WEGWIJZER VOOR SCENARIOSCHRIJVERS...ondersteuning in eenzaamheid uitgeoefend tegen de klok en de...

105
WEGWIJZER VOOR SCENARIOSCHRIJVERS

Transcript of WEGWIJZER VOOR SCENARIOSCHRIJVERS...ondersteuning in eenzaamheid uitgeoefend tegen de klok en de...

WEGWIJZER VOOR SCENARIOSCHRIJVERS

Deze uitgave werd mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van Lira, het Nederlands Fonds voor de Film, het Mediafonds, het Netwerk Scenarioschrijvers en het Ministerie van OCW.

© 2009 Tekst: Wim Blaauboer

© 2009 Cartoons: Michael de Wee

Ontwerp omslag en binnenwerk: Anton Feddema

Druk: Drukkerij Atlas, Soest

ISBN 978 90 814870 1 6

Wim Blaauboer

Wegwijzer voor scenarioschrijvers

2009 Netwerk Scenarioschrijvers Amsterdam

Voorwoord 6

InleIdIng 8

1 Hoe word Ik cultureel ondernemer? 13

1.1 Ondernemen 14

1.2 Belastingen 20

1.3 Administratie 23

1.4 Starten 25

1.5 Samenwerken 29

1.6 Omgaan met kritiek 34

Meer informatie 36

2 waar kom Ik bInnen? 39

2.1 De film- en televisiewereld 40

2.2 Je eerste meters maken 46

2.3 Schrijven voor een talentontwikkelingsplan 49

2.4 Schrijven voor een lopende televisieserie 52

2.5 Regisseurs 54

2.6 Producenten en productiehuizen 55

2.7 Omroepen 57

2.8 Fondsen 60

2.9 Van animatie tot videoclips 66

Meer informatie 71

3 Hoe kom Ik bInnen? 73

3.1 Netwerken 74

3.2 Bellen 77

3.3 Mailen en brieven schrijven 78

3.4 Curriculum vitae 82

3.5 Pitchen 84

3.6 Op gesprek 90

Meer informatie 91

4 Hoe loop Ik bInnen? 93

4.1 Je werk beschermen 94

4.2 Contracten 95

4.3 Onderhandelen 107

4.4 Financiële steun 112

Meer informatie 114

5 Hoe ga Ik scHrIjVen? 117

5.1 Titel 119

5.2 Logline 121

5.3 Synopsis 124

5.4 Seriebijbel 127

5.5 Personages 137

5.6 Afleveringen 145

5.7 Vragenlijst drama 148

Meer informatie 156

6 Hoe ga Ik te werk? 159

6.1 Werkomstandigheden 160

6.2 Schrijfpartner 163

6.3 Schrijfgroepen 164

6.4 Brainstormen 168

Meer informatie 168

7 netwerk scenarIoscHrIjVers 171

beter scHrIjVen 183

meer InformatIe 191

bronnen 200

met dank aan 202W

EG

WIJZ

ER

VO

OR

SC

EN

AR

IOS

CH

RIJV

ER

S IN

HO

uD

Voorwoord6

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

VO

OR

WO

OR

D

pas toen ik al lang en breed als scenarist in de weer was, heb ik me de theorie eigen gemaakt: van field en egri terug naar aristoteles en van alles daar tussenin. Ik kan niet zeggen dat mijn leven daar beter van is geworden – al zijn de scenario’s dat hopelijk wel – maar ik heb ervaren dat kennis van methode en structuur vooral voorkomt dat een enorme hoeveelheid creatieve energie met lukraak proberen door de schoor-steen gaat.

scenarioschrijven is in beginsel een solitaire bezigheid, vaak zonder veel ondersteuning in eenzaamheid uitgeoefend tegen de klok en de klippen op. toch is het scenario zelf het begin van een complex proces waarin allerlei kunsten en disciplines samen tot film- of televisiedrama komen. daardoor zijn er veel partijen en omstandigheden waarmee gerekend moet worden om een scenario daadwerkelijk verfilmd te krijgen.

Het netwerk scenarioschrijvers wil met deze wegwijzer helpen richting te geven aan de creatieve ambities van beginnend scenaristen en een mogelijk antwoord geven op nooit gestelde vragen van al gearriveerder vakgenoten.

paul jan nelIssenVoorzitter netwerk scenarioschrijvers

Het netwerk scenarioschrijvers zet zich al vijftien jaar onder andere in voor het bevorderen van de professionaliteit en deskundigheid van sce-

narioschrijvers. dit boek vormt daar een onderdeel van.

7

9

je hebt een geweldig idee voor een film of een televisieserie. of je wilt dolgraag aan een bestaande serie meeschrijven. waar kun je dan met je idee of script naartoe? Hoe kom je binnen? Hoe presenteer je je als scenarioschrijver en op welke wijze kun je je idee goed over het voet-licht brengen? Hoe en met wie ga je vervolgens samenwerken? wat is je rechtspositie? Hoe weet je of een aangeboden contract een goed con-tract is? en hoe organiseer je je beroepspraktijk? deze Wegwijzer biedt praktische tips, zodat je als (beginnend) scena-rioschrijver beter beslagen ten ijs komt. de tips zijn vooral gebaseerd op praktijkervaringen van mensen in het veld. Het zijn algemene tips en uitgangspunten die vaak voor de hand liggen.

In de praktijk kunnen ze echter wel degelijk van pas komen om construc-tiever aan het werk te gaan. natuurlijk zijn al deze tips niet zaligmakend. een simpele formule voor succes bestaat immers niet. je moet er zelf achterkomen wat voor jou werkt. lijstjes zijn nooit volledig en dit boek is bewust beknopt gehou-den; waar mogelijk wordt doorverwezen naar boeken of websites. uiteindelijk komt het toch aan op je eigen inventiviteit en doorzettings-vermogen. Zoals winston churchill ooit zei: “success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm.”

tijdens het lezen zul je merken dat je sommige informatie vaker tegen-komt. ook zijn er verwijzingen naar andere hoofdstukken. dat is bewust gedaan, zodat je deze Wegwijzer ook als naslagwerk per onderwerp kunt gebruiken.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

8scenarioschrijven is het mooiste vak ter wereld, maar het is ook een moeilijk vak. als scenarioschrijver heb je immers nooit volledige con-trole over het eindproduct, je levert een halffabrikaat. de concurrentie is groot en de afzetmarkt relatief klein. goed schrijven is en blijft het belangrijkst, maar bij het beroep van scenarioschrijver hoort ook net-werken, samenwerken en zakendoen; kortom, cultureel ondernemer worden. dat roept vragen op. Vragen waar veel (aspirant)leden van netwerk scenarioschrijvers mee worstelen. Vandaar dat het netwerk het initiatief nam voor dit boek.

Inleiding

The most essential gift for a good writer is a built-in, shock-proof shit detector

als startend scenarioschrijver ben je zzp’er, zelf-standige zonder personeel. als je als cultureel ondernemer iets wilt bereiken, is in de eerste plaats de kwaliteit van je werk doorslaggevend voor je succes. maar een schrijver die zichzelf als ondernemer serieus neemt, wint veel. je krijgt zo meer invloed op hoe je loopbaan zich ontwikkelt, zodat je werk vindt dat beter aansluit bij wat je wilt, wie je bent en wat je te bieden hebt. en daar pluk je de financiële vruchten van. dit hoofdstuk is een inleiding over starten, ondernemen, belas-tingen, het opzetten en bijhouden van een admi-nistratie, samenwerken en omgaan met kritiek. er zijn vele manieren om je doel te bereiken en iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. succesvol worden is hard wer-ken. alexander pola: “wie de eindjes aan elkaar wil knopen, moet voortdurend in touw zijn.”

Hoewordikcultureelondernemer?

113

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

14 15

1.2 en 1.4). Literair agent Paul Sebes: “ken jezelf, weet wat je wilt,

besef wat je doet. Denk dus, voordat je begint, na over wat voor

persoon jij bent, wat je doelen zijn en wat het best bij je past.”

Probeer een lijstje van concrete en haalbare doelen te maken.

Wil je een goede aflevering voor Goede tijden, slechte tijden

schrijven, of een Gouden Palm winnen in Cannes? En hoe ga je

dat aanpakken? Plan dingen het liefst concreet en in kleine stap-

jes, waardoor je ook resultaat ziet. En pak zeker in het begin elk

project aan waarvan je denkt dat je dat tot een goed einde kunt

brengen. Lees het lijstje met je doelen af en toe eens over en eva-

lueer de resultaten. Je staat niet alleen; de meeste collega’s zullen

je graag over hun ervaringen willen vertellen. En in tegenstel-

ling tot een topsporter mag je als scenarioschrijver zelf je tempo

bepalen, het is immers nooit te laat om door te breken.

Factoren voor succesvol ondernemen zijn volgens het promotie-

onderzoek De succesfactoren van freelancers van Arjan van den

Born: opleiding, vakkennis, specialisatie, ervaring en netwerk.

Dat zijn allemaal factoren waarop je zelf invloed hebt. Voor een

deel heb je dus je succes in eigen hand, maar er zijn ook facto-

ren die je moeilijk zelf kunt beïnvloeden, zoals de markt.

De markt voor scenarioschrijvers is klein, de concurrentie is

groot en voor het gros van de schrijvers blijft het sappelen. uit

het rapport Schrijfinkomsten van auteurs van onderzoeksbureau

Veldkamp uit april 2008 blijkt dat vijftig procent van de onder-

vraagden niet kan rondkomen van schrijfwerk alleen. Maar laat

je hierdoor vooral niet uit het veld slaan, er is ook goed nieuws:

elk jaar krijgen weer nieuwe schrijvers een kans om te debute-

ren.

Hoe word je als scenarioschrijver succesvol? Belangrijke facto-

ren zijn:

• goed schrijven

• je deadlines halen

1.1 ondernemenVoor een startende scenarioschrijver is betaald werk vinden

niet altijd even makkelijk. Als cultureel ondernemer moet je alles

uit jezelf halen: je ideeën, motivatie, creativiteit, discipline en je

plan. Je bent je eigen coach. Hockeycoach Marc Lammers heeft

als motto: ‘Winnaars hebben een plan, verliezers een excuus.’

Volgens Lammers is de centrale vraag: hoe regel jij je leven zo

dat je het doel bereikt dat je wilt bereiken? uit onderzoek blijkt

dat succesvolle topsporters goed zijn in het stellen van doelen,

heel goed weten wat ze moeten doen om hun doel te bereiken

en een goed inzicht hebben in hun eigen kunnen. Zelfsturing is

van doorslaggevende betekenis, dat wil zeggen: taakgericht zijn,

beter willen worden en actief zijn in het eigen leerproces.

Geldt bovenstaande ook voor een scenarioschrijver? Marc Linssen,

creatief hoofd van ScriptStudio, het schrijfbedrijf van Endemol:

“Mensen moeten keihard willen werken, beseffen dat het echt

een vak is en een moeilijk vak. Je kunt het er niet even naast

doen. Je moet willen leren, kunnen luisteren, goed met kritiek om

kunnen gaan en de wil hebben om voortdurend beter te worden.”

Voor een startende scenarioschrijver kan het zinnig zijn om te

bedenken wat je wilt bereiken, hoe je dat gaat bereiken en dat

op te schrijven: een ondernemingsplan maken (zie paragrafen

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

16 17

Je moet iets te vertellen hebben. Als je dat niet hebt, waarom dan

die film? Ik kwam veel scripts tegen waarin dat ontbrak.”

Meters maken

Wat heb je nodig om uit te blinken? Hoogleraar psychologie

Remy Rikers in de Volkskrant: “Oefenen, daar gaat het om.

Maar besef wel dat het niet gaat om ‘zomaar een beetje oefenen’.

Het gaat niet alleen om uren maken, maar ook om hoe je traint.

Je moet de lat steeds hoger leggen; doorgaan waar anderen

afhaken. En niet iedereen kan een Mozart worden.” Als schrijver

moet je eerst en vooral meters maken. Tijs van Marle in Plot:

“Als eerste betaalde klus heb ik de tuttels geschreven, een

jeugd- en poppenserie die was bedacht door een klasgenoot.

Ik heb toen tachtig afleveringen van vijf minuten geschreven, met

liedjes erbij. Zoveel afleveringen onder tijdsdruk schrijven was

echt doorbijten, maar dan leer je het vak wel.” Het plannen van je

werk, komt aan bod in hoofdstuk 6.

kri t iek en zel fkr i t iek

Om beter te worden moet je je eigen docent zijn: je werk leren

lezen met een professionele blik. Ernest Hemingway: “The most

essential gift for a good writer is a built-in, shock-proof shit detec-

tor.” Toets als eerste je eigen werk. Is het leesbaar en begrijpe-

lijk, is het wat je wilde maken? Dat vermogen moet groeien; hoe

beter je wilt zijn, hoe scherper je zelfkritiek zal moeten worden.

Zorg vervolgens dat je feedback krijgt op je werk van mensen

wier oordeel je vertrouwt, het liefst van professionals. Geef ook

duidelijk aan wat je van hen vraagt. Laat je werk bijvoorbeeld

lezen door medestudenten, collega’s of (oud-)docenten, zoek

een ervaren mentor, sluit je aan bij een schrijfgroep of vorm er

zelf een (zie paragraaf 6.3), of stuur je werk naar het Schrijfpaleis

(zie hoofdstuk 7) waar je kunt ervaren of je tekst ‘werkt’ en je

commentaar krijgt van professionals. Meer over hoe met kritiek

om te gaan, kun je lezen in paragraaf 1.6.

• de markt verkennen

• je concurrenten doorgronden

• netwerken en jezelf goed presenteren

• je ideeën goed presenteren

• kennis vergaren van auteursrecht en contracten

• ervaring opdoen

• goed samenwerken

• doorzetten en geduld hebben

• geloof in eigen kunnen

• geluk

Goed schri jven

Volgens docent Michael Hauge is het doel van elk verhaal

(en kunstwerk) emoties opwekken. John Vorhaus koppelt hier

‘emotional truth’ aan en stelt dat de uiteindelijke kwaliteit van een

script in hoge mate afhangt van de ‘emotionele waarheid’ van

de bewering die het script doet over de mens en/of de wereld.

Zijn ervaring is dat het vermijden van stelling nemen – waaraan

vooral beginnende schrijvers zich schuldig maken – leidt tot

halfslachtige keuzes en saaie scripts. Sebes: “Als je gaat schrij-

ven, moet het echt van binnenuit komen. Ergens in je hoofd, in

je lichaam moet iets zitten dat eruit moet. Een gedachte, een

verhaal, een woede, een wat-dan-ook. Passie dus. Het is bijna

onmogelijk zonder die passie, die innerlijke drang te schrijven.”

Vervolgens heb je vakkennis nodig om je ideeën vorm te geven.

Dramaturgen en producenten willen ook graag schrijvers zien

die gepassioneerd zijn over hun werk, die met hun hele ziel en

zaligheid in een project stappen, dat overbrengen én uitstralen.

Burny Bos in Plot: “Een probleem is dat veel mensen te snel

vinden dat het af is. Je moet geduld hebben en je scenario af en

toe laten liggen om afstand te nemen. (…) Tijdens mijn intendant-

schap viel het me toch tegen wat ik onder ogen kreeg. Mensen

doen ongelooflijk hun best, maar vaak mis ik de noodzaak. (…)

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

18 19

Special iseren

Wie weet waarin hij of zij zich onderscheidt van anderen, vindt

makkelijker zijn weg. Als beginnend scenarioschrijver is het vaak

moeilijk om te bepalen waar je kracht ligt. Het helpt om daar-

over na te denken, maar je leert vooral door het te doen. Wat is

je smaak, wat vind je mooi? Waar kijk je zelf graag naar? Welke

verhalen kun jij het best vertellen? Wat gaat je het gemakkelijkst

af? Paul Bertram: “Sommigen willen niet de diepte in, die willen

een invuloefening. Veel kijkers vinden dat ook heel prettig, willen

gewoon dat sjabloon. Anderen willen juist als archeologen in

zichzelf graven, erachter komen: wat is mijn visie, wat heb ik te

melden, welke morele oordelen heb ik?” Marc en Roeland Lins-

sen van ScriptStudio in Plot: “Juist als je met schrijven je brood

wilt verdienen, is het van belang te beseffen dat vooral goed

schrijven geld oplevert, en het is zo goed als onmogelijk om

goed te schrijven voor iets waar je niets mee hebt.”

De markt verkennen en netwerken

Zoals bijna met alle beroepen verloopt ook je entree in de film en

televisiewereld het makkelijkst via relaties; bekenden die je op

weg willen en kunnen helpen. Waar vind je die relaties? kennis

van de film- en televisiewereld is daarvoor een eerste stap, zie

hoofdstuk 2. Het verkennen van de markt is iets anders dan je er

door laten leiden of haar proberen te voorspellen.

De volgende vraag is hoe kom je aan relaties? Hoofdstuk 3 gaat

over netwerken en over hoe je jezelf zou kunnen presenteren.

Ten slotte is het handig ook je concurrenten in de gaten te houden.

Wat zij doen kun je elke dag op televisie of in de bioscoop zien.

Auteursrechten en contracten

Als je met je werk de boer op wilt gaan, is het van belang kennis

van auteursrecht en contracten te hebben: dat wordt in hoofd-

stuk 4 behandeld. Je kunt je ook laten vertegenwoordigen door

iemand met verstand van zaken; bijvoorbeeld door het Contrac-

Vakkennis

Scenarioschrijven is een vak en vakkennis is de basis voor goed

schrijven. Je moet jezelf als scenarioschrijver blijven ontwikkelen.

Vakkennis creëert vanzelf meer inhoud. In hoofdstuk 5 vind je

een beknopt overzicht van hoe je je idee op papier presenteert.

Je verbetert je vakkennis ook door films en tv series te bekijken

en te analyseren, of door met (meer ervaren) collega’s te praten

en ervaringen uit te wisselen. Daarnaast kun je workshops en

lezingen volgen van het Netwerk Scenarioschrijvers, zie

www.netwerkscenario.nl, of van andere beroepsorganisaties

en schrijfopleidingen. Meer hierover in paragraaf 2.1. Plot, het

magazine over scenarioschrijven van het Netwerk, is ook een

bron van informatie. Het is daarnaast raadzaam om scripts van

anderen, handboeken over scenarioschrijven, artikelen op

internet, filmboeken, biografieën en vakbladen te lezen. Maar

verlies je er niet in. Ger Beukenkamp merkt in De verborgen

schrijver terecht op dat het in de eerste plaats theoretici zijn die

dramateksten analyseren die al geschreven zijn. “De eenzame

schrijver heeft niets aan weer een analyse van een tekst waarover

het oordeel ‘meesterwerk’ is uitgesproken. De eenzame schrijver

moet creëren, niet analyseren.”

Onderzoek voor jezelf welke schrijfmethode en -modellen het

beste voor je werken. Paul Bertram (Scriptschool): “Haal bij alle

modellen er vooral uit wat voor jou werkt. Vasthouden aan model-

len slaat soms de passie uit je werk en zonder lol wordt het schij-

ven een heel moeizaam proces. Wat zijn je emoties, wat wil je

de kijker écht meegeven? Drama als onderzoeksmethode werkt

vaak veel beter dan drama als formulemethode.” Je hoeft ook niet

altijd netjes chronologisch te werken van synopsis naar scena-

rio. Je kunt heel goed in drie verschillende documenten werken,

die je tegelijkertijd aanpast. Een synopsis (wat is de plot?), een

scenisch treatment en een scenario; kijk naar welke van de drie

je inspiratie je op dat moment leidt.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

20 21

scenario.nl een verslag kunt vinden. Verzamel informatie en

vraag (meer ervaren) collega’s naar hun ervaringen. Je kunt bij

de Belastingdienst ook gratis het Handboek ondernemen krijgen.

Probeer door de ogen van de fiscus naar je eigen situatie te kijken

en leg je vragen – desnoods anoniem – voor aan de (gratis)

belastingtelefoon (0800-0543). Het helpt om je zoveel mogelijk

als ondernemer te presenteren.

Star tende onder neming aanmelden

De Belastingdienst moet van het bestaan van je onderneming

op de hoogte zijn. Als je een onderneming wilt starten, kijk dan

op www.belastingdienst.nl/zakelijk onder Onderneming starten

of stoppen. Gebruik voor de aanmelding het formulier Opgaaf

Startende Onderneming. Je kunt dit formulier downloaden van de

site of bestellen via de belastingtelefoon.

Welke variant van het formulier je kiest, hangt af van je rechts-

vorm, meestal is dat een eenmanszaak. Voordat je je aanmeldt

bij de Belastingdienst, is het verstandig om (in het kort) een

ondernemingsplan op papier te zetten (raadpleeg voornoemde

informatiebronnen). Het geschatte aantal opdrachtgevers, de

geschatte hoogte van je omzet en winst et cetera, moet je name-

lijk niet willekeurig invullen.

Inschri jv ing in Handelsregister

Alle zelfstandig werkende schrijvers moeten zich inschrijven in

het Handelsregister van de kamer van koophandel (www.kvk.nl).

De kvk heeft daarvoor de volgende gegevens nodig: burger-

servicenummer, naam, adres, geboortedatum. Op het inschrij-

vingsformulier wordt ook om opgave gevraagd van telefoon-

nummer(s), faxnummer, e-mailadres en domeinnaam.

De kamer van koophandel heeft het recht gegevens uit het

Handelsregister door te verkopen aan commerciële derden.

Bij inschrijving kun je doorgeven dat je geen toestemming geeft

voor doorverkoop.

tenbureau, een agent of een advocaat. In de praktijk kiezen veel

scenaristen ervoor de inhoudelijke en zakelijke kant te scheiden.

Als (aspirant)lid kun je bij het Netwerk informatie inwinnen over

auteursrechtelijke en contractuele zaken.

1.2 belastIngenAls je jezelf cultureel ondernemer noemt, wil dat nog niet zeggen

dat je door de Belastingdienst ook daadwerkelijk als zelfstandig

ondernemer wordt gezien. Formeel bestaan er alleen onderne-

mers en werknemers, maar in de praktijk kan er ook sprake zijn

van een tussenvorm. Je kunt bijvoorbeeld in loondienst zijn en

daarnaast af en toe een zelfstandige klus uitvoeren.

Het is voordelig als de Belastingdienst je erkent als ondernemer

vanwege een groot aantal belastingvoordelen zoals zelfstandigen-

aftrek, startersaftrek en investeringsaftrek. Voor een aantal van

deze faciliteiten geldt de eis dat je 1.225 uur per jaar in je onder-

neming steekt. 1.225 uur per jaar is 24 uur per week, oftewel drie

dagen fulltime werken. Een parttime baan van een paar dagen

in de week, naast je onderneming, wordt dan ook vaak geaccep-

teerd.

De eis van 1.225 uur betekent niet dat je al die uren stopt

in opdrachten, ook het op eigen initiatief schrijven van een

(spec)script voor een tv-serie, film of wedstrijd, bezoek aan een

festival, research, studie, administratie, netwerken en opdracht-

verwerving horen bij het ondernemen.

Meer informatie over (startend) ondernemerschap, financiële,

fiscale en administratiezaken kun je vinden op www.beroep-kun-

stenaar.nl, www.lancelots.nl, www.pzo.nl en in Handboek zzp 2010

en in Eigen Baas. kijk ook op www.ccaa.nl, een programmabureau

dat ondernemerschap in de creatieve industrie promoot en

ondersteunt. Voor vragen kun je ook terecht bij het Netwerk en

de jaarlijkse belastingavond waarvan je op www.netwerk-

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

22 23

en premies inhouden. Of hij geeft je de opdracht niet. Probeer

dus een VAR-WuO te krijgen.

Op het VAR-formulier moet je minimaal drie verschillende

opdrachtgevers opgeven. Als starter heb je die meestal niet,

maar je moet de vraag zien als het benoemen van een verwach-

ting, die je zo reëel mogelijk moet inschatten. Overigens is de

opgave van het aantal opdrachtgevers maar één van de criteria.

Bij een startende ondernemer gaat de fiscus meestal soepel

om met dit aantal. Voor meer informatie over het aanvragen, zie

www.lancelots.nl en Handboek zzp 2010.

1.3 admInIstratIeElke cultureel ondernemer of zzp’er (zelfstandige zonder per-

soneel), moet een administratie opzetten en bijhouden, zie ook

de websites uit de vorige paragraaf. Je kunt op internet software-

programma’s vinden om je boekhouding op de computer te

doen. Het is niet verplicht om voor je onderneming een aparte

(zakelijke) bank- of girorekening te openen, maar het is wel aan

te raden.

Controle f iscus

Als je je als ondernemer aanmeldt bij de Belastingdienst bestaat

de kans dat je controle krijgt van de fiscus. De fiscus kan daarbij

naar agenda’s en afsprakenboeken vragen. Houd daarom een

urenadministratie bij waarin je vastlegt hoeveel uur je aan je

onderneming besteedt. Vooral in de startfase en in het geval je je

onderneming combineert met een betaalde baan, wil de fiscus

steeds vaker een precies overzicht zien van je urenbesteding.

Voor de fiscus moet je je administratie zeven jaar bewaren.

Factuur

Voor het werk dat je hebt verricht, maak je een factuur. Facturen

maak je in tweevoud. Je stuurt een exemplaar naar je opdracht-

Het Handelsregister blijft echter een openbaar register dat

iedereen kan raadplegen. Als je niet wilt dat je telefoonnummer

bekend wordt, moet je dus een geheim nummer nemen. Om je

privé-adres af te schermen kun je een postbus nemen.

Btw

De wet kent een vrijstelling voor btw voor diensten door schrij-

vers, componisten en journalisten. Een scenarioschrijver valt

onder de vrijstelling voor schrijvers. Bij het scenarioschrijven

geldt wel de voorwaarde dat sprake is van het schrijven van

oorspronkelijk werk (scheppend) of het toevoegen van nieuw

materiaal aan oorspronkelijke stukken. Soms is een scenario

onderdeel van een totale productie waarover wel btw is verschul-

digd. In dat geval wordt de vrijstelling vervangen door het tarief

van de hoofdproductie.

In de praktijk wordt geen onderscheid gemaakt tussen schrijven

voor tv of film. Als je uitsluitend diensten verleent die vrij gesteld

zijn van btw, zoals ook lesgeven, hoef je geen btw-nummer aan te

vragen.

Verklaring Arbeidsrelat ie

Werk je voor een opdrachtgever, dan kan die om een Verklaring

Arbeidsrelatie (VAR) vragen van de Belastingdienst. Het formu-

lier daarvoor kun je downloaden op www.belastingdienst.nl. De

VAR is een heel kalenderjaar geldig en kun je voor maar één

soort werkzaamheden per keer aanvragen. Je geeft je opdracht-

gever een kopie van de VAR en je houdt het origineel voor je

eigen administratie.

De VAR kent verschillende varianten. Bij de VAR-WuO (winst uit

onderneming), worden de inkomsten aangemerkt als winst uit

onderneming. Dit geeft je opdrachtgever de garantie dat hij geen

sociale premies hoeft af te dragen voor jou. Bij een VAR-ROW

(resultaat uit overige werkzaamheden) heeft je opdrachtgever

die zekerheid niet en zal hij voor de zekerheid zelf belastingen

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

24 25

bij zijn waar je nog iets mee moet doen. Maak één stapel met

‘nog te doen’; bijvoorbeeld rekeningen die nog betaald moeten

worden. Maak geen stapel ‘weet ik niet’. Behandel elk stuk papier

maar één keer, over elk papier neem je een beslissing. Heb je

alles een keer doorgeploegd, dan is het een kwestie van bijhou-

den.

1.4 startenVolgens Maaike Molhuysen en Louis Stiller in hun Handboek

voor schrijvers vallen veel schrijvers na hun opleiding in een gat.

Je moet het opeens allemaal zelf doen; zonder begeleiding van

docenten en zonder de warme sociale deken van de school.

Schrijven kan dan eenzaam en hard werken worden; een continu

gevecht met je eigen creatieve krachten en alle daarbij beho-

rende twijfels. De harde realiteit is dat je niet alleen werk moet

afleveren dat ‘potentie’ heeft, maar dat werk moet ook nog eens

worden opgepikt door een producent of een omroep. En in de

tussentijd moet je ook nog geld verdienen.

Het kan zo steeds moeilijker worden om voor je naasten, maar

ook voor jezelf, die behoefte aan afzondering te rechtvaardigen

om te kunnen schrijven. Daar is geen pasklare oplossing voor.

Dus zul je moeten onderhandelen en hopelijk vind je daar een

goede balans in. Je kunt bijvoorbeeld wat financiële druk weg-

nemen door er een parttime baan bij te nemen, van start te gaan

met behulp van een uitkering (zie paragraaf 4.4), een partner die

voor een basisinkomen zorgt et cetera.

kennis en er varing

Tijs van den Boomen en Wilma van Hoeflaken schrijven in het

Handboek freelancen 2008/2009 dat je persoonlijke kwaliteiten

doorslaggevend zijn voor je succes. De diensten van een scena-

rioschrijver zijn vaak moeilijk objectief meetbaar. Welke criteria

gever en bewaart er een voor je administratie. Wat zet je op een

factuur? Datum, factuurnummer, je naam en adres, je inschrij-

vingsnummer kamer van koophandel, naam en adres van de

klant, een omschrijving van de verrichte dienst, de datum waarop

je de dienst hebt verricht, je honorarium, je (zakelijke) bankreke-

ning en de afgesproken betalingstermijn. Indien je geen beta-

lingstermijn hebt afgesproken, dan is een betalingstermijn van

veertien dagen heel gewoon. Je vermeldt in een regel ‘betaling

binnen 14 dagen’. Vermeld eventueel dat je werk is vrijgesteld

van btw, maar zet er in geen geval bij dat het btw-tarief nul pro-

cent bedraagt.

Facturen nummer je doorlopend, eventueel kun je beginnen met

het jaartal. Als starter kun je overwegen om te beginnen met een

hoog nummer in plaats van 001. Zorg dat de factuur er netjes

uitziet en dat de bedragen kloppen.

Papierstress

Vaak blijft administratie liggen omdat de stapel te omvangrijk

is om even snel te doen. Om overzicht over je administratie te

houden, moet je dus eerst de stapels papier wegwerken. Wil je

snel een stapel opruimen? Gebruik dan het FAT-systeem, wat

staat voor File, Act en Toss. Je maakt drie stapels: File, bewaren;

Act, papieren waar je iets mee moet doen; en Toss, weggooien.

Bedenk wel dat je voor de wet je financiële administratie zeven

jaar moet bewaren.

Het FAT-systeem kun je ook toepassen op je mailbox.

Categoriseer

koop mapjes, ordners of opbergdozen en zet erop wat erin

zit: bankafschriften, loonstroken en jaaropgaven, betaalde

(kassa)bonnen, inkomende en uitgaande facturen, contracten,

pensioen, belasting, wonen, verzekering en persoonlijk. Elk

papier breng je onder in een van deze categorieën. Leg vervol-

gens alle stukken op datum om te zien of er recente documenten

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

26 27

te beginnen. Als (beginnend) scenarioschrijver hoef je immers

vooraf geen grote financiële investeringen te doen. Van jou wordt

niet verwacht dat je met een uitgekiend marketingplan komt, en

je krijgt ook niet te maken met grote kostenposten. Bedenk wat je

de komende twaalf maanden wilt bereiken.

• Welke doelen stel je? Beperk je tot een paar concrete doelen.

• Wat heb je nodig om je doelen te bereiken?

• Welke concrete acties ga je ondernemen? Welke stappen ga

je ondernemen om aan betaald werk te komen? Een eerste

stap is de film- en televisiewereld verkennen (zie hoofdstuk 2).

Hoe maak je jezelf en je ideeën zichtbaar (zie hoofdstukken 3

en 5)?

• Waarin wil je jezelf ontwikkelen? Wat wil je de komende tijd

leren? Hoe benut je je sterke punten? Hoe verbeter je je zwakke

punten? Welke leeractiviteiten ga je ondernemen? Hoe kun je

hulp mobiliseren? Wat ga je eventueel uitbesteden?

• Zet je acties en activiteiten in een tijdpad. Wanneer wil je welke

activiteit uitvoeren en met welk resultaat?

• Forceer jezelf niet. Pak vooral projecten aan waarvan je denkt dat

je ze tot een goed einde kunt brengen. Zo krijg je zelfvertrouwen

en houd je lol in je werk.

Bezoek de stArt Factory. kunstenaars&CO organiseert regelmatig

een ondernemersdag voor kunstenaars en creatieven in het land.

kijk voor data op www.kunstenaarsenco.nl.

Motivat ie en doorzet t ingsver mogen

Het is vaak een lange weg van idee naar scenario, en – als je niet

in opdracht schrijft – een nog veel langere weg van scenario naar

verfilmd eindproduct. In de praktijk wordt het grootste deel van

de geschreven scripts of ontwikkelde formats, zeker van starten-

de scenarioschrijvers, niet in productie genomen. In de startfase

wordt dan ook vooral een appèl gedaan op je doorzettingsver-

mogen en emotionele stabiliteit.

gebruikt een opdrachtgever om te beslissen of hij of zij je wil

inschakelen? Alhoewel ook geld een rol speelt, wil een opdracht-

gever vooral een goed script zien, binnen de randvoorwaarden

van het budget, de productiewijze, de beschikbare cast, de

beschikbare locaties, de visie van de regisseur en/of producent

et cetera. Daarom werken ze het liefst met bekenden, van wie ze

weten dat ze het gevraagde in het verleden hebben geleverd.

Opdrachtgevers willen in de eerste plaats zekerheid over:

• kwaliteit (vakkennis, opleiding, praktijkervaring).

• Inzet (betrokkenheid, flexibiliteit, open houding, aandacht, res-

pect).

• Betrouwbaarheid (levertijd, afspraken nakomen, geheimhou-

ding).

kennis en ervaring vormen dus de basis. Eigenlijk kun je alleen

aan de hand van prestaties in het verleden laten zien dat je over

deze kwaliteiten beschikt. Als starter heb je die niet of nauwelijks,

je kunt alleen een diploma en eventueel een afstudeerfilm laten

zien. Tijdens contacten met mensen in de film- en televisiewe-

reld kun je wel je professionaliteit tonen, dat heeft namelijk niets

met ervaring te maken. Zo kun je laten zien dat je, afgezien van

ervaring, over de benodigde persoonlijke kwaliteiten beschikt.

Netwerken (zie hoofdstuk 3) is daarom ook een noodzaak; het

scheelt als ze je naam op een idee of script kunnen koppelen aan

een gezicht. Vervolgens is het belangrijk om ergens ervaring op

te doen, in de vorm van een project dat je zelfstandig uitvoert, het

liefst in de film- en televisiewereld. Heel belangrijk is de indruk

die je daarbij achterlaat; het wereldje is klein en een reputatie

snel gevestigd.

Onder nemersplan

De meeste aspecten van een ondernemingsplan zijn in de voor-

gaande paragrafen al aan bod gekomen. Een ondernemingsplan

schrijven kan handig zijn, maar belangrijker is het om gewoon

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

28 29

1.5 samenwerkenScenarioschrijven is ook samenwerken. Je moet je dienstbaar

kunnen opstellen, je schrijft immers een halffabrikaat voor een

ander. Om je script te realiseren, zul je moeten samenwerken

met een producent, regisseur, dramaturg, hoofd-drama et cetera.

Professioneel samenwerken houdt in dat je enerzijds openstaat

voor andere ideeën en daarmee om kunt gaan. Aan de andere

kant lever jij als scenarioschrijver de inhoud en zul je met argu-

menten voor je ideeën kunnen blijven staan. Dat toont ook je

professionaliteit. Dat is zeker in het begin vaak niet makkelijk. Je

hebt een idee en een drang om dat te realiseren zoals het in je

hoofd zit, maar je levert een halffabrikaat waar de ander ook mee

uit de voeten moet kunnen. Al te halsstarrig aan je eigen visie

vasthouden werkt vaak contraproductief, zeker als de ander ook

meer macht heeft.

Rob Arends, studieleider Scenario van de Filmacademie in Plot:

“Je moet anderen blijven wijzen op het belang van het scenario

dat er ligt; wat er voor werk inzit. Je moet ze daarin opvoeden,

meenemen. (…) In de ontwikkelingsfase is de scenarist de

hoofdmaker. Laat de ego’s thuis, bouw vertrouwen op, en pro-

beer zo open mogelijk het script te benaderen. Dat begint met

goed lezen. Je moet de ander echt vragen hoe vaak hij of zij het

heeft gelezen. Als dat één keer is, zeg ik altijd dat ik een nieuwe

afspraak wil maken. Dan kijken ze me aan of ik gek ben. Maar

verdorie, je hebt weken of maanden aan zo’n versie gewerkt en

dan leest iemand het even in een half uur. Dat kan niet, zeker niet

als je een scenarist bent die tussen de regels schrijft. Een script

moet je twee, drie keer lezen, neem je tijd ervoor. Dan kan de

ander het zich ook eigen maken, en de juiste vragen stellen.”

Wanneer?

Bedenk in welk stadium je wilt gaan samenwerken. De ene

schrijver vindt het fijn om eerst zelf een tijdje met een idee rond

De sleutel tot gemotiveerd blijven, is je drijfveren en je eigen

kunnen onder de loep nemen. Ga bij jezelf na wat het beste bij

je past, wat je het liefste wilt en wat reëel lijkt. Hoeveel geld wil

je verdienen? Als je voor een opdrachtgever schrijft, ben je dan

wel in staat te voldoen aan zijn opdracht? Wil je dat eigenlijk wel?

Vind je het heerlijk om aan een ‘commercieel’ project te werken

of ben je meer van het auteursdrama? De stem van binnen, die

zich opdringt en voorschrijft wie je bent, die moet je proberen

te volgen. Soms kan dat haaks komen te staan op (goed) betaald

werk vinden. Hoeveel risico kun je je op financieel gebied

permitteren? Heb je behoefte aan samenwerken (zie paragraaf

6.2), ondersteuning (zie paragraaf 6.3) en bijscholing (zie para-

graaf 2.1)?

