Weebly · Web viewA. CAO a la carte / cafetariasysteem: (kies je eigen beloning, fitnesabbo,...
Transcript of Weebly · Web viewA. CAO a la carte / cafetariasysteem: (kies je eigen beloning, fitnesabbo,...
HRM (LES 1)HRM (Human Resource Management)Het managen van personeel
De medewerker als concurrentievoordeel?Investeren in kwaliteit en flexibiliteit
Het geheim van goed werkgeverschap Bevlogenheid en betrokkenheid Duidelijke missie en inspirerend leiderschap
Uitvoering HRM Topmanagement is verantwoordelijk voor het HR-Beleid/personeelsbeleid De HR- manager/personeelsmanager/HRM/P&O heeft met name een
ondersteunende en adviserende rol De lijnmanager zorgt voor de daadwerkelijke uitvoering van het HR beleid
Fases HRM
Instroom medewerkers Doorstroom medewerkers
Uitstroom medewerkers
Werving Selectie Introductie Aanstelling en
bepaling arbeidsvoorwaarden
Beloning Beoordeling Loopbaan planning Opleiding en
training Kennis management
Pensioen Afgelopen tijdelijk
contract Beëindigen
uitzendcontract Ontslag Exitgesprekken Outplacement
Een operationele P&O’r houd zich bezig met voor al deze fases
FORFBUM Model
Visie Missie Doelen Strategie Competenties
CompetentiesDe combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie
Een competentie uit zich in gedrag
Functiebeschrijving- Taken- Bevoegdheden- Verantwoordelijkheden
+
Competenties
INSTROOM Werving, selectie, introductie (LES 2)PersoneelsplanningPersoneelsplanning is te linken aan personeelsbehoefte (wat hebben we nodig, wie gaat weg. Je houd je in feite jaarlijks bezig met de arbeidsmarkt, wat de trends en ontwikkelingen (DESTEP-Analyse) zoals: Conjunctuur Vergrijzing en ontgroening Opleidingsniveau
Het aannemen van personeel: Doet een organisatie niet ad-hoc, maar op basis van een gedegen
personeelsplanning Rekening houden met toekomstige ontwikkeling in en rond een organisatie
Hoe?1. Breng de personeelsbehoefte in kaart
Kwalitatieve behoefte Kwantitatieve behoefte
2. Intern: bepaal het personeelsaanbod in de organisatie3. Extern: bepaal het personeelsaanbod op de arbeidsmarktDiverse deelmarkten:
Geografisch (Friesland vs Limburg) Branche (Food sector) Functieniveau (Tandarts)
4. Plannen5. Evalueren
Personeelsbehoefte ontstaat door: Afzet Productietechnologie Organisatieplannen arbeidsaanbod
VraagzijdeWerkgevers
AanbodzijdeWerknemers
Krappe arbeidsmarktVeel vraag (vacatures), weinig aanbod (werkzoekenden)
Ruime arbeidsmarktWeinig vraag (vacatures), veel aanbod (werkzoekenden)
Arbeidsmarkt communicatieIs continu communiceren met je arbeidsmarkt, niet alleen als je vacatures hebt.
Een aantal belangrijke punten hierbij zijn: Kennis van en contact met arbeidsmarkt Ad hoc versus continu communiceren Kwaliteit van uiting Mediagebruik Kosten en budgetbeheer
Om de juiste medewerkers aan te trekken en in dienst te hebben:• Goede personeelsplanning• Rekening houden met ontwikkelingen arbeidsmarkt houden• Goed werkgeversmerk
Werving Alle activiteiten die je doet voor intern en extern te laten solliciteren
Je werft op basis van: Functie-en competentie profiel Kernwaardes
Wervingskanalen Internet Dag- , week- en vakbladen Face-to-face Netwerk: zakelijk en privé Radio en TV Intermediairs (tussenpersonen)
MiddelenFacebook, monsterboard, volkskrant, randstad enz.
SelectieAlle activiteiten die je doet voor het uitkiezen van het juiste personeel
Je selecteert op basis van: Functie- en competentieprofiel Potentiële ontwikkeling
Je selectie dient aan te sluiten op je kernwaarden
Selectiemiddelen
• Sollicitatiebrief en cv • Portfolio• Sollicitatieformulier• Sollicitatiegesprek• Referenties• Assessment: IQ-test, rollenspel e.d.• Social media
Je hebt drie soorten selectie testen Beroepskeuze of interesse Capaciteiten PersoonlijkheidsIntroductieBelangrijk, want:• Nieuwe medewerker voelt zich welkom• Kennismaking organisatie en collega’s• Bevordert productiviteit en voorkomt fouten• Professioneel imago/werkgeversmerk
INSTROOM aanstelling bepaling arbeidsvoorwaarden (Les 3)
Arbeidsvoorwaarden = beloning voor inzet en werkzaamheden
In feite ruilt de werknemer zijn werkzaamheden en inzet voor de arbeidsvoorwaarden Je moet je arbeidsvoorwaarden aanpassen aan je ondernemingsstrategie
Goed arbeidsvoorwaardebeleid:• Mix van kostenbeperking én binden meest capabele en gemotiveerde
werknemers• Beweegt mee met conjunctuur en arbeidsmarkt• Passend en aantrekkelijk pakket • Werkt concurrerens
Soorten arbeidsvoorwaarden• Primair: materieel, direct in geld
Loon, vakantietoeslag, bonus• Secundair: materieel, indirect in geld uit te drukken
Auto, telefoon, laptop, vakantiedagen, werktijden• Tertiair: zaken die de medewerker zelf betaalt, maar die het bedrijf tegen
gunstige voorwaarden aanbiedt Hypotheek, levensverzekering, belegging
Variabele beloningsystemen is onder te verdelen in Individueel (bonus, provisie) Collectief (winstdeling, aandelen)
Bij variabele beloningen moet je altijd aan drie dingen denken: Wie de beloning ontvangt
Wat er wordt beloond Wie de inspanning meet?
