marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam....

32
Willem de Kooning Academie Rotterdam MOOC’s en de Kooning Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied van ‘Massive Open Online Courses’ voor de bachelor opleidingen van de Willem de Kooning Academie Institutuut; Hogeschool Rotterdam Opleiding: Master Leren en Innoveren Docenten: Bartel Doorhout, Aafke Kroon Opdrachtgever: Drs. J.J.L. Chabot

Transcript of marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam....

Page 1: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

Willem de Kooning Academie Rotterdam

MOOC’s en de KooningAdvisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied van

‘Massive Open Online Courses’ voor de bachelor opleidingen van de Willem

de Kooning Academie

Institutuut; Hogeschool RotterdamOpleiding: Master Leren en InnoverenDocenten: Bartel Doorhout, Aafke Kroon

Opdrachtgever: Drs. J.J.L. Chabot

Auteur: Danai FuengshunutMail: [email protected]: 0623743129

Versie: 1.0

Datum: 11 maart 2014

Page 2: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Inhoudsopgave

Management Samenvatting

Voorwoord

1 Inleiding1.1 Aanleiding1.2 Doel1.3 Afbakening en Begripsbepaling1.4 Methodiek1.5 Kennisdisseminatie1.6 Leeswijzer

2 MOOCs2.1 MOOC – Ideologie2.2 MOOC – Hype2.3 MOOC – Kunst- & Vormgeving2.4 MOOC – Economie2.5 MOOC – Nederland2.6 MOOC – Strategie

3 WdKA3.1 WdKA – Visie

4 Conclusie4.1 Conclusie4.2 Advisering4.3 Zeer Korte Termijn4.4 Korte Termijn4.5 Lange Termijn4.6 Valkuilen4.7 Verwachtingen

Literatuur

Reflectie LA4

Beste Danai,

Ik heb je stuk met plezier doorgenomen, je inhoud is goed leesbaar daardoor kon ik met tempo door je stuk heen. Benoem je Biesta nog expliciet? De benadering vanuit de verschillende niveaus kom ik tegen ik je stuk. Verder mis ik bij sommige stukken nog bronvermelding.

2

Page 3: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Management SamenvattingDe aanleiding van dit adviesrapport kwam vanuit de directie van de WdKA. Op basis van berichten uit het Surf-rapport ontstond de behoefte naar een verkenning van het onderwerp MOOCs voor de WdKA.

De centrale vraag in dit rapport is:Welke adviezen kunnen er gegeven worden die relevant zijn voor de directie van de WdKA met betrekking tot de ontwikkeling van MOOCs?

Het begrip MOOC beperkt zich in de context van dit adviesrapport tot een onderwijskundig middel met de volgende kenmerken:- online cursussen die bedoeld zijn voor zeer grote aantallen studenten - online cursussen die gratis toegankelijk zijn- online cursussen die voor iedereen toegankelijk zijn

Het is in eerste instantie van belang om waakzaam te blijven wanneer men besluit om MOOCs voor het onderwijs in te zetten. De reden hiervoor is omdatMOOCs niet alleen gezien kunnen worden als een middel om informatie mee te verspreiden, maar dat het verzamelen van informatie via MOOCs ook kan leiden tot misbruik van informatie.

Hiernaast zijn de verwachtingen van MOOCs wisselend zijn en is het nog niet makkelijk is om voor het Nederlandse hoge onderwijs MOOCs te ontwikkelen. Men verwacht wel dat de ontwikkeling van MOOCs niet binnen korte termijn zal verdwijnen.

Met betrekking tot MOOCs voor kunst- & vormgeving zijn de ontwikkelingen nog beperkt.De MOOCs die gevonden zijn sluiten bronvermelding ook in samenvatting? vooralsnog meer aan op de gebieden die verwant zijn aan kunst- en vormgeving dan dat ze aansluiten op specifieke disciplines van kunst- & vormgeving. Niet iedereen denkt dat MOOCs geschikt zijn voor het kunst- & vormgeving onderwijs. Er zijn wel verschillende voorbeelden gevonden die aantonen dat bepaalde kenmerken van MOOCs goed aansluiten op creatieve personen. Als gevolg van de mogelijke economische impact die MOOCs op het onderwijs kan hebben is het verstandig om ook voor kunst- & vormgeving de ontwikkelingen op het gebied van MOOCs in de gaten te houden.

Een economisch probleem van de MOOCs is dat er nog geen verdienmodel ontwikkeld is. Er wordt in Amerika wel gekeken naar nieuwe bestuursmodellen van onderwijs om dit te ondervangen. Een van de trends is het ontbundelen van onderwijsdiensten. Men verwacht dat in Amerika met name het principe van ‘examen-gelden’ voor MOOCs zal toepassen om aan MOOCs te kunnen verdienen. De financiëlefinanciele situatie van het onderwijs in Amerika is niet dezelfde als in Nederland. Desalniettemin is het verstandig om de ontwikkelingen in Amerika nauwlettend in de gaten te houden. De reden hiervoor is omdat kenmerken van de Amerikaanse financieringsproblemen in het onderwijs geleidelijk aan ook in Nederland zichtbaar worden.

Ondanks de economische problemen van MOOCs zijn er ook verschillende kwalitatieve redenen zijn om MOOCs te ontwikkelen. In Nederland is men reeds op verschillende universiteiten begonnen met MOOC-onderwijs. Minister Bussemaker juicht deze ontwikkeling toe. De minister wil hiervoor de komende jaren geld beschikbaar stellen en binnen een half jaar ervoor zorgen dat er een vorm van certificering van MOOCs komt.

Verschillende Europese landen ontwikkelen en zien dit als een aanvullende strategische aanpak om de concurrentie positie ten opzichte van andere landen te behouden. Wanneer

3

Page 4: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

onderwijs als een internationaal machtsmiddel gezien kan worden zijn daar ook risico’s aan verbonden. Het is mogelijk dat de ontwikkeling van MOOCs kan leiden tot het verdwijnen of verkleinen van onderwijs instituten opzichte van de huidige omvang. De Nederlandse minister Bussemaker verwacht echter niet Nederlandse instituten zullen krimpten of verdwijnen als gevolg van de internationale ontwikkelingen van MOOCs.

[…WdKA….]

ConclusieOp basis van de inzichten uit het adviesrapport is het zinvol is om in MOOC’s te investeren. Een van de voorname argumenten hiervoor is het gegeven dat minister Bussemaker de ontwikkeling van MOOCs toejuicht en financieel wil ondersteunen. Hiernaast speelt de veronderstelling een grote rol dat de WdKA via MOOCs de mogelijkheid heeft om zich op wereldschaal te profileren. Er wordt veronderstelt dat ook voldoende is aangetoond dat de specifieke kenmerken van MOOCs aansluiten op de profilering van de WdKA bachelor opleidingen.

Aanbevelingen

Zeer korte termijnAdvies 1: Stel een werkgroep samen die de mogelijkheden van MOOCs voor de WdKA verder onderzoekt. Advies 2: Onderzoek de mogelijkheden om een beroep te doen op de beschikbare gelden.Advies 3: onderzoek de mogelijkheden voor een MOOC-platform voor HBO onderwijs.

Korte TermijnAdvies 1: Streef naar samenwerkingspartners om MOOCs mee te ontwikkelen.Advies 2: Begin geleidelijk vanuit de werkgroep met het ontwikkelen van MOOCsAdvies 3: Ontwikkel gedurende het proces een instelling brede visie op en internationale strategie voor MOOCs.Advies 4: Onderzoek de mogelijkheden voor MOOCs ten behoeve van werving nieuwe studenten of nascholing van alumni studenten.

Lange termijnAdvies 1: Onderzoek de mogelijkheden voor een verdienmodel voor MOOCsAdvies 2: Onderzoek de mogelijkheden voor ontbundeling van onderwijsdiensten

Begrippenverklaring zou ik handig vinden, duidelijk leesbare samenvatting

4

Page 5: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

VoorwoordDit adviesrapport is geschreven als opdracht van het leerarrangement 4 ‘De Maatschappelijke context van Onderwijs’, van de Masteropleiding Leren & Innoveren (MLI) van de Hogeschool Rotterdam (HR). Het doel van dit leerarrangement is om vanuit een `helikopterview` naar internationale onderwijsontwikkelingen en onderwijsbeleid te kijken in de context van de maatschappij. Het rapport dient aan te geven hoe in de onderwijspraktijk in de eigen organisatie met deze ontwikkelingen op organisatieniveau omgegaan zou kunnen worden en welke consequenties dit heeft.

Als student van de MLI heb ik ervoor gekozen om voor deze opdracht de mogelijke invloed van Massive Open and Online Courses (MOOC’s) te verkennen voor mijn eigen instituut. Ik ben op het moment werkzaam als coördinator en docent van de studierichting Illustratie op de Willem de Kooning Academie (WdKA) in Rotterdam. De WdKA is onderdeel van de HR. De reden om voor het onderwerp MOOC’s te kiezen is omdat hier vraag naar was vanuit de directie. Volgens de directie worden er momenteel geen MOOC’s door de WdKA ontwikkeld en is er geen informatie met betrekking tot MOOC’s in relatie tot de WdKA beschikbaar.

Hiernaast ben ik ervanuit gegaan dat het onderwerp van MOOC’s goed aansluit op de opleiding van de MLI. Op haar website wordt gesteld dat de opleiding bedoeld is voor: “talentvolle leraren die een voortrekkersrol willen vervullen in de verbetering en vernieuwing van het onderwijs” (HR, 2014). Het onderwerp vond ik zelf ook interessant. Mijn interesse werd met name gewekt door de beschrijvingen in de media over de potentiële invloed van MOOC’s op het Hoger Onderwijs. Ik was benieuwd naar de mogelijke invloeden van deze ontwikkelingen voor de WdKA. Hiernaast is de ambitie dat het rapport ook van betekenis kan zijn voor anderen die onderzoek doen naar MOOC’s en de mogelijke betekenis ervan voor het Nederlandse hoger kunst-& vormgeving onderwijs.

