Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden...

14
Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! Kritisch betoog Naam: Floor Smit Klas: CS06 Vak: Multidisciplinair samenwerken (MPS) School: Hogeschool van Amsterdam Docent: M. Breuker Datum: 30-10-2015

Transcript of Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden...

Page 1: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg!

Kritisch betoog

Naam: Floor SmitKlas: CS06Vak: Multidisciplinair samenwerken (MPS)School: Hogeschool van AmsterdamDocent: M. BreukerDatum: 30-10-2015

Page 2: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

Inhoudsopgave

Inleiding....................................................................................................................... 2

Waarom moet de rivaliteit verruild worden met multidisciplinaire samenwerking?......3

Mogelijke probleemgebieden voor het samenwerken..................................................4

Conclusie.....................................................................................................................5

Literatuurlijst................................................................................................................6

Bijlage 1: Mening Nederlanders over ideale eerstelijnszorg........................................7

Bijlage 2: Overzicht van slaag- en faalfactoren bij ketenzorg......................................8

Bijlage 3: Overzicht van do’s en don’ts bij netwerkorganisaties...................................9

Page 3: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

InleidingMoet ik als goed draaiende praktijk mijn diensten gaan uitbreiden met andere disciplines? Is dit wel verstandig? Waarom zou ik dit moeten gaan doen? Wat als ik hierdoor zelf juist minder klanten kan behandelen? Welke ontwikkelingen gaan er eigenlijk plaatsvinden in de eerstelijns gezondheidszorg? Dit zijn allemaal vragen die hedendaags meespelen bij een alledaagse praktijk.

Van verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines, om mee te doen in de ketenzorg en om meer aan preventie en gezondheidsbevorderingen te gaan doen. Deze stimulaties hebben als doel de kwaliteit van de eerstelijnszorg te verbeteren, maar ook om de kosten van de tweedelijnszorg te verminderen zodat de zorg voor iedereen betaalbaar blijft. Maar waarom gebeurt dit niet?

Eigenlijk kunnen wij zeggen dat de eerste lijn helemaal niet bestaat. Het is maar een verzameling van verschillende beroepsgroepen, die allemaal deskundig zijn op hun eigen terrein in het leveren van kwalitatief goede zorg. Er zijn tegenwoordig veel op zichzelf staande praktijken met maar 1 discipline. In veel gevallen weet een discipline niet eens wat de andere discipline inhoudt en doet.

Ik zal een voorbeeld geven. Patiënt X komt bij een fysiotherapiepraktijk met de hulpvraag ‘na mijn auto-ongeluk wil ik graag weer het huishouden in huis kunnen gaan doen’. De fysiotherapeut gaat de patiënt behandelen, waarin onder andere kracht en uithoudingsvermogen wordt getraind. Echter behoort deze hulpvraag ook goed binnen het domein van de ergotherapie. Er zit alleen een grote maar aan, elke patiënt die bij een praktijk binnenkomt is geld voor de praktijk. In dit geval zal de fysiotherapeut zelf de patiënt gaan behandelen en deze niet doorsturen naar een ergotherapeut die niet bij zijn praktijk hoort, aangezien hij dan een patiënt kwijt is. Dit is de rivaliteit die gecreëerd is door diverse disciplines, de overheid en de zorgverzekeraars.

