Hotel Caf6 Restaurant --
inkoopkosten 30 - 2 9 44 arbeidskosten 40 35 36 48 huisvestingskosten 15 42 9 8 afschrijvingskosten 5 8 2 5 overige kosten 8 5 10 10 7 10 economisch resultaat 0 5 2 5 17 -15
Door het negatieve resultaat in het restaurantgedeelte is het totale
resultaat nihil. Men heeft kennelijk schroom een etablissement binnen
te stappen met als opschrift "Hotel - - cafk - restaurant". Ook de hotel- gasten zelf eten graag eens ergens anders, waardoor de bezetting in het
restaurant achter blijft bij de kamer- en bedbezetting. Bovendien lig-
gen de prijzen in een restaurant gekoppeld aan een hotel vaak aan de
hoge kant. Men spendeert reeds vrij veel geld aan een overnachting en
beknibbelt dan op de maaltijden.
De oplossing kan gezocht worden in een hotel-garni (logies + ont-
bijt), geheel 10s gezien van een cafE-restaurant. De combinatie cafE-
restaurant werd hiervoor reeds besproken en heeft in de praktijk weinig
te betekenen.
Men kan we1 aan bepaalde samenwerkingsvormen denken, bijvoorbeeld
coupons; reclame in het ene bedrijf voor het andere; een gast doorstu-
ren wanneer blijkt dat men hem niet van dienst kan zijn etc. Een andere
oplossing, vooral voor Almere is een kantoorhotel.
I) Bron: Tabel 8 uit "Bedrijfsgegevens voor het hotel-caf5-restaurant bedri j f over 1964"
5.2. Kantoorhotel
~1 betrekkelijk snel kan in Almere aan een hotellmotel worden ge-
dacht. Door het als een kantoorhotel op te zetten zal in een eerder
stadium een acceptabel be~ettin~resultaa; worden bereikt.
De opzet van een kantoorhotel ziet er ongeveer als volgt uit:
De kaniers moeten zodanig zijn' ontworpen, dat men met enkele inirepen . .
gemakkelijk een hotelkamer als kantoor kan inrichten.
Dit kan m. b.v. gemakkelijk verplaatsbare- of opklapbedden; ' mobiele bu-
reaus; etc. Het strekt tot aanbeveling (dubbele) of schuifdeuren tussen
de kamers te plannen, opdat kantoorruimte moeiteloos kan worden ver-
groot.
De kamers en eventueel gehele- of gedeeltelijke etages kunnen aan
bedrijven worden verhuurd. Dit gebeurt meestal op halfjaarlijk- of
jaarbasis. Een gedeelte van het aantal kamers blijft als hotelkamers dienst.
Voordelen voor de huurder zijn:
- ook zeer kleine ruimtes (I kamer) kunnen worden gehuurd;
. - alle diensten zoals receptie - telefonist(e) - telex - room-service etc. staan tot beschikking;
- een restaurant en hotelaccomodatie is permanent b'eschikbaar om rela- ties te kunnen ontvangen;
. - er is zaalruimte beschikbaar voor vergaderingen. Voordelen voor de verhuurder zijn: . . - een bepaalde bezetting is gedurende langere tijd gegarandeerd; - indien de vraag naar hotelkamers groter wordt dan het op dat moment beschikbare aanbod, kan een gedeelte v.d. kantoorkamers na het ver-
lopen van een contract worden omgezet in hotelkamers;
- de nevendiensten van het bedrijf (telex etc.) worden intensiever be- nut.
De opbrengst van een kamer verhuurd als kantoorruimte ligt beneden
die van een hotelkamer, maar dit wordt gecompenseerd door een gunstiger
bezettingsgraad. Een voorbeeld van een bedrijf, dat als kantoorhotel
functioneert is het Quality Inn Hotel in Antwerpen.
6. DE HORECA T.O.V. ALMERES SOCIALE DOELSTELLINGEN
Een van de allereerste activiteiten rond Almere is het opstellen
van een aantal sociale doelstellingen geweest. Juist gehanteerd en ge-
interpreteerd bieden deze doelstellingen de mogelijkheden zich bij ieder
dnderdeel van planning en fealisatie af te vragen of niet aan de be-
hoefte van de toekomstige bevolking wordt voorbijgeschoten.
Alvorens te kijken in hoeverre de horeca kan en moet inspelen op
deze doelstellingen is het nuttig eerste de doelstellingen te noemen,
die in verband staan met de horeca, alsmede de door de bewoners te ont-
plooien activiteiten die met de horeca te maken hebben.
Citaat uit : Almere,250.000 mensen in 25 jaar? door K. Nawijn en
F.H. van der Veen (~levobericht nr. 109).
Doelstelling 4 :Almere moet de individuele en collectieve ontplooiing
van hen die er verblijven stimuleren.
Maatregelen 4d : Het zorg dragen voor vele en veelvormige contactmoge-
lijkheden door middel van een grote-verscheidenhetd- - aan recreatiegelegenheid en arbeidsplaatsen, scholings-
m~~elijkheden, woonmili'eus, woningen, woonvoorzieningen.
Doelstelling 6 : Almere moet 'bijdragen aan de instandhouding en verdere
on~wikkeling van de stedelijke cultuur.
Een compleet overzicht van de doelstellingen en maatregelen is opgeno-
men in bijlage 2.
Maatregelen: 6a : In bepaalde stadsdelen, met name her. centrum, kollectieve
belangen voorrang geven boven individuele belangen in het
ruimtegebruik en in de toepassing van allerlei bouwkundige
normen.
6 b : Het toewijzingsbeleid en het vestigingsbeleid van bedrijven
laten verschillen afhankelijk van de plaats in het stede-
lijk gebied. Dit wil zeggen: rekening houden met de voor-
keuren van verschillende bevolkingsgroepen en verschillende
typen bedrijven voor verschillende situeringen binnen het
stedelijk gebied.
Einde citaat.
Opmerking bij doelstelling 4:
A1 eerder werd gezegd dat mensen, die bij elkaar in een nieuwe om-
geving terecht komen naar contactpunten uitkijken, waar zij de medemens
kunnen ontmoeten. "De kroeg" is een van die plaatsen. Nu is er een schijn-
bare tegenstrijdigheid te ontdekken tussen de'horeca enerzijds en "doel-
stelling 4" anderzijds. De gehuwde vrouwen en de middeti- en hogere be-
volkingsklassen kennen aan het cafs een bijzonder lage sociale status
toe. Zij associgren het caf6-bezoek met drankmisbruik en dronkenschap (1).
