Nederlands SchrijfdossierTerlouw

L3VC

Liselot van der Meer

1

Inhoudsopgave:

Schrijfdossier H1: opdracht 4 blz. 3

Schrijfdossier H1: opdracht 5 blz. 4

Schrijfdossier H2: opdracht 4 en 5 blz. 5

schrijfdossier H2: opdracht 2 blz. 7

schrijfdossier H2: Portofolio- opdracht blz. 8

2

Schrijfdossier: H1 opdracht 4

Inleiding:Veel mensen kunnen zich het niet voorstellen dat er ergens op deze wereld Eskimo’s leven. Toch bestaat dit volk al duizenden jaren. Over de Eskimo’s weten wij Nederlanders vrij weinig, terwijl het zeker een interessant volk is. In dit werkstuk zal je meer te weten komen over het leven van de Eskimo. De hoofdvraag die wordt beantwoord in dit werkstuk is: ‘Hoe ziet het leven van een Eskimo eruit?’. Uit deze vraag kunnen we verschillende deelvragen afleiden, deze vragen gaan we één voor één behandelen. De vragen/kopjes zijn:- Jagen- taal- school - Woonplaats- afkomst

Jagen:

De Eskimo’s kunnen geen verwassen verbouwen, daar is het namelijk veel te koud voor. Daarom moeten ze het hebben van vlees en vis, maar het moeten wel dieren zijn waar ze op kunnen jagen. De Eskimo’s jagen zowel op zee als op het land.Als de Eskimo’s gaan vissen moeten ze eerst een gat in het ijs maken. Doormiddel van haken, netten of de Kakivak vangen ze vissen. Zeehonden zijn het makkelijkst te vangen, daarom ook het dagelijks eten van de Eskimo.

3

Schrijfdossier: opdracht 5

Titel: De zeepbelSchrijver: Bob Ultee

Dit boek is geschreven in de ik-vorm. Dat kun je zien omdat je alleen van de ik persoon weet wat hij ziet, voelt en denkt. Dit zijn de drie citaten waaruit dat blijkt:

1. Ik sta als aan de grond genageld. Deze poort is nog nooit gesloten gebleven voor mij, ik had de code om hem te openen. Nu toets ik de cijfers vergeefs in. En nog eens. En nog eens. Het hek beweegt niet. Tijdens mijn vakantie is de code schijnbaar veranderd. Waarom in hemelsnaam? John en ik zijn beste vrienden – wat zeg ik, familie; ik ben vijf jaar geleden in dit huis met zijn dochter Eveline getrouwd. Dat huwelijk, begrijp ik nu uit zijn woorden, is voorbij. Hij en ik zijn nu vijanden. Er is alleen één probleem: ik heb geen flauw idee waarom.

2. Ik stap op mijn scooter en rijd richting het Concertgebouw. Langs het Conservatorium Hotel, waar de scène met de horloges, Roctus en Beekman zich opnieuw voor mijn ogen afspeelt. Pedro doet de deur van zijn kantoor aan de Jan Luijkenstraat voor me open. Ik loop naar binnen in het kantoor waar het kopieerapparaat net zoveel toeren maakt als mijn hersenen. Daar, in deze grote, open ruimte waar Pedro werkt, maar waar dus ook het bureau van Roctus staat. Zo sta ik ineens op de plek waar het afgelopen halfjaar – wellicht al veel langer – is gewerkt aan mijn ondergang. Ik weet niet goed wat ik moet denken.

3. Vragen, vragen, vragen. En niemand die het me uit kan leggen. Informatie heb ik nodig, iets van een verklaring van wat me overkomt. Ik stap in de auto en bel mijn vader, misschien weet hij iets. Hij neemt direct op. Maar voor ik hem iets kan vragen, wil hij juist van mij weten wat er in hemelsnaam aan de hand is. ‘John heeft me vanochtend gebeld,’ zegt mijn vader. ‘Hij vertelde dat zijn vrouw en hij hebben besloten dat jouw huwelijk met Eveline voorbij is.’

4

Schrijfdossier: H2 opdracht 4 & 5

Opdracht 4:

1. Obesitas2. Hoofdvraag: wanneer heb je obesitas

Hoofdgedachte: Obesitas wordt vastgesteld bij een BMI van 30 of hoger, dit geld overigens alleen voor mensen tussen de 18 en 65 jaar.

3. Wist je dat van de alle obesitassers in Nederland maar vijfenzestig procent weet dat ze obesitas hebben de overige weten niet dat ze met deze chronische ziekte te maken hebben.

4. Misschien heb je wel gemerkt dat er steeds meer dikke mensen rondlopen.Dat is namelijk ook zo, het aantal obesitas patiënten is in de loop van de jaren sterk gestegen.