Het belangrijkste oogpunt is natuurlijk die van de zorggebruiker zelf. Naast algemene kwaliteitsindicatoren komt uit onderzoek naar voren dat patiënten continuïteit en toegankelijke zorg dichtbij huis belangrijk vinden. Patiënten willen zelf kunnen kiezen bij welke zorgverlener ze aankloppen. Uit onderzoek van Linschoten (2004) is gebleken dat patiënten het belangrijk vinden dat één persoon de eerstelijnszorg coördineert, begeleidt, informatie geeft en adviseert. Uit diverse onderzoeken is ook gebleken dat een gezamenlijk patiëntendossier gewenst is (Bakker 2005, Zweep 2004). Door middel van een gezamenlijk patiëntendossier beschikt elke zorgverlener over de informatie over de gezondheid van de patiënt en hoeft de patiënt niet bij elke zorgverlener weer opnieuw zijn of haar verhaal te doen. In bijlage 1 staat een uitgebreide tabel weergegeven met de mening van Nederlanders over de ideale eerstelijnszorg. Om aan deze wensen te voldoen is er naar mijn mening maar een mogelijkheid en dat is: een multidisciplinaire samenwerking.

Page 4: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

Waarom moet de rivaliteit verruild worden met multidisciplinaire samenwerking?Professionals in de eerste lijn zien een aantal grote ontwikkelingen op zich afkomen. Voor de komende jaren liggen flinke uitdagingen in de zorgmarkt, waaronder: toename van de vergrijzing, toename van de complexiteit van de problematiek van de patiënten, de extramulasering, de stijging van het aantal chronische zieken en verdere ontwikkeling in de technologie. Door deze veranderingen zal de zorgvraag van de cliënt veranderen (Kinébanian 2006, VWS 2008, Visser 2006). De eerstelijnsgezondheidszorg krijgt te maken met een toename van patiënten met een complexere zorgvraag. Indien deze zorgvragen complexer worden is het de vraag die wij aan ons zelf moeten stellen: ‘Is het dan nog haalbaar om enkel met onze eigen discipline deze patiënt te kunnen behandelen?’. Mijn mening is dat het van belang wordt om samen te werken met diverse disciplines (fysiotherapie, ergotherapie, oefentherapie, psychologie, verpleegkundigen etc.), waardoor er krachten kunnen worden gebundeld om hierdoor een kwalitatief hoogwaardige zorg te kunnen leveren aan patiënten met een complexe vraagstelling.

Vooral de toename van chronische en complexe zorg, door onder andere de vergrijzing en de technologische vooruitgang, zal vragen om een adequaat antwoord van de eerste lijn. Wil de eerste lijn deze toename kunnen opvangen, dan zal er meer samenwerking en coördinatie nodig zijn. Dit zien we gedeeltelijk al terug in de opkomende ketenzorg. Echter is dit nog niet voldoende.

Uiteindelijk staat het begrip kwaliteit centraal binnen de eerste lijn om patiënten te behandelen. De definitie van kwaliteit luidt: ‘kwaliteit is de mate waarin het geheel van eigenschappen (het gerealiseerde) van een product, proces en dienst voldoet aan de eraan gestelde eisen (normen of verwachtingen), die voortvloeien uit een gebruikersdoel (RGO 1990). Als de eerstelijnszorg niet gaat samenwerken, zal deze kwaliteit niet meer behaald kunnen worden.

Samenwerking is en zal dus alleen nog maar meer een belangrijke strategie worden, maar niet iedere zorgverlener zal daaraan (nu al) consequenties verbinden. Andere zorgverleners hebben wel al stappen gemaakt in het samenwerkingsproces. Deze zorgverleners hebben verschillende motieven voor een samenwerking gebruikt, zoals:- Verandering zorgvraag door trends, zoals leefstijlactiviteiten.- Kritische, geïnformeerde patiënten. - Kwaliteitsverbetering van zorg, vraag gestuurde zorg, zorgvernieuwing. - De ontwikkeling van, en het werken met, zorgprogramma’s.- Continuïteit van zorg; toekomstbestendigheid.- Schaalvergroting met schaalvoordeel, meer ‘markt’.- Financieel voordeel.- Niet willen achterblijven bij collega’s die wel gaan samenwerken.

Page 5: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

De samenwerking tussen de verschillende disciplines in één organisatie leidt tot winst door de uitwisseling van kennis, vaardigheden en ervaringen. Door deze kans vergroot je de positie van je eigen discipline op de arbeidsmarkt en kan de markt voor de zorg ook weer toenemen.