Twij fe ls en dr uk

Om als scenarioschrijver goed te kunnen presteren, zul je ook je

werkomstandigheden en je planning zo optimaal mogelijk moe-

ten maken (zie paragraaf 6.1). Twijfels en onzekerheden horen

ook bij het creatieve zoekproces. E.L. Doctorow: “Writing is like

driving a car at night. You can only see as far as the headlights, but

you make the whole trip that way.” Het schrijfproces staat boven-

dien vaak onder druk, bijvoorbeeld door een deadline. Wanneer

die druk te groot wordt, kan het creatieve proces worden belem-

merd door lichamelijke spanning, paniek, piekeren, chaotisch

werken en het uit de weg gaan van kritiek. In het boek Creativi-

teit onder druk van Maria Hopman wordt aandacht besteed aan

herkenning, oorzaken, oefeningen en tips om faalangst en kritiek

beter te kunnen hanteren. Een ander populair zelfhulpboek om

je creatieve vermogens (weer) te ontsluiten, hoewel het spirituele

karakter ervan niet iedereen zal bevallen, is The Artist’s Way van

Julia Cameron, zie ook www.theartistsway.com.W

EG

WIJZ

ER

VO

OR

SC

EN

AR

IOS

CH

RIJV

ER

S H

OE

WO

RD

Ik C

uL

Tu

RE

EL

ON

DE

RN

EM

ER

?

30 31

door voordat je besluit te gaan samenwerken, te bespreken wat

je van elkaar verwacht en waar je elkaar aan kunt houden. De

emotionele betrokkenheid van makers bij film en drama is vaak

groot; tegelijkertijd zijn ook de zakelijke belangen groot.

De verschi l lende stadia van samenwerken

Bij samenwerken kun je globaal drie fases onderscheiden:

ideeënfase, ontwikkelingsfase en productie plus vertoning.

Ideeënfase

In deze fase investeren de verschillende partijen doorgaans

vooral tijd en energie in elkaar. Er is meestal nog geen contract

en er wordt vaak nog niets betaald. De partijen hebben wel de

wil om samen iets tot stand te brengen. Deze samenwerking kan

beginnen met een schrijver met een idee, een partij die een

schrijver benadert met een idee, of een schrijver en een andere

partij die samen tot een idee komen. Toch is het ook in deze fase

al van belang duidelijke afspraken te maken:

• Van wie is het idee en wat gaat dit later betekenen voor de cre-

dits?

• Wat is het (gezamenlijke) doel van beide partijen; waar streeft

men naar?

• Wie doet wat, wanneer en is waarvoor verantwoordelijk?

• Wat staat daar tegenover?

• Is alles haalbaar?

• Wat is het voorlopige eindproduct? Een synopsis, format et cetera.

• Wat willen de partijen per se niet?

• Wat zijn de opties als er structurele meningsverschillen ontstaan?

Ontwikkel ingsfase

Is eenmaal besloten een idee verder te ontwikkelen, dan is het

aan te raden een contract op te stellen. In dit contract moeten

in ieder geval auteursrechten, honorarium en credits worden

geregeld.

te lopen; wachten tot je weet wat je écht hebt en in welke vorm

je het giet. De ander vindt het fijn om met zijn idee snel naar

een ander toe te stappen en die er in een vroeg stadium bij te

betrekken. Je kunt een idee dan niet meer geheel vrij ontwikke-

len, maar misschien heeft de ander juist heel goede suggesties.

Bedenk zelf wat het best bij jou en je idee past, en informeer ook

wat bij de wederpartij past. De een wil vanaf de kiem van je idee

meedenken, de ander ziet alleen iets in een meer uitgewerkt

idee.

Met wie?

Bedenk vooraf goed met wie je wilt samenwerken. Shop ook

niet teveel. Het is een klein wereldje en mensen spreken elkaar.

Schrijf je idee toe op een omroep, zender, producent of regis-

seur. kijk wie waarin is gespecialiseerd en bel of schrijf diegene

die het beste ‘past’ (zie ook hoofdstuk 2). Vraag op welke termijn

ze op je idee kunnen reageren. Als antwoord dan uitblijft, doe

navraag, bel of mail, maar ga vooral niet forceren of irriteren.

Benader vervolgens eventueel een ander.

De ander moet interesse hebben in jou en wat je geschreven

hebt en tevens een elementaire kennis hebben over scenario-

schrijven. Zoek iemand die passie toont voor jou en je werk. Niet

zomaar naar bekenden of grote namen stappen, maar zoek men-

sen die dezelfde film of tv-serie willen maken. Het is vervelend

ergens een hoop tijd en energie in te steken, met als resultaat

een eindproduct dat niet wordt wat jij voor ogen had.

Hoe?

Hoe kun je als professionals met elkaar omgaan zodat dit tot

optimale resultaten en zo min mogelijk frustraties leidt? Veel

conflicten ontstaan door onduidelijke afspraken, meningsver-

schillen, tegengestelde belangen of verwachtingen en gebrek-

kige communicatie. Problemen kunnen vaak worden voorkomen

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

32 33

tIp goede samenwerkIng

• Gametelkaaromopbasisvanwederzijdsrespect,vertrouweneneerlijkheid.

• Hanteergeenverborgenagenda’s.• Biedelkaaroptimaleduidelijkheid;ookalshetgaatomcredits,

financiëleafsprakenenwanneerjeeventueeluitelkaarwilt.• Zorgdatjezakelijkeeninhoudelijkebesprekingenduidelijk

scheidt.• Werkzoeffectiefenefficiëntmogelijk(samen).• Herkenkansenenmogelijkheden,identificeermeningsverschillen

enproblemen.• Communiceerveranderingentijdig.• Deadlines,zowelwatbetreftschrijvenalsfeedbackgeven,worden

gehaaldofvroegtijdigheroverwogen.• Controleerofdeprestatiesvanjouendeanderaandeverwachtin-

genvoldoen.• Bijmeningsverschillenofproblemenleverthetstellenvanopen

vragenmeeropdanhetvellenvanoordelen.• Gaopeenprofessionelemanierommetpositieveennegatieve

kritiek,zowelbijgevenalsontvangen;dusoplossings-entoe-komstgericht.

• Geefmeningenindeik-vorm.(“Ikvind…”inplaatsvan:“datis...”)• Kritiekisgerichtophetwerk,nietopdepersoon.• Verwarinspanningennietmetresultaten.• Bevestigafsprakenschriftelijkofpere-mail.

33

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

Daarnaast zijn ook de volgende zaken van belang:

• Wanneer wordt wat met wie besproken? Hoe vaak wordt er feed-

back gegeven op het script; in welke fase en door wie?

• Wat is de kern van het idee, de essentie waar op teruggevallen kan

worden en waar jij en de andere partij(en) niet aan willen tornen?

• Wat is de doelgroep en wat het is budget? Wat zijn eventuele

noodzakelijke beperkingen?

• Hoe garandeer je je artistieke vrijheid, binnen eventuele noodza-

kelijke beperkingen?

• Wat is de rol van de zender en/of distributeur bij het proces en

hoe is ieders betrokkenheid hierbij geregeld?

• Wie is eindverantwoordelijk en wie controleert? Is het wel of niet

mogelijk dat een andere partij eigenhandig veranderingen in het

script aanbrengt?

• Afspraken over jouw betrokkenheid bij casting, locaties, styling,

muziek en regiekeuzes.

• Evaluatiemomenten. Hoe blijven jullie op het juiste spoor? Wat

willen jullie graag verbeteren? Zijn jullie tevreden over het pro-

ces en elkaar? Willen jullie nog hetzelfde? Tijdens het proces kan

ook duidelijk worden dat de geesten zich scheiden.

Product ie en ver toning

De schrijversrol is in deze laatste fase doorgaans al achter de

rug, al komt het natuurlijk ook voor dat tijdens de productie nog

geschreven of herschreven wordt. Ook in deze fase moeten de

kwaliteiten van het script bewaakt worden. Dit wil niet zeggen dat

een andere partij geen ruimte moet krijgen, maar wel dat hier

grenzen aan zijn. De volgende zaken zijn van belang:

• Maak afspraken over je rol bij scriptwijzigingen op basis van

productionele omstandigheden.

• Maak afspraken over je rol bij het in de markt zetten van het eind-

product.

• Maak afspraken over je naamsvermelding en je rol bij de publici-

teit rondom het eindproduct.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

34 35

tIp krItIek geVen en ontVangen

• Beginmetdepositieveensterkepunten.• Geefkritiekindeik-vorm(“ikvind…”inplaatsvan:“datis...”).• Richtkritiekophetwerk,nietopdepersoon.• Weeszospecifiekmogelijk;geefvoorbeeldenenhaalconcrete

situatiesaan.• Houdhetzelfvertrouwenvandeanderinstand.• Controleerofdeanderjebegrijpt.• Geefdeandertijdomkritiekteverwerken.• Geefdeanderruimteomtereageren.• Respecteerdemeningvandeander.• Luisteromtebegrijpen,zelfsalsjeheternietmeeeensbent.• Vraagdooralsjeietsnietbegrijpt.• Bevestigdatjehetbegrijpt.• Toonwaarderingvoordekritiekvandeander.

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

1.6 omgaan met krItIekkunnen omgaan met kritiek en zelfkritiek hebben, is van essen-

tieel belang voor je ontwikkeling als schrijver. Niemand vindt

kritiek fijn, het komt vaak heel dichtbij. Wat je bent en wat je

schrijft, liggen immers vaak dicht bij elkaar. Besef dat kritiek

wordt gegeven om je verder te helpen en beschouw het niet als

een aanval op je persoon, dat maakt het makkelijker om het niet

alleen te verdragen maar er ook profijt van te hebben.

uit onderzoek is gebleken dat bij kritiek je hele stresssysteem

wordt geactiveerd; heftige emoties horen dus bij kritiek. Dat

betekent natuurlijk niet dat je eraan moet toegeven. Het is handig

om aantekeningen te maken, zodat je alles later rustig kunt

teruglezen. Vraag door als je iets niet snapt. Probeer niet direct in

discussie te gaan, geef jezelf liever een time-out en zeg bijvoor-

beeld: “Hier moet ik even rustig over nadenken.” Neem geen

genoegen met algemene opmerkingen, zoals ‘de tweede akte

werkt niet.’ Vraag dan om concrete voorbeelden.

kritiek vraagt om een antwoord. Door op kritiek in te gaan, geef

je aan dat je de ander serieus neemt. Vat de kritiek in eigen

woorden eerst kort samen. Het geeft je meer tijd voor een reactie

en geeft aan dat je hebt geluisterd. Dat draagt bij aan een goede

verstandhouding en zo kunnen ook eventuele misverstanden wor-

den weggenomen. Reageren op kritiek is een voortdurend leer-

proces. Negatieve kritiek betekent meestal even slikken, vooral

als je na een lang werkproces denkt dat je behoorlijk wat hebt

gepresteerd. Als je het vaker meemaakt, krijg je hopelijk steeds

beter zicht op je sterke en zwakke kanten en leer je kritischer

naar je eigen werk te kijken.

Dramaturgen Gemma Derksen en Brigitte Baake in Plot: “De

dramaturg vraagt zich af wat je wilt vertellen, en waarom. En

vervolgens hoe het verhaal op de best mogelijke manier ver-

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

36 37

Bestseller (2008),PaulSebesCreativiteit onder druk (1999),MariaHopmanThe Artist’s Way (2002),JuliaCameron.Nederlandsevertaling: Vind je eigen inspiratie (2002)Schrijfinkomsten van auteurs (2008),HarmenBinnema,MartineBos&DieterVerhueDe succesfactoren van freelancers (2009),promotieonderzoekvanArjanvandenBorn,UniversiteitAntwerpeni.s.m.UniversiteitUtrechtDramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of part-ners in woord en beeld? (2006),ElseFlim.Ditpromotieonderzoekistelezenopwww.vedra.nlDe verborgen schrijver(2008),GerBeukenkamp

www.netwerkscenario.nlwww.belastingdienst.nlwww.beroepkunstenaar.nlwww.ccaa.nlwww.kvk.nlwww.lancelots.nlwww.pzo.nlwww.theartistsway.comwww.vorza.com

teld wordt, zodanig dat het ook overkomt bij het publiek.” Paul

Bertram: “Laat ook je eigen analytisch vermogen erop los. Zodra

je het probleem heel helder definieert, is de oplossing vaak

dichtbij.”

Soms heb je de ogen en mening van anderen nodig om terug te

gaan naar de basis, waar het écht aan schort. Je moet kritiek ook

kunnen zeven, serieus nemen en vervolgens naast je neerleg-

gen. Het is maar een mening, je critici kunnen er ook naast zitten.

Werk niet alleen om het de criticasters naar de zin te maken, dat

kan ook verlammend werken.

Zo gauw je je werk aan anderen laat lezen, krijg je naast kritiek

ook suggesties te horen. Deze suggesties zitten er soms naast,

maar ze geven wel aan dat de ander ergens een probleem ziet.

Soms hoor je echter zoveel verschillende suggesties, zoveel ver-

schillende meningen, dat het je begint te duizelen. Ga dan terug

naar de basis, waarom ben je ooit zo enthousiast over dit idee

geworden?

Voor meer informatie over schrijvers en script editors,

zie: www.vorza.com/writersandeditors.html (site John Vorhaus).

meer InformatIeHandboek voor schrijvers (2009),MaaikeMolhuysenenLouiseStillerHandboek freelancen 2008/2009 (2008),TijsvandenBoomenenWilmavanHoeflaken

Handboek zzp 2010(2009),TijsvandenBoomenenWilmavanHoeflakenEigen Baas (2007),TijsvandenBoomenHet geheim van de uitblinker (2007),VittorioBusato&FrenkvanHarre-veldOutliers (2008),MalcolmGladwell.Nederlandsevertaling:Uitblinkers (2008)

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E W

OR

D Ik

Cu

LT

uR

EE

L O

ND

ER

NE

ME

R?

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

39

Waarkomikbinnen?

om als beginnend scenarioschrijver je weg te kun-nen vinden, heb je kennis van de film- en televisie- wereld nodig. dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van het veld en waar je kunt netwerken. Verder worden manieren besproken om je (eerste) openbaarmaking te realiseren en waar je met je ideeën naar toe kunt aan. ook hier geldt: er zijn vele manieren om je doel te bereiken en iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. naast film en tv komen ook andere afzet-markten aan bod zoals het hoorspel, de opdracht-film, de animatiefilm, internet, games et cetera. scenarist paul schrader: “een scenario is een uit-nodiging voor een aantal talentvolle mensen om een succesvol kunstwerk te maken.”

2

40 41

Schri jven voor f i lm

In het algemeen kun je met een idee voor een film het beste

naar een regisseur (zie paragraaf 2.5), speelfilmproducent (zie

paragraaf 2.6) of het Filmfonds (zie paragraaf 2.8) gaan. Bij het

schrijven van een film krijg je vooral te maken met een regisseur

en een producent. Bij het Filmfonds kun je ook te maken krijgen

met een intendant; er is er één voor de commerciële en één

voor de artistieke speelfilm. Speelfilms zijn vaak lange trajecten,

zo kostte het acht jaar om Abeltje, de tweelinG en Kruistocht in

spijKerbroeK te realiseren.

Fondsen

Voor de Publieke Omroep wordt veel televisiedrama ontwikkeld

met steun van het Mediafonds, zie www.mediafonds. De meeste

speelfilms worden met steun van het Filmfonds geproduceerd,

zie www.filmfonds.nl. Meer informatie over de fondsen staat in

paragraaf 2.8. Beide fondsen hebben digitale nieuwsbrieven,

waarop je je kunt abonneren met informatie over subsidietoeken-

ningen. Op hun sites kun je de beleidsplannen en jaarverslagen

lezen, met overzichten van alle activiteiten en interviews met

fondsmedewerkers. Het Mediafonds organiseert ook activiteiten

op het gebied van kwaliteitsverbetering en talentontwikkeling,

zoals de Media@Sandberg masterclass in samenwerking met

het Sandberg Instituut (www.sandberg.nl). Nuttig om je vakken-

nis te vergroten en te netwerken. Beide fondsen organiseren ook

(nieuwjaars)borrels, ideale gelegenheden om mensen uit de sec-

tor te ontmoeten. De fondsen hebben samen met de omroepen

en het Binger Filmlab het Deltaplan Talent ontwikkeld.

Stichting Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO-Fonds)

is er voor financiële bijdragen aan coproducties, zie

www.cobofonds.nl. Daarnaast initieert het CoBO-Fonds de ont-

wikkeling en productie van de telefilm, onderdeel van het Delta-

plan Talent. Het Rotterdams Fonds voor de Film en audiovisuele

2.1 de fIlm- en teleVIsIewereldOm te kijken hoe het wereldje in elkaar steekt, kun je als scena-

rioschrijver thuis voorwerk doen op internet, bijvoorbeeld via

www.filmstart.nl.

Deze paragraaf geeft een beknopt overzicht van het veld en waar

je kunt netwerken. Hoe je dat laatste zou kunnen aanpakken, lees

je in hoofdstuk 3.

Schri jven voor televis ie

In het algemeen kun je met een idee voor een televisieserie het

beste naar een omroep (zie paragraaf 2.7) of producent/produc-

tiehuis (zie paragraaf 2.6) gaan. Bij de publieke omroepen krijg

je als schrijver vooral te maken met de dramaturgen en hoof-

den-drama en soms ook met een regisseur. Bij de commerciële

omroepen is de programmaleider vaak verantwoordelijk voor

de dramaproducties. Sommige publieke omroepen en bijna alle

commerciële besteden dramaproducties uit aan producenten

of productiehuizen. Als uitvoerend producent zijn zij dan verant-

woordelijk voor het maken van de serie. Bij zo’n serie krijg je

meestal te maken met de uitvoerend of creatief producent, een

dramaturg, een hoofdschrijver of een eindredacteur; niet met een

regisseur.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

42 43

onafhankelijke televisieproducenten, zie www.otpnederland.nl.

En Vedra (www.vedra.nl) is de vereniging voor dramaturgen.

Op de websites van deze verenigingen kun je profielen van

leden vinden en een agenda. Voor sommige bijeenkomsten

moet je lid zijn, andere zijn openbaar.

De NFTVM, de Vereniging van Nieuwe Film- & TV-Makers, zie

www.nftvm.nl, organiseert elke eerste maandag van de maand

een avond in de Amsterdamse bioscoop het ketelhuis. Hier kun

je makers uit alle disciplines ontmoeten. Als je lid bent kun je op

de website een profiel aanmaken. De NFTVM geeft jaarlijks een

WHO-IS-WHO-boekje uit, met foto’s en gegevens van alle leden.

De NFTVM organiseert ook jaarlijks de Dag van het TV- Idee,

waar nieuwe televisiemakers hun tv-ideeën kunnen presenteren

aan de publieke en commerciële omroepen en aan televisie-

producenten. Dit pitchforum is een ideale gelegenheid om je

dramaplan te presenteren en te netwerken.

De NBF is de oudste belangenvereniging van film- en televisie-

makers in Nederland, waarin vrijwel alle disciplines zijn verte-

genwoordigd, zie www.nbf.nl. Het jaarboek van de NBF staat ook

vol nuttige adressen van personen, bedrijven en organisaties die

in de film- en televisiewereld opereren. Tot slot vertegenwoordigt

de Federatie Filmbelangen verschillende (belangen)organisaties

in de filmsector, zie www.filmbelangen.nl.

Fest ivals

Festivals zijn ideale gelegenheden om collega-schrijvers, dra-

maturgen, regisseurs en producenten tegen te komen en aan te

spreken. Belangrijkste ontmoetingsplaats is het jaarlijkse Neder-

lands Filmfestival in utrecht, zie www.filmfestival.nl, waar de hele

jaarproductie van de Nederlandse film wordt vertoond. Ga er

heen en dompel je er een week onder; heel filmend Nederland

loopt daar rond. Bezoek screenings, talkshows, borrels, inter-

media (RFF) levert facilitaire en financiële steun aan speelfilms,

documentaires en tv-producties die geheel of gedeeltelijk in de

regio Rotterdam worden geproduceerd, zie www.rff.rotterdam.nl.

Het Lira Fonds verstrekt subsidies aan audio- en audiovisuele

producties, zoals hoorspelen en – in beperkte mate – films.

Het Lira Fonds richt zich niet zozeer op debutanten, maar op

professionele auteurs, zie www.lira.nl. Een overzicht van binnen-

en buitenlandse fondsen vind je op www.filmfondsen.nl.

Beroepsorganisat ies

Voor een succesvolle start is het belangrijk te netwerken; rela-

ties aan te knopen. Een volgende vraag is: waar vind je relaties?

De eerste logische stap voor een startende scenarioschrijver

is (aspirant)lid worden van de beroepsorganisatie: het Netwerk

Scenarioschrijvers, zie www.netwerkscenario.nl. Als (aspirant)lid

kun je op de website een ledenprofiel aanmaken. Het Netwerk

organiseert regelmatig bijeenkomsten samen met andere

beroepsorganisaties, ideale gelegenheden waar je collega

schrijvers, regisseurs, dramaturgen en producenten kunt ontmoe-

ten. Informatie over deze bijeenkomsten, lees je in de digitale

nieuwsbrief van het Netwerk of op de website. Bij het Schrijfpaleis

kunnen Netwerkleden op laagdrempelige wijze hun werk pre-

senteren aan omroepen, producenten en theatermakers. Tevens

is het Schrijfpaleis een plek waar je kennis kunt nemen van wat

er in het veld speelt en is het een ideale ontmoetingsplaats voor

schrijvers, dramaturgen, omroepen, regisseurs en producenten.

De belangenvereniging voor film- en televisieregisseurs is de

Dutch Directors Guild (DDG), zie www.directorsguild.nl. De

belangen van speelfilm- en documentaireproducenten worden

behartigd door de Nederlandse Vereniging van Speelfilm-

producenten (NVS), zie www.speelfilmproducenten.nl. De ver-

eniging van Onafhankelijke Televisie Producenten (OTP) is een

samenwerkingsverband van een aantal middelgrote en grote

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

44 45

Opleidingen en workshops

Vakopleidingen die filmmakers opleiden zijn de Nederlandse

Film en Televisie Academie, de Rietveld Academie, de Hoge-

school voor de kunsten utrecht, de Academie St. Joost en de

Willem de koningacademie. De opleidingen hebben jaarlijks

viewings van hun afstudeerprojecten, een ideale gelegenheid

om kennis te maken met nieuw talent. Daarnaast zijn er twee met

overheidsgeld gefinancierde werkplaatsen actief in de sector:

het Binger Filmlab en het Nederlands Instituut voor Animatiefilm

(NIAf). Op het moment van schrijven is het Sectorinstituut Film in

de maak, waarin diverse instellingen een plaats zullen krijgen.

Om je vakkennis te vergroten en ook om te netwerken, kun je

workshops en lezingen volgen van bijvoorbeeld het Netwerk

Scenarioschrijvers, www.netwerkscenario.nl, of andere branche-

organisaties en schrijfopleidingen. De Filmacademie heeft sinds

2008 een masteropleiding, zie www.filmacademie.nl. Het Binger

Filmlab organiseert regelmatig korte en lange cursussen voor

scenarioschrijvers en script-editors, zie

www.binger.nl. Om op de hoogte te blijven kun je je abonneren

op hun digitale nieuwsbrief. De MEDIA Desk Nederland is een

opleidingsprogramma voor professionals uit de audiovisuele

branche in Europa, zie www.mediadesk.nl, ook zij verspreiden

een digitale nieuwsbrief. Het is mogelijk om een financiële

bijdrage aan te vragen bij het Filmfonds voor het volgen van

sommige van de opleidingen bij het Binger en de MEDIA Desk.

Voor scenarioschrijvers zijn er daarnaast diverse particuliere

opleidingen, zoals Scriptschool, zie www.scriptschool.nl, met

een uitgebreid aanbod van korte en langere cursussen. Vraag

deelnemers naar hun ervaringen.

Als scenarioschrijver kun je ook aan de slag in het onderwijs.

kijk op www.beroepskunstenaarindeklas.nl voor informatie

over de opleiding. Het is ook mogelijk om als creatieveling in

views, meetings et cetera. Het Netwerk houdt er de Dag van het

Scenario en een Schrijfpaleis de Luxe, ideale gelegenheden om

te netwerken. Voor (beginnende) scenarioschrijvers is Makers-

voorMakers, zie www.binger.nl, een aanrader om feedback op

een project te krijgen van een onafhankelijke gerenommeerde

vakgenoot.

Een ander groot festival is het Internationaal Filmfestival Rotter-

dam, zie www.filmfestivalrotterdam.com. Onderdeel van Rotter-

dam is de CineMart, een ontmoetingsplaats voor filmmakers en

financiers. Verder zijn er gespecialiseerde festivals zoals Cinekid

(www.cinekid.nl), het jaarlijkse festival voor de jeugd met een

jaarlijks wisselend seminar voor scenaristen georganiseerd door

het Netwerk, en het Holland Animation Film Festival (www.haff.

nl) voor animatie. Voor een overzicht van alle festivals, ook voor

internetfestivals, zie www.film-festivals.nl.

Lira, Contractenbureau en agenten

Zodra er werk van je uitgezonden gaat worden, is het belang-

rijk je aan te sluiten bij Stichting Lira. Lira beheert collectief

auteursrechten van schrijvers in Nederland, zie www.lira.nl. Ter

stimulering reikt Lira elke twee jaar de Lira scenarioprijs uit voor

het beste televisiescenario, ook een ideale gelegenheid om te

netwerken. Als je een contract wilt afsluiten met een opdracht-

gever, kun je gratis advies krijgen van het Netwerk. Je kunt ook

een advocaat of een agent nemen. Agenten onderhandelen niet

alleen over contracten, ze begeleiden je ook bij je carrière. Wil je

enkel iemand voor contractonderhandelingen, dan is het Con-

tractenbureau zie www.contractenbureau.nl, een goedkopere

optie. Om je aan te kunnen sluiten bij het Contractenbureau, moet

je of lid zijn van het Netwerk of aangesloten zijn bij Lira. Vraag

(meer ervaren) collega’s naar hun ervaringen. Over rechten en

contracten kun je meer lezen in hoofdstuk 4.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

46 47

kan genoeg zijn: “zouden jullie geïnteresseerd zijn in …?” Is het

antwoord positief, dan kun je verder gaan met uitwerken en het

idee opsturen.

Gelezen worden

De volgende stap is dat je idee of script daadwerkelijk wordt

gelezen. Probeer er achter te komen waar lezers op letten en

wat ze willen lezen. Een scenisch treatment kan een producent

helpen te bepalen hoe duur een productie wordt. Hoe kijkt een

dramaturg naar een filmscript voor het Filmfonds? Brigitte Baake

in Plot: “Eigenlijk beoordeel je met het script de belofte van de

film. (…) Wat ik persoonlijk – niet als adviseur – van een film

vraag, is dat hij me emotioneert. (…) Hoofd, hart en buik moeten

bevredigd worden. Als dat lukt heb je een topfilm.” Burny Bos in

Plot: “Bij een goed script moet je meegaan in wat je leest. En als

dat goed is, wil je doorlezen en dan begint er iets. Pas in tweede

instantie ga ik kijken naar structuur. Je moet gegrepen worden

door de personages.” Afgezien van een goed idee, willen lezers

ook vakkennis lezen; een goede structuur, levendige scènes,

sprankelende dialoog, driedimensionale karakters et cetera.

Waar letten juryleden op bij een wedstrijd? Voor elke wedstrijd

is dat natuurlijk anders, maar om een idee te krijgen, kijk bijvoor-

beeld naar een overzicht van de criteria voor de Prix Jeunesse

International voor kindertelevisie, op www.prixjeunesse.de onder

Festival/Judging Criteria. Meer over de presentatie van je idee

kun je lezen in hoofdstuk 5.

Een goed idee kan over alles gaan. Met vakkennis kun je elk diep

gevoeld dilemma, hoe klein ook, in tekst vertalen. Vaak is het zin-

nig om context te creëren. Waarom ben je zo bevlogen, wat is je

passie en urgentie? Als het goed is, wordt de noodzaak duidelijk

vanuit het verhaal en de personages, maar het kan ook in een

begeleidend schrijven. Dat hoeft niet lang te zijn, dat kan in een

paar zinnen. Zorg verder voor de juiste lay-out, vorm, spelling en

het bedrijfsleven aan de slag te gaan. Creativity2business

bemiddelt in creatieve oplossingen voor bedrijfsvraagstukken,

zie www.creativity2business.nl.

WWIk en kunstenaars&CO

De Wet Werk en Inkomen kunstenaars (WWIk) is een regeling

voor startende of al beroepsmatig werkende kunstenaars, waar

ook (startende) scenarioschrijvers gebruik van kunnen maken.

Voor meer informatie zie paragraaf 4.4. Als WWIk’er kom je bij

kunstenaars&CO terecht, zie www.kunstenaarsenco.nl. Op hun

website www.beroepkunstenaar.nl kun je informatie vinden over

het ondernemerschap van kunstenaars en de film- en televisie-

wereld. Bij kunstenaars&CO kun je trainingen en opleidingspro-

gramma’s voor kunstenaars volgen. Het Netwerk organiseert

in samenwerking met kunstenaars&CO en de DDG de cursus

‘Regie over mijn beroepspraktijk’ voor scenarioschrijvers en

regisseurs die hun beroepspraktijk willen professionaliseren en

hun netwerk willen uitbreiden.

2.2 je eerste meters makenAls je een idee hebt, probeer dan voor jezelf de vraag te beant-

woorden: voor welk medium schrijf je het? Is het een idee voor

film, televisie of internet? De volgende vraag is: naar wie stuur je

je idee? En waar liggen kansen? De kans op realisatie wordt een

stuk groter als het aansluit bij de behoefte van een regisseur,

producent, omroep of fonds. Onderzoek dus wat hun eisen en

wensen zijn. Je kunt je zoektocht beginnen op internet. Probeer

er achter te komen wat ze willen. kijk wat ze maken en onder-

zoek zo wat de ‘identiteit’ is van een regisseur, producent of

omroep. Die identiteit is ook vaak gekoppeld aan een persoon.

Dan helpt het om er achter te komen wie die persoon is. Voor-

dat je aan het uitwerken van je idee begint, kan het handig zijn

om te peilen of er interesse is. Doe navraag, een kort telefoontje

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

48 49

vooral geïnteresseerd zijn in talent. Goede scripts worden mis-

schien niet altijd in productie genomen, maar goede schrijvers

worden bijna altijd opgemerkt.

2.3 scHrIjVen Voor een talentontwIkkelIngsplanOm filmtalent zo goed mogelijk te ontwikkelen, hebben fondsen,

omroepen en Binger Filmlab de handen ineengeslagen en het

Deltaplan Talent ontwikkeld. Er wordt benadrukt dat het Delta-

plan geen voorgeschreven route is, maar een landschap met

verschillende stromen waarin makers, afhankelijk van talent, tem-

perament en voorkeur, zelf hun weg kunnen vinden. Als startend

scenarioschrijver heb je jaarlijks bij het Deltaplan de meeste kans

bij:

• kORT!: tien korte films van maximaal 10 minuten, ook animatie.

• one niGht stAnd: acht 50-minuten films.

Deze projecten bieden de vrijheid om te experimenteren, stimu-

leren authenticiteit en oorspronkelijkheid. Deze projecten bieden

jaarlijks nieuwe kansen. De deadlines en hoe je een project moet

aanleveren kun je vinden op de sites van de fondsen. Voordat je

zelf iets opstuurt, is het handig om naar al gerealiseerde eind-

producten te kijken. Vraag collega’s naar hun ervaringen. Leg

bijvoorbeeld een dossier aan met ideeën.

Voor kORT! kan een aanvraag alleen worden ingediend door een

ervaren, in Nederland gevestigde producent. Gevraagd wordt:

• een scenario,

• een synopsis van maximaal één pagina,

• een logline, een samenvatting van de film in maximaal drie zin-

nen in het Nederlands,

• een toelichting van regisseur en producent,

• curriculum vitae makers,

grammatica. Als er eisen worden gesteld aan wat je moet inleve-

ren, bijvoorbeeld bij een prijsvraag, zorg dan dat je dat aanlevert

wat gevraagd wordt. Dat toont je professionaliteit. Respecteer

deadlines of neem anders tijdig contact op.

Een eerste openbaar making

Veel regisseurs, dramaturgen, producenten en productiehuizen

zijn op zoek naar schrijvers met ideeën. Het helpt natuurlijk als je

al een staat van dienst hebt, maar ook een afgeronde opleiding

opent deuren. Je moet ook niet bang zijn om eens op iemand af

te stappen. Vraag aan meer ervaren collega’s hoe zij begonnen

zijn. Je zult een hoop tijd en moeite moeten investeren en uitein-

delijk is het voor iedereen een individuele zoektocht. Tijs van

Marle: “Ik ben vol enthousiasme aan alle wedstrijden gaan mee-

doen. Voor kORT! heeft dat nooit iets opgeleverd, maar voor de

eerste serie one niGht stAnds werd ik twee (!) keer uitgekozen.

uiteindelijk is Au ciGoGne! ook echt gemaakt, en geregisseerd

door Margien Rogaar die ik van de Filmacademie kende.”

De meest geëigende manieren om een eerste openbaarmaking

te realiseren zijn:

• Een goed script schrijven.

• Aan ‘wedstrijden’ voor nieuw talent zoals kORT!, one niGht stAnd

of Kind en Kleur meedoen.

• Aan een lopende serie meeschrijven.

Een goed script of een goed idee is je beste visitekaartje. Je kunt

op eigen initiatief een script voor een lopende serie schrijven,

een schaduwscript (ook wel specscript genoemd) of een script

naar een eigen idee om iets van je eigen stijl of toon te laten zien.

Vervolgens kun je dat script opsturen naar de desbetreffende

omroep of producent. Ook al wordt er met je script of idee niets

gedaan, het kan toch iets opleveren, zoals een schrijfopdracht

voor iets soortgelijks. Bedenk dat omroepen en producenten

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

50 51

gerealiseerd. Een eindexamenfilm telt ook mee als gerealiseerd

werk. Als een beginnend scenarist met een ervaren regisseur

indient, weegt de laatste zwaar mee bij de beoordeling.

Als schrijver kun je ook zonder regisseur een project voor een

one niGht stAnd inleveren, maar het is aan te bevelen om als duo

iets in te dienen. Bij one niGht stAnd worden twee keer zoveel

projecten ontwikkeld als gemaakt, maar ook als je de volgende

ronde niet haalt, heb je toch de mogelijkheid gehad om betaald

en onder begeleiding een scenario te ontwikkelen. Zie ook

www.cinema.nl/one-night-stand/artikelen en www.omroep-vara.nl/

One-Night-Stand.

Daarnaast biedt het Deltaplan Talent jaarlijks kansen aan scena-

rio-schrijvers (nieuw en bewezen talent) met:

1 Artistieke speelfilm: zes artistieke lange speelfilms, waarvan één

voor nieuw talent – de oversteeK (eerste of tweede film) – en drie

voor bewezen toptalent (tweede of derde film).

2 Cinema Junior: één kwaliteitsfilm voor jeugd (voor bewezen

talent).

3 telefilm: zes films gericht op breed publiek (voor bewezen

talent).

Ook de oversteeK biedt een beginnend scenarioschrijver kan-

sen. Maar meer nog dan bij de twee voorgaande projecten, zul

je je project moeten optuigen, gezien de staat van dienst van de

eerder geselecteerden. Eerder gerealiseerd werk wordt meege-

wogen.

kind en kleur

Kind en Kleur is een project van het Mediafonds. Aan dit pro-

ject werken Z@pp en de publieke omroepen mee. Het is een

opleidingstraject gericht op verhalen die zijn geworteld in de

multiculturele samenleving. Scenarioschrijvers worden getraind

en begeleid bij het schrijven van een scenario voor een kort

• eerder gerealiseerd werk (dvd/vhs),

• een volledig ingevuld aanvraagformulier en begrotingsmodel; te

vinden op www.cinema.nl/kortefilm.

Voor one niGht stAnd wordt gevraagd:

• een synopsis, inclusief logline, van maximaal twee pagina’s,

• een korte visie op regie om een beeld te geven van de persoon-

lijke stijl,

• curriculum vitae van scenarist en regisseur,

• eerder gerealiseerd werk (dvd/vhs),

• een volledig ingevuld aanvraagformulier; te downloaden via

cinema.nl/one-night-stand. Hier vind je ook de richtlijnen en

voorwaarden.

Een goed idee of script is natuurlijk het belangrijkst, maar hoe

meer je je project kunt optuigen, bijvoorbeeld samen met meer

ervaren makers, hoe meer kans je maakt. Aan de andere kant zijn

dit projecten die juist bedoeld zijn voor nieuw talent. kijk naar

de staat van dienst van de eerder geselecteerden. Ook al wordt

het niet gevraagd, als schrijver is het ook zinnig om een (korte)

toelichting te schrijven met daarin het waarom, jouw passie,

noodzaak et cetera.

De selectie van kORT! gebeurt op basis van uitgeschreven

scenario’s, waarbij narratieve films, die op originele wijze het

scenario verbeelden, de voorkeur hebben. Nadrukkelijk wordt

ook gekeken naar de filmische potentie van het scenario en de

creativiteit en durf van de maker(s). Een regievisie is daarom een

vereiste.

one niGht stAnd richt zich op ‘nieuwe’ regisseurs in combinatie

met zowel meer als minder ervaren schrijvers. Van regisseurs

wordt, naast een relevante opleiding, verlangd dat zij minimaal

één gerealiseerde (korte) fictiefilm op hun naam hebben staan.

Van scenaristen moet tenminste één drama- of filmscenario zijn

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

52 53

belang is voor een schrijver. Je ziet heel snel terug wat je hebt

geschreven en daar word je het snelst beter van.”

Het is aan te raden ook hier eerst weer voorwerk te doen. kijk

afleveringen, het liefst meerdere malen, en analyseer hoe een

aflevering geschreven is. Wie zijn de hoofdpersonen? Wat voor

verhalen worden er verteld? Hoeveel verschillende verhaallijnen

bevat een aflevering? Hoe wordt een verhaallijn opgebouwd?

Hoeveel wendingen zijn er? Analyseer vervolgens je eigen idee.

Is jouw idee consistent met de toon van de serie? Gaat je verhaal

over een hoofdpersonage van de serie, in plaats van over een

‘nieuw’ voor je verhaal geïntroduceerd personage? Is je verhaal

origineel of heeft het een originele twist? Bij het verder uitwer-

ken is het handig om ook aan de productieomstandigheden te

denken. Wat zijn de mogelijkheden? Is het je duidelijk hoe ‘duur’

of ‘goedkoop’ je moet schrijven?

Zeker bij dagelijkse series wordt er veel en vaak in teamver-

band geschreven. Maar ook voor wekelijkse langlopende series

wordt er steeds meer volgens het systeem van een writersroom

gewerkt; gezamenlijk aan ideeën werken voor afleveringen. Het

gaat er om als schrijver bij een team te komen waarin je ‘past’.

