Web viewHet maakt niet uit, want iedereen mag God op z’n ... die Ik heb uitgekozen om mijn...

8

Click here to load reader

Transcript of Web viewHet maakt niet uit, want iedereen mag God op z’n ... die Ik heb uitgekozen om mijn...

Page 1: Web viewHet maakt niet uit, want iedereen mag God op z’n ... die Ik heb uitgekozen om mijn naam te laten wonen.’ ... God is een invoelende God die met ons mee lijdt bij

ZONDAG 35

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

SHEET 1 Mag je zelf bepalen, wat je gelooft? JA, zeggen heel veel mensen. Er is vrijheid van godsdienst.Geloven alle mensen in dezelfde God? JA, zeggen heel veel mensen. Of je nu christen of jood of moslim bent, het komt allemaal bij Abraham vandaan en het gaat om dezelfde God.Maakt het niet uit bij welke kerk je hoort als je jezelf christen? JA, zeggen heel veel mensen. Het maakt niet uit, want iedereen mag God op z’n eigen manier vereren.

En toch is het maar de vraag of het zo werkt als het om geloven gaat. De katechismus zegt iets anders. Namelijk: 'Wij mogen God op geen enkele manier afbeelden en we mogen Hem op geen andere wijze vereren dan Hij ons in de Bijbel voorschrijft.' Dat is geen inlegkunde van wat theologen uit 1563 (toen werd de HC opgesteld). Integendeel: die theologen hebben toen precies de kern van het 2e gebod weergegeven. Natuurlijk is er vrijheid van godsdienst. Maar als je jezelf echt christen noemt, laat je je graag door God voorlichten over de manier waarop Hij door jou geëerd wil worden. Want wat was nog maar de definitie van een echte christen?SHEET 2God heb ik lief! Daarom wil ik als kind van God gehoorzaam zijn aan al zijn geboden, in alle omstandigheden op Hem vertrouwen en in alle situaties Jezus volgen.

Als je dat gelooft, wil je ook stappen zetten. De Tien Geboden kunnen je daarbij goed helpen. Stap 1 is: ik zet steeds weer God op de eerste plaats in mijn leven.Stap 2 is: hoe doe ik dat? Nou, zegt God Zelf: erken eerst maar, dat Ik Zelf mag uitmaken, hoe Ik door jou gediend wil worden.

SHEET 3 Thema: Gód bepaalt de manier, waarop Hij vereerd wil wordenWat was nu precies de fout van Jerobeam? Nou, hij maakt twee beelden om God te vereren. Hij gaat dus niet over op het dienen van afgoden. Dat is beslist niet zijn bedoeling. Hij zegt zelf nadrukkelijk: Israel, dit is uw God, die u uit Egypte geleid heeft.Maar hoe komt Jerobeam zover, dat hij tot het maken van die twee gouden kalveren overgaat? Daar is toch geen enkele reden voor? God heeft hem persoonlijk beloofd, dat hij koning zal worden over de tien stammen van Israel. Politiek gezien komt er dus een twee-staten-oplossing. En God garandeert Jerobeam, dat zijn dynastie minstens net zo lang zal blijven bestaan als het koningshuis van David. Daarvoor hoeft hij alleen maar te geloven dat de HERE God Zich aan zijn woord zal houden – zoals altijd. Maar God had er nog iets bij gezegd: ‘Jerobeam, Jeruzalem blijft de stad, die Ik heb uitgekozen om mijn naam te laten wonen.’ Oftewel: voor de godsdienst mag de splitsing van het koninkrijk geen gevolgen hebben! De HERE God wil door álle gelovigen in de tempel van Jeruzalem vereerd worden.

Maar Jerobeam vertrouwt het niet, die tempel in Jeruzalem. Straks loopt iedereen weer over naar het koningshuis van David, denkt hij. Daarom laat hij op twee centrale plaatsen, in het noorden en in het zuiden van zijn rijk, een gouden beeld plaatsen. Hij richt daar een tempel in en benoemt pries ters uit het volk en nam ook de feestdagen van Jeruzalem over.

