Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard,...

43
Trainershandleiding bijscholing ‘omgaan met eenzaamheid onder ouderen’ Behorend bij: Richtlijn Eenzaamheid onder ouderen Doelgroep scholing: wijkverpleegkundigen en verzorgenden In opdracht van: V&VN Ontwikkeling scholing: Lectoraat 1elijnszorg HAN Auteurs: Rianne Elderhuis, Meike Heessels 20 december 2019

Transcript of Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard,...

Page 1: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

Trainershandleiding bijscholing ‘omgaan

met eenzaamheid onder ouderen’

Behorend bij: Richtlijn Eenzaamheid onder ouderen Doelgroep scholing: wijkverpleegkundigen en verzorgenden In opdracht van: V&VN Ontwikkeling scholing: Lectoraat 1elijnszorg HAN Auteurs: Rianne Elderhuis, Meike Heessels 20 december 2019

Page 2: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 2/43

Trainershandleiding bijscholing

omgaan met eenzaamheid onder ouderen

Page 3: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 3/43

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING .....................................................................................................................................4

Eenzaamheid en de rol van de wijkverpleging ......................................................................................4

Uitgangspunten scholing ....................................................................................................................5

Doelen scholing.................................................................................................................................6

2 PROGRAMMA ...............................................................................................................................7

Module 1 Signaleren van eenzaamheid ........................................................................................7

Inleiding ...........................................................................................................................................7

Doelen..............................................................................................................................................7

Module 2 In gesprek over eenzaamheid .................................................................................... 11

Inleiding ........................................................................................................................................ 11

Doelen........................................................................................................................................... 11

BRONNEN ............................................................................................................................................. 15

BIJLAGEN KENNISBRONNEN ........................................................................................................... 16

Kennisbron 1 Achtergrondinformatie over eenzaamheid ............................................................... 17

Kennisbron 2 Handreiking omgaan met eenzaamheid .................................................................... 21

Kennisbron 3 Gesprekstips en vragen ........................................................................................... 25

Kennisbron 4 Werkzame elementen in eenzaamheidsinterventies .................................................. 30

BIJLAGEN: MATERIAAL WERKVORMEN ......................................................................................... 35

Werkvorm 1 Bespreken van schroom en weerstand ...................................................................... 36

Werkvorm 2 Persona’s ................................................................................................................ 39

Werkvorm 3 Feedbacklijst ........................................................................................................... 42

Page 4: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 4/43

1 INLEIDING Het HAN Lectoraat Eerstelijnszorg heeft in opdracht van ZonMW en V&VN een richtlijn ontwikkeld

voor wijkverpleegkundigen en verzorgenden over de zorg aan ouderen met

eenzaamheidsproblematiek. Het doel van de richtlijn is het verbeteren van de wijkverpleegkundige

zorg voor oudere, thuiswonende cliënten (65+) die zich eenzaam voelen. Om de implementatie van de

richtlijn binnen thuiszorgorganisaties te ondersteunen, is de bijscholing ‘omgaan met eenzaamheid

onder ouderen’ ontwikkeld.

Eenzaamheid en de rol van de wijkverpleging De mens heeft een sterke behoefte aan sociale relaties waarin hij of zij verbondenheid, genegenheid

en betrokkenheid vindt. Eenzaamheid kan ontstaan, wanneer er langdurig niet aan deze behoefte

wordt voldaan.

Van Tilburg & de Jong Gierveld (2007) definiëren eenzaamheid als volgt:

‘Eenzaamheid is een subjectieve ervaring, van een ‘onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan

(kwaliteit van) bepaalde sociale relaties’

Bij eenzaamheid gaat het dus om een subjectief oordeel over de sociale relaties. Negatieve gevoelens

of ervaringen staan hierbij centraal. Verder gaat het om het aantal contacten en de kwaliteit van de

contacten, maar ook om iemands relatiestandaarden, of verwachtingen in relaties. Op het eerste oog

kan het dan zijn dat iemand voldoende contacten heeft, maar wanneer hij/zij de kwaliteit van deze

contacten als onvoldoende ervaart kan hij/zij zich toch eenzaam voelen. Omgekeerd kan iemand één

of twee contacten hebben en zich niet eenzaam voelen.

Eenzaamheid is soms ook ‘het afgesloten zijn van jezelf’ of het missen van verbinding met de wereld.

Dit noemt men ook wel existentiële eenzaamheid. Existentiële eenzaamheid is vaak gerelateerd aan

zingeving.

Wijkverpleegkundigen en verzorgenden worden zo goed als dagelijks geconfronteerd met oudere

cliënten die zich eenzaam voelen. Tegelijkertijd blijkt eenzaamheid een onderwerp dat

wijkverpleegkundigen moeilijk vinden om te bespreken met de cliënt en hun naasten (onderzoek

V&VN, december 2018).

Jonkers & Machielse (2012) spreken in dit verband over handelingsverlegenheid. Onder

handelingsverlegenheid wordt verstaan dat de professional niet handelt of weet te handelen ondanks

dat er zorgen of signalen zijn over een persoon. Handelingsverlegenheid ontstaat uit onvermogen om

adequaat te handelen en komt voort uit aarzelingen (schroom en/of weerstand) bij de professional

zelf.

Jonkers & Machielse (2012) beschrijven dat sociale professionals schroom en/of weerstand kunnen

ervaren om eenzaamheid bespreekbaar te maken. Er speelt bijvoorbeeld angst om bemoeizuchtig

gevonden te worden, of angst om verantwoordelijk te worden voor de oplossing en/of er is

persoonlijke weerstand tegen mensen die klagen of zich vastklampen/claimen.

Ook wijkverpleegkundigen en verzorgenden vinden het herkennen van eenzaamheid niet altijd even

makkelijk (concept ‘Richtlijn eenzaamheid onder ouderen’). Zij hebben behoefte aan meer informatie

over dit onderwerp en de wijze waarop zij met eenzaamheid om kunnen gaan.

In opdracht van V&VN is er in 2016 gestart met het opstellen van een ‘Richtlijn eenzaamheid onder

ouderen’ voor wijkverpleegkundigen en verzorgenden1.

1 Verder in deze handleiding benoemd als wijkverpleegkundigen.

Page 5: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 5/43

Deze bijscholing bouwt voort op de bevindingen van de richtlijn en helpt wijkverpleegkundigen bij het

signaleren en inschatten van de aard, risico’s en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van

eenzaamheid en waar wenselijk, het ondersteunen bij het vinden van passende zorg.

Uitgangspunten scholing De richtlijn beschrijft een professioneel standpunt in relatie tot de rol van de wijkverpleegkundige bij

de zorg aan oudere, thuiswonende cliënten die zich eenzaam voelen (zie kader 1). Dit professioneel

standpunt is bij het ontwikkelen van de scholing als uitgangspunt genomen.

De wijkverpleegkundige en verzorgende zijn, doordat zij als zorgverlener bij de cliënt thuis ‘achter de

voordeur’ komen, vaak degene die met eenzaamheid van ouderen geconfronteerd worden. Zij

kunnen daardoor bij uitstek een signalerende en doorverwijzende rol vervullen.

De werkgroep is van mening dat het tot de taak van de wijkverpleegkundige behoort om het gesprek

hierover met de cliënt aan te gaan, of er voor te zorgen dat iemand anders eenzaamheid met de

betrokken oudere bespreekt.

In het gesprek brengt de wijkverpleegkundige de door haar opgevangen signalen ter sprake, kan de

nodige basale emotionele steun bieden, helpt de cliënt zijn/haar voorkeuren en wensen t.a.v.

ondersteuning verwoorden, en verwijst de cliënt desgewenst.

De werkgroep vindt het zinvol eenzame ouderen te bewegen passende hulp te zoeken en hun daarin

te ondersteunen. Het bespreken van en verwijzen naar passende hulp of geestelijke ondersteuning

past binnen de taak van de wijkverpleegkundige als schakel tussen zorg en welzijn.

Kader 1: Richtlijn eenzaamheid onder ouderen, V&VN, 2020 (p33)

Het gesprek met de cliënt over diens eenzaamheid en eventuele ondersteuning kent een aantal

onderdelen die stapsgewijs kunnen leiden tot afspraken over een passende vorm van ondersteuning

(V&VN, 2020). Hierbij wordt er vanuit gegaan dat dit gesprek, of deze gesprekken gedurende de

lopende zorgverlening kunnen plaatsvinden. Wanneer de cliënt aangeeft ondersteuning te willen

zoeken, kunnen, één of twee extra gesprekken nodig zijn om de cliënt te verwijzen naar passende

ondersteuning. Tot standkomen van deze scholing Deze scholing is tot stand gekomen via een samenwerking tussen:

HAN, Werkplaats Sociaal Domein Nijmegen (M. Heessels)

HAN (R. vd Sande, lector eerstelijnszorg, projectleider Richtlijn Omgaan met Eenzaamheid onder

ouderen)

Movisie (M. den Hollander, M. Talma)

VU (T. van Tilburg, T. Bouwman)

Page 6: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 6/43

Doelen scholing Na deze scholing:

• Herkennen de deelnemers verschillende vormen van eenzaamheid (sociale, emotionele en

existentiële eenzaamheid);

• Hebben deelnemers inzicht in het proces van vereenzamen, oorzaken en gevolgen;

• Hebben de deelnemers gereflecteerd op hun eigen referentiekader en houding ten opzichte van

eenzaamheid;

• Hebben de deelnemers zicht op eventuele schroom en/of weerstand bij zichzelf en/of collega’s

om eenzaamheid te signaleren/bespreekbaar te maken;

• Kunnen de deelnemers eenzaamheid bij de cliëntpopulatie van hun eigen wijkteam vaststellen;

• Hebben de deelnemers begrip voor de complexiteit van eenzaamheid en weten zij dat

eenzaamheid niet (eenvoudig) op te lossen of te verminderen is;

• Weten de deelnemers hoe zij in gesprek kunnen gaan over eenzaamheid;

• Kunnen de deelnemers in gesprek gaan over wat van waarde/van betekenis is voor de cliënt;

• Hebben de deelnemers inzicht in wat zij kunnen doen bij weerstand tegen verandering.

Doelgroep De scholing is gemaakt voor wijkverpleegkundigen en verzorgenden en richt zich op eenzaamheid

onder ouderen. Eenzaamheid is echter een probleem wat op alle leeftijden voor kan komen, dus zal de

scholing ook bruikbaar zijn voor jongere cliënten die met eenzaamheid kampen. Verder is de

verwachting dat de scholing ook bruikbaar is voor andere doelgroepen dan wijkverpleegkundigen,

bijvoorbeeld voor welzijnsmedewerkers, brandweer, politie, vrijwilligers etc.

Bijeenkomsten De scholing bestaat uit 2 modules van een dagdeel. Bijeenkomst 1 gaat over het ‘signaleren van

eenzaamheid’, bijeenkomst 2 heeft het onderwerp ‘in gesprek gaan over eenzaamheid’. Module 2

volgt 3-4 weken na module 1. De groep bestaat uit 12 - max 16 deelnemers.

Voorbereiding van de modules Bij beide modules hoort een voorbereiding, bestaande uit het bestuderen van literatuur (verwerkt in

kennisbronnen in de bijlage) en/of een huiswerkopdracht. De benodigde voorbereiding wordt bij de

beschrijving van de module aangegeven.

Pilot scholing Pilot van de scholing is gedaan met 14 wijkverpleegkundigen/verzorgenden van Buurtzorg in

oktober/november 2019. De scholing is vanaf 2020 beschikbaar op verschillende plekken:

- Werkplaats Sociaal Domein Nijmegen (HAN)

- Vilans

- Toolkit 1tegeneenzaamheid

Page 7: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 7/43

2 PROGRAMMA

Module 1 Signaleren van eenzaamheid

Inleiding Wijkverpleegkundigen en verzorgenden zijn, doordat zij als zorgverlener bij de cliënt thuis ‘achter de

voordeur’ komen, vaak degene die met eenzaamheid van ouderen geconfronteerd worden. Zij kunnen

daardoor bij uitstek een signalerende rol vervullen. Eenzaamheid is echter niet iets wat je direct kunt

zien aan mensen. Als wijkverpleegkundige kan je wel menen signalen van eenzaamheid op te vangen.