Het is denkbaar dat deze twee elementen de individueii en collectieve
ontplooiing van de bevolking in de weg staan.
Dit is echter we1 wat ver gezocht. Niet all'een zijn de genoemde
bevolkingsgroepen niet-representatief voor de eotale bevolking, hun uit-
latingen getuigen van ondeskundig oordeel jegens "de kroeg". In de prak-
tijk namelijk zal de kastelein zich we1 hoeden voor drankmisbruik en
dronkenschap in zijn zaak om een slechte naam te voorkomen. Overigens
zijn de gehuwde vrouwen in de midden- en hogere bevolkingsklassen de
marktsegmenten die het cafEbedrijf relatief het minst bezoeken.
Opmerking bij doelstelling 6:
Drs. H.A. Becker (I) merkt op: "Horecabedrijven horen als vanzelf-
sprekend tot het stads- en dorpsbeeld. Het bedrijf tracht te voldoen
aan de verwachtingen van het publiek, die tot stand komen onder invloed
van de voorstellingen die omtrent de horecadiensten leven en resulteren
in eisen die aan het bedrijf worden gesteld". Een belangrijk aspect voor
een horeca-ondernemer is er voor te zorgen op de juiste plaats met het
juiste produkt te komen. (Uiteraard met de juiste prijs en de juiste
promotie-activiteiten). Aan die lokatie-problematiek is een apart hoofd-
stuk gewijd.
.De doelstellingen zijn geformuleerd, omdat de mensen bepaalde acti-
viteiten ontplooien. In het rapport: "Almere, 250.000 mensen in 25 jaar",
door Nawijn en v.d. Veen, worden een aantal activiteiten genoemd die
door de toekomstige Almere-bewoners worden bedreven. Hieronder zijn de
activiteiten genoemd die direct of indirect met de horeca in verband
staan (2).
( I ) Drs. H.A. Becker: dienstverlening en publiek 1966 pag. 68-80. : (2 ) Een complete lijst activiteiten is opgenomen in bijlage 3.
- activiteiten, die afhankelijk zijn van lichamelijke en geestelijke
behoeften:
. toilet bezoeken
. zitten buitenshuis
. buitenshuis etenlslapen
. schuilen
. met iemand praten
. contact zoeken - activiteiten, die nodig zijn om in het dagelijks levensonderhoud
te voorzien:
. werken. - activiteitendie bedreven worden in het kader van spel, recreatie
en overige vrijetijdsbestedingen:
. sport . .
. watersport recreatie
. uitgaan
. pilsje drinken
. museumbezoek
. theater/filmbezoek - activitkiten bij gebruik van een dienstverlenend bedrijf:
. boodschappen doen
. winkelen
. marktbezoek
. samenzijn met leeftijdgenoten
. kerk bezoeken - activiteiten ten behoeve van her ontplooien van initiatieven:
. vergaderen. Deze lijst toont aan wat voor een belangrijke rol de horeca in het
dagelijkse leven van de bevolking kan vervullen.
In het volgende hoofdstuk worden de doelstellingen en de activi-
teiten verwerkt in een lokatiekataloges en een functie-analyse, waarbij
wordt aangegeven of een bedrijf op een bepaalde lokatie, wenselijk of
noodzakelijk is voor de bevolking, en tevens de reden voor het publiek
waarom zij het bedrijf bezoeken.
7. LOKATIE-ASPECTEN EN FUNCTIE-ANALYSE VAN DE HORECABEDRIJVEN
Tot nu toe werd steeds gesproken over hotels, restaurants, cafg's
en cafetaria's. Om aan te geven hoe betrekkelijk die indeling eigenlijk
is en welke mogelijkheden er in de logies-, maaltijd- en drankverstrek-
kende branches bestaan volgt hier een opsoming van de mogelijkheden in
de drie sectoren. Deze opsoming berust op een indeling van het Bedrijfs-
schap Horeca, hier en daar gewijzigd en aangevuld. Het onderscheid tus-
sen sommige bedrijven is vaak slechts een nuanceverschil, meestal ge-
baseerd op lokatie of op modegrillen van het publiek.
Indelen horecabedrijven - zonder combinatiemogelijkheden.: Schema.
INDELING HORECABEDRIJYN, ZONDER COMBINATIEMOGELIJKHEDEN LOGIES-VERSTREKKEND
hotel motel botel pension
, apartementen rusthuis . . j eugdherberg kamerverhuur bedri j f MAALTIJDVERSTEKKEND
zelfbediening restaurant < traditioneel geen zelfbediening < specialiteiten zelfbediening wegrestaurant< eeen zelfbedienina - -
11 drive-in restaurant"
bistro take-away food service (afhaal "restaurant")
verplaatsbaar snackbar < niet ver~laatsbaar . . automatiek
, . caf etaria
.. . .. .... - . broodjeszaak wildtaria
ijssalon DIVERSEN
pof f ert j eskraam sportcantines ~unchroom jeugd/buurthuizen * catering bedrijf strandtenten DRANKEN-VERSTR~KKEND stationsrestauratie
kantine-exploitatie in fabriek e.d. cafE passantenc. < stamgastenc. < buurtc. bioskopen
overige schouwburgen cafE-terras (r0ndvaart)boten coffee-shop sociEteiten * thee-tuinlhuis parochiehuizen bar viszaken verlof B bar-bodega dorpshuizen bar-dancing verenigingsgebouwen * discotheek nachtclub specialiteitep, zoals "weinstube", "bierkeller", sherrybodega"
* = meestal niet voor iedereen toegankelijk.
