Weebly · Web view8 Illustreren dat het leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst. 9 Onder...

KaHo Sint-LievenBachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs

Lessenpakket

Campus WAASHospitaalstraat 23, 9100 Sint-NiklaasTel.: 03 780 89 04 Fax: 03 780 89 03E-mail: [email protected]

LEERPLANSITUERING

Leerplan PAV vvkso, LICAP –BRUSSEL D/2010/7841/100 – september 2010, tweede graad bso.

4.1 “ondersteunende basisvaardigheden”1 Onder begeleiding relevante en toegankelijke informatie vinden, selecteren en gebruiken3 Zich situeren, oriënteren en verplaatsen door gebruik te maken van gepaste informatie.4 Onder begeleiding eenvoudige zakelijke opdrachten van beperkte omvang organiseren, uitvoeren, evalueren.5 Onder begeleiding groepsopdrachten uitvoeren.6 Reflecteren om het leerproces en leerresultaat te evalueren.

4.2 “maatschappelijke vaardigheden”8 Illustreren dat het leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst.9 Onder begeleiding aspecten van het dagelijks leven van mensen op een andere plaats met het eigen leven vergelijken.13 Openbaar vervoer kunnen gebruiken.17 Vormen van creatieve expressie in de eigen leefomgeving verkennen.

4.3 “wiskundige vaardigheden”22 Wiskundige denkmethoden verwerven.23 Resultaten schatten, en bewerkingen en resultaten controleren.27 Het gemiddelde berekenen.33 Relevante informatie halen uit tabellen, grafieken en diagrammen.34 Met de tijd rekenen.

4.4 “taalvaardigheden”36 Naar anderen luisteren in een gesprek.41 Mondelinge informatie meedelen.43 Spreekdurf ontwikkelen.44 Informatie halen uit geschreven teksten.

BEGINSITUATIE

DOELSTELLINGEN

1. De leerlingen kunnen aangeven in welke tijdsvakken onze geschiedenis is onderverdeeld.2. De leerlingen kunnen zich oriënteren in de verschillende tijdsvakken.3. De leerlingen kunnen een dynamische tijdsbalk opstellen.4. De leerlingen kunnen aangeven waarvoor ze een kalender gebruiken.5. De leerlingen kunnen data berekenen.6. De leerlingen kunnen uitleggen wat een schrikkeljaar is.7. De leerlingen kunnen de tijd indelen.8. De leerlingen kunnen rekenen met tijdzones.9. De leerlingen kunnen informatie opzoeken op het internet.10. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van volkeren die nieuwjaar op een andere manier

vieren.11. De leerlingen kunnen een presentatie houden.

12. De leerlingen kunnen elkaar evalueren.13. De leerlingen kunnen de busuren opzoeken.14. De leerlingen kunnen de treinuren opzoeken.15. De leerlingen kunnen een kalender maken16. De leerlingen vinden verschillen tussen de jongerenculturen van vroeger en nu.17. Tijdlijn jongerenculturen18. De leerlingen kunnen een tijdlijn maken met verschillende jongerenculturen19. De leerlingen ontwerpen een collage op hun eigen creatieve manier20. De leerlingen kunnen een eigen subcultuur uitvindenDe leerlingen geven hun mening over de collage21. De leerlingen kunnen hun eigen creatief werk verwoorden.De leerlingen werken samen aan een presentatie22. De leerlingen geven een presentatie over jongerenculturen.23. De leerlingen kunnen 5 kenmerken opschrijven rond een jongerencultuur.De leerlingen kunnen a.d.h.v. foto’s verschillen ontdekken van de wereld24. De leerlingen kunnen uit een artikel over de ozonlaag vragen oplossen25. De leerlingen kunnen het klasgemiddelde berekenen van een ademproefje26. De leerlingen kunnen het zonnestelsel in een goede volgorde plaatsen.27. de leerlingen kunnen vragen beantwoorden a.d.h.v. een tabel.

MATERIAAL

Werkbundel Correctiesleutel Computers Knutselgerief Prenten van het zonnestelsel Prenten van de jongerenculturen Tijdschriften collage

GERAADPLEEGDE WERKEN

Leerplan PAV vvkso, LICAP –BRUSSEL D/2010/7841/100 – september 2010, tweede graad bso. PAV-Love: feestdagen. Berchem: Uitgeverij De Boeck Boemerang: Zeven. Wommelgem: Uitgeverij Van In Boussemaere, A. Vandamme, K. Vandepitte, H. Verstraete, K. 2011. Concreet 3: leerwerkboek.

Kapellen: Uitgeverij Pelckmans http://www.digiskar.nl/overtijd/kalender.html [Geraadpleegd op 20 december] http://dedroomfabriek.blogspot.com/2009/12/gratis-verjaardagskalender.html Pav-love: ’t wordt warm op aarde. Berchem: uitgeverij De Boeck. P.43-45 Pavl- love: Milieu. Berchem: uitgeverij De Boeck. P. 22,23,10,11,12,13 Tijd- 3e graad BSO Pav-Love: Jongerenculturen. Berchem: Uitgevrij De Boeck. P. 4, 13-16,28

http://dedroomfabriek.blogspot.com/2009/12/gratis-verjaardagskalender.html

http://www.digiskar.nl/overtijd/kalender.html

Lesfase titelInleiding Timing 10 minuten

DoelstellingenInhouden Didactische werkvormen

Leeractiviteiten van de leerlingenLeermiddelen - Materiaal - MediaOrganisatie - Opstelling

Foto’s van: Prehistorie Oudheid Middeleeuwen Nieuwe Tijd Nieuwste Tijd Eigen Tijd

Er hangen foto’s aan het bord. Het is de bedoeling dat de leerlingen aan de hand van deze foto’s de link leggen met de geschiedenis en de juiste tijdsperioden.

Wat zien jullie op de afbeeldingen / waaraan doen de afbeeldingen jullie denken?

Titel wordt aan bord gebracht: De tijdsbalk

Foto’s Bord

Lesfase titelDe tijdsvakken Timing 20 min

Doelstellingen1, 2

Inhouden Didactische werkvormenLeeractiviteiten van de leerlingen

Leermiddelen - Materiaal - MediaOrganisatie - Opstelling

Prehistorie (… - 3500 v.C.) Oudheid (3500 v.C. – 500) Middeleeuwen (500 – 1450) Nieuwe Tijd (1450 – 1750) Nieuwste Tijd (1750 – 1945) Eigen Tijd (1945 - …)

Klassikale oefeningDe leerlingen ordenen de verschillende tijdsperioden die al aan bord staan chronologisch. 1 = de oudheid, 2= de middeleeuwen …

Individuele oefeningEr wordt een tijdsbalk bekeken. Aan de hand van deze tijdsbalk moeten leerlingen de begin- en einddatum van elke periode opzoeken.

Periode in de geschiedenis

Begindatum einddatum

1 Prehistorie … 3500 v.C.2 de oudheid 3 500 v.C 5003 de middeleeuwen

500 1450

Bord PPT Werkblad

4 de nieuwe tijd 1450 17505 de nieuwste tijd 1750 19456 de eigen tijd 1945 …

Klassikaal verbeteren.

Leerlingen lezen klassikaal de verschillende tekstjes. Deze tekstjes gaan telkens over een persoon die in een bepaald tijdsvak hebben geleefd. Het is aan hen om deze persoon aan het juiste tijdsvak te koppelen.Klassikaal oplossen

OLG In welke periode zouden jullie het liefste hebben geleefd? Waarom? Is er ook een periode waar jullie absoluut niet in zouden willen leven? Waarom?

Lesfase titelDe dynamische tijdsbalk Timing 20 min.

Doelstellingen3



Klassikale oefeningEr wordt een dynamische tijdsbalk weergegeven.Aan de hand van een stappenplan en een oefening wordt het gebruik van de dynamische tijdsbalk uitgelegd.

Individuele oefeningLeerlingen maken een dynamische tijdsbalk van hun eigen leven. Ze maken hiervoor ook gebruik van het stappenplan.

Werkblad PPT bord

Verantwoording van de opbouw van de lesDe les begint met afbeeldingen die aan het bord hangen. Deze afbeeldingen verwijzen naar de verschillende tijdsperioden uit de geschiedenis. Het is de bedoeling dat de leerlingen aan de hand van die afbeeldingen de tijdsvakken aanbrengen.

Daarop wordt dan verder gebouwd door de leerlingen de verschillende perioden chronologisch te rangschikken.Vervolgens wordt een tijdsbalk getoond en gaan de leerlingen op die tijdsbalk op zoek naar de begin- en einddatum van elke periode. Zo leren ze ook informatie uit een tijdsbalk halen.

In de laatste lesfase leren de leerlingen een dynamische tijdsbalk opstellen en passen ze dit ook toe op hun eigen leven.

Bordschema of opstelling van zaal (of klas) lesfase 1

Nieuwste Tijd

PrehistorieOudheid

OudheidMiddeleeuwen

Nieuwe Tijd

Eigen Tijd

http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Lady_with_an_Ermine.jpg


TijdsvakkenPeriode in de geschiedenis

Begindatum einddatum

1 Prehistorie … 3500 v.C.2 de oudheid 3 500 v.C 5003 de middeleeuwen

500 1450

4 de nieuwe tijd 1450 17505 de nieuwste tijd 1750 19456 de eigen tijd 1945 …

Lesfase 3Dynamische tijdsbalk

Begindatum = 500Einddatum = 1450

1450 – 500 = 950 jaar 95O : 10 te groot getal

950 : 100 = 9,5

950 jaar : 9,5 = 100 jaar/ cmOf 1cm op de dynamische tijdsbalk stelt 100 jaar voor.

Noteer bij de tijdschaal 1cm = 100 jaar

Lesfase titelinleiding Timing 5 min.

Doelstellingen4



OLGWat doen jullie als jullie willen weten hoe laat het is?Waarvoor gebruiken jullie kalenders nog?Wat zou er gebeuren als er geen kalendersysteem zou zijn?

Titel wordt aan bord gebracht: de kalender

bord

Lesfase titelDe kalender: hoekenwerk Timing 45 min

Doelstellingen5,6



Hoek 1: rekenen met dataHoek 2: gedichtHoek 3: verschillende kalenders

De leerlingen worden verdeeld over de drie groepen.In elke groep maken ze oefeningen rond de kalender. Zijn ze klaar met het oplossen van de oefeningen, dan komen ze om de correctiesleutel.Bij elke hoek krijgen ze 15 min. de tijd.

Werkblaadjes Hoeken correctiesleutel

Verantwoording van de opbouw van de lesAan de hand van de verschillende hoeken leren de leerlingen rekenen met datums en dagen. Ze staan ook even stil bij het ontstaan van het schrikkeljaar aan de hand van een leefoefening


De kalender

Lesfase titelinleiding Timing 5 min.



OLG Op het bord hangen een aantal foto’s, aan wat doen deze foto’s

jullie denken?Nieuwjaar

Hoe vieren jullie oudejaar / nieuwjaar?

bord

Lesfase titelRekenen met tijd Timing 15 min.