Dat het onderwerp van MOOC’s actueel is blijkt uit de verschillende activiteiten die momenteel rond dit thema worden georganiseerd. De Open Universiteit heeft in maart een symposium georganiseerd voor bestuurders en managers van hogeronderwijs met als thema: Open- en Online Onderwijs (http://www.surf.nl/agenda/2014/03/symposium-open-en-online-education/index.html ). Hiernaast staat tijdens de ‘Open Education Week’ in maart het onderwerp MOOC’s op de programmering (www.openeducationweek.org) en zal er in april een conferentie komen over onderwijs-vernieuwingen en ICT (http://www.cviweb2014.nl/ ). Kan je dit niet met voetnoten de sites noteren?Tot slot heeft het Koninklijk Instituut voor Wetenschap (KNAW) op 8 april een bijeenkomst over inhoud, pedagogiek en de mogelijkheden voor een verdienmodel van MOOC’s (www.KNAW.nl)

De omvang van het rapport is voornamelijk bepaald door de kaders van de opdracht vanuit de MLI en de hoeveelheid tijd en middelen die er beschikbaar waren voor de realisatie. Het rapport is geschreven in de periode van december tot en met maart 2014. Het proces dat ik als student doorlopen heb tijdenshebtijdens het schrijven van dit paper is navolgbaar via mijn blog (http://dailydanai.wordpress.com). In het nawoord van het rapport wordt gereflecteerd in hoeverre het rapport voldoet aan de beoordelingscriteria van de opdracht vanuit de MLI.

D.Fuengshunut, Rotterdam, maart 2014

5

Page 6: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

1 Inleiding

Selina Kyle: There's a storm coming, Mr. Wayne. You and your friends better batten down the hatches, because when it hits, you're all gonna wonder how you ever thought you could live so large and leave so little for the rest of us.

Bruce Wayne: You sound like you're looking forward to it.

Selina Kyle: I'm adaptable.

Filmfragment: The Dark Knight Rises, 2012

1.1 AanleidingHet debat over open- en online onderwijs is vooral door de snelle opkomst van de Massive Open Online Courses (MOOC’s) bij veel bestuurders van Hoger Onderwijsinstellingen op de agenda gekomen (Van der Dussen & Kos, 2013). Hennessy stelt: “There is a tsunami coming. I can't tell you exactly how it’s going to break, but my goal is to try to surf it, not to just stand there.” (Hennessy, 2012). Dowes stelt: “MOOC’s were not designed to serve the mission of the elite colleges and universities. They were designed to undermine them, and make those missions obsolete.” (Downes, 2013) Het is duidelijk dat dit soort uitspraken kunnen aanzetten tot denken.

In 2013 is er een verkenning gedaan naar de mogelijke impact van open- en online onderwijs op het Nederlandse Hoger Onderwijs in het Surf-rapport. Dit rapport richt zich met name op mogelijke toekomstscenario’s en de politieke, sociale, economische ontwikkelingen omtrent MOOCs. Volgens dit rapport is een exacte impact van de ontwikkeling van MOOCs nog moeilijk te duiden. Veel gerenommeerde universiteiten veronderstellen echter dat impact hoog zal zijn. Dit roept strategische vragen op over de kansen en bedreigingen van deze ontwikkeling voor het Hoger Nederlandse Onderwijs. Het Surf-rapport adviseert daarom bestuurders en beleidsmakers van onderwijsinstellingen om op korte termijn een eigen inschatting te maken van wat dit voor hun instelling kan betekenen (Van der Dussen & Kos, 2013).

Naar aanleiding van dit advies ontstond bij de directie van de WdKA de behoefte naar een eerste verkenning en eigen inschatting van de kansen en bedreigingen van de ontwikkeling van MOOCs voor de WdKA. Het rapport is opgesteld door een medewerker van de bachelor opleiding vormgeving van de WdKA in consultatie met verschillende andere medewerkers binnen het instituut.

6

Page 7: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

1.2 Doel De doelstelling van dit adviesrapport is om meer kennis omtrent het onderwerp MOOCs te ontwikkelen en aan de hand hiervan tot een specifieke advisering te komen voor de WdKA. Omdat er vooralsnog geen kennis omtrent het onderwerp MOOCs in relatie tot de WdKA beschikbaar is, kan er gesteld worden dat het adviesrapport hiermee verkennend van aard is. Er wordt gekeken naar eventuele mogelijkheden voor de toekomst.

De centrale vraag in dit rapport is:Welke adviezen kunnen er gegeven worden die relevant zijn voor de directie van de WdKA met betrekking tot de ontwikkeling van MOOCs? Lijkt mij helder

Uit het Surf-rapport blijkt dat het onderwerp MOOCs vanuit verschillende perspectieven bekeken kan worden en dat dit invloed heeft op de wijze waarop er geadviseerd kan worden(Van der Dussen & Kos, 2013). Op basis hiervan is er gekozen om in het advies voor de WdKA het onderwerp vanuit verschillende perspectieven te benaderen. De begrippen die in het advies centraal staan zijn; open, online, open-content, hogeschool, kunst- & vormgeving, verdienmodel, ontbundeling, strategie, soft power en bachelor opleiding.

1.3 KennisdisseminatieDe resultaten uit het beleidsadvies zullen verspreid worden aan verschillende partijen en via verschillende kanalen. In eerste instantie worden de uitkomsten gedeeld met de directie, die gezien kan worden als de opdrachtgever van dit adviesrapport. Op de tweede plaats worden de conclusies en adviezen van het onderzoek via digitaal verslag individueel teruggekoppeld aan alle betrokken onderwijs managers en afdelingsdocenten van de verschillende bachelor opleidingen van de WdKA. Hierna zal er na er een vergadering gepland worden ter evaluatie van de uitkomsten van het rapport. Op de derde plaats zullen de bevindingen uit het kan je dit schematisch aangeven wellicht eerste, tweede etc onderzoek ook intern worden gecommuniceerd met de docenten van de bachelor opleidingen binnen de WdKA. Er wordt hiervoor gebruik gemaakt van de interne nieuwsbrief van de WdKA en een korte presentatie tijdens de einde jaarvergadering. Hiernaast zal het advies via het intranet archief van de WdKA gepubliceerd worden, waarmee het voor iedere werknemer van de WdKA toegankelijk is. Tot slot zullen de adviezen uit van het onderzoek ook vertaald worden en via webpublicaties gedeeld worden met de strategische partner instituten en andere belanghebbenden van de WdKA.

Naast de beschreven vormen van kennisdisseminatie wordt er ook gekeken naar methoden om op duurzamere wijze de kennis uit het beleidsadvies terug te vertalen naar de WdKA. Hiervoor kunnen de volgende initiatieven worden benoemd:

- De kennis kan vertaald worden naar praktische workshops voor docenten over de mogelijkheden van MOOCs voor de WdKA

- De kennis kan vertaald worden naar een verplichte aanvullende modulen van de didactische cursus waar alle nieuwe docenten zonder docentbevoegdheid aan deelnemen wanneer zij les gaan geven op de WdKA.

7

Page 8: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

1.4 Afbakening en begripsbepaling De term ‘MOOC’ werd in 2008 bedacht door David? En verderCormierCormier voor grote online cursussen die werdenverzorgd door George Siemens en Steven Downes. Zijontwikkelden online cursussen waarbijgebruik gemaakt werd van Informatie Communicatie Technologie (ICT). De term‘open’ in deze verwijst naar de open toegankelijkheid en de open licenties voor verspreiding enhergebruik van het leermateriaal dat gedurende de cursuswordt gecreëerd. MOOC’s zijn gebaseerd op het ‘connectivisme’, een leertheorie die kan worden gerelateerd aan de ‘open-content-beweging’ en de ICT (Downes, 2013). Er is nog veel discussie over wat een MOOC precies betekent en hoe de afzonderlijke begrippen: Massive, Open, Online en Courses precies geinterpreteerd dienen te worden (zie afb. 1). Hiernaast is er inmiddels ook sprake van verschillende type MOOCs (Van der Dussen & Kos, 2013). Er is gekozen om de complexiteit van de definitie van het onderwerp MOOC in dit adviesrapport te beperken omdat er sprake is van een eerste verkenning van dit onderwerp.

Afbeelding 1: MOOC: Every Letter is Negotiable. Bron: Mathieu Plourde, 2013 ( ik vind het een drukke afbeelding

Het begrip MOOC beperkt zich in de context van dit adviesrapport daarom tot een onderwijskundig middel met de volgende kenmerken:- online cursussen die bedoeld zijn voor zeer grote aantallen studenten (minimaal 1000)- online cursussen die gratis toegankelijk zijn- online cursussen die voor iedereen toegankelijk zijn

De WdKA is een Rotterdamse kunstacademie die verschillende soorten studies aanbiedt die verbonden zijn aan kunst- en vormgeving. In de advisering wordt er met name gekeken naar wat MOOCs eventueel kunnen betekenen voor de verschillende bachelor opleidingen. De overige opleidingen van de WdKA worden in dit rapport grotendeels buiten beschouwing

8

Page 9: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

gelaten. De reden om de nadruk te leggen op de bachelor opleidingen van de WdKA is omdat deze opleidingen net een nieuw curriculum zijn gestart (WdKA, 2014).