Eenzaamheid kan bijvoorbeeld optreden na ingrijpende gebeurtenissen, zoals het verlies van een

partner, kind of andere dierbare, of gezondheidsproblemen, of doordat de steun van een partner of

vrienden wordt gemist.

Signalen van eenzaamheid kunnen bijv zijn dat iemand zich verwaarloost, er niet meer op uit gaat,

aanklampend is in contact, erg gesloten of wantrouwend is, een neerslachtige houding heeft etc.

De aanwezigheid van één of meer van deze signalen is geen bewijs dat de cliënt eenzaam is. Het

herkennen ervan kan wel helpen bij het ondersteunen van je vermoeden en helpen het gesprek

daarover met de cliënt op gang te brengen. In deze eerste module staan we stil bij signalen van

eenzaamheid en oefenen we met een hulpmiddel bij het signaleren van eenzaamheid, de

signaleringskaart.

Het programma van module 1 is nader uitgewerkt in tabel 1. Op de notitiepagina’s in de powerpoint,

behorend bij module 1, staat op onderdelen een toelichting of een uitwerking van werkvormen.

Doelen Na afloop van deze module:

1. Herkennen de deelnemers verschillende vormen van eenzaamheid (sociale, emotionele en

existentiële eenzaamheid);

2. Hebben deelnemers inzicht in het proces van vereenzamen, oorzaken en gevolgen;

3. Hebben de deelnemers gereflecteerd op hun eigen referentiekader en houding ten opzichte van

eenzaamheid;

4. Hebben de deelnemers zicht op eventuele schroom en/of weerstand bij zichzelf en/of collega’s

om eenzaamheid te signaleren/bespreekbaar te maken;

5. Kunnen de deelnemers eenzaamheid bij de cliëntpopulatie van hun eigen wijkteam vaststellen;

6. Hebben de deelnemers begrip voor de complexiteit van eenzaamheid en weten zij dat

eenzaamheid niet (eenvoudig) op te lossen of te verminderen is.

Page 8: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 8/43

Thuisopdracht Schrijf een casus van een eenzame oudere uit jouw wijk waarbij je hebt getwijfeld over of er sprake is

van eenzaamheid. Neem de casus mee naar de 1e bijeenkomst. Denk alvast na over de volgende

vragen:

- Wat is je opgevallen bij de cliënt/wat zag je?

- Waarom dacht je aan eenzaamheid?

- Wat deed het met je?

Ter voorbereiding op module 1, kun je de volgende informatie lezen (zie bijlagen):

Kennisbron 1: Achtergrondinformatie over eenzaamheid

Kennisbron 2: Handreiking omgaan met eenzaamheid

Tabel 1: Programma Module 1 Signaleren van eenzaamheid

Tijd Onderdeel Werkvorm Materiaal en tips

0.00 Introductie en welkom Verwachtingen, doel en programma

Plenair

Powerpoint

0.15 Vooroordelen over eenzaamheid

Energizer: Over de streep: met reflector vooroordelen over eenzaamheid korte nabespreking per vraag

Zet alle tafels en stoelen aan de kant, zodat er voldoende loopruimte ontstaat. Bespreek het vertrouwelijk karakter van de oefening. ➔ Zie uitleg

notitiepagina powerpoint

0.30 Reflectie eigen ervaringen met eenzaamheid

Er wordt in duo’s gereflecteerd op de eigen houding ten opzichte van eenzaamheid. Deelnemers wisselen hun persoonlijke ervaring met eenzaamheid uit. Het gaat hier om de eigen eenzaamheid en niet die van iemand anders. Dit hoeft niet groots te zijn. Het kan ook een situatie of voorval zijn. Ervaringen met de oefening worden plenair besproken.

Bespreek voorafgaande aan de oefening het vertrouwelijk karakter ervan. Deelnemers kunnen er plenair wat over vertellen, maar dit hoeft niet.

Page 9: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 9/43

0.55 Zicht op vormen van eenzaamheid en het proces van vereenzaming

Interactieve uitleg over eenzaamheid - Definitie van eenzaamheid - Vormen van eenzaamheid - Negatieve spiraal - Mogelijke gevolgen van

eenzaamheid

Powerpoint

1.25 Zicht op eigen schroom en/of weerstand

Uitspraken worden op tafel gelegd met belemmerende gedachten om de eenzaamheid van een ander bespreekbaar te maken. Vraag de deelnemers er om heen te lopen. Vraag ze een uitspraak te kiezen die ze zelf herkennen, of die hen raakt. Vraag de deelnemers in duo’s uit te wisselen over de gekozen uitspraak aan de hand van de volgende vragen: - Wat roept deze uitspraak op? - Aan welke concrete praktijk- situatie moet je denken? - Wie is de jonge vrouw met de steunkousen of de man met de lege jaarkalender in jouw wijkteam? - Waar zit in dit geval jouw schroom en/of weerstand om hierover het gesprek aan te gaan? Plenair: Welke conclusies trek je?

Benoem ter inleiding op dit onderwerp een voorbeeld waarbij sprake is van schroom en/of weerstand bij het bespreekbaar maken van eenzaamheid (bij werkvorm 1 zijn 2 voorbeelden opgenomen). Materiaal werkvormen Bespreken van schroom en weerstand (werkvorm 1)

1.45 PAUZE

2.15 Bespreken van meegebrachte casuïstiek Oefening 1 - signaleren van eenzaamheid

- De deelnemers bespreken de casuïstiek die ze hebben meegenomen in tweetallen

- Zij beantwoorden hierbij de volgende vragen

a) wat zag je? b) waarom dacht je aan eenzaamheid? c) wat heb je hiermee gedaan? d) wat deed het met jou? e) wat hield je (evt) tegen?

Signaleringskaarten – (kennisbron 2) Tip: Pas bij de nabespreking de signaleringskaart benoemen. Deze wordt bij het volgende onderdeel toegelicht.

Page 10: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 10/43

- Nabespreken van signalen uit casus

2.30 Signaleren van eenzaamheid Powerpoint-Interactief - Wat is signaleren - Wat is belangrijk bij het

signaleren van eenzaamheid? - Signalen van eenzaamheid en

signaleringskaart

Powerpoint

3.00 Oefening 2- signaleren van eenzaamheid

De deelnemers lezen de Persona’s (werkvorm 2) en bespreken in duo’s (of plenair) welke signalen van eenzaamheid zij in de beschrijving van de persona herkennen.

Signaleringskaarten Materiaal werkvormen: Werkvorm 2 – Persona’s

3.15 Uitleg van de thuisopdracht *Voer een casuïstiekbespreking in jouw wijkteam

Signaleringskaarten – (kennisbron 2)

3.30 Evaluatie bijeenkomst Afsluiten met gedicht

Gedicht ‘Kijk nog eens goed’ Powerpoint

Na afloop van de eerste bijscholingsmodule → bespreken in jouw wijkteam*

Voer een casuïstiekbespreking in jouw wijkteam, waarbij een casus wordt besproken van iemand die

mogelijk eenzaam is. Gebruik hierbij een van de signaleringskaarten als hulpmiddel.

1. Ga met elkaar na welke signalen je opmerkt bij cliënten die mogelijk kunnen wijzen op

eenzaamheid. a. Wie is de jonge vrouw met de steunkousen of de man met de lege jaarkalender in

jouw wijkteam (zie voorbeeld materiaal werkvorm 1)? b. Waar zit in dit geval jouw schroom en/of weerstand om hierover het gesprek aan te

gaan? c. Denk na over welke casus (a) je wilt inbrengen bij de volgende bijeenkomst (zet dit evt

op papier).

Page 11: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 11/43

Module 2 In gesprek over eenzaamheid

Inleiding Bij een vermoeden van eenzaamheid is het belangrijk om hierover met de cliënt in gesprek te gaan.

Het erkennen en uitspreken van gevoelens van eenzaamheid geeft lucht en soms ook een opening om

het proces van vereenzaming te doorbreken. In een aantal gevallen zal erkenning van de eenzaamheid

en het bespreekbaar maken ervan al behulpzaam zijn voor de cliënt en bestaat er niet de behoefte om

een interventie in te zetten.

In deze module is er aandacht voor houding en vaardigheden die ondersteunend zijn aan het

bespreekbaar maken van eenzaamheid. De deelnemers leren welke vragen ze kunnen stellen om in

gesprek te gaan over eenzaamheid en ook op welke wijze ze in geprek kunnen gaan over wat van

waarde is. In dit kader wordt het concept Leefplezier geïntroduceerd.

Het programma van module 2 is nader uitgewerkt in tabel 2. Op de notitiepagina’s in de powerpoint,

behorend bij module 2, staat op onderdelen een toelichting of een uitwerking van werkvormen.

Doelen Na afloop van deze module:

1. Weten de deelnemers hoe zij in gesprek kunnen gaan over eenzaamheid;

2. Kunnen de deelnemers in gesprek gaan over wat van waarde/van betekenis is voor de cliënt;

3. Hebben de deelnemers inzicht in wat zij kunnen doen bij weerstand tegen verandering.

Ter voorbereiding op module 2, kun je de volgende informatie lezen (zie bijlagen):

Kennisbron 2: Handreiking omgaan met eenzaamheid

Kennisbron 3: Gesprekstips en vragen

Tabel 2: Module 2 In gesprek over eenzaamheid

Tijd Onderdeel Werkvorm Materiaal en tips

0.00 Introductie en terugblik vorige bijeenkomst Verwachtingen, doel en programma

Plenair Signaleren van eenzaamheid: hebben de deelnemers hier op basis van bijeenkomst 1 anders naar gekeken? Geoefend in de praktijk? Wat waren ervaringen?

0.15 Eigen gedachten/ overtuigingen over omgaan met eenzaamheid

Over de streep: Bewustwording van eigen gedachten/ overtuigingen over omgaan met eenzaamheid korte nabespreking per vraag

Zet alle tafels en stoelen aan de kant, zodat er voldoende loopruimte ontstaat. Bespreek het vertrouwelijk karakter van de oefening.

Page 12: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 12/43

➔ Zie uitleg notitiepagina powerpoint

0.40 Voorbeeldgesprek met trainingsacteur

Wijkvpk Ans heeft de indruk dat dhr van der Laan eenzaam is. De situatie van meneer van der Laan is in het wijkteam besproken. Afgesproken is dat Ans in gesprek gaat met meneer van der Laan. Wijkvpk Ans (trainer) Meneer van der Laan (acteur)

Er wordt 2 keer een gesprek gevoerd. In het eerste gesprek wordt er niet goed geluisterd. Worden er gesloten vragen gesteld. En worden er oplossingen geboden. De deelnemers geven tips over verbeterpunten in gesprek. In het 2e gesprek worden er open vragen gesteld uit de handreiking → verdieping in gesprek met als gevolg dat dhr van der Laan zich erkend voelt in zijn eenzaamheid en het gevoel heeft dat er naar hem wordt geluisterd.

