file · Web viewVergilius heeft de “Aeneis” geschreven, hij was de Romeinse...

4
Brief 28: Terug van Vakantie 1. Seneca groet zijn Lucilius. Meen jij dat dit, dat door de zo lange rondreis en de afwisseling van zo veel plaatsen niet de treurigheid en ernst van de geest heeft afgerond, alleen aan jou is overkomen en bewonder jij als het ware je nieuwe zaak? Je moet de ziel veranderen, niet de hemel. Ook al heb jij een onmetelijke zee overgestoken, ook al, zoals onze Vergilius zegt, wijken de landen en de steden terug, je gebreken zullen je, waarheen je ook maar gekomen bent, volgen. 2. Socrates zegt datzelfde aan een zeker iemand die klaagt: ‘Waarom verwonder jij je dat rondreizen voor jou niets van voordeel zijn, omdat jij jezelf ronddraagt? Dezelfde oorzaak, die jou verjaagt, drukt jou neer.’ Wat kan de nieuwheid van landen helpen? Wat helpt de kennismaking van steden of plaatsen? Dit heen en weer geslinger loopt op niets uit. Vraag jij waarom die vlucht jou niet helpt? Jij vlucht met jezelf. De last moet van de geest afgelegd worden: niet eerder zal enige plaats aan jou bevallen. 3. Bedenk dat jouw houding nu zo is, zoals onze Vergilius de situatie van een waarzegster ten tonele voert, die al aangespoord en opgehitst was en die veel in zich heeft van een geest, niet van zichzelf: de waarzegster gaat tekeer om te kijken of zij de grote god kan verdrijven uit haar hart. Jij gaat hierheen, daarheen, opdat jij het vastzittende gewicht afschudt, dat door het heen en weer trekken zelf ongemakkelijker wordt, zoals in een schip onbeweeglijke lasten minder problemen veroorzaken, de gelijkmatig opgestapelde lasten laten dit deel, waarnaar zij verschoven zijn, sneller zinken. 4. Maar wanneer jij dit slechte zult hebben weggenomen, zal elke verandering van plaats aangenaam worden; ook al zal jij verdreven worden tot de laatste landen, ook al vestig jij je in welke uithoek van het buitenland dan ook, die verblijfplaats zal, hoe die ook is, gastvrij zijn aan jou. Het is meer van belang als wie je gekomen bent dan waarheen en daarom moeten wij het hart aan geen plaats verkopen. Samen met dat geloof moet er worden geleefd: ‘Ik ben niet geboren voor een enkele uithoek, de hele wereld is mijn vaderland. 5. En als dit aan jou duidelijk zou zijn, zou jij niet verwonderen dat jij door afwisselingen in streken niet geholpen wordt, naar welke jij achtereenvolgend uit de eerste streek met walging verhuist; want de eerste de beste plaats zou hebben bevallen, als jij elke streek als de jouwe zou beschouwen. Nu reis jij niet meer rond, maar jij dwaalt rond en jij wordt gedreven en je verandert

Transcript of file · Web viewVergilius heeft de “Aeneis” geschreven, hij was de Romeinse...

Page 1: file · Web viewVergilius heeft de “Aeneis” geschreven, hij was de Romeinse Homerus. Daarom wordt hier naar hem verwezen: dichters werden vaak als argument gebruikt

Brief 28: Terug van Vakantie

1. Seneca groet zijn Lucilius. Meen jij dat dit, dat door de zo lange rondreis en de afwisseling van zo veel plaatsen niet de treurigheid en ernst van de geest heeft afgerond, alleen aan jou is overkomen en bewonder jij als het ware je nieuwe zaak? Je moet de ziel veranderen, niet de hemel. Ook al heb jij een onmetelijke zee overgestoken, ook al, zoals onze Vergilius zegt, wijken de landen en de steden terug, je gebreken zullen je, waarheen je ook maar gekomen bent, volgen.

2. Socrates zegt datzelfde aan een zeker iemand die klaagt: ‘Waarom verwonder jij je dat rondreizen voor jou niets van voordeel zijn, omdat jij jezelf ronddraagt? Dezelfde oorzaak, die jou verjaagt, drukt jou neer.’ Wat kan de nieuwheid van landen helpen? Wat helpt de kennismaking van steden of plaatsen? Dit heen en weer geslinger loopt op niets uit. Vraag jij waarom die vlucht jou niet helpt? Jij vlucht met jezelf. De last moet van de geest afgelegd worden: niet eerder zal enige plaats aan jou bevallen.

3. Bedenk dat jouw houding nu zo is, zoals onze Vergilius de situatie van een waarzegster ten tonele voert, die al aangespoord en opgehitst was en die veel in zich heeft van een geest, niet van zichzelf: de waarzegster gaat tekeer om te kijken of zij de grote god kan verdrijven uit haar hart. Jij gaat hierheen, daarheen, opdat jij het vastzittende gewicht afschudt, dat door het heen en weer trekken zelf ongemakkelijker wordt, zoals in een schip onbeweeglijke lasten minder problemen veroorzaken, de gelijkmatig opgestapelde lasten laten dit deel, waarnaar zij verschoven zijn, sneller zinken.

4. Maar wanneer jij dit slechte zult hebben weggenomen, zal elke verandering van plaats aangenaam worden; ook al zal jij verdreven worden tot de laatste landen, ook al vestig jij je in welke uithoek van het buitenland dan ook, die verblijfplaats zal, hoe die ook is, gastvrij zijn aan jou. Het is meer van belang als wie je gekomen bent dan waarheen en daarom moeten wij het hart aan geen plaats verkopen. Samen met dat geloof moet er worden geleefd: ‘Ik ben niet geboren voor een enkele uithoek, de hele wereld is mijn vaderland.’