De NPCF heeft in 2006 een aantal voordelen toegeschreven aan locatie gebonden samenwerking:- One-stop-visits (meer zorg tijdens één bezoek, minder vaak terug komen).- Kortere lijnen en betere afstemming tussen zorgverleners.- Continuïteit van de zorg bij vervanging.- Meer tijd en aandacht voor de zorggebruik.- Mogelijkheden voor specialisatie van zorgverleners.- Multidisciplinaire zorgprogramma’s voor mensen met chronische

aandoeningen.- Kansen voor preventieprogramma’s afgestemd op de zorgvraag in de wijk.- Betere service en dienstverlening.

Deze voordelen hebben vooral positieve punten voor de zorggebruiker, waar het natuurlijk allemaal om draait binnen de eerstelijnszorg.

Mogelijke probleemgebieden voor het samenwerkenNatuurlijk zijn er niet alleen maar voordelen aan het samenwerken. Om een samenwerking tot stand te brengen moet er veel aan voorafgaan. De belangrijkste succesfactor voor het slagen van het samenwerken is het werken vanuit een gedeelde basis, een missie en een visie, oftewel het is belangrijk dat alle neuzen dezelfde kant opstaan (Beurskens 2011). Tegelijkertijd is dit ook het moeilijkste om goed neer te zetten. Het zal veel tijd kosten om dit voor elkaar te krijgen. Zie in bijlage 2 een overzicht van slaag- en faalfactoren bij ketenzorg.

Bij een samenwerking blijft altijd het gevaar van eigenbelang op de loer liggen. Er zal altijd een verleiding om gebruik te maken van bijdragen van anderen, zonder zelf een evenredig aandeel in te brengen. Om dit te voorkomen moeten er goede en duidelijke afspraken worden gemaakt en deze moeten zwart op wit op papier komen te staan. Zie bijlage 3 voor een overzicht van do’s en dont’s bij netwerkorganisaties.

In de praktijk kan geld een grote invloed hebben om niet voor een multidisciplinaire samenwerking te kiezen. Samenwerking tussen diverse disciplines binnen de eerste lijn kan zeker kosten met zich meebrengen en nog belangrijker, het kost veel tijd. Uiteraard hangt dit sterk samen met de ambities en hetgeen wat nodig is om dit te realiseren. Door middel van goede afbakening van het financiële aspect kan er worden voorkomen dat het proces van de samenwerking stagneert.

Page 6: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

Wat natuurlijk ook altijd mee zal blijven spelen is een mogelijk verlies van autonomie. Ieder persoon behorend bij een discipline heeft een eigenbelang. Voor het samenwerken is het van belang om dit aan de kant te zetten en samen kunnen werken aan een kwalitatief hoogwaardige zorg om de patiënt zo goed mogelijk te kunnen helpen. Toch is dit een belangrijk punt wat zorgverleners tegenhouden om samen te gaan werken. Voor in de toekomst is het heel goed mogelijk dat er steeds minder werkplekken zullen komen in de eerstelijnszorg en dit komt voor lang niet iedereen ten goede. Voor nu kan het alleen maar positieve effecten voor jezelf kunnen opleveren. Door een goede samenwerking met diverse disciplines worden kennis, vaardigheden, creativiteit en ervaringen gedeeld. Deze punten kunnen jouzelf sterker maken als zorgverlener binnen je eigen discipline en tevens kan je jezelf hiermee kunnen onderscheiden ten opzichte van de rest.

ConclusieKort samengevat zijn er een aantal punten te benoemen waarom samenwerken nodig is:- Gezien de veranderende omgeving (toenemende zorgvraag, maatschappij,

wetgeving);- Om de inhoudelijke kwaliteit te verbeteren (gebruik maken van elkaars

professionele kwaliteiten);- Om positie in het veld of de markt te versterken;- Om de doelmatigheid te vergroten;- Voor persoonlijk welbevinden (ondersteuning en betrokkenheid op elkaar).