Doelstellingen7,8



tijdindeling tijdzones

Individuele oefening1. Vul onderstaande tabel in.

1 minuut 60 seconden1 uur 60 minuten 3600 seconden1 jaar 12 maanden 52 weken1 dag 24 uur 1440 minuten1 decennium 10 jaar1 eeuw 100 jaar 10 decennia1 millennium

1000 jaar 10 eeuwen

Bord Werkbundel

Klassikaal oplossen

Leerlingen vullen aan op bord

Individueel oplossen

2. Rangschik van klein naar groot:Uur – dag – minuut – eeuw – jaar – week – millennium - seconde – maand – kwartier – decennium

Klassikaal verbeteren

Klassikale oefening

4. Hieronder zie je een kaart met de tijdzones. Als het middernacht is op 31 december bij ons, hoe laat is het dan in:a) New York? 18.00 uur (31 december)b) Sydney? 09.00 uur (1 januari)c) Los Angeles? 15.00 uur (31 december)d) Bombay? 05.00 uur (1 januari)e) Londen? 23.00 uur (31 december)

Lesfase titelNieuwjaar bij andere culturen Timing 30min.

Doelstellingen9, 10



Chinees nieuwjaar Joods nieuwjaar Islamitisch nieuwjaar

GroepswerkDe leerlingen worden in groepen verdeeld (4 personen). In die groep krijgen ze een cultuur toegewezen. Het is de bedoeling dat ze op zoek

Computers werkblad

Hindoeïstisch nieuwjaar gaan naar hoe deze mensen nieuwjaar vieren en dit in een mooie PPT gieten. De volgende les zullen ze dit dan voorstellen

Verantwoording van de opbouw van de lesDe leerlingen leren aan de hand van het thema nieuwjaar de tijdsindeling en het gebruiken van tijdzones.Vervolgens duiken ze even in een andere cultuur door te gaan kijken hoe ze Nieuwjaar elders vieren. Ze gaan in groepjes op zoek naar informatie.


Oef 11 minuut 60 seconden1 uur 60 minuten 3600 seconden1 jaar 12 maanden 52 weken1 dag 24 uur 1440 minuten1 decennium 10 jaar1 eeuw 100 jaar 10 decennia1 millennium

1000 jaar 10 eeuwen

Oef 2Seconde – minuut – kwartier – uur – dag – week – maand – jaar – eeuw – decennium – millennium

Lesfase titelVoorstelling groepswerk Timing 50 min.

Doelstellingen10, 11, 12



Voorstellen groepswerkDe leerlingen stellen hun nieuwjaar voor.Terwijl er een groep vooraan staat krijgen de andere leerlingen de opdracht om op een aantal zaken te letten

Taalgebruik (spreekt iedereen algemeen Nederlands, is iedereen goed verstaanbaar, is er een goede uitspraak?

De PowerPointpresentatie:Is de presentatie aantrekkelijk om naar te kijken?Is de presentatie duidelijk en gestructureerd?

werkblad

Verantwoording van de opbouw van de lesDe leerlingen stellen tijdens deze les hun nieuwjaar voor aan de andere leerlingen.De leerlingen die niet aan het woord zijn krijgen de opdracht om op een aantal zaken te letten. Zo leren de leerling kritisch naar een presentatie kijken.

Lesfase titelInleiding Timing 10 min.



OLG Wie maakt er gebruik van het openbaar vervoer? Waarom wel/niet? Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?

Lesfase titelOp stap met de lijn. Timing 20 min.

Doelstellingen9, 13



OpzoekopdrachtDe leerlingen gaan op de site van de lijn opzoek naar informatie aan de hand van vragen.Als ze klaar zijn met deze opdracht krijgen ze een verbetersleutel en.

1. Zoek het adres op van de lijnwinkel in Sint-Niklaas2. Waarvoor kan je allemaal terecht in de lijnwinkel?3. Als je een abonnement wil, welk abonnement moeten je dan

aanvragen.4. Wat zijn de prijzen van een Buzzy Pazz vanaf 1 februari 2012

voor 1 maand:

Computer werkbundel

3 maanden: 12 maanden:

5. Wat moet je doen als je je Buzzy Pazz bent kwijtgeraakt?6. Je wil op 27 november de bus nemen naar het Waasland

Schopping Center. Daar heb je met vrienden afgeproken om 11 uur. Je neemt de bus aan de markt van Sint-Niklaas.

a) Welke bus neem je?b) Om hoe laat vertrekt je bus?c) Om hoe laat kom je aan?d) Hoe lang ben je dan onderweg geweest?

Lesfase titelOp stap met de NMBS Timing 20 min.

Doelstellingen9, 14



OpzoekopdrachtDe leerlingen gaan op de site van de NMBS opzoek naar informatie aan de hand van vragen. Als ze klaar zijn met deze opdracht krijgen ze een verbetersleutel en.

1. Als je jonger bent dan 26 jaar, neem je dan een Go pass of een Rail Pass?

Computer werkblad

2. Wat houdt een Go Pass in?3. Kan je ook een jaarabonnement aanvragen?4. Welke verschillende soorten zijn er?

5. Je wilt gaan winkelen op de Meir in Antwerpen. Je vertrekt vanuit Sint-Niklaas en je zou graag om 14 uur in Antwerpen Centraal aankomen.

a) Welke trein neem je?b) Om hoe laat vertrekt je trein?c) Om hoe laat kom je aan in Antwerpen Centraal?d) Hoe lang ben je onderweg geweest?

Verantwoording van de opbouw van de lesDe leerlingen leren De Lijn en de NMBS kennen. Ze leren hoe ze bus- en treinuren opzoeken en hoe ze moeten inschatten welke trein/bus ze het beste kunnen nemen.

Lesfase titelKlaskalender Timing 50 min.

Doelstellingen15



Jullie gaan een klaskalender maken.

Jullie spreken zelf met elkaar af hoe jullie kalender er gaat uitzien. Verdeel het werk eerlijk. Misschien kan iedereen elk een maand ontwerpen.

Zorg er zeker voor dat in jullie kalender alle belangrijke data staan weergegeven ( schooluitstappen, examens, verjaardagen, feestdagen …)Wees creatief en maak er iets mooi van zodat we deze kalender nadien ook kunnen ophangen en gebruiken in de klas.

Computers Werkblad knutselmateriaal

Lesfase titelvroeger en nu (jongerenculturen) Timing 20 min.

DoelstellingenDe leerlingen vinden verschillen tussen de jongerenculturen van vroeger en nu.



Jongerenculturen vroeger:- Iedereen vond het gek- Het is voor een eigen identiteit te

hebben- Kwam meer voor dan nu- Extravaganter

Jongerenculturen vandaag:- Jongerentaal- Komt niet zo veel meer voor.- Wordt normaler bevonden- Meer drankgebruik

De leerkracht doet een onderwijsleergesprek om te vinden wat de leerlingen van jongerenculturen weten?Ze doet dit aan de hand van vragen:

- Wat is het verschil tussen jullie en je ouders of je grootouders?- Wat moesten zij doen wat jullie niet moeten doen? Klusjes, vrije tijd?- Jullie komen vaak samen, was dit vroeger al?- Kennen jullie jongerenculturen?- Hoe zien jullie jongerenculturen, is dit fout, zou dit strafbaar moeten zijn?

Of is dit juist heel goed?- Hoe waren de jongeren/ jongerenculturen vroeger?- Hoe zijn de jongeren/ jongerenculturen van nu?

Lesfase titelTijdlijn jongerenculturen Timing 15min.

DoelstellingenDe leerlingen kunnen een tijdlijn maken met verschillende jongerenculturen



Artistiekelingen was de eerste jongerencultuur & Tecktonik was de laatste.Voor tecktonic kwamen de emo’s, deze kwamen achter urban.Urban is de eerste jongerencultuur van de 21e eeuw.Gabber is de laatste jongerencultuur van de jaren 90.In de jaren 90 kun je spreken van de GSG jongerenculturen. Grunge, Skate en Gabber.House komt voor Grunge en achter alto.De hiphoppers kwamen samen met Gothic.Gothic kwam voor Trash metal.Vier jaar later kwam de straight edge en dan de alto.Disco zit tussen Hardrock en Punk.Achter Punk kwam New wave.Voor Hardrock komt RastaHet begon in de jaren 1950 met de artistiekelingen met ongeveer dezelfde tijd de Nozems en Indorockers.Daarna komen er twee kikkertijden. De gewone kikkertijd en de soulkikker of zo noemden ze zich toch.Na de kikkers was het de beurt aan de heel bekende hippies.Als laatste heb je nog de provo en de skinheads.

De leerkracht legt de oefening uit.

Instructies:- Je werkt individueel.- Jullie lezen de tekst met de verschillende jongerenculturen.- Eerst werk je met in je kladschrift/ kladblad.- Op je kladblad probeer je de juiste volgorde van de jongerenculturen te

vinden.- Als de leerlingen zeker zijn dan mogen ze de tijdlijn overschrijven in de

werkbundel.

Instructies na de opdracht:- We gaan de oefening verbeteren.- We gaan werken van oud naar jong.- De leerkracht heeft tijdens dat de leerlingen bezig waren de tijdslijn ook

aan bord gezet.- De leerlingen komen één voor één aan beurt.- De leerlingen die een fout zeggen moeten het nogmaals nalezen. En

proberen het juiste antwoord te zeggen.

Lesfase titelZelf gevonden subcultuur. Timing 15min

DoelstellingenDe leerlingen ontwerpen een collage op hun eigen creatieve manierDe leerlingen kunnen een eigen subcultuur uitvinden



3/Ontwerp nu zelf eens een subcultuur. Maak bijvoorbeeld een mengeling van een gothic en een sporter.

- Mijn zelfontworpen subcultuur- Kenmerken

Maak op een A4 een collage over jouw zelfontworpen subcultuur. Gebruik daarvoor foto’s uit tijdschriften, internet, kranten,.. Niet alleen foto’s maar ook woorden mag je gebruiken.De collage stel je kort voor de klas voor a.d.h.v. verschillende vragen:- Met welke bestaande subculturen heb je rekening gehouden?- Welke kenmerken heb je daarvan gebruikt?- Hoe lang heb je aan je eigen cultuur gewerkt?

De leerkracht heeft alle subculturen aan bord staan. In de tijdlijn.De leerkracht legt de opdracht uit in instructies:

- De leerlingen werken zelfstandig- De leerlingen maken zelf een subcultuur. Ze mogen bestaande

subculturen gaan samenvoegen maar ze mogen ook hun eigen creativiteit laten vloeien.

- Ze moeten bepaalde kenmerken opschrijven en een naam verzinnen.- Daarna moeten ze een collage maken en deze de volgende les

voorstellen a.d.h.v. 3 vragen.- De opdracht staat ook in hun werkbundel goed geformuleerd.

