academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek...

43
Onderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt door: Jaap Heijdens Opleiding: Personeel & Organisatie. Studentennummer: 912534 Begeleider school: Geert Kalsbeek. Begeleider CWZ: Benedicte Soyer. 1

Transcript of academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek...

Page 1: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Onderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis.

Gemaakt door: Jaap HeijdensOpleiding: Personeel & Organisatie.Studentennummer: 912534Begeleider school: Geert Kalsbeek.Begeleider CWZ: Benedicte Soyer.

1

Page 2: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Samenvatting

Aanleiding rapportDe verwachte toekomstige ontwikkelingen in de zorg is de externe aanleiding voor een onderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) te Nijmegen. Intern is de aanleiding voor een onderzoek naar werkdruk de lage score bij het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) van 2008. Daarnaast was werkdruk door de P&O –afdeling opgenomen in het jaarplan 2009, met als doel er extra aandacht aan te besteden.

Door vergrijzing, een krimpende beroepsbevolking en ongunstige gezondheidstrends gaat de vraag naar zorg de komende jaren toenemen. Om het verwachte tekort aan verpleegkundig personeel in 2015 op te vangen, is het belangrijk om de komende jaren uitval te voorkomen en de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten. Voorgaande onderzoeken hebben uitgewezen dat verpleegkundigen en verzorgenden een hogere fysieke belasting en een hogere werkdruk hebben dan andere beroepsgroepen. Deze resultaten onderschrijven het belang voor de branche en het CWZ om verder onderzoek te doen naar werkdruk.

HoofdvraagOm een breder beeld te krijgen van werkdruk in het CWZ is ervoor gekozen niet alleen onderzoek te doen naar de hoogte van de werkdruk maar ook de oorzaken en de gevolgen in kaart te brengen. Om deze doelstelling te realiseren is er een hoofdvraag geformuleerd die centraal staat in het onderzoek. Onderstaand is deze weergegeven.

Ervaren de verpleegkundigen op de afdeling intensive care, medium care en interne geneeskunde werkdruk en zo ja, wat zijn hiervoor de belangrijkste oorzaken en wat zijn de gevolgen voor verpleegkundigen?

Opzet onderzoek en korte verantwoording daarvanVoor het onderzoek naar werkdruk is ervoor gekozen om niet zelf een vragenlijst te ontwikkelen maar te kiezen voor een bestaand meetinstrument, namelijk de Quickscan Werkdruk (QSW). Het ontwikkelen van een goede vragenlijst kost namelijk veel tijd en deskundigheid. De QSW heeft een aantal voordelen zoals een vierpuntsschaal vragenlijst, grote referentiegroep en het voldoen aan alle eisen van wetenschappelijk onderzoek. Om het onderzoek zo betrouwbaar mogelijk te krijgen, was het dus verstandiger om te kiezen voor de QSW.

De keuze voor de uiteindelijke afdelingen is gemaakt op basis van het plan van aanpak MTO 2008. Bij het MTO 2008 is er door deze afdelingen een hogere werkdruk geconstateerd dan wenselijk was. In totaal bestond de onderzoekspopulatie uit 195 verpleegkundigen, werkzaam op zeven verschillende afdelingen.

Belangrijkste conclusies.Uit het onderzoek is gebleken dat verpleegkundigen van het CWZ veel problemen ervaren rondom werkdruk. Dit betekent dat ze niet, of met moeite binnen de beschikbare tijd kunnen voldoen aan de gestelde eisen. Een groot deel van de ondervraagde (68%) heeft soms genoeg tijd om de werkzaamheden af te krijgen. Maar vaak, antwoordde 39%, moet er teveel werk worden gedaan, in een te korte tijd, waardoor in 30% van de gevallen werk blijft liggen. Tevens geeft 70% van de ondervraagde aan regelmatig te worden gestoord tijdens hun werkzaamheden. De storende elementen zijn vaak andere disciplines zoals artsen, tijdelijk personeel of andere afdelingen.

2

Page 3: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

OorzakenMulti-inzetbaarheid, tijdelijk personeel en planning hebben de grootste samenhang met de werkdrukschaal en zijn de drie belangrijkste oorzaken van werkdruk bij verpleegkundigen in het CWZ. Bij Multi-inzetbaarheid komt naar voren dat verpleegkundigen veel tijd kwijt zijn met randzaken. Het gaat hierom het vervoeren van patiënten, het mondiger worden van patiënt en familie, schoonmaak, opname en ontslag van patiënten en het bijspringen bij andere afdelingen.

Ten aanzien van tijdelijk personeel zijn er veel problemen. Deze zitten hem vooral in de begeleiding, niveau en de controle van uitzendkrachten. Verpleegkundigen geven aan in het onderzoek dat er vaak te weinig tijd is voor de vereiste begeleiding. De controle van de gedane werkzaamheden door een uitzendkracht geeft een vaste verpleegkundige van een afdeling extra werk. Afdelingen van ziekenhuizen zijn tevens steeds meer gespecialiseerd waardoor uitzendkrachten de deskundigheid missen om zelfstandig te functioneren. Maar ondanks deze problemen worden uitzendkrachten, wel voor vol mee geteld in de bezetting. Een afdeling moet dus met, kwalitatief minder goed personeel, dezelfde hoeveelheid werkzaamheden verrichten.