Bewust zijn ook hier geen combinatiemogelijkheden genoemd, omdat
voor het vervolg van dit betoog bepaalde elementen dan onduidelijk zou-
den worden. Bovendien is een combinatie van twee- of meerdere types in
een bedrijf haast altijd mogelijk. Daarnaast is de combinatie van de
sectoren voornamelijk afhankelijk van de toekomstverwachtingen, moge-
lijkheden en initiatief van de potentiegle ondernemer, en van minder
groot belang t.a.v. de behoeftebevrediging in de logies-, maaltijd-
en drankverstrekkende sector. I
In het onderstaand overzicht is Almere schematisch ingedeeld in ee:
elftal typerende gebieden. Per horecabedrijf is aangegeven op welke van
deze lokaties een eventuele vestiging mogelijk is. Er is bovendien aan-'
gegeven of dit slechts een mogelijkheid, wenselijk dan we1 min of -meer . .
noodzakelijk is. Indien een bepaald bedrijfstype in 'gQn van deze drie . .
categoriesn geplaatst is, betekent dit niet dat er dan maar voor gin ' ,
a vestiging in dat gebied ruimte is. Het is bijvoorbeeld heel we1 denk-
baar dat de city diverse cafG's zal herbergen in de toekomst.
De elf lokaties zijn representatief te noemen voor de mogelijkheden . . die Almere biedt. De gebieden zijn:
- buiten Almere : met dit gebied wordt het binnendijks ge-
bied buiten de woonkernen Gn buiten de
hen omringende groengordels bedoeld,
maar binnen een afstand van + 10 km van - de kerngrenzen;
- buitendijks gebied; centrale: dit is de ruimte buiten de polderdijk (stranden, opspuitingen, havens etc.), '
en tevens de oeverrand van het meer dat
tussen Almere-Haven en Almere-Stad zal
verschi jnen;
- groene ruimte tussen de . de parken en groengordels die de kernen kernen van Almere met elkaar verbinden;
- groene ruimte in de kernen
- bedrijfsterreinen Almere
- bedrijfsterreinen kernen
- transportroutes - woongebieden - subcentra - centra - city
: perken, parken, openbare gazonnen, open-
bare tuinen enz. binnen de grenzen van
de kernen;
: bedrijfsterreinen buiten de kernen bin-
nen het Almere gebied;
: bedrijfsterreinen binnen de diverse kern-
grenzen;
: weg-, en waterwegen;
: de diverse woonwijken binnen de kernen;
: winkelcentra in de woongebieden;
: middelpunt van activiteit in een kern;
: centrum van Almere Stad.
7.2. Sociale functie-analyse
Een logisch vervolg op dit overzicht is een aanduiding in verband
ove;=icht 1 . PRIORITEITEN OVERZICHT LOKATIEMOGELIJKHEDEN VAN HORECA BEDR. Hotel Motel Botel Pension Apartement Rusyhuis Jeugdherberg Kamerverhuurbedrijf
Restaurant zelfbediening xx Restaurant traditioneel XXX
Restaurant specialiteiten xx Wegrestaurant Bistro xx Afhaal restaurant x Snackbar niet verplaatsbaar x Automatiek x ~ a f etaria x Bropdjeszaak x Wildtaria x IJssalon ' x Poffertjeskraam x Lunchroom x Cateringbedrijf x
PassantencafC Buurtcafg Cafk-terras Coffeeshop Thee-tuin Bar Bar Bodega Bar Dancing Discotheek Nachtclub
Sportkantine Jeugd-buurthuis Strandtent Stations Restauratie Kantine in fabriek Foyer Bioscoop Foyer Schouwburg (Rondvaart) Boot Socizteit Parochiehuis Viszaak verlof B Dorpshuis Verenigingsgebouw Drive-in restaurant
x zmogelijk xx Swenselijk xxx inoodzakeli j k
XXX
XXX
XX
XX
XXX
XX
XX
XX
X
XX XX X
xxx xxx X X
XX XX
XX X
X X
X X X
met de functie, welke een horecabedrijf op een bepaalde lokatie kan
vervullen. Er zijn drie functies te onderscheiden: . . -1- hoofddoel functie
-2- schakelfunctie . . . .
1) -3- complementaire functie
ad 1 - hoofddoelfunctie: . ~. . ,
Indien een bedrijf voor een gasteen hoofddoelfunctie vervult.,' wil . . .
dit zeggen dat de gast het bedrijf bezoekt om zijn primaire behoeftes' . .
(slaap, honger en dorst) te bevredigen. Een hoofddoelfunctie kan ook op
het sociale vlak liggen. Zo kan een gast bewust "gezelligheid" zoeken
in een horecabedrij f . ad 2 - schakelfunctie
Wanneer twee activiteiten aaneengekoppeld worden door een horeca-
bezoek spreekt men van een schakelfunctie van het bedrijf. Het werk en
naar huis gaan kan aaneengeschakeld worden door een horecabezoek. Het
uitrusten tijdens boodschappen doen, en een dagje uit met een horeca-
bezoek zijn tevens voorbeelden van de schakelfunctie van het horecabe-
drijf.
ad 3 - complementaire functie Wanneer een horecabedrijf een complementaire functie vervult be-
tekent dit dat niet de horecadienst de primaire reden van het bezoek
is. Zo zou het doe1 een zakelijke bespreking, een feestelijke bijeen-
komst, of gewoon vakantie kunnen zijn . .
Het is niet uitgesloten, dat een bedrijf twee of drie-functies ver- . . .
vult. Zo kan een klant tijdens het omspitten van zijn tuintje behoor- . . .
lijke dorst krijgen. Na een grondige inspectie van zijn ijskast en zijn
kelder besluit hij in het caf6 op de hoek even'een pilrje te pakken.
Zijn buurman komt juist thuis van zijn werk, ziet hem staan en besluit . .
even binnen te wippen. ' S avonds na het eten treffen we beide lieden ,
weer in hetzelfde etablissement aan, ditmaal gevrijwaard doordat de
buurtvereniging vijf jaar bestaat en dit op gepaste wijze kenbaar maakt.
Alle drie de functies zijn in deze situatie terug te vinden. . .
EBn en ander komt ook hier het best tot uitdrukking in een,schema-
tisch overzicht, waarbij dezelfde bedrijven en dezelfde lokaties als
in het vorige overzicht zijn gebruikt.
I) Indeling naar drs. J.A. Wezenaar: Winkelen, doe1 of middel? Lelystad, november 1971, pag. 26-30.