Flexibele arbeidsvoorwaarden:A. CAO a la carte / cafetariasysteem: (kies je eigen beloning, fitnesabbo, pesioen enz.)B. Prestatiebeloning (Stukloon, hoe beter hoe meer, provisie, competentiebeloning)
Arbeidsvoorwaarden liggen vast in: Collectieve arbeidsovereenkomst (cao) Individuele arbeidsovereenkomst
85% van de werkenden: arbeidsvoorwaarden in CAO geregeld; 1. Bedrijfstak-cao (reclame branche, defensie)2. Ondernemings-cao (Phillips, Mars)
Individuele arbeidsovereenkomst • Soorten:
a) Bepaalde tijdb) Onbepaalde tijdc) Overige soorten
• Wat staat erin?Proeftijd, opzegtermijn enz
Een salaris wordt bepaald aan de hand van: Arbeidsuren Genoten opleiding Functie Schaarste van aanbod
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (LES 4)
P van People• Goed werkgeverschap • Duurzame inzetbaarheid (doorgroei mogelijkheden bieden, beloningen, enz.)• MVO-jaarverslag
Bedrijfsreglementen / Gedragscodes• Afspraken die niet in de CAO of arbeidsovereenkomst staan• Huisregels• Link naar missie, kernwaarden en werkgeversmerk
Een aantal voordelen van huisregels en gedragscodes: Verduidelijke normen en waarde Stimuleren betrokkenheid
DOORSTROOM (LES 4)
Doorstroom is niet altijd doorgroei!!!
Hoe werk je aan doorstroom?
Loopbaanmanagement= het gericht managen van de mobiliteit van de medewerkers
4 redenen voor loopbaanmanagement: Optimaal en kwalitatief goed houden personeelsbestand Motivatie huidige werknemers Aantrekken en vasthouden van het juiste talent Inzetbaarheid bevorderen
3 pijlers voor goed loopbaanbeleid Informatie Communicatie en loopbaanbegeleiding opleiding
Belangrijk voor loopbaanmanagement1. Motivatie2. Ethos3. Tevredenheid
Motivatie om te werkenDe inwendige bereidheid van een persoon om bepaalde handelingen te verrichten
• Geld en sociale zekerheid• Structuur aan je leven• Waardering en status• Ontplooiingsmogelijkheden• Sociale contacten en verbanden
Werk extrinsiek: zaken rond het werk/van buitenaf
• Werkomstandigheden• Beloning, emolumenten en status• Opbrengsten die met het werk worden behaald, werk is een instrument
Werk extrinsiek = korte termijn prikkel
Werk intrinsiek: direct te maken met het werk• Werk is een uitdaging• Werk is een belangrijk onderdeel van het leven• Werk leidt tot erkenning en ontplooiing• Motieven/drijfveren:
Dragen van verantwoordelijkheid Ontwikkelen van competenties Leveren van prestaties
Werk intrinsiek = lange termijn prikkel
Hoe motiveer je een individu?• Aansluiten bij individuele behoefte en mogelijkheden• Combinatie van de intrinsieke en extrinsieke factoren Specifieke doelgroepen Levensfase• Financiële prikkels
ArbeidsethosDe wil om te werken/ de betekenis die mensen aan arbeid geven
HOOG arbeidsethos: Sterk gevoel dat je behoort te werken én dat je dat ook wilt LAAG arbeidsethos:Tegenovergestelde
Nederland is traditioneel, arbeidsplicht
Tevredenheid• 4 A’s ArbeidsinhoudArbeidsomstandighedenArbeidsverhoudingenArbeidsvoorwaarden
• Ontevredenheid: het niet meer zo nauw nemen, kantjes eraf lopen, privédingen doen etc. kan leiden tot:
– Ziekte– WAO– Burn-out & Bore-out
Medewerker tevredenheid meet je door:1. Tevredenheid over werkgever2. Prestaties3. Persoonlijke instelling
DOORSTROOM, alle instrumenten, (Les 5)
1. Begeleiden• Loopbaanbegeleiding: wat wil je? (par. 13.3) • Functioneringsgesprek: hoe gaat het?
2. BeoordelenBeoordelingsgesprek: hoe ging het?
Er zijn 3 beoordelingscriteria Persoonskenmerken Gedrag Resultaat
Waarom beoordelen?1. Loopbaanmanagement 2. Competentiemanagement3. Bijsturen 4. Belonen5. Motiveren
3.Kennismanagement
4.CompetentiemanagementRicht zich op: • De ontwikkeling van de mensen in de organisatie: IN-, DOOR- en UITSTROOM• In lijn met de kerncompetenties van de organisatie • Uitgaande van competenties én ambities
Domein specifieke competenties: boekhoudkundige kennisVoorwaardenscheppende competenties: analytisch denkvermogen
Hoe doe je dat?Vijf fasen:
1. Kerncompetenties 2. Functie-en competentieprofielen
3. Individuele competenties4. POP (persoonlijk ontwikkelingsplan)5. Werken met competenties
5. BeloningWaarom belonen?• Aantrekken van geschikte medewerkers (instroom, les 2)• Motiveren en stimuleren tot gewenst arbeidsgedrag (doorstroom, les 4)• Compenseren voor geleverde prestatie (arbeidsvoorwaarden, les 3)• Vasthouden en binden van medewerkers
(en loslaten en ontbinden) (door-, en uitstroom)
6.Bedrijfsopleiding en training
Doelen
Opleiding: keuzes• Niveaus:
1. Trainingen2. Opleidingen3. Ontwikkeling
• Intern of extern?
Trends: E-learining Intervisie
UITSTROOM, alle instrumenten (Les 6)
1. Verloop (de werknemer gaat zelf) (PUSH – PULL)
• Natuurlijk (Dood, pensioen)• Vrijwillig (Tijd verloopt, of hij wil weg)• Functioneel (gewenst) (“hij is er wel klaar mee, hij kan verder”) – Disfunctioneel
(niet blij, het werkt niet) (ongewenst)
Push factoren: Beloning Arbeidsinhoud Tevredenheid Grootte organisatie Aansluiting opleiding
Pull factoren: Situatie branche Arbeidsmarkt Reputatie
Verloop kan je proberen te voorkomen door: Contractuele concurrentiebeding (afspraken in de cao over waar hij wel en niet mag
werken) Goed personeelsbeleid
Verloop kan je stimuleren door Wegnemen of verlagen barrières of weg te gaan
2. Ontslag Persoonlijke gronden (disfunctioneren, arbeidsongeschikt, conflict) Bedrijfseconomische redenen (het gaat slecht, KURWA CRISIS)
Onderbouwing van ontslagaanvraagMoet altijd onderbouwt worden met cijfers en feiten. UWV beoordeeld.