Er zijn knelpunten met betrekking tot de planning. De eerste is dat de planning vaak niet gehaald kan worden, dit wordt ook onderstreept door de resultaten hierboven benoemd bij de werkdrukschaal (teveel werk in te korte tijd, werk dat blijft liggen). Hetzelfde geldt voor het gestoord worden tijdens de eigen werkzaamheden. Van de respondenten geeft 57% aan dat de planning vaak door andere activiteiten worden doorkruist. En 60% van de onderzochte verpleegkundigen geeft aan, dat het vaak voorkomt, dat ze het werk af moeten breken om iets anders te gaan doen. Het advies is om een pilot zelfroosteren op te startten en een vervolgonderzoek te doen naar de werklast.

GevolgenBij de gevolgen kwam naar voren dat de hoge werkdruk zich vooral uit in de kwaliteit van het afgeleverde werk en in gezondheidklachten van de verpleegkundigen. Een aantal verpleegkundigen is zeer ontevreden over de kwaliteit van het afgeleverde werk. Deze ontevredenheid zit hem vooral in slordigheden in het afgeleverde werk. Het niet nakomen van afspraken of het maken van fouten tijdens werkzaamheden. Daarnaast geven verpleegkundigen aan dat er minder aandacht aan het werk besteed wordt dan nodig is.

Bij de gezondheidsschaal is geconstateerd dat een aanzienlijk aantal verpleegkundigen gezondheidsklachten hebben die naar hun oordeel samenhangen met het werk. Van de verpleegkundigen zijn er 15 van de 100 met werkgerelateerde klachten. De belangrijkste belastende factor voor de gezondheid is de hoge fysieke belasting die verpleegkundigen ervaren.

3

Page 4: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Voorwoord

Dit onderzoek is door ondergetekende uitgevoerd in het kader van mijn opleiding Personeel & arbeid. Het onderzoeksrapport dat voor u ligt is het eindproduct van de bachelor. Het thema van het onderzoek is de hoogte van de werkdruk bij verpleegkundigen en is uitgevoerd bij het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen. Dankzij de hulp van een aantal personen is het gelukt om binnen 7 maanden mijn afstudeeronderzoek af te ronden. Ik wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun adviezen, inbreng en steun, gedurende mijn afstudeeronderzoek.

Allereerst wil ik Benedicte Soyer ontzettend bedanken voor haar begeleiding. Haar kritische blik als begeleidster hebben mij geholpen het onderzoek tot een goed resultaat te brengen. Verder heeft zij in haar rol als sparringpartner een waardevolle en motiverende bijdrage geleverd en mij geïnspireerd bij de aanpak van het onderzoek. Tevens wil ik Jacqueline Bras hartelijk bedanken. Zij heeft mij, het afgelopen jaar, met haar kennis en het vertrouwen dat ze me heeft gegeven, ontzettend geholpen om me professioneel te ontwikkelen.

Daarnaast wil ik graag mijn scriptiebegeleider Geert Kalsbeek bedanken. Op het juiste moment, werd ik vaak op de juiste kant opgestuurd. Dank daarvoor.

Daarnaast gaat mijn dank uit naar de organisatie het CWZ. Ik blij dat het CWZ de gelegenheid en het vertrouwen heeft gegeven om het onderzoek binnen hun organisatie uit te voeren. Speciale dank gaat uit naar de p&o –adviseurs en de manager bedrijfsvoering die mij de kans hebben geboden om het onderzoek uit te voeren.

Tot slot wil ik de respondenten bedanken voor hun medewerking aan de enquête. Zonder hun medewerking was het niet mogelijk geweest dit onderzoek uit te voeren.

Nijmegen, mei 2009

Jaap Heijdens

4

Page 5: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1: Inleiding

1.1 Aanleiding tot het onderzoek 61.2 Doel en doelgroep omschrijving 61.3 De Opdracht 61.4 Verwachtingen en onderzoeksmodel 7 t/m 81.5 Vooruitblik 8

Hoofdstuk 2: Probleemstelling

2.1 Psychosociale Arbeidsbelasting 92.2 Geschiedenis Psychosociale Arbeidsbelasting 92.3 Werkdruk en werkstress 9 t/m 102.4 Feiten en cijfers werkdruk in Nederland 10 t/m 112.5 Werkdruk en werkstress in de zorg 112.6 Meetinstrument Quickscan Werkdruk 11 t/m 132.7 Toekomstige ontwikkelingen in de zorg 132.8 Onderzoeksvragen 13 t/m 14

Hoofdstuk 3: Onderzoeksmethode

3.1 Onderzoeksmethode 153.2 Respondenten 153.3 Procedure 15 t/m 16

Hoofdstuk 4: Resultaten

4.1 Respons 174.2 Hoogte van de werkdruk op de onderzochte afdelingen 184.2.1 Overwerk 184.3.1 Deelvraag 1 194.3.2 Deelvraag 2 19 t/m 214.3.3 Deelvraag 3 22 t/m 234.3.4 Deelvraag 4 23 t/m 24

Hoofdstuk 5: Conclusies en discussie

5.1 Conclusie 25 t/m 265.2 Discussie 26 t/m 28

Hoofdstuk 6: Aanbevelingen

6.1 Meetinstrument 296.2 Oorzaken 296.3 Externe factoren 306.4 Gevolgen van werkdruk 30

Referenties 31

Bijlage

Bijlage 1 Frequentie overzicht 32 t/m 35Bijlage 2 Antwoorden op de open vraag 36 t/m 37Bijlage 3 Tijd voor zorg 38 t/m 39Bijlage 4 Zelfroosteren 40 t/m 44Bijlage 5 Alle resultaten van de oorzaken 45

5

Page 6: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

1 Inleiding

1.1 Aanleiding tot het onderzoekHet onderzoek binnen het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) gaat zich richtten op werkdruk bij de functiegroep verpleegkundigen. Aanleiding voor onderzoek naar werkdruk is de lage score bij het Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) van 2008.