Vraag ook hier collega’s naar hun ervaringen.

Bij het schrijven voor een lopende serie, hebben veel mensen

iets over je werk te zeggen. Lopende series stellen aan (nieuwe)

schrijvers heel concrete eisen. De makers weten immers wat

goed voor hun serie is. Je moet goed begrijpen waarom din-

gen zijn zoals ze zijn; over het algemeen is daar wel een reden

voor. De paradox is dat je iets moet toevoegen wat authentiek is,

binnen de grenzen die gesteld worden door de leidinggevende

– dat kan de hoofdschrijver, creatief producent of eindredacteur

zijn. uiteindelijk moet je ze kunnen geven wat zij willen, hun sug-

gesties overnemen en er tegen kunnen dat je af en toe herschre-

ven zult worden.

jeugddrama. Het is bedoeld voor schrijvers die goed thuis zijn in

Nederland, maar zich – bijvoorbeeld door eigen ervaring – ook

kunnen verplaatsen in de belevingswereld van kinderen met een

andere culturele achtergrond. Kind en Kleur heeft inmiddels vijf

edities achter de rug en er zijn ruim dertig scripts daadwerkelijk

geproduceerd, of in productie. Voor een beginnend scenario-

schrijver een ideale gelegenheid om een script voor jeugddra-

ma te ontwikkelen onder begeleiding van professionals en tevens

een kans op een daadwerkelijke productie en vertoning.

2.4 scHrIjVen Voor een lopende teleVIsIeserIeVoor een lopende serie schrijven betekent werken in een

bestaand format of sjabloon. Maar ook binnen die beperkingen

moet het mogelijk zijn om ‘jouw’ verhaal te vertellen. Solliciteer

bij een serie waar je affiniteit mee hebt, waar je zelf graag naar

kijkt; dat maakt het als het goed is een stuk makkelijker. Bedenk

ook: als je voor een opdrachtgever gaat schrijven, ben je dan

wel in staat te voldoen aan die opdracht? Wil je dat eigenlijk wel?

Vraag collega’s naar hun ervaringen.

De grootste opdrachtgevers voor scenarioschrijvers zijn de

producenten van dagelijkse series. Deze series, ook de regio-

soaps, bieden beginnende schrijvers een kans. Marc Linssen,

creatief hoofd van ScriptStudio (Endemol), waar de scripts van

onder andere Gtst, onderweG nAAr morGen en juliA’s tAnGo

worden geschreven: “We zijn altijd op zoek naar schrijvers. Werk

opsturen is prima en als ik iets lees wat goed is, nodig ik iemand

sneller uit. Je moet affiniteit met het genre hebben, het kennen

en snappen. Nieuwelingen beginnen met dialogen schrijven. Ze

hebben zeker acht schaduwscripts nodig om het in de vingers te

krijgen en betaald aan de slag te gaan. We zijn een opleidings-

instituut, bij ons kun je heel veel meters maken, wat van cruciaal

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

54 55

De samenwerking verloopt vaak goed als zij gebaseerd is op

wederzijds respect voor elkaars ideeën en inbreng, vertrouwen

en een open houding. En als de regisseur je duidelijk kan maken

waarom hij of zij dingen anders wil dan jij hebt geschreven. Soms

moet je als schrijver juist aan de bel trekken, bijvoorbeeld als de

regisseur niet weet wat hij of zij wil, of daar pas na tien versies

achterkomt.

Tijdens het werken in de driehoek scenarioschrijver-producent-

regisseur, is het belangrijk om te weten met wie en voor wie je

schrijft. Wie beoordeelt je scenario en aan wie moet je verant-

woording afleggen?

2.6 producenten en productIeHuIZenDe meeste producenten of productiehuizen zijn steeds op zoek

naar goede en nieuwe ideeën. Ook als beginnend scenario-

schrijver kun je dus met je idee naar ze toe stappen. Voor een

overzicht van producenten zie www.speelfilmproducenten.nl,

www.otpnederland.nl, www.nftvm.nl en www.filmstart.nl. Zo kun

je zien wat ze gerealiseerd hebben en waarin ze gespecialiseerd

zijn. Vraag aan collega’s naar hun ervaringen met producenten

en productiehuizen.

Om een idee te krijgen wat het producentenvak inhoudt, kun je

De filmproducent, Handboek voor de praktijk van Carolien kroon

& Stinette Bosklopper lezen. Of download de NVS-brochure van

hun website: Speelfilm in Nederland: Over de exploitatie van films

en de auteursrechtelijke positie van de producent. Rob Arends

(NFTA) in Plot: “Filmmaken is altijd een combinatie van een aan-

tal factoren: wie past bij welk script? Welke acteurs? Welke regis-

seur? De producent moet de omstandigheden creëren waarin de

verschillende disciplines zo goed mogelijk tot hun recht komen.

Die keuzes zijn van levensbelang.”

2.5 regIsseursDe meeste regisseurs zijn altijd op zoek naar goede en nieuwe

ideeën; ook als beginnend scenarioschrijver kun je dus met je

idee naar ze toe stappen. Ook hier is het weer zinnig om voor-

werk te doen. Voor een overzicht van regisseurs en hun werk kun

je www.directorsguild.nl, www.nftvm.nl en www.filmstart.nl raad-

plegen. kijk ook in de overzichten van de fondsen wie wat en met

wie doet. Vraag collega’s naar hun ervaringen met regisseurs.

Als (aspirant)lid van het Netwerk kun je een bericht plaatsen,

dat je bijvoorbeeld een regisseur zoekt, op het prikbord van

www.netwerkscenario.nl.

Bedenk voordat je iets opstuurt: welke regisseur past het best

bij mijn idee? Ga vooral op zoek naar een regisseur met wie

het ‘klikt’, met wie je graag wil samenwerken. Een idee kan van

beiden komen, daar moet je als schrijver ook open voor staan.

Vervolgens ga je dat idee uitwerken. In die fase is het ontzet-

tend belangrijk dat de scenarist en de regisseur heel nauw met

elkaar samenwerken. Het is de kunst om op elkaars golflengte te

komen. Daar gaat meestal veel tijd in zitten, maar als het lukt, zie

je dat vaak ook aan het eindresultaat.

Het ontwikkelen van een scenario voor een speelfilm, korte film

of een one niGht stAnd in samenwerking met de regisseur is in

principe ideaal. Hij of zij kan je dan nog tijdens het schrijven voe-

den met ideeën over de stijl van vertellen en het in beeld bren-

gen, over de toon en karakterisering van de hoofdpersonages.

Zo krijg je als schrijver direct feedback van degene die uiteinde-

lijk met je scenario aan de slag gaat. Dat kan soms ook lastig zijn,

omdat je met de regisseur in een niet geheel gelijke verhouding

staat. In de praktijk heeft de regisseur het laatste woord in de

uiteindelijke scriptbeslissingen, omdat hij of zij met het script op

de set zal staan.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

56 57

realistisch zijn. Is het onder te brengen bij een omroep? krijg je

een fonds mee? Ook kijken ze naar je cv; wat heb je gedaan, wat

is er eerder van jou als schrijver gerealiseerd?

Reinier Selen (Rinkel Films) in Plot: “Je moet wat zien in het

plan, je moet een persoonlijke klik hebben met mensen, en als

je iemand nog niet kent, moet de inschatting die je hebt van

zijn talent passen bij het plan. Een scenarioschrijver moet een

realistische inschatting hebben van de grootte van het plan in

relatie tot zijn trackrecord. Er zijn schrijvers die misschien wel

een geniaal plan hebben, maar nog nooit eerder iets van hun

hand hebben zien verfilmd, terwijl de film misschien tien miljoen

euro gaat kosten. Dan heeft het vaak niet eens zin om er over te

praten, tenzij de schrijver bereid is om zijn zelfstandigheid op te

geven en samenwerking met een andere schrijver te zoeken.”

2.7 omroepenBij de commerciële omroepen is de programmaleider vaak ver-

antwoordelijk voor de dramaproducties en wordt de ontwikkeling

van dramaproducties uitbesteed aan producenten of productie-

huizen (paragraaf 2.6). De Publieke Omroep wordt sinds een paar

jaar centraal aangestuurd. Elke omroep, ieder autonoom en met

de eigen identiteit, zendt in principe uit op alle netten. Globaal

is Nederland 1 bedoeld voor een breed publiek, Nederland 2

informeert en vereist enige aandacht van de kijker en Nederland

3 is voor jongeren en experimenten. Op www.beroepkunste-

naar.nl vind je een overzicht van de publieke omroepen en hun

drama-afdelingen en commerciële omroepen. Op de websites

van de omroepen vind je informatie over hun identiteit en hun

programma’s. Op de sites van de regionale omroepen vind je

informatie over regiodrama, zie www.roosrtv.nl, de site van hun

koepelorganisatie. Voor een overzicht van alle omroepen, ook de

commerciële, zie www.televisie-links.nl. Vraag aan collega’s naar

hun ervaringen.

Met wie je als schrijver in zee gaat, is erg belangrijk. Neem niet

de ‘makkelijkste’ weg door naar bekenden of grote namen te

stappen, maar ga op zoek naar een producent met wie het ‘klikt’,

iemand die dezelfde film of tv-serie wil maken als jij. Besef wel,

zodra je voor een producent hebt gekozen, zit je er aan vast. Met

een producent kun je je plan niet meer in volledige vrijheid ont-

wikkelen. Aan de andere kant kan een producent je ook tijdens

het schrijven voeden met zijn of haar ideeën. Het liefst stappen

producenten er zo vroeg mogelijk in, als er sprake is van een

idee of synopsis. Realiseer je dat een producent vaak maar één

belang heeft: het maken van films of tv-producties. Alleen met

produceren kan hij of zij geld verdienen. Producent Michiel de

Rooy in Plot: “Vaak dwingen financiële omstandigheden produ-

centen om vrijwel meteen als de financiering rond is te gaan

produceren. Dit is jammer. Een beter uitgewerkt script leidt altijd

tot een betere film.”

In de beginfase kun je als schrijver de uitwerking tot een succes-

vol eindproduct niet garanderen. De meeste producenten willen

of kunnen het zich niet permitteren een financieel risico te lopen;

zij weten ook niet zeker of het eindresultaat een succes wordt.

Maar je idee vertegenwoordigt wel een zekere waarde. Daarom

proberen ze soms de (schrijf)prestatie en het eigendom van het

idee, te scheiden. Houd dit in je achterhoofd en wees voorzichtig

met het overdragen van je rechten, zie ook hoofdstuk 4.

Hoe moet je een producent benaderen? Frans van Gestel (IDTV

Film) in Plot: “Per mail of telefoon met een synopsis of ander

document waaruit de potentie van het plan blijkt en liefst in een

vroeg stadium van ontwikkeling.” Producenten gaan met je in

zee als je plan ze persoonlijk aanspreekt, als er noodzaak uit je

plan spreekt, als het kwaliteit heeft en als ze het idee hebben dat

ze constructief met je kunnen samenwerken. Ook moet een plan

passen in hun planning en moeten het budget en de financiering

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

58 59

kwaliteit heeft; daarna kijken we of er behoefte en plek is bij de

verschillende netten.”

Wat zijn de kansen voor beginnende scenarioschrijvers om hun

eigen idee gerealiseerd te krijgen? Agterbos: “Je moet in eerste

instantie toch wel veel meters maken. Ga eerst meeschrijven aan

andere series, ervaring opdoen, wil je een lange serie kunnen

dragen. Het is echt iets anders dan een kORT! of een one niGht

stAnd.” Van den Ende is het daarmee eens. “Op onze serie we

GAAn noG niet nAAr huis, geproduceerd door Endemol – zetten we

naast een paar senior schrijvers ook een aantal junior schrijvers.

Dan lezen wij de scripts en dat wordt dan teruggekoppeld naar

die schrijvers.” Agterbos: “Met onbekende schrijvers moeten we

meer uit de kast trekken. Zonder producent kan een schrijver

niet veel meer, omdat omroepen geen eigen potje meer hebben

voor ontwikkeling.”

Eindredacteuren drama Gemma Derksen (NCRV) en Brigitte

Baake (kRO) in Plot: “Een afdeling Drama die een goed product

wil leveren, heeft creatieve en talentvolle schrijvers hard nodig.

Het is vooral belangrijk om in het begin van een samenwerking

ervoor te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant uitstaan. Als er

sprake is van twee verschillende verhalen, moet dat worden

opgelost, óf de wegen scheiden zich. Drama blijft teamwork. (…)

Een project dat ongevraagd binnenkomt, kan afgewezen worden

op grond van gebrek aan kwaliteit, maar het kan ook zijn dat het

niet binnen het beleid van de omroep past, of om andere rede-

nen niet haalbaar is. (…) Door dit voor schrijvers ondoorzichtige

krachtenveld ontstaan wel eens verkeerde verwachtingen. Als

beginnende schrijver met een onervaren regisseur en onbe-

kende producent maak je bijvoorbeeld niet zoveel kans in een

project als de telefilm.”

Hoe krijg je je drama-idee op televisie bij de Publieke Omroep?

Voorafgaand aan ieder televisieseizoen komen de netcoördi-

natoren met een gedetailleerd schema met omschrijvingen van

programma’s waarvoor geld beschikbaar is, zogenaamde slots.

In een slotomschrijving staat het soort programma, waar en

wanneer het zal worden uitgezonden, en voor welke doelgroep

het bedoeld is. Voor drama bepaalt de netcoördinator vooraf het

format en het genre, komedie of drama, de lengte van het pro-

gramma en hoeveel kijkers het moet trekken.

De omroepen kunnen intekenen op deze slots en vervolgens

gaan zij brainstormen met schrijvers, regisseurs en productie-

huizen over ideeën. Deze plannen worden verder uitgewerkt

in treatments en scripts. uiteindelijk pitchen alle omroepen hun

plannen aan de netcoördinatoren, die vervolgens een keuze

maken. Het kan voorkomen dat zowel de omroep als het net een

ontwikkelingsbedrag investeren. Hedwig Agterbos, dramaturg

bij Idtv Film in Plot: “We hebben in drie maanden tijd een dra-

maserie voor Nederland 1 ontwikkeld die meer dan een miljoen

kijkers moet trekken. Er moest liggen: een scenario, vier synop-

sissen, een karakterdossier en we hebben een pilot gemaakt. Je

moet heel wat investeren voor je groen licht krijgt. De netcoördi-

nator kan kiezen uit vier pitches.”

Simone van den Ende, eindredacteur drama van de AVRO in Plot:

“We krijgen voortdurend scripts opgestuurd van productiehuizen

en schrijvers. Die lezen we en dan kijken we wat we willen én

kunnen ontwikkelen. Vervolgens kijken we of er ook daadwerke-

lijk plek vrij is op het net, omdat we met vele omroepen zijn en er

slechts beperkt geld en uitzendslots beschikbaar zijn. Er wordt

ook gekeken naar wie al een lopende serie heeft en wie er aan

de beurt is om een grote serie of komedie te maken. Ik advi-

seer mensen als ze bellen of mailen, om het script op te sturen.

Wij lezen het, kijken of het geschikt is voor de AVRO en of het

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

60 61

Wat wordt in 2009 gevraagd?

• Beschrijf in maximaal 250 woorden het concept van de film en

waarom dit tot een commercieel succes zal leiden.

• Beschrijf de film in maximaal 50 woorden (logline), beschrijf het

genre en je primaire publieksdoelgroep(en) voor de bioscoop.

• Beschrijf het verhaal in maximaal 500 woorden.

• Indien aanwezig: een (mini) treatment of scenario.

• Curriculum vitae.

2 Ontwikkel ing speel f i lm via de ar t is t iek intendant

Alleen makers met aantoonbare speelfilmervaring kunnen een

project indienen. Er worden alleen projecten geselecteerd waar

een regisseur zich aan heeft gecommitteerd. Voor een treat-

mentbijdrage hebben de makers geen producent nodig. Indien

gewenst kan de intendant in een volgende fase de makers helpen

met het zoeken naar een geschikte producent.

Wat wordt in 2009 gevraagd?

• In maximaal 2500 woorden: de grove contouren van de beoogde

film schetsen én – heel belangrijk – de persoonlijke motivatie van

de makers verwoorden.

• Beeldmateriaal, indien relevant.

• Curriculum vitae.

3 Ontwikkel ing speel f i lm via de commissie

Alleen producenten kunnen aanvragen. Debuterende scenario-

schrijvers of regisseurs wordt aangeraden om een aanvraag in te

dienen in combinatie met een ervaren producent en omgekeerd.

Een project moet voldoen aan het uitgangspunt van de uitvoe-

ringsregeling Lange Speelfilm, zie www.filmfonds.nl. Daarna

verricht het fonds een artistiek-inhoudelijke toets op grond van

drie criteria:

• De originaliteit en authenticiteit van de film (kwaliteit film).

• De soliditeit en uitvoerbaarheid van het filmplan, zoals de visie

2.8 fondsen

HET NEDERLANDS FONDS VOOR DE FILM

De missie van het Filmfonds is:

• het stimuleren van de filmproductie in Nederland, met nadruk op

kwaliteit en diversiteit;

• het bevorderen van een goed klimaat voor de Nederlandse film-

cultuur.

Het fonds geeft filmmakers financiële steun bij het ontwikke-

len, realiseren en distribueren van films. Het is betrokken bij de

totstandkoming van lange speelfilms, documentaire films, expe-

rimentele films, korte films en animatiefilms. Daarnaast geeft

het fonds geld voor bijzondere activiteiten op filmgebied, zoals

het Schrijfpaleis en de Dag van het Scenario van het Netwerk. In

2009 bedraagt het subsidiebudget voor activiteiten van het fonds

ruim vierendertig miljoen euro.

Voor actuele informatie over nieuwe of gewijzigde regelingen en

de volledige voorwaarden, zie www.filmfonds.nl. Als je vragen

hebt, kun je het fonds bellen.

Hieronder een beknopt overzicht van de mogelijkheden voor

een scenarioschrijver om subsidie te verkrijgen, met twee aante-

keningen. Je kunt een project niet tegelijkertijd bij verschillende

loketten indienen. Daarnaast worden intendanten voor twee jaar

aangesteld en elke intendant geeft daar een andere invulling aan;

criteria kunnen dus veranderen.

1 Ontwikkel ing speel f i lm via de commercieel in tendant

De scenario- en/of treatmentontwikkelingsbijdrage kan alleen

worden aangevraagd door een team van producent-regisseur-

scenarist. De producent of regisseur kan ook (co)scenarist zijn.

Als de producent en/of regisseur en/of scenarist betrokken is

geweest bij succesvolle films, is dat een pre.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

62 63

Criteria waarop beoordeeld wordt zijn:

• kwaliteit en inzichtelijkheid van het plan;

• artistieke potentie;

• onderzoekend en/of grensverleggend karakter.

Toepassing van alle huidige beschikbare beelddragers is toege-

staan, mits het eindresultaat geschikt is voor vertoning aan een

publiek: in bioscopen of filmtheaters, in musea of galeries of via

cd-rom of internet. Het gebruik van technisch innovatieve midde-

len moet geen doel op zich zijn, maar moet worden aangewend

om tot een andere vorm of inhoud te komen.

5 Vri jplaats schri j f ta lent

In het kader van talentontwikkeling introduceert het Filmfonds de

nieuwe regeling Vrijplaats schrijftalent. Voor schrijvers die reeds

twee scenario’s hebben geschreven van gerealiseerde speelfilms.

MEDIAFONDS

Het Mediafonds bevordert de ontwikkeling en productie van

artistiek hoogwaardige programma’s van de publieke landelijke

en regionale omroep. Het fonds verstrekt subsidies voor radio- en

televisieprogramma’s op de volgende terreinen: drama, docu-

mentaire, speelfilm, jeugd, nieuwe media en podiumkunsten. Het

fonds stimuleert ook nieuwe genres, zoals videoclips en games.

In 2008 werd voor ruim 16 miljoen aan subsidies verstrekt. Het

Mediafonds subsidieert het Schrijfpaleis van het Netwerk.

Subsidiecri ter ia

Het Mediafonds verstrekt subsidies voor de ontwikkeling en/of

productie van radio- en televisieprogramma’s en programma-

materiaal (e-cultuur) ten behoeve van de landelijke en regionale

publieke omroepen. Het moet gaan om culturele producties die

niet alleen bijzonder zijn, maar ook van hoogwaardig artistiek

gehalte en overwegend van Nederlandse origine. Voor de regio

worden alleen ontwikkelingssubsidies verstrekt en moet er een

van de regisseur, de visualisering en de kunstzinnige (artistieke)

potentie en/of de potentie om een breed publiek te bereiken

door de toegankelijkheid.

• De staat van dienst en het vakmanschap van de makers (hoeveel-

heid films, successen).

Scenario-ontwikkeling bij de commissies Speelfilm of Jeugd is

mogelijk voor alle stadia van ontwikkeling van een speelfilm: van

de uitwerking van een synopsis of treatment, tot het herschrijven

van een scenario. Het fonds onderscheidt ‘ervaren’ en ‘niet-erva-

ren’ scenaristen. Een ervaren scenarist heeft als hoofdscenarist

minimaal één geproduceerde speelfilm of twee geproduceerde

televisieproducties van minimaal vijftig minuten geschreven. Het

is mogelijk voor een onervaren scenarist om een bijdrage aan

te vragen voor scriptcoaching door een ervaren Nederlandse

dramaturg, scripteditor of ervaren scenarist.

4 Onderzoek en Ontwikkel ing (O&O)

Het Filmfonds steunt projecten voor film en nieuwe media die:

• experimenteren en/of grenzen verleggen;

• de relatie tussen film en andere kunstdisciplines en/of nieuwe

media onderzoeken.

Aanvragen kun je zonder producent. De aanvrager moet wel

aantoonbare, relevante ervaring hebben in de professionele

filmpraktijk, professionele televisiepraktijk, media of beeldende

kunst óf een opleiding in die richting hebben gevolgd. En de

aanvrager moet tenminste twee jaar in Nederland zijn gevestigd.

Wanneer de totale productiekosten 25.000 euro of meer bedra-

gen, moet er worden samengewerkt met een ervaren producent

of moet de aanvrager zelf genoeg aantoonbare productie-erva-

ring hebben. Bij twijfel kun je overleggen met een fondsmede-

werker.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

64 65

de te kiezen cinematografische vorm en structuur, de ideeën

over de casting van de belangrijkste rollen en de visie op de

belangrijkste personages. Het is belangrijk dat uit de toelichting

blijkt waarom het beoogde programma bijzonder is en van hoog-

waardige artistiek kwaliteit.

• Een cv van de makers.

• Voor schrijvers van wie nog niet eerder scenario’s zijn gereali-

seerd, een motivatie van de aanvrager voor de keuze van deze

auteur.

• Gegevens met betrekking tot de gewenste dramaturgische bege-

leiding.

• Een werkplan.

• Indien tevens subsidie voor research wordt gevraagd: een

omschrijving van de aard van de research en te raadplegen

deskundigen en een schatting van de daarmee gemoeide tijd in

weken/dagen.

• Eén of maximaal twee dvd’s van eerder gerealiseerde producties

met een toelichting van de maker(s) ten aanzien van de vraag

in hoeverre deze representatief zijn voor het project waarvoor

subsidie wordt gevraagd.

• Indien het een adaptatie van een bestaand werk betreft: bewijs-

stukken met betrekking tot (optie-)rechten.

Afwi jz ingen

Bij een afwijzing van een fonds is het advies op papier een

samenvatting van een lange discussie. Je kunt altijd een gesprek

aanvragen. Je leert ervan en je hebt recht op een toelichting of

om zelf een toelichting te geven. De beoordelaars kunnen het

niet gesnapt hebben, misschien staan sommige gedachten niet

goed in het verhaal. Je kunt niet verwachten dat de lezer begrijpt

wat je allemaal in je hoofd hebt. Soms kun je dan wel de passie

en fascinatie duidelijk maken.

Als je bij het Deltaplan Talent niet bent uitgekozen, volgt er geen

gesprek. Dit geldt namelijk formeel niet als afwijzing.

zeker regionaal belang zijn. Voor actuele informatie over nieuwe

of gewijzigde regelingen en de volledige voorwaarden, zie

www.mediafonds.nl. Als je vragen hebt, kun je het fonds bellen.

Ontwikkel ingssubsidie voor televis ie- en radiodrama

Voor scenarioschrijvers is de ontwikkelingssubsidie interessant.

De ontwikkelingssubsidie kan ook worden aangevraagd door

derden, mits deze een verklaring van een publieke omroepor-

ganisatie kunnen overleggen waaruit blijkt dat deze het verzoek

steunt. Derden zijn vaak producenten en productiehuizen, maar

het kan ook gaan om een scenarioschrijver alleen of in combi-

natie met een regisseur, mits een omroep de aanvraag steunt.

De aanvraag wordt beoordeeld op de artistieke kwaliteit van het

plan. Daarbij is het auteurschap van de maker van belang: wat is

de persoonlijke visie van de maker op zijn onderwerp? Eerder

werk wordt meegewogen, er wordt veel belang gehecht aan de

vraag ‘waarom deze scenarist bij dit plan’ en aan een goed uitge-

werkt werkplan. De ontwikkelingssubsidie wordt verstrekt voor

het schrijven van scenario’s voor radio- en televisiedramaseries

en single plays, en voor speelfilms alleen in het kader van het

Deltaplan Talent, zie paragraaf 2.3.

Wat vraagt het Mediafonds bij een ontwikkelingssubsidie voor

radio- en televisiedrama van een scenarioschrijver?

• Voor een single play: de synopsis, het treatment, een beschrij-

ving van de belangrijkste personages en van de toon en sfeer, en

proeven van dialogen van ten minste twee scènes.

• Voor een lange tv- of radiodramaserie: synopsissen en treat-

ments van alle afleveringen, proeven van dialogen van ten minste

twee scènes, (eerste) versies van al geschreven afleveringen

(indien aanwezig) en beschrijvingen van de belangrijkste perso-

nages en van de toon en sfeer.

• Een toelichting van de schrijver en (indien bekend) beoogd

regisseur met betrekking tot de visie op het scenario, het genre,

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

66 67

wat je kunt doen, een meer filmische ervaring, complexere ver-

haallijnen et cetera.

Het Nederlandse aandeel is nog relatief klein, maar ook hier

groeit de gamesindustrie als kool en Nederlandse games staan

internationaal hoog aangeschreven. Een van de bekendste

games wereldwijd is de shooter Killzone van Amsterdamse

Guerrilla Games, zie www.guerrilla-games.com. Nederland is

vooral groot in kleine internetgames, educatieve spellen (zoals

www.ijsfontein.nl, www.ranj.nl en www.blob.hku.nl) en artistieke

spellen, of ‘indie’ titels. Dat laatste betekent dat de ontwikkelaar

eigen baas is en niet vast zit aan een grote publisher of platform.

Scholen met aan game gerelateerde opleidingen zijn onder

andere de Hogeschool voor de kunsten utrecht, de NHTV inter-

nationaal hoger onderwijs Breda, de Hogeschool van Amster-

dam, de Hogeschool utrecht en de Noordelijke Hogeschool

Leeuwarden. De NVPI is de branchevereniging van de enter-

tainmentindustrie, zie www.nvpi.nl. De Dutch Games Association

is de parapluorganisatie van de gamessector in Nederland, zie

www. dutchgamesassociation.nl. De Dutch Game Directory geeft

een overzicht van aan games gerelateerde Nederlandse bedrij-

ven, zie www.dutchgamesdirectory.nl.

De Dutch Game Garden is een Nederlandse stichting die de

Nederlandse gamesindustrie helpt groeien op nationaal en

internationaal niveau. Dutch Game Garden richt zich op de

gehele keten binnen de gamesindustrie: studenten, starters en

bestaande bedrijvigheid. Daarvoor heeft de stichting verschil-

lende middelen gecreëerd: Developers club, Game Company

Incubator en Business Center gevestigd in utrecht, zie

www.dutchgamegarden.nl. Control is een tijdschrift over games-

ontwikkeling, zie www.control-online.nl. Je kunt je abonneren op

hun digitale nieuwsbrief.

2.9 Van anImatIe tot VIdeoclIps In de deze paragraaf volgt een overzicht van andere terreinen

waar (beginnende) scenarioschrijvers ervaring op kunnen doen.

Animat ie

Animatiefilms worden steeds populairder en ook in Nederland

groeit deze sector. Het Filmfonds, www.filmfonds.nl, en het Media-

fonds, www.mediafonds.nl, stimuleren en subsidiëren animatiefilms;

voor kORT! kun je ook een plan voor een animatiefilm inleveren.

kijk op www.filmstart.nl, www.animatiestudios.nl, www.niaf.nl van

het Nederlands Instituut voor Animatie Film en www.vnap.nl van

de Vereniging Nederlandse Animatie Producenten. Het Holland

Animation Film Festival is een ideale gelegenheid om de Neder-

landse animatiewereld te verkennen en om te netwerken, zie

www.haff.nl. Sinds 2007 wordt het kLIk!-festival, het Amsterdam

Animation Festival, georganiseerd. Dit groeit nog ieder jaar, zie

www.klikamsterdam.nl.

Geanimeerde gesprekken van Hans Walther en uitgegeven door

het NIAf, geeft een aardig beeld van de Nederlandse animatie-

wereld. Basics Animation: Scriptwriting van Paul Wells en How to

write for animation van Jeffrey Scott zijn gespecialiseerde boeken

over schrijven voor animatie.

Games

In de gamesindustrie gaat wereldwijd tegenwoordig meer geld

om dan in de filmindustrie. Het begon allemaal met simpele

spelletjes als ponG en pAc-mAn, maar inmiddels komen er heuse

interactieve speelfilms op de markt zoals heAvy rAin van Quantic

Dream; de taal van de cinema is de games ingeslopen en vice

versa. Games zijn verhalender en realistischer geworden. Boven-

dien zijn gamers niet alleen meer kinderen en tieners, de gemid-

delde leeftijd van een gamer is vijfendertig. De gamesindustrie

zoekt naar een ‘uitgebreidere’ game-ervaring; meer variatie in

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

68 69

tien minuten) in de categorieën drama, documentaire, expe-

rimenteel en animatie vertoond worden, zie www.filmfestival.

nl/noff. Al bijna twee jaar werkt Holland Doc intensief samen met

de One Minutes Stichting, filmpjes van precies 1 minuut, zie

www.theoneminutes.nl. DepicT! is een internationaal korte film

competitie voor superkorte films van minder dan 90 seconden,

zie www.depict.org. Of kijk op www.filmbanktv.nl naar Neder-

landse experimentele films.

Mobiele telefoon

De mobiele telefoon wordt ook een podium voor allerlei vormen

van audiovisuele content. De NPS heeft talentvolle filmmakers

een korte film laten maken voor de mobiele telefoon, de zoge-

naamde ‘Micromovies’, zie www.cinema.nl/nps-korte-film/

artikelen/3174610/nps-micromovies-korte-films-voor-de-

mobiele-telefoon. De Micromovies zijn met steun van het Media-

fonds tot stand gekomen.

Opdracht f i lm

Opdrachtfilms bestaan uit onder andere educatieve-, voorlich-

tings-, wervings-, opleidings- en trainingsfilms. De lengte van

de films varieert meestal tussen de vijf en vijftien minuten en

de verscheidenheid in communicatie, inhoud en vormgeving is

groot. Als scenarioschrijver werk je meestal binnen een reeds

afgesproken concept en moet je je kunnen verplaatsen in wat de

opdrachtgever van de film vraagt. De totale doorlooptijd van een

opdrachtfilm, de tijd tussen concept en realisatie, ligt vaak tussen

de tien en twintig weken, dus je kunt je werk snel terugzien.

kijk voor een overzicht van prijswinnende opdrachtfilms

wereldwijd op www.newyorkfestivals.com onder Competitions/

Film&video awards. Een site met producenten van opdrachtfilms

is www.opdrachtfilms.com. Op het Nederlands Filmfestival in

utrecht is altijd een Dag van de Opdrachtfilm, zie voornoemde

site, een prima gelegenheid om opdrachtfilms te zien en om te

Een Nederlandse community is www.game-maker.nl waarop je

games en tools voor games (voor beginners) kunt vinden.

Www.gamasutra.com is een internationale site over gamesont-

wikkeling. De site van een non-profit organisatie in de electronic

art scene is www.scene.org. Het Festival of Games in utrecht is

een van de grootste gamefestivals in Europa, een ideale plaats

om de gameswereld te verkennen en te netwerken, zie

www.festivalofgames.nl. Game in the City is een event dat inzicht

geeft in de zakelijke kant van de gamesindustrie met de uitrei-

king van de Dutch Game Awards, zie www.gameinthecity.nl. Het

cross-media festival Picnic wordt jaarlijks in de Amsterdamse

Westergasfabriek georganiseerd, zie www.picnicnetwork.org.

Het Playgrounds Festival bestrijkt digitale en audiovisuele

kunstvormen en wordt jaarlijks in Tilburg georganiseerd, zie

www.playgroundsfestival.nl. Een boek over vooral de business-

kant van de gamessector is De game-industrie van Skylla Janssen

& Micha van der Meer.

Sinds november 2008 is het Gamefonds van start gegaan,

bedoeld om de artistieke kwaliteit van games te bevorderen.

Het Gamefonds, een initiatief van het Mediafonds en Fonds BkVB

(Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst),

geeft een impuls aan de ontwikkeling van artistieke games.

kunstenaars, vormgevers en animatoren kunnen samen met een

game-ontwikkelaar of met een culturele instelling een plan voor

een game indienen, zie www.gamefonds.nl. Voorbeelden van

games met artistieke kenmerken zijn: www.littlebigplanet.com,

www.globalconflicts.eu en www.tale-of-tales.com/TheGraveyard.

Inter net

Internet is een podium geworden voor allerlei vormen van audio-

visuele content, vaak (ultra)korte films van amateurs en (semi-)

professionals, zie bijvoorbeeld Youtube. Het Nederlands Online

Film Festival (NOFF) is het virtuele festival waar korte films (tot

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

WA

AR

kO

M Ik

BIN

NE

N?

70

meer InformatIe• Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of partners in

woord en beeld?(2006),ElseFlim.InzageviaUniversiteitsbibliotheek:www.igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2006-0905-200244/UUmdex.html

• De filmproducent, Handboek voor de praktijk(2008),CarolienKroon &StinetteBosklopper• De game-industrie (2007),SkyllaJanssen&MichavanderMeer• Geanimeerde Gesprekken (2006),HansWalther• Basic Animation: Scriptwriting(2007),PaulWells• How to Write for Animation(2003),JeffreyScott

71

netwerken. keying into the Brain is een festival voor opdracht-

films, zie www.keyingintothebrain.nl, een ideale gelegenheid

om opdrachtfilms te zien, te netwerken en workshops te volgen.

Beide laatstgenoemde sites hebben een digitale nieuwsbrief

waarop je je kunt abonneren.

Radiodrama

Veel grote scenario- en toneelschrijvers, zoals Pinter en Fass-

binder, zijn begonnen als hoorspelschrijvers. Het Mediafonds

subsidieert radiodrama, zie www.mediafonds.nl.

Www.hoorspel.com geeft informatie over het hoorspel in Neder-

land. Verder kun je www.hoorspelnu.nl van de stichting Hoorspel

Nú en www.hoorspelfabriek.nl van hoorspelmaakster en pro-

ducent Marlies Cordia raadplegen. Het Walter Maas Huis, een

villa in Bilthoven, doet al meer dan tachtig jaar dienst als werk-

plaats, podium en buitenplaats voor culturele pioniers, ook voor

radiodrama, zie www.waltermaashuis.nl. Een nieuwe vorm is de

serie 1 minuut tot stand gekomen met steun van Mediafonds en

uitgezonden op radio 1 bij de VPRO, zie www.ochtenden.nl/dos-

siers/35283203.

Videocl ips

In Nederland zijn er veel productiebedrijven die videoclips

maken, zoek bijvoorbeeld op www.filmstart.nl onder Videoclip.

Met een idee voor een artistieke videoclip kun je naar het TAX-

videoclipfonds gaan, een initiatief van het Mediafonds en Fonds

BkVB (Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouw-

kunst) om de kwaliteit van Nederlandse videoclips te bevorde-

ren. Scenarioschrijvers en beeldmakers kunnen samen met een

(pop)artiest, band, dj of producer een plan voor een videoclip

indienen, zie www.videoclipfonds.nl.W

EG

WIJZ

ER

VO

OR

SC

EN

AR

IOS

CH

RIJV

ER

S W

AA

R k

OM

Ik B

INN

EN

?

Hoekomikbinnen?

Voor veel scenarioschrijvers is het verkrijgen van betaald werk het moeilijkste onderdeel van het schrijversbestaan. Het grootste cliché, maar daarom niet minder waar, is: je moet eerst jezelf ‘verkopen’ voordat je je project kunt verkopen. In dit hoofdstuk worden basisvaardigheden als netwerken, bellen, een brief of mail schrijven, het schrijven van een cv, op gesprek komen en pitchen behandeld. ook hier geldt: iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips of formules die bij jou passen. fernand lambrecht: “wees jezelf, er lopen al zoveel anderen rond.” Het is jouw project en je moet het met je eigen stem verkopen. ben sombogaart: “Ik heb geleerd te vertrouwen op mijn intuïtie. als ik in een idee geloof, probeer ik dat op anderen over te brengen, probeer ik financiers, omroepen, crew en cast te overtuigen door ze te enthousiasmeren, te prik-kelen en te stimuleren.”

3

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

73

74 75

Dring jezelf niet op, het werkt vaak beter als je mensen uitno-

digt om mee te denken. Als je op de man af naar een opdracht

vraagt, wordt dat vaak als bedreigend ervaren. De ander moet

dan mogelijk nee verkopen en jou teleurstellen, en dan krijgt

het gesprek snel een negatieve lading. Verloopt het gesprek

spontaan, dan word je vanzelf wel wijzer. Je kunt iemand wel om

advies vragen.

Netwerk vooral met mensen waar je het goed mee kunt vinden.

Je kunt ook iemand naar een bijeenkomst meenemen; daar kun

je dan op terugvallen, slechte ervaringen mee delen en je kunt

elkaar motiveren. Een andere manier om nieuwe mensen te

leren kennen, is actief iets te gaan doen, zoals in een commissie,

redactie of bestuur plaatsnemen. kies iets wat je leuk vindt en

wat je kunt.