Die opzet lukt. Het past ook goed bij hoe mensen in die tijd over de goden denken. Daar probeerden ze zich letterlijk een beeld van te vormen.

1

Page 2: Web viewHet maakt niet uit, want iedereen mag God op z’n ... die Ik heb uitgekozen om mijn naam te laten wonen.’ ... God is een invoelende God die met ons mee lijdt bij

Wat is dus de fout van Jerobeam? Hij wil zelf grip op zijn leven houden. En dus God in zijn greep krijgen. Want een God zonder beeld, een lege tempel, een God boven in de hemel, dat is zo vaag. Als je een beeld van God hebt, OK – dat is God Zelf niet, maar dan heb je toch iets konkreets. Niet dat God eruit ziet als een stierkalf, maar zo’n beeld is wel een goede manier om de kracht van God uit te beelden. Dan weet je tenminste, wie jouw God is. En als je Hem eenmaal gevangen hebt in jouw gedachten en beelden, kun je Hem ook gebruiken voor je eigen doelen en ideeën, als je tenminste aan de godsdienstige gebruiken en voorwaarden voldoet.

Dat was niet alleen zo bij Jerobeam. Aäron had precies hetzelfde gedaan, in de woestijn, ook met een gouden kalf. En ken je het verhaal van de ark – de gouden kist waarin de twee stenen platen lagen met de Tien Geboden erop? Wat de Israelieten daarmee deden in de oorlog tegen de Filistijnen? Ze dachten: die ark kunnen we mooi als geheim wapen gebruiken. Ze dachten: als we de ark mee naar het slagveld nemen, hebben we Gods kracht bij ons. Ze maakten niet letterlijk een beeld van God, maar dachten wel, dat ze over God konden beschikken.

Vandaag zeggen veel mensen: ik bepaal zelf wat ik geloof. Vaak bedoelen ze: ik wil zelf grip op mijn leven houden.SHEET 4Tegen zulke eigenwillige godsdienst waarschuwt God jou en mij.Als God echt God is, staat Hij boven mij.Als God echt God is, kan ik Hem niet vereren zoals ik wil.Dan wil Hij dat ik Hem dien op de manier zoals Hij het zegt.

Want God op mijn eigen manier vereren – dat staat voor de HERE gelijk aan afgodendienst. In het hele Oude Testament worden ze door Hem allebei over één kam geschoren.

Maar wat is daar nou zo erg aan, dat ik zelf bepaal wat ik geloof?Nou, dan probeer je God dus in een beeld te vangen. Dan bepaal jij hoe God is of moet zijn.En dat heeft minsten drie gevaren.SHEET 5 God in een beeld proberen te vangen: daarmee misken je zijn vrijheid. God laat zich niet grijpen door mensen. Het is precies andersom. Een beeld tast God in zijn vrijheid aan. Dan is Hij als het ware God-af, want dan hebben de mensen Hem opgesloten in een hokje. Maar daar raak je God mee kwijt. Dan gaat je geloof, om het zo es te zeggen, naar de filistijnen.SHEET 6God in een beeld proberen te vangen: daarmee misken je ook zijn verhevenheid. Als God echt bestaat, is het eigenlijk ook te gek voor woorden, dat je de God die de hemel en de aarde gemaakt heeft en voor heel zijn Schepping zorgt – dat je Hem in een beeld giet of in gedachten inperkt tot een bepaalde voorstelling. Dat moet wel uitlopen op een karikatuur, een spotbeeld van wie God echt is. SHEET 7God in een beeld proberen te vangen: daarmee misken je ook zijn verbond. Mensen willen graag iets konkreet zien. Dat geldt voor Jerobeam. Dat geldt ook vandaag. “Ik kan me er geen voorstelling van maken”, hoor je iemand soms zeggen als er iets wordt verteld of uitgelegd. In de Bijbel laat God iets anders weten. Hij spreekt. Hij belooft. Heel sprekend in de doop. Ik wil je Vader

2

Page 3: Web viewHet maakt niet uit, want iedereen mag God op z’n ... die Ik heb uitgekozen om mijn naam te laten wonen.’ ... God is een invoelende God die met ons mee lijdt bij

zijn. Ik wil je Redder zijn. Ik wil de grote Motivator van je leven worden. Die God mag je op zijn woord geloven.