Werkdruk is door de P&O –afdeling opgenomen in het jaarplan 2009 met als doel er extra aandacht aan te besteden. De laatste jaren zijn er geen afdeling overstijgende activiteiten geweest om de werkdruk in kaart te brengen of te verlagen.

Het is verplicht voor het CWZ om zich te houden aan de nieuwe Arbo –wetgeving. De nieuwe Arbo –wetgeving verplicht het CWZ maatregelen te nemen ter voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting. Werkdruk is naast agressie, grensoverschrijdend intimiderend gedrag en traumatische ervaringen, een belangrijke oorzaak van de psychosociale arbeidsbelasting en komt ook als risico naar voren in de Risico inventarisatie & Evaluatie (RI&E).

Daarnaast heeft onderzoek door TNO uitgewezen dat verpleegkundigen en verzorgenden een hogere fysieke belasting en een hogere werkdruk hebben dan andere beroepsgroepen (TNO, Douwes, van den Heuvel, Sonneveld, 2008). Met het oog op een krimpende beroepsbevolking, groeiende vraag naar complexe zorg en een vergrijzende bevolking is het belangrijk dat de branche en het CWZ hier verder onderzoek naar gaat doen.

1.2 Doel en doelgroep omschrijvingVeel verpleegkundigen ervaren de werkdruk (MTO 2008) als hoog en geven hiermee een belangrijk signaal af. Aan het CWZ en mij de taak om te onderzoeken welke oorzaken verantwoordelijk zijn voor de hoge werkdruk en te adviseren over de mogelijke maatregelen.

Het doel is dus eerst te meten of verpleegkundigen daadwerkelijk werkdruk ervaren en zo ja in welke mate. Daarnaast wordt er samen met de P&O –adviseurs en de teamleiders in kaart gebracht wat de oorzaken zijn van de eventuele werkdruk en welke gevolgen dit heeft op de lichamelijke en fysieke gezondheid van de verpleegkundigen.

De onderzochte doelgroep voor het onderzoek werkdruk zijn verpleegkundigen van de afdelingen intensive care, medium care en interne geneeskunde van het CWZ. De keuze voor deze afdelingen is gemaakt op basis van het plan van aanpak MTO 2008. Deze verschillende afdelingen hebben allemaal aangegeven bij hun plan van aanpak dat ze met werkdruk aan de slag willen gaan.

1.3 De opdrachtUitgangspunt voor het onderzoek vormde de opdracht zoals die in mijn vorige stageperiode aan mij is voorgelegd.

Doe onderzoek onder verpleegkundigen in het CWZ naar werkdrukbeleving en werklast. Probeer daarbij te achterhalen welke oplossingsrichtingen er zijn om een hoge werkdruk te verminderen.

Gezien de beschikbare tijd voor het onderzoek bleek al snel dat het verstandiger was om te kiezen voor een onderzoek bij een beperkt aantal afdelingen. Onderzoek onder de gehele groep van verpleegkundigen was qua grootte en organisatorisch niet haalbaar. De vele overlegorganen, de vele voorgaande onderzoeken in het laatste halfjaar in het CWZ en mijn onervarenheid als onderzoeker gaven de doorslag om het onderzoek in te

6

Page 7: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

perken. Uiteindelijk wordt er dus op een zevental afdelingen onderzoek gedaan naar werkdruk en wordt er getest of het instrument voldoet aan de verwachtingen.

Gaande weg het traject werd er vanuit de opdrachtgever een steeds sterkere behoefte geuit om naast de werkdruk ook de oorzaken in kaart te brengen. Deze behoefte werd niet alleen vanaf het begin door de P&O -afdeling geuit maar later in het traject ook door de managers bedrijfsvoering en de teamleiders. Het doel van de oorzaken in kaart brengen was de mogelijkheid om met de resultaten doelgericht aan de slag te kunnen.

Het was daarin tegen niet verstandig werklast mee te nemen in dit onderzoek. Het gaf simpelweg te veel problemen met de beschikbare tijd. Werklast is een geheel op zichzelf staand onderzoek, waarbij je daadwerkelijk objectief gaat meten hoeveel werk een medewerker op een dag verzet. Werkdruk en werklast zijn dus twee verschillende soorten onderzoeken. Om twee onderzoeken tegelijkertijd uit te voeren betekende een te grote belasting voor de onderzochte afdelingen. Na overleg met de opdrachtgever kwam naar voren dat er meer prioriteit gegeven werd aan een onderzoek naar werkdruk.

Uit de enigszins ingekorte opdracht is een eerste hoofdvraag afgeleid. Deze luidde als volgt:

Ervaren verpleegkundigen werkdruk en zo ja, wat zijn hiervoor de belangrijkste oorzaken?

1.4 Verwachtingen en onderzoeksmodel

1.4.1 Het onderzoeksmodel

De QuickScan Werkdruk meet in de eerste plaats of medewerkers werkdruk ervaren en in welke mate. Aan de hand van acht vragen wordt hier in de vragenlijst specifiek op ingegaan.

Daarnaast meet de QuickScan Werkdruk belastende factoren die bepalen of werkdruk tot lichamelijke of psychische klachten leidt. Van belang zijn de mate waarin een medewerker zelf invloed kan uitoefenen op het werk (regelmogelijkheden) en of men zich in het werk kan ontplooien. Ook de mate waarin mentale, fysieke en/of emotionele belasting aanwezig is, heeft invloed op het ontstaan van lichamelijk en psychische klachten.