1.00 PAUZE

1.15 In gesprek over eenzaamheid (oefening rollenspel met trainingsacteur)

De deelnemers geef je de volgende opdracht: - Lees de handreiking met vragen - Kies 3 of 4 vragen uit de

handreiking - Bespreek met een medecursist

waarom je hebt gekozen voor deze vragen

Oefening in subgroepen met trainingsacteur: Rollenspel: o Schets de situatie van de

cliënt aan de trainingsacteur o Bepaal wie welke rol op zich

neemt –wijkverpleegkundige/ observator

De deelnemers brengen zelf een casus in uit hun eigen praktijk. Trainingsacteur Gesprekstips en vragen (kennisbron 3)

Page 13: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 13/43

o Voer het gesprek (15 mn) over de mogelijke eenzaamheid

o De observator geeft feedback op de aspecten van effectieve communicatie (fbformulier).

o Draai de rollen door

Plenaire nabespreking (10 min)

Materiaal werkvormen: Feedbackformulier (werkvorm 3)

2.00 PAUZE

2.15 Motivatie en weerstand Korte toelichting op weerstand tegen veranderen. De ambivalentie van willen veranderen en tegelijk níet willen veranderen. De relatie en interactie tussen hulpverlener en cliënt zijn cruciaal voor het ontstaan van weerstand en/of juist motivatie. - Herkennen van weerstand - Uitingen van weerstand - Omgaan met weerstand

Powerpoint

2.30 Omgaan met weerstand (oefening rollenspel met trainingsacteur)

Rollenspel: - oefenen in groepjes van vier - gesprek met een cliënt waarbij

er weerstand wordt ervaren Plenair nabespreken en conclusies trekken

De deelnemers brengen zelf een casus in uit hun eigen praktijk.

Trainingsacteur

3.30 Verkennen wat van waarde is/wat van betekenis is

Toelichting op fase binnen handreiking ‘omgaan met eenzaamheid’. Korte toelichting op Leefplezier en de Hartenroos. Neem bij degene die naast je zit een anamnese af over leefplezier (10 mn). Gebruik hierbij de hartenroos en/of interviewvragen. Plenair kort nabespreken

Handreiking omgaan

met eenzaamheid

(kennisbron 2)

Gesprekstips en vragen

(kennisbron 3)

De deelnemers

kunnen evt de

leefplezierboom

(digitaal) invullen: http://www.leefplezier.nl

/leefplezierplan/

Page 14: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 14/43

4.00 Afsluiting Evaluatie en einde

Voel je je klaar om in gesprek te

gaan over eenzaamheid?

Hoe verder in je wijkteam?

- Indicatiestelling door de

wijkverpleegkundige

- Wijkgericht werken

- Grenzen aan deskundigheid

Wat heb je nog nodig?

Na afloop van de tweede bijscholingsmodule → bespreken in jouw wijkteam

Voer een casuïstiekbespreking in jouw wijkteam, waarbij een casus wordt besproken van iemand die

mogelijk eenzaam is. Gebruik hierbij een van de signaleringskaarten als hulpmiddel.

1. Ga met elkaar na welke signalen je ziet die mogelijk kunnen wijzen op eenzaamheid.

2. Bespreek met elkaar welke vragen je zou kunnen stellen om na te gaan of er inderdaad sprake

is van eenzaamheid.

3. Bespreek met elkaar op welke wijze je kunt nagaan wat van waarde is voor de cliënt.

4. Spreek af wie van jouw wijkteam in gesprek gaat met de cliënt (welke collega heeft een goed

contact met deze cliënt?).

5. In de literatuur worden er over het algemeen 7 soorten eenzaamheidsinterventies beschreven

(kennisbron 4). Bespreek in jouw wijkteam welke soorten eenzaamheidsinterventies in jouw

wijk terug te vinden zijn. Maak een sociale kaart van het ondersteuningsaanbod bij

eenzaamheid (korte beschrijving van het aanbod, aangevuld met contactgegevens).

6. Bespreek met de huisartsenvoorziening hoe je als wijkteam kunt samenwerken met de

huisartsenvoorziening bij cliënten die (ernstig) eenzaam zijn.

Page 15: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 15/43

BRONNEN

Bouwman, T.E., & van Tilburg, T.G. (2018). Werkzame elementen in eenzaamheidsinterventies. Intern

rapport, Vrije Universiteit Amsterdam.

Heessels, M., M. Braun, J. Kroes, T. Dankers, K. Roozendaal, A. Ouwerkerk, D. Damoiseaux & M. van

Biene (2015). Eenzaam ben je niet alleen. Samen werken aan een nieuwe blik op eenzaamheid en

sociaal isolement. Utrecht: Movisie. Geraadpleegd op 21-11-2019, van

https://www.movisie.nl/publicaties/eenzaam-ben-je-niet-alleen

Jonkers, M. A. Machielse. (2012). Handelingsverlegenheid als hinderpaal bij het signaleren van sociaal

isolement. Mogelijkheden en belemmeringen bij lokale signaleerders. Utrecht: Landelijk

Expertisecentrum Sociale Interventie (LESI).

Van Tilburg, T. G., & de Jong-Gierveld, J. (2007). Zicht op eenzaamheid: Achtergronden, oorzaken en

aanpak. Assen: van Gorcum.

V&VN. (2020) Richtlijn eenzaamheid onder ouderen, 2020

V&VN. (2018, 7 september). Verpleegkundigen en Verzorgenden zien toename eenzaamheid. V&VN.

Geraadpleegd op 06 november 2019, van

https://www.venvn.nl/Berichten/ID/2649588/Verpleegkundigen-en-verzorgenden-zien-toename-

eenzaamheid

Volksgezondheidenzorg.info (2019). Cijfers- Context Eenzaamheid. Geraadpleegd op 21 november

2019 van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-

context/samenvatting

RIVM: Bilthoven.

Volksgezondheidenzorg.info (2019). Oorzaken en gevolgen van eenzaamheid. RIVM: Bilthoven,

Geraadpleegd op 21 november 2019, van

https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-context/oorzaken-en-

gevolgen#!node-gevolgen-van-eenzaamheid

VWS (2019). Gevolgen van eenzaamheid. VWS: Den Haag. Geraadpleegd op 21 november 2019, van

https://www.eenzaam.nl/over-eenzaamheid/gevolgen-van-eenzaamheid.

Page 16: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 16/43

BIJLAGEN KENNISBRONNEN

Page 17: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 17/43

Kennisbron 1 Achtergrondinformatie over eenzaamheid

Deze bron is gebaseerd op:

- Van Tilburg, T. G., & de Jong-Gierveld, J. (2007). Zicht op eenzaamheid: Achtergronden, oorzaken en

aanpak. Assen: van Gorcum

- V&VN. Richtlijn omgaan met eenzaamheid onder ouderen. Utrecht. 2020.

- Volksgezondheidenzorg.info (2019). Cijfers- Context Eenzaamheid. RIVM: Bilthoven. Geraadpleegd op

21 november 2019, van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-

context/samenvatting

- Volksgezondheidenzorg.info (2019). Oorzaken en gevolgen van eenzaamheid. RIVM: Bilthoven.

Geraadpleegd op 21-11-2019, van

https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-context/oorzaken-en-

gevolgen#!node-gevolgen-van-eenzaamheid

- VWS (2019). Gevolgen van eenzaamheid. VWS: Den Haag. Geraadpleegd op 21 november 2019, van

https://www.eenzaam.nl/over-eenzaamheid/gevolgen-van-eenzaamheid.

Eenzaamheid

Eenzaamheid is een negatief gevoel dat zich kenmerkt door een gemis aan sociale relaties. Mensen

hebben behoefte zich verbonden te voelen met betekenisvolle anderen die ze kunnen vertrouwen, die

hun een doel in het leven geven en met wie zij samen kunnen werken om te overleven en zichzelf te

ontplooien.

Eenzaamheid is een subjectieve ervaring. Dat betekent dat twee mensen in een vergelijkbare situatie

dit geheel anders kunnen beleven. Eenzaamheid wordt in de wetenschap vaak onderverdeeld naar

sociale, emotionele en existentiële eenzaamheid (de Jong Gierveld & van Tilburg, 2008; van Tilburg &

de Jong Gierveld, 2007). Existentiële eenzaamheid is duidelijk anders dan emotionele of sociale

eenzaamheid. Het vraagt ook een andere, niet zozeer op interventie gerichte benadering (V&VN,

2020). Om deze reden valt existentiële eenzaamheid buiten het bestek van de huidige richtlijn.

Sociale eenzaamheid

Sociale eenzaamheid is gekoppeld aan een tekort aan sociale integratie, het ontbreken van contacten

met mensen waarmee men bepaalde gemeenschappelijke kenmerken deelt, zoals vrienden, kennissen

of collega’s. Sociale eenzaamheid zegt wat over het aantal contacten (kwantiteit).

Emotionele eenzaamheid

Emotionele eenzaamheid treedt op als iemand een hechte, intieme band mist met één andere

persoon, meestal de levenspartner. Emotionele eenzaamheid zegt wat over de kwaliteit van het

contact.

Page 18: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 18/43

Existentiële eenzaamheid

Existentiële eenzaamheid: wordt omschreven als een verloren en zwervend gevoel, geen eigen plek of

rol in het leven kennen, een gevoel van zinloosheid.

Eenzaamheid komt bij een aantal groepen meer voor. In de kaart ‘Cijfers en Context’ op pagina 20 en

in het kader ‘Vóórkomen van eenzaamheid’ wordt dit nader toegelicht.

Vóórkomen van eenzaamheid

Eenzaamheid (sociale, emotionele) komt onder ouderen veel voor. Hoewel de cijfers uiteenlopen

schat men dat vanaf het 55ste levensjaar het percentage matig eenzamen oploopt van 18% naar

53% en het percentage sterk eenzamen van 2% naar 9% (Campen van, Vonk & van Tilburg, 2018).

Na de leeftijd van ongeveer 70 jaar is de kans op eenzaamheid groter door een opeenstapeling van

verschillende gebeurtenissen zoals het overlijden van de partner of andere leeftijdsgenoten en het

verlies van mobiliteit en zelfstandigheid door afnemend fysiek, cognitief en sensorisch

functioneren.

Gescheiden mensen en weduwen of weduwnaars voelen zich vaker eenzaam dan gehuwde

mensen of ongehuwden; bijna 60 procent van de gescheiden mensen en weduwen of weduwnaars

voelt zich

eenzaam. Ernstige eenzaamheid komt meer voor bij gescheiden mensen (twintig procent) dan bij

weduwen of weduwnaars (zestien procent). Ook migranten zijn aanmerkelijk vaker ernstig

eenzaam. Terwijl in 2008 zeven procent van de autochtone grootstedelingen (zeer) ernstige

eenzaamheid rapporteerde in de gezondheidsmonitoren van de vier grote steden (Amsterdam,

Rotterdam, Den Haag en Utrecht), gaf elf procent van de Surinaamse, veertien procent van de

Marokkaanse en maar liefst 27 procent van de Turkse aan ernstig tot zeer ernstig eenzaam te zijn

(Fokkema et al., 2016). Emotionele eenzaamheid komt het meest voor bij weduwen en

weduwnaars; sociale eenzaamheid daarentegen komt meer voor bij gescheiden mensen

(Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen, GGD-en, CBS en RIVM, 2016)

Uit: Richtlijn omgaan met eenzaamheid onder ouderen, V&VN, 2020, p 6

Gevolgen van eenzaamheid Eenzaamheid is vooral ernstig wanneer mensen het sterk of langdurig voelen. Eenzaamheid zet

mogelijk een zichzelf versterkende negatieve spiraal in werking (VWS, 2019). Onderzoek wijst uit dat

eenzaamheid leidt tot verminderd welbevinden en een gevoel van algemene ontevredenheid over het

leven. Gevolg kan zijn dat mensen de neiging hebben ongezond te gaan leven: weinig bewegen,

minder gezond eten en meer gebruik van verslavende middelen (VWS, 2019). Dan bestaat het gevaar

dat problemen zich opstapelen. Denk aan verwaarlozing, slaapproblemen, gezondheidsklachten,

verslaving en schulden. Dat heeft weer een negatieve uitwerking op de zelfwaardering en

tevredenheid met het leven in het algemeen. Eenzaamheid veroorzaakt gezondheidsrisico’s.