Weet je, als je probeert om God naar jezelf toe te halen door beelden of ideeën, wil je Hem onder kontrole krijgen. Dan kun je zelf bepalen, wie God is en wanneer je Hem nodig hebt. Ten diepste hijs je daarmee jezelf op het podium, in plaats van Hem die het verdient als jouw Schepper en Redder.

Dat maakt het tweede gebod ook vandaag nog zo belangrijk. Beelden van goud en hout, daar doen we niet meer aan. We vinden het een belachelijk idee, een stier te gaan aanbidden. Maar de ideeën, die er bij het volk Israel achter zaten, leven nog steeds. Eerst is er het denkbeeld: wij hebben een sterke God; daarna komt het beeld: dus maken wij een krachtig stierkalf.

SHEET 8 Die gedachtegang is van alle tijden. Beeldendienst begint bij denkbeeldendienst. Ook in onze tijd maken mensen God pasklaar en gieten Hem in hun eigen vorm. Ik vroeg aan de gemeenteleden van sektie 3 deze week: welke niet-bijbelse denkbeelden van en over God kom je in onze tijd vooral tegen?

God kan niet bestaan als je alle ellende op de wereld ziet. God is liefde, dus iedereen gaat naar de hemel. God is iets, afwezig en ver weg. Iemand die zich nergens mee bemoeit, en dus hoef ik ook niet

echt rekening met hem te houden. God is niet almachtig, maar staat soms ook machteloos tegenover alle ellende. God is een invoelende God die met ons mee lijdt bij alle ellende. Iemand die wel kan troosten,

maar niet kan helpen. God is een strenge God die je nu vooral op je fouten en te korten wijst en je straks de rekening

presenteert. Iemand die ijskoud, zonder een krimp te geven, zijn Tien Geboden elke zondag van de preekstoel af laat donderen en straks een flink aantal mensen naar de hel laat gaan, omdat die ook vol moet.

Sommigen zeiden, dat je ook heel makkelijk een eenzijdig beeld van God kunt ontwikkelen.Natuurlijk is God liefde – dat staat door heel de Bijbel heen, maar daarnaast is Hij ook heilig en rechtvaardig. En wil Hij graag, dat mensen zich aan de spelregels voor een goed leven met God en met elkaar houden. Bij elke liefdevolle belofte van God hoort ook de dringende oproep (vroeger zei men: de eis) om die aan te pakken en ernaar te leven. En natuurlijk is God streng als het om de zonde gaat. In de hemel en op de nieuwe aarde is geen plaats meer voor zondaars. En dan bedoel ik: voor mensen die nog steeds zonder God willen leven. Want dat is de kern van zondaars: je leeft voor jezelf en voor je eigen doelen – soms heel egoïstisch, soms heel idealistisch. Maar in de hemel en op de nieuwe aarde kan dat niet meer. Want daar is God alles en is Jezus het helemaal. Om de hemel binnen te komen hanteert God dus een streng toelatingsbeleid. Maar als je zo over God denkt, vergeet dan niet dat Hij ook genadig is. Hij haat de zonde … daar heeft Hij een bloedhekel aan. Maar Hij houdt van zondige mensen … zoals goede ouders onvoorwaardelijk van hun kinderen houden. Hij kwam er zelfs voor naar beneden, hier op aarde, om Zelf als Zoon van God zijn bloed te geven tot vergeving van al onze zonden. En als Heilige Geest draait Hij overuren en houdt maar niet op om te kloppen aan de deur van jouw en mijn hart.