Verantwoording van de opbouw van de les

De leerlingen leren in deze les wat subculturen zijn.De verschillen van vroeger en nu worden klassikaal besproken omdat iedereen zo zijn visie er op heeft en dan wordt deze gedeeld met elkaar.Bij de tijdlijn moeten ze individueel werken. Omdat ze zelfstandig moeten redeneren en anders is de kans groot dat 1 iemand alles doet.De subcultuur zelf maken gebeurt ook individueel omdat de leerlingen dan hun eigen creativiteit erin kunnen leggen.

Bordschema of opstelling van zaal (of klas)

VROEGER:- …………………………..- …………………………..- …………………………..- …………………………..

NU:- …………………………..- …………………………..- …………………………..- …………………………..

Lesfase titelZelf gevonden subcultuur. Timing 50 min

DoelstellingenDe leerlingen geven hun mening over de collageDe leerlingen kunnen hun eigen creatief werk verwoorden.



De collage stel je kort voor de klas voor a.d.h.v. verschillende vragen:- Met welke bestaande subculturen heb je rekening gehouden?- Welke kenmerken heb je daarvan gebruikt?- Hoe lang heb je aan je eigen cultuur gewerkt?

De leerkracht legt uit dat ze hun collage moeten voorstellen.- Ze gaan daarop gequoteerd worden door de leerkracht. De leerkracht

heeft een evaluatieblad met aandachtspunten. Taal, attitude, ..- De leerkracht zegt dat elke leerling max 10 min krijgt.


De leerlingen stellen hier hun eigen subcultuur voor elk individueel.Ze worden besproken in de klas.Het klasgesprek gebeurt in groep om elk de mening van de anderen te horen maar het uitwerken van de subcultuur is elk voor zich.


JONGERENCULTUREN: VOORSTELLING COLLAGES.

Lesfase titelJongerenculturen (voorbereidingen) Timing 50 min

DoelstellingenDe leerlingen werken samen aan een presentatie



Maak een presentatie over een bepaalde jongerencultuur.De info voor deze presentatie zoek je op het internet, kranten, artikels. Je gebruikt minstens 2 verschillende bronnen.De presentatie:- gebeurt via een PowerPoint.- Duurt max 10 min.- Inhoud:o Waar & wanneer ontstaano Kledij?o Muziek?o Haar?o Ideeën?o Voeding?o Uitgaan?- Kleedt je ook wat in. Wees zo creatief mogelijk. Vb.: verkleden zich in de bepaalde kenmerken.

De leerkracht:- Legt de opdracht uit.- Gaat rond met allemaal kaartjes. De helft van de leerlingen trekken een

kaartje. Dit is hun partner voor de presentatie over de jongerencultuur.- Gaat rond met allemaal kaartjes waar de soort jongerencultuur opstaat.

Als ze een kaartje hebben kunnen ze al beginnen brainstormen.- De leerlingen mogen werken op de computer om verschillende dingen op

te zoeken.- Ze mogen ook aan de computer voor een PowerPointpresentatie te

maken.- De meeste voorbereidingen worden in deze lessen besproken/uitgevoerd.- Als ze nog niet klaar zijn moeten ze thuis daaraan verder werken.


De leerlingen kennen al iets van jongerenculturen en nu moeten ze per 2 gaan samen werken om een jongerencultuur leuk voor te stellen.Ze moeten met iedereen kunnen samen werken dus de leerkracht verdeeld zelf de leerlingen a.d.h.v. kaartje trek.In deze les mogen de leerlingen hun presentatie samen voorbereiden. Onder controle van de leerkracht. Als ze vragen hebben hierover kunnen ze deze dan ook altijd vragen.


JONGERENCULTUREN: PRESENTATIES VOORBEREIDEN.

De presentatie:- PowerPoint.- Duurt max 10 min.- Inhoud:o Waar & wanneer ontstaano Kledij?o Muziek?o Haar?o Ideeën?o Voeding?o Uitgaan?- Kleedt je ook wat in. Wees zo creatief mogelijk. Vb.: verkleden zich in de bepaalde kenmerken.

Lesfase titelJongerenculturen presentatie Timing 50 min

DoelstellingenDe leerlingen geven een presentatie over jongerenculturen.De leerlingen kunnen 5 kenmerken opschrijven rond een jongerencultuur.



Bij elke presentatie:

Naam jongerencultuur5 kenmerken

De leerkracht:- Laat telkens een groepje al installeren als ze met de andere leerlingen

belangrijke dingen overloopt die ze zeker moeten onthouden.- Vult samen met de leerlingen de werkbundel in.- De leerlingen die de presentatie voeren proberen zo goed mogelijk deze

naar voor te brengen.- De leerlingen die luisteren moeten al dingen van in hun werkbundel

aanvullen. Deze wordt nadien overlopen met de leerkracht.- Kijkt ook naar hoe de presentatie wordt voorgesteld. Creativiteit, attitude,

taal, netheid,..


De leerlingen kennen al iets van jongerenculturen en nu moeten ze per 2 gaan samen werken om een jongerencultuur leuk voor te stellen.In deze les mogen de leerlingen de presentatie tonen aan de medeleerlingen. De andere leerlingen mogen hun eigen mening dan geven na de presentatie.


JONGERENCULTUREN: PRESENTATIES

Letten op taal, houding voor de klas, enthousiasme & inzet.

Lesfase titelMilieu Timing 15 min

DoelstellingenDe leerlingen kunnen a.d.h.v. foto’s verschillen ontdekken van de wereld



Verschillen van de aarde tussen vroeger en nu?Vroeger:

- De continenten zaten aan elkaar vast- Minder luchtvervuiling- Minder verlichting

Nu:- Continenten zitten los van elkaar- Meer luchtvervuiling- Meer verlichting- Meer water.

De leerkracht:- De jongerenculturen kwamen overal voor. Daarvoor gaan we eens kijken

naar de wereld. Hoe is deze mee verandert met de tijd?- Onderwijsleergesprek:

o Wat is er verandert sinds vroeger en nu?o Is alleen de aarde verandert?o Of ook de dieren? De planten?o Hoe komt het dat er meer water is in de wereld dan vroeger?o Hoe komt dat er meer luchtvervuiling is?

Lesfase titelMilieu Timing 15 min

DoelstellingenDe leerlingen kunnen uit een artikel over de ozonlaag vragen oplossen



Gat in de ozonlaag groter dan vorig jaar.

GENEVE – Het gat in de ozonlaag boven Antarctica is weer groter geworden ten opzichte van vorig jaar, zonder de plek van 2006 te overstijgen. Dat heeft de VN- organisatie voor Meteorologie (MWO) bekendgemaakt. Dit jaar is het gat in de ozonlaag relatie langzaam gegroeid. Pas de jongste twee weken nam het snel toe, waardoor het gat nu groter is dan in 2007. Toch zal het niet de omvang hebben van recordjaar 2006, zegt de MWO.Op 13 september was het ozongat 27 miljoen km² groot, tegen 25 miljoen km² in 2007 en 29 miljoen km² in 2006.Het gat in de ozonlaag boven de zuidpool is opgedoken in de jaren tachtig.Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN opperde dat na de scheikundige aanvallen van de laatste decennia ( op de atmosfeer) de ozonlaag misschien een vijftigtal zal nodig hebben om volledig te herstellen. Ozon beschermt ons tegen de ultraviolette straling van de zon die kanker kan veroorzaken.Beantwoord nu de vragen:

1. Leg uit: Decennium- decennia2. Welk gevolg heeft het ozongat voor de mens?3. Waar ligt GENEVE?4. Wie is Ban Ki-moon?

De leerkracht leest samen met de leerlingen het artikel.De leerkracht duidt iemand aan die begint.In het midden rond ’13 september’ duidt ze iemand anders aan.De leerlingen moeten ook zeker 3 moeilijke woorden aangeduid hebben, die ze achteraf gaan verklaren met de hele klas.

De leerlingen lossen individueel de bijhorende oefeningen op.De woorden of de antwoorden die ze moeten zoeken duiden ze in een andere kleur aan. Zo is het gemakkelijker om als ze moeten zeggen waar ze het gehaald hebben te vinden.

De antwoorden verbeteren doen we ook klassikaal.De leerkracht leest het antwoord voor en een bepaalde leerling die de leerkracht aanduidt geeft het antwoord.

Lesfase titelMilieu proefje Timing 20 min

DoelstellingenDe leerlingen kunnen het klasgemiddelde berekenen van een ademproefje



De zuurstof in de lucht is voor mensen van levensbelang. Mensen kunnen enkele dagen zonder drinken en zelfs enkele weken zonder eten. Maar zonder lucht kunnen we niet, want uit de lucht nemen we zuurstof op. Per dag passeert er zo’n 10 000 tot 20 000 liter lucht door de luchtwegen.

Proef: Hou je adem zo lang mogelijk in. Hoeveel seconden kan jij dat volhouden?

Mijn resultaat is … seconden.

Nu berekenen we het klassengemiddelde.

Hoe wordt het gemiddelde berekend?

De leerkracht legt het proefje uit.De leerkracht laat de leerlingen per 2 experimenteren.Als ze allemaal weten hoeveel seconden ze hun adem kunnen inhouden gaat de leerkracht iedereen af om te laten zeggen hoeveel seconden ze het kunnen volhouden.

Daarna berekenen ze het gemiddelde.De leerkracht vraagt of iemand weet hoe ze het gemiddelde berekenen?De leerkracht duidt een leerling aan of zegt het zelf hoe ze het berekenen door middel van een voorbeeld. Waar de leerlingen dan de bepaalde berekening van halen om hun eigen resultaat te bekomen.

De leerkracht vraagt aan de leerlingen wat ze bekomen zijn?Heeft er iemand iets anders dan gaan ze het samen gaan berekenen.

Verantwoording van de opbouw van de lesDe verschillen tussen de aarde vroeger en de aarde nu gaat men klassikaal bespreken. De ene leerling weet daar al iets meer over als de andere.Het artikel en de vragen: de leerkracht gaat samen met de leerlingen het artikel lezen. Daarna werken de leerlingen individueel zodat ze eens individueel hebben nagedacht over het antwoord.Het proefje is per 2. Zo kunnen ze elk de tijd weten.Het gemiddelde berekenen is eerst een oefening klassikaal aan bord. Daarna moeten ze het apart berekenen van het proefje.


Verschillen van de aarde tussen vroeger en nu?Vroeger:

- De continenten zaten aan elkaar vast- Minder luchtvervuiling- Minder verlichting

Nu:- Continenten zitten los van elkaar- Meer luchtvervuiling- Meer verlichting- Meer water

Het gemiddelde: ………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………..

Lesfase titelDe planeten Timing 15 min

DoelstellingenDe leerlingen kunnen het zonnestelsel in een goede volgorde plaatsen.



Het zonnestelsel zo als het echt is.

Als we deze met elkaar gaan vergelijken en ze willen ordenen via een bepaalde volgorde gaan we zien dat ze staan volgens hoe lang 1 omloop rond zon duurt.

Als we ze willen ordenen via één omloop rond de eigen as, hoe staan ze dan?

De leerkracht heeft een prent met het zonnestelsel op.De leerkracht legt uit hoe en waarin ze geordend staan.