Als het gaat om de negatieve gevolgen van te hoge werkdruk onderscheidt de QuickScan Werkdruk de volgende aspecten: kwaliteit van het werk, vermoeidheid en gezondheidsklachten.

Ten slotte besteedt de QuickScan Werkdruk aandacht aan de zeven meest voorkomende oorzaken van werkdruk: planning, de rol van de leiding, tijdelijk personeel, automatisering, hulpmiddelen, opleidingen en multi-inzetbaarheid. Deze 7 oorzaken zijn voortgekomen bij de constructie van de schalen.

7

Page 8: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

1.4.2 VerwachtingenHet onderzoek richt zich op de oorzaken, de daadwerkelijke werkdruk binnen een afdeling en de gevolgen voor verpleegkundigen op hun gezondheid. Vorig jaar is bij het MTO 2008 al gebleken dat verpleegkundigen werkdruk ervaren. Echter deze meting beperkte zich alleen tot een viertal vragen over werkdruk.

Ondanks de vorige beperkte meting veronderstel ik dat verpleegkundigen op de afdeling interne geneeskunde, intensive care en medium care een hoge werkdruk ervaren. Deze verwachting is gebaseerd op voorgaande onderzoeken in de zorgsector, waarbij werkdruk samen met een hoge fysieke belasting meerdere malen zijn geconstateerd.

1.5 vooruitblikIn hoofdstuk twee staat de probleemstelling en de probleembeschrijving centraal. Vanuit verschillende invalshoeken wordt het begrip werkdruk benaderd en er wordt aandacht besteed aan de externe omgevingsfactoren en de interne ontwikkelingen van het CWZ.

Hoofdstuk 3 richt zich op de onderzoeksmethode. Doel van de methode van onderzoek is om het onderzoek niet alleen te beschrijven maar ook te verantwoorden. Daarom wordt er aandacht besteed aan de onderzoeksmethode zelf, respondenten en de procedure.

Hoofdstuk 4 bestaat uit de behaalde response bij het onderzoek en worden de belangrijkste resultaten weergegeven van de verschillende deelvragen. Hoofdstuk 5 is het gedeelte waar de conclusies worden beschreven en wordt er bij het discussie stuk, dieper in gegaan op het onderzoeksproces en op alternatieve verklaringen voor de gevonden resultaten. Het laatste onderdeel hoofdstuk 6 bestaat uit adviezen om de problemen omtrent werkdruk te verminderen.

8

Page 9: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

2. Probleembeschrijving en Probleemstelling

Bij de probleembeschrijving en probleemstelling wordt eerst aandacht besteed aan de wettelijke verplichtingen van het CWZ omtrent de terugdringing van de Psychosociale arbeidsbelasting. Om het onderzoek in historisch perspectief te plaatsen wordt daarna kort in gegaan op de veranderingen binnen het arbeidsproces sinds de industriële revolutie.

Omdat werkdruk en werkstress containerbegrippen zijn wordt er bij 2.3 aandacht besteed aan de afbakening van deze begrippen en gaan we de diepte in met de bespreking van een aantal bestaande theorieën omtrent werkdruk. Het volgende hoofdstuk staat in het teken van de feiten en cijfers omtrent werkdruk in Nederland.

Om steeds meer tot de kern van het onderzoek te komen wordt er daarna de werkdruk en werkstress in de zorg besproken. Het volgende hoofdstuk geeft meer inzicht in de betrouwbaarheid, de referentiegroep en de toepasbaarheid van het gekozen meetinstrument. Bij 2.7 wordt er kort aandacht besteed aan de verwachte toekomstige ontwikkeling in de zorg. En als laatste zullen de definitieve onderzoeksvragen worden besproken.

2.1. Psychosociale arbeidsbelasting Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) is op 1 januari 2007 opgenomen in de Arbowet. Deze wet verplicht werkgevers maatregelen te nemen PSA te voorkomen en haar werknemers tegen PSA te beschermen (artikel 2.15 Arbowet, BW). Werkgevers worden verplicht onderzoek te doen naar arbeidsrisico’s en preventief beleid te ontwikkelen. Onder PSA verstaat het burgerlijk wetboek, onderdeel Arbowet artikel 3:

Seksuele intimidatie, agressie en geweld; discriminatie (30 juni 2009 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen waardoor

discriminatie is toegevoegd aan de opsomming van onderwerpen die nu onder PSA valt.); pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg brengt.

2.2 Geschiedenis Psychosociale ArbeidsbelastingWerknemers krijgen in toenemende mate steeds meer te maken met veranderingen in het arbeidsproces. Veel mensen zijn tegenwoordig werkzaam in de dienstensector. Terwijl werk vroeger vooral fysiek zwaar was hebben werknemers nu meer last van mentale en emotionele belasting. Door organisatieveranderingen, intensivering van de arbeid en nieuwe productie –en management concepten worden werknemers in hoge mate geconfronteerd met continue veranderingen. De risico’s van het verrichten van arbeid verschuiven van het materiële en fysieke vlak naar het psychosociale vlak. Psychosociaal heeft te maken met cognitieve, emotionele en sociale aspecten (Gaillard, 2003). De overheid heeft daarom besloten deze psychosociale aspecten samen te vatten in de hierboven benoemde aspecten.

2.3 Werkdruk en werkstressHet begrip werkdruk wordt vaak als paraplubegrip gebruikt voor een breed aantal werkgerelateerde knelpunten. Om verwarring te voorkomen hanteer ik bij mijn onderzoek de wereldsgezondheidsorganisatie (WHO) definitie. Deze luidt:

‘Werkdruk ontstaat als een medewerker, niet, of met moeite binnen de beschikbare tijd kan voldoen aan de gestelde eisen’.