Ontslag is nietig als: Niet via UWV Opzegging in strijd met opzegverbod
Vormen ontslag Ontslag via UWV Ontslag via de kantonrechter Collectief ontslag Wet melding collectief ontslag, > 20 medewerkers Ontslag op staande voetDiefstal, werkweigering, mishandelingAlternatieven voor ontslag: Omscholing Herplaatsing Werktijdverkorting Goed instroombeleid Vrijwillig loon inleveren
Outplacement = Hulp na ontslag!
Voordelen voor het bedrijf:• Goede verstandhouding• Juridische voordelen• Werkgeversmerk
Outplacement is meestal onderdeel van het Sociaal Plan: MVO!
Outplacement is relevant als Beide partijen het eens zijn dat een nieuwe baan beter is De werknemer het ontslag ziet aankomen Het ontslag is aangezet
2 soorten outplacement bureaus Psychologische Zakelijke
Employerbranding= Een authentieke en onderscheidende voorkeurspositie verkrijgen en behouden in de mindset van de (potentiële) medewerkers en hun beïnvloeders
Het doel van employerbrandingAantrekken en behouden van de juiste medewerkers.
Dit doe je doormiddel van je werkgeversmerk!!!
Soorten branding en doelgroepCorporate branding = AandeelhoudersEmployer branding = ArbeidsmarktProduct branding = ConsumentenJob branding = WerkzoekendenInternal branding = Werknemers
Redenen van employer branding
Interne redenen Verbinding Betrokkenheid Trots Motivatie Productiviteit Externe redenen
Werving Naamsbekendheid Inspelen op krapte Preffered employer zijn
Hogere kwaliteit sollicitaties
Internal brandingHet intern tot leven brengen van de belangrijkste (werkgevers)merkwaarden van de organisatie middels houding en gedrag van je medewerkers
Tentamen: 45 punten te behalen bij meerkeuze65 open (stellingen & open)
Management P2
7s model: een model wat je gebruikt als je meer over een organisatie wil weten, als je alle 7 gebieden beschrijft heb je een doorlichting van de organisatie.
Quickscan is in feite ook een doorlichting
Strategie
Missie (waar een bedrijf voor staat) Waarom bestaan we? (Bestaansrecht) Voor wie bestaan we? (Doelgroep) Wat is onze identiteit? (Wie zijn wij) Wat is onze primaire functie? (Bakker: bakken) Welke behoeften vervullen we ? (Bakker: honger stillen)
Visie (waar een bedrijf voor gaat) (directie)Voorbeeld visionair (Steve jobs, Bill gates)
1. Hoe ziet de omgeving eruit in de toekomst?2. Waar willen we staan over x jaar?3. Wat willen dan bereikt hebben?4. Hoe bereiken we dat?
DoelstellingenEen doelstelling is een direct of indirect uit de missie afgeleide gewenste en duidelijk omschreven situatie, die op een vooraf aangegeven tijdstrip bereikt moet zijn.
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden
(Voor 31 december 2014 dient de omzet van organisatie x boven de 155 miljoen euro te liggen)Strategie
Strategie is het vaststellen van doelen en de manier waarop die doelen worden bereikt.
Strategie is een plan. Hoe ga je dingen in praktijk brengen Strategie gaat dus over het HOE!
StructuurLijn/lijn-staf/lijn functionele organisatieInterne differentiatie/specialisatie
Systeem
Het geheel van formele en informele procedures en werkinstructies die een bepaald resultaat moeten opleveren
Bestuurlijk proces (aansturen)Secundair proces (ondersteunen) Primair proces (broodjes maken)
StafHRM personeel
StijlAutoritair/AutocratischConsulterendParticipatief
SleutelvaardighedenDat waar het bedrijf in uitblinkt Kerncompetenties die jij wel hebt en de concurrent niet
Gemeenschappelijke waardenCultuur is een patroon van denken en doen van mensen, gebaseerd op overtuigingen wat goed en fout is.
Verdieping strategie (Treacy en Wiersema driehoek) LES 1Welke keuze maken we als basis voor onze organisatie?
Volgens Treacy en Wiersema bestaan er 3 waarde disciplines
- Operational Excellence/kostenleiderschap
- Alles tegen de laagste kosten- Groot klantenbestand- Volume- Schaalvoordelen
Kenmerken• Hoge vaste kosten maken grote volumes essentieel om
lage kosten per eenheid te bereiken; schaalvoordelen enefficiency zijn cruciaal• Strijd om schaal; enkele grote spelers in de markt
domineren vaak• Goed uitgedachte systemen / processen zijn zeer belangrijk• De onderneming is kosten gefocust en wil graag
standaardisatie en voorspelbaarheid• Klant staat vaak niet centraal, de interne organisatie wel.
Product Innovation• De nieuwste producten aanbieden• Veel slimme mensen in dienst hebben• Niet gericht op lage kosten
Kenmerken
• Vroegtijdige markttoetreding maakt het berekenen vanpremiumprijzen en het verwerven van een groot markt-aandeel mogelijk; snelheid is cruciaal• Strijd om talent van personeel• Organisatie is werknemersgericht, creatieve sterren zijn
zeer belangrijk• De organisatie denkt na over wat de klant in de toekomst
nodig denkt te hebben !
Customer Intimicay • Precies weten wat de behoefte van de klant is• Naast de klant staan• Langdurige relaties
Kenmerken• Hoge kosten voor klantenacquisitie, dus belangrijk dat de
klant veel bij de organisatie koopt• Sterk service georiënteerd• Personeel moet veel empathie hebben• Klant staat centraal, niet de interne processen.
Concurrentiestrategieën
1. Massaproductiebedrijven2. Goedkoop focussen op een segement(Renault cabrio, wel scherpe prijs)3. Onderscheiden4. Kleine markt, onderscheiden
Structuur verdieping LES 2Om als organisatie goed te functioneren is nodig:
De arbeid moet zo goed mogelijk verdeeld worden (functies, afdelingen etc.)