Onderzoek toont aan dat eenzaamheid een negatieve invloed heeft op het immuunsysteem. Hierdoor

is iemand die eenzaam is vatbaarder voor infecties (VWS, 2019). Op de site van volksgezondheideninfo

(2019) worden de volgende (mogelijke) gevolgen van eenzaamheid beschreven:

Page 19: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 19/43

Eenzaamheid verhoogt mogelijk risico op ziekte van Alzheimer

Eenzaamheid vergroot mogelijk de kans op de ziekte van Alzheimer. In een Nederlands onderzoek

werden Amsterdamse ouderen zonder dementie gedurende drie jaar gevolgd. Na drie jaar hadden

ouderen met gevoelens van eenzaamheid 1,64 keer zo vaak dementie ontwikkeld dan de niet-

eenzame ouderen.

Verhoogde kans op coronaire hartziekten en beroerte door eenzaamheid

Er zijn aanwijzingen dat eenzaamheid de kans op het krijgen van hartaandoeningen vergroot, ook na

correctie voor andere risicofactoren van coronaire hartziekten.

Eenzaamheid kan leiden tot depressie en suïcide

Eenzaamheid kan tot een depressie leiden. Dit blijkt uit verschillende onderzoeken bij mensen van

middelbare leeftijd en ouderen. Het gaat hierbij om studies die mensen gedurende enkele jaren

volgden en waaruit blijkt dat mensen met eenzaamheidsgevoelens vaker een depressie krijgen.

Hogere kans op overlijden door eenzaamheid

Eenzaamheid verhoogt de kans op overlijden. In een Nederlands onderzoek werden 65- tot en met 84-

jarigen gedurende een periode van tien jaar gevolgd. Na tien jaar, hadden eenzame mannen 30%

meer kans te zijn overleden. Voor de vrouwen was het risico met 4% verhoogd.

Page 20: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 20/43

Volksgezondheidenzorg.info: Kaart Eenzaamheid en Context,

https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-context/samenvatting Bilthoven,

Geraadpleegd op 21 november 2019.

Page 21: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 21/43

Kennisbron 2 Handreiking omgaan met eenzaamheid

Deze bron is gebaseerd op:

- Heessels, M., M. Braun, J. Kroes, T. Dankers, K. Roozendaal, A. Ouwerkerk, D. Damoiseaux & M. van

Biene (2015). Eenzaam ben je niet alleen. Samen werken aan een nieuwe blik op eenzaamheid en

sociaal isolement. Utrecht: Movisie. Geraadpleegd op 21 november 2019, van

https://www.movisie.nl/publicaties/eenzaam-ben-je-niet-alleen

- Stichting effectieve ouderenzorg (2019). Stappenplan FIT. St. Effectieve Ouderenzorg: Amsterdam.

Geraadpleegd op 21 november 2019, van

https://effectieveouderenzorg.nl/toolkit/sociaal/eenzaamheidsoc-participatie/stappenplan/

- Jong Gierveld, J. de, en T. van Tilburg (1999). Manual of the Loneliness Scale.

Vrije Universiteit Amsterdam (PDF and online version). Geraadpleegd op 19 december 2019, van

http://home.fsw.vu.nl/tg.van.tilburg/manual_loneliness_scale_1999.html

In de handreiking ‘omgaan met eenzaamheid’ uit de richtlijn ‘Omgaan met eenzaamheid onder

ouderen’ (Richtlijn V&VN, 2020) worden de volgende fases onderscheiden:

1. Herkennen van eenzaamheid - Signaleren

2. In gesprek gaan over eenzaamheid

3. In gesprek gaan over wat van waarde is/van betekenis is

4. In gesprek gaan over ondersteuning

5. Ondersteunen in ondernemen van acties en/of doorverwijzen

De fases zijn niet vanzelfsprekend opeenvolgend. Soms wordt iemand langer begeleid in een bepaalde

fase. Sommige fases kunnen samenvallen en soms wordt er teruggegaan naar een bepaalde fase.

Eenzaamheid is helaas niet altijd op te lossen. In sommige gevallen kan de eenzaamheid wel worden

verminderd. In een aantal gevallen zal erkenning van de eenzaamheid en het bespreekbaar maken

ervan al behulpzaam zijn voor de cliënt en bestaat er niet de behoefte om een interventie in te zetten.

Ook kan het zijn, dat iemand beter leert omgaan met eenzaamheidsgevoelens.

1 Herkennen van eenzaamheid – Signaleren De eerste tekenen dat de cliënt eenzaam is, zijn soms concreet, bijvoorbeeld als in het kader van een

kwetsbaarheid-assessment een vragenlijst is afgenomen, en soms niet concreet, de

wijkverpleegkundige of een andere betrokkene heeft het gevoel dat er iets niet pluis is. Om het ‘niet-

pluis’ gevoel concreter te maken kan de wijkverpleegkundige een lijst met signalen hanteren.

Ouderen, vooral eenzame ouderen, hebben dikwijls klachten die erg lijken op depressieve klachten,

zoals somberheid en gebrek aan zin in plezierige bezigheden; weinig oogcontact, monotone spraak en

trage motoriek; frequent bezoek aan de huisarts met aanhoudende moeheid of wisselende klachten

zonder lichamelijke oorzaak; of juist zorgmijden; nervositeit, angst, slapeloosheid en/of verzoek om

slaapmiddelen of kalmerende middelen; vermagering.

Vraag je eens af, voordat je een gesprek over eenzaamheid begint, waarom je het vermoeden hebt dat

de cliënt eenzaam is. Het kan helpen om na te gaan of er bij de cliënt factoren of situaties aanwezig

zijn die vaak voorkomen onder eenzame ouderen, zoals het recente overlijden van een partner, een

Page 22: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 22/43

verhuizing, een afnemend aantal sociale contacten. Er bestaat een aantal ‘signaleringskaarten’ met

dergelijke ‘signalen’ van mogelijke eenzaamheid. Een samenvatting van die ‘eenzaamheidssignalen’

staat hieronder.

Signaleringslijst eenzaamheid

Deze lijst is gebaseerd op de signalen die in een aantal bestaande signaleringskaarten voor

eenzaamheid zijn opgenomen:

- Talmalectoraat: Signaleringskaart-eenzaamheid-Talmalectoraat.pdf

- Senioren Welzijn Organisatie (SWO): Signaleringskaart eenzaamheid herkennen’

- Coalitie Erbij: https://www.zorgverandert.nl/sites/default/files/eenzaamheid-signaleringskaart-coalitie-erbij.pdf

Signalen van eenzaamheid

Ingrijpende gebeurtenissen:

- Verlies partner, kind of andere dierbare

- Ziekte/gezondheidsproblemen/afname

mobiliteit (zelf of bij partner)

- Onlangs verhuisd

- Laag inkomen/Verlies baan/financiële

problemen

- Familieconflicten

- Anders nl, ….

Leefsituatie

- Ongewenste woonsituatie

- Woont alleen (ongehuwd, gescheiden,

weduwe/weduwnaar)

- Gemis contact en steun vanuit de buurt

- Gemis steun partner of vrienden

- Gemis contact en steun familie

(kinderen)

Gezondheid

- Lichamelijke klachten/beperkingen

- Psychische klachten/beperkingen

- Verstandelijke beperking

Sociale redzaamheid

- Is niet mobiel/gaat er niet op uit

- Gebrek aan sociale vaardigheden/Vindt

het lastig om contacten te maken

- Onbereikbaar (kapotte bel, niet open

doen, geen telefoon opnemen, geen

digitale vaardigheden)

- Verwaarlozing (huishouden)

- Verwaarlozing (persoonlijk)

Gedragsinschatting

- Aanklampend gedrag bij contact

- Afhankelijk opstellen

- Weinig vertrouwen

- Gesloten

- Wantrouwend

- Voelt zich onveilig

- Voelt zich in de steek gelaten

- Sterk op zichzelf gericht

- Rusteloos, piekeren, angstig

- Neerslachtige houding

- Geïrriteerd, stoort zich aan anderen

- Uit zich negatief, moppert veel

- Nergens zin in hebben

- Vergeetachtig

Page 23: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 23/43

De aanwezigheid van één of meer van deze signalen is geen bewijs dat de cliënt eenzaam is. Het

herkennen ervan kan wel helpen bij het ondersteunen van je vermoeden en om het gesprek daarover

met de cliënt op gang te brengen.

2 In gesprek gaan over eenzaamheid Wanneer je vermoedt dat jouw cliënt eenzaam is, is het belangrijk om hierover samen met hem of

haar in gesprek te gaan. Mensen lijden onder het gevoel van eenzaamheid. Alleen al het praten over

eenzaamheid kan een verlichting geven van de klachten.

Het gesprek hoeft niet meteen over eenzaamheid te gaan of te beginnen met de vraag of iemand

eenzaam is. Direct vragen naar eenzaamheid kan als confronterend of ‘nogal met de deur in huis

vallen’ worden ervaren. Niet iedereen wil dan op de vraag ingaan. Het is verstandiger om het gesprek

op gang te brengen door eens te informeren naar de signalen van eenzaamheid die jij meent te zien.

Heeft de cliënt mensen om zich heen waardoor hij/zij zich gesteund voelt? Zijn er mensen die de cliënt

zo nodig helpen? Mist de cliënt mensen om zich heen? Doet de cliënt gezellige dingen met anderen?

Wat doet iemand zoal overdag en met wie heeft men de laatste tijd gesproken?

Bespreken is luisteren

Belangrijk is de cliënt te laten uitspreken hoe deze zich eenzaam voelt. Dit vergt een open houding en

gespreksvaardigheden die de client helpen zich uit te spreken over diens eenzaamheid. In bijvoorbeeld

de signaleringskaart van Coalitie Erbij lees je wat die houding en vaardigheden zoal inhouden. Wees

open, eerlijk en nieuwsgierig en kom vooral niet meteen met oplossingen, jouw mening en adviezen.

Je helpt en ondersteunt de cliënt vooral door goed te luisteren, zijn woorden af en toe eens samen te

vatten (begrijp ik het goed dat u zegt dat . . ?) en door door te vragen (bedoelt u . . . ?).

Het gesprek over eenzaamheid hoeft dus niet direct over hulp te gaan. Zeker in geval van existentiële

eenzaamheid is aandacht schenken het belangrijkste wat je als hulpverlener kunt doen. ‘Aanvaarden

van de eenzaamheid’, ‘er mogen zijn’ is bij existentiële eenzaamheid cruciaal.

3 In gesprek gaan over wat van waarde/van betekenis is

Wanneer de cliënt aangeeft iets aan zijn/haar eenzaamheid te willen doen, gaat het erom om samen

een vorm van ondersteuning te vinden die bij hem/haar past. Daarom is het belangrijk om te weten

hoe de cliënt haar eenzaamheid omschrijft en wat voor hem/haar van waarde is. Met andere

woorden, wat is voor de cliënt het meest essentieel, wat zijn gelukkige momenten, wat maakt iemand

(nog) blij. Met als uiteindelijk doel het leven meer waarde te geven. Het is van belang hierbij te

signaleren wanneer de persoon enthousiasme toont (hoe minimaal ook) in ogen en/of lichaam.

Probeer in deze fase een onderzoekende, open houding aan te nemen. Accepteer wat er is. Een valkuil

is dat we te snel willen doorgaan naar oplossingen.

Een manier om in gesprek te gaan over wat van waarde/van betekenis is, is aan de hand van de 7

levensdomeinen van Leefplezier (zie kennisbron 3: gesprekstips en vragen).

4. In gesprek gaan over ondersteuning

Check bij de cliënt wat deze het liefst zou willen en benoem uit het gesprek elementen die hij/zij

noemde waar energie op zat. Wat zijn mogelijkheden die daarbij aansluiten? Laat eerst de cliënt zelf

met ideëen komen. Daarna kun je deze indien gewenst aanvullen. Let nauwkeurig op de motivatie van

de cliënt. Het is denkbaar dat deze niet meer wil zodra er actie moet komen. Eventueel laat je de

cliënt er even rustig over nadenken en dan pak je het de volgende keer weer samen op. Accepteer als

Page 24: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 24/43

er geen actie uit voort komt en geef het rust. Iemand over de streep trekken heeft uiteindelijk een

averechtse werking.