Contact leggen

Een gesprek beginnen met een onbekende is, na spreken in het

openbaar, de grootste sociale angst. Hoe langer je wacht, hoe

enger het wordt. Verzamel moed en ga bij het groepje mensen

met je gewenste contact staan. Vraag of jij je bij het gesprek mag

aansluiten.

Bedenk eventueel van te voren wat je wilt zeggen. Weet wie

je voor je hebt en stel jezelf voor. Toon belangstelling voor de

ander. Probeer zo eerst een band op te bouwen en begin niet

te snel over jezelf te praten. Leg daarna de aanleiding uit, maar

ga niet gelijk een heel verhaal over je project afsteken, zeker als

je iemand op een borrel of feestje ontmoet. Als je merkt dat de

ander zich wil excuseren, stel dan voor om verder van het feest

te genieten en probeer een afspraak te maken.

Probeer zo snel mogelijk in een normaal vraag- en antwoordge-

sprek te komen, dan raak je vaak vanzelf je zenuwen kwijt. Blijf

3.1 netwerkenAls scenarioschrijver ben je een van de belangrijkste schakels in

de keten naar drama. Goed drama begint immers met een goed

scenario. Lees The schreiber theory van David kipen, hij stelt de

scenarioschrijver centraal in de geschiedschrijving van de film.

Veel mensen hebben ook schroom om over hun eigen kwaliteiten

te praten. Maar als je iets wilt bereiken, zullen ook anderen van

jouw kwaliteiten op de hoogte moeten zijn. Je hoeft niet vlotge-

bekt te zijn of alles van de daken te schreeuwen; ook de niet-

brutalen hebben de halve wereld. Ido Abram (Binger):

“Netwerken is een noodzaak. Mensen denken ten onrechte dathet oppervlakkig is of dat ze zichzelf prostitueren.”

Bij netwerken zijn twee dingen belangrijk: bereid je goed voor

en verplaats je in de positie van de ander. Wat kun jij voor de

ander betekenen, en wat kan de ander voor jou betekenen?

Als je weet wie je wilt ontmoeten, zorg dan dat je op de hoogte

bent van waar diegene mee bezig is. Google eventueel zijn of

haar afbeelding, zodat je weet hoe de ander er uit ziet.

Bedenk vervolgens wie je verder kan helpen, wie je in contact

kan brengen met die persoon. De makkelijkste manier om een

nieuw contact te leggen is via een bekende. Hoe en waar je

die ander kunt ontmoeten, kun je lezen in hoofdstuk 2.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

76 77

En maak het niet te ingewikkeld; netwerken is een middel en

geen doel. Tot slot: fouten maken mag. Als mensen je iets niet

vergeven, dan wil je er ook niet mee werken.

Vir tuele netwerken

Maak je zichtbaar en zet je profiel op www.netwerkscenario.nl

en andere organisaties waarvan je lid bent. Heb je meer tijd en

middelen, bouw dan een eigen website of laat het doen. Daar-

naast zijn er op internet sociaal zakelijke netwerken als LinkedIn,

zie www.linkedin.com; Hyves en Facebook zijn vooral sociale

netwerken, maar die kunnen ook nuttig zijn. Doordat je daar kunt

zien via welke mensen je met elkaar bent verbonden, kun je

makkelijker contact met elkaar opnemen en elkaars connecties

en referenties nagaan. Je kunt professionele netwerken gebrui-

ken om zakelijke contacten te onderhouden, advies aan vakge-

noten te vragen en werk te zoeken. De Proeftuin is een LinkedIn-

groep voor schrijvers en regisseurs.

3.2 bellen Een telefoontje kan je vaak snel een hoop informatie opleveren.

Eerst wat platitudes: bereid je goed voor. Probeer het telefoontje

niet uit te stellen, dat levert alleen maar stress op. Houd docu-

mentatie, agenda, pen en papier bij de hand. Zorg dat je een

openingszin paraat hebt.

Voorbereiden

Verzamel informatie over persoon en bedrijf. Schrijf op wie je

wilt spreken en wat je wilt bereiken of te weten wilt komen. Een

afspraak? Wil je iets laten lezen? Wil je ergens aan meeschrijven?

Bedenk van te voren hoe je de ander kunt overtuigen je verzoek

te honoreren.

positief; het is een klein wereldje en negatieve uitspraken over

anderen komen vaak als een boemerang bij je terug. Probeer

ook op non-verbale signalen te letten, zie www.lichaamstaal.com.

Wissel op het eind gegevens uit en bedank voor het gesprek of

de adviezen. Het handigst is een eigen visitekaartje, er zijn op

internet verschillende sites die gratis kaartjes aanbieden.

Zo kom je weer weg

• Vraag je gesprekspartner om je aan iemand voor te stellen.

• Maak de cirkel groter door anderen erbij te betrekken en jezelf

daarna te excuseren. Lukt dat niet, dan kun je de ander vragen

mee te gaan naar een bekende.

• Wees eerlijk; zeg dat je nog andere mensen wilt spreken.

• Sluit af met een compliment, waarmee je aangeeft wat je leuk

vond aan het gesprek.

Heb je een gesprek met succes beëindigd, zoek dan een nieuwe

bezigheid of gesprekspartner.

Contacten onderhouden

Het onderhouden van contacten werkt het prettigst op natuurlijke

wijze. Feliciteer iemand met een verkregen subsidie, uitzending

of verjaardag of reageer op een recensie.

Onthoud details; veel mensen ervaren het als een compliment

als je refereert aan iets wat je nog van de ander weet. En bel ze

alleen als je nieuws, een vraag of een andere specifieke reden

hebt om te bellen.

krijg je een tip, laat de gever dan achteraf even weten wat je

ermee hebt gedaan en of er iets uit is gekomen. Een tip is altijd

waardevol, ook al kun je er zelf niets mee. Misschien weet je wel

een ander die daarvoor geschikt zou zijn. Wees zuinig op goede

contacten. Verwijs mensen niet door als je twijfelt aan hun kunde

of motieven.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

78

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

79

tIp Hoe gebruIk je een VIrtueel netwerk?

• Maakeenprofielaanmetzoektermenwaarmeeanderenjemak-kelijkkunnenvindenenhoudhetup-to-date.

• Wordlidvangroepenvanenvoorvakgenoten.• Jekuntjecvuitgebreidermakendanoppapierenmetlinksnaar

groepenwaarvanjelidbent.• Deongeschrevenregelisdatjeweetwiejeconnectieszijn;voeg

alleeniemandtoealsdeanderookweetwiejijbent.• Nodigmensennietuitmetdestandaarduitnodiging,maargeef

aanwaaromjeiemanduitnodigt.• Jemaguitnodigingenweigeren,maarschrijfdanwaaromjedat

doet.• Wiljeiemanduitnodigendienietinjenetwerkzitenvanwieje

geene-mailadreshebt,kiesdandeoptiefriendengebruikeenpersoonlijkberichtomuitteleggenwiejebent.

• Jekuntonderaaneene-maileenlinknaarjeprofielzetten.• Bedenkgoedwelkeinformatiejeopenbaarmaaktenwelkeje

privéwilthouden.

Gesprek voeren

Benader je gesprekspartner met respect. Stoor je? Vraag dan

wanneer je terug kunt bellen. Wie ben je? Wat is je vraag? Ben je

aan het goede adres? Het werkt vaak goed om eerst een praatje

te maken, maar is je gesprekspartner drukbezet, kom dan zo

snel mogelijk ter zake. Als je met een glimlach spreekt, klink je

vriendelijker. Geef aan wat je wilt of nodig hebt. Vertel wat je te

bieden hebt. Ook hier geldt: luister en probeer zo snel mogelijk

in een dialoog te komen.

Afs lui ten

Herhaal wat de gemaakte afspraken zijn en welke acties worden

ondernomen; dat voorkomt misverstanden. Bedank daarna voor

het gesprek. Bel altijd terug als je dat beloofd hebt en houd ook

secretaresses en receptionisten te vriend.

3.3 maIlen en brIeVen scHrIjVen Als je een brief of mail gaat schrijven, bedenk dan van te voren

wat je doel is, en hoe je de lezer van je verzoek kan overtuigen.

Als je een idee of script aan de man wil brengen, stuur dat dan

nooit zomaar op. Je kunt beter eerst bellen en dan een mail of

een brief sturen. Idem als je voor een serie wilt schrijven: begin

met een brief en een cv. De belangrijkste regel voor brieven en

mails is: hoe korter, hoe beter. Zorg dat je brief niet meer dan

één pagina beslaat. Houd een mail liever nog korter. Het is ook je

visitekaartje: kun je kort, bondig en toch pakkend schrijven? Er

bestaan geen vaste regels, maar hier volgen wat suggesties voor

een mogelijke opzet.

De paragrafen

De eerste paragraaf, of eigenlijk je eerste zin, is de belangrijk-

ste. Heb je een referentie, ben je door iemand doorverwezen,

gebruik deze dan. Heb je geen referentie, begin dan bijvoor-

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

80

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

81

tIp Voor maIls en brIeVen

• Zorgdatjemailofbriefenthousiasmeenzelfvertrouwenuit-straalt.

• Probeerorigineeltezijn,maaroverdrijfniet.• Somsishethandigomeersttelefonischinformatieintewinnen.

Zokomjemeerteweten,kennenzejenaamalenkunjeverwijzennaarhettelefoongesprek.

• Alsernietexplicietomwordtgevraagd,stuurdanalleenwerkopalsjedenktdathetkanhelpenombijvoorbeelduitgenodigdteworden.Ofvraageerstofmateriaalwelkomis.

• Hetwereldjeiskleinenmensensprekenelkaar.Schrijfgerichtenéénpartijtegelijkertijdaan.

• Gebruikeenstrakkeopmaak;ruimemarges,12-puntsletterenparagrafeninoverzichtelijkeblokken.

• Checkjebriefofmailopschrijf-enspelfouten.

beeld met: ‘Ik heb met (veel) plezier naar titel productie geke-

ken en daarom …’ Je toont zo dat je de geadresseerde om een

specifieke reden benadert, dat je erover hebt nagedacht en

research hebt gedaan.

Iets gewaagder is om met de deur in huis te vallen en in de eer-

ste zin je idee te presenteren, of beginnen met een intrigerende

vraag, of een fascinerende stelling als start van je verhaal. Begin-

nen met ‘Ik ben scenarioschrijver en …’ kan natuurlijk ook. Stel

vervolgens eventueel je vraag, doe je verzoek, of wacht ermee

tot de laatste paragraaf.

De tweede paragraaf gaat over je idee, je format of script. Wat is

de titel en het genre? Wat is het concept of de logline? Als het een

(boek)bewerking is, heb je dan een optie of de rechten? Noem

eventueel een persoonlijke connectie: je hebt jarenlang research

naar het onderwerp gedaan, het is het verhaal van een naaste

et cetera. Waarom raakte je door het onderwerp gefascineerd?

Wat maakt je verhaal uniek? Waarom moet juist jij dit verhaal

schrijven?

Als je aan iets wilt meeschrijven, dan vertel je in deze paragraaf

waarom je door de serie gefascineerd bent geraakt. Waarom kijk

je er graag naar? Wat is je persoonlijke connectie? Waarom zou

juist jij dat soort verhalen willen en kunnen schrijven? Beperk

deze paragraaf tot een paar zinnen, ook al is dat lastig.

De derde paragraaf gaat over je werkervaring als schrijver.

Schrijf niet dat je al negen scripts hebt geschreven, als daar niets

mee is gedaan. Noem eventueel prijzen, nominaties en stipendia.

Beperk ook deze paragraaf tot een paar zinnen. Stuur eventueel

je cv mee.

In de vierde paragraaf stel je je vraag, doe je een verzoek, of

voeg je een persoonlijke noot toe. Schrijf niet dat dit het beste

script aller tijden is, dat het een geheide kaskraker wordt

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

82

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

83

tIp InHoud cV

• EencvbegintaltijdmetdetitelCurriculumvitae.Daarnavolgendepersoonlijkegegevens:voor-enachternaam,adres,telefoon-nummer(s),mailadres,website,geboorteplaatsen-datumeneventueelnationaliteit,burgerlijkestaatengeslacht.

• Opleidingenscholing:involgordevanrelevantie.Vermeldeven-tueelbijjeuniversitairestudieookdeafstudeerrichtingenafstu-deeropdracht.

• Cursussenenstages:idemenalleenalszerelevantzijn.Hebjelesgehadvanbekendedocenten?Noemhunnamenalsdatinjevoor-deelkanwerken.

• Werkervaring:involgordevanimportantieenantichronologischjegerealiseerdeenuitgevoerdewerken,publicaties,projectenenbetaaldeopdrachten.

• Prijzen,nominatiesenstipendia.• Bijbaantjes,bestuurlijkeactiviteitenenhobby’s:alleenalsze

relevantzijn.Vermeldantichronologischdeperiodedatjebijeenbedrijfhebtgewerkt,defunctieendenaamvanhetbedrijf.Beschrijfinactieftaalgebruikeventueelwelke(vakgerichte)vaar-dighedenjehebtverworvenbijhetuitvoerenervan.

• Weeseerlijk;eenontdekteleugenofteveelblufwerktcontrapro-ductief.

• Houdjecvup-to-date.

et cetera. Dat bepaalt de lezer zelf wel. Je kunt wel schrijven dat

dit het beste is wat je tot nu toe geschreven hebt. Dat je het graag

gerealiseerd ziet en het liefst zo goed mogelijk. Daarna volgt je

afsluiting.

Voor het schrijven van een sollicitatiebrief zie: www.beroepkun-

stenaar.nl, www.lancelots.nl of www.intermediair.nl.

3.4 currIculum VItae Je curriculum vitae vertelt wie je bent en wat je kunt. Een goed

cv is een gericht cv: afgestemd op de opdracht die je wilt ver-

krijgen. De lezer moet een beeld krijgen van je vaardigheden en

kwaliteiten, je kennis en werkervaring. Zorg ervoor dat je jezelf

verkoopt in je cv; breng je sterke punten naar voren. De uitda-

ging is dat kort, bondig en overzichtelijk te doen; het liefst in één,

maximaal twee pagina’s.

Soor ten cv’s

Het standaard cv is een chronologisch cv. Het bevat in chronologi-

sche volgorde de opleidingen die je hebt gevolgd, de functies die

je hebt vervuld en de activiteiten die je hebt ontplooid. Meestal

presenteer je een cv overigens anti-chronologisch: je begint met

het meest recente en werkt zo terug naar het verleden.

In een vaardigheden-cv, of functioneel-cv, neem je niet de tijds-

volgorde, maar je prestaties, vaardigheden en competenties als

uitgangspunt. Dit cv is vooral geschikt voor schrijvers of freelan-

cers. Benoem je prestaties: maak een lijst van je verfilmde scena-

rio’s, gespeelde toneelstukken, gepubliceerde werken, gewon-

nen prijzen en/of nominaties et cetera. Beschrijf je competenties

en vaardigheden; leg de nadruk op wat je kunt en waar je goed

in bent. Beschrijf je eventuele werkervaring, betaalde klussen

et cetera. Een gat in je cv valt zo ook minder op.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

84

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

85

tIp opmaak cV

• Iemanddiejouwcvleest,moetinéénoogopslagkunnenzienwatjekuntenwelkeervaringjehebt.Zorgvooreenduidelijkeonder-verdelinginblokken.

• Begineventueelmeteenkortepuntsgewijzesamenvatting.• Gebruikhetzelfdelettertypeendezelfdepapiersoortalsjebrief.• Schrijfafkortingenvoluitenvermijdjargon,tenzijjezekerweet

datdelezerdetermenkent.• Vermeldgeenreferentiesinjecv,tenzijdaaromisgevraagd.

Vraagdepersoondiejealsreferentieopvoertaltijdvoorafomtoestemming.

• Checkjecvopschrijf-enspelfouten.

Wat staat er in?

De informatie op je cv is afhankelijk van waar je de nadruk op

wilt leggen. Wil je een idee presenteren of ergens aan mee-

schrijven, dan leg je de nadruk op je vaardigheden en je werk-

ervaring. Solliciteer je op een functie, dan leg je de nadruk op

je opleiding en werkervaring. Maak een basis-cv waarin je alles

opschrijft wat je hebt gedaan; daaruit kun je dan putten als je een

gericht cv opstelt.

3.5 pItcHenOvergewaaid uit Amerika en steeds meer in zwang in Nederland:

pitchen. Een pitch is een mondelinge presentatie die 30 tot 60

seconden kan duren (een zogenaamde elevator of cocktailparty

pitch) bij een informele ontmoeting, of 5 tot 10 minuten bij een

pitchforum, zoals De Dag van het TV Idee, zie www.nftvm.nl.

Jij bent de pitcher, de toehoorders zijn de catchers en jij wilt ze je

plan verkopen. Hoe doe je dat?

Met passie en ver trouwen

Volgens Peter Römer (Endemol) overtuig je een toehoorder door

je passie voor je idee en door uit te stralen dat je er in gelooft. Zo

krijg je volledige aandacht. Het idee moet natuurlijk wel poten-

tie hebben en aansluiten bij wat de catcher zoekt. Paul Bertram

(Scriptschool): “Het gaat vooral om de noodzaak; waarom moet

het verhaal verteld worden, en de urgentie: waarom nu? Straal

ook uit dat jij dit verhaal kunt vertellen.” Ido Abram (Binger): “Je

moet niet pitchen vanuit een wanhoopsgedachte ‘alsjeblieft, help

me nou!’, maar met een overtuiging: ik heb iets wat heel mooi

is en ik wil kijken of jij er aan mee mag doen. Je bent op zoek

naar gelijkgestemden. Presenteer jezelf als een professional.

Iedereen is anders en elk project ook; pitch dus vooral volgens

een formule die bij jou past. Maak van je presentatie, behalve bij

een pitchforum, zo snel mogelijk een dialoog, dan wordt het een

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

86 87

Aandacht naar je toetrekken

Hauge geeft de volgende suggestie: “Ik denk dat de beste

manier om te beginnen is, te vertellen hoe ik op dit idee ben

gekomen.” Zo trek je de toehoorder in je fictieve wereld en begin

je gelijk met je passie.

Als je een pakkende titel hebt die voor zichzelf spreekt, dan kun

je die noemen. Zo niet, eindig er dan mee, anders is het verwar-

rend voor de luisteraars. Datzelfde geldt voor een logline. Zeg

niet dat het een kaskraker wordt, dat bepaalt de toehoorder

zelf wel. Vervolgens vertel je je verhaal. Bertram: “Een plot is zo

verteld. Wat staat er op het spel? Probeer het publiek bewust

mee te nemen in je eigen emotie over de noodzaak van het

verhaal. Dezelfde noodzakelijkheid moet verpakt zitten in het

verhaal en de personages. Soms krijgt een pitch vleugels als de

pitcher het personage wordt.” Maak ook gebruik van het genre;

voor comedy werk je met grappen, voor thriller met spanning en

verrassingen et cetera. Eindig met een stevige slotzin, waarin je

bijvoorbeeld de titel noemt en de logline.

Voorbereiden

Een goede pitch begint met een goede voorbereiding:

• Zorg dat je een goed beeld hebt van de catchers en waarin ze

geïnteresseerd zijn.

• Schrijf je pitch helemaal uit en gebruik dat als raamwerk. Leer

je pitch niet helemaal uit je hoofd, dan wordt het mechanisch

opdreunen. Je kunt wel de eerste paar zinnen uit je hoofd leren

om een goede start te maken en je zenuwen wat kwijt te raken.

Gebruik eventueel kaartjes met steekwoorden.

• Bedenk welke visuele middelen je kunt gebruiken om je verhaal

te ondersteunen of te versterken. Plaatjes van je karakters, plaat-

jes die een sfeer, stad of landschap tonen, een belangrijk rekwi-

siet et cetera.

• Oefen je pitch minstens tien keer hardop. Wen eraan jezelf hard-

gewoon gesprek en dan verdwijnen het ongemakkelijke gevoel

en de zenuwen vanzelf.”

Niet het hele verhaal ver tel len

De enige regel waarover iedereen het eens is, luidt: probeer niet

het hele verhaal te vertellen. Het doel is emoties bij de toehoor-

ders opwekken, ze moeten het gevoel krijgen dat ze dit verhaal

willen zien. Houd je verhaal kort en beperk het aantal perso-

nages, mensen kunnen ze al snel niet meer uit elkaar houden.

Michael Hauge heeft in zijn boek Selling your story in 60 seconds

een aantal vragen opgesteld die als leidraad kunnen dienen voor

je pitch als je gebruikmaakt van de klassieke dramaturgie:

• Wat is je passie voor het verhaal?

• Wie is je hoofdpersonage?

• Waarom voelt het publiek met je hoofdpersonage mee?

• In welke staat verkeert je hoofdpersonage, voordat het verhaal

begint?

• Welke kans krijgt je hoofdpersonage voorgeschoteld?

• Welk doel jaagt je hoofdpersonage na? (Waar hoopt het publiek

op?)

• Wat is de zwaarste strijd, het grootse dilemma?

• Wat is de ontwikkeling van je hoofdpersonage?

• Welke diepere laag (universeel thema) onderzoekt het verhaal?

• Wat zijn de overeenkomsten met andere succesvolle projecten?

Beslis vervolgens welke van deze elementen je voor je pitch

gebruikt. Welke elementen wekken emoties op? Vaak komen die

voort uit wat er gebeurt met de wil van je hoofdpersonage: krijgt

jouw held wat hij of zij wil of niet? Denk ook aan het genre: in een

liefdesverhaal is de karakterboog vaak het belangrijkst, bij een

actiefilm het conflict et cetera. Hoe eindigt je verhaal?

NB: bij een elevator pitch hoef je het einde niet weg te geven, je

kunt je toehoorder in spanning laten en het pas vertellen als hij of

zij erom vraagt.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

88

publiek bij het beantwoorden van de vraag. Check eventueel na

beantwoorden of het antwoord volstaat.

Veel gestelde vragen zijn: “Hoe ben je op dit idee gekomen?” of:

“Waarom dit verhaal?” Wat de vragensteller eigenlijk wil weten

is of jij de geschikte persoon of bron voor het verhaal bent. Maak

je antwoord daarom persoonlijk, bedenk welk verhaal of welke

gebeurtenis uit je eigen leven het best je passie of je kennis over

het onderwerp illustreert. Als er een vraag komt waar je niet

direct een antwoord op hebt, zeg dan dat je hem nu niet kunt

beantwoorden, maar dat je er eventueel later, bij de borrel of via

de mail, op terugkomt.

Deel aan het eind een korte geschreven versie van je plan uit,

zodat geïnteresseerden alles nog eens rustig na kunnen lezen.

Vermeld je naam en je contactgegevens en indien bekend de

naam van de regisseur en producent. Voeg eventueel het cv van

de makers toe.

89

Staan is beter dan zitten, dat maakt je presentatie

actiever. Ondersteun je woorden met gebaren.

Als je lip of hand begint te trillen; laat maar gaan.

Het publiek ziet vaak veel minder dan je denkt; ook

dat rode hoofd valt wel mee. Mocht je de mist in gaan,

deel dit dan met je publiek. Ben je erg zenuwachtig,

zeg het dan gewoon, dan kun je misschien op wat

meer sympathie rekenen.

op te horen praten. Eerst alleen, bijvoorbeeld voor de spiegel of

je hond, en later voor vrienden of collega’s. Vraag om feedback

en laat ze ook vragen stellen. Zo bereid je je alvast voor op vra-

gen van de catchers.

• Denk zelf ook na over vragen. De meeste vragen liggen voor de

hand, de antwoorden kun je dan ook gewoon voorbereiden.

• Let op de lengte; overschrijd je spreektijd niet. Het is doodzonde

als je afgekapt wordt voordat je je punt hebt kunnen maken.

• Je kunt ook als duo pitchen. Giet de pitch dan bijvoorbeeld in

een dialoogvorm of een vraag- en antwoordspelletje.

Contact maken met je publ iek

Als je nog niet bent geïntroduceerd, vertel dan wie je bent en

wat je project is. Noem het genre, de lengte en eventueel de

doelgroep; zo plaats je je verhaal meteen in een duidelijke

context. Wees trots op je plan en toon je passie; dat maakt dat je

automatisch niet monotoon praat. Speechcoach Edmée Tuyl in

de NFTVM Nieuwsbrief: “Spreek niet te snel en raffel je zinnen

niet af. Stiltes en pauzes stralen juist rust en vertrouwen uit. Tel

bijvoorbeeld rustig tot vijf voordat je ook maar een woord zegt

en maak oogcontact met je gehoor. Neem na een belangrijke zin

twee á drie tellen rust. Gebruik die pauzes om adem te halen,

water te drinken, mensen aan te kijken of op je kaartjes te kijken.

Het voelt misschien onnatuurlijk, maar oogt heel naturel.”

Luisteren naar vragen

Toon interesse in wat je toehoorders te zeggen hebben. Laat een

vragensteller altijd in zijn waarde en ga niet in discussie. Wees

niet bang voor kritische vragen, dat toont juist de interesse en

betrokkenheid van de ander. Beantwoord vragen zoveel mogelijk

kort en concreet. Voor een groter gezelschap is het soms handig

om een vraag te herhalen. Zo creëer je wat bedenktijd en zorg

je dat iedereen de vraag heeft gehoord. Ook kun je zo contro-

leren of je de vraag goed hebt begrepen. Betrek de rest van het

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

90 91

• Probeer met je antwoorden het gesprek een bepaalde richting

op te sturen. Zo kun je je positieve eigenschappen en succesvolle

gebeurtenissen belichten.

• Humor en woordspelingen mogen, maar zorg ervoor dat je

gesprekspartner er ook de humor van inziet.

• Vraag niet zelf naar een eerste reactie; hierdoor kom je onzeker

over.

Afs lui ten

• Het vraag- en antwoorddeel is vaak het belangrijkste onderdeel

van het gesprek, geef daarvoor ruimte (zie paragraaf 3.4).

• Bedank de ander voor zijn of haar tijd, een specifiek nuttige

bijdrage of refereer op het eind nog aan iets persoonlijks wat

eerder ter sprake kwam.

• Treuzel niet te lang bij het afscheid nemen, dat maakt een onze-

kere indruk.

meer InformatIe• The schreiber theory (2006),DavidKipen• Selling your story in 60 seconds(2006),MichaelHauge

www.netwerkscenario.nl www.beroepkunstenaar.nl www.carrieretijger.nl www.filmstart.nl www.intermediair.nl www.lancelots.nl www.lichaamstaal.com www.nftvm.nl

3.6 op gesprekNa een telefoontje, brief of pitch krijg je wellicht een uitnodiging

om op gesprek te komen. Nog maar eens wat platitudes: ver-

trouw er op dat jij of je idee niet als tijdverspilling worden gezien.

De ander hoopt ook dat met jouw inzet of idee zijn of haar car-

rière een vlucht neemt. Toon ook je passie als je ergens aan wilt

meeschrijven. Waarom wil je er graag voor schrijven? uiteindelijk

is zakendoen vooral een kwestie van contact leggen (zie ook

paragraaf 3.1). kies een manier van presenteren die dicht bij

jezelf ligt. Zorg ook hier voor een goede voorbereiding.

Voorbereiden

• Wat is je doel? Bedenk van tevoren hoe je de ander van je idee of

verzoek kunt overtuigen. Waarom moet juist jij dit verhaal schrijven?

• Verzamel informatie. Wat waren zijn of haar laatste projecten?

Zo kun je tijdens het gesprek laten merken dat je je hebt voorbe-

reid.

• kom op tijd. Dan heb je ook tijd voor een gesprekje met de secreta-

resse of receptioniste. Het is zinnig ze te vriend te houden.

Contact leggen

• Accepteer elke vorm van gastvrijheid, zoals een glas water. Dat

maakt een beleefde indruk en het zorgt gelijk voor een goede

sfeer.

• Neem de tijd voor een persoonlijk gesprekje.

• Als je niet te drammerig wil overkomen, kan het helpen vragen te

stellen.

• Weet je niet hoe de bijeenkomst zal verlopen, vraag dan naar het

tijdsbestek en een eventuele agenda.

Gesprek voeren

• Ook hier geldt: probeer zo snel mogelijk in een dialoog te komen.

• Luister en stel vragen. Wat kan de ander voor jou of je plan bete-

kenen?

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E k

OM

Ik B

INN

EN

?

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

93

Hoeloopikbinnen?

uiteindelijk wil je als scenarioschrijver met schrij-ven je brood verdienen. een eerste vereiste is je werk goed te beschermen.

In dit hoofdstuk praktische tips waarop je moet letten bij contracten en hoe je je zou kunnen opstellen bij onderhandelingen.

In een apart kader wordt uitleg gegeven over veel-voorkomende begrippen in contracten, want de belangrijkste tip is: weet wat je tekent. ten slotte volgt een overzicht voor financiële steun waarop schrijvers en leden van het netwerk in het bijzon-der, een beroep kunnen doen. robert benchley: “A freelance writer is a man who is paid per piece or per word or perhaps.”

4

94 95

• Als je een idee aan iemand voorlegt, meld dan altijd schriftelijk

dat dit idee niet zonder jouw toestemming mag worden gekopi-

eerd of op andere wijze mag worden gebruikt of verveelvoudigd.

• Bedenk een goede titel en leg die, indien mogelijk, vast als merk

en domeinnaam.

• Zoek naar elementen die je eventueel exclusief aan jouw idee

kan verbinden, bijvoorbeeld een regisseur, artiest, locatie of

sponsor.

Realiseer je te allen tijde dat een idee uitein-delijk niet of nauwelijks te beschermen is.

Juridische kwest ies, modelcontracten en het Contractenbureau

Voor vragen over juridische kwesties en opstelling in onderhan-

delingen kunnen (aspirant)leden terecht bij het Netwerk Scena-

rioschrijvers. Op de website van het Netwerk staan ook Model-

contracten, zie www.netwerkscenario.nl. (Aspirant)leden van het

Netwerk kunnen zich ook aansluiten bij het Contractenbureau,

www.contractenbureau.nl, dat voor jou met opdrachtgevers kan

onderhandelen over contracten en daarvoor een kleine commis-

sie vraagt.

(Aspirant)leden van het Netwerk met auteursrechtelijke proble-

men kunnen in aanmerking komen voor rechtshulp van Stichting

Rechtshulp Auteurs. Een eerste advies is gratis, mits je als lid bent

doorverwezen door het Netwerk, zie ook: www.vsenv.nl onder

Diensten/Juridisch advies.

4.2 contractenHet sluiten van een goed contract is niet eenvoudig. Ten eerste

moet je juridisch goed geïnformeerd zijn om alle haken en ogen

van een contract te zien; een producent, omroep of zender heeft

die kennis vaak wél. Ten tweede is de positie van een scenario-

4.1 je werk bescHermenVoordat je met je werk gaat shoppen, is het van belang het vast te

leggen als jouw eigendom. De belangrijkste bron van juridische

bescherming van je werk is het auteursrecht. Als je iets ‘schept’

verkrijg je als maker automatisch het auteursrecht in Nederland.

Dus zo gauw je een origineel werk maakt, is het van jou; zie ook

het aparte kader over auteursrecht. Je hoeft daarvoor niets te

registeren of het symbool © te vermelden. Tot zover de theorie.

In de praktijk kun je het voor alle zekerheid bij de belastingdienst

laten registreren, zie www.belastingdienst.nl. Je kunt je werk

(met titel, paginanummering en auteursnaam) laten registreren

bij een van de belastingkantoren die akten registreren of het

per post opsturen naar voornoemde belastingkantoren. Je hoeft

daarvoor niets te betalen. Als je een werk laat registreren bij de

belastingdienst, kun je later bewijzen dat je werk op de dag van

registratie bestond. Maar daarmee ben je er niet. Het auteursrecht

beschermt namelijk geen ideeën. Hoe meer je idee is uitgewerkt,

hoe specifieker het opgeschreven is, hoe beter het is te bescher-

men. Maar ook dan kun je nog met lege handen komen te staan

als iemand jouw idee overneemt en het op enkele punten wijzigt.

Tips die helpen om je idee of werk te beschermen zijn:

• Werk alleen samen met mensen die je vertrouwt en laat (als het

even kan) een geheimhoudingsverklaring opstellen.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

96 97

de verplichtingen zoveel mogelijk evenwichtig verdeeld zijn,

maak dus ook de toezeggingen en beloftes van de ander con-

creet. Als hij of zij van je verlangt dat je binnen een bepaalde tijd

je verplichtingen nakomt, verlang dat dan ook van de ander; dat

is niet meer dan redelijk.

Conf l ic tbestendigheid

Als de samenwerking goed verloopt, kan het contract in de kast

blijven liggen. De waarde van een contract blijkt pas echt als

de samenwerking op onderdelen niet naar wens verloopt. Het

is daarom van groot belang dat de rechten en de plichten van

beide partijen zo goed mogelijk worden omschreven. Dan ben je

tenminste nooit afhankelijk van een welwillende interpretatie van

de ander. Hoe minder vage begrippen je gebruikt, hoe beter;

maar je kunt natuurlijk niet alles uitspellen. Soms ontkom je niet

aan begrippen als ‘redelijk’ en ‘in goed overleg’. Probeer daar

een balans in te vinden.

Als je over de uitleg van het contract onenigheid krijgt, pro-

beer er dan eerst in onderling overleg uit te komen. Vaak is dat

voldoende om de samenwerking weer vlot trekken. Wanneer

je vermoedt dat de ander de gemaakte afspraken niet nakomt,

spreek de ander daar dan schriftelijk of in ieder geval per e-mail

op aan. Let op dat je de boel niet laat versloffen en zorg ervoor

dat je alleen zichtbaar instemt met de verlenging van een termijn

om antwoord te geven. Het is sowieso een goede tip om alle cor-

respondentie gedurende het project te bewaren.

Zeggenschap

Bij zeggenschap zijn twee punten van belang. Ten eerste: in

hoeverre mag de ander inhoudelijk ingrijpen in je werk, dus: wie

is er de baas over je script? In principe ben je dat zelf. De regel

is dat niemand zonder jouw toestemming iets mag wijzigen,

kleine ingrepen daargelaten, maar in de praktijk is dat natuurlijk

schrijver ten opzichte van een opdrachtgever nauwelijks gelijk-

waardig te noemen. In de praktijk tekenen schrijvers daarom

vaak een contract waarbij ze tegen een relatief geringe, eenma-

lige vergoeding afstand doen van hun waardevolle auteursrech-

ten en daarmee ook nog de zeggenschap over hun eigen werk

verliezen. En dat hoeft niet. Ook vanuit een zwakke onderhande-

lingspositie valt het nodige te bereiken. De uitkomst staat of valt

met een goede voorbereiding: kennis is macht.

Een contract is een schriftelijke overeenkomst waarin de afspra-

ken staan tussen partijen. Belangrijk is dat vaststaat waarover

men het eens is. Start in beginsel nooit zonder contract en maak

duidelijke afspraken op papier. Bij een mondeling ‘contract’ loop

je altijd het risico dat je niet kunt aantonen wat is afgesproken.

De ander kan zich de afspraken anders herinneren of anders

interpreteren. Zorg er dus voor dat zodra je op verzoek of in

opdracht gaat schrijven, er afspraken zijn over de betaling, rech-

ten et cetera. Het liefst in de vorm van een schriftelijk contract, of

anders in ieder geval in een duidelijke e-mail wisseling. Denk bij

dit alles steeds constructief mee en maak vooral zakelijke afspra-

ken, trap niet in de ‘we zijn toch vrienden’-val of de ‘we gaan

samen wat moois maken en als jij je te zakelijk opstelt verstoor je

dat proces’-val. Teken ook nooit een contract als je niet volledig

begrijpt wat erin staat. Wees niet te gretig, laat je niet intimideren

en informeer bij het Netwerk of andere deskundigen of het con-

tract redelijk is. Ook al geldt de Scenarioraamovereenkomst met

de Publieke Omroep niet meer, het blijft nog steeds een houvast.

Waarop moet je letten bij contracten?

Geli jkwaardigheid

Contracten zijn vaak eenzijdig opgesteld. Er wordt van alles van

de schrijver verlangd, maar daar staan nauwelijks verplichtingen

van de opdrachtgever tegenover. Probeer ervoor te zorgen dat

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

98 99

Wijziging en ver minking

Je werk mag niet zomaar worden gewijzigd en zeker niet worden

verminkt door degene die de exploitatierechten over je werk

bezit. Beding in principe dat er zonder jouw toestemming geen

wijzigingen in het scenario mogen worden aangebracht. uiter-

aard moet hierbij wel de redelijkheid in acht worden genomen:

kleine wijzigingen zijn in beginsel toelaatbaar.

Schri j fvergoeding

Verzamel zoveel mogelijk informatie over honoraria. Vraag aan

collega’s wat ze in vergelijkbare situaties hebben bedongen of

wat ze vragen en waarom. Wat is de andere partij gewend te

betalen? Wat is redelijk in de markt? In de praktijk worden de

oude HoCo-tarieven (die uitgaan van een vergoeding die afhangt

van het aantal minuten) nog steeds toegepast, of wordt het hono-

rarium goeddeels bepaald door de ontwikkelingsbijdrage van

de fondsen; zie daarvoor hun websites.

Laat je betalen voor je inspanning. Zorg er zoveel mogelijk voor

dat je je schrijfvergoeding krijgt in de schrijffase en dat je niet

pas betaald krijgt op de eerste draaidag. Veel projecten stranden

in de ontwikkelingsfase en dan komt er geen eerste draaidag.

Laat je het liefst in termijnen betalen, bij voorkeur gekoppeld aan

de ondertekening van het contract en aan de aanbieding van je

schrijfwerk (format, synopsis, treatment, eerste versie, definitieve

versie et cetera) in plaats van bij goedkeuring van hetgeen je

hebt gemaakt. Spreek ook een uiterste betalingstermijn af wan-

neer een deel van de te betalen vergoeding toch aan goedkeu-

ring is gekoppeld.

Pri jzen

Beding dat de opdrachtgever je altijd schriftelijk op de hoogte

stelt als je werk een prijs heeft gewonnen. Leg vast dat prijzen

voor het scenario voor honderd procent aan jou worden door-

afhankelijk van de vraag of het jouw idee is of dat je in opdracht

schrijft, of voor een bestaand format. Ten tweede: in hoeverre

heeft je opdrachtgever zeggenschap over de omvang (aantal

versies) van je werk? Wanneer is het goed en wie bepaalt dat?

Beding dat je niet net zolang door moet werken tot het scenario

goedgekeurd is door de opdrachtgever, zonder vooraf een spe-

cificatie van het aantal versies te hebben afgesproken.