5. Wist je dat van de alle obesitassers in Nederland maar vijfenzestig procent weet dat ze daadwerkelijk obesitas hebben. De overige weten niet dat ze met deze chronische ziekte te maken hebben. Dit is eigenlijk heel logisch, want obesitas is niet te zien aan iemand, natuurlijk zie je wel dat hij of zij dikker is dan normaal, maar je kunt niet zien of iemand obesitas heeft.

6. Obesitas is een chronische ziekte die steeds vaker voorkomt, ze noemen het ook wel de de ‘ziekte’ van de 21e eeuw. Obesitas, ook wel zwaarlijvigheid houdt in dat je ernstig overgewicht hebt, je bent dan zo zwaar, dat je gewicht een nadelige invloed heeft op je gezondheid. Ook kom je niet meer van deze ziekte af, daarom wordt het ook wel een ‘chronische ziekte’ genoemd. Maar wanneer heb je nou eigenlijk obesitas?

Opdracht 5:

1. Hoofdvraag: Waarom beoefenen mensen extreme sporten?Deelvraag: Wat zijn de gevaren van extreme sporten?Deelvraag: Wat zijn extreme sporten?Deelvraag: Wanneer ben je professioneel?

2. Hoofdgedachte: Mensen beoefenen extreme sporten om er een kick van te krijgen en als ze het eenmaal hebben gedaan willen ze nog een keer, de adrenaline werkt als een soort drug.

3. Inleiding 1: Een goed voorbeeld van extreme sporten is wingsuit flying, de meest extreme sport van dit moment. Misschien ken je de reclame van Red Bull wel, waarbij de stuntmannen over bergen en wegen vliegen. Deze extreme sport is een combinatie van parachutespringen en vliegen. Het gaat wel vaak mis met deze extreme sprot. Statistieken tonen aan dat zo’n twintig procent van alle beoefenaars een dodelijke crash maakt.

5

Extreme sporten zijn sporten waar je een kick van krijgt en die vaak erg gevaarlijk zijn. Toch zijn er nog steeds mensen die extreme sporten beoefenen, maar waarom? Inleiding 2: Freediving is een voorbeeld van een extreme sport. Bij Freediving is het de bedoeling zo diep mogelijk onder water te zwemmen. Hierbij is het gebruik van zuurstofflessen verboden. Bij sommige varianten van Freediving is het zelfs verboden een duikerspak aan te trekken. Deze sport is zeer gevaarlijk en daarom aantrekkelijk voor adrenalinejunkies. Mensen die aan extreme sporten doen nemen grote risico’s door steeds weer de grens op te zoeken. Maar als de risico’s zo groot zijn waarom zijn er dan nog steeds mensen die extreme sporten beoefenen?

4. Slot 1:Kortom, mensen beoefenen extreme sporten om er een kick van te krijgen en als ze het eenmaal hebben gedaan willen ze nog een keer, de adrenaline werkt als een soort drug. Ondanks de risico´s die het met zich mee brengt zijn er nog steeds mensen die deze extreme sporten beoefenen. In de toekomst zullen de extreme sporters waarschijn afnemen door de te grote risico´s, maar wie niet waagt wie niet wint. Slot 2: Aldus, mensen beoefenen extreme sporten om er een kick van te krijgen en als ze het eenmaal hebben gedaan willen ze nog een keer, de adrenaline werkt als een soort drug. Extreme sporten zijn er in alle varianten, van vliegen tot duiken. Extreme sporten nemen natuurlijk wel grote risico’s met zich mee, maar echte adrenaline junkies blijven niet met twee benen op de grond staan.

6

Schrijfdossier: keuzeopdracht 2 (fictie) H2

Het gym

‘tring….tring..’, abrupt word ik wakker. Ik zou toch niet weer door de wekker zijn geslapen? Voorzichtig kijk ik op de klok. ‘Nee..verdomme, die klote wekker ook altijd!’ Haastig spring ik mijn bed uit en al etend kleed ik me aan, ondertussen voel ik dat mijn hoofd klopt en pijn doet, maar dat zal wel hoofdpijn zijn. Als ik naar de spiegel loop om gel in mijn haar te smeren, schrik ik, op mijn voorhoofd zit een grote blauwe plek met opgedroogd bloed. ‘Wat.., hoe…, wanneer…?’, maar misschien nog wel belangrijkste vraag, hebben mijn ouders het gezien. Als ik terug denk, moet het gisteravond gebeurt zijn, veel van die avond weet ik niet meer, alleen dat ik met Jelle ging stappen. Veel tijd om na te denken is er niet dus snel veeg ik het bloed weg en doe wat poeder van me moeder op mijn hoofd. Onderweg probeer ik er zo min mogelijk aan te denken, maar dat lukt maar half.