Alles moet goed worden afgestemd en moet worden gecoördineerd
Een organisatie moet altijd als eerst kiezen voor differentiatie en specialisatie (P of F indeling) Functionele indelingAlle taken en functies en relaties binnen het primaire proces zorgen allemaal samen dat het product / de dienst van de hele organisatie tot stand komt.
Taken en functies worden ondergebracht inafdelingen.
Kenmerken Groeperen naar gelijksoortigheid van werkzaamheden (taken/functies) Er ontstaan nu deelprocessen van het totale (primaire) proces De deelprocessen worden ondergebracht in afdelingen Iedere afdeling levert een bijdrage aan het product/de dienst van de
organisatie
Voordelen: Bezetting machines Routine Deskundigheid Gelijkheid werkhouding
Nadelen Eentonigheid Weinig flexibiliteit Vervreemding eindresultaat Meer overleg tussen afdelingen
Hoe is het werk leuker te maken?1. Taakroulatie2. Taakverrijking (Moeilijkere taken)3. Taakverbreding (Meer taken van hetzelfde niveau)
Interne specialisatie (ProductMarktCombinatie) Complexe organisaties De primaire processen vinden plaats in zelfstandige organisatorische
eenheden (bedrijfsonderdelen) Groepering op basis van het product / de dienst dat / die de
organisatorische eenheid moet opleveren. Werkmaatschappijen/BV’s die niks met elkaar te maken hebben
(PMC’s)
Het kan gaan om een indeling naar Product
Markt Segment
De PMG
In de structuur van deze organisaties blijven deze zelfstandige organisatorische eenheden (met hun eigen primaire proces) als totaliteit bij elkaar.
In de structuur vind je deze zelfstandige bedrijfsonderdelen direct onder de Raad van Bestuur op het 2e organisatie niveau
Voordelen Snelle probleemoplossing Korte communicatielijnen Grote betrokkenheid Veel kennis
Nadelen Meer machines nodig Leegstand afdelingen Concurrentie tussen afdelingen
Ieder voor zich wil het zo goed mogelijk bij de raad van bestuur doen. Dit zijn die PMC’s stel je werkt bij dameskleding dan heb je niks te maken met de afdeling van kinderkleding.
Twee speciale organisatiestructuren
1. De Matrixstructuur
Voordelen matrixorganisatie:• Multidisciplinaire projecten uit kunnen voeren• Alle expertise is direct bij de hand in het project
Nadelen matrixorganisatie:• Medewerker heeft minimaal 2 bazen (= meerhoofdige
zeggenschap!) Welke zijn dat dan?• Balans afdeling- en projectwerkzaamheden kan scheef komen te
liggen• Verstrengelde belangen
2. De ProjectstructuurIn dit soort gevallen is er in een organisatie sprake van projecten (veelal voor externe klanten)
Het kenmerk van een project is dat een project eindig isIs een project klaar dan valt de projectgroep uit elkaar.De multidisciplinaire leden van de projectgroep wachtenop een nieuw project
Vaak hoogopgeleide medewerkers afkomstig uitverschillende functionele gebieden (afdelingen) die in multidisciplinaire teams in productgroepen of in projecten samenwerken
De medewerkers hebben wel een eigen afdeling maarze zijn daar zelden, ze werken meestal in teams/projectenbuiten de eigen afdeling onder leiding van een projectleider
Verdieping systemen LES 3 Een systeem is het geheel van formele en informele procedures werkinstructies en processen die een resultaat moeten opleveren
Effectief
Doeltreffend
EfficiëntDoelmatig
FlowchartSchematische weergave van processen
KwaliteitHet voorzien in de behoeften en voldoen aan de eisen en de wensen van de klant
Kwaliteit is dus leveren wat de klant verwacht
Een sterke organisatie streeft altijd naar: Het verbeteren van kwaliteit Het borgen van kwaliteit
Een organisatie die kwaliteit als strategische doelstelling heeft, werkt volgens het MANS principe.
Verbeteren van kwaliteitDe kwaliteitscyclus is een continu proces
Methode: de PDCA-cyclus van Deming
Doelen:• Continue procesverbetering• Kwalitatieve verbetering van (productie) processen
Beheersen/waarborgen van kwaliteit
Beheersen van gedrag• Direct leidinggeven (Leider bepaald wat en wanneer)• Beperken van ongewenst gedrag (Pasjes voor deuren)• Beoordelen van activiteiten (Beoordelen of werkn het aankunnen)• Beoordelen van resultaten • Management By Objectives (MBO) (Targest)
Borgen van kwaliteit • Beleid vanuit directie• Procedures• Objectief meetsysteem• Opleiding en training• Klanttevredenheid
2 systemen ISO (Audit) EFQM/INK model (5 fases)
4 systemen: Informerend (Databank met feiten) Relationeel Expressief Sturend (Politie, leger)
Ethiek (LES 4) Ethiek of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen.
Morele norm = een wet (niet door rood licht rijden)
Moreel dilemma = in hoeverre kan vrijheid van meningsuiting doorgaan zonder te discrimineren (Parijs!!)
Conclusies morele waarden en normen Iedereen moet zich houden aan de genormeerde morele waarden(wet) Iedereen heeft daarnaast eigen persoonlijke waarden en normen Persoonlijke waarden en normen zijn niet algemeen bindend
Drie typen ethiek Deugden-ethiek Plichten-ethiek Gevolgen-ethiek
Deugend-Ethiek (Openstaan voor kritiek, helder communiceren)Deugd = goede manier van handelen (opvoeding en scholing) Geen regels of principes Het karakter van de persoon staat centraal Gulden middenweg
Plichten-Ethiek (veiligheid nastreven, vrede) Morele verantwoordelijkheid
Wederkerigheidsprincipe (Behandel andere zoals jij behandelt wil worden)
GEEN middenweg
Gevolgen-Ethiek (Als ik de fraudeur aangeef, wat gebeurt er met de arme kinderen?) Scheidslijn tussen goed en fout is niet duidelijk Belangrijk: Wat heeft een beslissing tot gevolg?
MVO LES 4 People Bij People gaat het om het welzijn van de medewerkers van het bedrijf, maar ook van de maatschappij als geheel.