Bij het kiezen van de juiste ondersteuning voor de cliënt, is het mogelijk te kiezen uit verschillende

werkzame elementen. We onderscheiden zeven werkzame elementen waar specifieke acties bij

horen. Het is belangrijk om enerzijds de eenzaamheidsproblematiek van een persoon breed en

gevarieerd in beeld te brengen en anderszijds datgene wat van betekenis/van waarde is te verkennen.

In kennisbron 4 ‘werkzame elementen van eenzaamheidsinterventies’ staan voorbeelden van acties

per werkzaam element. De sociale kaart van de wijk kun je gebruiken om te kijken wat van het lokale

aanbod past bij de gekozen werkzame elementen.

5. Ondersteunen in ondernemen van acties en/of doorverwijzen

De cliënt initieert, met (met meer/minder) steun van jou als wijkverpleegkundige, de acties.

Vervolgens monitor je of de situatie van de cliënt verbetert. Nazorg (‘Hoe gaat het nu’) kan gedaan

worden door tussentijds te informeren hoe het gaat met de ingezette acties. Ook kan het gesprek over

eenzaamheid weer worden aangegaan.

Doorverwijzen De ervaring leert dat het belangrijk is dat het wijkverpleegkundig team zijn wijze van werken afstemt

met de andere zorg en hulpverleners in hun regio, zodat zij samen een sociaal netwerk vormen rond

de cliënt en zijn omgeving. Als schakel tussen de zorg- en de welzijnssector heeft het

wijkverpleegkundig team hierin de belangrijke taak te zorgen voor afspraken in het netwerk over de

verwijzing en toeleiding naar het sociaal werk en het opzetten en onderhouden van een sociale kaart.

Omdat ernstige eenzaamheid vaak samengaat met ernstige depressieve klachten wordt in de richtlijn

aanbevolen dat wijkverpleegkundigen afspraken maken met de huisartsenvoorziening over de wijze

waarop zij hen informeren over cliënten die ernstig eenzaam zijn (V&VN 2020).

Actie: Bespreek met de huisartsenvoorziening hoe je als wijkteam kunt samenwerken met de

huisartsenvoorziening bij cliënten die (ernstig) eenzaam zijn.

Actie: Maak in het team een sociale kaart waarin je vastlegt welke hulpverleners of instanties in de

regio kunnen helpen bij de verschillende vormen van ondersteuning en maak afspraken over

samenwerken in de aanpak van eenzaamheid.

Zonodig vaststellen van eenzaamheid met de vragenlijst van de Jong-Gierveld

De vragenlijst van de Jong-Gierveld (1999) is een gevalideerde vragenlijst voor het vaststellen van

eenzaamheid. Deze vragenlijst kan helpen inzicht te krijgen in aard en ernst van de vraag/het

probleem en kan helpen zinvolle mogelijkheden van ondersteuning te bespreken. Risico van het

afnemen van een vragenlijst is dat het afbreuk kan doen aan de eigen ervaring, het verhaal van de

oudere (V&VN, 2020). De vragenlijst wordt in deze bijscholing daarom niet expliciet behandeld. Wel

zijn vragen uit de eenzaamheidsschaal van de Jong-Gierveld verwerkt bij de ‘vragen verhelderen vorm

van eenzaamheid’ in kennisbron 3.

Bekijk ook:

Het stappenplan (onderdeel van Transmurale Zorgbrug) van Stichting Effectieve Ouderenzorg (samenwerkingsverband

van AMC en partners/één van de acht nationale geriatrienetwerken):

https://effectieveouderenzorg.nl/toolkit/sociaal/eenzaamheidsoc-participatie/stappenplan/

Page 25: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 25/43

Kennisbron 3 Gesprekstips en vragen

Deze bron is gebaseerd op:

- Effectief communiceren met OEN, OMA, ANNA, LSD, NIVEA en DIK, Geraadpleegd op 2 december

2019, van https://www.youtube.com/watch?v=9HONFZIemIc,

- Movisie. Back to basics: reflecteer op je professionele basishouding. Utrecht. 2017. Geraadpleegd

op 02 december 2019, van https://www.movisie.nl/artikel/back-basics-reflecteer-je-professionele-

basishouding

- Heessels, M., M. Braun, J. Kroes, T. Dankers, K. Roozendaal, A. Ouwerkerk, D. Damoiseaux & M. van

Biene (2015). Eenzaam ben je niet alleen. Samen werken aan een nieuwe blik op eenzaamheid en

sociaal isolement. Utrecht: Movisie. Geraadpleegd op 21 november 2019, van

https://www.movisie.nl/publicaties/eenzaam-ben-je-niet-alleen

- Heessels M., J. Peelen, J. Hermsen. Veilig Ouder Worden Lingewaard, deelmodule Eenzaamheid en

Verbondenheid. Nijmegen Werkplaats Sociaal Domein & Kenniscentrum Han Sociaal, 2017

- Giezen L.,E. Bosma. Leefplezier. Geraadpleegd op 21 november 2019, van

https://www.leefplezier.nl/

Deze bron beschrijft gesprekstips en vragen die je kunt stellen aan mensen die eenzaam zijn of

waarvan je het vermoeden hebt dat ze eenzaam zijn.

Gesprekstips

Het gesprek over eenzaamheid start met een professionele basishouding (Movisie, 2017). De

professionele basishouding kent drie pijlers:

1. Van mens tot mens

Bij deze pijler gaat het erom dat de professional zichzelf kent en laat zien, wat inhoudt dat

hij/zij ook zijn/haar kwetsbare kanten laat zien. De professional durft toe te geven als hij/zij

fouten maakt en durft om feedback te vragen. De professional is geïnteresseerd in de cliënt,

geeft echte aandacht, toont oprecht interesse en respecteert de ander. De professional vormt

geen oordeel over de (situatie van) de cliënt.

2. Maatwerk

Bij deze pijler gaat het om tijd geven, en lef en creativiteit inzetten om af te stemmen op de

specifieke mogelijkheden van de cliënt.

3. Mogelijkheden zien

Deze laatste pijler wijst op geloof in ontwikkelkansen voor elke cliënt. Hoop en positiviteit

bevorderen, het zien van mogelijkheden.

Page 26: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 26/43

Luisteren, samenvatten en doorvragen (LSD) zijn belangrijke gespreksvaardigheden die een

professional in nagenoeg elk gesprek kan gebruiken om de communicatie met de ander (cliënt,

collega) helder, efficiënt en effectief te laten verlopen. Andere tips zijn:

• Wees open, eerlijk en nieuwsgierig → Wees een OEN

• Geef geen oplossingen, meningen, adviezen → Laat je OMA thuis

• Geef geen eigen invulling → Gebruik NIVEA (Niet Invullen Voor Een Ander)

• Altijd Navragen Nooit Aannemen → ANNA

In de onderstaande tabel zijn een aantal algemene gesprekstips voor een gesprek over eenzaamheid

opgenomen.

Algemene gesprekstips

Do

- Neem de tijd voor een gesprek

- Start met een open vraag: Hoe gaat het met u?

- Laat in uw lichaamstaal zien dat u luistert

- Wees niet al te gefixeerd op het zoeken naar

oplossingen

- Geef nauwkeurig in eigen woorden weer wat de

ander volgens u bedoelt, zonder oordeel

- Heb oog voor uw eigen schroom

- Wees open en nieuwsgierig naar de beleving en

ervaringen van de ander.

Don’t

- Direct met oplossingen, meningen of adviezen

komen.

- Eromheen draaien. Wees transparant over de

aanleiding van het gesprek, namelijk dat u zich

zorgen maakt over de ander.

- Eenzaamheid onnodig problematiseren. Iedereen

is wel eens eenzaam of alleen. De vraag is of de

persoon hier zelf last van ondervindt.

Vragen voor gesprek over eenzaamheid

In de tabel ‘vragen voor gesprek over eenzaamheid’ zijn per fase voorbeeldvragen opgenomen. De

vragen kun je zien als inspiratiebron en gebruiken in 1 of meer gesprekken. De tabel is niet bedoeld als

een checklist/ stappenplan in gesprek.

Tabel: vragen voor gesprek over eenzaamheid

Gesprek over signalen → is er sprake van eenzaamheid?

Wanneer je vermoedt dat de cliënt eenzaam is, kun je hierover samen met hem of haar in gesprek

gaan. Mensen lijden onder het gevoel van eenzaamheid. Alleen al over eenzaamheid praten kan de

klachten verlichten.

Het gesprek hoeft niet meteen over eenzaamheid te gaan of te beginnen met een vraag of iemand

eenzaam is. Direct vragen naar eenzaamheid kan worden ervaren als ‘nogal met de deur in huis

vallen’. Niet iedereen wil dan op de vraag ingaan. Tegelijkertijd is het, om eenzaamheid verder

bespreekbaar te maken, en de cliënt ook uit te nodigen expliciet over eenzaamheid te spreken,

belangrijk niet te ver van het onderwerp af te gaan.

Page 27: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 27/43

Vragen over signalen

- Hoe gaat het met u? Informeer naar signalen die je meent te zien.

- Herkent u deze signalen?

- Benoem dat je je hierover zorgen maakt.

- Het lijkt erop dat u (soms) last hebt van eenzaamheid. Herkent u dat?

- Of (reflectie) … u voelt zich eenzaam.

- Zijn er momenten dat u zich eenzaam voelt? Wanneer heeft u daar het meeste last van?

Luisteren naar het verhaal van eenzaamheid (betekenisverlening)

In deze fase probeer je een beeld te krijgen van de situatie van de cliënt. Je probeert inzicht te krijgen

in of er sprake is van sociale en/of emotionele eenzaamheid of mogelijk van existentiële

eenzaamheid.

Emotionele eenzaamheid=sterk gemis door afwezigheid van een intieme relatie, een emotioneel hechte band.

Sociale eenzaamheid = gemis van betekenisvolle relaties met een bredere groep van mensen om je heen.

Existentiële eenzaamheid = een verloren en zwervend gevoel, geen eigen plek of rol in het leven kennen, een

gevoel van zinloosheid.

Verder probeer je een beeld te krijgen van de levensloop van de cliënt, de huidige situatie in bredere

zin, het netwerk, de waarde van het netwerk en de mogelijkheden om de bestaande situatie te

verbeteren.

Verdiepende vragen over eenzaamheid

- Wat maakt u eenzaam?

- Wanneer heeft u daar het meeste last van?

- Heeft u het er wel eens met anderen over (gehad)?

- Hoe reageren anderen hierop?

- Kent u uit het verleden gevoelens van eenzaamheid?

- Zo ja, hoe bent u er toen mee omgegaan?

- Wat doet u als u eenzaam bent?

- Op wat voor tijden/momenten bent u vooral eenzaam?

- Laat u wel eens iets (of zegt u iets af) als u zich eenzaam voelt?

- Wat ziet u als oorzaken van uw gevoelens van eenzaamheid?

- Wanneer is de eenzaamheid begonnen?

- Waar komt het gevoel vandaan?

- Wanneer voelt u zich meer of minder eenzaam?

Verhelderen vorm van eenzaamheid (emotionele of sociale eenzaamheid)2

- Welke mensen zijn belangrijk voor u?

- Wat betekenen deze contacten voor u?

- Hebt u een goede vriend of vriendin? Zo ja, wat brengt dit u? Zo nee, mist u dit?

- In hoeverre bent u tevreden over uw contacten?

- In hoeverre heeft u mensen die u om hulp kunt vragen?

- In hoeverre mist u mensen om u heen?

- In hoeverre ervaart u belemmeringen om (sociale) activiteiten te doen?