Probeer ook hier voor gelijkwaardigheid te zorgen zoals een

termijn waarbinnen besloten en bericht wordt over wel of geen

goedkeuring. Volgt er binnen die termijn geen bericht, dan mag

je aannemen dat het ingeleverde werk is goedgekeurd.

Ten slotte: let op als er een regeling wordt voorgesteld waarbij

de samenwerking kan worden beëindigd omdat je het niet eens

wordt over de kwaliteit van het script. In dat geval moet je vooraf

goede afspraken maken over de betaling en over wat er dan met

de rechten op het werk gebeurt. Mag de opdrachtgever met

een andere schrijver verder met jouw werk, of vallen de rechten

aan jou terug en kun jij met een andere opdrachtgever opnieuw

beginnen? In de praktijk zullen de afspraken hierover mede

afhangen van de vraag of jij zelf met het idee of initiatief bent

gekomen of de opdrachtgever, en ook van de mate waarin het

script is uitgewerkt en in hoeverre je betaald bent.

Naamsver melding

Als scenarioschrijver moet je worden vermeld bij de aftite-

ling van je verfilmde werk, tenzij je niet met het eindresultaat in

verband wilt worden gebracht. Maak duidelijke afspraken over

je naamsvermelding om later problemen te voorkomen. Beding

bijvoorbeeld dat bij (andere) openbaarmakingen en publiciteits-

uitingen niet alleen de regisseur en de producent en/of omroep

worden vermeld maar ook jouw naam.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

100 101

vormen die niet bekend waren op het moment van tekenen. Wan-

neer de rechten op zo’n exploitatievorm niet zijn verleend, of niet

geacht kunnen worden te zijn gecompenseerd door de overeen-

gekomen vergoeding, dan ligt de mogelijkheid open voor een

wettelijke aanspraak op de billijke vergoeding. Dat kan best veel

opleveren zo blijkt uit (schaarse) rechtspraak. De vaststelling van

de hoogte van die vergoeding is voorlopig nog heel onzeker, in

de rechtspraak tref je erg uiteenlopende varianten aan. Maar pro-

beer in een contract clausules te vermijden als: ‘het recht over-

dragen voor alle wijzen van exploitatie, daaronder zijn ook nog

niet bestaande vormen van exploitatie begrepen en/of de vergoe-

ding is mede een billijke vergoeding in de zin van de wet voor

alle bestaande en nog te ontwikkelen vormen van exploitatie.’

Remakes

In het geval van een remake is de belangstelling waarschijnlijk

niet alleen gewekt door het scenario, maar ook door de (goede)

verfilming daarvan. Bedenk dan dat aan beide belangen recht

moet worden gedaan. Zorg in ieder geval voor een afgesproken

percentage waarbij een gelijkwaardige manier van instappen

van producent en regisseur de norm is.

First r ight of refusal

Vaak verleen je aan een producent of omroep voor de vervaar-

diging van remakes, spin offs, prequel en sequel een first right of

refusal, oftewel een eerste optierecht. Dat betekent dat je hen dat

nieuwe werk eerst aanbiedt, voordat je er eventueel zelf mee gaat

shoppen. Stel een termijn vast waarbinnen ze moeten reageren.

Volgt er binnen die termijn geen reactie, dan vervalt deze optie.

Winstdel ing

Je kunt als schrijver een percentage van de netto opbrengst

(winst) claimen, maar al dan niet door creatief boekhouden,

maken zelfs de meest succesvolle films soms geen winst. Beding

betaald. Van prijzen zonder uitdrukkelijke vermelding van de

functie of naam, kun je vragen een afgesproken percentage aan

jou door te betalen.

Exploi tat ierechten

In een contract wordt met de term auteursrechten in de regel de

exploitatierechten bedoeld (zie kader Begrippen). De exploita-

tierechten liggen bij de schrijver. Als schrijver heb je de keus op

welke manier je de opdrachtgever de exploitatierechten verleent.

Helaas is de trend tegenwoordig bij zowel film als televisie dat

de opdrachtgever een overdracht van alle exploitatierechten wil.

Probeer afspraken te maken over het gebruik van je werk door

middel van het verlenen van een licentie. Als je toch rechten over-

draagt, zorg dan in ieder geval dat je de rechten op afgeleiden

van jouw werk, zoals een remake of sequel alleen in optie geeft.

Voor nieuwe exploitatievormen zoals het digitaal hergebruik

via internet, uitzending Gemist, digitale themakanalen, pay per

view, video on demand en mobiele telefoons kunnen individuele

auteurs slecht vergoedingen afspreken. Daarom worden deze

rechten in het nieuwe aansluitingscontract aan Lira overgedragen,

zodat er via collectieve onderhandeling toch een vergoeding te

krijgen is.

Leg in een contract heel duidelijk vast welke rechten je over-

draagt of in licentie geeft en leg ook de daarbij behorende

vergoeding vast. Omschrijf bij een licentie precies voor welk

gebruik je deze verleent, voor hoelang en welk gebied (Neder-

land, Europa of de wereld). In de vergoeding voor je exploita-

tierechten tref je veel variaties aan, er is hier dus ruimte om te

onderhandelen.

De inhoud van het contract is ook belangrijk voor de beoordeling

of de licentie of overdracht ook nieuwe exploitatievormen omvat;

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

102 103

werk zijn niet alleen de scenarioschrijver, maar ook de compo-

nist van de filmmuziek en de regisseur auteur in de zin van de

Auteurswet.

Soms ontstaat een idee voor een plot uit een krantenbericht. Als

je film over het leven gaat van een publiek persoon dan kun je

via vrije nieuwsgaring uit kranten en tijdschriften vrijelijk gebruik

maken van die informatie. Maar in leven zijnde relaties of nabe-

staanden kunnen bezwaar maken, dus dan zul je toch de rechten

moeten verwerven. Een mogelijkheid is om de rechten van een

boek over het personage te kopen. Van dit soort problemen

ben je gevrijwaard als je het personage herschrijft tot een fictief

personage.

Col lect ieve rechten

Heb je een aansluitingscontract met een collectieve rechtenorga-

nisatie, zoals Lira of VEVAM, dan heb je al bepaalde rechten aan

die organisatie overgedragen. Het is dan niet meer mogelijk om

dezelfde rechten nog een keer aan een opdrachtgever te verle-

nen. Check dus je aansluitingscontract en maak in het opdracht-

contract een uitzondering voor rechten die voor jou collectief

beheerd worden.

Websi tes

www.auteursrecht.nl

www.onderhandelen.nl

www.beroepkunstenaar.nl

www.netwerkscenario.nl

www.contractenbureau.nl

www.lira.nl

www.vevam.nl

dan het recht op inzage van de boeken. Je kunt ook nadenken

over afkoop van de winstdeling, zeker als het een niet-commerci-

eel project is.

Ter ugval van je rechten

Beding dat als een opdrachtgever jouw scenario niet binnen een

af te spreken termijn verfilmt, de auteursrechten weer geheel

aan jou zullen terugvallen. Dan kun je een andere opdrachtgever

zoeken om je werk te verfilmen. Houd er rekening mee dat een

producent bij een film tenminste drie jaar nodig zal hebben om

de financiering rond te krijgen. Zorg ook dat je de rechten terug-

krijgt bij een faillissement, surséance van betaling, liquidatie,

beslaglegging et cetera.

Een van de redenen om te kiezen voor het in licentie geven van

je exploitatierechten is het risico van een faillissement van de

opdrachtgever. Bij faillissement vallen je rechten in geval van

overdracht in de boedel van de opdrachtgever en ben je ze kwijt;

bij een licentie vallen ze terug aan de maker.

Optiecontract

Agent Henriëtte Hoogenboezem in Plot: “Ik maak vaak mee dat

mensen met een plan naar een producent gaan, die vervolgens

zegt: ‘Interessant, schrijf het even op, dan ga ik er mee leuren.’

Dat vind ik al een verkeerd uitgangspunt. Ik ben er voor dat een

producent zich committeert. In zo’n geval stel ik een optiecon-

tract voor met een termijn waarbinnen de producent het plan aan

de man kan brengen of financiering kan genereren.”

Bewerkingen en waar gebeurd

Houd er rekening mee dat je als scenarioschrijver soms ook te

maken kunt hebben met andere auteurs: in het geval van een

boekbewerking moet je toestemming hebben van de schrijver,

diens erfgenamen en de uitgever. In geval van een audiovisueel

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

104

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

105

wat precies een billijke vergoeding is, heeft de wetgever niet nader ingevuld en wordt in de praktijk dus bepaald door de vrije markt. deze vergoeding voor auteursrechten moet je dus niet verwarren met het honorarium dat je ontvangt voor het schrijven.

oVerdracHt of lIcentIeauteursrechten kunnen op twee manieren worden verleend aan een opdrachtgever. bij overdracht wordt een ander rechtheb-bende, oftewel eigenaar. In het geval van een licentie krijgt een ander slechts toestemming om de auteursrechten te gebruiken, zonder eigenaar te worden. een overdracht van auteursrechten dient altijd schriftelijk te gebeuren. een licentie kan eventueel mondeling worden gegeven, maar ook in dat geval is het aan te raden schriftelijke afspraken te maken. Veel belangrijker nog dan het verschil tussen licentie of overdracht is de omvang van de rechten die je overdraagt.

collectIeVe recHtenIn de praktijk is het voor een schrijver niet te controleren hoe vaak een werk ergens op televisie wordt vertoond. om die reden is de vergoeding van sommige exploitatierechten van makers geregeld via zogenaamde collectieve rechtenorganisaties, zoals lira en VeVam. Zij verdelen de vergoedingen die de kabel betaalt voor de doorgifte van film en televisieprogramma’s en de thuis-kopievergoedingen, zoals de heffing op onbespeelde dvd’s. dit vormt een extra bron van inkomsten, maar dan moet je wel een aansluitingsovereenkomst tekenen met lira en/of VeVam, zie ook www.lira.nl en www.vevam.nl.

jurIdIscHe begrIppen auteursrecHtHet auteursrecht biedt de maker van een ‘werk van letterkunde, wetenschap of kunst’ een exclusief recht om het gebruik van zijn werk te verbieden of aan dat gebruik voorwaarden te verlenen. als je echter in dienstverband een werk maakt, dan is de werkge-ver de rechthebbende. auteursrecht hoeft niet geregistreerd te worden, het bestaat zodra je een werk hebt gemaakt. auteurs-rechten gelden gedurende de levensduur van de auteur, plus zeventig jaar.

auteursrechten bestaan uit exploitatierechten en persoonlijk-heidsrechten. Exploitatierechten maken het mogelijk je scenario openbaar te maken en te verveelvoudigen. exploitatierechten bestaan onder andere uit: verfilmingsrecht, vertoningsrecht, herhalingen, winstdeling, merchandising, verspreiding op dvd, gebruiksrechten voor remakes, spin-offs, prequels, sequels , sce-nario in boekvorm, verboeking van het scenario en digitaal her-gebruik. Persoonlijkheidsrechten geven je het recht tot naams-vermelding en de mogelijkheid te voorkomen dat je werk wordt verminkt. persoonlijkheidsrechten zijn onlosmakelijk met de maker verbonden en kunnen nooit worden overgedragen.

In 1985 is er in de auteurswet een bijzondere regeling opgeno-men met betrekking tot de exploitatierechten voor film. de rege-ling kent met twee belangrijke uitgangspunten. ten eerste wordt ‘wettelijk vermoed’ dat de producent de exploitatierechten op de betreffende film heeft, tenzij je contractueel iets anders hebt afgesproken. ten tweede is de producent, als tegenprestatie voor de vermoedelijke overdracht aan de makers, voor iedere vorm van exploitatie een ‘billijke vergoeding’ verschuldigd.

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

W

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

106 107

4.3 onderHandelenHet is essentieel dat je dúrft te onderhandelen. Een van de groot-

ste misverstanden is dat een contract niet onderhandelbaar is.

Veel scenarioschrijvers denken dat het buigen of barsten is, maar

vaak is dat niet het geval. Agent Henriëtte Hoogenboezem in Plot:

“Als sprake is van een opdrachtsituatie verschuilt de producent

zich regelmatig achter de omroep waarmee hij al een contract

heeft gesloten. Dan is er weinig of geen onderhandelingsruimte.

Dat is niet altijd helemaal waar; soms kan hij best terug naar die

omroep, zit het niet altijd zo vast als wordt beweerd.”

Een slecht onderhandelingsresultaat ligt meestal niet zozeer aan

de doortraptheid van de ander, als wel aan een gebrek aan tech-

niek of ervaring. Het resultaat is niet zozeer afhankelijk van de

kwaliteit van je werk of je staat van dienst, maar van je voorberei-

ding, de band die je tijdens de onderhandelingen met de ander

weet op te bouwen en het tijdstip waarop je de onderhandelin-

gen begint. Hoogenboezem: “Steeds meer producenten voegen

bij betaling een clausule toe dat ze pas hoeven te betalen als ze

de bijdrage van bijvoorbeeld het Filmfonds hebben ontvangen.

Dat kan niet, vind ik, dan ben je geen ondernemer maar een loket.”

kies een onderhandelingsstijl die bij je past en wees je bewust

van je gedrag. Je kunt je contract wel goed uitonderhandeld

hebben, maar als het een moeizaam proces was, is de kans op

een vervolg klein. Andersom geldt dat ook: kom je er nu niet uit,

maar was het wel een prettig gesprek, dan is de kans groter dat

je in de toekomst wel samen een deal kunt sluiten. Het is belang-

rijk om goed uit elkaar te gaan; het wereldje is klein en je komt

elkaar vast nog eens tegen.

Onderhandelen verloopt globaal volgens de volgende fasen:

voorbereiden, introduceren, voorstellen uitwisselen, onderhande-

len en afspraken.

wat doet lIra?lira beheert collectief de auteursrechten van schrijvers, vertalers en journalisten in nederland. elk gebruik van een geschreven werk vraagt om toestemming van de maker van dat werk. dat geldt ook voor nieuw en ander gebruik (exploitatie), dat buiten de aanvankelijke opdrachtverlening tussen bijvoorbeeld een scenarioschrijver en een opdrachtgever valt, zoals verspreiding via de kabel, via internet, via on demand en via themakanalen. In een aantal gevallen (kabelrechten, thuiskopie et cetera) is het voor een individuele auteur niet of alleen uiterst moeilijk deze rechten en aanspraken te verzilveren. lira heeft in deze onderhandelingen meer macht, omdat ze kan praten voor het col-lectief van schrijvers. bovendien is lira expert op het gebied van auteursrecht. In het algemeen: overal waar werken van schrijvers geëxploiteerd worden via kanalen of in vormen die niet over-eengekomen en afgerekend zijn in de initiële opdrachtverlening tussen producent of uitgever enerzijds en de schrijver of vertaler anderzijds, kan lira optreden als onderhandelingspartij en geld voor de makers incasseren.

auteurs die zich aansluiten bij stichting lira, versterken daarmee hun onderhandelingspositie. door de macht van het getal (meer dan zesduizend aangesloten auteurs en meer dan vijftienduizend geldontvangers) is stichting lira een gerespecteerde onderhan-delingspartner. geen reden, wel een prettige bijkomstigheid: aansluiting bij lira is gratis. bovendien krijgt een aangeslotene toegang tot vele extra vormen van steun en dienstverlening: zie www.lira.nl .

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

W

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

108 109

Introduceren

Probeer eerst een band op te bouwen, zie ook hoofdstuk 2.

Bespreek elkaars verwachtingen, het gemeenschappelijke

belang en de intentie om er samen uit te komen. Op welke ter-

mijn moet er een beslissing komen? Wanneer geeft de ander uit-

sluitsel over bepaalde zaken? Ga op een gelijkwaardige manier

het gesprek in; ook al heeft de andere partij meer ‘macht’, het

uitgangspunt is ten slotte dat je samen iets wilt.

Voorstel len ui twisselen

Vervolgens wissel je voorstellen uit. Durf stevig in te zetten en

ga zo goed mogelijk in op eventuele vragen van de andere

partij. Stel vragen over het voorstel van de ander; hoe meer de

ander spreekt, hoe meer je leert. Laat ook ruimte open voor ont-

wikkeling van ideeën; tast de mogelijkheden af. Als de voorstel-

len helder zijn, kun je voor jezelf de eventuele verschillen op

een rijtje zetten. Beoordeel deze verschillen voordat je zelf

concessies doet. Zo voorkom je dat je uit enthousiasme te snel

‘ja’ zegt.

Onderhandelen

Bespreek eerst de punten van overeenstemming. Werk vervol-

gens gezamenlijk aan het vinden van een oplossing voor de rest.

Vraag naar de argumenten van de ander om meer informatie te

krijgen. Vraag om concessies. Niet te slap, maar beslist: jullie wil-

len ten slotte knopen doorhakken. Doe bijvoorbeeld voorwaar-

delijke concessies; geef aan wat je ervoor terug verlangt. Denk

aan researchkosten, reiskosten, auteursrechten et cetera. Moet je

andere opdrachten laten lopen? Mag je zelf een coach of bege-

leider kiezen? Moet je hem of haar zelf betalen? Heb je inspraak

in de keuze van regisseur en/of acteurs? Isoleer verschillen: ‘dus

dit is het enige wat overeenstemming nog in de weg staat?’ Doe

concessies die je weinig kosten, maar voor de ander veel waard

zijn. Concessies houden de zaak in beweging. Vraag bij twijfel

Voorbereiden

De uitkomst staat of valt met een gedegen voorbereiding: kennis

is macht. Verzamel daarom zoveel mogelijk informatie. Vraag aan

collega’s naar hun ervaringen. Niet elke situatie biedt evenveel

onderhandelingsruimte; wees je bewust van de mogelijkheden

en beperkingen.

Jouw opstelling:

• Stel vast wat je wilt bereiken. Wat is jouw ideale uitkomst en

waarom? Wat is je minimaal acceptabele uitkomst en waarom?

• Probeer in te schatten op welke punten er meningsverschillen

zouden kunnen ontstaan, en waar mogelijke oplossingen liggen.

• Bepaal op welke punten je bereid bent om concessies te doen.

• Als je er deze keer niet uitkomt: bedenk hoe je zo goed

mogelijk uit het gesprek komt en opties openhoudt voor de

toekomst.

Opstelling onderhandelingspartner:

• Wie zit(ten) er aan tafel, in welke rol en met welke bevoegdheid?

• Bedenk of zoek uit wat de ander wil bereiken en waarom. Ga na

welke belangen daar spelen en waar overeenkomsten liggen.

• Waarom zitten júllie om tafel? Zijn er concurrenten?

• Voor welke argumenten is de ander gevoelig? Op welke punten

verwacht je snel concessies?

• Wanneer denk je dat de onderhandeling voor de ander geslaagd

is?

De onderhandelingssituatie:

• Wat is het doel van de bespreking? Een informele kennismaking

of moeten er spijkers met koppen worden geslagen?

• Is er sprake van een deadline of streeftermijn voor de afronding?

Wanneer volgt de beslissing?

• Is de bespreking op neutraal terrein of bij een van de partijen?

Wie doet de verslaglegging?

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

111

tIp onderHandelen

• Hardopdezaakenzachtopdepersoon.Jehoudtdesfeergoeddoorinteressetetoneninhetstandpuntvandeanderenjevrien-delijkenpositiefoptestellen,zonderdatjeconcessieshoefttedoen.Benadrukhet‘wij-gevoel’;jewiltersamenuitkomen.

• Weesflexibel,staopenvoorvragenenideeënvandeander.Mee-gaanisniethetzelfdealstoegeven.Blijfookzelfactiefzoekennaarwegenomtoteencompromistekomenoftekrijgenwatjewiltbinnendebestaandemogelijkheden.

• Houdvastaanjestandpunt,maarnietkoppigofagressief.Jedoetpaswaterbijdewijnalsjemerktdatdeanderdiebereidheidookheeft.

• Deanderismeestalafhankelijkervanjedanjedenkt.Overdrevenbescheidenheidmaaktjemeerafhankelijk.Komgerustmeteenrealistische,maarwelstevigeinzet.

• Probeerhetmachtsevenwichttebewarenenaccepteernietdatdeanderdebaaswilspelen.

• Luisternaardeander.Goedeonderhandelaarsluisterenmeerdanzepratenenbedenk:deanderheeftnooitongelijk.Hijofzijheeftalleeneenanderekijkopdedingen.Accepteerdatenzetdaarjeeigenvisietegenover.

• Doorvragenkaneenpatstellingdoorbreken.Beginnietmeteenteprotesteren,maarvraagwaarómietsnietkan.Watstaaterindewegenhoekunjehelpendatoptelossen?Zokunjeeentegen-stellingombuigentoteengezamenlijkprobleem.

• Onderhandelstapvoorstap;legnietaljekaarteninéénkeeroptafel.Bepaalvantevorenopwelkepuntenjewelennietwilttoe-gevenenhoudwisselgeldbijdehand.

• Alstijdvoordeanderbelangrijkis,kunjedaargebruikvanmaken.• Komjeniettoteenvergelijk,zoekdandeguldenmiddenweg.• Probeerniethetondersteuitdekantehalen.Voorkomookdatde

anderhetgevoelkrijgtdathijofzijbakzeilmoethalen.Eenduur-zamerelatielevertvaakmeeropdaneensnelvoordeeltje.

nee

112 113

4.4 fInancIële steunWWIk

De Wet Werk en Inkomen kunstenaars (WWIk) is een regeling

voor startende of al beroepsmatig werkende kunstenaars. De

WWIk is een maandelijkse financiële tegemoetkoming. Deze

bedraagt 70% van een bijstandsuitkering. Hiernaast heeft de

kunstenaar de mogelijkheid om tot 125% bij te verdienen. Dit

inkomen kan de kunstenaar aanvullen met werk binnen of buiten

de kunst. De kunstenaar heeft geen sollicitatieplicht en kan zich

dus volledig concentreren op zijn kunstenaarschap.

Je kunt de WWIk aanvragen bij de Sociale Dienst van een van de

twintig centrumgemeenten die deze regeling uitvoeren. De Soci-

ale Dienst onderzoekt of je recht hebt op de tegemoetkoming.

Om in aanmerking te komen voor de WWIk, of om in de WWIk te

kunnen blijven, moet een kunstenaar aantonen dat hij beroeps-

matig werkt. Dit moet blijken uit het beroepsmatigheidsonder-

zoek dat kunstenaars&CO uitvoert in opdracht van de centrum-

gemeenten. Met een WWIk-uitkering kun je bij kunstenaars&CO

kosteloos cursussen en workshops volgen om je kennis en

vaardigheden te verbeteren. Tevens kun je in aanmerking komen

voor professioneel loopbaanadvies en coaching. Voor voorwaar-

den zie www.kunstenaarsenco.nl onder WWIk. Informatie over

uitkeringen vind je op de www.home.szw.nl van het ministerie

van SZW en www.socialezekerheid.nl.

Alle (aspirant)leden van het Netwerk kunnen een beroep doen

op de volgende algemene voorzieningen van de VSenV. In som-

mige gevallen is het noodzakelijk dat je ten minste één jaar lid

bent.

Leningen

(Aspirant)Leden van het Netwerk die zaken als een computer of

bureaustoel willen aanschaffen en niet beschikken over het beno-

om bedenktijd. Doe geen grote concessie op de valreep om er

maar vanaf te zijn en vervul niet nog snel even de op de valreep

geformuleerde wensen van de ander.

Afspraken maken

Zet de bereikte afspraken op een rij en werk het samen op

papier uit.

Zie voor meer informatie over onderhandelen www.beroepkun-

stenaar.nl en www.onderhandelen.nl.

Wat is redel i jk?

uiteindelijk is de onderhandelingsruimte altijd begrensd; bij-

voorbeeld door de beschikbare budgetten, regelingen of de

gegroeide praktijk. Hoogenboezem: “Bij sommige producenten,

die heel goedkoop produceren, is het vaak een take it or leave it-

situatie. Dan moet je als schrijver voor jezelf bepalen of je het wil

doen of niet. Soms moet je een te laag honorarium en het gebrek

aan rechten accepteren, omdat je het werk nodig hebt vanwege

financiële redenen, of gewoon een kans wil om je vak uit te oefe-

nen. Maar er zijn natuurlijk grenzen.”

Bedenk wat jijzelf redelijk vindt, los van wat gangbaar is. krijg je

zo de kans op beter betaalde vervolgopdrachten? Doe je nut-

tige contacten op? Als je ondanks alles blijft steken op het voor

jou minimaal acceptabele onderhandelingsresultaat, wees dan

duidelijk en positief in je motivatie. Geef aan dat je akkoord gaat

omdat je het project bijvoorbeeld erg leuk vindt of ervaring op

wilt doen. Als je het als eenmalige concessie presenteert, maak

je het voor jezelf makkelijker om bij een volgende onderhande-

ling meer te vragen.W

EG

WIJZ

ER

VO

OR

SC

EN

AR

IOS

CH

RIJV

ER

S H

OE

LO

OP

Ik B

INN

EN

?

114 115

digde kapitaal, kunnen een lening aanvragen bij de Triodosbank,

afdeling kredietverlening. Deze regeling is tot stand gekomen in

samenwerking met kunstenaars&CO. Informatie vind je op

www.kunstenaarsenco.nl onder Producten en diensten/Cultuur-

lening.

Verzekeringen

(Aspirant)Leden van het Netwerk kunnen een beroep doen op de

voorzieningen van de VSenV op het gebied van ziektekosten- en

ongevallenverzekeringen en een arbeidsongeschiktheidsverze-

kering. Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/Ver-

zekering.

Pensioen

Als zzp’er, zelfstandige zonder personeel, bouw je geen pen-

sioen op. Er bestaat voor (aspirant)leden van het Netwerk en

aangeslotenen van Lira een mogelijkheid tot hulp bij het opbou-

wen van een oudedagsvoorziening door de Stichting P.C. Bou-

tensfonds. Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/

Pensioen.

Noodhulp

Soms kun je een nijpend, tijdelijk financieel probleem niet zelf

oplossen. In zo’n geval kun je de hulp inroepen van het Sociaal

Fonds Letterkundigen. Het aanbieden van een eenmalig geld-

bedrag of een persoonlijk advies, behoort tot de mogelijkheden.

Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/Financiële

hulp.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E L

OO

P Ik

BIN

NE

N?

meer InformatIewww.netwerkscenario.nlwww.auteursrecht.nlwww.belastingdienst.nlwww.beroepkunstenaar.nlwww.cedar.nlwww.contractenbureau.nlwww.kunstenaarsenco.nlwww.kvk.nlwww.lancelots.nlwww.leren.nlwww.lichaamstaal.comwww.lira.nlwww.onderhandelen.nlwww.socialezekerheid.nlwww.home.szw.nlwww.vevam.nlwww.vsenv.nl

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

117

Hoegaikschrijven?

stel dat je een idee voor een film of een televisie-serie hebt. Hoe overtuig je iemand dat jouw idee het lezen waard is? daar gaat dit hoofdstuk over. goed schrijven is en blijft natuurlijk het belang-rijkst, uiteindelijk moet je synopsis of script overtuigen. Het hoeft er niet prachtig of glossy uit te zien. wat je als maker voor ogen hebt moet er in staan. Het doel is om een lezer tot het lezen van jouw idee te verleiden. dus: hoe verzin je een pakkende titel? Hoe schrijf je een prikkelende logline, een wervende synopsis of een inspireren-de seriebijbel? Hoe plot je een aflevering? Voor drama is het creëren van personages erg belang-rijk, een vragenlijst kan je daarbij helpen. Het hoofdstuk eindigt met een checklist voor drama waaraan je je idee kunt toetsen.

5

118 119

Final Draft (www.finaldraft.com) en Movie Magic (www.screen-

play.com) waarvan een demoversie te downloaden is. Daarnaast

zijn er ook programma’s die je bij het ontwikkelen van verhalen

helpen, zoals Power Structure (www.powerstructure.com) en

Dramatica Pro (www.dramatica.com), ook hiervan zijn demover-

sies te downloaden. Op www.celtx.com kun je gratis scenario-

software downloaden. Meer informatie is ook te vinden op

www.filmmaken.nl onder Software overzicht. Vraag ook gebrui-

kers naar hun ervaringen.

5.1 tItelDe titel is je visitekaartje. Je wilt de lezer overtuigen dat je script

of synopsis het lezen waard is. Een titel is een belofte, maakt

nieuwsgierig en bereidt het publiek voor op de komende lees-

of kijkervaring. Shakespeare noemde zijn toneelstuk niet hAmlet,

maar the trAGedy of hAmlet, prince of denmArK.

Wat z i jn goede t i te ls?

Een effectieve titel verwijst naar iets tastbaars in het verhaal

– karakter, arena, thema of genre. De beste titels verwijzen vaak

naar twee of alle elementen. jAws noemt een karakter, zet het

verhaal in de woestenij, geeft een thema – de mens tegen de

natuur –, in het actie/avonturen genre. KrAmer vs KrAmer noemt

twee karakters, geeft een thema – scheiding – in het genre huise-

lijk drama. lA dolce vitA plaatst ons in een decadente setting van

rijke stedelingen. Verder zijn goede titels dezelfde titel als van

het boek of een spin-off van een ander medium, zoals Turks Fruit,

Zoop in Afrika et cetera.

Ongeveer tweederde van alle titels bevatten namen van personen

of plaatsen, zoals simon, cApote, cAsAblAncA en costA!. costA!

springt er uit, omdat het zowel iets zegt over de arena, als over

het genre. Let ook op het effect van het uitroepteken. Met titels als

Passie

De vragen en suggesties dienen slechts ter inspiratie, gebruik

alleen wat voor jou werkt. Zorg vooral dat je de lol en passie

behoudt die je nodig hebt om te schrijven. Soms kan alles in een

verhaal kloppen, maar kan desondanks het ‘leven’ er uit verdwe-

nen zijn. Belangrijker is je passie om te vertellen, om te verma-

ken, om te ontregelen, om je emoties en je inzichten over te

dragen. Dan vergeeft men je de plotfoutjes, die zijn namelijk altijd

op te lossen. Maar men vergeeft je nooit een gebrek aan passie.

Dieper graven

Docent aan de Hku Paul van den Wildenberg: “Wat was je eerste

idee? Hang dat groot boven je computer of op je muur, zodat je

niet van dat oorspronkelijke idee afdwaalt.” Vervolgens mag je

best dieper graven, omdat je eerste idee vaak een anekdote is

die voor iets diepers of universelers staat. Als je je thema (iets

universeels, een moraal of iets van alle tijden) hebt gevonden of

gedefinieerd, dan kun je juist je onderwerp (de plot, de anekdote

die specifiek aan tijd en arena gebonden is) aanscherpen en het

dramatisch potentieel daarvan uitbuiten.

Scenariosof tware

Je kunt je scenario’s in Word schrijven, maar er zijn ook diverse

softwareprogramma’s die je daarbij helpen. De bekendste zijn

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

120 121

Je titel moet verleiden en intrigeren. bAcK to the future is een

slimme woordspeling, je verwacht bAcK to the pAst en bovendien

vat het de toestand van hoofdpersonage Marty McFly perfect

samen. een inGewiKKeld verhAAl, eenvoudiG verteld is misschien

vaag, maar intrigeert wel. Pas op met alliteratie als het niet om

een kinderfilm gaat. Het Suske en Wiske effect ligt al snel op de

loer. Wees ook voorzichtig met woordspelingen, als het niet om

een (flauwe) komedie gaat. Probeer origineel te zijn, kom met

een verrassende combinatie.

Tot slot nog iets ongrijpbaars: het moet klínken als een titel.

Bekt het lekker? liever verliefd, A bout de souffle, double indemnity,

het klinkt allemaal als een klok. Leg vrienden en bekenden je

werktitel voor en luister naar de reacties. Wat voor associaties

roept het op? Ga net zolang door tot die één tot vijf woorden goed

zijn. Een goede titel doet je synopsis of script er uitspringen.

5.2 loglIneJe logline is de trailer voor je synopsis of script. Drukke lezers

trekken soms alleen tijd uit om je synopsis te lezen als de logline

hen nieuwsgierig weet te maken. Er zijn twee redenen waarom

de logline belangrijk is. De eerste is om je lezer te overtuigen, de

tweede is om jezelf bewust te maken van welk verhaal je eigen-

lijk wilt vertellen.

Wat is een logl ine?

Een logline is een beschrijving van je verhaal in een, twee of drie

zinnen. ‘Een briljante wiskundige wordt gedwongen zijn leven

nogmaals onder de loep te nemen als blijkt dat hij aan schizofre-

nie lijdt. uiteindelijk overwint hij al het leed en wint hij de Nobel-

prijs’ (A beAutiful mind). ‘Een zwarte comedy over drie miljonairs-

vrouwen die een huurmoordenaar inschakelen om een van hun

overspelige echtgenoten uit de weg te ruimen’ (moordwijven).

titAnic, tbs, Moordwijven en u-571 zie je al een hele film voor je.

Andere titels benoemen de gemoedstoestand van de hoofdper-

soon, bijvoorbeeld delirious, clueless, vAn God los en drift. Als

het goed is suggereren deze titels tevens een genre. De eerste

twee comedy en de laatste coming of age, waarbij clueless zelfs

beide suggereert.

Verder zijn er de intrigerende, want dubbelzinnige, titels, zoals

indecent proposAl, cryinG GAme, thinGs to do in denver when

you’re deAd en zwArte sneeuw. Let op de tegenstelling bij de

gebruikte woorden. Andere zijn bekende uitdrukkingen en

benoemen het cliché van de film: you’ve Got mAil, fridAy the 13th

et cetera. Ten slotte de twist op het cliché, zoals G.i. jAne, the mAn

who Knew too little en heerlijK duurt het lAnGst.

Hoe verzin je een t i te l?

Noteer woorden en titels die je aanspreken of inspireren. Brain-

storm de ‘voor de hand liggende’ titels. De naam van je hoofd-

personage? De overheersende gemoedstoestand van je hoofd-

personage? Hij of zij wil? Hij of zij heeft nodig? De hoofdlocatie?

De arena? Veel gebruikt jargon? Het hoofdconflict? De hoofdcli-

max? De belangrijkste actie? De plotvraag? Het genre? Clichés

in het verhaal? Het thema? De premisse? Wat is er uniek aan?

Denk aan je verhaal en maak een lijst van woorden die onmiddel-

lijk in je opkomen.

Probeer vervolgens combinaties van die woorden uit en verzin

tegenstellingen. Zoals bAd sAntA, All thAt heAven Allows en wilde

mossels. Denk aan spreekwoorden, gezegden, liedjes, turbotaal

zoals vet hArd. Wees prikkelend, provoceer, gebruik rare, bizarre

woorden en combinaties. Maak de lezer nieuwsgierig, creëer

een gevoel van noodzakelijkheid. Grijp niet direct naar clichés

als het mysterie vAn….

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

122 123

snapt uit de gevangenis en jaagt op de werkelijke moordenaar.’

kortom: wie, wat en hoe. Wie is de hoofdpersoon, wat is zijn

probleem en hoe lost hij dat op. Wie: een vooraanstaand chirurg.

Wat: ten onrechte veroordeeld voor de moord op zijn vrouw. Hoe:

hij ontsnapt om de werkelijke moordenaar te vinden.

2 DE VIER u’S

Die vier u’s zijn: uniek, uitbetalend, urgent en ultraspecifiek. Bijna

alle geslaagde reclameslogans hebben die vier u’s in zich, en ze

werken ook voor loglines. ‘Het is 1945, WO II. Op de Filippijnen

leidt een luitenant een reddingsoperatie tot achter de vijandelijke

linies om vijfhonderd Amerikaanse krijgsgevangenen te bevrij-

den.’

uniek? Er zijn meer oorlogsfilms waarin mensen gered moeten

worden. Op zich is dit gegeven dus niet voldoende om de lezer

in een staat van grote opwinding te brengen. Maar het zijn de

details die het hem doen: vijfhonderd krijgsgevangenen, de Filip-

pijnen, 1945 en achter de vijandelijke linies.

uitbetalend? De Amerikanen hadden bij het verschijnen van

deze logline net de oorlog in Afghanistan achter de rug. Weten

wat je wanneer moet verkopen, dat is ook een truc.

urgent? Reken maar. In 24 woorden wordt hier net genoeg van

de plot onthuld om te weten dat dit een spannend drama wordt.

Vijfhonderd krijgsgevangenen in handen van de vijand. Zullen ze

gered worden?

En ultraspecifiek? Ook hier zijn de details bepalend. De Filip-

pijnen in 1945. Een luitenant. Een bevrijdingsoperatie achter

vijandelijke linies. Vijfhonderd krijgsgevangenen.

3 DE EXTERNE EN DE INTERNE VERHAALLIJN

‘Een verlegen, eenzaam jongetje vindt een buitenaards wezen.

Hij zal moedig genoeg moeten zijn om het op te nemen tegen

de autoriteiten en het wezen terug naar zijn thuisplaneet te hel-

Hoe schri j f je een logl ine?

Er moet heel veel informatie in die logline van een, twee of drie

zinnen staan: genre, conflict, personage, handeling, locatie, tijd,

een crisis die moet worden opgelost, de mogelijke transformatie

die je personage doormaakt en het commerciële potentieel. En

dat allemaal in maximaal 25 woorden in de tegenwoordige tijd,

zodat je logline in één adem uitgesproken kan worden. En het

moet natuurlijk knetteren!

Benadruk de unieke elementen van je verhaal waardoor men-

sen zich in de situatie kunnen inleven en kunnen meeleven

met je hoofdpersonage. Gebruik woorden die iets oproepen.

Liefde, dood, seks, avontuur, mysterie en romantiek doen het

altijd goed. Gebruik actieve werkwoorden in je logline. Probeer

beeldend te schrijven, zodat de lezer de film al voor zich ziet.

Er volgen nu drie verschillende, maar elkaar ook deels overlap-

pende, manieren om tot een logline te komen.

1 WIE, WAT EN HOE?

Een vorm waarin je je logline kunt gieten is: ‘een verhaal over

een personage – gebruik hierbij karaktertrekken, geen eigen-

namen – dat een probleem heeft en iets moet bereiken waar-

door hij dat probleem kan oplossen.’ In dit geval vertelt de

logline iets over:

• Wie de hoofdpersoon is en wat hij of zij moet doen. De aanlei-

ding waarom de hoofdpersoon aan zijn reis of zoektocht

begint.

• Wat wil hij of zij? Hoe pakt de hoofdpersoon dit aan? Wat is zijn

of haar actieve handeling?

• Wat voor vreselijks gebeurt er als de hoofdpersoon hier niet in

slaagt?