1.5 MethodiekOm de directie van de WdKA te kunnen adviseren wordt er gebruik gemaakt van verschillende perspectieven waarmee MOOCs zich tot de WdKA verhouden. In eerste instantie wordt er gekeken naar mogelijke overeenkomsten vanuit ideologisch perspectief. Hierna wordt er een beeld geschetst van actuele ideeën omtrent MOOCs in Amerika en Nederland, waarna er specifieker gekeken wordt naar de mogelijkheden van MOOCs voor kunst-& vormgeving. Vanuit de veronderstelling dat MOOCs een invloed kunnen hebben op de economie van het onderwijs en daarmee het onderwijs kan beïnvloeden is er gekozen om ook naar de economische aspecten van de MOOC te kijken in Amerika en Nederland. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de begrippen verdienmodel en ontbundeling. Om de mogelijke invloed van MOOCs te kunnen duiden in een internationaal verband wordt er gebruik gemaakt van het begrip: Soft Power. Tot slot wordt er gekeken naar mogelijke aansluiting van de kenmerken van MOOCs aan de hand van beschrijvingen van de visie van de WdKA die verbonden zijn aan de bachelor opleidingen..

Op advies van de directie van de WdKA is er gebruik gemaakt van het Surf-rapport jaartal. Naast dit rapport zijn er ook andere bronnen met betrekking tot dit onderwerp geraadpleegd. Een van deze bronnen is: ‘MOOC’s: Cutting Through the Hype’ uit Amerika (Worlock, 2013). Er is gekozen voor dit Amerikaanse rapport omdat het een relatief groot onderzoek is geweest en omdat de ontwikkelingen van MOOC’s in Amerika begonnen zijn. Om een beeld te geven van de visie van de WDKA is er onder andere gebruik gemaakt van de publicatie: “ Re-inventing the Art School 21st Century”. De reden om van dit essay gebruik te maken is onder andere omdat de voorzitter van de directie erin beschrijft hoe de WdKA zichzelf tegenwoordig in het nieuwe curriculum van het bachelor onderwijs als kunstacademie wil positioneren (Chabot, Cramer, Rutten & Troxler 2013).

1.6 LeeswijzerDe verkenning start met een beknopte beschrijving van algemene ontwikkelingen op het gebied van MOOCs. Gegeven de snelheid van de recente ontwikkelingen en de enorme hoeveelheid publicaties die hierover gepubliceerd worden, is het niet mogelijk geweest om een uitputtende beschrijving te geven. Vanaf Hoofdstuk 3 worden de kenmerkende eigenschappen van MOOCs vergeleken aan de hand van visie beschrijvingen van de WdKA. In de conclusie worden de verschillende bevindingen kort samengevat. Tot slot wordt er geëindigd met een aantal aanbevelingen ten aanzien van MOOCs voor de bachelor opleidingen van de WdKA.

2 MOOCs “What’s the Buzz, tell me what’s a-happening?” Rice,197

2.1 MOOC-IdeologieënOm inzicht te krijgen of MOOCs iets voor de WdKA kunnen betekenen is het in eerste instantie belangrijk om iets te begrijpen van de ideologieën die verbonden zijn aan MOOCs en de ontwikkeling waar MOOCs uit zijn ontstaan.

De open toegankelijkheid van informatie via ICT is een belangrijk verschil met het traditionele onderwijs. MOOCs zijn als gevolg van de ICT minder afhankelijk met betrekking tot: tijd, ruimte en plaats in vergelijking met het reguliere onderwijs. Er is bijvoorbeeld minder fysieke ruimte nodig om studenten samen te brengen en er zijn meer mogelijkheden voor studenten om colleges op zelfgekozen tijdstippen digitaal te volgen. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk dat kansarmen via het internet toegang kunnen krijgen tot kennis die voorheen

9

Page 10: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

alleen toegankelijk was via de instituten (Worlock, 2013). MOOCs zijn een onderdeel van Open Educational Resources (OER). Dit zijn leermaterialen die online vrij beschikbaar zijn. De OER-beweging is in 2001 vanuit Amerika ontstaan.

In Nederland zijn de ontwikkelingen op het gebied van OER zo’n 7 jaar geleden begonnen. MOOCs zijn niet opgekomen doordat er plotseling nieuwe technologie beschikbaar is gekomen, maar is onderdeel van een langere ontwikkeling. OER is onderdeel van de ‘open-content-beweging’. Voorstanders van deze beweging hebben vertrouwen in de potentiële emanciperende mogelijkheden die ICT-ontwikkelingen bieden. Zij geloven dat kennis en informatie in vrijheid gedeeld zou moeten worden en zonder demografische, economische of geografische beperkingen (Van der Dussen & Kos, 2013). Geïnspireerd door de ideeën van Marshal Mc Luhan geloven voorstanders erin dat de technologische ontwikkelingen bijdragen tot een wereld met meer gelijke kansen en democratie. Deze ideologie wordt ook wel omschreven als: “The Californian Ideology” (Barbrook & Cameron,1996).

Niet iedereen is positief over deze technologische ontwikkelingen en de wijze waarop informatie gedeeld wordt. Morozov geeft aan dat hij inmiddels gedesillusioneerd is geraakt met betrekking tot zijn verwachtingen van de ‘open-content-beweging’, waar hij aanvankelijk een groot voorstander van was. Volgens hem wordt er onvoldoende rekening gehouden met de gevaren voor de samenleving die ICT en open-content met zich meebrengen. Hij wijst op de gevaren die kunnen ontstaan wanneer overheden en bedrijven de informatie die via open-content verspreid en verzameld wordt misbruiken. Volgens Morozow is het van groot belang om de samenleving hiervoor te waarschuwen (2011). In het programma Tegenlicht, waar ook Morozow in spreekt, wordt hierover de vraag gesteld: “Hebben de digitale ontwikkelingen de mens tot communicerende wereldburgers gemaakt; of hebben deze ontwikkelingen haar gevangen in een wereldwijd digitaal web gecreëerd door overheden en Silicon Valley?”(Tegenlicht, 2014). Dat het omgaan met informatie die via ICT verkregen kan worden ook in Nederland gevoelig ligt blijkt onder andere uit de recente kamervragen die gesteld zijn aan minister Plasterk en minster Hennis-Plasschaert omtrent de metadata van telefoonverkeer (Kampen, 2014). Vanuit deze context kan er gesteld worden dat MOOCs niet alleen gezien kunnen worden als een middel om informatie mee te verspreiden, maar dat het verzamelen van informatie via MOOCs ook kan leiden tot misbruik van informatie. Op basis hiervan kan in eerste instantie worden geconcludeerd dat het van belang is om waakzaam te blijven voor de WdKA indien men besluit om MOOCs voor het onderwijs te willen gebruiken.

2.2 MOOC – Verwachtingen “Not to lie about the future is impossible, and one can lie about it at will” Gabo,1920 Omdat de ontwikkelingen omtrent MOOCs relatief actueel zijn is er gekozen om eerst een beeld te schetsen van de algemene verwachtingen van MOOCs op dit moment in Amerika en Nederland.

Niet iedereen heeft hoge verwachtingen van MOOCs. Volgens critici is de grote aandacht voor MOOCs vergelijkbaar met de ‘dot.com-hype’ van je jaren ’90 en 2000. Zij verwachten dat de piek van de MOOC-hype in 2014 zal plaatsvinden en vervolgens zal afnemen (Van der Dussen & Kos, 2013). Op 15 november 2013 schrijft George Siemens op zijn blog:“Well, there it is folks, After two years of hype, breathless proclamations about how Udacity will transform higher education, Silicon Valley blindness to existing learning research, and numerous articles/interviews featuring Sebastian Thrun, Udacity has failed.” (2013)

David Maguire stelt ook dat MOOCs in 2014 tot desillusies kan leiden. Volgens hem zijn er vier argumenten waarom de verwachtingen niet realistisch zijn:1. Het is een misvatting dat onderwijskundige inhoud werkelijk gratis beschikbaar is. Er is weliswaar veel informatie beschikbaar via het web, maar er is altijd een mentor nodig om de student wegwijs te maken en zijn diensten zijn niet gratis.2. Het is een misvatting dat studenten elkaar voldoende kunnen ondersteunen bij grote aantallen onder begeleiding van een docent. 3. Het is een misvatting dat MOOCs het probleem van de hoge kosten van het onderwijs zullen oplossen. Uit zijn onderzoek komt naar voren dat 60% van de MOOC volgers reeds

10

Page 11: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

een diploma heeft. Het is daarmee niet aangetoond in hoeverre MOOC onderwijs geschikt is voor nieuwe studenten.4. Volgens Maguire kan goed onderwijs geen product zijn van een massa- consumenten industrie (2014).

Ondanks de beschreven verwachtingen over MOOCs gaan verschillende rapporten ervan uit dat het aantal MOOC-studenten in de wereld flink zal blijven stijgen. (Zie afbeelding 2: Growthrate of European and Non-European MOOCs). De argumenten die hiervoor aangedragen worden zijn:

- de omvang van de bestaande MOOC’s zal toenemen.- De profilering van MOOC’s zal in toenemende mate de interesse wekken van

studenten uit ontwikkelingslanden.- De groei in partnerinstituten die MOOC’s aanbieden zal zorgen voor meer toegang

voor studenten.- De geleidelijke ontwikkeling van accreditaties voor MOOCS zal leiden tot meer

interesse vanuit studenten, om MOOC’s te gaan volgen in de context van hun studie. (Gaebel, 2014; Worlock, 2013).