Het belangrijkste doel voor alle zorgverleners binnen de eerste lijn is naar mijn mening de patiënt kunnen helpen met zijn of haar problemen en klachten op te kunnen lossen door middel van een hoogwaardige kwalitatieve zorg. Om in de toekomst aan de wensen en verwachtingen van de zorggebruiker te kunnen en willen blijven voldoen, is dit maar via een manier mogelijk: het eigenbelang aan de kant zetten, de krachten van diverse disciplines gaan bundelen en een multidisciplinaire samenwerking op gaan starten.

Page 7: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

Literatuurlijst

Ahaus CTB, Rosendal H, Huijsman R, Raad van C. Ketenzorg, Praktijk in perspectief. Maarssen: Elsevier Gezondheidzorg, 2009.

Bakker DH de, Polder JJ, Sluijs EM, Treurniet HF, Hoeymans N et al. Op één lijn. Toekomst verkenning eerstelijnszorg 2020. Bilthoven: RIVM; 2005.

Beurskens A, Stevens A. SIA RAAK publiek eindrapportage: Multidisciplinaire samenwerking bij kinderen met complexe zorgvragen in de eerste lijn. 2011.

Damhuis G, Davits G, Elshout P, Lombarts K, Verschure K et al. Leven en werken in netwerken. ’s-Hertogenbosch: DamhuisElshoutVerschure Organisatieadviseurs; 1999.

Kinebanian A, Granse le M. Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier Gezondheidzorg; 2006.

Konings J. Samenwerken in de eerste lijn: Een handreiking voor zorgverleners. Beschikbaar via: http://www.samenwerkeneerstelijnszorg.nl/scrivo/asset.php? id=567665 Geraadpleegd op 26-10-2015.

Linschoten CP, Moorer P, Voorrips R. Langs de eerste lijn. Wensen en verwachting van de Nederlandse bevolking ten aanzien van de eerstelijnszorg. Groningen: ARGO Rijksuniversiteit Groningen; juni 2004.

Ministerie van VWS. Visie op de eerstelijnszorg: ‘’dynamische eerstelijnszorg’’. Kamerstuk, 25 januari 2008.

Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NCPF). Eerstelijnszorg voorop! Op weg naar een geïntegreerde eerstelijnszorg vanuit patiëntenperspectief. Utrecht; 2006.

Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO). Advies kwaliteit van zorg: terreinverkenning en prioriteiten voor wetenschappelijk onderzoek kwaliteit van zorg. Den Haag: RGO; 1990.

Visser A. Profileren in de markt van eerstelijnszorgaanbieders. Nederlands tijdschrift voor ergotherapie: juni 2006.

Zweep G van der. Keten, maar niet geketend! Kwaliteitscriteria vanuit clientenperspectief voor een keten van semi-murale zorg. Delft: RPCP-DWO/LOC; 2004.

Page 8: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

Bijlage 1: Mening Nederlanders over ideale eerstelijnszorg

Item % mee eensIk wil zelf mijn huisarts, tandarts etc. kunnen kiezen 95,4Ik wil dat de eerstelijnszorg voor iedereen toegankelijk is 95,2Ik heb behoefte aan goede informatie over mijn gezondheid 94,4Ik wil dat de eerstelijnszorg omkijkt naar risicogroepen (bijv. ouderen) 91,9Ik wil dat zorgverleners snel over mijn medische gegevens beschikken, zodat ik niet steeds opnieuw mijn verhaal hoef te vertellen

91,9

Ik wil dat de zorgverlener mij alternatieven biedt, zodat ik kan kiezen 90,0Ik heb behoefte aan goede informatie over de eerstelijnszorg 89,7Ik wil dat de eerstelijnszorg mij helpt om zelf mijn problemen aan te pakken