De logline van the fuGitive: ‘Een vooraanstaand chirurg wordt

ten onrechte veroordeeld voor de moord op zijn vrouw, ont-

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

124 125

Opmaak en context

Houd flinke marges aan, minimaal 2,5 cm. kies een proportioneel

font, geen Courier dus. Deel je synopsis op in alinea’s met een

witregel ertussen. Maak je alinea’s niet te lang. Je kunt je synop-

sis opfleuren met een afbeelding of een plaatje; een plaatje zegt

meer dan duizend woorden en kan goed een sfeer of stemming

illustreren. Je kunt ook heel licht iets afdrukken over het A4tje,

maar zorg dan wel dat het goed leesbaar blijft. Zorg dat de plot

niet meer dan zestig procent van de totale synopsis beslaat.

Je lezers hebben geen voorkennis. Hoe moeten ze hem lezen?

Zorg dat ze je synopsis in het juiste kader kunnen plaatsen, met

de juiste toon lezen. Wat is de stijl of het genre? Is het een mix?

In het laatste geval is er toch één het belangrijkst, dus kies en

wees specifiek. Niet een komedie, maar een romantische of een

zwarte komedie. Geef eventueel voorbeelden van vergelijkbare

films, series et cetera. Dit kan gevaarlijk zijn, als de lezer de

voorbeelden niks vindt, maar het maakt het makkelijker om een

kader te scheppen.

Je kunt je synopsis met een spreekwoord of een citaat beginnen,

met het parafraseren van de premisse, met een verantwoording

voor wat je wilt of gaat doen, met je motivatie of je passie om

het verhaal te schrijven. Maak de noodzaak dat jij dit verhaal

wil vertellen duidelijk. Wat beweer je met dit verhaal? Benoem

het thema of het onderwerp. Waar zit de relativering, de nuance

of juist het absoluut noodzakelijke van een pamflet? Waarom

moet juist jij dit schrijven, waar zit de authenticiteit, waar zit jouw

kracht? Heb je inspiratiebronnen? In welke traditie wil je passen?

Schri jven

Je eerste zinnen moeten intrigeren. Begin met een sterke

opening, bijvoorbeeld met een beeld, waar het zich afspeelt,

de sfeer of een stemming; niet met: ‘Joop is de broer van ….’

pen.’ (eT) Bij deze logline komen zowel de externe als de interne

verhaallijn aan bod. De externe verhaallijn is de achtergrond

waartegen het verhaal van de held – de interne verhaallijn – zich

afspeelt. In eT draait de externe verhaallijn om de vraag of de

jongen het wezen naar zijn ruimteschip kan brengen. De interne

verhaallijn is het verhaal van de held. Het verlegen jongetje dat al

zijn moed bij elkaar moet rapen om ET te redden, en dat daarbij

zichzelf behoedt voor een eenzaam en angstig leven.

Tot s lot

Lees zoveel mogelijk loglines. Regels zijn er om gebroken te

worden, het gaat erom dat een logline intrigeert. Wat maakt je

verhaal of je hoofdpersonage uniek? Zo kom je ook tot de essen-

tie van je verhaal. Het is een hele klus om een goede logline te

schrijven, maar het betaalt zich uiteindelijk dubbel en dwars

terug. Met een intrigerende logline kun je bovenop de stapel

komen te liggen.

5.3 synopsIsTips voor het schrijven van een synopsis:

• Houd het simpel. Je lezer moet je synopsis snappen na een snelle

lezing. Denk aan oorzaak en gevolg. Elke zin en paragraaf moet

makkelijk naar de volgende leiden.

• Oefenen. Schrijf meerdere versies van je synopsis.

• Laat je synopsis door professionals lezen en door je vrienden.

Vraag de laatsten niet om kritiek, alleen of ze het begrijpen. Laat

ze aangeven wanneer ze afhaken, welke stukken ze niet leuk

vinden of niet snappen.

• Lees synopsissen van anderen.

• Stuur je synopsis pas in als je écht tevreden bent, als hij écht af

is. Je krijgt vaak maar één kans om je project goed te presente-

ren.

• Let op spelling- en grammaticafouten.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

126 127

matie, computergame of hoorspel? Wat is de vorm en de lengte?

kun je iets vertellen over de manier waarop je dit verhaal vertelt?

De structuur: chronologisch of niet-lineair? Het tijdsbestek? Bij-

voorbeeld: een jaar in dertien afleveringen, of een aflevering is

precies een nacht?

Wat is de go-for? Waarom zouden producenten hier drie miljoen

euro aan uit moeten geven? Waarom zou een bioscoopganger

negen euro betalen voor een kaartje? Geef de reden waarom

de televisiekijker op zijn vrije avond wil kijken naar jouw

bedenksel.

Voor wie is de film bedoeld, wie is je publiek? Wat is het beoog-

de effect; welke emoties en welke inzichten wil je je publiek

meegeven?

Tot slot: er zijn geen regels. Je moet er zelf achterkomen wat voor

jou en je verhaal werkt en wat niet. Elk idee is uniek; dus ook zijn

optimale presentatievorm. Mieke de Jong schreef haar synopsis

voor de speelfilm Knetter geheel vanuit het perspectief van het

hoofdpersonage Bonnie, een meisje met een manisch-depres-

sieve moeder.

5.4 serIebIjbelStel dat je een idee voor een televisieserie hebt. Hoe presenteer

je dat? Een kort antwoord: zet alles op papier wat je nodig denkt

te hebben om de lezer te overtuigen waarom deze serie zo bril-

jant is, of juist nú gemaakt moet worden; een seriebijbel.

Wat is een seriebi jbel?

Allereerst een titelpagina met eventueel een logline. Vervolgens

een ‘verkoop’ pagina waarmee je de lezer overtuigt van het

bestaansrecht van jouw idee. Dan volgt meestal een uitgebreide-

re beschrijving van het concept van de serie met het thema, de

Beschrijf alles in het hier en nu en in de tegenwoordige tijd.

Gebruik actieve werkwoorden, vermijd passieve woorden zoals

beseffen. Schrijf visueel, gebruik beeldende taal. Denk aan

de vijf w’s: wie, wat, waar, wanneer en waarom? De lezer moet

de film voor zijn geestesoog zien afspelen. Schrijf consistent

van toon, compact, concreet en specifiek. Schrijf niet te wollig,

gebruik geen vergelijkingen. Maak het verhaal invoelbaar en

begrijpelijk. Het doel is emoties opwekken bij de lezer.

Voor een synopsis is de belangrijkste vraag: waar gaat het over?

Begin met de kern van je verhaal en bouw dit vervolgens uit, zie

ook paragraaf 3.5. Beschrijf hoe je het verhaal vertelt. Geef de

richting aan naar het onvermijdelijke eind. Denk aan oorzaak en

gevolg. Structureer helder, denk aan de drie akten, de reis van

de held et cetera. Belangrijk is het beschrijven van de hoofdcli-

max. Wat is het grootste gevecht of dilemma? Tussen welke twee

even onacceptabele en pijnlijke alternatieven moet je hoofdper-

sonage kiezen? Wat zijn de twee grootste krachten die tegenover

elkaar staan en wie of wat wint? Wat is de belangrijkste vraag die

het publiek bezighoudt?

Wie bevolken je plot? Wat is hun ‘wil’ en ‘nodig hebben’, hun

diepere wil. Wat is hun temperament, wat zijn de te overwinnen

obstakels, en gekoppeld daaraan de ontwikkeling en verdieping

van hun karakter? Denk na over specifieke details. Zorg voor een

intrigerende en originele hoofdpersoon. Waar bevindt je held

zich aan het begin? Waar belandt hij of zij op het eind? Schets

in het kort de ontwikkeling van het personage. In een synopsis

hoef je niet alle personages te noemen. Gebruik ook niet teveel

namen, dat maakt het lezen lastig. Je kunt het ondervangen door:

het ex-vriendje van, of de moeder van et cetera.

Waar en wanneer speelt het zich af? Zoek het dramatisch potenti-

eel van je arena op. Wat is het medium, speelfilm, korte film, ani-

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

128 129

Probeer in een paar zinnen te vertellen wat de kern van je idee

is. Over wat en wie gaat het? Wat voor verhalen wil je vertellen?

Vermeld de tijd waarin het zich afspeelt, zeker als het niet het

heden is. Waarom wil de televisiekijker op zijn vrije avond naar

jouw bedenksel kijken? Waarom blijven ze kijken? Waarom

ben jij er zo enthousiast over? Probeer dat op de lezer over te

brengen. Wat is er origineel aan? Wat is zo spannend, grappig

of tragisch? Het lastigste van schrijven is vaak: er achter komen

wát je wilt schrijven. Waar gaat het nou eigenlijk over? Bedenk

dat het makkelijker is om over een serie briljant te schrijven,

dan de serie ook daadwerkelijk briljant te schrijven.

Je idee moet van de pagina knallen. Als je alleen maar een

geniaal idee hebt, beperk je dan daartoe. Aan slecht uitwerken

heb je niets. Beschrijf je idee dan bijvoorbeeld in een pagina

of twee, de lezer zal je dankbaar zijn. Vaak moeten er ook eerst

een hoop vragen worden beantwoord, voordat je een serie

verder kan uitwerken. Wat is het budget? Hoeveel sets heb je?

Hoeveel buitenopnamen? Stuur geen materiaal op waar slecht

over is nagedacht.

Als je je serie-idee genoeg hebt uitgewerkt om er tien tot

vijftien pagina’s mee te vullen: doen. Maar dan moet het wel

allemaal goed zijn. En soms kan het tot in detail uitwerken

lezers ook afschrikken. Vaak willen producenten en omroepen

over je serie meedenken en meepraten. Bedenk goed dat

televisiemaken samenwerken is. Dus is het ook prima dat je

nog niet alles tot in detail hebt uitgewerkt. Zelfs al zou je precies

dezelfde ideeën hebben als een omroep of producent, dan nog

kan het ze afschrikken, omdat ze de besluiten niet samen met

jou hebben genomen. Geef dus een proeve van dialoog, geen

hele aflevering. Het moet voor de lezer naar meer blijven

smaken. Bovendien wil je voor het verder uitwerken betaald

worden.

toon, de stijl, het genre, de arena, de serielengte, de doelgroep

et cetera. Een beschrijving van de hoofd- en bijpersonages, hun

onderlinge verhoudingen en hun backstories, voorbeelden van

afleveringen en soms een proeve van dialoog.

Een seriebijbel bestaat globaal uit twee tot vijftien pagina’s. Maak

goed gebruik van tekstopmaak. Houd flinke marges aan, mini-

maal 2,5 cm en kies een proportioneel 12-punts font, geen Cou-

rier dus. Maak gebruik van tussenkopjes en witregels. Maak je

alinea’s niet te lang, het liefst vijf tot acht regels, met een witregel

ertussen. Zo kan de snellezer beter uit de voeten met je tekst. Je

kunt het document opfleuren met een afbeelding of een plaatje.

Je kunt ook heel licht iets afdrukken over je A4tjes.

‘Verkoop-pagina’

Realiseer je dat seriebijbels vaak snel en slecht gelezen wor-

den door drukbezette mensen. Ga ervan uit dat lezers in eerste

instantie alleen de eerste bladzijde van je seriebijbel lezen.

Schrijf dus de eerste bladzijde zo dat de lezer de serie voor zich

ziet en verder wil lezen. Begin bijvoorbeeld met een beeld, een

motto of de premisse. ‘In het gevecht om de gunst van de kijker

worden tv-makers voortdurend zódanig met de grenzen van hun

moraal geconfronteerd, dat zij die ook in hun privéleven maar

moeilijk weten te handhaven.’ (het GlAzen huis).

Wat is je motivatie om dit te schrijven? Wat is het beoogde effect?

Welke emoties en inzichten wil je overbrengen bij je publiek?

Waarom moet jij dit schrijven, waar zit de authenticiteit, waar zit

jouw kracht? En waarom is televisie het beste medium voor dit

verhaal? Is het een origineel werk of niet? Heb je inspiratiebron-

nen? In welke traditie wil je passen? Soms is het handig een

bestaande serie te noemen, maar dit kan ook tegen je werken.

‘Nee, niet weer een zoveelste ... kloon.’ Waar zit de relativering,

de nuance of juist het noodzakelijke pamflet?

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

130 131

ogen van Aliens. Een duidelijk basisconflict helpt ook. Neem de

vlAAmse pot: het restaurant moet draaiende gehouden worden.

Originaliteit kan op meerdere manieren tot uitdrukking komen.

Wil je de kijker escapisme bieden of juist met de neus op de

feiten drukken? Heb je een actuele, originele, ontwrichtende

visie op een eeuwenoud universeel thema? Originaliteit zit ook

in de manier waarop jij een verhaal vertelt; de structuur. Is het

chronologisch? Je kunt een jaar in dertien afleveringen vatten,

of 24 uur in 24 afleveringen. Wat is het tijdsbestek? Beslaat een

aflevering een dag? Hoe is een aflevering opgebouwd? Is er een

A-, B- en C-lijn? Bij All StArs was het stramien: perikelen rond

de hoofdpersonen én rond een wedstrijd. Originaliteit kan ook in

een nieuwe visuele stijl zitten, denk aan miAmi Vice.

Thema

Wat beweer je met deze serie? Over welk onderwerp gaat het en

wat is jouw opvatting daarover? Het thema is het kompas dat je

serie stuurt. Het hoeft geen groot of abstract thema te zijn zoals

‘de ledigheid van het bestaan’. Liever iets fundamenteels of uni-

verseels, iets wat iedereen kent of aanspreekt. Het klassenonder-

scheid (roseAnne), of de competitiedrang tussen mannen (home

Improvement), of de corrumperende invloed van geld (dAllAs), of

de gruwel van een oorlog (mAsh), of één persoon die het verschil

kan maken (vicAr of dibley).

Een te nauw thema kiezen en (te) uitputtend behandelen, is even

gevaarlijk als helemaal geen focus hebben. Je hebt een hoofd-

thema nodig en verschillende subthema’s. Het gaat bijvoorbeeld

niet alleen over tijdreizen, maar ook over overspel.

Toon

Wat is de toon? Neem het concept van een medische unit in oor-

logstijd, voeg daar een ironische toon aan toe en je hebt mAsh.

Meedenken over je serie is prima. Bedenk echter dat het haast

onmogelijk is om goed te schrijven voor een serie waar je weinig

of niets mee hebt. Wees dus niet bang om stelling te nemen.

Inspiratie komt vaak voort uit fascinatie, een onderzoeksvraag.

‘Hoe ontsnap je uit een zwaarbewaakte gevangenis?’ Pas dus

goed op dat ze niet zodanig met je idee aan de haal gaan dat jij

je fascinatie kwijtraakt. Wat is de kern? Wat is voor jou de essen-

tie waar je niet aan wil tornen? Heb je daar goed over nagedacht,

dan kun je ook met goede tegenargumenten komen.

Het kan soms verstandig zijn om aan te geven hoe de serie pro-

ductioneel ingevuld moet worden. Bijvoorbeeld low budget, met

een kleine crew en DV-camera. Zeg ook iets over het beoogde

publiek en de uitzendtijd. Is het geschikt, relevant en onderhou-

dend voor de doelgroep? Schrijf bij voorkeur een format op het

lijf van een bepaalde omroep, zender of producent.

Concept

Het concept is de basis van een serie. Als het om een oneindige

reeks gaat moet je bedenken: is het concept onbeperkt houdbaar?

Een schrijfster van moordmysteries gebruikt haar vaardigheden

om moorden op te lossen. Een wetenschapper is blootgesteld aan

straling en elke keer als hij boos wordt, verandert hij in een groen

monster. Een alleenstaande vader met dochter neemt een baan

als inwonend huisbediende bij een werkende moeder met zoon.

Het concept van All StArs: in de kleedkamer zijn het jongetjes van

tien, maar daarbuiten leiden ze een heel ander leven.

Concepten kunnen overal vandaan komen. Iedere vernieuwende

successerie verlegt grenzen. Je hoeft niet per se met een origi-

nele arena te komen. Belangrijker is een nieuw perspectief op iets

vertrouwds, een nieuwe invalshoek. Dit kan bijvoorbeeld door een

origineel gezichts- of uitgangspunt, een nieuwe toon of een verras-

send perspectief. Alles door de ogen van een kind of alles door de

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

132 133

denken, handelen, voelen en emoties tonen. Hoe meer con-

trast, hoe meer conflict. Hoe groter de verschillen, hoe meer de

personages bij elkaar los kunnen maken. Door een personage

te confronteren met iemand die iets heeft wat hij of zij zelf mist,

wordt dit extra benadrukt. Zo kun je een karakter verdiepen.

Bij langlopende series gaat het er vooral om personagerelaties

met voldoende dynamiek te creëren.

Contrast kan ook op kleinere schaal worden toegepast. Mensen

hebben verschillen in smaak, zienswijze of opvatting. Ze vinden

je kapsel of spijkerbroek niet mooi, ze houden wel of niet van

sport, kunst et cetera. Over smaak valt wel degelijk te twisten.

Dat kan ook heel terloops. De manier waarop een personage

naar een ander kijkt, als die iets ‘verkeerds’ zegt of doet. De

één houdt van gezond, vegetarisch en biologisch, de ander

van vlees, vettigheid en fast food. Dit contrast kun je gebruiken

tijdens het eten, of als het besteld of bezorgd wordt. Dit geeft

je serie en je scènes meer gelaagdheid en conflict. Het maakt

een scène rijker en de kijker leert zo de personages beter

kennen.

Onui tgesproken seksuele spanningen

Een van de allersterkste ingrediënten bij onderlinge relaties is

de (onuitgesproken) seksuele spanningen of seksuele spannin-

gen die niet worden ingelost. Een voorbeeld is de serie moon-

liGhtinG waarin topmodel Maddie Hayes eigenaar is van een

detectivebureau en de baas is van detective David Addison.

Tijdens de zaken wordt het duidelijk dat de twee speurneuzen

totaal van elkaar verschillen in levensstijl, gevoel voor humor,

de manier waarop ze het detectivebureau willen runnen et

cetera. Ze kibbelen de hele tijd, misschien lijken ze daarom wel

het perfecte stel. De serie dreef niet zozeer op de zaken, maar

vooral op de vraag: worden ze geliefden? Bij de comedy cheers

waren het Sam en Diane die om elkaar heen bleven cirkelen.

Leg melodrama over het verhaal van een gewetenloze Texaanse

oliefamilie: dAllAs. Mix sociale satire met de avonturen van een

disfunctionele cartoonfamilie en je hebt the simpsons. De toon

beïnvloedt elke creatieve beslissing. Het is de ‘kleur’ die je over

je serie legt om je kijk op je personages, hun levens en hun ver-

halen te definiëren. Bij wAltz is de toon vooral fysiek; bij circus-

mensen is hun lichaam vaak het instrument.

Conf l ic t

Hoe creëer je een langlopende serie, een serie die tien jaar kan

lopen? Langlopende televisieseries gaan uiteindelijk vooral over

karakters en hun onderlinge relaties. De onderlinge relaties zijn,

net als de karakters, in het algemeen erg stabiel. Conflict is de

basis, de motor van het drama. Als je arena en karakters geen

grote hoeveelheden conflict of verhalen kunnen genereren, dan

moet je iets anders verzinnen. Conflict is er op verschillende

niveaus:

• Conflict kun je van buiten halen, buiten de vaste karakters om,

denk aan rechtszaken, moordzaken, medische zaken et cetera.

• Conflict kun je ook van binnen halen, de onderlinge conflicten

tussen de vaste karakters.

• En elk karakter heeft zelf interne conflicten, bijvoorbeeld angs-

ten en dilemma’s die overwonnen moeten worden.

Contrast

Het soort conflict verschilt per genre en het concept van een

serie. Meestal zorgen de externe conflicten in een serie voor de

actie, de onderlinge en interne conflicten voor de intriges. Bij

ScriptStudio (Endemol) maken ze gebruik van de methode van

Laurie Hutzler, zie www.emotionaltoolbox.com. Natuurlijk moet

er voldoende conflict in je verhalen zitten, maar als je over je

ensemble van personages begint na te denken, zoek dan vooral

naar onderlinge contrasten. Contrast in normen en waarden,

geloof, politiek, levensfilosofie en ambities. Contrast in hoe ze

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

134 135

De beide karakters zijn bijna volstrekt complementair. Ze komen

dan ook vaak tegenover elkaar te staan. Sean wil bijvoorbeeld

Pro Deo werk doen, Christian niet. Maar ze moeten samen ook

een eenheid vormen, want in hun kliniek kunnen ze niet zonder

elkaar. Operaties moeten vaak letterlijk samen worden uitge-

voerd. Maar hun relatie is nog complexer. Sean, Christian en

Julia zijn oude studievrienden. Julia heeft haar medische carrière

vanwege de kinderen opgegeven, vandaar haar rancune ten

opzichte van Sean. Julia kan haar hart uitstorten bij Christian, die

echter heimelijk verliefd op haar is. Dit geeft ook zijn dwangma-

tig versieren een diepere laag. Seans rebellerende zoon Matt wil

niets van zijn vader aannemen, maar loopt weg met Christian et

cetera.

Een veel gebruikte manier om over je personage-ensemble na te

denken is je cast, ook al is het van een politiebureau of een zie-

kenhuis, in te delen als een substituut familie. Wat een serie helpt,

is als de karakters op een specifieke manier tot elkaar staan

en contrasteren. Dus: wat is de relatie van een karakter met de

andere karakters? Bedenk of het bondgenoten of vijanden zijn,

of iets ertussenin. Bovendien kan een relatie op meer niveaus

werken. Dit geeft de karakters gelaagdheid, maakt ze driedimen-

sionaal. Ook kunnen in een relatie op een ander niveau de rollen

zelfs omgekeerd zijn. Bijvoorbeeld: twee mannen runnen samen

een bedrijf, zijn partners, maar worden rivalen in de liefde omdat

ze verliefd worden op dezelfde vrouw.

In drama werken driehoeksrelaties altijd goed. Bij All in the

fAmily staan vader Archie en schoonzoon Michael tegenover

elkaar, zodat dochter Gloria regelmatig gedwongen wordt te kie-

zen tussen haar vriend en haar vader. In house m.d. zijn House

en Wilson rivalen in hun liefde voor dokter Lisa Cuddy. Christian,

Sean en Julia vormen in nip/tucK een driehoek, net als Chris-

tian, Sean en Matt. Soms lijken de onderlinge relaties allemaal

Toen Sam en Diane eindelijk wat met elkaar kregen, zakte de

serie in en werd het paar onmiddellijk weer uit elkaar gehaald.

Personage-ensemble

Bij de meeste series staan één of twee hoofdpersonages centraal.

Dit geeft de serie een duidelijke focus. Bedenk dus goed wat de

kern van je serie is. Een serie kan natuurlijk ook over een ensem-

ble gaan waarin de personages stuk voor stuk even belangrijk

zijn, zoals in friends. Maar meestal bestaat zo’n ensemble toch

uit hoofd- en bijpersonages, zoals lost, waar Dokter Jack meer

screentijd heeft dan anderen. Probeer ook bij een ensemblecast

het aantal vaste personages te beperken tot een aanvaardbare

hoeveelheid.

Als je serie één duidelijke hoofdpersoon heeft, zoals bij shArK

of house m.d., dan bepaalt die de rest van de cast. De andere

karakters zijn er vooral vanwege hun relatie met de hoofdpersoon

en elke relatie toont één specifieke kant van de complexe natuur

van de hoofdpersoon, zoals dochter Julie van hoofdpersoon

Sebastian Stark in shArK. Dokter James Wilson in house m.d. is

een vriendelijke man die aardig is tegen zijn patiënten, waardoor

de onhebbelijkheden van House nog veel meer geaccentueerd

worden. Maar dit is niet zijn enige functie, House en Wilson zijn

bovendien rivalen in de liefde.

Als je serie twee hoofdkarakters heeft, leveren contrastrijke

karakters veel conflictstof op, nip/tucK is hier een goed voor-

beeld van. De serie gaat over twee plastisch chirurgen die

samen een kliniek runnen. De ene chirurg, Sean McNamara, is

een brave huisvader zonder ruggengraat, die vooral hard werkt

om zijn disfunctionele gezin te ontlopen. Zijn gezin bestaat uit zijn

rancuneuze vrouw Julia, zijn rebelerende zoon Matt en jongste

dochter Annie. De andere chirurg, Christian Troy, is een materia-

listische, hedonistische macho en een groot vrouwenverslinder.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

136 137

5.5 personagesHet belangrijkste ingrediënt van drama zijn je personages. Films

gaan meestal over mensen die veranderen. Langlopende tele-

visieseries, vooral comedyseries, gaan over het algemeen over

mensen die niet veranderen. Tv-personages mogen wel ontdek-

kingen doen. Ze mogen een les leren, maar die zijn ze vaak aan

het begin van de volgende aflevering op mysterieuze wijze weer

vergeten.

karakters zijn complex en oneindig divers. Hier zit ook de echte

originaliteit. karakters worden rijker door complexiteit. Mensen

zijn complex en zelfs paradoxaal. Ze zijn goed, ze zijn slecht, ze

zijn zwak, ze zijn sterk, ze zijn slim en ze zijn dom. Imperfectie

maakt een personage menselijk. En een belangrijke pijler van

een personage is het verschil tussen iemands zelfbeeld en het

beeld dat de omgeving, of de kijker, van hem heeft. Dat kan ook

een belangrijke bron van comedy zijn.

Vaak definiëren we onze personages door middel van hun

beroep. Dat doen we in het dagelijkse leven ook. “Hoe heet

je?” en “wat doe je?” zijn vaak de eerst gestelde vragen. Maar

mensen en dus ook personages zijn meer dan dat. Ze komen pas

echt tot leven als ze ook wat eigenaardigheden hebben. Neem

een detective, maak er een onhandig knoeiende, mompelende

en snel afgeleide man van in een gekreukte regenjas en je hebt

Columbo.

De grootste uitdaging is om je fictieve personages even goed

te leren kennen als de mensen in je dagelijks leven. Dat is het

moment waarop personages tegen je gaan praten, dan komen

ze zelf met ideeën. Dat maakt je werk makkelijker, maar soms

ook moeilijker, omdat ze dan niet meer doen wat je dacht dat ze

zouden moeten doen. Dat is het moment dat personages echt tot

leven komen.

erg geconstrueerd, en dat zijn ze natuurlijk ook. Maar als je ze

goed introduceert en vertelt, accepteert de kijker dat graag. Het

levert namelijk heel veel stof op voor conflict. De oorspronkelijke

constructie verdwijnt als het goed is gedurende de serie steeds

meer naar de achtergrond.

Af leveringen

In essentie moet een succesvolle langlopende televisieserie con-

sistent zijn. Het publiek schakelt elke week weer in om ‘hetzelfde’

te zien. kijkers willen fascinerende en meeslepende verhalen

zien, in een arena en/of met personages waar ze een band mee

hebben opgebouwd. Denk aan het succes van bAAntjer. In nypd

blue onderzoeken detective Andy Sipowicz en zijn partner een

gruwelijke misdaad, vinden ze een verdachte en persen ze er

vervolgens een bekentenis uit. In the X-files onderzoeken twee

FBI agenten een mysterieus paranormaal fenomeen waarvoor

een wetenschappelijke verklaring blijkt te zijn.

Begin met een verhaal, een halve pagina, om zo te illustreren wat

voor soort verhalen je wilt vertellen. Dit kan bijvoorbeeld het ver-

haal van de eerste aflevering zijn, als die niet teveel afwijkt van

de latere. Zo zet je gelijk de personages, het thema en de toon

neer. Vervolgens vertel je in het kort in welke situaties de perso-

nages worden geplaatst, wat de basisstructuur van die situaties

is, wat het effect van die situaties op de personages is en wat

voor effect de personages op de situaties hebben.

Vervolgens schets je in synopsissen van een halve pagina (alle)

afleveringen voor het eerste seizoen. Daarnaast kun je ook

‘springplanken’ voor verhalen opschrijven. Dat zijn ideeën voor

verhalen in één tot drie zinnen. Zo laat je zien dat een serie meer

seizoenen mee kan. Beschrijf eventueel ook welke groei de serie

en de personages doormaken, en wat voor gevolgen dat voor

hen heeft.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

Iswelkeheeftwathoewaarwelkspreektwaaromvindtwievoelde

rationaliseerthoudtzietgazalontstijgtbetrektrichtblijftgedraagt

verschuiftgedragendraaitwordenzorgtkanloopthebzijnkunnen

komtneemtspeeltwektomvatzitvoertgebruiktdagdroomtwordt

beseftvreestlijktvoldoetbereiktsteektsluitvloeitstaanhandelen

komenhebbenpassenkrijgtgaatkijktstartgeeftonderschatweet

zoupastbevatverlopenleestvertelvoegtstuwtspreken? beschrijf

140 141

voor een belangrijk deel gevormd? En welke invloed heeft dat

op het huidige gedrag?

• Beschrijf de huidige relatie van het personage met zijn/haar

ouders, kinderen en andere belangrijke personen.

• Beschrijf het huiselijk-, liefdes- en seksleven van het perso-

nage.

• Heeft het personage kinderen? Zo ja, beschrijf zijn/haar relatie

met hen. Zo niet, beschrijf zijn/haar houding ten opzichte van

kinderen.

• Beschrijf de moraal van het personage, zijn/haar normen en

waarden.

• Wat is het beroep van het personage?

• Beschrijf de relatie van het personage met zijn/haar baas en col-

lega’s.

• Wat vindt het personage van zijn/haar huidige werk?

• Hoe ziet de vrijetijdsbesteding van het personage eruit? Hobby’s,

interesses, cultuur, sport en uitgaan.

• Beschrijf zijn/haar filosofie en houding ten opzichte van het leven.

• Beschrijf zijn/haar politieke overtuiging.

• Hoe zit het met zijn/haar zelfvertrouwen, omgang met tegensla-

gen, complexen, zoals obsessies, remmingen en neuroses, bijge-

loof, vaardigheden, talenten, kwaliteiten, zoals fantasie, beoorde-

lingsvermogen en gevoel voor humor.

• Wat zijn de belangrijkste karaktertrekken van het personage?

Vaak worden de volgende factoren onderscheiden: deugdzaam-

heid, competentie, extraversie, mildheid, ordelijkheid, neuroti-

cisme, hedonisme en volgzaamheid.

• Wat is de beste en slechtste eigenschap van het personage?

• Wat is de beste en slechtste eigenschap volgens het personage

zelf?

• Wat is de meest verrassende eigenschap van het personage?

• Je kunt ook persoonlijkheidstypen gebruiken zoals het enne-

agram of de Myers-Briggs type indicators; er zijn op internet veel

sites over persoonlijkheidstypen.

Vragenl i js t

Om je personages (m/v) te construeren, kun je een complete

biografie schrijven, maar dat kost veel tijd. Je kunt ook een

karakterdossier aanleggen. Een karakterdossier schrijf je voor

jezelf om je personage beter te leren kennen, het merendeel zul

je waarschijnlijk niet in het scenario terugzien. Hoe zo’n karak-

terdossier eruitziet bepaal je zelf, je hoeft ook niet alle vragen te

beantwoorden; het is vooral een inspiratiebron.

Personages zijn geen karakterdossier. Ze doen soms ook onver-

wachte dingen en die zijn meestal het interessantst. Soms volgen

die uit het karakterdossier, maar soms weet je het niet en weet

het personage het zelf ook niet. Dan is de regel: als het voor jou

‘goed’ voelt, als je personage er rijker en niet ongeloofwaardi-

ger door wordt, is het goed. Over het algemeen is het een goed

teken als je personages je verrassen, zo leer je ze beter kennen.

Vragenlijstjes zijn nooit volledig en soms werkt het beter ze juist

niet te gebruiken. Je mag ook alles vergeten of veranderen wan-

neer de verdere ontwikkeling van het scenario daarom vraagt

(met dank aan Dick Ross en Lajos Egri).

• Naam; geslacht; leeftijd; nationaliteit; uiterlijke kenmerken; kle-

ding.

• Lichamelijke verzorging; eet- en drinkgewoontes; manieren.

• Is het personage tevreden met hoe hij of zij eruitziet?

• Beschrijf de jeugd van het personage: en de relatie die het

vroeger had met ouders, broers en zussen en andere belangrijke

personen.

• Activiteiten als kind: hobby’s en interesses.

• Sociale klasse; geloof; opgegroeid in stad, dorp of op platteland.

• Opleiding na middelbare school, baantjes en eventueel militaire

dienst.

• Welke gebeurtenissen hebben het karakter van het personage

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

142 143

Om het personage nog beter te leren kennen:

• Wat vindt het personage van zijn/haar vader? Wat heeft het lief en

wat haat het aan hem? Hoe is hij/zij beïnvloed door hem? Idem

voor moeder, broers en zussen?

• Hoe was de opvoeding? Streng of vrij? Beschermd of niet?

Voelde het personage zich geliefd of afgewezen?

• Wat was de economische situatie van zijn/haar familie? Waren

er problemen, zoals ziektes, scheiding, alcoholisme, huiselijk

geweld et cetera.

• Hoe religieus waren ze thuis? Wat vindt het personage zelf van

religie?

• Welke opleiding volgde het personage? Afgestudeerd of

gesjeesd? Wat vond het van school en vervolgopleidingen, lera-

ren, klasgenoten? Was hij/zij betrokken en geïnteresseerd? Was

hij/zij populair of werd hij/zij gepest?

• Vindt het personage zichzelf geslaagd in het leven?

• Breng de vrienden en vriendinnen in beeld. Waarom zijn ze

bevriend?

• Wie is zijn/haar geliefde? Waarom hebben ze wat met elkaar

gekregen? Hoe hebben ze wat met elkaar gekregen? Wat is

zijn/haar ideale type? Wat verlangt het personage van zijn/haar

partner? Hoe behandelt het personage zijn/haar partner? Hoe

denkt het personage over en wat vindt hij/zij van seks?

• Hoe ziet het huis van het personage er uit? Wat is zijn/haar smaak?

• Wat voor rol speelt het personage thuis? Welke rol zou hij/zij thuis

willen spelen?

• Welke sociale en politieke gebeurtenis hebben de meeste

indruk op het personage gemaakt?

• Wat voor sociale-, culturele- en groepsevenementen bezoekt

het personage? Welke rol zou hij/zij graag spelen? Wat voor rol

speelt hij/zij daar werkelijk?

• Wie zijn de helden van het personage? Waarom?

• Wie en wat voor soort mensen haat het personage? Waarom?

• Heeft het personage last van eigendunk? Is hij/zij wraakzuchtig?

• Waar is het personage trots op? Beschrijf zijn/haar ambities en

successen.

• Waar schaamt het personage zich voor? Beschrijf zijn/haar groot-

ste teleurstellingen en frustraties.

• Beschrijf de gezondheid van het personage. Ziekten, handicaps,

verslavingen et cetera.

• Hoe intelligent is het personage?

• Beschrijf de relatie van het personage met de andere personages

in het verhaal. Wat vinden ze van elkaar? Waar zitten de onder-

linge conflicten?

De antwoorden op de voorgaande vragen geven je een beeld

van het personage en hoe hij of zij functioneert in het leven. De

volgende vragen geven je een beeld hoe het personage (m/v) in

het verhaal functioneert:

• Wat is het doel van het personage? Waarom wil het dat doel

bereiken?

• Wat is de wil van het personage? Zijn/haar werkelijke behoefte,

diepere, vaak verborgen, wens?

• Wie of wat staat in de weg om dat doel te bereiken? Waarom?

• Wat zijn goede en slechte eigenschappen van het personage,

benoem deugden en gebreken. Voor een comedy: schets in

welke opzichten het personage is uitvergroot en hoe dat geloof-

waardig blijft.

• Welke deugd helpt het personage zijn/haar doel te bereiken?

Welk gebrek houdt hem/haar tegen? Wat is zijn/haar achilleshiel?

Wat is zijn/haar geheim?

Om dialoog van het personage te schrijven:

• Hoe welbespraakt is het personage?

• Spreekt het personage met een accent of in dialect? Zo ja,

beschrijf het.

• Spreekt het personage straattaal, Bargoens of de taal van een spe-

cifieke sociale klasse? Gebruikt het jargon? Zo ja, beschrijf het.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

144 145

versierder, wijsneus of domme collega. Beschrijf de belangrijkste

aspecten van het personage. Beschrijf de relatie van het perso-

nage met de andere personages. Schets de botsingen tussen

de verschillende personages en hun onderlinge conflicten. Voor

een serie: hoe zijn of worden de conflicten gerelateerd aan de

verhalen, zowel in individuele episodes als op de lange termijn.

Beschrijf eventueel welke groei de serie en het personage door-

maken, en wat dat voor gevolgen heeft.

5.6 afleVerIngenEen idee voor een aflevering moet voldoen aan de verwachtin-

gen van een serie. Een aflevering bestaat vaak uit de volgende

basiselementen: een (hoofd)personage heeft een doel, een

probleem of hij krijgt een kans. Het personage treedt obstakels

en/of een antagonist tegemoet. Als het personage slaagt, wint hij

en/of de wereld iets wat hij daarvoor nog niet had: de inzet. En/of

als het personage faalt is hij en/of de wereld slechter af dan wan-

neer hij het niet geprobeerd zou hebben: het gevaar. In tv-series

komt ‘het gevaar’ vaker voor dan ‘de inzet’. Dat komt omdat de

wereld in een tv-serie niet echt veranderd. Het is makkelijker om

iets op het spel te zetten dat een personage al heeft. Dan kan het

personage winnen, er in slagen om het te behouden, zonder dat

de opzet van een serie veranderd hoeft te worden.

Als het goed is, bij verhalen die van buiten komen zoals in een

politie-, advocaten- of ziekenhuisserie, resoneert er iets uit de

zaak bij één van de hoofdpersonages. Hij of zij heeft dan ook

een emotionele binding met de zaak. Een goed verhaal stelt een

personage ook op de proef. Alle personages hebben goede en

slechte eigenschappen, hun deugden en gebreken. Een afleve-

ring focust zich vaak op één van die sterke of zwakke punten van

hun karakter. Het dwingt een personage om een gebrek onder

ogen te zien, of het verandert juist één van zijn deugden in een

Rationaliseert het zijn/haar fouten? Hoe accepteert het zijn/haar

fouten en tekortkomingen? Houdt hij/zij ervan te lijden? Ziet hij/zij

graag anderen lijden?