:OVERZICHT 2; Sociale functie-analyse van de horecabedrijven op de diverse locaties
Hotel C C Motel Botel Pension C Apar tementen G C Rusthuis A Je~gd~herberg Kamer,verhuurbedri jf A A A
Restaurant zelfbediening AB AC Restaurant traditioneel ABC ABC Restaurant specialiteiten C Wegrestaurant Drive-in restaurant AB AC Bistro AC Afhaal restaurant A A Snaclibar niet verplaatsbaar A A Automatiek A A Cafetaria A A Broodjeszaak A A Wildtaria A A IJssalon. AB AB Pof f ertj eskraam A ABC Lunchroom B B Cateringbedrijf . . A A
AC ABC BC BC
C C A ABC AB
A A A A A A AB ABC B A
- - - ~assantencaf6 Buurtcaf 6 Caf Elterras Coffeeshop Thee-tuin Bar Bar-Bodega Bar-Dancing Discotheek Nachtclub
BC BC BC BC ABC ABC ABC ABC ABC ABC AB AC AB
ABC
AC AC
Sportkant ine Jeugd-buurthuis Strandtent Stationsrestauratie Kantine in fabriek Foyer bioscoop Foyer schouwburg (Rondvaart) boot Socigteit Parochiehuis Viszaak verlof B Dorpshuis Verenigingsgebouw
A=~oofdfunctie B=Schakelfunctie C=Conplementaire functie
8. VAN IDEE TOT REALISATIE
Het onderstaande hoofdstuk is gebaseerd op een artikel in "recre-
atievoorzieningen 1976 nr. 2". Dit artikel is een weergave van het in
januari gehouden symposium "tourisme".
Sprekers tijdens dit symposium waren dr. ir. A.Twynstra en drs
J.H.R.M. Viehoff . Dit hoofdstuk heeft betrekking op uitlatingen "in eerstgenoemde.
8.1. Besluitvorming . .
De realisatie van projecten vereist vaak een lang en ingewikkeld
besluitvormingsproces. In dit proces hebben overheid en pariculier
initiatiefnemer (projectontwikkelaar) een belangrijk aandeel. Er zijn
twee nivo's te onderscheiden: . . -~ de overheid beslist na een behoefteonderzoek wat betreft het plano- logisch aspect en stelt derandvoorwaarden vast.
(De vergunningen, voorschriften en subsidies zijn eveneens overheids-
beslissingen) ; r . .
- ,binnen de randvoorwaarden ligt de speelruimte van hit particdiere . .
initiatief voor de verdere ontwikkeling van het"projdct.
~ e t uiteindelijke resultaat is afhankelijli vande kwaliteit van
besluitvorming op beide nivo's en de onderlinge co6rdinatie. De besluit-
vorming bij de overheid en de projectontwikkelaar alsook de onderlinge
afsteming laten echter in de praktijk vaak te wensen ove;. Dat is ge-
zien'de ingewikkelde vraagstukken en de verscheidenheid van de.belangen
der betrokken partijen niet verwonderlijk. Het gevolg is echter dat de
gerealiseerde project'en vaak beieden de verwachtingen blijven. Enkele
veel'voorkomende moeilijkheden zijn:
- er is geen goed evenwicht gevonden tussen project en omgeving (natuur, structuur, sociaal economische omstandigheden);
- het project voldoet door zijn ligging en aard niet optimaal aan de behoefte van de gebruiksgroepen;
- het project blijkt achteraf duurder dan noodzakelijk of voorzien. De volgende figuur laat zien hoe een samenwerkingsstructuur tussen
,overheid en particulier initiatiefnemer er uit kan zien.
Beide qelanghebbende worden in een tijdelijke organisatie bijeen
gebracht gedurende de voorbereiding van het project. Wil dit werken,
dan moeten zowel overheid als particulier initiatiefnemer afzien van a1
Figuur 2: samenwerkingsstructuur tussen overheid en particulier initiatiefnemer.
te starre randvoorwaarden.
Vooral over deze randvoorwaarden, het programma van eisen en het .
ontwerp moeten beide partijen nauwgezet overleg plegen. Wil dehierbo-
ven geschetste figuur goed functioneren, dan wordt voorop gesteld dat:
- de meeste geschikte projectontwikkelaar voor het betreffende project wordt gekozen;
- de overheid beschikt over capaciteit en deskundigheid om een effectieve rol bij de ontwikkeling te kunnen vervullen;
- verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen partijen duidelijk wor- den a£ gebakend;
- de projectontwikkelaar zich kan en wil inleven in de problematiek van de overheid, die een ruime plaats toe moet kennen aan het algemeen
belang.
Wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan biedt deze structuur
de mogelijkheden om doelstelling en resultaat van projecten beter op . elkaar af te stemen. Echter ook de feitelijke beheersing van het re-
alisatieproces is van belang.
8.2. Het realisatieproces
I. Haalbaarheidsonderzoek
" In deze fase neemt de ontwikkelaar een initiatief voor het pro- ject of de overheid biedt het een ontwikkelaar aan. ow el de overheid als de projectontwikkelaar gaan in deze fase na welke mogelijkheden
z'ij in het project zien. De voornaamste activiteiten in deze fase zul-
len zijn: defini5ring van planologische randvoorwaarden, marktonderzoek
. . (vraag- en aanbodzijde) en investeringsanalyse, . . vaak gekoppeld aan een risico-analyse", aldus de heer Twijnstra.
2. Programmafase . .
"In de programmafase worden de technische eisen c.q. randvoorwaar-
den en de wensen van de toekomstige consument ten aanzien van het pro-
ject vastgelegd. De belangrijkste activiteit in deze fase is het,afwe-
gen van eisen en wensen tegen de financigle mogelijkheden. Deze afwe-
ging heeft he,t financigle kader voor de realisatie van het proces"..
De technische eisen vormen meestal een vast gegeven. Het wensenpakket
kan daarentegen bijvoorbeeld zowel door de overheid als door de toe-
koms tige consumenten worden beinvloed.
"Dit kan betekenen dat het wensenpakket in de.loop der tijd ver-
andert". Eisen en wensen moeten dan opnieuw vertaald worden in kosten.
3. Ontwerpfase , ' .
Het in de vorige fase vastgelegde programma wordt in dezefasever-
taald in een ontwerp. "Techniek en esthetica spelen hierki'j een belang-
. rijke ro1,maar doelmatigheid mag hieraan niet ondergeschikt worden ge- . 6' maakt. De fase wordt afgeslbten met eell gedktailleerde techn5sch.e be- '
. . schrijving (bijvoorbeeld in de vorm van bestek en tekeningen).