Er is dus sprake van werkdruk als een medewerker structureel niet kan voldoen aan de kwantitatieve of kwalitatieve eisen. De medewerker heeft dus onvoldoende mogelijkheden om de achterliggende oorzaken van de problemen op te lossen. Werkstress is daar in tegen de lichamelijke en psychische reactie op een te hoge werkdruk.

9

Page 10: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Werkdruk hoeft in eerste instantie geen probleem te zijn, mensen worden vaak door een hogere werkdruk gestimuleerd om maximaal te presteren. In het vitamine model van Warr (1987) wordt voorspeld dat werkdruk in eerste instantie een positieve invloed heeft op de gezondheid. Echter naar mate deze invloed blijft stijgen neemt deze positieve invloed af. Enige werkdruk heeft dus een gunstige werking maar een te hoge werkdruk is juist schadelijk.

Werkdruk kan dus leiden tot spanning en stress op het werk. In het job demand en control model van Karasek & theoroll (1990) wordt niet alleen werkdruk als belangrijke factor gezien. Maar ook de mate waarin medewerkers controle kunnen uitoefenen op de eisen die aan hen worden gesteld. Er is dus meer kans op werkstress als een medewerker hoge taakeisen ervaart en weinig ruimte heeft om zijn eigen werk te sturen.

De modellen van Lazurus (1966; Transactional Process Theory) en French (1982; Person –Envorinment Fit) voegen hieraan toe dat niet alleen de controle die een medewerker heeft op zijn werk van belang is maar ook de balans tussen de vaardigheden van de medewerker en de eisen die aan hem worden gesteld. Het State -Trait Process model van Spielberger (1972) voegt hier de persoonlijkheidskenmerken aan toe. Elk individueel persoon reageert anders op werkdruk, deze reactie beïnvloedt de werkdruk.

Klein Hesselink (2001) en Vagg, Speilberger en Wassala (2002) zijn het niet eens of het niveau van invloed is op het ontstaan van werkstress. Vagg, Speilberger en Wassala (2002) stellen dat het geslacht en het niveau waarop de persoon werkt invloed uitoefent op het ontstaan van stress. Mannen en vrouwen ervaren in hun onderzoek verschillende situaties als stressvol. Medewerkers die meer verantwoordelijkheid hebben ervaren door hun hogere functie meer stress. Klein Hesselink (2001) is het hier niet mee eens. Hij veronderstelt dat in moderne werksituaties er geen onderscheid meer gemaakt kan worden tussen verschillende lagen binnen een organisatie. Wel wordt er door Klein Hesselink verondersteld dat geslacht invloed uitoefent op werkstress en dat bereidheid om te veranderen positief samenhangt met werkdruk.

2.4 Feiten en cijfers werkdruk in NederlandOnderzoek door TNO en CBS heeft uitgewezen dat de werkdruk de afgelopen drie jaar een licht stijgende trend vertoond. Bij de laatste meting in 2006 gaf 34 % van de ondervraagde aan altijd te werken onder een hoge werkdruk. Nederland wijkt hiermee niet af van andere Europese landen en zit met de werkdruk rond het Europese gemiddelde. Tabel 1 geeft per sector de gemeten werkdruk weer.

Tabel 1

10

Page 11: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

De sectoren met de hoogste werkdruk in Nederland zijn het onderwijs, gezondheidszorg en de financieel dienstverlening. Bij het onderwijs geeft 40% van de ondervraagde aan vaak tot altijd onder hoge werkdruk te werken. Bij de financieel dienstverlening en de gezondheidszorg heeft 37% met een hoge werkdruk te maken. De landbouwsector heeft de laagste werkdruk (15%).

Naar voren is gekomen dat sommige groepen meer te maken hebben met een hoge werkdruk dan andere groepen. Een aantal kenmerken zijn:

Hoe groter het bedrijf, hoe hoger de werkdruk. Bij de bedrijven van meer dan 100 medewerkers ervaart 37% een hoog werkdruk terwijl bedrijven met 1 tot 5 werknemers het percentage ligt op 22%.

Mannen ervaren iets meer werkdruk dan vrouwen. Echter dit verschil is klein. De werknemers tussen de 25 en de 54 jaar ervaren de hoogste werkdruk. De laagste werkdruk wordt

ervaren door de groep 15 t/m 24.

2.5 Werkdruk en werkstress in de zorgIn totaal werken er in de algemene ziekenhuizen en de Universitair Medisch Centra (UMC’s) 148.000 verpleegkundigen (bron: CBS 2006) Zowel algemene ziekenhuizen als UMC’s hebben een Arboconvenant afgesloten. Voor de algemene ziekenhuizen zoals het CWZ was de aanpak van het convenant gericht op fysieke belasting, werkdruk, agressie en geweld.

Uit TNO onderzoek, het grote gevaar van de zorg in opdracht van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) wordt duidelijk dat verpleegkundigen en verzorgenden een hoge fysieke belasting en een hogere werkdruk hebben dan andere beroepsgroepen. De fysieke belasting is een bekend arbeidsrisico in de zorgsector. In veel zorgsectoren is er sprake van een hoge werkdruk ontstaan doordat er te weinig personeel is om het werk te kunnen doen. Dit brengt niet alleen werkstress en een hoger ziekteverzuim met zich mee maar is ook een belangrijk aandachtspunt voor het behoud van de arbeidscapaciteit.