De leerkracht vraagt de leerlingen hun werkboekje open te slaan en daar gaan ze in zien dat de ordening van de planeten om hun eigen as een andere tijd heeft.

De leerlingen moeten a.d.h.v. de tabel de planeten in een andere volgorde gaan zetten.

De leerlingen doen dit individueel.

Lesfase titelDe planeten Timing 30 min

Doelstellingende leerlingen kunnen vragen beantwoorden a.d.h.v. een tabel.



De leerkracht heeft bij de planeten ook een aantal vragen geschreven.

Vragen:1. Op welke manier zijn de planeten in de tabel geordend? Dat verklaart meteen ook waarom hun omlooptijd rond de zon van boven naar beneden groter wordt.2. Op welke planeet duurt wat wij een dag noemen ( de omlooptijd rond de eigen as) langer dat wat wij een jaar noemen ( de omlooptijd rond de zon)? M.a.w. op welke planeet duurt een dag langer dan een jaar?3. Op welke planeet duurt een dag ongeveer even lang als op aarde?4. Op welke planeet ligt de duur van de omlooptijd rond de zon het dichtst bij die van de aarde?5. Hoe oud zou je nu ongeveer zijn op mars?

De leerkracht heeft een prent met het zonnestelsel op.De leerkracht legt uit hoe en waarin ze geordend staan.

De leerkracht laat de leerlingen in hun werkbundel de opdrachten oplossen > individueel.

De leerlingen moeten eerst de opdrachten goed lezen en de tabel goed bekijken.Daarna moeten de leerlingen de opdrachten invullen a.d.h.v. de tabel.

De verbetering gebeurt aan bord, klassikaal.De leerkracht schrijft alle juiste antwoorden kort op.De leerkracht laat telkens 1 leerlingen antwoorden die de vinger opsteekt.

De leerkracht verduidelijkt eventueel nog de oefeningen.

Verantwoording van de opbouw van de lesDe leerlingen gaan eerst klassikaal de planeten nogmaals overlopen en dan aan de hand van een tabel een nieuwe volgorde proberen zoeken.De leerlingen gaan daarachter individueel met de tabel nog een aantal vragen oplossen.


Pluto > Jupiter > Saturnus > Neptunus > Uranus > Aarde > Mars > Mercurius > Venus

(Correctiesleutel)De tijdbalk

1. We onderscheiden 5 grote periodes in de geschiedenis. Bestudeer de tijdbalk en plaats de verschillende periodes chronologisch in de kader.

Periode in de geschiedenis Begindatum einddatum1 de oudheid 3 500 v.C 5002 de middeleeuwen 500 14503 de nieuwe tijd 1450 17504 de nieuwste tijd 1750 19455 de eigen tijd 1945 …

De dynamische tijdsbalkStappenplan voor het maken van een dynamische tijdbalk

1. Bepaal de begin- en einddatum van de periode die je wilt uitvergroten.

2. Bereken de tijd ( in jaren, maanden of dagen ) die er tussen die begin- en einddatum ligt.

3. Op je dynamische tijdbalk heb je de mogelijkheid om de periode in je bundel over hoogstens 16 cm te spreiden ( of op andere dynamische tijdbalken over de lengte die ervoor voorzien is). Deel daarom de werkelijke tijd van de periode door een geheel getal tot je een geheel getal uitkomt dat kleiner is dan of gelijk aan 16 (= de volledige lengte van de balk in cm ) en groter dan 8 (= de helft van de volledige lengte van de balk in cm).

Hoe kom je het makkelijkst aan dat getal?Je deelt de werkelijke tijd van de periode door 10, 100,1000… tot je een getal uitkomt dat kleiner is dan 16. Ligt het dit laatste getal niet tussen de 8 en de 16, dan vermenigvuldig je het met 2 (of een veelvoud van 2) of met 5 totdat je een cijfer krijgt dat kleiner is dan 16 (= de volledige lengte van de balk in cm ), maar er zo kort mogelijk bij ligt.

4. Zet de uitkomst van stap 3 in centimeters uit op je dynamische tijdbalk.

5. Bepaal de tijdschaal die je bij die dynamische tijdbalk wilt gebruiken en noteer die onder de dynamische tijdbalk.

6. Het bepalen van de tijdschaal doe je door de werkelijke tijd van de periode te delen door de uitkomst van stap 3 (= het aantal centimeter waarover je de periode verdeelt op de dynamische tijdbalk).

7. Zet eventueel met behulp van de tijdschaal belangrijke datums op de dynamische tijdbalk.

8. Verbind de periode van de dynamische tijdbalk nauwkeurig en correct met de overeenkomstige periode op de algemene tijdbalk erboven.

1. Voorbeeldoefening dynamische tijdsbalk: Veronderstel dat je de middeleeuwen ( 500 tot 1450 ) wilt uitzetten op een dynamische tijdsbalk.

Begindatum = 500Einddatum = 1450

1450 – 500 = 950 jaar 95O : 10 te groot getal

950 : 100 = 9,5 950 jaar : 9,5 = 100 jaar/ cem

Of 1cm op de dynamische tijdsbalk stelt 100 jaar voor. Noteer bij de tijdsschaal 1cm = 100 jaar

2. Nu is het aan jullie. Maak een dynamische tijdsbalk van jullie eigen leven (vanaf de geboorte tot nu). Je mag gerust gebruik maken van het stappenplan.

De kalender (hoekenwerk)Hoek 1 : rekenen met de kalender

1. Bereken het aantal dagen

Van 5 maart tot 22 maart Voorbeeld:22 – 5 = 17 dagen

Van 21 november tot 23 november 23 – 21 = 2 dagenVan 14 februari tot 25 februari 25 – 14 = 11 dagenVan 1juli tot 16 juli 16 – 1 = 15 dagenVan 19 oktober tot 26 oktober 26 – 19 = 7 dagenVan 8 juni tot en met 22 juni Voorbeeld:

22 – 8 = 1414 + 1 = 15 dagen

Van 6 augustus tot en met 28 augustus 28 – 6 = 2222 + 1 = 23 dagen

Van 14 januari tot en met 18 januari 18 – 14 = 44 + 1 = 5 dagen

Van 20 december tot en met 31 december 31 – 20 = 1111 + 1 = 12 dagen

Van 3 maart tot en met 11 maart 11 – 3 = 88 + 1 = 9 dagen

2. Bereken de juiste dataa) Vandaag zijn we 15 maart. Welke dag zijn we over 12 dagen?

Voorbeeld:15 + 12 = 27 maart

b) Vandaag zijn we 23 februari. Welke dag zijn we binnen 30 dagen?Voorbeeld:23 + 30 = 5353 – 28 = 25 maart

c) Vandaag zijn we 13 januari. Welke dag waren we 8 dagen geleden?13 – 8 = 5 januari

d) Vandaag zijn we 6 november. Welke dag zijn we binnen 19 dagen?6 + 19 = 25 november

e) Vandaag zijn we 2 mei. Welke dag waren we 20 dagen geleden?20 – 2 = 1831 – 18 = 13 april

f) Vandaag zijn we 7 juli. Welke dag waren we 20 dagen geleden?20 – 7 = 1331 – 13 = 18 juni

3. Je huurt enkele films in de videotheek. Vul de tabel aan

Film Gehuurd op Termijn Terug op

23/04 3dagen23 + 3 = 26

26/04

30 – 7 = 2323/04 7 dagen 30/04

2 – 7 = -530 – 5 = 25

25/047dagen 02/05

25/04 12dagen25 + 12 = 3737 – 30 = 7

07/05

Hoek 2: gedicht

Schrijf ten minste 10 woorden waaraan jij denkt bij het woord ‘kalender’.Vervolgens maak je een gedicht. Je hoeft niet alle woorden te gebruiken die je hebt opgeschreven.Woorden:

Gedicht:

kalenderblaadje

Je scheurt het eraf,

Een blaadje van de kalender

Alweer een nieuwe dag

Met een zee van tijd!

een zee van tijd

die voorbij vliegt...

als een vogel in de lucht

zoeken wij allemaal onze toevlucht

wanneer je naar de tijd kijkt

is een minuut ...een eeuw

wanneer je de tijd mijdt

is een uur net ...een seconde

www.1001gedichten.nl

Hoek 3: leesoefening

De KalenderIedereen heeft thuis waarschijnlijk wel een kalender hangen. Je hebt verschillende soorten kalenders, zoals de verjaardagskalender en natuurlijk de kalender die de datum aangeeft. Deze laatste kalender heeft een hele geschiedenis doorgemaakt, voordat deze uiteindelijk in de huidige vorm is ontstaan. Binnen andere culturen en religies worden ook andere soorten kalenders gebruikt.

De EgyptenarenDe Egyptenaren begonnen met een jaar van 12 maanden met 360 dagen en kwamen er toen achter dat ze meer dagen nodig hadden om het jaar vol te maken. Aan het eind van het jaar werden vijf feestdagen toegevoegd; de nieuwe kalender van 365 dagen was echter nog niet helemaal juist. Een echt zonnejaar (de tijd die de aarde nodig heeft om rond de zon te draaien) duurt ongeveer 365,25 dagen. De Egyptische kalender raakte dus achter op de seizoenen door elk jaar een kwart dag te verliezen.

De Juliaanse kalenderUiteindelijk heeft de Romeinse keizer Julius Caesar een kalender ontworpen waarbij sprake was van een schrikkeljaar. Dit houdt in dat de gemiste kwart dag wordt ingehaald door eens in de vier jaar een dag in te voegen.Helaas bleven er dan nog steeds 11 minuten en 14 seconden over. Op een jaar is dit niet veel, maar op 128 jaar is het een volle dag. De oplossing werd gevonden in de vorm van de Gregoriaanse kalender.

De Gregoriaans kalenderDe Gregoriaans kalender kreeg zijn naam van paus Gregorius X111. In 1582 bepaalde deze paus dat er 10 dagen moesten verdwijnen om het overschot van de Juliaanse kalender te verwijderen. De huidige Gregoriaans kalender meet de tijd extreem nauwkeurig; er wordt maar een dag per 44.000 jaar verloren.

1. Hoe zorgde de Egyptenaren ervoor dat ze aan 365 dagen kwamen?Ze voegde aan het einde van het jaar 5 feestdagen toen.

2. Was deze kalender correct?Nee

3. Hoe komt dit?Een zonnejaar duurt 365,25 dagen

4. Wie ontwierp een kalender waarbij sprake was van een schrikkeljaar?De Romeinse keizer Julius Caesar.

5. Wat houdt een schrikkeljaar in?Eens om de 4 jaar wordt een extra dag toegevoegd.

6. Welke aanpassing voegde paus Gregorius toe? liet 10 dagen uit de Juliaanse kalender verdwijnen.

Nieuwjaar

Overal ter wereld viert men Nieuwjaar.