Het haalbaarheidsonderzoek, de programmafse en de ontwerpfase (tot de . . .
gedetailleerde technische beschrijving) vormen tezamen het marktonder:,
zoek. In dit marktonderzoworden de commerciele potenties van het
project,belicht. Juist in deze fase is een optimale verstandhouding tus-
sen overheid en particulier initiatiefnemer van vitaal belang.
4. Uitvoeringsfase
Deze fase omvat alle bouwactiviteiten tot aan de oplevering van
het project.
5. Ingebruikneming 1 I
De fase van ingebruikneming begint op het moment dat de eerste
consument het project binnenkomt. Deze fase kent geen vastomschreven
eindtijdstip.
Het realisatieproces vertoont het beeld van een volgtijdelijke
afwerking van een aantal nauwkeurig afgebakende fasen. In werkelijkheid
zal dit proces niet zo scherp afgebakend verlopen als hier is geschetst.
In de praktijk zullen de fasen elkaar gewoonlijk overlappen. Een strenge
scheiding levert ernstig tijdverlies op omdat bij de intreding van een
nieuwe fase steeds een herorizntatie en een inleving omtrent' de vorige
fasen plaat moet vinden. L
Deze scriptie is een combinatie van het haalbaarheidsonderzoek en
de programma-fase.
9. CONCLUSIE
In de hoofdstukken 2 t/m 4 is naar voren gekomen dat er voorlopig
tot 1985 in Almere behoefte is aan:
I - 4 logies-verstrekkende bedrijven (afhankelijk van de gro6tte); - + 1 1 drankverstrekkende bedrijven; . . . -
. , . - + 15' 5 16 maaltijdverstrekkende bedrijven, waaronder 10 cafetaiia- - : . . . achtige, bedrijven.
.. . . , i- ..' In hoofdstuk 7 is aangegeven, wat mogelijke vestigingsplaatsen voor
- horecabedrijven in het Almere gebied zijn. Een combinatie van de gege-
vens uit hoofdstuk 2 t/m 4 met de gegevens uit hoofdstuk 7 leidt tot
. -het.onderstaande overzicht 3. - . ' . . . r; . ' , .
. . In dit overzicht is weergegeven, waar de eerste bedrijven gesitu-
- . ' eerd kunnen worden. ( 2 . .
Bij een vergelijking van het prioriteitenoverzicht en lokatie-as- - . . . . . . .
pecten van horecabedrijven met het onderstaande schema 3 valt op, dat , ... . -
. . . . er in het lokatie-overzicht beduidend meer mogelijkheden genoemd zijn.
.. : -.. . Dit'zijn echter slechts mogelijkheden, die in eerste instantie dienst
kunnen doen wanneer uit planologische of andere overwegingen aan de - , . ' eerste keuze niet.'kan worden voldaan. In tweede instantie zullen deze ,. ..
. , I . : .. . . . . . , exstra mogelijkheden van pas komen bij projectering op langere termijn
. . (1 990 of later). . . . . . In overzicht 4 zijn de sociale functies aan de geprojecteerde be-
- . , . . . . , . - . . . . . drijven gerelateerd. Opvallend zijn de sterke sociale aspecten van caf6
, . .. .. 1 . en restaurantbedrijven, waardoor het belang van voldoende horecabedrijven
- onderstreept wordt, Teruggrijpend naar de lijst van activiteiten uit
. . hoofdstuk 6 kan men nogmaals het belang van voldoende horeca op de .. ,.. - . ? . . ., ; . , .+ ; ; .> ., , .
julste plaats benadrukken. . . Misschien zijn er, gezien'.de.geografische - spreiding uit sociaal
~ ~
oogpunt we1 meer bedrijven noodzakelijk dan hierris aangegeven, maar
omdat &it commercieel niet verantwoord lijkt (hoofdstuk 2, : 3 en 4 ) is
hier verder niet op ingegaan. . .
44
Overzicht 3 LOCATIE VAN DE AANTALLEN BIJDRIJVEN VOORTKOIENDE UIT DE HOOFDSTUKKEN 2 t/m 4 '
Hotel Motel Botel Pension Apartement Rusthuis Jeugdherberg Kamerverhuurbedrijf
Restaurant zelfbediening Restaurant traditioneel Restaurant specialiteiten Wegrestaurant Drive-in restaurant Bistro Afhaal restaurant Snackbar niet verplaatsbaar Automatiek Caf etaria Broodjeszaak Wildtaria IJssalon Poffertjeskraam Lunchroom Cateringbedrijf
PassantencafE Buurtcaf E CafE-terras Coffeeshop Thee-tuin Bar Bar Bodega Bar Dancing Discotheek Nachtclub
n I-. n Y
z ~ t a m a 0 " I m m * I o m a a o 3 3 " I " I m 00 m I-. I-. a m a L-. L-. m d o m m ~ - . " ~ m r o " ~ m n n n c D. m m r. m " I " 1 3 a O N - n
c m m m n I-. I-. m t E E I - .
3 a 3
0 m "I C 0 I-. m n 3 rn " la *I I-. c k.
5' i7 f t
I", : " z
N V1 er m r s m
I 0. *J m F
PI F? ro m "I s
m c I-. n
s E E N m
4 5
OVERZICHT 4: DE SOCIALE FUNCTIE GERELATEERD AAN DE IN OVERZICHT 3 GEPROJECTEERDE BEDRIJVEN '.
. . .. Hotel C C Motel Botel Pension
.. Apartementen ' '
Rusthuis Jeugdherberg Kamerverhuurbedrij f
Restaurant zelfbediening AB ABC Restaurant traditioneel Restaurant specialiteiten C Wegrestaurant Drive-in restaurant Bistro AC Afhaalrestaurant Snackbar niet verplaatsbaar Automatiek Cafetaria A A Broodjeszaak A Wildtaria IJssalon AB Pof f ertj eskraam Lunchroom Cateringsbedrijf
Passantencaf 6 Buurtcafii Cafe terras Coffeeshop Theetuin Bar Bar Bodeba Bar Dancing Disotheek Nachtclub
A = Hoofddoelfunctie B = Schakel. .. . , . .. . .. . ."