- In hoeverre heeft u mensen om u heen waarmee u zich verbonden voelt?

- In hoeverre ervaart u wel eens een leegte om u heen?

- Wat doet u zoal?

2 Vragen ‘verhelderen vorm van eenzaamheid’ zijn gebaseerd op de eenzaamheidsschaal van de Jong-Gierveld & J.Kamphuis (1985)

Page 28: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 28/43

Wat is van waarde → waarden, behoeften en (on)mogelijkheden

Wanneer de cliënt aangeeft iets aan zijn/haar eenzaamheid te willen doen, gaat het erom om samen

een vorm van ondersteuning te vinden die bij hem/haar past. Deze vorm van ondersteuning, hangt

samen met het verhaal van eenzaamheid van de cliënt en wat belangrijk is voor deze persoon, wat

van waarde is, waar hij/zij gelukkig van wordt. Om in gesprek te komen over wat van betekenis is voor

iemand, is het belangrijk om hierover vragen te stellen.

Vragen over wat van waarde is

- We spraken elkaar eerder over uw gevoelens van eenzaamheid (+ bespreekpunten

benoemen)

o Hoe kijkt u hier op terug?

- Waar wordt u blij van? Wat geeft u plezier in het leven?

o Doorvragen op wat er komt: muziek (vragen om te laten luisteren), boeken (kijk eens

samen door de kast, familie? (zijn er foto’s in huis?)

- Wat maakt dat voor u het leven zin heeft? Of: Wat geeft uw leven zin?

- Wie zijn belangrijk voor u?

o Wat is belangrijk voor u in contact met anderen?

- Waar heeft u goede herinneringen aan?

- Waar bent u trots op?

- Wat helpt u ontspannen?

- Wat doet u graag?

o Doorvragen op hobby’s, bezigheden waar iemand plezier uit haalt

- Wanneer kunt u het meest uzelf zijn?

o Hoe ziet dat er dan uit? Wat zie ik u dan doen? (op zoek naar die twinkelende ogen

😉)

- Wat is fijn aan uw huis (of buurt)?

- Wat betekent zelfstandigheid voor u?

- Waar kunt u van genieten?

- Wat zou u graag doen wanneer u de kans kreeg?

-

Het concept Leefplezier kun je ook inzetten om helder te krijgen wat waarde toevoegt voor de cliënt.

Er zijn zeven levensgebieden belangrijk voor Leefplezier. Deze zijn opgenomen in de hartenroos

van Leefplezier. De levensgebieden jezelf zijn en contacten hebben vooral te maken met de

emotionele kant van het bestaan. De levensgebieden jezelf redden, actief zijn, eten, rusten

gaan meer om de fysieke kant, je goed voelen in je lijf en leden.

Leefplezier heeft vele gezichten. Iedereen bepaalt en organiseert het eigen leven. Het is goed om te

realiseren dat leefplezier voor iedereen anders is. Maar ook per levensfase verschilt.

Door bijvoorbeeld het maken van een mindmap of het invullen van de Leefplezierboom kun je inzicht

krijgen wat van waarde is voor de cliënt.

Hulpmiddel: Zeven levensgebieden en vragen

Ga naar: https://www.leefplezier.nl/werkmethode/de-hartenroos-van-leefplezier/ voor concrete vragen over

Leefplezier per levensgebied.

Verhelderen mogelijke weerstanden, onmogelijkheden

- Zijn er dingen die u graag wilt doen en die nu niet lukken?

- Wat maakt dat dit nu niet lukt?

Page 29: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 29/43

Verbeteren van eenzaamheidssituatie → gesprek over mogelijkheden voor ondersteuning

Het is niet altijd eenvoudig om de situatie van eenzaamheid te verbeteren te komen, laat staan te

komen tot een oplossing. In een aantal gevallen zal erkenning van de eenzaamheid en het

bespreekbaar maken ervan al behulpzaam zijn voor de cliënt en bestaat er niet de behoefte om een

interventie in te zetten.

Bouwman en Tilburg onderscheiden 7 werkzame elementen in eenzaamheidsinterventies. Deze

werkzame elementen zijn onderdelen van een interventie die eraan bijdragen dat het doel van de

interventie behaald wordt. Hoofddoel van de interventies is vermindering van eenzaamheid,

subdoelen zijn:

- verbeteren van het sociale netwerk

- het vergroten van het gevoel erbij te horen

- het vergroten van intimiteit/het gevoel van gehechtheid (dat er iemand speciaal voor jou is)

Exploreren ondersteuningsvorm die aansluit op wat van waarde is

- Wat zou u in uw (eenzaamheids-)situatie verbeteren?

- Zou u wat willen doen om uw (eenzaamheids-)situatie te verbeteren?

- Wat zou u kunnen helpen?

- Wat heeft u hierin nodig?

- Welke stappen zijn nodig om dit te realiseren?

- Wat en wie hebt u hierbij nodig?

o Kan ik als wijkverpleegkundige daarmee helpen?

Evalueren en afspraken

Het is niet altijd eenvoudig om tot stappen te komen, laat staan om te komen tot een oplossing voor

eenzaamheid.

Professionaliteit houdt ook in:

(H)Erkennen van eigen grenzen: niet voor iedereen zal eenzaamheid weg te nemen zijn….

Wie dat ontkent maakt pas echt eenzaam…. (R. Kwekkeboom, HvA, 2019)

Page 30: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 30/43

Kennisbron 4 Werkzame elementen in eenzaamheidsinterventies

Deze bron is gebaseerd op:

- Bouwman T.E.,, Van Tilburg, T.G. (2018). Werkzame elementen in eenzaamheidsinterventies. Intern

rapport, Vrije Universiteit Amsterdam.

Door in kaart te brengen welke elementen van een interventie welk effect teweeg kunnen brengen,

kan het aanbod gespecificeerd worden op de uitgangssituatie van het individu. Bouwman & Van

Tilburg (2019) hebben gepubliceerde meta-analyses en een Nederlandse databank naast elkaar gezet

om een overzicht te maken van werkzame elementen in eenzaamheidsinterventies.

Werkzame elementen

Bouwman en Tilburg (2019) onderscheiden zeven werkzame elementen, die hieronder worden

toegelicht. We benoemen de kortetermijndoelen waarvan het werkzaam element de realisatie is en

geven voorbeelden van acties waarin het werkzaam element kan voorkomen. Het kan zijn dan een

actie bij meer dan één werkzaam element aan bod komt. We maken geen onderscheid naar de vorm

waarin de actie voorkomt. Een actie in een bepaalde vorm kan bijdragen aan het bereiken van

verschillende kortetermijndoelen, en omgekeerd kan het kortetermijndoel behorende bij een

werkzaam element in verschillende vormen van actie voorkomen. Acties kunnen ook gezamenlijk

uitgevoerd worden, in de vorm van een activiteit, zoals een informatiebijeenkomst voor recent

verweduwden in een café. Deze activiteit omvat verschillende acties, waaronder die gericht op het

maken van contact (netwerk) en het creëren van een gevoel van lotsverbondenheid (erbij horen).

1. Ontmoeten

Iemand heeft de mogelijkheid sociale interacties te hebben of nieuwe sociale contacten aan te gaan.

Iemand die in (een bevredigend) contact komt met anderen ontwikkelt gevoelens van erbij horen. Met

het aangaan van contacten wordt het netwerk uitgebreid. Deze contacten zijn vaak in eerste instantie

niet diepgaand of omvattend; vaak zijn ze eenmalig. Sommige contacten groeien na verloop van tijd

uit tot een persoonlijk en betekenisvol contact. Ook kan een stap gezet worden naar instandhouding

van het contact (ontwikkeling van een duurzame relatie), en daarmee tot een duurzame uitbreiding

van het netwerk.

Kortetermijndoel waarvan het werkzaam element de realisatie is

Sociale interacties hebben; participeren; nieuwe sociale contacten aangaan. Deze contacten zijn in

eerste instantie niet erg vergaand, soms zijn ze bijvoorbeeld eenmalig. Sommige van deze contacten

groeien na verloop van tijd uit tot ‘vastere’ contacten of vriendschappen, maar dat is niet

vanzelfsprekend.

Voorbeelden van acties

Eten bij Resto VanHarte; koffieochtend in buurthuis; stranddag Ouderenfonds; ontmoetingscentra

voor mensen met dementie en hun mantelzorgers; studiekringen van en voor ouderen.

Page 31: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 31/43

2. Betekenisvol contact

Iemand heeft een vertrouwensband. Het gaat om regelmatig en duurzaam contact met een persoon

die voldoende om hem of haar geeft om tijd en energie in de relatie te steken. Iemand ervaart een

gevoel van herkenning, dat een andere persoon er voor hem of haar is. Daarmee wordt een gevoel

van ‘belonging’ en geborgenheid gecreëerd: iemand staat er niet alleen voor. Om dit te bereiken,

heeft de relatie diepgang nodig en is de relatie persoonlijk: men kent elkaar van mens tot mens.

Iemand die iets doet voor anderen (in welke vorm dan ook) krijgt het gevoel dat hij of zij van belang is,

er toe doet, en daarmee deel is van een groter geheel. Iets doen voor een ander of voor de

samenleving vergroot het zelfvertrouwen, waardoor iemand beter in staat is met zijn of haar situatie

om te gaan. Hij of zij heeft het gevoel iets waard te zijn en een doel te hebben. Het is van belang dat

iemands bijdrage ook erkend en gewaardeerd wordt. De band met een ander wordt versterkt als die

ander zijn of haar waardering uitspreekt. De band met de samenleving wordt versterkt als iemand

merkt dat zijn of haar bijdrage wordt gezien. Dit kan op de persoon gericht zijn (bijvoorbeeld door het

verkrijgen van een onderscheiding) of algemeen zijn (bijvoorbeeld als er positief gesproken wordt over

het werk van vrijwilligers).

Kortetermijndoel waarvan het werkzaam element de realisatie is

Direct emotioneel contact bieden; herkenning dat ‘iemand’ er voor je is; erkenning als levend wezen

met (sociale) behoeften; versterken gevoelens van erbij horen (als attitude, ook wanneer het niet in

de netwerkcontext plaats vindt) maar ook gedrag gericht op erbij horen; kunnen zijn wie je

bent/kunnen laten zien wie je bent.

Voorbeelden van acties

‘Befriending’ bijvoorbeeld via een maatjesproject; lotgenotencontact; omgaan met huisdier of robot(-

dier); reminiscentie-activiteiten; het betrekken van het sociaal netwerk van de eenzame door het

vormen van een steungroep (uit ‘Community support’); verwerken van teleurstellende ervaringen met

vriendschappen door ze met anderen te bespreken (uit ‘Zin in vriendschap’).

3. Praktisch ondersteunen

Iemand krijgt steun bij praktische zaken, en heeft daardoor het gevoel ingebed te zijn in een groter,

zorgzaam verband. Als iemand weet dat hij of zij (laagdrempelig) om hulp kan vragen, draagt dat bij

aan het gevoel er niet alleen voor te staan. De relatie is gericht op praktische hulp en hoeft niet

diepgaand te zijn. De hulp kan structureel of eenmalig zijn, en telkens door dezelfde of door andere

personen worden geboden.

Kortetermijndoel waarvan het werkzaam element de realisatie is

Zorgen voor intermenselijke ondersteuning bij praktische zaken; het gevoel deel uit te maken van een

groep; ingebed zijn in een groter, zorgzaam verband.

Voorbeelden van acties

Vervoersdienst; vergroten van toegang tot en bekendheid met publieke diensten en voorzieningen in

de wijk (uit ‘Resto VanHarte’); maaltijdservice; berichten op prikborden: “dit leidt bij deelnemers tot

onderlinge herkenning van situaties en problemen, waardoor deelnemers elkaar steun geven” (uit

‘50plusnet’); bezoekdienst weduwen.