3. Hoe vieren jullie de overgang van oud naar nieuw?

4. Even voor middernacht doen we meestal iets speciaal, wat is dit?Aftellen naar het nieuwe jaar.

5. Vul onderstaande tabel in.

1 minuut 60 seconden1 uur 60 minuten 3600 seconden1 jaar 12 maanden 52 weken1 dag 24 uur 1440 minuten1 decennium 10 jaar1 eeuw 100 jaar 10 decennia1 millennium 1000 jaar 10 eeuwen

6. Rangschik van klein naar groot:Uur – dag – minuut – eeuw – jaar – week – millennium - seconde – maand – kwartier – decenniumSeconde – minuut – kwartier – uur – dag – week – maand – jaar – eeuw – decennium – millennium

We vieren overal ter wereld Nieuwjaar. Maar dit doen we niet allemaal op hetzelfde moment.

a) Weet jij waarom dit zo is?De wereld is onderverdeeld in tijdzones. Hierdoor ontstaan er tijdsverschillen.

5. Hieronder zie je een kaart met de tijdzones. Als het middernacht is op 31 december bij ons, hoe laat is het dan in: f) New York? 18.00 uur (31 december)g) Sydney? 09.00 uur (1 januari)h) Los Angeles? 15.00 uur (31 december)i) Bombay? 05.00 uur (1 januari)j) Londen? 23.00 uur (31 december)

Groepswerk

1 januari is bij ons de start van het nieuwe jaar. Toch zijn er verschillende volkeren die hun Nieuwjaar op een andere dag vieren. Ga in jouw groep opzoek naar informatie over het nieuwjaarsfeest dat jij hebt gekregen. Deze informatie giet je in een mooie, overzichtelijke PowerPoint. Vervolgens stel je jouw Nieuwjaar voor aan de klas. Deze voorstelling duurt maximum 10 minuten.

Naar wat ga ik op zoek?

Hoe heet het nieuwjaarsfeest? Wanneer vindt het plaats? Waar vindt het zijn oorsprong? Wat zijn de tradities/rituelen die op die dag worden uitgevoerd?

Je gaat de andere groepen ook beoordelen. Dus als zij aan het woord zijn zal je op een aantal zaken extra goed letten.

Op wat let ik?

Taalgebruik (spreekt iedereen algemeen Nederlands, is iedereen goed verstaanbaar, is er een goede uitspraak?

De PowerPointpresentatie: Is de presentatie aantrekkelijk om naar te kijken?Is de presentatie duidelijk en gestructureerd?

http://www.jstas.com/Astro/Tijdzones-groot.PNG

Op stap Ga naar de site van de lijn: www.delijn.be. En los onderstaande oefeningen op.

7. Zoek het adres op van de lijnwinkel in Sint-NiklaasNMBS-station Leopold II-laan 2 9100 Sint-Niklaas

8. Waarvoor kan je allemaal terecht in de lijnwinkel?BiljetLijnkaartLijnkaart %DagpasMeerdagenpasBuzzy Pazz of Omnipas

9. Als je een abonnement wil, welk abonnement moeten je dan aanvragen.Buzzy Pazz

10. Wat zijn de prijzen van een Buzzy Pazz vanaf 1 februari 2012 voor 1 maand: €23 3 maanden: €65 12 maanden: €178

11. Wat moet je doen als je je Buzzy Pazz bent kwijtgeraakt?Heb je je abonnement verloren of is het gestolen? Na betaling van een administratieve kost en een schriftelijke verklaring van diefstal of verlies krijg je in de Lijnwinkel onmiddellijk een duplicaat. De prijs van een duplicaat bedraagt 10 euro, ongeacht het aantal duplicaten dat men al heeft aangevraagd.

12. Je wil op 27 november de bus nemen naar het Waasland Schopping Center. Daar heb je met vrienden afgeproken om 11 uur. Je neemt de bus aan de markt van Sint-Niklaas.

e) Welke bus neem je?De lijn 95 Sint-Niklaas – Antwerpen Linkeroever

f) Om hoe laat vertrekt je bus?10.54 uur

g) Om hoe laat kom je aan?10.59 uur

h) Hoe lang ben je dan onderweg geweest?5 minuten

Ga nu naar de site van de NMBS: www.nmbs.be. Los onderstaande vragen op.

http://www.delijn.be/index.htm

5. Als je jonger bent dan 26 jaar, neem je dan een Go pass of een Rail Pass?Go Pass

6. Wat houdt een Go Pass in?Met je Go Pass 10 kan je 10 keer gaan en staan waar je maar wilt in heel België voor 50,00 EUR*. Hij blijft 1 jaar geldig vanaf de aankoopdatum en is niet op naam: je mag hem dus uitlenen aan vrienden of hen laten meereizen op jouw Go Pass 10, indien ook zij jonger zijn dan 26.

7. Kan je ook een jaarabonnement aanvragen?Ja

8. Welke verschillende soorten zijn er? Trajecttreinkaart Nettreinkaart Halftijdse treinkaart Schooltreinkaart Campuskaart


e) Welke trein neem je?IC-trein naar Antwerpen Centraal

f) Om hoe laat vertrekt je trein?13.39 uur

g) Om hoe laat kom je aan in Antwerpen Centraal?14.00 uur

h) Hoe lang ben je onderweg geweest?21 minuten

Maak een kalenderJullie gaan een klaskalender maken.



1/Welke verschillen bestaan er volgens jou tussen de jongeren van nu en die van vroeger?

VROEGER

NU

2/Hieronder vindt je een aantal jongerenculturen opgesomd in een redeneringstekst. Door de verschillende zinnen te volgen en te redeneren kun je ze in volgorde van oudheid zetten. De oudste jongerenculturen staan links de jongste staan rechts. Er zijn al een aantal jongerenculturen goed gezet.

Nozems Kikkers hippies skinheads hardrock Punk Hiphop Trash metal Alto Grunge Gabber Emo’s

Indorockers Soulkikkers Rasta Dico New wave

Artistiekelingen Provo Gothic Straight edge House Skaters Urban Techtonik

Artistiekelingen was de eerste jongerencultuur & Tecktonik was de laatste.

Voor tecktonic kwamen de emo’s, deze kwamen achter urban.

Urban is de eerste jongerencultuur van de 21e eeuw.

Gabber is de laatste jongerencultuur van de jaren 90.

In de jaren 90 kun je spreken van de GSG jongerenculturen. Grunge, Skate en Gabber.

House komt voor Grunge en achter alto.

De hiphoppers kwamen samen met Gothic.

Gothic kwam voor Trash metal.

Vier jaar later kwam de straight edge en dan de alto.

Disco zit tussen Hardrock en Punk.

Achter Punk kwam New wave.

Voor Hardrock komt Rasta

Het begon in de jaren 1950 met de artistiekelingen met ongeveer dezelfde tijd de Nozems en Indorockers.

Daarna komen er twee kikkertijden. De gewone kikkertijd en de soulkikker of zo noemden ze zich toch.

Na de kikkers was het de beurt aan de heel bekende hippies.

Als laatste heb je nog de provo en de skinheads.


Mijn zelfontworpen subcultuur : ……………………………………………………………………………………………..

Kenmerken

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Maak op een A4 een collage over jouw zelfontworpen subcultuur. Gebruik daarvoor foto’s uit tijdschriften, internet, kranten,.. Niet alleen foto’s maar ook woorden mag je gebruiken.

De collage stel je kort voor de klas voor a.d.h.v. verschillende vragen:

- Met welke bestaande subculturen heb je rekening gehouden?

- Welke kenmerken heb je daarvan gebruikt?

- Hoe lang heb je aan je eigen cultuur gewerkt?

4/ Maak een presentatie over een bepaalde jongerencultuur.

De info voor deze presentatie zoek je op het internet, kranten, artikels. Je gebruikt minstens 2 verschillende bronnen.

De presentatie:

- gebeurt via een PowerPoint.

- Duurt max 10 min.

- Inhoud:

o Waar & wanneer ontstaan

o Kledij?

o Muziek?

o Haar?

o Ideeën?

o Voeding?

o Uitgaan?

- Kleedt je ook wat in. Wees zo creatief mogelijk. Vb.: verkleden zich in de bepaalde kenmerken.

5/ De presentatie van de jongerenculturen.

Presentatie 1:

Naam jongerencultuur: ………………………………………………………

5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 2:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 3:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 4:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 5:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 6:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

De Aarde

1/ Geef de verschillen van de aarde vroeger en nu. Maak gebruik van de foto’s.

NU VROEGER

Verschillen:

- De wereld delen zijn van elkaar los gekomen

- Er is meer luchtvervuiling

- Er is meer water

2/ Lees het artikel ‘ Gat in ozonlaag groter dan vorig jaar’ uit Het Nieuwsblad van 17 september 2008.


GENEVE – Het gat in de ozonlaag boven Antarctica is weer groter geworden ten opzichte van vorig jaar, zonder de plek van 2006 te overstijgen. Dat heeft de VN- organisatie voor Meteorologie (MWO) bekendgemaakt. Dit jaar is het gat in de ozonlaag relatie langzaam gegroeid. Pas de jongste twee weken nam het snel toe, waardoor het gat nu groter is dan in 2007. Toch zal het niet de omvang hebben van recordjaar 2006, zegt de MWO.

Op 13 september was het ozongat 27 miljoen km² groot, tegen 25 miljoen km² in 2007 en 29 miljoen km² in 2006.

Het gat in de ozonlaag boven de zuidpool is opgedoken in de jaren tachtig.

Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN opperde dat na de scheikundige aanvallen van de laatste decennia ( op de atmosfeer) de ozonlaag misschien een vijftigtal zal nodig hebben om volledig te herstellen. Ozon beschermt ons tegen de ultraviolette straling van de zon die kanker kan veroorzaken.

Beantwoord nu de vragen:

1. Leg uit: Decennium- decennia

Periode van 10 jaar.

2. Welk gevolg heeft het ozongat voor de mens?

Ozon beschermt ons tegen de ultraviolette straling van de zon die kanker kan veroorzaken.

3. Waar ligt GENEVE? zwitserland

4. Wie is Ban Ki-moon? Secretaris –generaal van de VN

3/ de zuurstof in de lucht is voor mensen van levensbelang. Mensen kunnen enkele dagen zonder drinken en zelfs enkele weken zonder eten. Maar zonder lucht kunnen we niet, want uit de lucht nemen we zuurstof op. Per dag passeert er zo’n 10 000 tot 20 000 liter lucht door de luchtwegen.


Mijn resultaat is …………………………… seconden.

Schrijf jouw gegevens en die van je klasgenoten in de tabel.

NAAM LEERLING RESULTAAT




Het gemiddelde: de som van alle waarnemingen

Het aantal waarnemingen

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

MILIEU: HET ZONNESTELSTEL

Hierboven zie je de planeten van het zonnestelsel in de volgorde staan zoals ze altijd staan. De volgorde kan men ook zien als de duur van 1 omloop rond de zon. Mercurius doet er minder lang over als Pluto. PLANEET Één OMLOOP ROND DE ZON

DUURTÉén OMLOOP ROND DE EIGEN AS DUURT

1 Mercurius 88 dagen 56,6 dagen2 Venus 225 dagen 24,3 dagen

3 Aarde 365,25 (= 1 jaar) 23h 56min 04s (= 1dag)4 Mars 687 dagen 24h 37min 23s5 Jupiter 11,86 jaar 09h 50min 30s6 Saturnus 29,46 jaar 10h 39,4min7 Uranus 84,01 jaar 17h 14min8 Neptunus 164,8 jaar 16h 03min9 Pluto 247,7 jaar 06h 09min 18s

Maar hoe moeten we ze ordenen als we ze willen ordenen als duur van 1 omloop rond de eigen as?