K Konplementaire funktie
BC ABC ABC ABC A B ,
ABC
. ,
LITERATUUR
G.J. Bakker, Vestigingsplaatsen in de dienstensektor . . . drs. H.A. Becker. Dienstverlening & Publiek
Bedrijfsgegevens voor het hotel-cafe-restaurantbedrijf over 1964 van . ,
het Economisch Instituut voor het Midden en Klein Bedrijf
Bedrijfschap Horeca - Publikatie nr. 12, kamer & bed.capaciteit in hotels en toeristenpensions.
Bedrijfscha~ Horeca - Publikatie nr. 13, Aantallen horecabedrijven in Ned. B. & W. Eindhoven, Horecafunktie Eindhovense binnenstad.
Verslag van een enquZte . .
C.B.S. Statistiek werkzame personen, 31 maart 1973
Economisch technologisch voor Zuid-Holland: Katwijk - woongemeente, werkgemeente & badplaats: een analyse der toekomstmogelijkheden,. ' '
nov. 1968
Flevobericht nr. 90: Almere 1985 - Aanzet tot een ontwikkelingsstrategie . . ' . .
1970 - 1985 - 2000, Lelystad 1974. Flevobericht nr. 92: Ontwerp Almere-Haven, Lelystad 1974 . . , ,
H.J. v. Haperen en dra. J.J.P. Scheek: De belangstellenden voor Almere, . . . . wie zijn ze, wat willen ze, Lelystad 1976. . . + . :
W.F. Heinemeyer, M. v. Hulten en H.D. de Vries Reilingh "Het centrum van Amsterdam". . .
"Horeca" nr. 52, 28 december 1973 Inventarisatie en analyse in de Meerpaal te Dronten 1967 - 1973 F.C. Keemink N.V., buro voor architectuur en stedebouw: Ambachtsland te
' Valkenswaard
P. v.d. Kreel Het Gooi - voorzieningen in een meerkernige stedelijke structuur, R.1J.P.-rapport 1976 9 BF I
Kroniek van het ambacht, klein en middenbedrijf, jaargang 29 no. 182,,. jan. - april 1973
Onderzoek naar her toeristisch-rekreatief gedrag v.d. nederlander 1971-1972 Nat. bur0 voor toerisme.
Drs. K.E. Nawijn en T.F. de Boer: Ruimtelijke geledingen in Amersfoort, mei 1973
Drs. K.E. Nawijn en H. Kuiper: Woondichtheden en voorzieningen in ,Almere-Stad, R.1J.P.-rapport 1975 5 Bf . ,
Drs. K.E. Nawijn, ir. Laumans en ing. Verbeek: Methode tot karakterise- ring van de verschillende situeringen van woongebieden in Almere- Haven
Drs. K.E. Nawijn en F.H. v.d. Veen: Almere, 250.000 mensen in 25 jaar? Flevobericht nr. 109
Rijksdienst voor het rationale plan: Doelmatige vakantieaccomodatie P. Smits: Regionale recreatie in Almere G.W.M. Stevens, Gemeenschapscentrum in Oostelijk Flevoland
Intern rapport R.1J.P. nr. 186 Drs. J.A. Wezenaar: Winkelen, doe1 of middel, nov. 1971 Drs. J.A. Wezenaar: De functies van de buitenruimten van Almere
Bijlage 1 ,. . . . . .
,. , . . . . - . . _ I . : 3
. . . .... 7 , ' . , . . . . . . ~. . . - . . , . Delfzijl . . Omvat de :gemeentes:;Delfzijl, Appingedam, Bierm, '
. . 1.' Loppersum, Stedum.Terdnuiiten,
. . . . . . . ;It. Zandt . ! , ' . c s .:; .:..
Heerenveen I I Heereveen, Haskerland, Ulingeradeel
Hoogeveen ~9 I I : I I Hoogeveen, Ruinen, Zuidwolda, Aalten,
Wiriterswijk, Lichtenvoorde
IS t i )I Tiel Tiel, Buren, Doodewaard, Dreumel,
~chteld, ~eerewaarden, Kesteren,
Lienden, Maurik. ophemert, Varik, . . Wamel, Zoelen
Den Helder 1 1 11 I I Den Helder, Anna Palowna, Callants- . . . . , : . !
0% .,, . & . . .. . . . . . . . . . . .- . -. .
. ' : . ,( ,(. .- -
~o'o'rn- Hoorn, Abbekerk, Averhorn, Berkhout, . . 1 : , , .
. - Blokker, Hensbroek, Hoogwoud, '
. . . , . . . . . , .. . . . . . . . . . . , . . -~e&mblik, ~idboud, ~ibbixwo;d,
. . . ,. , Opmeer, Oppe;does, Oudendijk, . .
~ijbekirspel, Twisk, ~rsum, Wervers- > .,. -
hoof, ~estwo'Gd', ~ognum, Zwaag r . .
Goes ,I t t Goes, Borsele, Kapelle, Kortgene,
Reimerswaal , , . ,
Middelburg i i - 1 9 : 8 1 . Middelburg, Arnemuiden, omb bur^, . , ~ariekerke, ~eere, Valkenisse,
. . , Westkapell&, ~issenkeik
. . . . Terneuzen 9 , !, I t Terneuzen, &el, Sas van Gent . ,
BIJLAGE 2
Doelstellingen en maatregelen
. . De volgende doelstellingen zijn leidraad bij het opstellen van de
concrete maatregelen en instrumenten. Het spreekt voor zich dat de vol- . . gende opsoming op papier eenvoudiger is dan de realisering ervan in
de praktijk. De overheid beschikt niet over alle noodzakelijke middelen
hiertoe. Veel zal afhangen van de bereidheid en de durf van de toekom-
stige'-bewoners van Almere. Met hun steun en inzet alleen kunnen deze
doelstellingen meer worden dan "papieren tijgers". Ook is de opsoming
natuurlijk slechts een greep uit de vele mogelijkheden. Ook in de af-
weging van de maatregelen en instrumenten onderling zal de mening van
bewoners de boventoon moeten voeren. Wat vinden zij belangrijk, en wat
vinden zij minder of helemaal niet belangrijk.