Afbeelding 2: Growthrate of European vs Non-European MOOCs, Bron: Gaebel, 2014

Vanuit Nederland zijn er ook kritische geluiden met betrekking tot MOOCs voor hogescholen. Een van de problemen van MOOCs is dat er vooralsnog geen MOOC-platformen zoals Coursera en EdX voor het HBO beschikbaar zijn. Hiernaast is niet iedereen voorstander van MOOCs voor het HBO. Sommigen denken dat Hogescholen online onderwijs beter op een andere manier kunnen vormgeven. Jacobi vindt echter niet dat er angst zou moeten zijn om eigen leermaterialen online te plaatsen. Deze ‘koudwatervrees’ is volgens? niet nodig, omdat het aanbieden van online content? nog niet hetzelfde is als onderwijs (2014).

Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat de verwachtingen van MOOCs wisselend zijn en het vooralsnog niet makkelijk is om voor het Nederlandse hogerhoge onderwijs MOOCs te ontwikkelen. Desalniettemin is er voldoende aanleiding is gevonden om te veronderstellen dat MOOCs niet binnen korte termijn zullen verdwijnen. Dit gegeven draagt bij aan de veronderstelling dat MOOCs ook voor de WdKA van belang kunnen zijn.

2.3 MOOC - Kunst & VormgevingOm verder te analyseren of MOOCs voor het onderwijs van de WdKA van belang kunnen zijn is er gekozen om te kijken wat er op dit moment van MOOCs op het gebied van kunst- en vormgeving beschikbaar is. Hiernaast is er gekeken naar de ideeën die er zijn over MOOCs voor het kunst- en vormgeving onderwijs.

11

Page 12: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Voor dit adviesrapport is er gekeken naar het MOOC-aanbod van de 3 grote Amerikaanse MOOC-platvormen. Er zijn geen Nederlandse MOOCs gevonden op het gebied van kunst- en vormgeving. Hiernaast is er niet?waarom niet gekeken naar eventuele MOOCs op het gebied van kunst- & vormgeving in andere landen. Uit de bestudering van het Amerikaanse aanbod wordt duidelijk dat een deel van het MOOC-aanbod zich niet specifiek richt op kunst & vormgeving, maar wel aansluit op gebieden die verbonden zijn aan kunst- en vormgeving. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld MOOCs waarbij de brug tussen techniek en vormgeving gemaakt kan worden, zoals: Data Science, Explanatory Data Analisys, Machine Learning en Game Development. (EdX, 2014; Coursera, 2014; Udacity, 2014). Deze MOOCs sluiten weliswaar niet aan op de traditionele disciplines van kunst- en vormgeving, maar zijn wel verbonden aan de beroepspraktijk van kunst- en vormgeving. Dit principe sluit aan op het nieuwe curriculum van de bachelor opleidingen vormgeving van de WdKA. Hierin studeert men af in gebieden die ook afwijken van de traditionele opvattingen over disciplines. Er worden mogelijkheden geboden in specialisaties op gebieden zoals bijvoorbeeld: Sustainability, Open Design, Gamification, Branding, Data Design en Service Design (Chabot, Cramer, Rutte en Troxler, 2013).

Afbeelding 2: Distribution of MOOCs by subject. Bron: Gaebel, 2014

Niet iedereen heb je bronnen/ onderzoeken is enthousiast over MOOCs voor kunst & vormgeving en sommigen vinden MOOCs niet geschikt voor dit type onderwijs. Een reden hiervoor die door meerdere benoemd wordt is omdat de tactiele-ervaring van het maken van objecten een grote rol speelt in het kunstonderwijs. Het is volgens hen de vraag hoe dit aspect via een digitaal medium kan worden vervangen (Gibas, 2013). Volgens Stefano Mirti is een ander probleem van MOOCs voor kunstonderwijs dat er te weinig ruimte is om ‘voldoende’ samen te werken. MOOCs kunnen wel gevolgd worden volgens ieders persoonlijke schema; maar zijn volgens Mirti onvoldoende in staat om mensen samen te brengen, omdat de fysieke ruimte van cruciaal belang is. Vooralsnog zijn via MOOCs ruimtelijk en tactiele ervaringen niet te realiseren. Deze argumenten geven aanleiding om te veronderstellen dat MOOCs vooralsnog niet het volledige curriculum kunnen vervangen. Volgens sommigen zouden MOOCs wel ingezet kunnen worden ter ondersteuning of aanvulling van het kunst- & vormgeving onderwijs (Hill, 2014).

Het kunst- & vormgeving onderwijs op de WdKA is net als vele andere HBO opleidingen in Nederland en andere Europese landen een vorm van competentiegericht onderwijs.waarom stel je op blz 11 dat je je alleen focust op Amerika en hier betrek je europese landen In het opleidingsprofiel staat hierover beschreven: “De competenties ‘creërend vermogen’ en ‘vermogen tot kritische reflectie’ worden als de meest typerende en belangrijkste beschouwd voor de afstuderende student in het beeldende kunstonderwijs’. Hiermee wordt aangetoond wordt dat creativiteit en het creatieve proces een grote rol speelt in het HBO kunstonderwijs (HBO raad 2002, p.12). De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt in haar rapport hierover het volgende: ”Het stimuleren van creativiteit is in dat opzicht een van de belangrijkste vaardigheden die een onderwijsinstelling over kan dragen”. (2013, p. 266)

12

Page 13: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Volgens onderzoek bronisis er nog relatief weinig wetenschappelijk bekend over de werking van creativiteit maar hebben creatieve mensen wel specifieke kenmerken. Voorbeelden van deze kenmerken zijn:

- Creatieve mensen werken het best wanneer ze hun eigen werk ritme kunnen bepalen.

- Creatieve mensen kunnen in een ‘werk-flow’(ritme) raken waardoor ze tijd en ruimte vergeten.

- Creatieve mensen zijn altijd op zoek naar nieuwe ervaringen.- Creatieve mensen zijn bovengemiddeld nieuwsgierig en geïnteresseerd in het ‘hoe’

en ‘waarom’.- Creatieve mensen hebben de ruimte nodig om zichzelf te kunnen afzonderen

(Gregoire, 2014).Op basis van de bovengenoemde voorbeelden wordt veronderstelt dat het MOOC onderwijs goed aansluit op deze kenmerken. In vergelijking tot het traditionele onderwijs kunnen studenten via de MOOCs meer hun eigen werkritme bepalen en zijn er hierdoor meer mogelijkheden om gebruik te maken van de ‘werk-flow’. ICT mogelijkheden bieden toegang tot wereldwijde informatie, wat interessant is voor studenten met een grote mate van nieuwsgierigheid. Hiernaast kan er als gevolg van het grote aantal deelnemende studenten in MOOCs in een grotere context kritisch gereflecteerd worden over specifieke vraagstukken. Tot slot bieden MOOCs via de ICT mogelijkheden ook de ruimte om jezelf als student aan de makkelijker aan de omgeving te ‘ontrekken’ in vergelijking tot de verplichte contacturen in het traditionele onderwijs. Ook in het WRR-rapport wordt er gewezen op het belang van tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs (WRR, 2013).

Er zijn ook algemene redenen waarom het belangrijk is om de ontwikkelingen op het gebied van MOOCs voor kunst- & vormgeving onderwijs bij te houden:

- Wanneer de structuur van het onderwijs door MOOCs verandert zal dit ook invloed hebben op het kunstonderwijs.

- Het is geen goede ontwikkeling wanneer de kloof tussen het wetenschappelijke- en kunst- & vormgeving onderwijs groter wordt.

- Wanneer MOOCs de economie van het onderwijs drastisch beïnvloeden zal dit ook gevolgen hebben voor het kunst- & vormgeving onderwijs.

Op basis hiervan is het van belang dat het kunstonderwijs de mogelijkheden van MOOCs toch onderzoekt (Gibas, 2013).

Hieruit kan geconcludeerd worden dat de ontwikkeling van MOOCs voor kunst- & vormgeving nog relatief klein is en dat er aspecten zijn aan MOOCs waarvan nog niet geheel duidelijk is of die goed aansluiten op het kunst- & vormgeving onderwijs. Er zijn wel aspecten gevonden waarmee het MOOC-onderwijs beter aansluit op de kenmerken van creatieve mensen in vergelijking met het traditionele onderwijs. Tot slot is er voldoende aanleiding gevonden om te veronderstellen dat het zinvol is om de ontwikkelingen op het gebied van MOOCs voor het kunst- & vormgeving onderwijs te blijven volgen. Een van de argumenten is hierbij de mogelijke invloed van MOOCs op de economie van het onderwijs.

2.4 MOOC - EconomieVanuit de veronderstelling dat MOOCs een invloed kunnen hebben op de economie van het onderwijs en daarmee het onderwijs kan beïnvloeden is er gekozen om ook naar de economische aspecten van de MOOC te kijken in Amerika en Nederland.

Een belangrijk economisch probleem van de MOOC voor instituten is dat het ontwikkelen ervan geld kost en er vooralsnog geen duurzaam verdienmodel voor handen is (Jacobi, 2014; Pate, 2013; Powel & Yuan, 2013; Van der Dussen & Kos, 2013; Worlock, 2014;). Bij een van de MOOC-platvormen is onderzocht dat het meer dan 600 uur gekost heeft om een MOOC op te zetten, waarvan 420 uren bijdragen zijn geweest van docenten. Het ontwikkelen van functieomschrijvingen voor deze nieuwe taakuren voor instituten zal hiermee een belangrijk vraagstuk worden voor instituten die in MOOC’s willen investeren. Omdat er vooralsnog geen duurzaam verdienmodel is richt de focus van de verschillende ontwikkelaars van MOOCs zich nu nog vooral op het verzamelen van een groot publiek (Worlock, 2013).