Page 32: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 32/43

4. Sociale vaardigheden

Iemand die zijn of haar sociale vaardigheden vergroot, gaat gemakkelijker een gesprek aan en is beter

in staat een gesprek gaande te houden, waardoor contact makkelijker verloopt. Hij of zij kan relaties

diepgang geven (bijvoorbeeld door goed te luisteren en ondersteunende reacties te geven) en

problemen binnen relaties voorkomen en overwinnen. De persoon is zekerder van zijn of haar sterke

punten, heeft meer zelfvertrouwen en ziet van zichzelf dat hij of zij het waard is om ‘vriend’ of sociale

interactiepartner te zijn. Als dit gerealiseerd wordt, is verbetering van het netwerk gemakkelijker.

Kortetermijndoel waarvan het werkzaam element de realisatie is

Het individu gaat gemakkelijker een gesprek aan of houdt dit gaande; geeft steun; geeft relaties

diepgang; overwint problemen binnen relaties; is zekerder van zijn/ haar sterke punten en heeft meer

zelfvertrouwen; is het waard om ‘vriend’ of sociale interactiepartner te zijn.

Voorbeelden van acties

In een rollenspel een gesprek voeren (uit ‘Zin in vriendschap’); “conversational skills, speaking on the

telephone, giving and receiving compliments, handling periods of silence, enhancing physical

attractiveness, nonverbal communication methods, and approaches to physical intimacy”; Masi et al.,

2011, p. 22); het systematisch verbeteren van zelfmanagementvaardigheden (uit ‘Grip en glans

cursus’).

5. Bezigheden

Iemand krijgt het gevoel zinvol bezig te zijn met een productieve activiteit of met vermaak. Hij of zij

haalt voldoening en plezier uit het bezig zijn, waardoor de eenzaamheid minder zwaar weegt of men

van de eenzaamheid is afgeleid. Daardoor vermindert de sterkte van het eenzaamheidsprobleem, en

ontstaat door de vergrote afstand tot het probleem ruimte voor een oplossing. Het doel van de

activiteit is niet sociaal gericht. De activiteit kan individueel of in een groep worden uitgevoerd.

Indirect kan de activiteit bijdragen aan betere of meer sociale relaties doordat iemand via de activiteit

anderen ontmoet, contact ondersteunende vaardigheden aanleert, en ervaringen opdoet die

contacten inhoud kunnen geven. Ook kan de activiteit leiden tot het gevoel ‘er bij te horen’ doordat

een activiteit wordt uitgeoefend in een verband met anderen die dezelfde activiteit uitoefenen.

Kortetermijndoel waarvan het werkzaam element de realisatie is

Dat de persoon zelf het gevoel krijgt zinvol bezig te zijn, afleiding (vermaakt) heeft. Het gaat om bezig

zijn met activiteiten die niet direct sociaal gericht zijn, maar wel indirect kunnen de bijdragen aan

betere sociale relaties (zie voorbeeld bij c. over computervaardigheden).

Voorbeelden van acties

Deelnemen aan een cursus, bijvoorbeeld in het wijkcentrum; recreatief bezig zijn, bijvoorbeeld

tuinieren; computervaardigheden trainen (kan overlappen met werkzaam element 1:

‘ontmoetingsmogelijkheid hebben’ als IT gebruikt wordt om in contact met anderen te komen);

gezondheidsbevordering: “De gasten en vrijwilligers weten hoe ze betaalbaar een gezonde maaltijd

kunnen samenstellen” (uit ‘Resto van Harte’); aanbieden van een goede leerinhoud en leeractiviteiten

(uit ‘Studiekringen van en voor ouderen’).

Page 33: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 33/43

6. Betekenisvolle rol

Iemand die iets doet voor anderen (in welke vorm dan ook) krijgt het gevoel dat hij of zij van belang is,

er toe doet, en daarmee deel is van een groter geheel. Iets doen voor een ander of voor de

samenleving vergroot het zelfvertrouwen, waardoor iemand beter in staat is met zijn of haar situatie

om te gaan. Hij of zij heeft het gevoel iets waard te zijn en een doel te hebben. Het is van belang dat

iemands bijdrage ook erkend en gewaardeerd wordt. De band met een ander wordt versterkt als die

ander zijn of haar waardering uitspreekt. De band met de samenleving wordt versterkt als iemand

merkt dat zijn of haar bijdrage wordt gezien. Dit kan op de persoon gericht zijn (bijvoorbeeld door het

verkrijgen van een onderscheiding) of algemeen zijn (bijvoorbeeld als er positief gesproken wordt over

het werk van vrijwilligers).

Kortetermijndoel waarvan het werkzaam element de realisatie is

Dat de persoon het gevoel geven dat hij/zij van belang is, er toe doet; iets doen wat voor de

samenleving van betekenis is; zelfvertrouwen vergoten doordat je het gevoel hebt dat je iets waard

bent en/of een doel hebt.

Voorbeelden van acties

Vrijwilligerswerk doen; mantelzorgen; oppassen; mantelzorger verwerft kennis en vaardigheden om

zorg voor naaste met dementie beter aan te kunnen (uit ‘Ontmoetingscentra’)

7. Realistische verwachtingen

Iemand met onrealistische verwachtingen over de mogelijke frequentie van contact, of over de

snelheid waarmee een diepgaand of duurzaam contact ontstaat, wordt teleurgesteld. Dit kan leiden

tot negatieve interpretaties van het sociaal gedrag van anderen (‘ze willen mij niet’). Hierdoor wordt

het voor iemand moeilijk om nieuwe initiatieven tot contact te nemen en ontstaat de neiging zich

sociaal terug te trekken. Dit leidt tot een toename van eenzaamheid. In staat zijn onrealistische

verwachtingen bij te stellen, leidt ertoe dat iemand positieve (leer)ervaringen opdoet in sociale

situaties en met relaties. Ten aanzien van de andere persoon is het van belang rekening te houden

met verwachtingen: zijn of haar opvattingen over de wenselijke frequentie of inhoud van het contact,

en de gepercipieerde mogelijkheden. Als iemand de ander overvraagt, of omgekeerd, als iemand

zichzelf wegcijfert, biedt dat geen goede basis voor een relatie. In training kan inzicht verkregen

worden in het eigen gedrag dat tot negatieve gevoelens of ervaringen leidt. Vervolgens worden

handreikingen geboden om positieve ervaringen op te doen en over teleurstellingen heen te stappen.

Kortetermijndoel waarvan het werkzaam element de realisatie is

In de relatie met anderen doelen stellen en verwachtingen hebben die realistisch zijn voor

betrokkenen en rekening houden met hun opvattingen, wensen en mogelijkheden; zorgen dat

(automatische) negatieve interpretaties en verwachtingen van sociale situaties (over jezelf, over je

situatie, over je mislukte coping-pogingen) een minder belangrijke rol spelen (sociaal cognitieve

training); inzicht geven in gedrag dat tot negatieve gevoelens of ervaringen leidt; handreikingen

bieden om positieve ervaringen op te doen en over teleurstellingen heen te stappen.

Voorbeelden van acties

Realistische gedachten en verwachtingen ontwikkelen ten aanzien van vriendschap (uit ‘Vrienden

maken … kun je leren’); therapie gericht op bewustwording van rol die eigen opvattingen en

gedragingen spelen.

Page 34: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 34/43

Om het kortetermijndoel te bereiken, en de geprogrammeerde actie succesvol te laten zijn, is nodig

dat eventuele belemmerende factoren zijn weggenomen. Dit zijn zaken die geregeld moeten worden

om het werkzame element uit te voeren. Voorbeeld 1: Iemand kan met Skype contact onderhouden

met familie op afstand; een belemmerende factor is dat deze persoon thuis geen internetverbinding

heeft; in dat geval moet deze geïnstalleerd worden. Voorbeeld 2: Iemand heeft basale tafelmanieren

als hij of zij bij Resto VanHarte gaat eten. Als iemand deze niet heeft, is specifieke begeleiding nodig.

Voorbeeld 3: Soms is het nuttig een tablet aan te schaffen. Als een cliënt denkt zich dit niet financieel

te kunnen veroorloven, belemmert dat de uitvoering van de interventie (en daarmee de realisatie van

het werkzame element). In zo’n situatie kan de cliënt worden geholpen door samen met iemand (dat

kan de wijkverpleegkundige zijn) naar zijn of haar uitgavenpatroon te kijken, om te proberen ruimte te

maken voor de aanschaf van een low-budget tablet. Voorbeeld 4: Een cliënt denkt vanwege de kosten

niet aan activiteiten te kunnen deelnemen. In dat geval kan de wijkverpleegkundige deze cliënt op

low-budget of gratis activiteiten in de buurt wijzen. Voorbeeld 5: deelname van slechthorende aan

een koffieochtend. Door sensorische beperkingen van deelnemers zijn zij onvoldoende toegerust om

in een rumoerige omgeving een gesprek te voeren. Als de koffieochtend op een geschikte locatie

wordt georganiseerd, is de actie wel mogelijk voor deze doelgroep.

Page 35: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 35/43

BIJLAGEN: MATERIAAL WERKVORMEN

Page 36: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 36/43

Werkvorm 1 Bespreken van schroom en weerstand

Deze bron is gebaseerd op:

Talma M., M.den Hollander.(2018). Verbinden met eenzaamheid, handboek training. Omgaan met eigen

schroom of weerstand. Utrecht: Movisie. Geraadpleegd op 19 december 2019, van

https://www.movisie.nl/sites/movisie.nl/files/2018-05/handleiding%20training%20

verbinden%20met%20eenzaamheid-GHD_0.pdf

Materiaal behorend bij het onderdeel ‘bespreken van schroom en weerstand’ module 1.

Ter inleiding benoemt de trainer twee praktijkvoorbeelden (zie kader).

Uitleg opdracht

De blauwe ballonnetjes met uitspraken zijn belemmerende gedachten om de eenzaamheid van een

ander bespreekbaar te maken.

• De ballonnetjes met uitspraken liggen op tafel.

• Vraag de deelnemers er om heen te lopen.

• Vraag ze een uitspraak te kiezen die ze zelf herkennen, of die hen raakt.

• Vraag de deelnemers in duo’s uit te wisselen over de gekozen uitspraak aan de hand van de

volgende vragen:

o Wat roept deze uitspraak op?

o Aan welke concrete praktijksituatie moet je denken?

o Wie is de jonge vrouw met de steunkousen of de man met de lege jaarkalender in jouw

wijkteam?

o Waar zit jouw schroom en/of weerstand om hierover het gesprek aan te gaan?

• Plenair: nabespreken

Praktijkvoorbeelden uit de pilotscholing eenzaamheid, november 2019

Voorbeeld 1

Cliënt, alleenstaande man, 75 jaar, het wijkteam komt 2x/week voor hulp bij douchen.

De nagenoeg lege jaarkalender die in de keuken hangt bij dhr., valt op. Alleen de zorgmomenten en het

legen van de afvalcontainers staat op de kalender, verder niets. Het wordt duidelijk dat iedereen in het

wijkteam deze kalender heeft gezien en het niet bespreekbaar heeft gemaakt met de cliënt. Ook is de

situatie niet ingebracht in het wijkteam. Wat zegt dit over schroom en/of weerstand bij de professional?

Voorbeeld 2

Cliënt, alleenstaande jonge vrouw die dagelijks hulp krijgt met het aan- en uittrekken van steunkousen.

De jonge vrouw heeft een klein netwerk en werkt niet. Het wijkteam ervaart de vrouw als klagend en

claimend. Eigenlijk vindt het wijkteam de ondersteuning bij het aan- en uittrekken van de steunkousen

discubatel en niet langer meer nodig. Het klagend en claimend gedrag is onderwerp van gesprek in het

wijkteam. Het onderwerp eenzaamheid is dit echter niet. Ook wordt eenzaamheid niet bespreekbaar

gemaakt bij de jonge vrouw. Wat zegt dit over schroom en/of weerstand bij de professional (ervan

uitgaande dat het gedrag wordt herkend als mogelijk voortkomend uit eenzaamheid)?