Doelstelling 1 :
Almere moet een direkte bijdrage leveren aan het oplossen van de regio-
nale problemen van vandaag en morgen
Enkele van deze problemen zijn: de toenemende ontmenging van de
bevolking op regionale schaal, de ontwrichting van plaatselijke samen-
levingen door het "vollopen en overlopen" van dorpen en stadjes in
Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland met eenzijdig samengestelde be-
volkingsgroepen; de toenemende ruimtelijke scheiding van wonen en wer-
ken, met als gevolg de toenemende reistijden met alle bijbehorende frus-
traties vandien voor steeds groter wordende aantallen werknemers en
hun gezinnen (0.a. lichamelijke en geestelijke overbelasting, minder
tijd om vrije tijds- en gezinsactiviteiten te ontplooien); de veroudering
van de stad Amsterdam en de steeds verdergaande aantasting van natuur-
en recreatiegebieden in het Gooi en Utrecht, zowel te land als aan de
oevers. De maatregelen die zouden kunnen worden genomen om vanuit Almere
een bijdrage te leveren aan het onlossen van deze problematiek, luiden
als volgt:
la: In het toewijzingsbeleid voorrang geven aan mensen die hun woningen
in (de 19e eeuwse wijken van) Amsterdammoeten of willen verlaten,
en aan mensen diegeen geschikte woonruimte in het Gooi hebben of
kunnen krijgen (in de verhouding 4 : I ) .
lb: Bij het aantrekken van de eerste bedrijven en voorzieningen voor-
rang geven aan die bedrijven, ondernemers en werknemers, die weg-
gesaneerd worden uit Amsterdam, en/of die in het Gooi geen gelegen-
heid hebben om hun .bedrijf voort..te zetten of uit te breiden.
lc: . Als.vanaf de start een zodanig leefmilieu in Almere aanbieden, waar-
door allerlei activiteiten kunnen worden bedreven door. een veel- . zijdig samengestelde bevolking, die nu niet of nauwelijks in.de
grote steden kunnen worden bedreven fzowel binnens- als buitenshuis).
Id: ,Streven naar het tegelijkertijd aanbieden van woningen; arbeids- <
plaatsen en tal van voorzieningen, zodat de noodzaak om vaak Amster-
dam en/of het Gooi te bezoeken tot een minimum wordt beperkt, met
name in de spitsuren van het woon-werk-, het woon-winkel- en het
woon-recreatief verkeer (beperking toename reistijden).
le: ~n'het toewijzingsbeleid evenveel aandacht schenken aan bejaarden,
werkende jongeren en andere lage inkomensgroepen (tegengaan ont
mening van de bevolking op regionale schaal) als aan andere be ;.
volkingsgroepen.
Doelstelling 2:
Almere moet.mogelijkheden openhouden voor morgen . . . . .. . ~ .. . . . .. ..
. , . . . .Hiermede wordt bedoeld dat vanaf het begin rekening moet worden ge-
houden met .allerlei maatschappelijke veranderingen, zoals wijzigingen
in de inkomensverdeling en in de verhouding opleiding - vrije tij'd - . . .
werken, technische-iuimtelijke verihderingen zoals nieuwe stedelijke . . verv~er~s~stemen en wijzigingen in' de produktie, distributie en cdnsumb-
. . tie per hoofd. I
Maatregelen:
2a: Het'geven-van direkte invloed aan mensen die dit willen over hun
eigen levenssfeer. Op,het gebied van het wonen kan dit door het - scheppen van mogelijkheden, welke aaneen individuele bewoner of
een kleine groep bewonersdezelfde tegemoetkomingen in financizel
technisch en administratief opzicht bieden als een institutionele
woningbeheerders. . .
2b:.' Zo weihig mogelijk vervuilingsbronnen in Almere toelaten (straffe'
toepassing-van de milieuwetgeving).
2c: Onderzoeken welke mogelijkheden er zijn tot het stellen van.be-
paalde voorwaarden, naar analogie van die.,ten aanzien van het ruim-
telijk milieu,,aan de kwaliteit van het sociale milieu in de zich ... . in Almere vestigende bedrijven. Men zou b.v. kunnen denken aan een
eventuele bereidwilligheid van bedrijven om met vakorganisaties en
ondernemingsraad overleg te plegen over voor werknemers relevante
zaken.
2d: Het bevorderen van de overlevingskansen van de kleine middenstand
en van kleine bedrijven, welke mede als gevolg van stadsveroudering
en stadsvernieuwing en van de in het economisch leven gebruikelijke
strijdmethoden in hun bestaan worden bedreigd. Een mogelijkheid
hiertoe zou zijn het scheppen van speciaal op deze groep afgestem-
de vestigingsvoorwaarden in Almere.
Doelstelling 3:
Almere moet plaats bieden aan iedereen die dat wil
Maatregelen:
3a: Het via het toewij~in~sbeleid zorgdragen voor een evenwichtig sa-
mengestelde 'bevolking, waarin van ieet af aan alle leeftijdsgroe-
pen, inkokensklassen, beroepsgroepen en leefstijlen zijn vertegen-
woordigd; een verzameling van minderheden en meerderheden.
3b: Het zorgen voor specifieke materigle voorzieningen voor hen die in
de.nieuwbouw altijd zijn ondervertegenwoordigd, omdat zij behalve
, geschikte woonruimte ook deze voorzieningen nodig hebben om zich
. . ergens "thuis" te kunnen voelen. Concreet: wijkvoorzieningen voor . .
bejaarden, voorzieningen op' he.t gebied van het voortgezet (beroeps) . . onderwijs, recreatiemogelijkheden voor de oudere jeugd.
3c: Het zorgen voor woonruimte en andere voorzieningen (wederom in ma-
terieel en immaterieel opzicht) ten behoeve van hen die slechts
tijdelijk in Almere wensen te verbliiven.
3d: Het aantrekken van werkgelegenheid voor hen die part-time en/of
niet meer volledig aan het arbeidsproces kunnen deelnemen.
3e: Het zorgen voor die voorzieningen in Almere ook voor hen die daar
niet wonen, en waarvoor in de regio Amsterdam en het Gooi te weinig
plaats is, maar waaraan we1 grote behoefte bestaat, zoals b.v.
volkstuinen, stranden, campings, ruiterpaden en voetsporen.
Doelstelling 4:
Almere moet de individuele en kollektieve ontplooiing van hen die er
verblijven stimuleren
' Maatregelen:
4a: Het zorgen voor materizle en irmnatizle voorzieningen en diensten
die onmisbaar zijn voor de lichamelijke ontplooiing van de bewo-
ners, zoals de stad inrichten op lopen en fietsen, en het landschap
op allerhande activiteiten vormen van recreatie. , , . . . . ..:.:.. . 4b: Het zorgen voor materizle voorzieningen en diensten die,onmisbaar
zijn voor de geestelijke en creatieve ontplooiing van de bewoners,
zoals het scheppen van mogelijkheden voor een effectieve inbreng
in opzet en beheer van onderwijs en gezondheidszorg.