13

Page 14: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Volgens Richard Pate zijn MOOCs mede ontstaan omdat het Amerikaanse Hoger Onderwijs zich ontwikkeld heeft tot een oncontroleerbare kostenpost. Een verklaring voor dit Amerikaanse probleem is het ‘samenhangend verdienmodel’. Dit houdt in dat een organisatie teveel verschillende diensten heeft die onvoldoende inkomsten genereren om het budget in balans te houden. Dit leidt uiteindelijk tot te hoge administratieve vaste lasten (2013).Volgens Christensen is er geen beleid wat nog effectief de kosten kan controleren en de kwaliteit van het onderwijs kan laten toenemen in de huidige bestaande Amerikaanse verdienmodellen. Een waarschijnlijke ontwikkeling is dat de verschillende aspecten van de opleiding waar de student mee te maken krijgt in de toekomst steeds meer zullen worden opgedeeld (2011).

Deze trends in het Amerikaanse onderwijs als gevolg van de invloed van MOOC’s wordt het zogenaamde ontbundelen genoemd. Het concept ‘Ontbundeling’ komt voort uit de bedrijfswetenschappen en duidt oorspronkelijk op het ontbinden van grootschalige bedrijven met meerdere divisies in hun afzonderlijke onderdelen. Economische druk heeft ertoe geleid dat instituten tegenwoordig onderzoek doen naar mogelijkheden om bepaalde onderwijskundige activiteiten uit te besteden. Dit heeft in Amerika geleid tot nieuwe marktgebieden met een geschatte waarde van een biljoen dollar (Worlock, 2013).

Op dit moment zijn er in Amerika een aantal verschillende verdienmodellen met het ontbundelen van onderwijsdiensten. Deze modellen bestaan vooralsnog uit: licenties, consultancy, examen gelden, certificatie gelden, losse cursuskosten, E-portfolio’s, studenten matchen aan opdrachtgevers en begeleiding. Er wordt verondersteld dat het principe van ‘examen gelden’ het meest toegepast zal worden door de grote ontwikkelaars van MOOCs. Zie kunnen hierdoor geld verdienen aan de studenten die een meetbaar resultaat van hun deelname aan MOOCs willen overhouden. Dit houdt in dat de kosten voor deelname gratis blijven, maar dat voor de certificering betaald dient te worden (Worlock,2013).

Verschillende rapporten zien de ontwikkeling van MOOCs mede als een reactie op de economische ontwikkelingen van het onderwijs in Amerika (Van der Dussen & Kos, 2013; Powel & Yuan, 2013). Om te kijken wat MOOCs voor de WdKA kan betekenen is het van belang om te kijken naar de economische ontwikkelingen van het onderwijs in Nederland. In Nederland betaald de rijksoverheid het onderwijs via een lumpsumfinanciering. Dit houdt in dat scholen krijgen een bedrag voor zowel personeels- als materiële kosten. Als gevolg van deze overheidsbijdrage aan het onderwijs is het collegegeld voor een Nederlandse bachelor opleiding relatief laag in vergelijking tot Amerika. Het collegegeld voor een Nederlandse bachelor opleiding voor reguliere voltijd studenten bedraagt in studiejaar 2013/2014 € 1.835,- per studiejaar (Rijksoverheid, 2014). Een collegejaar op de Amerikaanse School of Visual Arts in New York is daarentegen rond de €24.000,- per jaar (SVA, 2014).

Ondanks dat het collegegeld voor de Nederlandse student relatief laag is in vergelijking methet Engelse- en Amerikaanse hoger onderwijs zijn er wel veranderingen in Nederland. In februari 2014 was er een debat over de invoering van het ‘sociaal leenstelsel’ voor studenten in het hoger onderwijs. Hieruit kwam naar voren dat studenten in de toekomst een hogere eigen bijdrage voor hun studie moeten gaan betalen. Om te zorgen dat studeren toegankelijk blijft voor iedereen wordt er een sociaal leenstelsel ingevoerd. Voor een uitwonende student betekent de invoering van het stelsel dat de student zelf extra moet financieren. Een van de mogelijkheden is dat de student hiervoor een lening bij de overheid aangaat. Volgens berekeningen van het Centraal Planbureau kan de invoering van dit leenstelsel ertoe leiden dat zo’n 7500 studenten zullen afzien van een studie (Tweede Kamer, 2014).

Concluderend kan worden gesteld dat het ontbreken van een verdienmodel nog een probleem is van de MOOCs, maar dat er vanuit Amerika wel gezocht wordt naar nieuwe bestuursmodellen van onderwijs. Hiernaast is de situatie van het onderwijs in Amerika niet hetzelfde als in Nederland. Desalniettemin is er wel aanleiding gevonden om te veronderstellen dat het onderwijs in Nederland ook in toenemende mate door de economie beïnvloed wordt. Het is hierdoor verstandig om Amerikaanse ontwikkelingen nauwlettend in de gaten te houden.

2.5 MOOC - Nederland

14

Page 15: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Ondanks dat MOOCs tijd en geld kosten om te ontwerpen en er nog geen duidelijk verdienmodel ontwikkeld is er gekozen om ook te kijken naar verschillende kwalitatieve argumenten zijn om MOOCs te ontwikkelen. Hierbij is ook gekeken naar wat er in Nederland op het gebied van MOOCs op dit moment gebeurt en hoe de Nederlandse overheid zich hierin opstelt.

Volgens het Surf-rapport zijn er verschillende kwalitatieve argumenten te benoemen waarom het zinvol is om MOOCs te ontwikkelen. Hierbij worden de volgende argumenten benoemd:

- het verbeteren van de aansluiting tussen middelbaar- en hoger onderwijs- het realiseren van activerende vormen van onderwijs- meer differentiatie in het onderwijs (zoals excellentieprogramma’s)- het bijdragen aan een internationale profilering- het vergroten of verbreden van het eigen onderwijsaanbod- het verbeteren van inhoudelijke onderwijskwaliteit- het verminderen van de uitval- het verhogen van studiesucces- de professionalisering van docenten

“Deze kwalitatieve doelen zijn voldoende voor enkele honderden hoge onderwijsinstelling om MOOC’s vanuit eigen middelen te financieren zonder dat daar inkomsten tegenover staan of in de toekomst te verwachten zijn” (Van der Dussen & Kos, 2013, p. 27).

Het is mogelijk dat een of meerdere van deze argumenten ook de aanleiding zijn geweest voor Nederlandse universiteiten om MOOCs te ontwikkelen. In juni 2013 was Leiden de eerste Nederlandse Universiteit die gestart is met een MOOC (Coursera, 2013). Hiernaast zijn ook de Universiteit van Amsterdam (UVA) en de TU-Delft sinds 2013 gestart met het aanbieden van MOOC’s vanuit Nederland (Van der Dussen & Kos, 2013). Wat volgens Verstelle een goede bijkomstigheid is van MOOCs is dat ze heel veel data opleveren. Je kunt hierdoor bijvoorbeeld analyseren welke factoren bijdragen aan studiesucces. Vestelle raadt instituten aan om niet eerst te gaan nadenken over een verdienmodel. Ze stelt: “zie het als een experiment in onderwijsvernieuwing” (Riksen, 2014).

In een brief datumaanaan de Tweede Kamer geeft de minister Bussemaker aan volgens haar de ontwikkelingen op het gebied van open- en online onderwijs onontkoombaar zijn geworden. Ze stelt dat het zaak is om mee te bewegen in deze ontwikkeling van om de zogenaamde positie van: ‘first mover advantage’ te behouden. Op die manier kunnen Nederlandse instellingen volgens de minister leidend blijven op wereldschaal. De minister ziet MOOCs als onderdeel van de Open Educational Resources (OER)-beweging. Nederland heeft in 2012 hiermee ingestemd via de United Nations Educational Scientific and Cultual Organisation (UNESCO) OER-verklaring. De minister wil via MOOCs de internationale reputatie van het Nederlands hoger onderwijs op een aantal profilerende terreinen stimuleren. De minister wil hiervoor de komende jaren €1.000.000,- beschikbaar stellen om 3 verschillende ontwikkelingen van het open- en online onderwijs te stimuleren:

1. De ontwikkeling van MOOCs op een aantal profilerende terreinen te bevordering van de internationale reputatie van het Nederlandse hoger onderwijs.

2. De samenwerking tussen Nederlandse hoger onderwijsinstellingen gericht op de verbetering van het onderwijs met behulp van de inzet van open- en online onderwijs

3. De evaluatie van de ervaring met open- en online onderwijs in de Nederlandse context. (Bussemaker, 2014, p.3).

Op 8 januari 2014 hier wel een datum, fijnlichtlicht de minister haar beslissing toe in het televisieprogramma ‘De Wereld Draait Door’ (DWDD). Ze gaat ervanuit dat er als gevolg van de MOOC-ontwikkeling meer variatie en meer kwaliteit in het onderwijs zal komen. Bussemaker geeft aan dat ze binnen een half jaar wil organiseren dat er een certificering zal komen voor MOOCs die bijvoorbeeld in het buitenland gevolgd zijn. Bussemaker stelt als slotzin van het gesprek : “Het (MOOCs) is de verheffing (van het onderwijs) in optima forma. Toegankelijkheid van wetenschappelijk onderwijs voor iedereen; die kant gaan we op.” (DWDD, 2014). Het Surf-rapport ging er in 2013 nog vanuit dat de certificering van MOOCs niet snel zou worden ontwikkeld (Van der Dussen & Kos, 2013). In Amerika verwacht men nog niet dat de Amerikaanse Universiteiten de certificering van MOOCs snel zullen erkennen.