SHEET 9 Als je die God leert kennen en van Hem gaat houden, wil je ook graag dicht bij Hem blijven. En daar is God zo blij mee, dat Hij zo’n geloofshouding en geloofsopvoeding wil zegenen. Zo eindigt het Tweede Gebod namelijk: Ik bewijs mijn liefde aan wie Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, tot in het duizendste geslacht.

3

Page 4: Web viewHet maakt niet uit, want iedereen mag God op z’n ... die Ik heb uitgekozen om mijn naam te laten wonen.’ ... God is een invoelende God die met ons mee lijdt bij

Net daarvoor zegt de HERE God ook iets over de gevolgen van een slecht geloofsvoorbeeld. Dat werkt ook door in de volgende generaties. Als ik denk, dat ik de HERE wel voor de helft kan dienen, zullen mijn kinderen het nog maar voor een kwart doen en de kleinkinderen al helemaal niet meer. Dat is geen wet van Meden en Perzen, maar het geeft wel aan, dat er een hele sterke uitstraling uitgaat van een slecht voorbeeld. Dat geldt voor de gewone opvoeding, maar ook voor de geloofsopvoeding. Als je het allemaal zelf wilt bepalen, gaat het van kwaad tot erger.Het begon bij Jerobeam met z'n gouden kalveren in Dan en Bethel. Die moesten de HERE God voorstellen. Het eindigde met Achab, die Baäl alle voorrang verleende. Het begint bij kerkmensen, die hun eigen gang gaan, omdat de HERE in hun ogen anders is, dan op een bepaald punt in de bijbel staat. Het eindigt met gesekulariseerde mensen, die niks meer met God hebben, de Bijbel niet meer nodig hebben en wel zonder kerk kunnen.

Hoe hou je het geloof er dan wel in? Bij jezelf? En draag je het over? Aan je kinderen, aan de volgende generatie in de kerk? Je kunt daarbij, denk ik, veel leren van je eigen geloofsopvoeding. Dat vroeg ik ook bij de preekvoorbereiding. Hoe heb je in je eigen opvoeding gemerkt dat je ouders God liefhebben en doen wat Hij graag wil? Dat is heel verschillend per persoon. De één zei: mijn ouders deelden Gods liefde uit en als kind merk je heel snel of dat ook echt is. De ander gaf aan: het was weinig praten, maar je merkte het heel duidelijk doordat ze een groot hart hadden voor mensen in nood of door hun enthousiaste inzet binnen de kerk. Weer een ander vroeg zich af of er ook niet een flink stuk traditie bij zat. Of kreeg vanuit de opvoeding de indruk mee, dat je veel vóór God moest doen in plaats van meewerken met God.

Hoe dan ook: als ouders zet je een belangrijk stempel op de geloofsontwikkeling van je kinderen. Die gaan, als ze volwassen worden, hun eigen wegen. En als dat een weg zonder God als Vader en Jezus als Redder en Vriend is, kun je je daar heel schuldig onder voelen als ouder. Hoe moet je daar mee omgaan, vroegen een paar mensen mij.Daar kan ik je in een preek natuurlijk niet zo één twee drie mee helpen.SHEET 10 Toch wil er wel kort drie dingen van zeggen.

1. In mijn eerste gemeente had een moeder van een groot gezin het er erg moeilijk mee, dat precies de helft van haar kinderen niet meer geloofde. Wat heb ik fout gedaan, vroeg ze zich voortdurend af. Tot een oude broeder die ze vaak bezocht, tegen haar zei: Heb je al eens tegen God gezegd: ‘U bent zeker heel tevreden over mij, omdat door mijn opvoeding de andere helft wel tot geloof gekomen is.’ Nee, zei die moeder, natuurlijk niet, want ik heb ze het geloof niet gegeven. Ik heb het ze alleen maar voorgeleefd. Waarom voel je je dan zo schuldig over de keus van je andere kinderen? Die hebben toch dezelfde geloofsopvoeding gehad? Dat was voor deze moeder een eye-opener. Het verdriet werd er niet minder om. Maar er viel wel een last van haar schouders.