5. En als dit aan jou duidelijk zou zijn, zou jij niet verwonderen dat jij door afwisselingen in streken niet geholpen wordt, naar welke jij achtereenvolgend uit de eerste streek met walging verhuist; want de eerste de beste plaats zou hebben bevallen, als jij elke streek als de jouwe zou beschouwen. Nu reis jij niet meer rond, maar jij dwaalt rond en jij wordt gedreven en je verandert plaats voor de plaats, hoewel dat, wat jij opzoekt om goed te leven, is gelegen op elke plaats.

6. Wat kan zo hectisch worden als een marktplaats? Het is ook maar geoorloofd met rust te leven, als het nodig zou zijn. Maar als het geoorloofd zou zijn vrij over zichzelf te beschikken, zou ik ook het zicht en de buurt van de marktplaats ver ontvluchten; want zoals de zware plaatsen zelfs de sterkste gezondheid op de proef stellen, zo zijn sommige plaatsen ook voor een goede, nog niet sterke en geheel perfecte geest, te weinig gezond.

7. Ik ben het oneens met hen, die naar het midden van de golf gaan en die dag na dag de strijd aanbinden met de moeilijkheden van de zaken met een grote geest, terwijl zij een onrustig leven goedkeuren. De wijze zal die dingen verdragen en hij zal het niet kiezen en hij zal liever in vrede leven dan in strijd; het is niet erg nuttig je eigen fout afgeschud te hebben, als er moet worden geworsteld met de fouten van vreemden.

8. ‘De 30 aristocraten,’ zegt hij, ‘hebben rond Socrates gestaan en zij hebben de geest van hem niet kunnen afbreken.’ Waarom is het van belang hoeveel meesters er zijn? De slavernij is één; hij die deze menigte heeft veracht, hoe groot ook, is vrij van de meesters.9. Het is tijd op te houden, maar pas als ik eerst tolgeld zal hebben betaald. ‘Het begin van de redding is de bekendheid van de zonde.’ Epicurus schijnt dit voortreffelijk aan mij te hebben verteld; want wie

Page 2: file · Web viewVergilius heeft de “Aeneis” geschreven, hij was de Romeinse Homerus. Daarom wordt hier naar hem verwezen: dichters werden vaak als argument gebruikt

niet weet dat hij zondigt, wil niet gecorrigeerd worden; het moet dat jij je op een fout betrapt voordat je je verbetert.

10. Sommigen beroemen zich op fouten: meen jij dat zij, die hun eigen kwaden als deugden beschouwen, nadenken over iets als een geneesmiddel? Overtuig jezelf daarom zo veel als je kunt van dit schuld, zoek in jezelf; voer als eerst de rollen van aanklager uit, vervolgens van rechter, als laatste van verdediger; doe jezelf soms pijn. Gegroet.

Aantekeningen

1.Solus, nullus, unus (alleen uitzondering in enkelvoud)UniusUniUnumUno

‘Tot’ congrueert niet, maar hoort bij ‘locorum’ omdat het ervoor staat.

Quocumque perveneris =conj. interrogativus

Vergilius heeft de “Aeneis” geschreven, hij was de Romeinse Homerus. Daarom wordt hier naar hem verwezen: dichters werden vaak als argument gebruikt. Hoewel deze brief uit Griekenland kwam, verwijst Seneca toch naar een Romeinse dichter.

2.Cuidam = quidam; qui – dat.Querenti – dat. Daarom congrueren cuidam en querenti.

‘Miraris’, hierna volgt A.C.I. met als onderwerp ‘peregrinationes’.

Iactato = vrouwelijk en congrueert met ‘ista’.

Adiuvet – conj. prae. act.Het is een vraagzin en daarom interrogativus.

Tecum = cum te; cum met abl.

3.Cogita = imperativus van cogitareDaarna volgt een A.C.I.

Participia; concitatae, instigatae en habentis.

In het orakel van Delphi, was een ‘waarzegster’, de Pythia, die Apollo in zich kreeg en toen buiten zichzelf raakte en rare dingen zei. Eigenlijk kwam dat door de zwavelgassen die uit een kloof naast het orakel kwamen, waardoor de vrouw continue high was. Daardoor stierven de Pythiae vaak jong en er werden dus steeds nieuwe priesteressen aangesteld.

Vadis – vadere (net als “Quo vadis, domine”)

Page 3: file · Web viewVergilius heeft de “Aeneis” geschreven, hij was de Romeinse Homerus. Daarom wordt hier naar hem verwezen: dichters werden vaak als argument gebruikt

Fiere = worden, fit = het wordt

Incommodius = comp. Bijvoeglijk naamwoord

5.Si – irrealis, want het is met een perfectum, dus vertaal je het met zouden.

Admirareris = conj. impf. pass. (deponens)

Non – haud – nihil = niet, echt niet, helemaal niet

Cum illud omni loco positum sit = bijzin

Positum sit (van ponere) = conj. perf. pass.

6.Si necesse sit = potentialis met kunnen of zouden kunnenSed si liceat disponere si = ook potentialis

Ut met ind., hier ‘zoals’

Bonae menti perfectae et convaliscenti = congrueert; allemaal vr. ev. dat.

‘His’ is een zelfstandig aanwijzend voornaamwoord, man. mv.

7.Ista met ‘dingen’ – die dingen

Alienis, hier ‘vitiis’ toevoegen

8.‘Tyranni’ moet je gewoon als tirannen vertalen. Zij wilden Socrates bij hun groep betrekken, maar hij weigerde. Tirannen is hier niet in de hedendaagse betekenis.

In libet quanta turba = congrueert/hoor bij elkaar door ‘in’.

9.Videre = zienVideri = schijnen

Antequam met conj. (hier emendes)

Fungere = imperativus met abl.