Binnen het ziekenhuis zijn er een aantal specifieke risico’s (sectorfondsen zorg en welzijn, Utrecht, 2004) die de kans op een hogere werkdruk en PSA vergroten. Zo is direct en frequent contact met patiënten typerend voor de zorg. Dit vergroot de kans op ongewenst gedrag en traumatische ervaringen. Tevens wordt het personeel vaak geconfronteerd met beperkte regelmogelijkheden, een gebrekkig leerklimaat en een relatief hoge mentale belasting.

11

Page 12: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Spielberger beschreef al in 1972 dat persoonlijkheidskenmerken een rol spelen in de mate van de beleving van werkdruk. Een kenmerk van de groep verpleegkundigen is dat ze vaak een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Het is bekend dat medewerkers met een groot verantwoordelijkheidsgevoel eerder last krijgen van een hoge werkdruk.

2.6 Meetinstrument Quickscan WerkdrukHet meetinstrument dat gebruikt gaat worden om de werkdruk bij verpleegkundigen te meten is de Quickscan werkdruk 3.0 ontwikkeld door humantix in samenwerking met de FNV. De vragenlijst is gebaseerd op het proefschrift van dr. Jan Warning met als thema, werkdruk nieuw vakbondsthema. De uiteindelijke vragenlijst in de Quickscan Werkdruk is een uitbreiding van de lijst gebruikt in het proefschrift.

De Quickscan werkdruk is ontwikkeld met als doel te meten of medewerkers werkdruk ervaren en zo ja, in welke mate. Daarnaast worden ook de belangrijkste oorzaken en gevolgen in kaart gebracht. Om meer inzicht te krijgen in de opbouw van het meetinstrument wordt er eerst aandacht besteed aan de constructie van de schalen en de betrouwbaarheid van deze schalen. Het tweede onderdeel richt zich op de referentiegroep en de bepaling van het nulpunt (geen werkdruk). Het laatst onderdeel besteedt aandacht aan de toepasbaarheid van het meetinstrument en het belang daarvan voor de organisatie.

2.6.1 BetrouwbaarheidBelangrijk bij het ontwikkelen van de vragenlijsten voor het meetinstrument was de constructie van de schalen. Met behulp van schalen wordt het begrip werkdruk verder uitgewerkt en beschreven. Om tot de constructie van de schalen te komen hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van de factoranalyse. Statistische manier om in een databestand een samenhang te vinden tussen verschillende groepen items (vragen). Bij de QSW zijn er zeven relevante items gevonden wat heeft geleid tot zeven schalen. De Cronbach’s Alpha geldt als indicatie voor de betrouwbaarheid. Een score van hoger dan 0,65 wordt beschouwd als een betrouwbare schaal.

Tabel 2. De zeven schalen en de bijbehorende Cronbach’s Alpha.

Schaal cronbach’s Alpha

Werkdruk 0,84

Vermoeidheid 0,77

Fysieke belasting 0,76

Invloed van de werkprocessen 0,77

Mentale belasting 0,68

Ontplooiing 0,67

Gezondheid 0,69

12

Page 13: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

2.6.2 ReferentiegroepOm de resultaten in een bepaald perspectief te plaatsen is het belangrijk om een referentiegroep te hebben. Bij de Quickscan Werkdruk is er in de testfase onderzoek gedaan bij zeven bedrijven met samen 1250 medewerkers. Deze bedrijven zijn werkzaam in verschillende soorten branches zoals het bankwezen, bouwnijverheid, de media, groothandel, de industrie en een ingenieursbedrijf. Zowel grote als kleine bedrijven worden in het onderzoek vertegenwoordigd.

Na afloop van het onderzoek bij deze bedrijven is de vragenlijst definitief vastgesteld. De onderzochte groep werknemers in de verschillende bedrijven vormen de referentiegroep voor de resultaten bij het CWZ. Er is onderscheid gemaakt in groepen met ‘geen’ of ‘weinig werkdruk’ en andere groepen die wel werkdruk voelde. Het onderscheid is gemaakt door de vraag is er genoeg tijd om het werk af te krijgen? Respondenten met het antwoord ‘altijd’ of ‘vaak’ werden ingedeeld in de categorie ‘geen of weinig werkdruk’. Deze groep werd gebruikt om het nulpunt op de schaal werkdruk en op de andere schalen te berekenen. Als een afdeling bij het CWZ op de schaal werkdruk een 0 scoort betekent dat dus dat ze ‘geen of weinig werkdruk ervaren.

2.6.3 ToepasbaarheidBij de keuze voor het meetinstrument is er rekening gehouden met de toepasbaarheid, beschikbaarheid, doelgerichtheid en wetenschappelijke basis van het instrument. Het instrument is makkelijk in te zetten voor mensen met weinig expertise op het gebied van werkdruk. Doordat het instrument makkelijk te hanteren is, kan het instrument ook in de toekomst door de P&O –afdeling en teamleiders van het CWZ worden gebruikt bij onderzoek naar werkdruk. Het instrument is vanaf nu beschikbaar bij de P&O –afdeling en geeft de onderzochte afdelingen de mogelijkheid om tweede meting te doen om te onderzoeken of de genomen maatregelen geleid hebben tot het gewenste effect.

De Quickscan Werkdruk heeft als voordeel dat het niet alleen meet of er werkdruk is op een afdeling maar ook wat de eventuele oorzaken zijn van deze waargenomen werkdruk. Dit geeft een afdeling de mogelijkheid om doelgericht met werkdruk aan de slag te gaan. Door de uitgebreide testfase van het meetinstrument - gebaseerd op meer dan 12:000 ingevulde vragenlijsten over werkdruk -krijgt het CWZ de mogelijkheid om op een wetenschappelijke manier onderzoek te doen naar werkdruk.