Diversiteit Gelijke kansen Goede arbeidsomstandigheden Mensenrechten Gezondheid werknemers
Planet = EcologiePlanet betekent dat de bedrijfsactiviteiten binnen ecologische randvoorwaarden plaatsvinden.
Energieverbruik Afval Co2 uitstoot
Tijdens een recyclingproces neemt de kwaliteit van de grondstoffen af. Uiteindelijk is de grondstof niet meer te bewerken. (cradle-to-grave)
Cradle-to-cradle (van wieg tot wieg) betekent dat tijdens het recyclingproces de kwaliteit van de grondstoffen behouden worden.
Profit = winstbedstedingProfit kijkt niet alleen naar de financiële prestaties van het bedrijf zelf, maar ook naar de economische effecten van de bedrijfsactiviteiten op de omgeving.
Werkgelegenheid Investering Uitbesteding
MVOMVO is geen einddoel, maar een proces.
Gemeenschappelijke waarde en Ethiek Codes of conduct Richtlijnen van de organisatie Principles of Organisation Hoe gaan medewerkers met elkaar om?
Systemen en ethiek Klanttevredenheid Duurzaam inkopen
Managementstijlen (style) (LES 5)
Managers in verschillende lagen / niveaus nemen ander soorten beslissingen
3 soorten beslissingen: Strategische beslissingen (1000 medewerkers gaan eruit) Tactische/organisatorische beslissingen (wie gaan eruit) Operationele beslissingen (Het concrete, hoe ze te werk gaan, het
traject, de tijd enz.)
1. Autocratisch / autoritair leiderschap Leider geeft 'bevelen' aan medewerkers Macht als middel van gezagsuitoefening Strikt hiërarchische verhoudingen Geen inspraak/discussie De leider beslist Geld is belangrijke stimulans voor medewerker Leider gericht op het behalen van resultaat
2. Consulterend leiderschap Leidinggevende behoudt de eindverantwoordelijkheid Medewerkers participeren in overlegorganen Informeren en adviseren leidinggevende De leider neemt de uiteindelijke beslissingen
3. Participatief leiderschap Leidinggeven is een groepsfunctie geworden Besluiten komen democratisch in de groep tot stand Leidinggevende is begeleider/coördinator Gevaar: geringe slagvaardigheid / besluiteloosheid
Taakgericht: Focus op het doelRelatiegericht: Focus op de mens
Doener (tentamen) Daadkracht Snelheid Zichtbaarheid Korte termijn Intuïtief
Denker (tentamen) Eerst denken, dan doen Kennis (cijfermatig) Doelgericht Lange termijn Rationeel
Transformerend (brengt verandering)De ‘vader’ of ‘moeder’ van de organisatie
Charisma Visie Persoonlijke aandacht Uitdaging
Transactional
Ruilrelatie staat centraal Controle van werk Beloning voor goed werk Planning belangrijk
Leiderschapscompetenties (competenties is een containerbegrip) Elke dag beter willen worden Coachen van individuele medewerkers Coachen van teams Beïnvloeden van cultuur
5 principes van gezond leiderschap Inspiratie uit roeping en passie komt eerst Ruim vaan voor eigen wijsheid Samenwerking ontstaat door geloof in een doel Waarden vereisen handhaving van minimumnormen Erkenning en waardering betekenen groei
Gemeenschappelijke waarde (cultuur) (LES 6)Cultuur is een patroon van denken en doen van mensen, gebaseerd op overtuigingen wat goed en fout is.
De samenwerking en de spreiding van macht bepaalt de cultuur
PersooncultuurGaat om het individu, hoog opgeleid (Chirurg, advocaat)TaakcultuurHoog opgeleid, vaak in een groep, projectteams (ICT)RollencultuurLaag opgeleid, in massa’s, fabrieken (lopende band werk)MachtscultuurEen zzp’r, voor zichzelf werkzaam, meestal lager opgeleid, kan zelf beslissen (loodgieter)
Overgang van dimensies
1. Procesgericht (Gemeente) vs Resultaatgericht (Philips)2. Mensgericht (School) vs Werkgericht (Phillips)3. Organisatiegericht (Greenpeace) vs Professioneel (Advocaat) 4. Open vs Gesloten (Gelddruk)5. Strakke vs Losse controle6. Pragmatisch (winst/resultaat) vs Normatief (regels)
Sleutelvaardigheid (LES 6)Een sleutelvaardigheid / kernbekwaamheid is datgene wat de organisatie onderscheidt van andere organisaties
Strategieën met de binnenkant van organisatie als vertrekpunt: Refarming Herstructurering Revitalisering Beloning
Kerncompetenties van een organisatie moeten worden vertaald naar competenties van personeel, daarom doe je aan competentiemanagement.
Goede resultaten zijn hiermee te behalen, namelijk Prestatie Personeelsbeleid Communicatie Ontwikkelingsmogelijkheden Inzet (Flexbiliteit)
Belangrijk voor tentamen
Volledig
8S model – sustainabillity Relaties tussen bollen
Les 1 Strategie Tracy en wiersema driehoek, toepassen (LES 1)
Les 2 Structuur Structuur kunnen benoemen, organogram, F P, eerste lijn van
directie Voor-Nadelen Matrix structuur Project Tekenen en toepassen
Les 3 Systemen PDCA Cyclus ( plan do check act) Flowchart kunnen tekenen ISO & INK
Les 4 MVO en Ethiek Morele dilemma Vormen van ethiek Zorg dat MVO alle 3 de ps raakt 3 P’s mvo
Les 5 Stijl Leiderschapsstijlen Doener & Denker
Les 6 Gemeenschappelijke waarde en Sleutelvaardigheid Harrisson & handy bedrijfscultuur Dimensies Sleutelvaardigheid kunnen benoemn
Overeenkomstenrecht
Kenmerkend voor een overeenkomst Schept een of meer verbintenissen Er ontstaat een rechtsverhouding met rechten en plichten
Omdat een overeenkomst verbintenissen schept, praat men wel eens over een obligatoire overeenkomst.
Op het moment dat iemand in gaat op een aanbod, komt de overeenkomst tot stand.
Een aanbod (6:227) (Eenzijdige rechtshandeling)Moet concreet zijn. (Niet “Appels te koop” maar: “GRENNY MOTHERFUCKING SMITH, 1 kilo 200 euro jij vieze kurwa”!)