15

Page 16: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

De reden hiervoor is dat via de MOOCs het onderwijs dan veel toegankelijker zal worden voor studenten die geen tijd of geld hebben voor het traditionele onderwijs (Worlock, 2013).

Concluderend kan gesteld worden dat er verschillende kwalitatieve redenen zijn om MOOCs te ontwikkelen ook al zijn er nog geen geschikte verdienmodellen voorhanden. Hiernaast is het belangrijk dat er in Nederland reeds MOOCs ontwikkeld worden en dat dit aansluit op de ambities van de Nederlandse overheid. Hiermee is er aanleiding gevonden om te veronderstellen dat het ontwikkelen van MOOCs voor de WdKA in lijn ligt met de ambities van de Nederlandse overheid.

2.6 MOOCs - Strategie “The Abuse of Power Comes as No Surprise.” (Holzer ,2009)Volgens de minister is er sprake van een strategisch nationaal belang dat Nederlandse instituten meegaan in de ontwikkeling van MOOCs (Bussemaker, 2014). De WdKA profileert zichzelf via de website als een instituut wat zich richt op een internationale markt (WdKA, 2014). Er is gekozen om te onderzoeken of er aanleiding is om te veronderstellen datInternationale ontwikkelingen op het gebied van MOOCs van invloed kunnen zijn op de WdKA.

Verschillende Europese landen ontwikkelen MOOCs. (Zie afbeelding 4: European MOOCs september 2013). Veel van deze landen zien de ontwikkeling van MOOCs als een aanvullende strategische aanpak om de concurrentie positie ten opzichte van andere landen te behouden. Hiernaast treden veel universiteiten uit andere landen niet alleen toe tot MOOC-platvormen, maar er is ook sprake van een groeiend aantal initiatieven op dit gebied vanuit landen zoals; Japan, China, Taiwan, India, Brazilië en Australië. Hiernaast zijn er ook ontwikkelingen in Afrika en de Arabische landen. Het stimuleren van de internationale reputatie van het Nederlands Hoger onderwijs via MOOCs, kan gezien worden als een middel om internationaal macht uit te oefenen. De macht van MOOCs komt met name tot stand door het grote (massive) aantal studenten waar een instituut zich via MOOCs mee kan verbinden (Gaebel, 2014).

16

Page 17: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Afbeelding 4: European MOOCs, september 2013, Bron: Gaebel, 204

Volgens Joseph Ney is het vermogen om het gedrag van anderen te beïnvloeden en te krijgen wat je wilt. Het beïnvloeden van het gedrag van mensen kan op verschillende manieren zoals; dwingen, betalen of verleiden. ‘Soft Power’ wordt gezien als het kunnen overtuigen van anderen van jouw belangen zonder het uitoefenen van dwang en zonder de ander om te kopen. Het principe Soft Power is het tegenovergestelde van ‘Hard Power’ wat bestaat uit dwang of afbetalen. In de wereld veranderen op het moment de instrumenten waarmee macht wordt uitgeoefend en daarmee ook de strategieën. Door veelal economische- en ecologische ontwikkelingen is er meer behoefte aan het ontstaan naar wederzijdse belangen die alleen via samenwerking gerealiseerd kunnen worden. Volgens Ney zijn technologie, onderwijs en economische groei steeds belangrijkere vormen van ‘Soft Power’ (2005).

Wanneer onderwijs als een internationaal machtsmiddel gezien kan worden zijn daar ook risico’s aan verbonden. Vanuit dit perspectief zijn er nog aspecten aan MOOCs waar men over na zal moeten denken. Thrun stelt bijvoorbeeld:” In 50 years, there will be only 10 institutions in the world delivering higher education and Udacity has a shot at being one of them” (Thrun, 2013). Farin ziet een potentieel gevaar wanneer de ontwikkeling van MOOC’s in de toekomst zorgt voor een centralisatie van kennis in de wereld. Het is mogelijk dat leidende instituten door deze ontwikkeling sterker en invloedrijker zullen worden. Markten vertonen de neiging om te worden gecorrumpeerd door monopolies. Het risico bestaat dat dit ook kan gebeuren met het onderwijs. Het bieden van transparantie en verantwoording van de leidende instituten zal cruciaal zijn om dit te probleem te voorkomen (Farrin, 2013).

Het Outsell-rapport verwacht hiernaast dat een deel van de universiteiten in Amerika als gevolg van de marktwerking door MOOC’s zal verdwijnen. Door de samenvoeging en partnerships tussen instituten zal de markt van instituten in Amerika ook krimpen. Er wordt wel verondersteld dat het MOOC onderwijs zal bestaan naast de traditionele vorm van onderwijs (Worlock, 2013). Niet iedereen deelt deze mening. Volgens Pate is het maar de vraag of er nog altijd een vorm van traditioneel onderwijs zal blijven bestaan (2013). Op de vraag aan minister Bussemaker of de ontwikkeling van een centralisatie van kennis door MOOCs niet zal leiden tot minder werkgelegenheid voor Nederlandse docenten antwoord zij: “Ik denk het niet; deze docenten gaan in kleinere groepen lesgeven. We hebben juist veel docenten nodig, want we hebben grote Universiteiten met grote groepen. We hebben minder docenten nodig voor het grote verhaal.” (DWDD, 2014).

Volgens de voorzitter van de directie van de WdKA kan uit de geschiedenis worden afgeleid dat de meest succesvolle academies, diegene zijn die zich steeds ontwikkelingen en aanpassen aan de veranderingen in de omgeving (Chabot, Cramer, Rutte en Troxler, 2013). Deze stelling lijkt aan te sluiten op het principe van ‘survival-of-the-fittest’ van Charles Darwin. Zijn theorie van Sociaal-Darwinisme wordt vaak gebruikt door mensen die aan de hand van dit principe willen aantonen dat de mens van nature een competitief karakter heeft. Voorstanders van het Sociaal-Darwinisme zien competitie als een natuurlijk en essentieel onderdeel van vooruitgang en ontwikkeling (Zeller,1988). Op basis hiervan kan worden verondersteld dat het bewaken van strategische belangen in lijn ligt met de visie van de WdKA.

Concluderend kan er worden gesteld dat MOOCs vanuit een internationale context gezien worden als een strategisch middel waar risico’s aan verbonden zijn. Het is mogelijk dat de internationale ontwikkeling van MOOCs kan leiden tot het verdwijnen of verkleinen van de WdKA ten opzichte van de huidige omvang. De Nederlandse minister Bussemaker verwacht echter niet dat Nederlandse instituten zullen krimpenkrimpten of verdwijnen als gevolg van de internationale ontwikkelingen van MOOCs.

3 Willem de Kooning Academie “I have to Change to Stay the Same” Willem de Kooning

3.1 WdKA –- visieNa de eerste verkenning naar MOOCs op het gebied van; ideologie, verwachtingen, de relatie met kunst- & vormgeving, het economisch-, nationaal- en internationaal perspectief, is het

17

Page 18: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

van belang om ook specifiek te kijken naar het toekomstbeeld wat de WdKA voor ogen heeft en haar doelstellingen om dit te bereiken. Er wordt hierbij een analyse gemaakt op basis van de beschrijving van MOOCs zoals deze eerder in het rapport zijn vastgesteld.

Volgens de voorzitter van de directie is de WdKA van de toekomst een kennisinstituut waarin studenten van verschillende niveaus , docenten met diverse beroepspraktijken en technisch medewerkers met verschillende technische specialisaties gezamenlijk werken aan onderwijsprojecten, al dan niet gekoppeld aan opdrachten van externe partners. Centraal in het nieuwe onderwijs zijn de ontmoeting, kennisdeling, kennisopbouw, samenwerking en coproductie (Chabot, 2013). Over de missie van de WdKA wordt het volgende om de website beschreven: "Wij zien het als onze missie onze studenten op te leiden tot de creating pioneers en creating producers waar de economie om vraagt en bereiden hen voor op een internationale beroepspraktijk." (WDKA, 2014). De WdKA gelooft niet in het strikt van elkaar gescheiden houden van verschillende studierichtingen. Hoewel de studierichtingen elk hun eigen programma hebben, stimuleert de academie de student samen met de docenten over de grenzen van de gekozen studie heen te kijken, verschillende disciplines te ontmoeten en kennis te maken met andere ideeën en andere manieren van werken (Bruggeman, 2012).

De reden om de verschillende studierichtingen niet strikt gescheiden te willen houden is verbonden van de visie van de WdKA op de beroepspraktijk van kunst- & vormgeving. Nieuwe technologieën, sociale-, en economische veranderingen hebben geleid tot een zeer snelle ontwikkeling in deze beroepspraktijk. De verkoop van kunst- en vormgeving vindt tegenwoordig plaats op een wereldwijde schaal. Hierin is het traditionele onderscheid tussen de kunstenaar en ontwerper minder relevant geworden. In alle veranderingen spelen technologische innovaties een belangrijke rol. Het zal daarom voor kunstacademie studenten belangrijk worden om vertrouwd te raken met digitale technologieën. Hiernaast wordt ook de rol van de consument in het ontwerpproces steeds groter. Ontwerpers en kunstenaars zullen hierdoor steeds meer moeten leren samenwerken en zich leren aanpassen aan de wensen van de consument. De verschillende docenten zijn hierbij niet meer de bewakers van specifieke academische onderwerpen, maar hebben verantwoordelijkheden De docenten zijn in het nieuwe onderwijs lid van een projectteam en hebben met betrekking tot de doelstellingen van het instituut (Chabot, Cramer, Rutte en Troxler, 2013).