84,8

Ik wil buiten kantoortijden naar de eerstelijnszorg toe kunnen 82,5Ik heb behoefte aan 1 aanspreekpunt in de eerstelijnszorg 73,5Ik wil meer invloed op mijn behandeling 71,5Ik wil veel gemakkelijker bij de eerstelijnszorg terecht kunnen 69,1Ik wil dat de zorgverlener mijn eigen deskundigheid beter benut 67,6Veel taken van de huisarts kunnen net zo goed door verpleegkundigen worden gedaan

66,5

Ik wil voor al mijn problemen bij de huisarts terecht kunnen 63,5Ik wil dat de eerstelijnszorg mij helpt bij het veranderen van een ongezonde leefstijl

61,4

Ik wil betalen voor extra service in de eerstelijnszorg 60,9Ik wil de huisarts alleen voor medische problemen raadplegen 56,5Ik hoef niet altijd door dezelfde zorgverlener geholpen te worden 48,5Ik wil dat vragen via e-mail kunnen worden afgehandeld 40,6Ik wil dat de zorgverlener uiteindelijk de knoop voor mij doorhakt 36,0(Linschoten 2004)

Page 9: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

Bijlage 2: Overzicht van slaag- en faalfactoren bij ketenzorg

Individuele hulpverleners

- (On)duidelijkheid over het extra werk- (On)duidelijkheid over verwachtingen- (On)duidelijkheid over de doelgroep- (On)duidelijkheid over wie wat doet / over samenwerkingsafspraken- (On)duidelijkheid over de effecten; behoefte aan feedback

Sociale context - (Moeizame) onderlinge samenwerking, persoonlijke contacten, situatie voorafgaand aan samenwerking- (Ontbreken van) vertrouwen in deskundigheid van andere zorgverleners- (Gebrek aan) bereidheid om bepaalde (zorg)taken anders/opnieuw uit te voeren- Balans of spanning tussen samenwerking en concurrentie

Organisatorische context

- Aan-/afwezigheid van een organisatiestructuur en + regie- Aan-/afwezigheid van een protocol- (On)duidelijkheid over samenwerking en afbakening tussen bv. eerste en tweede lijn- Aan-/afwezigheid van goede informatiestromen

Economische en juridische context

- Aan-/afwezigheid van financiële en organisatorische schotten tussen zorgvormen- (Ontbreken van) structurele financiering- (Ontbreken van) ondersteuning van verzekeraars, gemeente en provincie- (Ontbreken van) inzet van samenwerkende bestuurders van zorginstellingen

(Ahaus 2009)

Page 10: Weg met de rivaliteit binnen de eerstelijnszorg! · Web viewVan verschillende kanten worden eerstelijns zorgaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken met andere disciplines,

Bijlage 3: Overzicht van do’s en don’ts bij netwerkorganisaties

Do’s Don’tsSoepele afspraken over de manier van communiceren

De structuurdiscussie snel op de agenda

Het netwerk zien als motor van voor organisatieontwikkeling

De eigen organisatie zien als motor van het netwerk

Procedureel en relationeel sturen Alleen inhoudelijk sturenCollegialiteit en humor Slim onderhandelenHet belang van de klant als referentiekader

De eigen organisatie en professie als referentiekader

Informaliteit en spontaniteit Formaliteit en controleSituationele souplesse Verplichtende afsprakenLeiderschap delen en situationeel invullen

Leiderschap claimen en vasthouden

Complexiteit accepteren Complexiteit trachten te reducerenDurven loslaten Verkrampt vasthoudenGericht en respectvol communiceren Alleen inhoudelijk sturenDenken in netwerken van netwerken Het netwerk zien als gesloten eenheidOndersteuning snel regelen Regievoering snel regelenVerschillen erkennen en benutten Verschillen camoufleren of overbruggen(Damhuis 1999)