Het Eerste uur hebben we Aardrijkskunde, gelukkig is Janssen is een chille docent en maakt er nooit een ding van als je iets later bent. ‘Goedemorgen Bart, altijd even laat’ zegt hij met een brede glimlach. Ik wil snel naar mijn plek lopen als Sandra opeens pal voor me staat, ze kijkt me intimiderend aan. Dan zegt ze vol woede: ‘Wij hebben nog wat te bespreken!’. Ik snap niet waar ze het overheeft. Sandra en ik kennen elkaar nog van de basis school, toen waren we beste vrienden, tot dat ze zich anders ging gedragen, ze werd populair en kreeg ander soort vrienden, waar ik volgens haar niet bij paste. Nu zijn de rollen omgedraaid, Sandra is nu een apart meisje met weinig vrienden en totaal niet populair. Ik daarentegen heb veel vrienden en ben best populair, al zeg ik het zelf. Doordat ze me vroeger zo heeft laten vallen kan ik het niet laten haar soms terug te pakken en een beetje te plagen.

Maargoed ze staat nog steeds boos voor me. Op een gegeven moment zie ik haar lippen langzaam bewegen en komt er geluid uit: ‘Deze is voor je mooie tekening, klootzak!’ Het blijft even stil, dan pakt ze mijn arm en trekt me naar zich toe, voordat ik het weet lig ik ingedoken op de grond met me hand in mijn kruis. De pijn gaat door mijn hele lichaam, behalve in mijn hoofd, in mijn hoofd denk ik alleen maar, waarom. Dan zegt ze: ‘Als je me nog één keer beledigt, maak ik je af, klootzak!’, ze schopt nog drie of vier keer, tot dat Janssen haar wegtrekt. Dan schiet ik opeens helemaal vol, huilend lig ik op de grond.

7

Schrijfdossier: portfolio-opdracht

tennisarm

Steeds meer mensen hebben last van deze veel voorkomende blessure, een tennisarm. Een tennisarm komt zeker niet alleen bij de tennissers voor maar ook bij niet- tennissers. Het is een pijnlijke aandoening waarbij pijn aan de buitenkant van de elleboog optreed. Soms straalt deze uit naar de onderarm, pols en hand.

Een tennisarm veroorzaakt veel pijn aan de buitenkant van de elleboog, vooral op de knobbel van je elleboog. Deze pijn wordt meestal versterkt als je je spieren in je hand aantrekt, zoals een vuist maken. Hierdoor krijg je veel krachtverlies. Slapen op je tennisarm is eigenlijk onmogelijk, de druk die dan wordt uitgeoefend op de buitenkant van de elleboog veroorzaakt enorm veel pijn. In sommige gevallen is het volledig strekken van de elleboog erg pijnlijk.

De oorzaak wordt gevonden in het (te) vaak aanspannen van de onderarm extensoren (spieren die er voor zorgt dat je een lichaamsdeel kan strekken). Dit veroorzaakt langdurige trek op het peesweefsel en botvlies. Meestal ontstaan de klachten dus bij het steeds herhalen van een bepaalde polsbeweging die de extensoren aanspant. Denk aan schilderen, computerwerk, tuinieren, poetsen, als je dit te vaak doet kan er op denduur een tennisarm ontstaan.

Er zijn door de jaren heen veel oplossingen voor een tennisarm gezocht, maar of het echt werkt is nooit bewezen. Toch zijn er wel middelen waardoor het herstelproces misschien sneller kan verlopen. De eerste oplossing is naar een fysiotherapeut, die kan jou helpen doormiddel van oefeningen of massages. Een andere oplossing is de dokter, die weet er alles van en kan ook pijnstillers voorschrijven, als het herstelproces langer duurt dan verwacht kan hij ook een ontstekingsremmende prik geven. De laatste oplossing is het natuurlijke proces gerust afwachten, geef je arm een paar maanden rust en doe zo nodig oefeningen. De ontsteking lost zich vanzelf op.

Een tennisarm is dus een veelvoorkomende blessure die veroorzaakt word door overbelasting van extensoren in de onderarm. Bij veel beroepen kan je deze pijnlijke blessure oplopen, denk aan schilderen, computerwerk, poetsen. Dat komt door de steeds herhalende polsbeweging. Er zijn veel oplossingen voor een tennisarm, maar er is nooit bewezen of deze echt helpen. Daarom is de beste oplossing het natuurlijke proces, geef je arm wat rust, doe zo nodig oefeningen en dan lost het zich hopelijk snel op.

8

9