2.7 Toekomstige/ontwikkelingen in de zorgOm het belang van onderzoek naar werkdruk te benadrukken is het noodzakelijk te kijken naar de verwachte ontwikkelingen in de toekomst. Het laatste onderdeel van de probleembeschrijving besteed daarom aandacht aan de toekomstige vergrijzing, het tekort aan personeel in de zorg en aan een aantal ongunstige gezondheidstrends binnen de Nederlandse maatschappij.

2.7.1 Vergrijzing en het verwachte tekort aan personeelDe komende jaren gaat de vergrijzing toenemen waardoor er meer zorgcapaciteit nodig zal zijn. De bevolking wordt steeds ouder en de vraag naar zorg gaat de komende jaren toenemen (SER; 2006, Kwartel e.a., 2007). Doordat de levensverwachting van de bevolking hoger wordt neemt ook het aantal niet-gezonde levensjaren toe. Dit in combinatie met meer chronische zieken zorgt ervoor dat de vraag naar personeel in de zorg gaat toe nemen. Onderzoek heeft uitgewezen dat in 2011, 26% van de medewerkers in de zorg ouder is dan 50 jaar. De verwachting is dat de vervangingsvraag vanaf 2015 een rol gaat spelen in de zorg (Windt e.a. 2007; SER 2006).

Een andere nieuwe ontwikkeling is dat patiënten steeds korter in het ziekenhuis verblijven, wat van direct invloed is op de belasting en gezondheidsrisico’s van verpleegkundigen en verzorgenden. Kortom de intensiteit van de zorgvraag neemt toe. De komende jaren is dus van belang om uitval te voorkomen en de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten.

13

Page 14: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

2.7.2 Leefstijl van de maatschappij Ongunstige gezondheidstrends zijn ook van invloed op de toenemende vraag naar zorg (overgewicht, weinig bewegen, gebruik tabak en alcohol) (Kwartel e.a., 2007). Door deze ontwikkelingen is er in de komende jaren een personeelstekort te verwachten bij verzorgend en verplegend personeel over de hele linie en in verpleeg- en verzorgtehuizen in het bijzonder (Windt e.a. 2007; SER, 2006). Als aan deze vraag niet kan worden voldaan dan zal de werkdruk een steeds groter probleem worden.

Ten slotte is er in de zorg, net als in andere sectoren aandacht nodig voor de leefstijl van verpleegkundigen en verzorgenden. Overgewicht is bijvoorbeeld een probleem dat enerzijds leidt tot verminderende belastbaarheid en toenemend ziekteverzuim (CBS 2007) van verpleegkundigen anderzijds betekent dit dat verpleegkundigen geconfronteerd worden met steeds zwaarder wordende patiënten.

2.8 De onderzoeksvragenOp basis van de bestudeerde literatuur kan de hoofdvraag gepreciseerd worden en kan een vijftal onderzoeksvragen worden afgeleid. De hoofdvraag luidt nu als volgt.

Ervaren de verpleegkundigen op de afdeling intensive care, medium care en interne geneeskunde werkdruk en zo ja, wat zijn hiervoor de belangrijkste oorzaken en wat zijn de gevolgen voor verpleegkundigen?

De hoofdvraag wordt uitgewerkt in 5 Onderzoeksvragen:

1. Wat is de hoogte van de werkdruk op de zeven afdelingen?2. Hoe hoog is de score belastende factoren?3. Welke gevolgen heeft werkdruk op de lichamelijke en psychische gesteldheid van de verpleegkundigen

in het Cwz?4. Wat zijn de belangrijkste oorzaken van werkdruk?5. Is het instrument ook in toekomst ziekenhuisbreed inzetbaar?

De Nederlandse Arbo –wet verplicht ons maatregelen te nemen om PSA te voorkomen en terug te dringen. Uit onderzoek is dan ook gebleken dat verzorgenden & verpleegkundigen geconfronteerd worden met een hogere fysieke belasting en een hogere werkdruk. Met het oog op de toekomst, de krimpende beroepsbevolking, toename in de vraag naar complexe zorg en ongunstige gezondheidstrends is het belangrijk om uitval te voorkomen en de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten.

14

Page 15: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

3. Methode van het onderzoek

In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksmethode beschreven en verantwoord. Eerst wordt in 3.1 de gekozen methode in grote lijnen uitgelegd en waarom er bijvoorbeeld gekozen is voor een enquête met gesloten vragen. Bij 3.2 wordt uitgelegd welke groep onderzocht wordt en op welke afdelingen zij werkzaam zijn. Bij 3.3 wordt de procedure beschreven van het begin tot de eindfase van het onderzoek en welke keuzes er gemaakt zijn. Doel van de methode van onderzoek is om het onderzoek niet alleen te beschrijven maar ook te verantwoorden.

3.1 OnderzoeksmethodeBij het onderzoek naar werkdruk is er gekozen om niet zelf een vragenlijst te ontwikkelen maar te kiezen voor een bestaand meetinstrument. Het ontwikkelen van een goede vragenlijst kost namelijk veel tijd en deskundigheid. De Quickscan Werkdruk heeft ook een aantal voordelen zoals eenvoudig toepasbaar, heeft een grote referentiegroep en voldoet aan alle eisen van wetenschappelijk onderzoek. Om het onderzoek zo betrouwbaar mogelijk te krijgen, was het verstandiger om te kiezen voor de Quickscan Werkdruk.