Met betrekking tot de verschillende onderdelen van MOOCs in relatie tot de doelstellingen van de WdKA kan er tot slot het volgende worden gezegd:MassiveHet aspect van het massieve karakter van MOOCs kan gezien worden als een strategisch middel waarmee de WdKA zichzelf internationaal kan profileren.OnlineHet online-aspect van MOOCs kan gezien worden als een kenmerk wat goed aansluit op de visie van de WdKA om studenten vertrouwd te willen maken met ICT.OpenHet aspect van het Open-karakter van MOOCs kan gezien worden als een kenmerk wat goed aansluit op de visie van de WdKA om studenten in aanraking te brengen met onderwerpen zoals: ontmoeting, kennisdeling, kennisopbouw, samenwerking en coproductie. CourseHet aspect van het Open-karakter van MOOCs kan gezien worden als een kenmerk wat goed aansluit op de visie van de WdKA om docenten verantwoordelijkheden te geven met betrekking tot de doelstellingen van het instituut.

4 Conclusie & Advisering

4.1 Algemene conclusie ‘Koudwatervrees vs First Mover Advantage’Wat met grote zekerheid op basis van dit adviesrapport geconcludeerd mag worden is dit dat het onmogelijk is om met grote zekerheid iets over dit onderwerp te voorspellen. Het is duidelijk geworden dat er sprake is van een complex vraagstuk met verschillende aspecten die onderling verbonden zijn. Verschillende rapporten over het onderwerp geven hiernaast aan dat het nog te vroeg is om echt duidelijke uitspraken te doen aan de hand van de informatie die tot nu toe beschikbaar is (Van der Dussen & Kos, 2013; Maguire, 2014;Worlock, 2013).

18

Page 19: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Desalniettemin is op basis van de inzichten uit het adviesrapport op korte termijn te verwachten dat het traditionele onderwijs van de Hoger Onderwijs opleidingen in Nederland zal blijven bestaan. Hiernaast zijn voldoende aanleidingen gevonden om te veronderstellen dat het zinvol is om in MOOC’s te investeren. Een van de voorname argumenten hiervoor is het gegeven dat minister Bussemaker de ontwikkeling van MOOCs toejuicht en financieel wil ondersteunen. Hiernaast speelt de veronderstelling een grote rol dat de WdKA via MOOCs de mogelijkheid heeft om zich op wereldschaal te profileren. Er wordt veronderstelt dat ook voldoende is aangetoond dat de specifieke kenmerken van MOOCs aansluiten op de profilering van de WdKA bachelor opleidingen. De snelle toename en evolutie van kennis en de veranderingen in de praktijk van de vormgever en kunstenaar zullen bijvoorbeeld vragen voor een continue adequate vorm van bijscholing. Hiervoor bieden MOOCs mogelijkheden. De vraag is echter hoe snel en in welke mate dit zal plaatsvinden. Hiervoor lijkt ontbundeling van het onderwijs noodzakelijk en moeten er nieuwe verdienmodellen worden ontwikkeld.4.2 Advisering “Action Causes more Trouble than Thought” Holzer, 2009Er is in de advisering onderscheid gemaakt in drie verschillende soorten termijnen; zeer kort, kort en op lange termijn.

4.2.1 Zeer korte termijn: binnen 2 jaarAdvies 1: Stel een werkgroep samen die de mogelijkheden van MOOCs voor de WdKA verder onderzoekt. Kan je je adviezen verantwoorden vanuit de literatuur, en vanuit een swot- analyse Vanuit de conclusie dat het zinvol is voor de WdKA om in de ontwikkeling van MOOCs te investeren is het van belang om in korte termijn een werkgroep op te zetten. Het advies is dat de samenstelling van de werkgroep bestaat uit verschillende medewerkers van de WdKA die beschikken over aanvullende kwaliteiten.

Advies 2: Onderzoek de mogelijkheden om een beroep te doen op de beschikbare gelden.Omdat voor het ontwikkelen van MOOCs geld nodig is en er vooralsnog geen duidelijke verdienmodellen beschikbaar zijn is het van belang om te onderzoeken op welke wijze er een beroep gedaan kan worden op de financieringsmogelijkheden die minister Bussemaker heeft aangekondigd in haar brief.

Advies 3: onderzoek de mogelijkheden voor een MOOC-platform voor HBO onderwijs.Om de realisatie van MOOCs te ontwikkelen is het van belang dat er eerst een geschikt platform gevonden wordt voor HBO onderwijs. Hiernaast hebben de platforms vaak aspecten die van invloed zijn op het ontwerpen van MOOCs.

4.2.2 Korte Termijn: binnen 5 jaarAdvies 1: Streef naar samenwerkingspartners om MOOCs mee te ontwikkelen.De investeringskosten voor MOOCs maken het verstandig om samenwerkingspartners te zoeken waarmee zowel de technologische- als financiële aspecten gedeeld kunnen worden. Hierbij is het advies om vooral te kijken naar mogelijke Amerikaanse instituten omdat Amerika vooralsnog voorop loopt in de wereld op het gebied van MOOCs.

Advies 2: Begin geleidelijk vanuit de werkgroep met het ontwikkelen van MOOCsBenader het ontwikkelen van een MOOC als een onderwijskundig experiment en begin er stapsgewijs aan.

Advies 3: Ontwikkel gedurende het proces een instelling brede visie op en internationale strategie voor MOOCs.Probeer niet voorafgaand aan het proces een visie te bepalen, maar laat de visie ontstaan gedurende het ontwerpproces. Er wordt vanuit gegaan dat in een ‘lerende-organisatie’ meer ruimte en mogelijkheden zijn voor nieuwe ideeën.

Advies 4: Onderzoek de mogelijkheden voor MOOCs ten behoeve van werving nieuwe studenten of nascholing van alumni studenten.MOOCs kunnen gebruikt worden als kwalificatiemiddel en kunnen bijvoorbeeld ingezet worden ter vervanging van de toelatingen. Hiernaast kunnen MOOCs een geschikt middel zijn

19

Page 20: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

voor nascholing van alumnistudenten omdat de beroepspraktijk steeds vraagt om nieuwe kennis.

4.2.3 Lange termijn: binnen 10 jaarAdvies 1: Onderzoek de mogelijkheden voor een verdienmodel voor MOOCs

Advies 2: Onderzoek de mogelijkheden voor ontbundeling van onderwijsdiensten

4.3 ValkuilenHet is belangrijk dat de MOOC’s stapsgewijs worden ontwikkeld binnen de ontwerpkaders en aan de hand van de beschikbare middelen. Stapsgewijs is belangrijk omdat er nog geen antwoorden zijn gevonden om een aantal belangrijke vraagstukken omtrent MOOC’s. […]

“A work is never completed except by some accident such as weariness, satisfaction, the need to deliver, or death” Paul Valery (1871-1945)LiteratuurArmitage, M en de Groot, C (2014.) Creating Pioneers, Willem de Kooning Rotterdam, 2013

Barbrook, R. en Cameron, A. (1996). The Californian Ideology, 11;4411:44, 1996Publicatie verkregen op 3 maart 2014 via:http://www.comune.torino.it/gioart/big/bigguest/riflessioni/californian_engl.pdf

Bruggeman, J. (20120) Hogeschool maken in Rotterdam, 25 jaar hogeschool Rotterdam, Stad en Bedrijf, 2012

Bussema, J. (2014). Kamerbrief over digitalisering van het hoger onderwijs, Rijksoverheid, 8 januari 2014.Kamerbrief verkregen op 25 februari 2014 via:http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2014/01/08/kamerbrief-over-digitalisering-van-het-hoger-onderwijs/kamerbrief-over-digitalisering-van-het-hoger-onderwijs.pd f

Chabot, J.J.L., Cramer, F. Rutten en Troxler, P. (2013). Re-inventing the Artschool, 21st Century, Creating 010, Willem de Kooning Academie Rotterdam

Christenen, C, M. (2013) Disrupting College, How Disruptive Innovation Can Deliver Quality and Affordability to Postsecondary Education, Centre for American Progress, 8 februari 2011Rapport verkregen op 2 maart 2014 via:http://www.americanprogress.org/issues/labor/report/2011/02/08/9034/disrupting-college/

Coursera (2014). The Law of The European Union: An Introduction, Coursera.orgWebsite geraadpleegd op 25 februari 2014 via:www.coursera.org/course/introeulaw

Coursera (2014). Class Central. Com; Recently started, just announced, in progress, finished MOOCs. Informatie verkregen op 2 maart 2014 via:https://www.class-central.com/provider/coursera

DWDD, (2014). MOOC’s zijn de Toekomst; Jet Bussemaker, Alexander Klopping, De Wereld Draait Door, 8 januari 2014.Videofragment verkregen op 25 februari 2014 via:http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/306946

Downes, J. (2013). The Great Rebranding, 13 april 2013Artikel verkregen op 25 februari 2014 via:http://halfanhour.blogspot.nl/2013/04/the-great-rebranding.html

Downes, J. (2013). Connectivism and Connective Knowledge. Essay on meaning and learning networks, mei 2012

20

Page 21: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

e-book verkregen op 25 februari 2014 via:http://www.downes.ca/me/mybooks.htm

EdX. (2014). Topics, Informatie via website verkregen op 2 maart 2014 via:https://www.edx.org/

Farrin, I. (2013). MOOCs and the Future of Higher Education, Valencia, Spain, 4 maart 2013Rapport verkregen op 25 februari 2014 via:http://ecite.utas.edu.au/83851

Fuengshunut, D. (2014) Informele gesprekken omtrent MOOCs op de WdKA van december – maart 2014

Gabo, N. (1920), 'The Realistic Manifesto, 1920', page 214.Publicatie verkregen op 2 maart 2014 via: http://www.terezakis.com/realist-manifesto.html