Herroepen aanbod (6:219)Een aanbod kan worden herroepen tenzij er een duidelijke termijn is gesteld.
Verval aanbod Mondeling: meteen (6:221) Schriftelijk: redelijke termijn (wat is redelijk? Hangt af van situatie)
1. Vergissing aanbodArtikel 3:33 laat zien dat het moet gaan om een op enig rechtgevolg gerichte wil, die zich door een verklaring openbaart. De wil is dus 300 euro, maar de verklaring komt naar buiten als 30 euro. Er komt dus geen rechtshandeling tot stand omdat wil en verklaring afwijken.
Gerechtvaardigd vertrouwen (3:35)Als de aanvaarder er vanuit mag gaan dat hij te maken heeft met de werkelijke wil van de aanbieder. (Stoel voor 280 , is eigenlijk 300)
2. Ondeugdelijke vorming van wil (intern) Geestelijke stoornis (3:34)
3. Wilsgebreken (extern)3:44
bedreiging Bedrog (Hij weet van de kopie, maar zegt toch echt) Misbruik van omstandigheden (mensen die in geldnood zitten aandelen
aansmeren)6:228
Dwaling (Barry verondersteld dat het 3D tv’s zijn en verpatst de lading, Hagrit flipt hem als die de lading binnen krijgt en het zijn normale TV’s.
Vernietigen (3:50 en 3:51)Kan door een buitenrechtelijke verklaring (brief) of een rechter.
Niet nakomen overeenkomst
Kenmerkend voor een verbintenis
Partij die recht heeft op een prestatie, heeft juridische middelen om ervoor te zorgen dat de
We spreken hier van niet nakomen van verbintenis
Niet nakomen kan bestaan uit: Niet presteren (de koopsom niet betalen) Niet op tijd presteren (de trouwjurk een dag na de trouwdag afleveren) Ondeugdelijk presteren (een auto zonder remmen leveren)
Partij die de verbintenis moet nakomenSchuldenaar
Partij die het wil,Schuldeiser
Vorderingen bij niet nakomen
1. Opschortingsrecht 6:262Schuldeiser hoeft zijn prestatie niet te doen zolang de schuldenaar zijn prestatie niet verricht. (Betalen voor een gerepareerde auto)
2. Schadevergoeding 6:74 Wanprestatie (6:75) (Op grond van schuld, wet, en inhoud overeenkomst) Verzuim (niet blijvend onmogelijk)
Komt pas na ingebrekestelling: brief waarin tekortkoming staat en een termijn waarin het te vervullen valt
Er moet schade geleden zijn
3. Overeenkomst ontbinden (6:262 v)Verplichtingen die uit de overeenkomst zijn ontstaan vervallen. Alles moet zoveel mogelijk hersteld worden. Bijvoorbeeld het geld terug geven
4. Nakoming eisen
Eigendomsrecht
Relatieve rechtenZijn verbintenissen, werken tussen personen
Absolute rechten Geven zeggenschap over een goed. Absolute rechten hebben zaaksgevolg (rechten blijven bestaan, ook al komt het
goed in andere handen) Oudere absolute rechten gaan voor jongere (lening van bank A gaat voor bank B) Absolute rechten zijn limitatief Absolute rechten vallen buiten een faillissement
Goed 3:1Alle positieve bestandsdelen waaruit iemands vermogen is opgebouwd
Zaak 3:2Voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
Roerende en onroerende 3:3Onroerend = grond en alles wat daarmee verbonden is
Verkrijgen van een goed 3:80 Algemene titel (het vermogen of een deel hier van)
Erfopvolging Boedelmenging (huwelijk) Fusie
Lusten en lasten!! (Geld en schulden)
Bijzondere titel (een bepaald goed naar het vermogen van een ander) Verjaring Onteigening Overdracht
Een door beide partijen gewilde overgang van een goed uit het vermogen van de ene partij naar het vermogen van de andere partij
Drie vereisten voor overdracht (3:84):o Geldige titel (Waarom wordt het goed overgedragen? Meestal
verkoopovereenkomst) (een nietige overeenkomst, bijv dief en heler, is geen geldige titel)
o Beschikkingsbevoegdheid (Beschikt om het goed uit het vermogen te halen)
o Levering (Roerend niet register 3:90 lid 2,; op het moment dat je het krijgt) (Onroerend 3:89 op het moment van notariele akte.)
Nominale waarde waarde zoals die op het aandeel staat staat op balans als aandelenkapitaalAandelenkapitaal wordt altijd berekend door de nominale waarde
aandelenkapitaal /aantal geplaatste aandelen
Intrinsieke waarde
Waarde van het eigen vermogen van een onderneming / het aantal geplaatste aandelen
Eigen vermogen = aandelenkapitaal + reserves
Gouden balansregelAlles wat ik lang nodig/lang aanwezig is heb (vaste activa + de kern van de vlottende activa debetzijde) moet ik financieren met lang vermogen (Eigen vermogen, vreemd vermogen lang)
RentabiliteitWinstgevendheid van een onderneming ten opzicht van het gemiddelde geinvesteerde vermogen
Nodig om dit te berekenen1. EBIT = Earnings before interest and taxes (Winst + rentekosten)2. Gemiddeld geïnvesteerd vermogen (Gem. EV en Gem VV)
Rentabiliteit totaal vermogen (RTV) = EBIT / gem. Totaal vermorgen
Rentabiliteit vreemd vermorgen (RVV of KVV) = rentekosten/gem. Vreemd vermogen
Rentabliteit eigen vermogen (REV) = winst voor belasting / gemiddeld eigen vermogen
HEFBOOMWERKING
• REVvb = RTV + (RTV – KVV) x VV/EV• REVnb = (1-f) x (RTV + (RTV – KVV) x VV/EV)
Als RTV hoger is als RVV is het een positieve hefboomwerkingIn feite is rentabiliteit van het totale vermogen dus hoger dan de kosten van het vreemd vermogen.
LiquiditeitIn staat tot betalen verplichting korte termijn
Een organistaie is dus liquide als zij op ieder gewenst moment in staat is om aan haar betalingsverplichtingen te doen.