4c: Het scheppen van mogelijkheden voor een effectieve inbreng van be-
woners in het programma, ontwerp en beheer van woning en woonomge-
ving . 4d: Het zorgdragen voor vele en veelvormige contactrnogelijkheden door
middel van een grote verscheidenheid aan recreatiegelegenheid en . .
arbeidsplaatsen, scholingsmogelijkheden, woonmilieus, 'woningen, .
voorzieningen en instellingen. . .
4e: Het zorgdragen voor een rnarge in woningen en woonmilieus tot eigen
inrichting en aanpassing .
Almere moet bijdragen tot de instandhouding van een gezond en natuurlijk
Maatregelen:
5a: ~ e t .ekperimenteren met het toepassen van milieuvriendelijke land-
bouwmethoden in de buitenruimte van Almere.
5b:- Het zoeken naar.en zoveel mogelijk toepassen van energiebesparende
medhoden in deeconomische produktie, de verwarming en de verkeers-
, afwikkeling in Almere.
5c: Het nastreven van een minimaal gebruik van grondstoffen.
5d: Het bevorderen van de toepassing van alternatieve "natuurlijke"
energiebronnen, zoals wind, water, zon en lichaamskracht.
5e: Het scheppen van aanleidingen voor het in contact komen van de be-
woners met specifieke agrarische activiteiten.
Doelstelling 6:
Almere moet bijdragen aan de instandhouden en verdere ontwikkeling van
de stedelijke cultuur
Maatregelen:
6a: 1n.bepaalde stadsdelen, met name het centrum, collectieve belangen
voorrang geven boven individuele belangen in het ruimtegebruik en
52
in de toepassing van allerlei bouwkundige normen.
6b: Het toewijzingsbeleid en het vestigingsbeleid voor bedrijven laten
verschillen afhankelijk van de plaats in het stedelijk gebied.
Dit wil zeggen: rekening houden met de voorkeuren van verschillen-
de bevolkingsgroepen en verschillende typen bedrijven voor verschil-
lende situeringen binnen het stedelijk gebied.
6c: Het voorlichten van de toekomstige bewoners en bedrijven over de
mogelijke en onmogelijkheden van zijn of haar wensen ten aanzien
van de woning, het kantoorpand, het bedrijventerrein, huurnivo's,
de woonomgeving, de bereikbaarheid van voorzieningen, de aan- of
afwezigheid van bepaalde voorzieningen en andere zaken betreffende
de inrichting van het stedelijk gebied.
6d: Het op gang brengen van de vrijwillige herhuisvesting van bewoners
en bedrijven uit een stadsvernieuwingsbuurt van Amsterdam naar
APmere, op zodanige wijze dat de in die buurt bestaandesociaal-
economische verbanden worden behouden (voor zover door de betrok-
kenen gewenst) . 6e: Bewerkstelligen van een ruim en gevarigerd aanbod van informaties
en opinies, met name op lokaal nivo, met behulp van alle beschik-
bare media. Het oprichten van een lokale radio- en televisie-om-
roep zou hiertoe een belangrijk middel kunnen zijn.
BIJLAGE 3
Activiteiten die afhankelijk zijn van lichamelijke engeks'telijke be-
hoeften. . .
wonen
toilet bezoeken
zitten buitenshuis
. buitenshuis slapenleten
wandelen
. . schuilen
spelen
. met iemand praten
contact zoeken
. oderlijden
Activiteiten die worden opgelegd door de samenleving.
. onderwijs genieten
. aangeven persoonlijke gegevens
Activiteiten die nodig zijn om in het dagelijks levensonderhoud te voor-
zien.
werken
activiteiten die worden bedreven in het kader van spel, recreatie en
overige vrijetijdsbesteding.
water- en oeverrecreatie
zwemmen
zeilen
roeien
zonnebaden
vissen
landrecreatie
. groente kweken
tuinieren
"de weg vinden"
contact met dieren houden
. kamperen
"dagje uit"
fietsen
wandelen
. f otograf eren
. indoorsport bedrijven
. denksport bedrijven
veldsport bedrijven
trimmen
binnenrecreatie
. televisie kijken
. pilje drinken
uitgaan
knutselen
. museum bezoek
exposeren
. theaterffilm bezoek
Activiteiten bij gebruik van een dienstverlenend bedrijf.
. boodschappen doen
. winkelen
. kopenlverkopen
. eigen winkel bouwen
. markt bezoeken
. boodschappen dragen
. bezoek van dienstverlenende instelling
. bedrijfsruimte huren
. samenzijn met leeftijdsgenoten
. postzegels kopen
. kerk bezoeken
. werk zoeken
. kinderen opvangen
. brief posten
Activiteiten die vereist worden door een acute behoefte.
. hulp vragen
. politiehulp inroepen
. hulp inroepen bij ongeval
. inroepen hulp medici en sociale hulpverleners
bevallen
. in zieken worden opgenomen
, medicijnen halen -. . . op kinderen passen
. plotseling hulp inroepen
. brand melden
taxi nemen
"de weg weten"
. plotseling weg moeten
. plotseling boodschappen doen
Activiteiten ten behoeve van het ontplooien van initiatieven.
. vergaderen
. inspreken
. eigen woninge (laten) bouwen
buurt inrichten
. de maatschappij diensten verlenen
Activiteiten nodig voor het verplaatsen van mensen en goederen.
. lopen
f ietsen
. fiets repareren
. mft de bus gaan
. op de bus wachten
. parkeren
naar Amsterdam of 't Gooi gaan
. laden en lossen van goederen
Met speciale dank aan:
R. Hoofdman
drs. J.A. Wezenaar
H.J. van Haperen
Don Gaasse
dr. M.C. Tideman
3. Hogen Esch
R. Nederpelt
V.V.V.
Produktiviteits centrum Horeca
Projektburo Almere
Projektburo Almere
Bistro Lelystad
Hogere Hotelschool Den Haag
Jagues Bore1
Albert Heyn
Breda
Alphen aan de Rijn
Zoetermeer
Haarlem