SHEET 112. In het Tweede Gebod staat, dat God de schuld van de ouders laat doorwerken in de houding

van de kinderen en kleinkinderen tegenover het geloof Hem. Maar lees dan wel goed wat erbij staat: ‘wanneer ze Mij haten’. Dat slaat op de houding van de ouders. En die houding staat tegenover de andere houding: ‘als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied.’ Bij God kom je, als het om de opvoeding van je kinderen gaat, in de schuld te staan door ongeloof. Dan heb je je taak als ouder en je belofte bij de doop verwaarloost. Maar het geloof verwaarlozen is wat anders dan te kort schieten in de geloofsopvoeding. God straft niet je fouten en gebreken af doordat één of meer of soms zelf alle kinderen niet meer geloven. Stel jezelf dus eerlijk de

4

Page 5: Web viewHet maakt niet uit, want iedereen mag God op z’n ... die Ik heb uitgekozen om mijn naam te laten wonen.’ ... God is een invoelende God die met ons mee lijdt bij

vraag: heb ik mijn kinderen ongelovig opgevoed (dan heb ik schuld), of heb ik ze, met vallen en opstaan, gelovig willen opvoeden?

SHEET 123. Als derde punt wil ik er dit van zeggen: het Tweede Gebod eindigt heel positief. God zegent

een gelovige opvoeding! Als je kinderen merken dat jij God liefhebt en je graag aan zijn geboden houdt, werkt dat door, ook bij je kinderen. Want in het geloof is het net als in de gewone opvoeding: positief benaderen werkt het beste. Dat stimuleert. En dan is de buitenkant – hoe je het precies doet - veel minder belangrijk dan de binnenkant. De binnenkant, dat is: hou jij echt van God en wil jij echt voor Hem en met Hem leven? Ben je daarin trouw en geef je daarin het goede voorbeeld? Dan verschuift de vraag van ‘wat heb ik fout gedaan in de opvoeding?’ naar ‘hoe kijken al mijn kinderen terug op de manier waarop ik geloofde en nog geloof?’

Tenslotte: God is geen God van beelden. Hij is een God van horen zeggen. Daar heb je de Bijbel voor nodig. Daar kom je een ‘levend beeld’ van God tegen. Want als God jou te vaag is – in de hemel is best ver weg – kijk dan naar de persoon van Jezus Christus. God kun je niet zien, maar Jezus – in is Gods Zelfportret. Hij is hét beeld van God. Het enige beeld van God, dat door de beugel kan. SHEET 13 Daarom wil ik jullie dit gedicht meegeven voor de komende week. Vooral als je moeite hebt om goed zicht op God te krijgen, kan het je misschien verder helpen.Denkend aan God zie ik Jezus, mijn Redder, oneindig vol liefde de wereld door gaan.AMEN

Zondag 35 LITURGIE

Votum: Onze hulp is in de naam van de Here, die hemel en aarde gemaakt heeft. Amen.Zegen: Genade voor u en vrede van God de Vader, door onze Heer Jezus Christus,

in de gemeenschap van de heilige Geest. Amen.Amenlied: Psalm 138 : 1 + 2

Wet Psalm 1 : 1, 2, 3Schriftlezing: 1 Koningen 11:29-39 en 12:25-32 en 16:29-33Middenzang: Gezang 176a : 1, 2, 4, 13Tekst: Zondag 35PreekAmenlied: Psalm 135 : 3, 9, 10, 12

Geloofsbelijdenis: Gezang 179b (gezongen) DankgebedKollekteSlotzang: Psalm 97 : 3 + 5Zegen: De genade van onze Heer Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. AMEN

5