Dynamische liquiditeitBewaking van liquiditeit die plaats vind op basis van ingaande en uitgaande geld stromen. (begroting)
Statische liquiditeit (momentopname)De beoordeling van de liquiditeit op basis van kengetallen uit balansgegevens.
Kengetallen om dit te bereken zijn: Current ratio (indruk op korte termijn, current ratio >1 niet liquide)
Vlottende activa/ vreemd vermogen kort Netto werkkapitaal
Vlottende activa – vreemd vermogen kort Quick ratio
Vlottende activa – voorraden / vreemd vermogen kort
Current ratio is afhankelijk van de Branche!!
SolvabiliteitDe mate waarin de organisatie in geval van liquidatie in staat is haar verplichtingen ten opzichte van vreemd vermogen verschaffers te voldoenKan de organisatie aan haar verplichtingen voldoen?
LiquidatieDe fase van vereffening. Als een organisatie ontbonden wordt, is deze bezig met zichzelf op te heffen.
Een organisatie is solvabel op het moment dat de waarde van de activa meer bedraagt dan het totaal vreemd vermogen.
Voor de berekening van solvabiliteit van een organisatie zijn van belang: Debt ratio
Vreemd vermogen / Totaal vermogen x 100% Leencapaciteit Weerstandsvermogen
Activiteit kengetallenDeze bereken je om inzicht te krijgen in de doelmatigheid van het gebruik van je onderneming. (JIJ KOMEN HIER)
1. Voorraad
Een hoge omloopsnelheid gaat gepaard met een korte opslagduur en dit wil dus zeggen dat er met een relatief kleine voorraad een bepaald omzet te bepalen is. We kunnen geen streefwaarde geven voor dit, dit verschilt per branche.
Omloopsnelheid van de voorraadOmzet in verkoopprijzen exclusief btw / gemiddelde voorraad
Opslagduur van de voorraad365 x 1 / omloopsnelheid van de voorraad
2. Gemiddelde krediettermijn debiteurenDit geeft de tijd weer die er gemiddeld ligt tussen het moment waar er op rekening wordt gekocht en de betaling van de debiteur. Een laag krediettermijn debiteuren wijst op relatief lage investering in de debiteuren.
Gemiddelde debiteurensaldo/verkopen op rekening x 365 dagen
3. Gemiddelde krediettermijn van crediteurenEen hoog gemiddeld krediettermijn van crediteuren wijst erop dat het gemiddelde crediteurensaldo relatief hoog is. Dit kan wijzen op een crediteurenbeleid waarbij laat betaald wordt. Dit zou gunstig kunnen zijn als:
Als eventuele kortingen met contante betaling niet mis worden gelopen De relatie met de leveranciers niet verstoord wordt Fuck her right in the pussy
Gemiddelde crediteuren saldo/inkopen op rekening x 365 dagen
4. OmzetOmloopsnelheid van het totale vermogen
Omzet ex btw / gemiddeld totaal vermogen x 365 dagen
Wat is Marketing (LES 1)=
Sociaal en managementproces waarin individuen en groepen verkrijgen waaraan zij behoefte hebben en wat zij wensen, door producten en waarde te creëren en deze met andere uit te wisselen. In feit de afstemming van vraag en aanbod
Situatie TaakGeen vraag, geen behoefte Vraag creëren (iphone)Geen vraag, wel behoefte Vraag ontwikkelen (mobiele telefoon)Afnemende vraag Vraag nieuw leven in blazen (vinyl)Stabiele vraag Vraag behouden (koffie)Te grote vraag Vraag afnemen (roy donders homo)1. Iphone2. Mobiele telefoon3. Vinyl4. Koffie5. Rooi donders faggot
5 fases binnen marketing
Productie het produceren is op zich is voldoende
Product Draait om een goed productVerkoop Aan de man praten, roepenMarketing Weet wat de behoefte is, weet wat je doelgroep wilMaatschappij Niet alleen kijken, MVO, wat is belangrijk voor de maatschappij
Wat is een markt?Een groep bestaande en potentiele afnemers van een product
Marketing in economische termenHet geheel van vraag en aanbod
MarketingaanbodEen combinatie van producten, diensten, informatie of belevingen die worden aangeboden op de markt
Abell-diagram
Grafiek met weergave van: WAT de klantbehoeften is. Voor WIE het is bedoeld HOE de klantbehoeften voor de doelgroepen wordt vervuld (dmv wat/wat is het
product/dienst waarmee behoefte wordt vervuld)
Het vierkant is jouw markt/business domain, hier binnen beweeg je je.
Strategisch plan1. Bedrijfsmissie definiëren2. bedrijfsdoelstellingen en doelen bepalen3. Portfolio van activiteiten samenstellen
4 P’s van marketing1. Product (kern, werkelijk, uitgebreide)2. Promotie (Public relations, reclame, persoonlijke verkoop, sales promotion)3. Prijs (leverancier en consument prijs)4. Plaats (Op welke locatie verkrijgt de consument)5. (5e P) People (Goed personeel)
De marketingomgeving + SWOT (micro, meso, macro) (LES 2 + 3)
1. Micro: altijd intern (binnen het bedrijf) (Volledige invloed)
Interne analyse (Overzicht sterktes en zwaktes) Gericht op Micro omgeving Onderzoekt de situatie binnen het eigen bedrijf Brengt sterkten en zwakten van een bedrijf
Analyseren is meer dan beschrijven!!
Beoordeel de interne omgeving altijd in relatie tot Eigen missie en visie Concurrenten
Inhoud van een interne analyse
Organisatie (7-S)
Financieel
Solvabiliteit: Heb je geldzaken op lange termijn op orde? (kan je schulden aflossen)
Liquiditeit: Heb je geldzaken op korte termijn op orde? (Kan je alles betalen)
Rentabiliteit: Is je organisatie winstgevend?
Marketing
Voorbeeld Interne analyse
2. Meso (Porter, partijen waar je invloed op hebt)3. Macro (Geen invloed, DESTEP)
Externe analyse (SWOT) (Kansen en bedreigingen) Gericht op Meso en Macro omgeving Onderzoekt toekomstige trends/ontwikkelingen die buiten de onderneming liggen Brengt kansen en bedreigingen van een bedrijf in kaart
Checklist Alles geld voor iedereen Het gaat over iets wat nog moet komen Veranderingen
Meso omgevingDe meso-omgeving van een onderneming kan ook worden aangeduid als de DIRECTE MARKT waarin de onderneming actief is.