• Heeft het personage veel fantasie? Dagdroomt hij/zij vaak? Is

hij/zij vaak ongerust? Leeft hij/zij in het hier en nu of in fantasie of

herinneringen?

• Hoe reageert het personage op nieuwe dingen? Waar maakt

hij/zij graag grappen over? Heeft het zelfspot? Is het zich bewust

van zijn/haar talenten, tekortkomingen of rare gewoontes?

• Hoe reageert het personage op stressvolle situaties? Defensief of

agressief?

• Wat is de grootste wens van het personage? Hoe jaagt hij/zij die

na? Wat is hij/zij bereid daarvoor op te offeren?

• Wat is de grootste angst van het personage?

• Is het personage bereisd? Waar is hij/zij geweest? Waarom? Wat

vond hij/zij in het buitenland en wat herinnert hij/zij zich?

• Beschrijf het fysiek, gebaren, loop, stem, gezichtsuitdrukkingen,

tics et cetera.

• Wat voor emoties roept het personage bij jou op? Waarom wil je

over hem/haar schrijven? Waarom zouden mensen enthousiast

over of geïntrigeerd door hem/haar moeten zijn?

Personagebeschri jv ing

Probeer voor een synopsis of seriebijbel je beschrijving zo kort

mogelijk te houden, maar wel zo specifiek mogelijk. Concen-

treer je op zijn of haar belangrijkste eigenschappen. Wat is de

meest uitgesproken eigenschap van het personage? Gebruik

geen ellenlange opsommingen van bijvoeglijke naamwoorden of

bijwoorden. Beperk je tot een enkel goedgekozen woord. Wees

niet bang om je personages een beetje zwart-wit neer te zetten.

De nuancering komt later.

Begin met de essentie van het personage in één korte zin of

omschrijving. Bijvoorbeeld: rots in de branding, dwangmatig

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

146 147

10 Deepshit point! Het personage faalt volledig en dit leidt tot grote

verslagenheid. Pas nú dringt het echte besef van zijn of haar

eigen falen door. Het stelt het innerlijke conflict van het perso-

nage aan de orde, het gevolg van één van zijn of haar gebreken

of deugden.

11 Ontknoping & verwerking. De oplossing van de plot en de

gevoelens van de personages hierbij.

Hieronder volgen twee voorbeelden, de eerste van een comedy-

serie van circa vijfentwintig minuten, de tweede van een politie-

serie van circa vijftig minuten.

Voorbeeld 1: The Good Son, Aflevering 1 van het eerste seizoen

frAsier.

1 Ontsteking: Martin, Frasier’s vader, kan niet meer voor zichzelf

zorgen.

2 Twijfels: wie neemt hem in huis? Frasiers broer Niles of Frasier

zelf?

3 Geen weg meer terug: Frasier stelt zijn huis beschikbaar.

4 Niet-effectieve strijd: samenwonen met Martin blijkt nog erger

dan voorzien.

5 Een zeker succes: Frasier bijt op zijn tanden en probeert er het

beste van te maken.

6 keerpunt: Niles stelt voor een werkster in dienst te nemen.

7 Tegengestelde strijd: een werkster die Martin bevalt, blijkt niet

makkelijk te vinden.

8 Shit Point!: eindelijk een werkster gevonden, Daphne, maar die

komt ook inwonen.

9 Plan B: Frasier speelt open kaart met Martin.

10 Deepshit point!: grote ruzie tussen Frasier en Martin.

11 Ontknoping & verwerking: Martin belt in tijdens Frasiers radio

show, excuseert zich en ze verzoenen zich.

risicofactor. Sam Malone in cheers is bepaald geen intellectueel

(gebrek). Als Diane hem plaagt dat hij altijd met domme vrouwen

uitgaat, probeert Sam haar ongelijk te bewijzen door eens met

een slimme meid uit te gaan. Jed Bartlet, de president in west

winG, is een moraalridder (deugd). Als men er achter komt dat

een minister van het land Qumar een terroristische aanslag op

de VS voorbereidt, moet Bartlet een geheime operatie goedkeu-

ren om de minister te kunnen vermoorden.

De plot

Guy Meredith heeft een stappenplan ontwikkeld voor de plots

van comedyseries, maar het is ook voor andere genres toepas-

baar. De eerste akte bestaat uit de stappen 1 tot en met 3, de

tweede akte uit stappen 4 tot en met 8 en de derde akte uit stap-

pen 9 tot en met 11.

1 Ontsteking. Er doet zich een probleem voor.

2 Twijfels. Gaat het personage met het probleem aan de slag of

niet?

3 Geen weg meer terug. Het personage verbindt zich aan het pro-

bleem.

4 Niet-effectieve strijd. Het personage pakt het probleem op de

verkeerde manier aan.

5 Een zeker succes. Het personage boekt een eerste succes.

Afhankelijk van de lengte van een aflevering kunnen de stappen

4 en 5 vaker voorkomen.

6 keerpunt. Alles blijkt anders te zijn. Een gebeurtenis die op

natuurlijke wijze uit het verhaal voortvloeit en het verhaal op zijn

kop zet, meestal het tegengestelde van stap 1 of 3.

7 Tegengestelde strijd. Het personage moet nu eerst een ander

probleem oplossen.

8 Shit point! Het personage faalt en dit veroorzaakt doffe ellende.

9 Plan B. Het personage moet nóg een andere manier vinden om

het probleem op te lossen.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

148 Gajevergenoeg?149

Voorbeeld 2: De vrouw van de politieman

1 Martha’s man, een politieagent, wordt gedood door een bomaan-

slag.

2 Ze wil zo niet verder, haar leven is zinloos geworden.

3 Ze besluit om de aanslag zelf te gaan onderzoeken.

4 Ze strijkt daarbij invloedrijke mensen tegen de haren in.

5 Ze ontdekt bewijzen van corruptie bij de politie.

6 Ze ziet haar man, levend.

7 Ze kan niemand van haar gelijk overtuigen, omdat ze hen tegen

zich in het harnas heeft gejaagd.

8 Er wordt een aanslag op haar gepleegd.

9 Ze probeert de samenzweerders in de val te lokken.

10 Martha wordt zelf in de val gelokt.

11 ?

5.7 VragenlIjst dramaDe volgende vragenlijst kun je na de eerste versie van een script

gebruiken om het te toetsen, als je gebruik maakt van de klassie-

ke dramaturgie (met dank aan Paul Bertram, Michael Ray Brown

en Dick Ross). Lijstjes zijn echter nooit volledig en soms werkt

het beter ze juist niet te gebruiken.

Thema: is het verhaal relevant en actueel?

• Wat is je passie voor jouw verhaal?

• Wat is het thema van je verhaal? Is het de moeite waard?

• Is de plotvraag helder? Zal het de hoofdpersoon lukken om... ?

• Sluit het onderwerp aan op de huidige tijdgeest?

• Heeft je verhaal eigenheid? Ontstijgt het de alledaagsheid?

• Ga je ver genoeg?

• Wat is de belangrijkste emotie die je bij het publiek wilt oproe-

pen?

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

150 151

Begrijpelijkheid: is het verhaal uniek, begrijpelijk en navoel-

baar?

• Is het verhaal al eens eerder verteld? Zo ja, geef je er dan een

unieke draai aan?

• Zal het publiek de taal, symbolen en verwijzingen van het verhaal

begrijpen?

• kan het publiek zich herkennen in de wereld van het verhaal?

• Spreekt het verhaal universele emoties aan?

• Wordt de verteltoon consequent volgehouden?

Doel en intentie: heeft de protagonist een sterke drijfveer en

een duidelijk doel?

• Is het leven van de protagonist aanvankelijk uit balans?

• Heeft de protagonist zich aan het probleem verbonden?

• Wat is de wil – het oppervlakkige, plotmatige streven – en wat is

de werkelijke behoefte – het universele, diepe en vaak niet tast-

bare streven – van de protagonist?

• Heeft de protagonist een sterke drijfveer?

• Wat staat er op het spel? Wat kan de protagonist verliezen?

• Wat kan de protagonist winnen als hij of zij succesvol is?

• Wordt snel genoeg duidelijk dat de protagonist het ‘evenwicht’

wil herstellen?

• Wordt snel genoeg duidelijk wat de protagonist van plan is?

• Is er verschil tussen de wil en de werkelijke behoefte van de

protagonist?

Gevaren en hindernissen: loopt de protagonist een zeer grote

kans dat hij zijn doel niet bereikt?

• Heb je het voor de protagonist wel moeilijk genoeg gemaakt om

zijn doel te bereiken?

• Zijn de hindernissen geloofwaardig en voldoende gevarieerd;

lijken ze niet te bedacht?

• kunnen de hindernissen nog groter worden gemaakt, zonder de

geloofwaardigheid te verliezen?

Inhoud, budget en toon: is het verhaal geschikt voor het geko-

zen medium?

• Is het geschatte budget in overeenstemming met het verwachte

bezoekers- of kijkersaantal en het beschikbare budget?

• Wat is de doelgroep?

• Is er genoeg plot, maar ook weer niet te veel?

• Is het gekozen medium het best voor dit verhaal; is het visueel

genoeg?

• Worden het genre en de toon snel genoeg duidelijk?

Empathie en sympathie: geeft het publiek om de hoofdpersonen?

• Betrekt de hoofdpersoon het publiek emotioneel bij het verhaal;

is zijn wil sterk genoeg?

• kan het publiek zich met de hoofdpersoon identificeren?

• kan het publiek zich inleven in de situatie waarin de hoofdpersoon

verkeert?

• Richt onze sympathie/empathie zich op één hoofdpersoon en niet

op meerdere personages?

• Blijft onze sympathie bij de protagonist; verschuift zij niet naar de

antagonist?

Geloofwaardigheid: draait het verhaal om geloofwaardig men-

selijk handelen?

• Is de premisse intrigerend en geloofwaardig?

• Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig; worden de regels van het

universum snel duidelijk gemaakt?

• Gedragen de personages zich geloofwaardig?

• kan het publiek de gevoelens en emotionele reacties van de

personages zien en begrijpen, ook zonder dialoog, monoloog of

voice-over? Zijn ze logisch?

• Wordt de plot voortgestuwd door het handelen van de personages,

en niet door toeval?

• Zorgt de protagonist voor de ontknoping van het verhaal, zodat

het einde niet wordt bepaald door krachten van buitenaf?

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

152 153

• Is het hoofdplot belangrijker dan alle subplots?

• Zit er genoeg afwisseling in het tempo?

• Elke verhaal belooft een ‘verplichte’ scène. Wordt deze belofte

ingelost?

Spanning: voert de protagonist een ogenschijnlijk hopeloze strijd

tegen de tijd, en/of heeft hij ogenschijnlijk alles al geprobeerd?

• Weet de protagonist wat er gebeurt als hij zijn doel niet bereikt?

• Beseft de protagonist welke gevaren en hindernissen hem te

wachten staan?

• Vreest het publiek de fuik waarin de protagonist zich begeeft; lijkt

de situatie uitzichtloos?

• Heeft de protagonist beperkte tijd of keuzemogelijkheden?

• Wordt de spanning hoog genoeg opgevoerd?

Ontknoping: herstelt het einde het evenwicht; zijn er geen losse

eindjes?

• Is er een duidelijke ontknoping?

• Voldoet de ontknoping aan de verwachtingen die gewekt zijn,

maar is zij toch verrassend?

• Zit de grootste crisis van de protagonist aan het eind en is zij visueel?

• Zit het dramatische hoogtepunt aan het eind?

• Bereikt de protagonist meteen na de climax zijn doel?

• Steekt de protagonist iets op van de ontknoping?

• Sluit de ontknoping aan bij het thema?

• Vloeit het eind logisch voort uit het voorgaande; komt het niet uit

de lucht vallen?

• Is de toon van het slot die van het hele verhaal?

• Worden alle plotlijnen afgerond?

Personages: staan ze in dienst van het verhaal en komt het ver-

haal uit hen voort?

• Handelen de personages op basis van hun karakter en wil?

• Worden relaties op de proef gesteld?

• Zijn de inspanningen die nodig zijn om de hindernis te nemen

minstens net zo groot als de wilskracht van de protagonist?

• Is de tijdsdruk duidelijk en voldoende?

• Zijn er complicaties?

Conflict: heeft de antagonist het op hetzelfde doel/personage/

object voorzien als de protagonist?

• Wat is het centrale conflict? Draait het centrale conflict om een

belangrijk personage of doel?

• komt het centrale conflict voort uit de protagonist?

• Wie of wat houdt de protagonist tegen om zijn of haar doel te

bereiken?

• Zijn er conflicterende belangen in elke scène?

• Is het conflict specifiek en duidelijk gemaakt?

Verwachting en voortgang: blijft er voor het publiek steeds

wat te raden?

• Speelt er altijd een vraag voor het publiek?

• Blijft de centrale vraag van begin tot einde hetzelfde?

• Overlappen de subplots elkaar genoeg om het verhaal gaande

te houden?

• Blijft het ritme van de film onvoorspelbaar?

• Neemt de spanning geleidelijk toe?

• Zijn er onverwachte wendingen?

• Heb je de verrassingen niet van te voren weggegeven?

• Wekt elke scène verwachtingen?

Compositie: is er een eenheid van thema en wordt dat op

diverse manieren belicht?

• Is er sprake van een sterke verhaallijn in plaats van een aaneen-

schakeling van willekeurige gebeurtenissen?

• Omvat je scenario één film of één aflevering, niet twee of meer

afzonderlijke?

• Zijn er genoeg subplots om het thema van alle kanten te belichten?

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

154 155

• Is er een voice-over? Wordt die vroeg genoeg geïntroduceerd? Is

hij noodzakelijk?

Expositie en informatie: geeft het scenario genoeg informatie,

maar niet te veel?

• Heb je het publiek genoeg informatie gegeven om het verhaal te

begrijpen?

• Onderschat je het publiek niet?

• Is alle expositie boeiend en onnadrukkelijk of indirect?

• Is elk stukje informatie nodig voor het verhaal?

• Bij een mysterie, kan de informatie nog beter verborgen worden?

• Weet het publiek meer dan het hoofdpersonage? Dit draagt bij

aan het creëren van spanning.

• Zou het beter werken als het publiek tegelijkertijd met het hoofd-

personage informatie krijgt, of zelfs later?

• Als er cruciale informatie wordt achtergehouden voor een ver-

rassingseffect, komt dat dan niet gekunsteld over?

• Is de beschrijving filmisch; alleen wat je kunt zien en horen?

• Zijn eventueel jargon of specialisme ook voor de leek begrijpe-

lijk gemaakt?

Setting: worden tijd en plaats effectief gebruikt?

• Past de locatie bij dit specifieke verhaal?

• Bevat de arena genoeg couleur locale?

• Worden arena en tijd in het verhaal genoeg uitgebuit?

• Hebben de locaties een specifiek karakter dat de stemming of

de spanning van een scène kan verhogen?

• Is de tijd die het verhaal neemt in overeenstemming met de ont-

wikkelingen die plaatsvinden?

• Verlopen de overgangen in plaats en/of tijd soepel? Zijn ze goed

voorbereid?

• Heb je voldoende research gedaan?

• Heeft een expert het scenario gecontroleerd op anachronismen

en onzorgvuldigheden?

• Zijn de personages origineel en niet stereotiep?

• komen de houding en het karakter van de personages aan bod,

en niet alleen hun oppervlakkige trekjes?

• Wat is de karakterboog van de personages?

• Hebben de hoofdpersonages de mogelijkheid om te ‘groeien’?

• Hebben de personages zowel interne als externe conflicten?

• Is de backstory aanwezig en duidelijk? Wat is zijn of haar ‘emoti-

onele bagage’?

• Passen de personages bij dit specifieke verhaal?

• Is elk personage noodzakelijk voor het verhaal?

• Is het ensemble divers genoeg? Is er genoeg onderling con-

trast?

• Heeft de protagonist een slechte eigenschap die hem/haar in de

weg zit?

• Wordt de interne ontwikkeling van de protagonist gereflecteerd

in het verloop van het verhaal?

• krijgt de protagonist een moment van zelfinzicht waardoor hij/zij

zijn doel kan bereiken? Wordt dit ook voor het publiek duidelijk

voel- en zichtbaar?

Presentatie en perspectief: gaat het scenario over het

belangrijkste?

• Heb je het juiste tijdstip en de juiste plaats gekozen voor het

begin en het eind?

• Heb je voor het juiste perspectief gekozen om dit verhaal te

vertellen?

• kijkt het publiek vanuit het perspectief van het personage waar-

mee het zich het sterkst verbonden voelt?

• Blijft het perspectief consequent?

• Start elke scène zo laat mogelijk, en eindigt zij zo snel mogelijk

na de climax?

• Heeft elke scène een specifieke uitkomst?

• Zijn alle flashbacks, flash-forwards, fantasie- en droomsequenties

duidelijk ingeleid, gemotiveerd en noodzakelijk?

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

156

• Kill Your Darlings(2007),RogierProper.HandboekoverscenarioschrijveneneenprimaoverzichtvandeNederlandsefilm-entelevisiewereld.

• Rijk door 1 zin (2009),PaulRuven&MarianBatavier.Handboekoverrichtlijnenwaareenfilmideevaneenpaarregelsaanmoetvoldoen.

• Schrijven voor film, toneel en televisie(2009),GerBeukenkamp.Hand-boekoverschrijvenvoortoneel,filmentelevisie,metsmakelijkeanekdo-tesuitdepraktijk.

• Deserie‘EErstE hulp bij prijsvragEn’,hierverkortweergegeven,heeftinPlot vanLente2006totenmetLente2008gestaan,ziewww.netwerkscena-rio.nlonderPlot Magazine.

157

Details en beschrijvingen: leest het scenario als een afleve-

ring of film?

• Is elke scène noodzakelijk?

• Vertel je je verhaal met beelden?

• Bevat de beschrijving alle details die nodig zijn om het verhaal te

vertellen?

• Is elk detail zinvol en noodzakelijk?

• Zijn er objecten die symbool staan voor iets of iemand? Is dat

ook duidelijk voor het publiek?

• Geeft het scenario de acteurs de mogelijkheid om te acteren?

• Is elke camera-aanwijzing noodzakelijk?

• Is de gekozen stijl geschikt voor het genre?

• Zijn alle spel-, grammatica-, format- en opmaakfouten eruit?

Dialoog: voegt elke zin iets toe aan het verhaal, en is er subtekst?

• Stuwt elke zin de scène voort, verdiept hij het karakter van een

personage, of veroorzaakt hij een lach?

• Is de dialoog tot een minimum beperkt?

• Is er sprake van subtekst?

• Heeft elk personage een eigen stem?

• Spreken personages dialect, met jargon, of Bargoens om ze te

karakteriseren of extra kleur te geven?

• Is elke regieaanwijzing noodzakelijk?

meer InformatIe• De 36 dramatische situaties (2007),JanVeldman.Handboekmetalle

mogelijkeverhaalideeënopeenrij,metvoorbeeldenuitliteratuur,toneel,filmenstrips.

• Films Maken (2009),RoemerLievaart.Allesoverhetmakenvanspeel-films,documentairesenbedrijfsfilms,vanscenariototmontage.

• Het geheim van Hollywood (2008),PaulRuven&MarianBatavier. Handboekovereenpraktischeformulevoorhetmakenenanalyserenvan

speelfilms.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

SC

HR

IJVE

N?

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

159

Hoegaiktewerk?

Hoe beter de werkomstandigheden, hoe beter je presteert. deadlines haal je vaak makkelijker als je je werkzaamheden goed plant. Heb je een stok achter de deur nodig, dan kan een schrijfpartner of schrijfgroep een oplossing zijn. brainstormen kan tot nieuwe oplossingen leiden en met een groep brainstormen geeft vaak nog betere resul-taten. daar gaat dit hoofdstuk over. ook hier geldt: iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. gene fowler: “schrijven is makkelijk. je hoeft alleen maar naar een wit blad papier te staren tot er bloeddruppels op je voor-hoofd komen.”

6

160 161

de achtergrond? kijk ook naar de fysieke omstandigheden. Een

groot bureau, een goede stoel en een ergonomisch verantwoorde

computeropstelling verhogen het werkplezier, zie www.rsi.alge-

meen.nl onder ‘Wat kun je eraan doen’ en www.muisarm.nl onder

‘Ergonomie’. Het zorgt er ook voor dat je minder snel last krijgt

van RSI. En kijk of de ruimte goed is geventileerd.

Plannen

Goed plannen is allereerst tijd maken voor de schrijfarbeid.

Welke (schrijf)taken zijn het dringendst? Welke het belangrijkst?

Zo kun je je taken ordenen, de belangrijkste en dringendste

eerst. Douglas Adams: “I love deadlines. I like the whooshing

sound they make as they fly by.”

Elke poging tot concentratie of ontspanning strandt zolang in je ach-

terhoofd een lijst van taken blijft galmen. Schrijf ze op, maak lijstjes

volgens een systeem dat bij je past; zo word je baas over je agenda

en kun je je concentreren op wat belangrijk is: schrijven. Breng al

je afspraken onder in één systeem zoals een agenda of organizer.

Plan moeilijke taken, of taken waarvoor je veel energie nodig

hebt op tijden dat je je fris voelt. Wissel deze af met momenten

waarop je minder veeleisende taken doet, zoals je mail beant-

woorden. Plan ook tijd om je administratie bij te houden.

Een planningstechniek om je zelfvertrouwen op te krikken heet

‘smartdoelen’. Smart is een acroniem voor specifiek, meetbare,

acceptabele, realistische en tijdsgebonden doelen. Een doel

kan zijn: een aantal uren, een aantal scènes of pagina’s schrijven.

Stel jezelf realistische doelen. Plan dingen concreet en in kleine

stapjes. Als je dat doet, zie je ook resultaat. Probeer je daar ver-

volgens aan te houden en beloon jezelf als je je doelstelling haalt.

Bedenk bij het plannen:

• Is het haalbaar? Bestaat er een goede kans op succes?

• Wat heb je nodig? Moet je eerst research doen? Hoeveel tijd kost

6.1 werkomstandIgHedenOm geconcentreerd te kunnen schrijven, heb je werkritme nodig,

een prettige werkruimte, concentratie en tijd.

Werkri tme & werkr uimte

Schrijven is voor de meesten werken volgens rituelen; gewoon-

tes die je er gaandeweg in slijpt. Probeer een werkritme te

vinden, een dag- en weekindeling. Experimenteer met verschil-

lende ritmes en dagindelingen en kijk wat je het beste past. Een

vuistregel voor zittend werk is: een uur werken en dan vijf minu-

ten pauzeren om even te ontspannen en te bewegen.

Het is soms moeilijk om na een werkdag je schrijfwerk achter je

te laten. Voorkom dat je met een vol hoofd blijft rondlopen door

je werkdag écht af te sluiten. Sluit bij voorkeur af op een punt

waarop je ziet hoe je verder kunt. Bedenk wat je succesvol hebt

afgerond en maak een plan hoe en wanneer je de volgende dag

verder gaat. Schrijf de dingen op die je niet mag vergeten en

ruim eventueel je bureau op.

Zorg voor een goede werkplek, een plek waar je je prettig voelt.

Aan een werktafel thuis of in een aparte werkruimte? In een ruim-

te alleen of met anderen? Onder welke omstandigheden schrijf

je het lekkerst? In een stille of rumoerige omgeving? Muziek op

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

TE

WE

Rk

?

162 163

• Je wordt zo zeer in beslag genomen door je bezigheid dat er

geen ruimte is om aan een eventuele mislukking te denken.

• Je bent te sterk bezig met wat je doet om je druk te maken over

je zelfbeeld, over wie of wat je bent.

• Het besef van tijd raakt in de war, met andere woorden je vergeet

hoe laat het is en uren vliegen als minuten voorbij.

• De activiteit wordt een doel op zich, dat wil zeggen dat je het

doet omdat het de moeite waard is en je het niet kunt laten.

6.2 scHrIjfpartnerMaar zelden beheerst een schrijver alle facetten van het vak even

goed. Marc en Roeland Linssen van ScriptStudio in Plot: “Dra-

maseries in LA worden geschreven in teamverband, niet alleen

vanwege de tijdsdruk, maar vooral omdat iedereen uit ervaring

weet dat teamwriting tot betere scripts leidt.” Redenen om een

schrijfpartner te zoeken zijn volgens Claudia Johnson en Matt

Stevens, auteurs van Script Partners:

• Samenwerken maakt je een betere schrijver.

• Met een schrijfpartner krijg je onmiddellijk feedback.

• Een partner helpt bij het overwinnen van schrijfblokkades.

• Als je je sterke en zwakke punten kent, kun je ook op zoek gaan

naar iemand die je aanvult.

• Twee weten meer dan één.

• Samen brainstormen werkt beter.

• Een schrijfpartner werkt als een stok achter de deur, houdt je

gefocust en productief.

• Schrijven wordt minder eenzaam met een partner.

• Samen kun je makkelijker met tegenslagen omgaan; gedeelde

smart is halve smart.

Schrijven is voor ieder een heel eigen en persoonlijk werkpro-

ces. Zoek daarom eerst in je directe omgeving iemand waar je

goed mee kunt opschieten. Je kunt ook een oproep zetten op

dat? Wil je iemand anders je werk laten lezen? Hoeveel tijd kost

dat?

• Wat is het doel? Probeer zo specifiek mogelijk te zijn. Verdeel

vervolgens het traject in kleine stapjes: brainstorm, synopsis,

treatment, aantal scènes of pagina’s script, eerste versie, tweede

versie, definitieve versie et cetera.

• Maak het meetbaar. Wat is je beschikbare tijd? Hoeveel tijd heb

je voor elk stuk nodig? Elk traject heeft zo z`n mijlpalen; een

begin- en einddatum.

• Plan niet te veel. Zorg dat je altijd een tijdbuffer overhoudt van

ongeveer vijftig procent. Dat lijkt veel, maar dingen lopen vaak

uit of er komt onverwacht iets tussendoor. Bedenk hoe fijn het is

om te merken dat je elke dag of week je doelen haalt.

• Als je merkt dat je een deadline echt niet haalt, bel dan je

opdrachtgever om te overleggen.

Concentrat ie

Geconcentreerd kunnen werken is ook een sleutel tot succes.

In totale concentratie raken is wat sporters de ‘flow’ noemen; je

hebt je voor alles, de druk en de verwachtingen, afgesloten. Dus

schrijven zonder overtollige ballast van verleden en toekomst.

Dat kan lastig zijn, want ieder mens leeft met trauma’s van het

verleden en wensen voor de toekomst. Gedragscondities om in

de flow te raken zijn volgens Maria Hopman in haar boek Creati-

viteit onder druk:

• Je weet wat er gedaan moet worden.

• Je weet in te schatten hoe goed het gaat.

• Je voelt dat jouw capaciteiten toereikend zijn; er is evenwicht tus-

sen uitdaging en vaardigheid.

• Je concentreert je optimaal op je bezigheid: actie en bewustzijn

zijn één. Het subtiele evenwicht tussen uitdaging en vaardigheid

vereist dat je je slechts op één ding richt.

• Je bent je alleen bewust van wat hier en nu van belang is en laat

je niet afleiden.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

TE

WE

Rk

?

164

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

165

tIpwerken In een scHrIjfgroep

• Leeshettoegestuurdewerkgoedenzettipsen/ofopmerkingenoppapierzodatjedateventueelnahetgesprekkuntmeegeven.

• Spreekafhoejeeenwerkgaatbespreken.• Vertelindegroepkortenbondigwaarjeverhaalovergaat(pitchen)

en/oflaatiederkortaangevenwathijofzijeruitgelezenheeft.• Houdeenbrainstormrondjevoornieuweideeën(zievolgende

paragraaf).• Garespectvolmetelkaarswerkomenheboogvoorhetgroei-

proces;ietsisnietinéénkeergoedofaf.• Probeerjeeigensmaaklostelatenenhetscriptvaneenanderop

zijneigenmeritestebeoordelen.• Benjeechtallergischvooreenbepaaldestijlofgenre,geefdat

aanenonthoudjevanverdereanalyse.• Weesspecifiekmetkritiekento the point.• Blijfnietherhalenofverduidelijken.• Vindtdegenediehetwerkheeftingeleverdhetgenoeg,ofslaat

hijofzijdicht,stopdan.• Probeerinhetontwikkelenvandesamenwerkinguittezoeken

watjestimuleertenwaarvanjedichtslaatengeefdataan.• Brengjeeigencreatievevermogensinenwaardeerenstimuleer

datvananderen.

het prikbord van www.netwerkscenario.nl. Probeer zo speci-

fiek mogelijk te zijn over genre, favorieten en eventueel sterke

punten. Het belangrijkste is een schrijfpartner te vinden waar het

mee ‘klikt’. Iemand die (min of meer) op dezelfde lijn zit, dezelf-

de films en tv-series waardeert, dezelfde visie en ideeën heeft

over wat een ‘goed’ verhaal is, hetzelfde gevoel voor humor et

cetera. Je hoeft het echter niet over alles eens te zijn. Lees eerst

wat werk van elkaar, je moet immers wel elkaars vakmanschap

respecteren. Zo zie je ook of je elkaars sterke en zwakke pun-

ten aanvult. Samenwerken betekent ook compromissen sluiten,

conflicten uitspreken en oplossen en jouw idee snel laten vallen

als de ander een beter heeft. Met zijn tweeën schrijven gaat niet

twee keer zo snel. Besef dat soms de ene meer of sneller werk

levert en soms de ander. Op het moment dat je zinnetjes gaat

tellen, ben je verloren. uiteindelijk kom je er alleen achter of het

werkt door het te proberen. En je hoeft natuurlijk ook niet alles

samen te schrijven.

6.3 scHrIjfgroepenEen schrijfgroep is een makkelijke en goedkope manier om

elkaars werk te bespreken en gezamenlijk vakkennis te vergro-

ten. Je kunt bijvoorbeeld een oproep zetten op het prikbord van

www.netwerkscenario.nl. Op internet vind je ook digitale schrijf-

groepen. Een schrijfgroep werkt als een stok achter de deur en

is een ontmoetingsplaats met mensen die dezelfde passie delen.

Een schrijfgroep is vaak de eerste plek waar je met je werk naar

buiten treedt. Het is dus belangrijk om een veilige en stabiele

omgeving te creëren. Zie ook paragraaf 1.6. Schrijven is werk en

een schrijfgroep ook. Hier volgen wat tips, met dank aan Cathe-

rine Blom.

Om de samenwerking te bevorderen kun je bijvoorbeeld geza-

menlijk andere activiteiten ondernemen, zoals filmbezoek.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

TE

WE

Rk

?

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

167

tIpstructuur en randVoorwaarden scHrIjfgroep

• Maakeengroepniettegroot;bijhetbesprekenvanelkaarswerkisvijfázeshetmaximum.

• Maakvantevorenafsprakenoverplichtendiscipline.Zorgzovooreenbalansinwatjegeeftenwatjekrijgt.

• Stelrandvoorwaardenop,zoalsfrequentie,duureninhoudvandebijeenkomsten,deadlines,soortenomvangvanhetschrijfwerk,welofnietvoorlezen,genre,ambitieniveauetcetera.

• Deelnemersmeteenandereachtergrond,kennisniveauofambitiekunnentotnieuweenverrassendeinzichtenleiden,maardekansbestaatdatgesprekkenverwateren.Kennisvanscenariovakter-meniseenminimumvereiste.

• Laatiemanddecoördinatieopzichnemen.Zorgvooreenup-to-dateadressenlijstenwijsperkeereenplekvansamenkomsteneengespreksleideraan.

• Houdjevervolgensaandeafspraken.Belofmailoptijdalshetnietlukt.

• Stuurjewerkoptijdinengeefaanwaaroverjeadvieswilt.

“I love deadlines. I like the whooshing sound they make as they fly by.”

168 169

tIp basIsregels Voor braInstormen

• Zorgvooreenontspannensfeer.• Levergeenkritiekopdegeopperdeideeën;ditbelemmerthet

spontaanuiten.• Hetgaatomkwantiteit:zoveelmogelijkideeënopsommen,alles

watinjeopkomt.Juistdieovervloedaanideeënisnodigvoordatenesubliemeidee.

• Wilde,gekke,slechteofabsurdeideeënmakennieuweassociatiesmogelijk.Daardoorkanookdecreativiteit(vananderen)weergestimuleerdworden.

• Doorhetcombinerenvanideeënzijnmogelijknogbetereideeënterealiseren.

• Groteregroepenvragenomeenleider;iemanddiehetprocesbewaaktenalleideeënzichtbaarnoteert.

• Beëindigbrainstormbijeenkomstenniettesnelengeefiedereendetijdomnieuweideeëntelatenrijpen.

• Vervolgenskanevaluatieenverdereuitwerkingvanideeënplaats-vinden.Laatiedereenzelfkiezenwelkeideeënmenverderwiluitwerken.

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

6.4 braInstormenBrainstormen is een methode om nieuwe ideeën te genereren,

ideeën die je door gewoon nadenken niet hebt kunnen vinden.

Twee veel gebruikte principes zijn: komen tot een heel nieuwe

invalshoek (what if…) en het denken via analogie of associatie.

Brainstormen kun je alleen doen, of met een groep, zoals een

schrijfgroep. Je kunt ook ieder apart je ideeën in een compu-

ter invoeren en zorgen dat de ideeën en oplossingen van de

ander(en) bij ieder in een apart venster verschijnen. Het voor-

deel van een groep is dat je gebruik kunt maken van elkaars

creativiteit. Voorwaarde is dat je elkaars ideeën in de brainstorm-

fase niet bekritiseert, want dat doodt de creativiteit. Het is de

kunst om vrijuit zoveel mogelijk ideeën te spuien. Eerst verzame-

len en pas later beoordelen. Het gaat erom een ‘veilige’ omge-

ving te creëren waarin iedereen ideeën durft te spuien zonder

zelfcensuur.

meer InformatIe• Script Partners: What Makes Film and TV Writing Teams Work (2003),

ClaudiaJohnson&MattStevens• Creativiteit onder druk (1999),MariaHopman

www.netwerkscenario.nl www.muisarm.nl www.rsi.algemeen.nl

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

HO

E G

A Ik

TE

WE

Rk

?

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

171

NetwerkScenarioschrijvers

goed nederlands drama en goede nederlandse speelfilms beginnen met goede scenario’s. Voor iedere vorm van drama ligt de kracht van de karakters en het verhaal immers besloten in het scenario. daarom is in 1994 het netwerk scena-rioschrijvers opgericht, een belangenorganisatie voor scenarioschrijvers waarbij inmiddels circa vierhonderd scenaristen zijn aangesloten. Het netwerk is ervan overtuigd dat de hele sector erbij gebaat is als de totstandkoming van goede scripts centraal wordt gesteld.

7

172 173

Belangenbehar t iging

Om deze doelstellingen te bereiken voert het Netwerk onder

meer collectieve onderhandelingen over honoraria en auteurs-

rechten met de omroepen en onafhankelijke producenten. De

Scenarioraamovereenkomst (SRO) met minimumtarieven voor

televisiedrama, die het Netwerk met de Publieke Omroep medio

2001 afsloot, na jarenlang onderhandelen, is een goed voorbeeld

van hoe het Netwerk de positie van zijn leden kan verbeteren.

Omdat de Scenarioraamovereenkomst in 2006 afliep en om

juridische redenen niet verlengd kon worden, vecht het Net-

werk sindsdien voor nieuwe Modelcontracten met de Publieke

Omroep en de speelfilmproducenten. Het Netwerk ontwikkelt

ook voorbeeldcontracten, volgt en becommentarieert het beleid

van audiovisuele instanties en biedt individueel juridisch advies

aan zijn leden. Tevens volgt het Netwerk de ontwikkelingen op

het gebied van het auteursrecht op nationaal en internationaal

niveau en neemt deel aan de discussie over dit onderwerp.

Recent heeft het Netwerk succesvol gelobbyd voor een vrij-

plaatsregeling voor bewezen scenariotalent bij het Filmfonds.

Schrijvers die al twee scenario’s hebben geschreven voor reeds

gerealiseerde speelfilms, kunnen op eigen initiatief (of eventueel

met een betrokken regisseur) een plan indienen voor het uitwer-

ken van een idee voor een scenario tot een eerste versie. Ook

coaching voor beginnende scenarioschrijvers heeft dankzij het

Netwerk een stevige inbedding gekregen in de regelingen van

het Filmfonds.

Daarnaast heeft het Netwerk zijn leden het

volgende te bieden:

Dag van het Scenario, Cinekid, voorl icht ing en andere act iv i tei ten

Het Netwerk organiseert allerlei activiteiten op het vakgebied,

ideale gelegenheden om kennis te vergroten en te netwerken

Al gaat er al veel goed, het kan nog beter. Scenarioschrijven is

een volwaardige discipline, maar schrijvers worden vaak nog

niet volwaardig beloond. De zwakke positie van de individuele

schrijver maakt het moeilijk om daarin verandering te brengen.

Als representatieve beroepsorganisatie is het Netwerk in staat

om auteursrechtelijke en contractuele zaken voor zijn leden te

behartigen, zowel collectief als voor individuele scenarioschrij-

vers. Sinds 1994 maakt het Netwerk samen met de Vereniging

voor Letterkundigen (VvL) en de FreeLancers Associatie (FLA)

onderdeel uit van de koepelorganisatie Vereniging van Schrij-

vers en Vertalers (VSenV).

De doelstellingen van het Netwerk Scenarioschrijvers zijn:

• Verbeteren van de positie van scenarioschrijvers.

• Versterken van de onderhandelingspositie van scenarioschrijvers.

• Juridisch adviseren betreffende contracten en auteursrechten.

• Bevorderen van de professionaliteit en de deskundigheid van

scenarioschrijvers.

• Bevorderen van onderlinge contacten tussen scenarioschrijvers.

• Lobbyen voor meer budget voor televisiedrama en

(speel)films.

• Samenwerken met organisaties in de film- en televisiewereld en

andere culturele disciplines.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

NE

TW

ER

k S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

174 175

Regie over mi jn beroepsprakt i jk

Het Netwerk organiseert sinds 2008 in samenwerking met de

Dutch Directors Guild (DDG) en kunstenaars&CO een cursus

‘Regie over mijn beroepspraktijk’ voor scenarioschrijvers en

regisseurs. De cursus, die zeven dagdelen beslaat, is bedoeld

voor scenarioschrijvers en regisseurs die hun beroepspraktijk

willen professionaliseren en hun netwerk willen uitbreiden. De

cursus laat zien hoe het film- en televisielandschap in Neder-

land in elkaar steekt en hoe je jezelf en je project presenteert.