Page 37: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 37/43

Belemmerende gedachtes ‘Waarom professionals de eenzaamheid van een ander niet bespreekbaar

maken…..’

‘Ik heb geen tijd om het

gesprek goed aan te gaan’

‘Ik heb het gevoel dan ook

verantwoordelijk te worden

voor de oplossing’

‘Ik twijfel of ik het wel goed

zie’

‘Ik ben bang dat er een

beroep op mij wordt

gedaan waar ik niet aan

kan voldoen’

Anders…..?

‘Ik ben bang voor een

negatieve reactie of

onvoorspelbaar gedrag’

Page 38: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 38/43

‘ Ik vind het niet realistisch

dat de ander uit een

sociaal isolement komt

vanwege zijn/haar karakter

of ziektebeeld’

‘Ik heb geen vertrouwen in

een hulpaanbod dat goed

aansluit bij de vraag’

‘Ik ben bang om te

oordelen over de ander’

‘Het lijkt niet mogelijk de

ander te motiveren tot

verandering’

‘Ik vind het onderwerp

confronterend voor mezelf’

‘Ik ben bang dat de ander

mij bemoeizuchtig vindt’

Page 39: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 39/43

Werkvorm 2 Persona’s

Deze bron is gebaseerd op:

Bouwman T., T. Van Tilburg Diagnostisch Interview Eenzaamheid. Nog niet gepubliceerd.

Materiaal behorend bij het onderdeel ‘Oefening 2 - signaleren van eenzaamheid’ module 1.

Uitleg opdracht

De persona’s (cliëntprofielen) opgenomen in deze bijlage, zijn typeringen van cliënten gebaseerd op

praktijksituaties uit de wijk. Er wordt in deze werkvorm geoefend met het toepassen van een

signaleringskaart (de trainer maakt hiervoor zelf een keuze uit de beschikbare signaleringskaarten).

De oefening kan in tweetallen worden gedaan, maar is ook geschikt om plenair te doen.

Toepassing in duo’s (15 mn)

• Zorg voor printjes van de persona’s en de gekozen signaleringskaart

• Vraag de deelnemers in duo’s uit te wisselen welke signalen van eenzaamheid zij in de beschrijving

van de persona’s herkennen (5 of 6 persona’s)

• Plenair: nabespreken

Toepassing plenair (10 mn)

• Zorg voor printjes van de gekozen signaleringskaart (of digitale beschikbaarheid)

• Lees de persona voor of presenteer de persona via beamer (5 of 6 persona’s)

• Vraag welke signalen van eenzaamheid de deelnemers in de beschrijving van de persona

herkennen

Page 40: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 40/43

Mevrouw Bel, 73 jaar, is na een heupoperatie een half jaar geleden verhuisd naar een benedenwoning in een voor haar onbekende wijk. Ze is erg sociaal ingesteld en gaat graag met anderen om. Haar vriendinnen zijn ook al op leeftijd en over en weer bezoeken ze elkaar minder dan vroeger. Ze zegt: “vroeger liepen we bij elkaar de deur plat, maar ja, dat gaat nu niet meer. Ik kan nu niet even binnenlopen voor een bakkie, daarvoor is het te ver weg”. Mevrouw Geel, 63 jaar, heeft al jaren fysieke beperkingen. Haar contacten met mensen buiten haar werk zijn minder frequent geworden door haar beperking. Ze is sinds een paar maanden arbeidsongeschikt. Ze zit nu thuis en mist de dagelijkse contacten met collega’s, die ze “natuurlijk niet zomaar midden op de dag kan bellen”. Ze heeft hulp nodig bij allerhande klusjes (bijvoorbeeld zware boodschappen doen). Mevrouw de Vink, 81 jaar, heeft recent haar man verloren. In de periode direct na het overlijden van haar man had haar sociale netwerk veel aandacht voor haar en was er veel aanloop. Dit begint minder te worden. Ze merkt dat niet iedereen zich goed kan inleven in haar situatie en ze ook wat moeite heeft zich in te leven in anderen. Zo zegt ze: “ik voel me verloren, iedereen heeft het altijd maar druk”. Ze wil wel meer contact, maar vindt het moeilijk nieuwe contacten aan te gaan. Meneer van Vliet, 76 jaar, heeft nooit een partner gehad. Als jongste kind thuis had hij altijd het gevoel dat hij niet meetelde. Dit gevoel heeft hij zijn hele leven gehouden: hij vindt dat hij niet een goede vriend is voor anderen, en doet daarom vrijwel geen pogingen contact te leggen met andere mensen. Hij bevestigt dit voor zichzelf door regelmatig dingen te zeggen als: “ik ben blij dat ik niemand heb, dan word ik ook niet gekwetst” en “ik heb geen anderen nodig, ik regel het zelf wel”. Mevrouw De Jong, 78 jaar, zorgt voor haar dementerende man, maar ontvangt zelf geen zorg. Ze is door de zorg voor haar man niet in staat haar contacten te onderhouden en een deel van haar vriendschappen is al verwaterd. Mw. De Jong merkt regelmatig op dat ze “blij is dat ik dit voor mijn man kan doen”, maar ze laat zich ook wel ontvallen dat ze “niet weet wat ik zonder hem zou moeten, wie heb ik dan nog”. Meneer Mulder, 67 jaar, is gelukkig getrouwd en heeft een goed sociaal netwerk. De meeste contacten lopen via zijn vrouw en afspraken met vrienden maken ze alleen in het weekend. Nu hij met pensioen is, vindt hij dat “de dagen wel erg lang zijn”. Hij mist de dagelijkse aanspraak met collega’s en het iets te doen hebben. Mevrouw Yilmaz, 68 jaar, is twee jaar geleden verhuisd naar de wijk waar ze nu woont. Toen ze er een paar maanden woonde, is haar man overleden. Doordat de verhuizing en het overlijden van haar man zo dicht op elkaar zaten, heeft ze nooit contacten in de buurt opgedaan. Haar kinderen zijn verhuisd vanwege werk. Ze komen elk weekend langs, maar door de week voelt ze zich erg alleen. Omdat ze erg onzeker is over haar Nederlands, durft ze niet goed mee te doen met activiteiten in het buurthuis. Ze mist ook het contact met haar familie, die wonen bijna allemaal in Turkije. “Ik voel me niet op mijn gemak, ik mis mijn eigen land. Mijn kinderen zijn ver weg en ik durf niet met de buren te praten”. Mevrouw Van der Berg, 84 jaar, klaagt veel. Ze zegt dagelijks tegen de wijkverpleegkundige dat ze haar kinderen nooit ziet: “ze maken nooit tijd voor me, ze komen niet langs, ze bellen niet”. De wijkverpleegkundige weet de zoon en de dochter van mw. Van der Berg elke maand langs komen, en als het even kan vaker. Ook weet ze dat de dochter haar moeder elke week belt. Haar zoon komt altijd zo snel mogelijk als zijn moeder met een klusje zit. Mw. Van der Berg heeft ook nog andere familie

Page 41: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 41/43

(één broer en een drietal nichtjes) die haar meermalen per maand bellen, en een paar vriendinnen komen af en toe langs. Mw. Van der Berg vindt dit niet genoeg, maar wil toch niet zelf haar contacten uitbreiden. Meneer Bakker, 72 jaar, is op zijn zestigste gescheiden van zijn vrouw. Ze waren toen ruim dertig jaar getrouwd. Hij zag het de afgelopen jaren niet zitten om op zoek te gaan naar een nieuwe partner. Omdat hij geen grote prater is, had hij altijd het gevoel het wel in zijn eentje te redden. Maar de laatste tijd mist hij het om dingen te kunnen delen met iemand, “zoals ik altijd alles met mijn vrouw deelde”. Zijn maten van de biljartclub kent hij al jaren, maar dat zijn geen types voor een diep gesprek. Meneer Vis, 69 jaar, is een beetje sociaal angstig en vindt het lastig om alleen naar buiten te gaan. “Als ik andere mensen samen zie, voel ik me alleen, ik twijfel dan aan mezelf”. Hij is goed ter been en kon vroeger ook erg genieten van een wandeling. In zijn jeugd heeft hij honden gehad. Meneer Lindemans, 70 jaar: “ik heb al met al niks te klagen. Ik heb een lieve vriendin (LAT-relatie) en genoeg vrienden in de buurt. Wat soms lastig is, is dat mijn dochter naar Luxemburg is verhuisd. We hebben elke week telefonisch contact, maar dat is toch niet hetzelfde als elkaar zien”. Zijn dochter is in verwachting van haar eerste kind en als zijn kleinkind straks geboren is, heeft meneer Lindemans graag intensiever contact. Hij wil graag leren hoe een tablet werkt, zodat hij met zijn dochter kan videobellen. Mevrouw Molenaar, 62 jaar, merkt dat nogal wat mensen uit haar netwerk zijn verdwenen. Een aantal oude vriendinnen is in de loop der jaren verhuisd en ook de kinderen wonen niet meer om de hoek. Mw. Molenaar verzucht: “ik wil wel nieuwe mensen ontmoeten, maar ik heb dat al jaren niet meer gedaan, ik weet niet of ik het nog kan”. Ze is onzeker over haar sociale vaardigheden, met de mensen die je al lang kent “heb je toch zo je eigen gekkigheden, maar dat zijn ze van je gewend”.

Page 42: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 42/43

Werkvorm 3 Feedbacklijst

Deze bron is gebaseerd op:

- Heessels, M., M. Braun, J. Kroes, T. Dankers, K. Roozendaal, A. Ouwerkerk, D. Damoiseaux & M. van

Biene (2015). Eenzaam ben je niet alleen. Samen werken aan een nieuwe blik op eenzaamheid en

sociaal isolement. Utrecht: Movisie. Geraadpleegd op 21-11-2019, van

https://www.movisie.nl/publicaties/eenzaam-ben-je-niet-alleen

Materiaal behorend bij het onderdeel ‘In gesprek over eenzaamheid’ (oefening rollenspel met

trainingsacteur) module 2.

Uitleg opdracht

De groep wordt verdeeld in subgroepen. Afhankelijk van het aantal trainingsacteurs wordt de

groepsgrootte per subgroep bepaald.

• Zorg voor printjes van de feedbacklijst en geef een korte toelichting op de feedbacklijst

• In een rollenspel oefenen de deelnemers (een deel van) het gesprek met een cliënt die eenzaam is

• De deelnemers geef je hierbij de volgende opdracht:

o Schets de situatie van de cliënt aan de trainingsacteur

o Bepaal wie welke rol op zich neemt –wijkverpleegkundige/observator

o Voer het gesprek (15 mn) over de mogelijke eenzaamheid

o De observator noteert feedback op de aspecten van effectieve communicatie op het

feedbackformulier en licht deze mondeling toe na het gesprek

o Draai de rollen door

• Plenaire nabespreking (10 min)

Page 43: Trainershandleiding bijscholing omgaan met eenzaamheid ......signaleren en inschatten van de aard, risicos en gevolgen van eenzaamheid, het bespreken van eenzaamheid en waar wenselijk,

TRAINERSHANDLEIDING BIJSCHOLING ‘OMGAAN MET EENZAAMHEID ONDER OUDEREN’ 43/43

Feedbacklijst

Vaardigheden Feedback

Stelt de ondersteuner open vragen?

Vat de ondersteuner tussendoor samen?

Vraagt de ondersteuner voldoende door?

Laat de ondersteuner stiltes vallen?

Geeft de ondersteuner gevoelsreflecties?

Stelt de ondersteuner zich open en nieuwsgierig

op?

Heeft de ondersteuner een open

lichaamshouding?

Stemt de ondersteuner het taalgebruik en

tempo af op de ander?

Houdt de ondersteuner oordelen, mening,

adviezen voor zich?

Luistert de ondersteuner echt?