Beschrijf algemene kenmerken zoals grootte van de markt, groei, winstgevendheid, trends
Beschrijf bedrijfskolom en bedrijfstak
Beschrijf de invloed van andere schakels middels het vijfkrachten model van Porter
Bedrijfskolom Bedrijfstak
5 Krachten model van Porter
Herkennen/beschrijven is niet voldoende!! Neemt de dreiging toe of af? Neemt de kracht toe of af? Wordt de rivaliteit kleiner of groter?
Marketingstrategie (LES 4)
1. Missie en visie
Strategie zit op verschillende niveaus en plekken in de organisatie: Managementstrategie Marketing strategie Communicatie strategie, Groei strategie Concurrentie strategie
2. Waarde (discipline)Waar voeg je als bedrijf de meeste waarde toe?
3. Concurrentiestrategieën van PorterHoe wil een onderneming zich duurzaam onderscheiden van de concurrentie?
KostenleiderschapLaagste kosten
DifferentiatieUniek zijn
Focus & kostenleiderschapSpecifieke doelgroep en lage kosten
Focus & differentiatieSpecifieke doelgroep en uniek
4. Groeistrategieën Er zijn meerdere groeirichtingen mogelijk:
Positieve groei Geen groei (consolideren) Negatieve groei(uitmelken, terugtocht)
Groeistrategie van Ansoff
MarktpenetratieDieper doordringen met bestaande producten in bestaande marketen
ProductontwikkelingDe nieuwe producten
Marktontwikkeling (Internationaliseren)Een markt creëren die er nog niet is of op een bepaalde plaats nog niet is
DiversificatieEen nieuw product voor een nieuwe markt
MarktverdiepingMeer gebruiken door bestaande afnemers (bestaande afnemers kopen meer)
MarktverbredingNieuwe gebruikers binnen reeds gedefinieerde markten (nieuwe gebruikers binnen markt)
De stappen van een SWOT naar een nieuwe strategie1. Vergelijk de uitkomsten van de SWOT met elkaar...2. Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten voor het bedrijf?3. Hoe (met welke strategie) kan het bedrijf dit oplossen?
Keuzes vanuit de SWOT naar de strategie:
Management(Waarde strategie)Richten op product leadership.Marketing (Concurrentie strategie) DifferentiatieMarketing(Groeistrategie) Productontwikkeling
Product (LES 5)Alles wat op een markt kan worden gebracht of aangeboden (voor werving, gebruik, verbruik of aandacht) waarmee een specifieke behoefte kan worden voorzien.
Een product Kan een bepaalde behoefte vervullen. Bestaat ook uit aspecten zoals merk en verpakking. Is ook de service die ik krijg.
Soorten Producten Conveniencegoods (Gemak producten) Shoppinggoods (Keuzeproducten) Specialtygoods (Luxeproducten) Unsoughtgoods (Impulsproducten)
Product levenscyslus
Dienst ontbreken van eigendom onscheidbaarheid vergankelijkheid variabiliteit ontastbaarheid
AssortimentHet geheel aan productlijnen
Productlijn/ Productgroep/ Productcategorie.Een groep producten die nauw verwant zijn om dat ze min of meer:
hetzelfde functioneren aan dezelfde klanten groepen worden verkocht via dezelfde verkooppunten verkocht worden binnen dezelfde prijscategorie vallen.
Dimensies van een assortiment
Breedteaantal productgroepenDiepteaantal productvarianten (binnen groep)Lengtetotaal aantal artikelen (binnen groep)Consistentiemate van verwantschap artikelen
Product line intensivationUitbreiding binnen huidige productlijnen
Product line extensionUitbreiden binnen huidige productlijn
Merk
Merken beheren Positionering van merk voortdurend over het voetlicht brengen Veel zorg aan management van contactpunten Werknemers trainen in klantgerichtheid en trots op producten en diensten
Promotie (LES 6)Communicatie gericht op het product met het doel om kennis, houding of gedrag te veranderen.
Lange termijn (themacommunicatie)Merkbekendheid, merkvoorkeur en het imago vergroten
Korte termijn (actiecommunicatie)Realiseren van probeeraankopen en directe omzetverhoging
Reclame (actie/thema) Marketing public relations (corp. Imago) Direct marketing* Internet Beurzen Persoonlijke verkoop Sales promotion* (actie!) Sponsoring (naambekendheid, imago, relatie) Winkelcommunicatie (schap, licht, kleuren etc.)
Sales promotionStimulans om op korte termijn een aankoop van een product te bevorderen. Kortingsbonnen Monsters Geld terug
Public relations Persrelaties Publiciteit Public affairs Lobbying
Persoonlijke verkoop
De stappen van persoonlijke verkoop1. Potentiele klanten opsporen2. Informatie verzamelen3. Klanten benaderen4. Presentatie en demonstratie5. Omgaan met bezwaren6. De verkoop afsluiten7. Nazorg
Direct marketing
Rechtstreekse communicatie met een zorgvuldig uitgezochte doelgroep van individuele klanten.
Gericht op Respons Opbouwen relatie
Belangrijke communicatie beslissingen1. Doelstelling formuleren2. Methode budgetbelasting
sluitpostmethode: wat kan men veroorloven? budgettering naar percentage van de omzet concurrentiegeoriënteerde methode taakstellende methode: wat wil je bereiken?
3. Beslissingen over de boodschap en media4. Campagne beoordelen
Geïntegreerde marketingVerschillende marketing bij elkaar brengen
Push strategieJe product via de detaillisten/groothandelaren je product richting de klant duwen (Persoonlijke verkoop, handelspromotie)
Pull strategie De vraag bij consumenten creëren zodat die vraag via de detaillisten/groothandelaren bij jou terecht komt.(Sales promotion, reclame op consument)
New school marketing Mobile marketing (Itunes, apps) Online marketing (Google, webblogs, social) In-game advertising Narrowcasting (Tv op avans) Out-of-home media
Experience marketing Events Sportmarketing en sponsoring Entertainmentmarketing
Guerilla marketing (met beperkte middelen een groot resultaat) Flashmob Coca cola machine Stadion