9 > 5 > 6 > 8 > 7 > 3 >4 > 2 > 1

Vragen: 1. Op welke manier zijn de planeten in de tabel geordend? Dat verklaart meteen ook

waarom hun omlooptijd rond de zon van boven naar beneden groter wordt.Één omloop rond de zon duurt.

2. Op welke planeet duurt wat wij een dag noemen ( de omlooptijd rond de eigen as) langer dat wat wij een jaar noemen ( de omlooptijd rond de zon)? M.a.w. op welke planeet duurt een dag langer dan een jaar? Mars

3. Op welke planeet duurt een dag ongeveer even lang als op aarde?Mars

4. Op welke planeet ligt de duur van de omlooptijd rond de zon het dichtst bij die van de aarde?Venus

5. Hoe oud zou je nu ongeveer zijn op mars?Eigen resultaat

De tijdbalk2. We onderscheiden 5 grote periodes in de geschiedenis. Bestudeer de tijdbalk en plaats de

verschillende periodes chronologisch in de kader.

Periode in de geschiedenis Begindatum einddatum1 de oudheid2 de middeleeuwen3 de nieuwe tijd4 de nieuwste tijd5 de eigen tijd

De dynamische tijdsbalkStappenplan voor het maken van een dynamische tijdbalk

9. Bepaal de begin- en einddatum van de periode die je wilt uitvergroten.

10. Bereken de tijd ( in jaren, maanden of dagen ) die er tussen die begin- en einddatum ligt.

11. Op je dynamische tijdbalk heb je de mogelijkheid om de periode in je bundel over hoogstens 16 cm te spreiden ( of op andere dynamische tijdbalken over de lengte die ervoor voorzien is). Deel daarom de werkelijke tijd van de periode door een

geheel getal tot je een geheel getal uitkomt dat kleiner is dan of gelijk aan 16 (= de volledige lengte van de balk in cm ) en groter dan 8 (= de helft van de volledige lengte van de balk in cm).

Hoe kom je het makkelijkst aan dat getal?Je deelt de werkelijke tijd van de periode door 10, 100,1000… tot je een getal uitkomt dat kleiner is dan 16. Ligt het dit laatste getal niet tussen de 8 en de 16, dan vermenigvuldig je het met 2 (of een veelvoud van 2) of met 5 totdat je een cijfer krijgt dat kleiner is dan 16 (= de volledige lengte van de balk in cm ), maar er zo kort mogelijk bij ligt.

12. Zet de uitkomst van stap 3 in centimeters uit op je dynamische tijdbalk.

13. Bepaal de tijdschaal die je bij die dynamische tijdbalk wilt gebruiken en noteer die onder de dynamische tijdbalk.

14. Het bepalen van de tijdschaal doe je door de werkelijke tijd van de periode te delen door de uitkomst van stap 3 (= het aantal centimeter waarover je de periode verdeelt op de dynamische tijdbalk).

15. Zet eventueel met behulp van de tijdschaal belangrijke datums op de dynamische tijdbalk.

16. Verbind de periode van de dynamische tijdbalk nauwkeurig en correct met de overeenkomstige periode op de algemene tijdbalk erboven.

4. Voorbeeldoefening dynamische tijdsbalk: Veronderstel dat je de middeleeuwen ( 500 tot 1450 )

wilt uitzetten op een dynamische tijdsbalk.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

5. Nu is het aan jullie. Maak een dynamische tijdsbalk van jullie eigen leven (vanaf de geboorte tot nu). Je mag gerust gebruik maken van het stappenplan.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

De kalender (hoekenwerk)Hoek 1 : rekenen met de kalender

2. Bereken het aantal dagen

Van 5 maart tot 22 maart Voorbeeld:22 – 5 = 17 dagen

Van 21 november tot 23 november

Van 14 februari tot 25 februari

Van 1juli tot 16 juli

Van 19 oktober tot 26 oktober

Van 8 juni tot en met 22 juni Voorbeeld:22 – 8 = 1414 + 1 = 15 dagen

Van 6 augustus tot en met 28 augustus

Van 14 januari tot en met 18 januari

Van 20 december tot en met 31 december

Van 3 maart tot en met 11 maart

3. Bereken de juiste data

g) Vandaag zijn we 15 maart. Welke dag zijn we over 12 dagen?Voorbeeld:15 + 12 = 27 maart

h) Vandaag zijn we 23 februari. Welke dag zijn we binnen 30 dagen?Voorbeeld:23 + 30 = 5353 – 28 = 25 maart

i) Vandaag zijn we 13 januari. Welke dag waren we 8 dagen geleden?………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

j) Vandaag zijn we 6 november. Welke dag zijn we binnen 19 dagen?………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

k) Vandaag zijn we 2 mei. Welke dag waren we 20 dagen geleden?………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

l) Vandaag zijn we 7 juli. Welke dag waren we 20 dagen geleden?………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

6. Je huurt enkele films in de videotheek. Vul de tabel aan

Film Gehuurd op Termijn Terug op

23/04 3dagen

7 dagen 30/04

7dagen 02/05

25/04 12dagen

Hoek 2: gedicht

kalenderblaadje

Je scheurt het eraf,

Een blaadje van de kalender

Alweer een nieuwe dag

Met een zee van tijd!

een zee van tijd

die voorbij vliegt...

als een vogel in de lucht

zoeken wij allemaal onze toevlucht

wanneer je naar de tijd kijkt

is een minuut ...een eeuw

wanneer je de tijd mijdt

is een uur net ...een seconde

www.1001gedichten.nl

Schrijf ten minste 10 woorden waaraan jij denkt bij het woord ‘kalender’.Vervolgens maak je een gedicht. Je hoeft niet alle woorden te gebruiken die je hebt opgeschreven.Woorden:

………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………

Gedicht:

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Hoek 3: leesoefening

De KalenderIedereen heeft thuis waarschijnlijk wel een kalender hangen. Je hebt verschillende soorten kalenders, zoals de verjaardagskalender en natuurlijk de kalender die de datum aangeeft. Deze laatste kalender heeft een hele geschiedenis doorgemaakt, voordat deze uiteindelijk in de huidige vorm is ontstaan. Binnen andere culturen en religies worden ook andere soorten kalenders gebruikt.

De EgyptenarenDe Egyptenaren begonnen met een jaar van 12 maanden met 360 dagen en kwamen er toen achter dat ze meer dagen nodig hadden om het jaar vol te maken. Aan het eind van het jaar werden vijf feestdagen toegevoegd; de nieuwe kalender van 365 dagen was echter nog niet helemaal juist. Een echt zonnejaar (de tijd die de aarde nodig heeft om rond de zon te draaien) duurt ongeveer 365,25 dagen. De Egyptische kalender raakte dus achter op de seizoenen door elk jaar een kwart dag te verliezen.

De Juliaanse kalenderUiteindelijk heeft de Romeinse keizer Julius Caesar een kalender ontworpen waarbij sprake was van een schrikkeljaar. Dit houdt in dat de gemiste kwart dag wordt ingehaald door eens in de vier jaar een dag in te voegen.Helaas bleven er dan nog steeds 11 minuten en 14 seconden over. Op een jaar is dit niet veel, maar op 128 jaar is het een volle dag. De oplossing werd gevonden in de vorm van de Gregoriaanse kalender.

De Gregoriaans kalenderDe Gregoriaans kalender kreeg zijn naam van paus Gregorius X111. In 1582 bepaalde deze paus dat er 10 dagen moesten verdwijnen om het overschot van de Juliaanse kalender te verwijderen. De huidige Gregoriaans kalender meet de tijd extreem nauwkeurig; er wordt maar een dag per 44.000 jaar verloren.

7. Hoe zorgde de Egyptenaren ervoor dat ze aan 365 dagen kwamen?………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

8. Was deze kalender correct?………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

9. Hoe komt dit?

………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

10. Wie ontwierp een kalender waarbij sprake was van een schrikkeljaar?

………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

11. Wat houdt een schrikkeljaar in?

………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

12. Welke aanpassing voegde paus Gregorius toe?

………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

NieuwjaarOveral ter wereld viert men Nieuwjaar.

7. Hoe vieren jullie de overgang van oud naar nieuw?

8. Even voor middernacht doen we meestal iets speciaal, wat is dit?Aftellen naar het nieuwe jaar.

9. Vul onderstaande tabel in.

1 minuut seconden

1 uur minuten seconden

1 jaar maanden weken

1 dag uur minuten

1 decennium jaar

1 eeuw jaar decennia

1 millennium jaar eeuwen

10. Rangschik van klein naar groot:Uur – dag – minuut – eeuw – jaar – week – millennium - seconde – maand – kwartier – decennium………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

We vieren overal ter wereld Nieuwjaar. Maar dit doen we niet allemaal op hetzelfde moment.

b) Weet jij waarom dit zo is?………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

6. Hieronder zie je een kaart met de tijdzones. Als het middernacht is op 31 december bij ons, hoe laat is het dan in: k) New York? …………………………………………………………………………………………………………………………..

l) Sydney? ………………………………………………………………………………………………………………………………

m) Los Angeles? ………………………………………………………………………………………………………………………

n) Bombay? …………………………………………………………………………………………………………………………..

o) Londen? …………………………………………………………………………………………………………………………….

Groepswerk

1 januari is bij ons de start van het nieuwe jaar. Toch zijn er verschillende volkeren die hun Nieuwjaar op een andere dag vieren. Ga in jouw groep opzoek naar informatie over het nieuwjaarsfeest dat jij hebt gekregen. Deze informatie giet je in een mooie, overzichtelijke PowerPoint. Vervolgens stel je jouw Nieuwjaar voor aan de klas. Deze voorstelling duurt maximum 10 minuten.

Naar wat ga ik op zoek? Hoe heet het nieuwjaarsfeest? Wanneer vindt het plaats? Waar vindt het zijn oorsprong? Wat zijn de tradities/rituelen die op die dag worden uitgevoerd?

Je gaat de andere groepen ook beoordelen. Dus als zij aan het woord zijn zal je op een aantal zaken extra goed letten.

Op wat let ik? Taalgebruik (spreekt iedereen algemeen Nederlands, is iedereen goed verstaanbaar, is er een

goede uitspraak? De PowerPointpresentatie:

Is de presentatie aantrekkelijk om naar te kijken?Is de presentatie duidelijk en gestructureerd?

http://www.jstas.com/Astro/Tijdzones-groot.PNG

Op stap Ga naar de site van de lijn: www.delijn.be. En los onderstaande oefeningen op.