Gaebel, M. (2014). MOOCs, Massive, Open, Online, Courses, European University Association, Occasional Papers, january 2014. Rapport verkregen op 3 maart 2014 via:http://www.te-learning.nl/blog/?p=8045

Gibas, T. (2013). MOOCs and the Future of Arts Education, Createquitty, 6 september 2013Artikel verkregen op 2 maart 2014 via:http://createquity.com/2013/09/moocs-and-the-future-of-arts-education-2.html

Gregoire, C. (2014). 18 Things highly Creative People Do Differently, Huffington post, 3 maart 2014. Artikel vekregen op 4 maart 2014 via: http://www.huffingtonpost.com/2014/03/04/creativity-habits_n_4859769.html

HBO-raad (2002). vereniging van hogescholen, Opleidingsprofiel Vormgeving, Den Haag Artikel verkregen op 2 maart 2014 via:http://www.vereniginghogescholen.nl/images/stories/competenties/vormgeving.pdf

Hennessy, J. (2013). Changing the Economics of Education, Wallstreet Journal, 4 juni 2012Videofragment verkregen op 25 februari 2014 via:http://online.wsj.com/news/articles/SB10001424052702303640104577440513369994278?mg=reno64wsj&url=http%3A%2F%2Fonline.wsj.com%2Farticle%2FSB10001424052702303640104577440513369994278.html

Holzer, J. (2009). The Abuse of Power Comes as No Surprise, Survival SeriesQuote verkregen op 25 februari 2014:http://projects.jennyholzer.com/projections/siena-2009

HR (2014). Master Leren & Innoveren, Tweejarige opleiding in het Nederlands, Hogeschool Rotterdam. Website geraadpleegd op 25 februari 2014 via:http://www.hogeschoolrotterdam.nl/opleidingen/master-leren--innoveren/deeltijd

Illich, I. (1971). Deschooling SocietyVisiedocument verkregen op 25 februari 2014 via:http://www.arvindguptatoys.com/arvindgupta/DESCHOOLING.pdf

Jacobi, R. (2014). HBO, investeer in het delen van digitaal materiaal, Transfer, Den Haag, februari 2013

Kampen, A. (2014). Plasterk wist al in november dat hij verkeerde informatie verstrekt had, NRC, 10 februari 2014. Artikel verkregen op 4 maart 2014 via:http://www.nrc.nl/nieuws/2014/02/10/plasterk-wist-al-in-november-over-verkeerde-informatie-onderschepping-telefoongegevens/

21

Page 22: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Maguire, D. (2014).The Hype Cylce of MOOC’s and Other Big Ideas, Times Higher Education, 9 januari 2014. Artikel verkregen op 25 februari 2014 via:http://www.timeshighereducation.co.uk/comment/opinion/the-hype-cycle-of-moocs-and-other-big-ideas/2010206.article

Morosov, E. (2011). The Net Delusion, The Dark Side of Internet Freedom, Public Affairs, New York 2011. Publicatie verkregen op 2 maart 2014 via:http://tropicaline.files.wordpress.com/2011/04/netdelusion.pdf

Nye, J. (2005). Softw Power, The Means to Succes in World Politics, Public Affairs.Publicatie verkregen op 25 februari 2014 via:http://scholar.google.nl/scholar_url?hl=nl&q=http://boulemkahel.yolasite.com/resources/Soft%2520Power.doc&sa=X&scisig=AAGBfm25oRe_zMLgfByLrRc6ldtg0uWsbA&oi=scholarr&ei=a0MTU52aNOPQygPi7IKADw&ved=0CDMQgAMoADAA

Pate, R. (2013) MOOCs and Modern Democracies, American Enterprise for Public Policy, Sacred Heart University, 11 januari 2013.Rapport verkregen op 25 februari 2014 via:

Plourde, M. (2013). ‘MOOC; Every Letter is Negotiable’ 13 april 2013Afbeelding verkregen op 2 maart 2014 via:http://en.wikipedia.org/wiki/Massive_open_online_course

Powell, S. en Yuan, L. (2013). MOOCS and Open Education: Implications for Higher Education, A White Paper, JICS, CETISWhite Paper verkregen op 25 februari 2014 via:http://pdf.thepdfportal.com//?id=101588&nocache#

Rice, T. (1971). What’s the Buzz, Tell me What’s A-Happening? Jesus Christ Superstar,Videofragment verkregen op 25 februari 2014 via:http://www.youtube.com/watch?v=WVz11jmG3ac

Riksen, D. (2014). Nederlandse Universiteiten ontdekken MOOCs, Nieuwe Onderwijsvorm is vooralsnog spannend Experiment, Transfer, Den Haag, februari 2014

Siemens, G. (2013). The Failure of Udacity, Elearn Space, blog 15 november 2013Blogpublicatie verkregen op 25 februari 2014 via:http://www.elearnspace.org/blog/2013/11/15/the-failure-of-udacity/

Shaw, C. en Ward, L. (2014) University education: at £9,000 per year, parents begin to question its value, Guardian, 26 februari 2014. Artikel verkregen op 26 februari via: http://www.theguardian.com/education/2014/feb/26/university-education-parents-question-value

Tegenlicht, (2014). Bureau voor Digitale Sabotage, Aflevering 2013 2014. Videofragment verkregen op 4 maart 2014 via: http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2013-2014/bureau-voor-digitale-sabotage.html

Thijs, A., van den Akker, J. (2009). Leerplan in Ontwikkeling, Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), Enschede

Tweede Kamer (2014). Studiefinanciering, Sociaal LeenstelselArtikel verkregen op 2 maart 2014 via:http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/dossiers/studiefinanciering_sociaal_leenstelsel.jsp

Van der Dussen, R.V. en Kos, T. (2013). Rapport over Open en Online Onderwijs en de Toekomst van het Nederlands Hoger Onderwijs, Capgemini Consulting, 19 december 2013.Rapport verkregen op 25 februair 2014 via:

22

Page 23: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

http://www.surf.nl/kennis-en-innovatie/kennisbank/2013/rapport-open-en-online-onderwijs-en-de-toekomst-van-het-nederlandse-hoger-onderwijs.html

Vries, A. (2012). Bachelor Course, Design Academie Eindhoven, A critical dialogue, januari 2013. Verslag verkregen op 2 maart 2014 via:http://www.designacademy.nl/Portals/0/www/corporate/accreditation/2012_Accreditation_BachelorCourse.pdf

WdKA. (2014). Willem de Kooning Academie RotterdamInformatie verkregen via op 25 februari 2014 via: http://www.wdka.nl/nl/Studie/Studeren-aan-de-WdKA/

Worlock, K. (2013). MOOC’s: Cutting Through the Hype, Outsell, maart 2013Rapport verkregen op 25 februari via:http://www.outsellinc.com/store/products/1145

WRR. (2013). Naar een lerende economie, Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid, Amsterdam, University Press, 4 november 2013. Rapport verkregen op 1 maart 2014 via:http://www.wrr.nl/fileadmin/nl/publicaties/PDF-Rapporten/2013-11-01__WRR_Naar_een_lerende_economie.pdf

Zeller, B. (1988) Survival of the Fittest, Evolutionair Education, Moving Beyond Competitive Compulsion. Artikel verkregen op 2 maart 2014 via:http://evolutionaryeducation.com/sections.pdf

Reflectie LA4 LeerervaringenSchrijven – gedachten ordenenZelfsturend en zelfregulerend vermogenSamenwerkenIk wil de samenwerking met de lokale overheden intensiveren.

Ik ben met verschillende collegae de dialoog aangegaan.

Ik heb geleerd gegevens over het onderwerp te verzamelen.. Hiernaast ben ik op reguliere basis onderzoek uitvoeren naar de ontwikkeling in uitgaven aan cultuur van gemeenten en provincies.

Het schrijven van dit rapport is heb gebruik voor de ontwikkeling van een eigen toekomstig beleid

Wat is het doel van de WdKAKwalificatie – aansluiting beroepspraktijk – internationaal profielSelectie – unieke positie – niet generiek – toegevoegde waardeSocialisatie – reageren op de context waarin je leeft – opdracht en doelgroep gericht zie uitstroomprofielen; rol in de samenleving – maatschappelijke ppositie van de kunstenaar.

Om de discussie over de doelen van goed onderwijs te kunnen voeren, moet men zich bewust zijn van de verschillende samenhangende functies van onderwijs. (Biesta, 2012, p.30):

23

Page 24: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com  · Web viewWillem de Kooning Academie Rotterdam. MOOC’s en de Kooning. Advisering naar aanleiding van de ontwikkelingen op het gebied

D.Fuengshunut – MOOC’s en de Kooning – maart 2014 – WdKA

Kwalificatie:Het kind leert kennis, vaardigheden en begrip om te kunnen onderscheiden, oordelen en te handelen.Kwalificatie is een voorbereiding op de arbeidsmarkt en ondersteunt de vorming van politieke en culturele geletterdheid.

Socialisatie:Het kind brengen tot bestaande manieren van handelen en het zijn door normen en waarden over te dragen of het in stand houden van culturen en tradities. Via onderwijs wordt het kind deel van sociale, culturele en politieke ordes.

Subjectwording:Onderwijs moet bijdragen aan de persoonsvorming door processen die er toe leiden dat kinderen meer autonoom en onafhankelijk worden in hun denken en handelen. Subjectwording is het tegenovergestelde van socialisatie en gaat dus over het bestaan buiten iedere traditie. Het is meer dan het uitdrukken van je unieke identiteit, omdat de persoonsvorming ontstaat in relaties met anderen door het initiatief dat we nemen en dat door anderen op hun eigen wijze wordt opgepakt.

24