(Aspirant)Leden van het Netwerk krijgen korting.

Het Contractenbureau

In samenwerking met Lira heeft het Netwerk begin 2002 het

Contractenbureau opgericht. De advocaten van het Contrac-

tenbureau voeren voor een groeiende groep aangesloten

Netwerkleden individuele onderhandelingen met tv-, film- en

toneelproducenten. De ervaren onderhandelaars van het Con-

tractenbureau weten meestal betere voorwaarden te bedingen

en hogere vergoedingen te realiseren. Het Contractenbureau

vraagt voor haar diensten een commissie van vijf procent.

Plot en digi ta le Nieuwsbrief

Plot is het ‘Magazine over scenarioschrijven’. Het vakblad voor

en door scenarioschrijvers van het Netwerk verschijnt vier keer

per jaar. Met vakinhoudelijke en actuele artikelen, zoals inter-

views met schrijvers, producenten, regisseurs, dramaturgen,

hoofden-drama, medewerkers van fondsen en artikelen over hoe

men omroepen of producenten zou kunnen benaderen.

Daarnaast verschijnt er maandelijks een digitale nieuwsbrief, de

iBri, gekoppeld aan de nieuwsrubriek op de website, waarmee

het Netwerk zijn leden op de hoogte houdt over ontwikkelingen

in het veld, aanvraagtermijnen subsidieregelingen fondsen, film-

festivals, bijeenkomsten et cetera.

met schrijvers, dramaturgen, regisseurs, producenten en omroe-

pen.

• De druk bezochte Dag van het Scenario op het Nederlands Film

Festival, waar bekende gasten uit binnen- en buitenland worden

uitgenodigd hun visie te geven op een actueel thema,

• een jaarlijks wisselend seminar voor scenaristen op Cinekid,

• een nieuwjaarsborrel,

• een scenaristendiner,

• een algemene ledenvergadering,

• informatieavonden over bijvoorbeeld belastingen,

• opleidingen,

• vakinhoudelijke workshops.

Daarnaast worden er filmvertoningen georganiseerd, gevolgd

door een gesprek met de scenarist en/of regisseur in samen-

werking met de Dutch Directors Guild, de vakvereniging voor

regisseurs, en de Vedra, de vereniging van film- en televisiedra-

maturgen.

Het Schri j fpaleis

Het Netwerk organiseert sinds juni 2004 vier maal per jaar het

Schrijfpaleis, een kweekvijver voor schrijftalent, in theater Bellevue

in Amsterdam. Bekende acteurs lezen teksten van Netwerkleden

zodat de schrijver, samen met de zaal, acteurs, dramaturg en

regisseur, kan zien of zijn tekst ‘werkt’. (Aspirant)Netwerkleden

kunnen zo op laagdrempelige wijze hun werk presenteren aan

omroepen, producenten en theatermakers op een goed bezocht

podium. Tevens verstrekt het Schrijfpaleis door middel van

interviews met gasten actuele informatie over wat er in het veld

speelt. Er vinden ontmoetingen plaats tussen schrijvers onder-

ling, en tussen schrijvers, dramaturgen, omroepen, regisseurs en

producenten. Sinds 2008 organiseert het Schrijfpaleis jaarlijks

tijdens het Nederlands Film Festival met veel succes een Schrijf-

paleis de Luxe.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

NE

TW

ER

k S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

176 177

Guild), NVS (Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducen-

ten) en de NBF (Nederlandse Beroepsvereniging van Film- en

Televisiemakers). Maar ook met organisaties als het Mediafonds,

het Filmfonds, CoBO-fonds et cetera. Op nationaal niveau is het

Netwerk actief in de Federatie Filmbelangen.

Federat ion of Screenwri ters in Europe

Het Netwerk speelt ook een actieve rol in de Federation of Screen-

writers in Europe (FSE), de Europese vakorganisatie waarvan het

medeoprichter is. De FSE vertegenwoordigt 21 vakverenigingen

en circa negenduizend scenaristen over heel Europa, zie www.

scenaristes.org. De FSE heeft ook een Europees Scenaristenma-

nifest opgesteld, zie www.scenaristes.org/manifesto.htm.

Scenario archief

Het Netwerk heeft een archiefovereenkomst gesloten met het

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid te Hilversum. Dit

archief is voor Nederlandstalige scenario’s die ooit gerealiseerd

zijn. Ook audiovisueel materiaal zal hier worden opgeslagen.

Een speciale commissie samengesteld door het Netwerk, selec-

teert het aangeboden werk van leden.

Tevens kunnen alle leden van het Netwerk een beroep doen op

onderstaande algemene voorzieningen van de VSenV op het

gebied van ziektekosten-, ongevallen- en een arbeidsonge-

schiktheidsverzekering. In sommige gevallen is het noodzakelijk

ten minste één jaar lid te zijn.

Pensioen

De Stichting P.C. Boutensfonds is in 1994 opgericht door de

VSenV in samenwerking met Lira. Het Fonds stelt leden in staat

met subsidie een voorziening voor hun oude dag te treffen. Het

staat open voor hen die het schrijven of vertalen als hoofdberoep

hebben. De subsidie is gebonden aan een inkomensgrens.

Websi te

Op de website van het Netwerk, www.netwerkscenario.nl, staat

het laatste nieuws, een activiteitenagenda en vakinhoudelijke

informatie over onder andere auteursrechten, contracten, oplei-

dingen, Plot Magazine. Als (aspirant)lid kun je op de website een

ledenprofiel aanmaken. Tevens is er een prikbord dat gelinked is

aan de site van de Dutch Directors Guild, waar je als (aspirant)lid

een oproep op kunt zetten.

Zi lveren kr uls taar t

Het Netwerk Scenarioschrijvers reikt sinds 2001 een prijs uit

voor het Beste Scenario Televisiedrama op het Nederlands Film

Festival. Deze prestigieuze vakprijs voor scenarioschrijvers met

de geuzennaam Zilveren krulstaart wordt jaarlijks uitgekozen

en uitgereikt op de Dag van het Scenario. Winnaars zijn Frank

ketelaar met de scenario’s van vuurzee (2006) en de bAnd (2005),

Maria Goos met cloAcA (2004), Robert Alberdingk Thijm met

de dAltons (2001), dunyA & desie (2003) en wAltz (2007), het

schrijversduo Alma Popeyus/Hein Schütz met de enclAve (2002),

Ger Beukenkamp met de prins en het meisje (2008) en het schrij-

versteam Lex Wertwijn, Frank Houtappels, Joan Nederlof en Anita

Voorham met Gooische vrouwen (2009).

Gouden kr ulstaar t

De Gouden krulstaart is in het leven geroepen ter ere van het 15-

jarig bestaan van het Netwerk Scenarioschrijvers en is uitgereikt

aan kees Holierhoek, een man die als geen ander zoveel heeft

gedaan en doet – indachtig de woorden van Lodewijk van Dijssel,

oprichter van de Vereniging van Letterkundigen – “ter beharti-

ging der materieele belangen van de letterkundigen.”

Contacten

Het Netwerk onderhoudt contacten met verwante organisaties

zoals Lira (Literaire Rechten Auteurs), DDG (Dutch Directors

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

NE

TW

ER

k S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

178 179

werpers’ en beleidsmakers in Den Haag. Daarnaast stimuleert

PZO het zelfstandig ondernemerschap en helpt zijn leden met

een uitgekiend pakket aan diensten, waarvan Netwerkleden dus

ook gebruik kunnen maken.

Tot slot zijn de collectieve rechtenorganisaties, zoals Stichting

Lira, Stichting VEVAM en Stichting Thuiskopie, belangrijke part-

ners van het Netwerk en de VSenV.

Lira

In 1986 richtte de Vereniging van Letterkundigen (VvL), daar-

toe aangemoedigd door BuMA, Stichting Lira (Literaire Rechten

Auteurs) op. Lira is de auteursrechtenorganisatie voor schrijvers

en vertalers van gedichten, verhalen, essays, columns, novellen,

romans, eenakters, toneelstukken, sketches, hoorspelen, tv-spelen,

series en films voor televisie, conferences en muziekdramatische

werken, zoals opera’s, operettes, musicals en nog veel meer. Lira

betaalt aan auteurs vergoedingen uit voor gebruik van onder

andere kabelrechten, internetrechten en on demandrechten.

Schrijvers wier werk wordt uitgezonden, of die verwachten dat dit

in de toekomst zal gebeuren, kunnen zich kosteloos bij Lira aan-

sluiten door ondertekening van een aansluitingscontract, waarin

zij Lira het recht geven om namens hen op te treden inzake de

exploitatie van genoemde rechten.

Lira verleent financiële ondersteuning aan de Vereniging van

Schrijvers en Vertalers en aan vele van haar activiteiten. Vaak ook

is zij bestuurlijk en financieel partner in organisaties die tussen

de VSenV en Lira voor specifieke doelen zijn opgericht, zoals de

stichting P.C. Boutensfonds, de Stichting Rechtshulp Auteurs en de

Stichting Het Contractenbureau.

Rechtshulp

Leden met auteursrechtelijke problemen kunnen zich voor juri-

disch advies wenden tot Stichting Rechtshulp Auteurs, die in 1990

door de Vereniging van Letterkundigen en Lira werd opgericht.

Een eerste advies is gratis, mits het lid naar Stichting Rechtshulp

is verwezen door het Netwerk (of een andere afdeling van de

VSenV) of door het bureau van Lira. Een van de voorwaarden

voor rechtshulp is dat de uitkomst van de procedure in principe

van belang is voor de hele beroepsgroep waartoe de aanvrager

behoort.

Financiële ondersteuning

In onze beroepssector komt het regelmatig voor dat men plotse-

ling en tijdelijk een financieel probleem niet kan oplossen. In zo’n

geval is het mogelijk een beroep te doen op het Sociaal Fonds

Letterkundigen. Het bestuur van het fonds beoordeelt de aanvra-

gen op een aantal voorwaarden. Het kan aan de hand daarvan

een eenmalig geldbedrag aanbieden of een persoonlijk advies

geven. Netwerkleden komen hiervoor in aanmerking, nadat zij

minstens één jaar als lid staan ingeschreven.

Leningen

Netwerkleden die zaken als een computer of bureaustoel wil-

len aanschaffen en niet beschikken over het benodigde kapi-

taal, kunnen een lening aanvragen bij de Triodosbank, afdeling

kredietverlening. Deze regeling speciaal voor kunstenaars is tot

stand gekomen in samenwerking met kunstenaars&CO.

Plat for m Zel fs tandige Onder nemers

De VsenV is sinds 2008 collectief aangesloten bij het Platform

Zelfstandige Ondernemers (PZO). PZO komt op voor de belan-

gen van alle zelfstandige ondernemers. Dit doet het door de

positie en de belangen van zelfstandig ondernemers voortdu-

rend onder de aandacht te brengen van de politiek, de ‘wetsont-

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

NE

TW

ER

k S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

Het bureau wordt gevormd door

Anne Zeegers coördinator ad interim

Marieta van Olphen bureaumedewerker

181

netwerk scenarioschrijvers bestuur & bureau In 2009 bestaat het netwerkbestuur uit

Paul Jan Nelissen voorzitter

Marc Linssen vice-voorzitter

Wim Blaauboer penningmeester

Moniek kramer secretaris

Lars Boom

Helena van der Meulen

Rogier de Blok

180

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

NE

TW

ER

k S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

183

beter scHrIjVenHet is scenarioschrijvers eigen om te klagen en te kankeren.

Dat komt omdat wij nooit alle vingers in de pap hebben bij het

eindproduct; wij zeggen dan dat wij een halffabrikaat leveren.

En om die reden is het dus volstrekt vanzelfsprekend dat wij altijd

de verantwoordelijkheid nemen voor een succes, maar nóóit

voor een mislukking. Wij kunnen er nooit wat aan doen dat de

film of te tv-productie een flop wordt.

Nu wilde ik vanmiddag maar eens niet kankeren; ik steek de

hand in eigen boezem.

David kipen zei twee jaar geleden op de Dag van het Scenario:

“De eerste 50 jaren van de cinema waren voor de producenten,

de tweede 50 jaar voor de regisseurs en de volgende 50 jaar zal

voor de scenarioschrijvers zijn.”

Dat is mooi, maar dat gaat niet vanzelf. We moeten onze plaats in

het hele productieproces opeisen en versterken. Daar zijn werel-

den te winnen, al is het maar dat de scenarioschrijver eindelijk

zijn schuchterheid en bescheidenheid overwint. Want niemand

anders dan wij leveren de content.

We moeten ook beter gaan schri jven

Onze scripts, en zeker de scenario’s die wij voor de bioscoop-

film schrijven, zijn van een te laag niveau. Er zijn recentelijk weer

dit is de toespraak van ger beukenkamp, uitgesproken op 23 januari 2009 ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van netwerk scenarioschrijvers.

De eerste 50 jaren van de cinema waren voor de producenten,

de tweede 50 jaar

voor de regisseurs en

de volgende 50 jaar

zal voor de scenario-

schrijvers zijn.

184 185

landse films gewoon niet bij. En dan heb ik het niet over geld, wat

natuurlijk ook belangrijk is, maar over de scripts.

In de Amerikaanse films die hier draaien, zien de experimenten

met intelligentie, bravoure en durf er zo vreselijk goed uit, dat

we die intelligentie, bravoure en durf niet als zodanig herkennen,

omdat het experiment is opgenomen in dezelfde stijl en toon die

we uit de lange Hollywood geschiedenis kennen.

Maar veel scenario’s van films waar wij onze Europese neus

voor ophalen zijn oneindig veel verder dan onze eigen degelijke

polderscripts.

Ik had me voorgenomen geen namen en titels te noemen, maar

ik maak een uitzondering voor de recent uitgebrachte frost/

niXon. Natuurlijk, heel mooie acteurs, maar waar gaat het verder

over? Een oude en een middelbare man die onderling geen pro-

bleem hebben, alleen een betrekkelijk gering eigenbelang. Het

verhaal klinkt stoffig historisch en de afloop ervan is al bekend

als we gaan kijken. Er is in de plot geen liefde, geen seks, geen

dood, geen oorlog, geen misdaad, geen shootout. Niks van dat al.

Maar wel volle zalen met veel jonge mensen, die ademloos mee-

leven. Hoe kan dat? Dat is scenario, scenario, scenario. Waarom

kunnen wij dat niet?

Voor een deel komt dat door het zogenaamde auteursdenken.

Dat is het idee dat scenario én regie in de hand van één mijn-

heer of één mevrouw zou moeten zijn. Alle ongelukken met

Nederlandse film zijn terug te voeren op de volstrekt achterlijke

gedachte dat een bakker zijn eigen graan moet verbouwen. Dat

dit ouderwetse, alles-in-één-hand-idee onuitroeibaar is, heeft een

aantal redenen.

onze eigen degelijke polderscripts

zeer veel Nederlandse films uitgebracht waarbij de reden van

het mislukken aan te wijzen is als een scenarioprobleem.

En dat is gekmakend jammer, want nog één keer een echt goeie

rewrite, voorkomt lege zalen. Ruimhartig investeren in een goed

script is oneindig veel goedkoper dan een film draaien voor een

lege zaal.

Daarom moeten wij meer werk maken van ons werk.

Sluit nog één keer de ogen. En stel je voor: een natte donder-

dagavond in kriterion, alwaar de film op basis van jouw scenario

wordt vertoond. Speel in je hoofd jouw eigen script rustig af. Stel

aan jezelf de vraag: zit ik na zeventig minuten nog steeds op het

puntje van de stoel?

Er is moed voor nodig om dit te doen, maar het moet.

Nu zijn we de laatste vijftien jaar – met dank aan de scenario-

opleidingen – wel veel beter gaan schrijven en zeker het tele-

visiescenario is met sprongen vooruit gegaan. Dat geldt zowel

voor de soaps, het jeugddrama, de politieseries als het hoogst

persoonlijke script van individuele schrijvers.

Dat komt ook omdat scripts voor televisiedrama belangrijker

gevonden worden dan scripts voor speelfilm. In ieder geval moe-

ten tv scripts aan meer formele eisen voldoen.

De speel f i lm

Waar we lang geleden dachten dat Nederland op scenario-

gebied een inhaalslag moest maken, is die slag ook gemaakt.

Maar dat wat we wilden inhalen is intussen ook weer vijftien jaar

verder en dat halen we dus voorlopig niet in. We houden de

intelligentie, de bravoure en durf van veel succesvolle buiten-W

EG

WIJZ

ER

VO

OR

SC

EN

AR

IOS

CH

RIJV

ER

S G

ER

BE

uk

EN

kA

MP

186 187

persoon – de scenarioschrijver – bij te halen. Dat gooit maar roet

in de gevoelsuitstorting.

Laten we eerlijk zijn; de kennis om een scenario te beoordelen

en te verbeteren is niet voldoende aanwezig in ons land. Daar

kunnen we elkaar allemaal de schuld van geven, maar het is een

feit. Ik kan het ook niet.

We roepen allemaal dat het zo moeilijk is om script goed te

lezen, maar na die constatering leunen we achterover en drinken

een borrel.

Ja, het is moeilijk om script te beoordelen, maar dat was een

landing op de maan ook.

Zo kom ik tot de conclusie dat wij ten diepste

niet verstandig wíllen nadenken over scripts.

Daar houden wij niet van. Wij willen rommelen.

We omarmen amateurisme, al geven we het allerlei andere

mooie namen. We babbelen liever over een slechte film dan

over een goeie. De lust om met geldpotjes en beleidsplannen te

stoeien is groter dan de lust om het over inhoud te hebben.

En misschien is het ook wel meer heroïsch om met veel artistiek

gespartel in het diepe te verzuipen, dan om over het diepe heen,

van de ene kant naar de andere te zwemmen. Maar dan moeten

we niet zeggen dat we op een intelligente manier met ons vak

bezig zijn.

We moeten dus beter gaan schri jven

En dus zullen we het ook over inhoud moeten hebben. Waar gaat

dat drama van ons over?

Nu is het leuke van ons vak wel weer dat schrijftechniek, en

schrijfervaring vanzelf inhoud genereert. Hoe meer techniek hoe

meer inhoud.

Ten eerste zijn er de voorbeelden van het tegendeel: regisseurs

als dubbeltalent, die wel degelijk een script kunnen schrijven,

of die eisen dat hun scenariohulp het maar moet doen met een

credit op de aftiteling.

Maar veel ernstiger is de onuitroeibare opvatting over kunste-

naarschap in het algemeen; een nog steeds populaire dwaalge-

dachte. Wel begrijpelijk, want met een beroep op ongrijpbare

artisticiteit kan een gebrek aan vakkennis en durf gemaskeerd

worden.

Dat is dagelijkse praktijk helaas, en niet alleen in ons vak.

Er is nog steeds ontzag voor kreten als: “Het staat er nog niet,

maar ik zie het voor me.” En erger: “Het is goed, want zo voel ik

het gewoon.”

Het is verstandig dames en heren, uw pistool te trekken zodra het

woord gevoel valt. Er worden te weinig pistolen getrokken. Voor

een deel uit het genoemde gebrek aan vakkennis en voor een

deel uit gemakzucht.

Bi jvoorbeeld

Het is veel gemakkelijker om elk jaar maar weer scenarioschrij-

vers te laten debuteren, dan te investeren in een tweede of derde

kans voor aarzelend beginnende scenarioschrijvers. Want als

we beginnende schrijvers een tweede of derde kans gaan geven

moeten we ze gaan vertellen wat er goed en wat er slecht was

aan hun eerdere werk. Dat is vermoeiend, vereist gedegen vak-

kennis en die kennis is schaars.

Dus volgend seizoen maar weer een aantal debutanten laten

struikelen.

Het zoeken naar nieuw talent heeft de geur van heiligheid, maar

het is meestal goed verborgen onverschilligheid.

Daar komt dan bij, dat het voor fondsen, omroepen en voor sub-

sidie melkende producenten veel makkelijker is om met één per-

soon – de regisseur – te onderhandelen dan er nog een tweede

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

GE

R B

Eu

kE

Nk

AM

P

188 189

Antiburgerlijk dus, hoe moeilijk dat ook is.

Maar waar is bijvoorbeeld de dramaproductie over de hemelse

zegeningen van drugs, pedofilie of wetteloosheid? Waar is het

drama over achterlijke godsdiensten als de islam en het christen-

dom? Over de verwoestende corruptie binnen liefdadigheids-

organisaties? Het gelijk van Wilders? Het ongelijk van Darwin?

Waarom is onze aanloop naar de Irak-oorlog nog niet verfilmd?

Waarom geen telefilm over de corruptie bij de Telefilms?

En het verleden moet gemythologiseerd worden. Ook dat is een

taak voor ons. In recente succesfilms als zwArtboeK en oorloGs-

winter wordt het verleden overzichtelijk gemaakt. Iedereen die

nog een herinnering heeft aan WOII vindt dit niet zulke goede

films, maar jonge mensen willen ze zien, omdat de grote zaken

uit het verleden een mythologische kracht krijgen en dus voort-

aan altijd bij hen zullen blijven. Zo hoort het.

Ik ga afsluiten. Er is nog heel veel meer te zeggen over voor-

waarden om tot betere scenario’s te komen. Daarmee bedoel ik

de buitenwereld. Die moet zorgen voor meer geld, meer publiek,

betere opleidingen en meer zendtijd. Allemaal nodig en waar.

Maar we moeten eerst naar ons zelf kijken en zo onvoorwaarde-

lijk goed gaan schrijven dat de wereld, en zélfs Hilversum, zich

naar ons zal richten.

Alleen wij zijn in staat om de chaotische werkelijkheid te drama-

tiseren.

ger beukenkamp

Studeer, leid op en oefen, opdat het vak tot in alle hoeken en gaten

beheerst wordt. Dan dient inhoud zichzelf als een godswonder aan.

Techniek genereert inhoud. Maar inhoud genereert geen tech-

niek. En dus moeten we nadenken, opleiden, evalueren, praten,

studeren, leren van voorbeelden, vallen en opstaan. Vakman-

schap haalt het mooiste en het lelijkste in ons naar boven en dat

is precies ook waar drama altijd over gaat.

En als de inhoud, in een onwaarschijnlijk geval, na dat alles nog

niet komt, dan is daar niets aan te doen. Dan is het er niet, bij die

betreffende schrijver.

Die nadruk op vakmanschap wordt in elke tak van de kunst geac-

cepteerd, maar het minst in de literaire en ontbreekt dus ook in

onze discipline.

Inhoud dus

Drama, in welke vorm en in welke tijd dan ook, heeft altijd een

grote conservatieve kant gehad; het bevestigt – vaak ongewild

– de burgerlijke waarden, juist door er zogenaamd aan te morre-

len. Dat gebeurt nog steeds op grote schaal en daar is helemaal

niets op tegen.

Maar op dat terrein hebben we grote concurrentie gekregen

van de documentaire. Het bioscooppubliek gaat steeds vaker

naar goed vertelde, onthullende documentaires. Dat is prachtig,

maar hoe beter en kleiner de camera van de documentairema-

ker wordt, hoe dichter die maker ook bij een werkelijkheid komt

die eigenlijk voor ons bedoeld was. Zelfs een eenvoudig item

in eénvAndAAG of novA zit verkeerstechnisch beter in elkaar dan

menige one niGht stAnd of telefilm.

Daar verliezen we dus.

Daarom stel ik voor om meer antiburgerlijk te worden. Volgens mij

is dat een noodzaak, willen we zowel op televisie als in de bios-

coop niet opgegeten worden door de vertellende documentaire

aan de ene kant en aan de andere kant door alles nivellerende

formats.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

GE

R B

Eu

kE

Nk

AM

P

meer InformatIeanImatIe Voor sites en boeken, zie paragraaf 2.9.

beroepsorganIsatIes scenarIoscHrIjVerswww.netwerkscenario.nl Informatie over en van netwerk scenarioschrijverswww.drehbuchautoren.de Verband deutscher drehbuchautorenwww.scenaristes.org federation of scriptwriters in europewww.scenaristengilde.be Info over en voor belgische scenaristenwww.wga.org writers guild of america, west www.wgaeast.org writers guild of america, eastwww.writersguild.org.uk writers guild of great britain

beroepsorganIsatIeswww.acteursbelangen.nl acteursbelangenwww.afn.nl Vereniging facilitaire sectiewww.assistantdirectors.nl assistant directors clubwww.cinematography.nl netherlands society of cinematographerswww.crewbelangen.nl Vereniging crewbelangen www.directorsguild.nl dutch directors guildwww.filmbelangen.nl federatie filmbelangenwww.fla.nl freelancers associatiewww.fvkv.nl federatie van kunstenaars- verenigingenwww.nbf.nl nederlandse beroep svereniging van film en televisie makers

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

191

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

W

192

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

193

www.filmfestival.nl nederlands film festivalwww.filmfestivalrotterdam.com Internationaal filmfestival rotterdamwww.cinekid.nl cinekidwww.haff.nl Holland animation film festival

fIlm- en teleVIsIewereldwww.beroepkunstenaar.nl overzicht film- en televisie- wereldwww.filmadressen.nl adressen van film- en tv-professionalswww.filmstart.nl startpagina van en voor film- en televisiemakerswww.nftvm.nl. Vereniging van nieuwe film- & tV-makers

fIlmkrItIekwww.filmkrant.nl de net-versie van de filmkrantwww.rottentomatoes.com filmkritieken van onder andere topcritici

fIlms maken Films Maken (2009), roemer lievaart. alles over het maken van speelfilms, documentaires en bedrijfsfilms, van scenario tot montage.

fondsenwww.filmfondsen.nl overzicht van binnen- en buitenlandse fondsenwww.cobofonds.nl stichting co-productiefonds binnenlandse omroepwww.filmfonds.nl nederlands fonds voor de filmwww.lira.nl lira fonds

www.nftvm.nl. Vereniging van nieuwe film- & tV-makerswww.otpnederland.nl Vereniging van onafhankelijke televisieproducentenwww.speelfilmproducenten.nl nederlandse Vereniging van speelfilmproducenten www.vedra.nl Vereniging voor dramaturgenwww.vnap.nl Vereniging nederlandse animatie producentenwww.vsenv.nl Vereniging van schrijvers en Vertalerswww.vvl.nl Vereniging voor letterkundigen

creatIVIteItwww.theartistsway.com The Artist’s Way van julia cameron

Creativiteit onder druk (1999), maria Hopman. The Artist’s Way (2002), julia cameron. nederlandse vertaling: Vind je eigen inspiratie (2002). dramaturgenwww.vedra.nl Vereniging voor dramaturgen

Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of partners in woord en beeld? (2006), else flim. www.vedra.nl

ergonomIewww.muisarm.nl stichting rsI nederlandwww.rsi.algemeen.nl rsI site

festIValswww.film-festivals.nl overzicht van alle festivals, ook voor internet

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

ME

ER

INF

OR

MA

TIE

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

W

194

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

195

omroepenwww.beroepkunstenaar.nl overzicht van alle (commerciële) omroepenwww.roosrtv.nl koepelorganisatie van de regionale omroepenwww.televisie-links.nl overzicht van alle (commerciële) omroepen

ondernemenwww.belastingdienst.nl belastingdienstwww.beroepkunstenaar.nl Informatie en tips over de beroepspraktijkwww.carrieretijger.nl Informatie over loopbaanwww.ccaa.nl promotie en ondersteuning ondernemerschap in de creatieve industriewww.intermediair.nl Informatie voor en over hoogopgeleidenwww.kunstenaarsenco.nl Informatie over en van kunstenaars&cowww.kunstenaarszakentest.nl test voor ondernemerskwaliteitenwww.kvk.nl kamer van koophandelwww.lancelots.nl Informatie voor en door freelancerswww.lichaamstaal.com Informatie over lichaamstaalwww.onderhandelen.nl Informatie en tips over onderhandelenwww.pzo.nl platform Zelfstandige ondernemers

Handboek ondernemen, van de belastingdienst (gratis).Handboek voor schrijvers (2009), maaike molhuysen en louise stiller.

www.mediafonds mediafonds www.rff.rotterdam.nl fonds voor de film en audiovisuele mediagames Voor sites en boeken, zie paragraaf 2.9.

Internet www.youtube.com Videofilmpjes

Voor sites over internetfilms, zie paragraaf 2.9.

jurIdIscH & fInancIeelwww.netwerkscenario.nl netwerk scenarioschrijverswww.auteursrecht.nl alles over auteursrechtwww.beroepkunstenaar.nl Informatie en tips over de beroepspraktijkwww.cedar.nl centrum voor dienstverlening auteurs- en aanverwante rechtenwww.contractenbureau.nl contractenbureauwww.kunstenaarsenco.nl kunstenaars&cowww.lira.nl lirawww.postbus51.nl overzicht van ministeries en overheidsinstellingenwww.home.szw.nl ministerie van sociale Zaken en werkgelegenheidwww.socialezekerheid.nl Informatie over de nederlandse sociale zekerheidwww.vevam.nl VeVam

mobIele telefoon Voor sites over filmpjes voor mobiele telefoons, zie paragraaf 2.9.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

ME

ER

INF

OR

MA

TIE

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

W

196

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

197

scenarIoscHrIjVenwww.bbc.co.uk/writersroom bbc’s writersroomwww.craftyscreenwriting.com alex epstein met delen van zijn boek www.etbscreenwriting.com laurie Hutzler over karakterswww.johnaugust.com scenarist john august met nuttige tipswww.kill-your-darlings.nl rogier propers boek Kill Your Darlingswww.robinkelly.btinternet.co.uk engelstalige site over scenarioschrijvenwww.scenarioschrijven.net startpagina scenarioschrijvenwww.scenarist.nl alles over scenarioschrijvenwww.screenwritersutopia.com artikelen en interviewswww.scriptfly.com artikelen over scenarioschrijvenwww.scriptforsale.com artikelen over scenarioschrijvenwww.scriptnurse.com artikelen over scenarioschrijvenwww.visualwriter.com artikelen over scenarioschrijvenwww.vorza.com john Vorhaus met delen van The Comic Toolbox www.wordplayer.com scenarist terry rossio met zijn columns www.writersstore.com artikelen over scenarioschrijvenwww.writingtreatments.com over treatments schrijven

De 36 dramatische situaties (2007), jan Veldman. Handboek met alle mogelijke verhaalideeën op een rij, met voorbeelden uit litera-tuur, toneel, film en strips.Het geheim van Hollywood (2008), paul ruven & marian batavier. Handboek over een praktische formule voor het maken en analyse-ren van speelfilms.Kill Your Darlings (2007), rogier proper. Handboek over scena-rioschrijven en een prima overzicht van de nederlandse film- en televisiewereld.

Handboek zzp 2010 (2009), tijs van den boomen en wilma van Hoeflaken.Eigen Baas (2007), tijs van den boomen.

opdracHtfIlm Voor sites, zie paragraaf 2.9.

opleIdIngenVoor opleidingen en sites zie paragraaf 2.1.

producentenwww.otpnederland.nl Vereniging van onafhankelijke televisie producentenwww.speelfilmproducenten.nl nederlandse Vereniging van speelfilmproducenten

De filmproducent, handboek voor de praktijk (2008), carolien kroon & stinette bosklopper.

radIodrama Voor sites, zie paragraaf 2.9.

regIsseurswww.directorsguild.nl dutch directors guild

scenarIoVakbladenwww.netwerkscenario.nl Informatie over Plotwww.creativescreenwriting.com creative screenwritingwww.hollywoodscriptwriter.com Hollywood scriptwriter met artikelenwww.scriptmag.com script met artikelen

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

ME

ER

INF

OR

MA

TIE

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

W

198

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

WE

Rk

NE

TW

ER

kN

ET

199

scrIptswww.imsdb.com database van filmscriptswww.joblo.com met engelstalige filmscriptswww.script-o-rama.com met engelstalige film- en televisiescriptswww.simplyscripts.com met engelstalige film- en televisiescripts

uItblInkenHet geheim van de uitblinker (2007), Vittorio busato & frenk van Harreveld.Outliers (2008), malcolm gladwell. nederlandse vertaling: Uitblinkers (2008).

VarIawww.leren.nl Informatie over allerlei onderwerpenwww.ted.com sprekers over techniek, entertainment en design www.wikipedia.nl Internet encyclopedie

VIdeoclIpswww.youtube.com VideoclipsVoor sites, zie paragraaf 2.9.

Rijk door 1 zin (2009), paul ruven & marian batavier. Handboek over richtlijnen waar een filmidee van een paar regels aan moet voldoen.Schrijven voor film, toneel en televisie (2009), ger beukenkamp. Handboek over schrijven voor toneel, film en televisie, met smakelijke anekdotes uit de praktijk.

scenarIosoftwarewww.filmmaken.nl overzicht van scenario- software onder softwarewww.celtx.com website met gratis scenariosoftwarewww.dramatica.com dramatica pro met een demoversiewww.finaldraft.com final draft met een demoversiewww.powerstructure.com power structure met een demoversiewww.screenplay.com movie magic met een demoversie

scHrIjfpaleIswww.netwerkscenario.nl Informatie over en van netwerk scenarioschrijvers

scHrIjfpartnerScript Partners: What Makes Film and TV Writing Teams Work (2003), claudia johnson & matt stevens.

scHrIjVenwww.schrijvenonline.org alles over schrijven

Handboek voor schrijvers (2009), maaike molhuysen en louise stiller.Bestseller (2008), paul sebes.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

ME

ER

INF

OR

MA

TIE

200 201

Hoofdstuk 3• Quote Ben Sombogaart uit Filmbeeld, juni 2008

• Voor de paragraaf 3.1 Netwerken is gebruik gemaakt van artikel

Netwerken op www.beroepkunstenaar.nl.

• Voor de paragraaf 3.2 Bellen is gebruik gemaakt van artikel

‘Zakelijk telefoneren’ van Cuun Haffmans op www.beroepkunste-

naar.nl.

• Voor de paragraaf 3.4 Curriculum vitae is gebruik gemaakt van

artikel ‘Een Curriculum vitae opstellen’ op www.beroepkunste-

naar.nl.

Hoofdstuk 4• Quotes Henriëtte Hoogenboezem uit artikel Plot lente 2009 door

Frank ketelaar.

• Voor de paragraaf 4.3 Onderhandelen is gebruik gemaakt van

artikel ‘Onderhandelen’ op www.beroepkunstenaar.nl.

Hoofdstuk 5• Quote Paul van den Wildenberg uit Filmbeeld, juni 2008

Hoofdstuk 6• Voor de paragraaf Schrijfgroepen is geciteerd uit een artikel van

Catherine Blom voor het Netwerk Scenarioschrijvers.

• Quote Roeland & Marc Linssen uit artikel in Plot zomer 2006 door

Roeland & Marc Linssen.

• Creativiteit onder druk (1999), Maria Hopman

Hoofdstuk 1• Quote Burny Bos uit artikel in Plot zomer 2007 door Frank

ketelaar.

• Quotes Tijs van Marle uit artikel in Plot zomer 2007 door Wim

Blaauboer.

• Quote Roeland & Marc Linssen uit artikel in Plot zomer 2006 door

Roeland & Marc Linssen.

• Quote Rob Arends uit artikel in Plot herfst 2007 door Helena van

der Meulen.

• Quote Brigitte Baake & Gemma Derksen uit artikel in Plot

voorjaar 2002 door Brigitte Baake & Gemma Derksen.

• Voor de paragraaf Samenwerken is geciteerd uit Code of conduct

door Marc Linssen en Lars Boom.

• Voor ‘Tips voor een goede samenwerking’ is geciteerd uit stellin-

gen van Else Flim in Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-lief-

deverhouding of partners in woord en beeld? (2006).

• Handboek freelancen 2008/2009 (2008), Tijs van den Boomen en

Wilma van Hoeflaken

Hoofdstuk 2• Quote Brigitte Baake uit artikel in Plot winter 2007 door Frank

ketelaar.

• Quote Burny Bos uit artikel in Plot zomer 2007 door Frank

ketelaar.

• Quote Michiel de Rooy uit artikel in Plot winter 2006 door Coleta

Valkenburg en Helena van der Meulen.

• Quote Frans van Gestel uit Plot lente 2008.

• Quote Reinier Selen uit Plot winter 2008.

• Quote Rob Arends uit artikel in Plot herfst 2007 door Helena van

der Meulen.

• Voor de paragraaf 2.7 Omroepen is gebruik gemaakt van artikel

in Plot zomer 2008 door Bart Juttmann.

• Voor paragraaf 2.8 over Filmfonds en Mediafonds is gebruik

gemaakt van hun websites.

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

BR

ON

NE

N

202 203

Anne van Melick, Guy Meredith,

Helena van der Meulen, Paul Jan

Nelissen, Marieta van Olphen,

Ruben Picavet, Peter Römer,

Willemiek Seligmann, Jet Smit,

Piet-Harm Sterk, Marjoleine

Timmer, Johan Timmers,

Annemarie van Toorn, Coleta

Valkenburg, Marc Veerkamp,

Roel van de Ven, Annechien

Visser, Titia Vuyk, Hans Walther,

Michael de Wee, Anne Zeegers,

Marcel de Zwaan en anderen.

Met dank aan Ido Abram, Paul Bertram,

Ger Beukenkamp, Rogier de

Blok, Catherine Blom, Lars Boom,

Tijs van den Boomen, Arjan van

den Born, Fleur Botman, Ger

Bouma, Hans Maarten van den

Brink, Henk Burger, Willem

Capteyn, Anton Feddema, Else

Flim, Anja Francissen, Hans van

Hechten, kees Holierhoek, Jens

Hollander, Sjors Houkes, Joshua

de Jong, Wim Jurg, Bart Juttmann,

Frank ketelaar, Ellen van der

kraan, Moniek kramer, karen

Lagendijk, Miryam van Lier,

Roemer Lievaart, Marc Linssen,

Tijs van Marle, Jonathan Mees,

WE

GW

IJZE

R V

OO

R S

CE

NA

RIO

SC

HR

IJVE

RS

DA

Nk

DA

Nk

DA

Nk

Aansluiting bij Lira:

ook voor scenarioschrijvers een goed idee!

Kijk voor meer informatie op: www.lira.nl

Aansluiting bij Lira is gratis.

Lira vertegenwoordigt een breed scala aan auteurs. Schrijvers van romans,

scenaristen, auteurs van educatieve boeken, dichters, freelance journalisten,

vertalers, ondertitelaars, schrijvers van libretto’s, essayisten et cetera.

Eén loket voor de rechten van auteurs van teksten in de breedste zin van

het woord.

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE A

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IEA

DV

ER

TE

NT

IE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE

AD

VE

RT

EN

TIE