13. Zoek het adres op van de lijnwinkel in Sint-Niklaas

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………

14. Waarvoor kan je allemaal terecht in de lijnwinkel?……………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………

15. Als je een abonnement wil, welk abonnement moeten je dan aanvragen.………………………………………………………………………………………………………………………………………

16. Wat zijn de prijzen van een Buzzy Pazz vanaf 1 februari 2012 voor 1 maand: ……………………………………

3 maanden: ……………………………………

12 maanden: …………………………………..

17. Wat moet je doen als je je Buzzy Pazz bent kwijtgeraakt?……………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

18. Je wil op 27 november de bus nemen naar het Waasland Schopping Center. Daar heb je met vrienden afgeproken om 11 uur. Je neemt de bus aan de markt van Sint-Niklaas.

i) Welke bus neem je?……………………………………………………………………………………………………………………………..

j) Om hoe laat vertrekt je bus?……………………………………………………………………………………………………………………………..

http://www.delijn.be/index.htm

k) Om hoe laat kom je aan?……………………………………………………………………………………………………………………………..

l) Hoe lang ben je dan onderweg geweest?…………………………………………………………………………………………………………………………….

Ga nu naar de site van de NMBS: www.nmbs.be. Los onderstaande vragen op.

9. Als je jonger bent dan 26 jaar, neem je dan een Go pass of een Rail Pass?…………………………………………………………………………………….

10. Wat houdt een Go Pass in?………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………

11. Kan je ook een jaarabonnement aanvragen?……………………………………………………………………………………………………………………………………..

12. Welke verschillende soorten zijn er?…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….


i) Welke trein neem je?………………………………………………………………………………………………………………………….

j) Om hoe laat vertrekt je trein?………………………………………………………………………………………………………………………….

k) Om hoe laat kom je aan in Antwerpen Centraal?…………………………………………………………………………………………………………………………

l) Hoe lang ben je onderweg geweest?………………………………………………………………………………………………………………………..

Maak een kalenderJullie gaan een klaskalender maken.



Jongerencultuur

1/Welke verschillen bestaan er volgens jou tussen de jongeren van nu en die van vroeger?

VROEGER

NU

2/Hieronder vindt je een aantal jongerenculturen opgesomd in een redeneringstekst. Door de verschillende zinnen te volgen en te redeneren kun je ze in volgorde van oudheid zetten. De oudste jongerenculturen staan links de jongste staan rechts. Er zijn al een aantal jongerenculturen goed gezet.

Grunge

Artistiekelingen Provo Tecktonic

Artistiekelingen was de eerste jongerencultuur & Tecktonik was de laatste.

Voor tecktonic kwamen de emo’s, deze kwamen achter urban.

Urban is de eerste jongerencultuur van de 21e eeuw.

Gabber is de laatste jongerencultuur van de jaren 90.

In de jaren 90 kun je spreken van de GSG jongerenculturen. Grunge, Skate en Gabber.

House komt voor Grunge en achter alto.

De hiphoppers kwamen samen met Gothic.

Gothic kwam voor Trash metal.

Vier jaar later kwam de straight edge en dan de alto.

Disco zit tussen Hardrock en Punk.

Achter Punk kwam New wave.

Voor Hardrock komt Rasta

Het begon in de jaren 1950 met de artistiekelingen met ongeveer dezelfde tijd de Nozems en Indorockers.

Daarna komen er twee kikkertijden. De gewone kikkertijd en de soulkikker of zo noemden ze zich toch.

Na de kikkers was het de beurt aan de heel bekende hippies.

Als laatste heb je nog de provo en de skinheads.


Mijn zelfontworpen subcultuur : ……………………………………………………………………………………………..

Kenmerken

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Maak op een A4 een collage over jouw zelfontworpen subcultuur. Gebruik daarvoor foto’s uit tijdschriften, internet, kranten,.. Niet alleen foto’s maar ook woorden mag je gebruiken.

De collage stel je kort voor de klas voor a.d.h.v. verschillende vragen:

- Met welke bestaande subculturen heb je rekening gehouden?

- Welke kenmerken heb je daarvan gebruikt?

- Hoe lang heb je aan je eigen cultuur gewerkt?

4/ Maak een presentatie over een bepaalde jongerencultuur.

De info voor deze presentatie zoek je op het internet, kranten, artikels. Je gebruikt minstens 2 verschillende bronnen.

De presentatie:

- gebeurt via een PowerPoint.

- Duurt max 10 min.

- Inhoud:

o Waar & wanneer ontstaan

o Kledij?

o Muziek?

o Haar?

o Ideeën?

o Voeding?

o Uitgaan?

- Kleedt je ook wat in. Wees zo creatief mogelijk. Vb.: verkleden zich in de bepaalde kenmerken.

5/ De presentatie van de jongerenculturen.

Presentatie 1:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 2:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 3:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 4:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 5:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Presentatie 6:


5 kenmerken:

- ………………………………………………………………………………………………………………………………………….……

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

- ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Milieu

De Aarde1/ Geef de verschillen van de aarde vroeger en nu. Maak gebruik van de foto’s.

NU VROEGER

Verschillen:

- …………………………………………………………………………………………………….

- …………………………………………………………………………………………………….

- …………………………………………………………………………………………………….

- …………………………………………………………………………………………………….

2/ Lees het artikel ‘ Gat in ozonlaag groter dan vorig jaar’ uit Het Nieuwsblad van 17 september 2008.


GENEVE – Het gat in de ozonlaag boven Antarctica is weer groter geworden ten opzichte van vorig jaar, zonder de plek van 2006 te overstijgen. Dat heeft de VN- organisatie voor Meteorologie (MWO) bekendgemaakt. Dit jaar is het gat in de ozonlaag relatie langzaam gegroeid. Pas de jongste twee weken nam het snel toe, waardoor het gat nu groter is dan in 2007. Toch zal het niet de omvang hebben van recordjaar 2006, zegt de MWO.

Op 13 september was het ozongat 27 miljoen km² groot, tegen 25 miljoen km² in 2007 en 29 miljoen km² in 2006.

Het gat in de ozonlaag boven de zuidpool is opgedoken in de jaren tachtig.

Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN opperde dat na de scheikundige aanvallen van de laatste decennia ( op de atmosfeer) de ozonlaag misschien een vijftigtal zal nodig hebben om volledig te herstellen. Ozon beschermt ons tegen de ultraviolette straling van de zon die kanker kan veroorzaken.

Beantwoord nu de vragen:

5. Leg uit: Decennium- decennia

…………………………………………………………………………………………………………………………………………….

6. Welk gevolg heeft het ozongat voor de mens?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

7. Waar ligt GENEVE?..................................................................................................................

8. Wie is Ban Ki-moon? ……………………………………………………………………………………………………………..

3/ de zuurstof in de lucht is voor mensen van levensbelang. Mensen kunnen enkele dagen zonder drinken en zelfs enkele weken zonder eten. Maar zonder lucht kunnen we niet, want uit de lucht nemen we zuurstof op. Per dag passeert er zo’n 10 000 tot 20 000 liter lucht door de luchtwegen.


Mijn resultaat is …………………………… seconden.

Schrijf jouw gegevens en die van je klasgenoten in de tabel.





Het gemiddelde: ………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

MILIEU: HET ZONNESTELSTEL

Hierboven zie je de planeten van het zonnestelsel in de volgorde staan zoals ze altijd staan. De volgorde kan men ook zien als de duur van 1 omloop rond de zon. Mercurius doet er minder lang over als Pluto. PLANEET Één OMLOOP ROND DE ZON

DUURTÉén OMLOOP ROND DE EIGEN AS DUURT

1 Mercurius 88 dagen 56,6 dagen2 Venus 225 dagen 24,3 dagen3 Aarde 365,25 (= 1 jaar) 23h 56min 04s (= 1dag)4 Mars 687 dagen 24h 37min 23s

5 Jupiter 11,86 jaar 09h 50min 30s6 Saturnus 29,46 jaar 10h 39,4min7 Uranus 84,01 jaar 17h 14min8 Neptunus 164,8 jaar 16h 03min9 Pluto 247,7 jaar 06h 09min 18s

Maar hoe moeten we ze ordenen als we ze willen ordenen als duur van 1 omloop rond de eigen as?

…… > …… >… …>…… >…… >…… >…… >…… >……

Vragen: 6. Op welke manier zijn de planeten in de tabel geordend? Dat verklaart meteen ook

waarom hun omlooptijd rond de zon van boven naar beneden groter wordt.………………………………………………………………………………………………………………………………………………

7. Op welke planeet duurt wat wij een dag noemen ( de omlooptijd rond de eigen as) langer dat wat wij een jaar noemen ( de omlooptijd rond de zon)? M.a.w. op welke planeet duurt een dag langer dan een jaar? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

8. Op welke planeet duurt een dag ongeveer even lang als op aarde?………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

9. Op welke planeet ligt de duur van de omlooptijd rond de zon het dichtst bij die van de aarde?………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

10. Hoe oud zou je nu ongeveer zijn op mars?………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

LIEVELINGSBUNDEL: ‘IN VORM’

Mijn lievelingsbundel is ‘In vorm’ van MIX. In vorm gaat over het onderwerp sporten.Aangezien mijn tweede onderwijs vak Lichamelijke opvoeding is en ik heel graag zelf sport heb ik voor deze bundel gekozen.Er staat heel wat informatie in over sport. Niet alleen over de verschillende sporten maar ook over doping, de Olympische Spelen en nog zo veel meer. Er komen dingen aanbod die ik zelf nog nooit uitgebreid heb gezien en vindt het super leuk om nog meer over sport te weten te komen.

De inhouden die aanbod komen in de bundel:

1. Trainingsbeest of zittend gat? Sport op school en in je vrije tijd.

Een klasgenoot ondervragen: een soort interview dat de leerlingen bij elkaar moeten afnemen.

Een staafdiagram tekenen: de leerlingen moeten een staafdiagram tekenen maar het wordt stap voor stap uitgelegd hoe ze het moeten doen.

Een gemiddelde snelheid berekenen: Eerst wordt er verwezen naar de les lichamelijke opvoeding. Ze moeten daar hun tijd bij een sprint opnemen. Telkens een aantal pogingen. Daarna moeten ze met de regel van drieën de gemiddelde snelheid berekenen.

2. Een sprong in de tijd (en in de wereld) Sporten vroeger en nu

Zoeken op het internet: Er staat stap voor stap uitgelegd hoe je informatie, afbeeldingen en bronnen zoekt/formuleert op het internet.

Quizzen: De leerkracht heeft een quiz gemaakt en deze gaan ze daarna spelen. De leerlingen krijgen bordjes met A,B,C bordjes. Er wordt ook een kapitein aangeduid. Elke vraag of afbeelding krijgen de groepjes een twintigtal seconden tijd om te overleggen. Daarna steken de kapiteins een bordje in de lucht.

3. Sneller, hoger, sterker

Doping: noodzaak of bedrog? Leesopdracht: ‘sporten is gezond! Of niet?’: De leerlingen krijgen een tekst

waar ze daarachter vragen uit die tekst mee moeten beantwoorden. Een mening formuleren en discussiëren: De leerlingen krijgen stellingen.

Die stellingen moeten de leerlingen in groep gaan verwerken.

4. ‘Onze man ter plaatse’ Sportverslaggever voor een week

Een nieuwsuitzending voorbereiden en presenteren: De leerlingen moeten een week lang de sportactualiteit volgen. Uit deze hele reeks sportartikelen moeten ze er 2 gaan selecteren en a.d.h.v. een hele reeks stappen volgen. Uiteindelijk maken ze er een hele nieuwsuitzending van. Die nieuwsuitzending moeten ze achteraf in de klas gaan presenteren.

5. Supersloffen en flitsende fietsen Sporten en marketing

Reclameaffiches bespreken: de leerlingen krijgen 4 reclameaffiches en moeten deze via een aantal vragen bespreken.

Algemeen denken: ze krijgen een foto en moeten daar 4 woorden bij schrijven waar ze aandenken als ze die foto zien.

Een reclamefilmpje opnemen: de klas wordt verdeeld in groepjes van ¾ en moeten samen een reclamespotje opnemen. Ze krijgen op een blad een aantal stapjes voor hoe ze het moeten doen.

6. Een kwestie van karakter Sporten met een handicap

Kijkopdracht To Walk Again: de leerlingen moeten a.d.h.v. een filmpje bepaalde kernwoorden omschrijven en er een voorbeeld van geven.

Een persoonlijke collage maken: de leerlingen moeten nu de vier kernwoorden toepassen op jezelf.

ICT-opdracht towalkagain.org: de leerlingen moeten naar een site gaan en a.d.h.v. de site de vragen oplossen die eronder staan.

7. Let the Games begin! Tijd voor wat échte actie

Een sportmiddag organiseren : de leerlingen moeten a.d.h.v. de stappen uit hun boek een sportmiddag organiseren. De leerlingen moeten deze opdracht in groep organiseren. Alles wordt zelf voorzien door de leerlingen.

Leerplandoelstellingen en eindtermen

V.O.E.T.:

- leren leren:

De leerlingen kunnen: 2. diverse informatiebronnen en –kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen;3. informatie kritisch analyseren en samenvatten4. zinvol inoefenen, memoriseren, herhalen en toepassen;5. probleemoplossingsstrategieën toepassen en de resultaten evalueren;6. een realistische werk- & tijdsplanning op kortere termijn maken;7. hun leerproces beoordelen op doelgerichtheid en zo nodig aanpassen;8. uit leerervaringen conclusies trekken voor een nieuwe leertaak.10. De leerlingen beseffen dat het affectieve het leerproces beïnvloedt.11. hun eigen interesses, capaciteiten en waarden verwoorden12. een positief zelfbeeld ontwikkelen op basis van betrouwbare gegeven

- Gezondheidseducatie 1.De leerlingen verzorgen en gedragen zich hygiënisch.5. De leerlingen schatten de risico’s bij gebruik van genotsmiddelen en medicijnen in en reageren assertief in verschillende aanbodsituaties.6. De leerlingen kunnen omgaan met taakbelasting, examenstress en teleurstellingen.

- Opvoeden tot burgerzin 9.De leerlingen kunnen besluitvorming op reële schoolse situaties toepassen.10. de leerlingen oefenen inspraak en participatie in de school en beargumenteren het belang ervan in andere organisatievormen.11. De leerlingen kunnen meerderheids- & minderheidsstandpunten onderscheiden en benoemen.14. de leerlingen spannen zich in om de belangstelling, de standpunten en de argumenten van anderen te respecteren.15. De leerlingen spannen zich in om voorstellen of argumenten genuanceerd te benaderen.16. De leerlingen voelen zich aangesproken om binnen en buiten de school verantwoordelijkheid op te nemen en deel te nemen aan allerlei initiatieven.

- Sociale vaardigheden 2. De leerlingen oefenen zich in relatievormen die ze minder goed beheersen, vb.: - zich als persoon present stellen en respect en waardering uitdrukken voor anderen.3. de leerlingen uiten hun zelfwaarde gevoel en opvattingen.

4. de leerlingen worden zich bewust van en houden rekening met (on)gewenste effecten in een interactie.5. de leerlingen herkennen functie en belang van een aantal elementen van goede communicatie en geven aan welke van die elementen zij al beheersen.6. De leerlingen oefenen zich in elementen van het communicatieve proves die ze minder goed beheersen. Vb.: actief luisteren, beslissen over een mogelijke eigen reactie & zich helder uitdrukken in ik-termen.7. De leerlingen zijn bereid om de inbreng van de gesprekspartner ernstig te nemen/10. De leerlingen oefenen zich in het opbouwen en onderhouden van een relatie door: * in overleg afspraken te maken en taken te verdelen.

* bewust/bedachtzaam om te gaan met gevoelens * Verschillen en conflicten binnen een relatie te herkennen en ermee om te gaan; * Zich weerbaar op te stellen en persoonlijke autonomie te behouden; * Het afwegen van het belang van een relatie t.o.v. hun andere relaties; * Om te gaan met vormen van afscheid nemen.

12. De leerlingen passen belangrijke elementen van overleg en gezamenlijke probleemoplossing toe, vb.: voortbouwen op andermans inbreng.13. De leerlingen zijn bereid om samen te denken, te argumenteren en te discussiëren om met anderen een situatie te verbeteren of een probleem op te lossen.

LEERPLANDOELSTELLINGEN:

1. Onder begeleiding relevante en toegankelijke informatie vinden, selecteren en gebruiken.2. Het eigen dagelijkse leven organiseren.4. onder begeleiding eenvoudige zakelijke opdrachten van beperkte omvang organiseren, uitvoeren, evalueren.5. Onder begeleiding groepsopdrachten uitvoeren.6. Reflecteren om het leerproces en leerresultaat te evalueren, de maatschappelijke weerbaarheid te verhogen.7. Gepast ageren8. Illustreren dat het leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst9. Onder begeleiding aspecten van het dagelijkse leven van mensen op andere plaatsen met het eigen leven vergelijken.12. Invloed van de media op het eigen en het maatschappelijke leven verkennen.15. De grote lijnen kennen van maatschappelijke structuren en mechanismen die het leven beheersen of beïvloeden.17. Vormen van creatieve expressie in de eigen leefomgeving verkennen.18. de mogelijkheden van vrijetijdsbesteding verkennen.20. Bewust worden van elementen van gezond en ongezond leven.22. wiskundige denkmethoden verwerven.26. Doelgericht een rekenmachine gebruiken29. procent berekenen.31. Grootheden schatten, meten, berekenen en herleiden.33. Relevante informatie halen uit tabellen, grafieken en diagrammen.35. Informatie halen uit gesproken teksten36. naar anderen luisteren in een gesprek38. Luisterend genieten.39. Gespreksconventies toepassen 40. mondeling informatie inwinnen41. Mondelinge informatie meedelen42. de eigen mening uiten in een gesprek43. spreekdurf ontwikkelen.44. Informatie halen uit geschreven teksten

45. kritisch omgaan met gelezen informatie47. Functioneel schrijven.48. Taalschat uitbreiden49. Informatie halen uit beelden.50. Kritisch omgaan met beelden. .

Didactische aanpak

In mix worden de thema’s op een uitdagende, gevarieerde en aantrekkelijke manier aangepakt. De verschillende aanpakmethoden:

- Nadruk op doe-opdrachten in plaats van op kennisoverdracht;- Begeleid zelfstandig leren: ondersteuning met infokaders en tips;- Afwisseling in opdrachten: - individueel

- per 2 - in groep - in de klas of buiten de klas - met of zonder computer

- Verschillende actieve werkvormen: - lezen - kijken/luisteren - schrijven - spreken - rekenen - ICT- opdrachten - Projectwerk (op het einde van de bundel) : organisatieopdracht met de hele klas;- Gevarieerd bronnenmateriaal: verschillende soorten teksten, foto’s, affiches, films,

het internet;- Frisse vormgeving: rustige bladspiegel, met een evenwicht tussen kleurrijk

beeldmateriaal en invulruimte.

LeermiddelenVoor elke opdracht hebben ze het werkboek ‘In vorm’ van Mix nodig. Hoofdstuk 1

Oefening 1: alleen hun werkboek

Oefening 2: Lat Rekenmachine Potlood en gum Blanco ruitjesblad

Oefening 3:

Rekenmachine Potlood Kladpapier

Hoofdstuk 2

Oefening 1 : Computer (per 2 lln) 4 blanco ruitjesbladen ( de info en afbeeldingen in de tijdsbalk zetten)

Oefening 2: Drie bordjes ( A,B,C) voor elke groep leerlingen. Beamer PowerPoint-Quiz

Hoofdstuk 3

Oefening 1: alleen het werkboek

Oefening 2: 4 tafels 8 kaartjes met daarop telkens één stelling.

Hoofdstuk 4

Oefening 1: Een computer

Hoofdstuk 5



Oefening 3: Per groepje een camera of een gsm om het filmpje op te nemen Blanco document voor brainstorming en scenario (in grote lijnen) Blanco document voor draaiboek Blanco document voor de verdeling van de verantwoordelijkheden en het

verzamelen van het nodige materiaal.

Hoofdstuk 6

Oefening 1: Videofragmenten ‘To Walk Again’ Eventueel het boek To Walk Again en/of de soundtrack bij de film.

Oefening 2: Foto’s Scharen Lijm

Oefening 3: alleen hun werkboek

Hoofdstuk 7

Oefening 1: Sportmateriaal (afhankelijk van de georganiseerde sporten) Fluitje voor de scheidsrechters Computers (voor stap 2) Enkele grote borden die kunnen dienstdoen als tijdschema en scorebord. Satéstokjes, fruit, servetten, glazen, borden, messen en ander

keukengerei

Bespreking oefeningen

De oefeningen van het werkboek ‘In vorm’ vind ik eigenlijk heel goed. Het zijn bijna allemaal verschillende soorten werkvormen. Er is een goede afwisseling tussen de oefeningen.Al vind ik wel dat er weinig wiskunde oefeningen in zitten. Alleen in hoofdstuk 1 is er eens wiskunde. De leerlingen worden in dit werkboek vooral samen gezet om zo iets te verkrijgen. Er wordt vooral rond taal en basisvaardigheden gewerkt maar ook rond maatschappelijke behoeften.De oefening op het einde vind ik een zeer goede opdracht al gaan ze daar waarschijnlijk heel goed in begeleidt moeten worden. De leerlingen moeten zowel apart, in een kleine groep van (2-4) personen is samenwerken. Ook met de hele klasgroep worden er oefeningen gerealiseerd.Ik vind het een leuk werkboekje om te gebruiken zeker omdat het rond sport gaat.

Weebly · Web view8 Illustreren dat het leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst. 9 Onder...

Documents

Transcript of Weebly · Web view8 Illustreren dat het leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst. 9 Onder...