Om de werkdruk bij verpleegkundigen te onderzoeken is er de keuze gemaakt om kwantitatief onderzoek te gaan doen door middel van een schriftelijke enquête. Deze vragenlijst bevat 18 vragengroepen en bestrijkt daarmee de meest relevante aspecten van werkdruk. Bij een schriftelijke enquête kan er gebruik worden gemaakt van gesloten en open vragen. De QWS heeft gesloten vragen waarbij de antwoordmogelijkheden van tevoren worden aangegeven. Hierdoor worden respondenten gedwongen een keuze te maken tussen de verschillende antwoordden. Het voordeel van deze werkwijze ligt in de verwerking. Gesloten vragen zijn namelijk makkelijker statistisch te verwerken. Voor de respondent is er het voordeel dat zij makkelijker en sneller kunnen antwoordden.

Open vragen geven de respondent de mogelijkheid zijn eigen antwoord te formuleren, hierdoor krijg je als onderzoeker een duidelijker beeld van de mening van de respondent. Het probleem zit hem echter in het coderen achteraf, je kunt namelijk antwoordden van de verschillende respondenten moeilijker vergelijken. Om toch een completer beeld van de organisatie te krijgen is ervoor gekozen om een open vraag aan de enquête toe te voegen. Deze open vraag geeft de verpleegkundigen de mogelijkheid om nog op en aanmerkingen te maken over onderdelen/problemen die ze hebben gemist in de enquête werkdruk. (zie bijlage 2)

De schriftelijke enquête bestaat dus uit gesloten vragen, gegroepeerd in 18 schalen die gezamenlijk alle thema’s van werkdruk behandelen. Er is bewust gekozen voor een vierpuntsschaal in plaats van een vijfpuntsschaal. Bij een oneven schaal zoals een vijfpuntsschaal wordt er nogal eens gekozen voor een neutrale middenpositie. Met het oog op het onderzoek zijn die soort resultaten weinig bevredigend.

3.2 RespondentenDe respondenten van het onderzoek naar werkdruk zijn verpleegkundigen van het CWZ te Nijmegen. Binnen het onderzoek wordt er onderscheid gemaakt in niveau, leeftijd, parttime/fulltime en vast contract of oproepcontract. De afdelingen die meedoen aan het onderzoek zijn intensive care, medium care en interne geneeskunde. Interne geneeskunde is een verzamelnaam voor een vijftal verpleegafdelingen. De totale onderzoekspopulatie bestaat uit 195 verpleegkundigen.

3.3 Procedure Om de juiste afdelingen te benaderen is er eerst gekeken welke afdelingen behoefte hadden aan ondersteuning bij het oplossen van werkdruk. De keuze voor de uiteindelijke afdelingen is gemaakt op basis van het plan van aanpak MTO 2008. Bij het MTO is er door deze afdelingen een hogere werkdruk geconstateerd dan wenselijk was.

15

Page 16: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

In samenspraak met de desbetreffende P&O- adviseurs, zijn er gesprekken gevoerd met de managers bedrijfsvoering en de directe teamleiders van de afdelingen. Deze gesprekken en presentaties waren erop gericht draagvlak te creëren voor het onderzoek, uitleg te geven over het meetinstrument en het belang van het onderzoek te benadrukken. Gezamenlijk is er besloten hoe het onderzoek het beste uitgezet kon worden, wat er met de resultaten gaat gebeuren en op welke manier we het onderzoek zouden gaan communiceren. Deze benadering heeft geleid tot meer betrokkenheid en meer invloed voor de teamleiders van de desbetreffende afdelingen.

Met de teamleiders is afgesproken dat zij verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van de enquêtes. Er is bewust niet voor gekozen de enquêtes te versturen naar de huisadressen omdat deze benadering vrij onpersoonlijk overkomt. Daarnaast hebben verpleegkundigen dit jaar al een groot aantal onderzoeken meegemaakt en zijn ze als groep vaak benaderd om enquêtes in te vullen. Juist door de verpleegkundigen persoonlijk te benaderen hopen we de response te verhogen. De verpleegkundigen kunnen de enquêtes weer inleveren in de daarvoor speciaal neergezette bak op de afdeling. De duur van het onderzoek is twee weken. Er is besloten om de responstijd kort te houden omdat vorige onderzoeken uit hebben gewezen dat een korte reageertijd de response ten goede komt.

De Quickscan werkdruk instrument heeft als beperking een maximale invoer van 100 enquêtes per onderzoek. Er zijn 112 ingevulde enquêtes terugkomen van de in totaal 195 uitgezette enquêtes. Om dit probleem op te lossen is ervoor gekozen at random 12 enquêtes uit de stapel te halen.

De afdelingen interne geneeskunde en de zorgunit Intensive Care en Medium Care hebben wel beide de volledige rapportage teruggekregen met daarin alle ingevulde enquêtes. Afzonderlijk deden er namelijk geen problemen voor met de overschrijding van het maximum van 100 enquêtes per onderzoek.

Om problemen rondt de betrouwbaarheid van het onderzoek te voorkomen is er besloten gebruik te maken van een bestaand meetinstrument. Voor het onderzoek zijn de afdelingen Interne Geneeskunde (vijf afdelingen), Intensive Care en Medium Care benadert. De keuze voor de afdelingen is gemaakt op basis van het plan van aanpak MTO 2008. De totale onderzoekspopulatie bestaat uit 195 verpleegkundigen.

16

Page 17: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

4. Resultaten

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de gehouden enquête onder verpleegkundigen in het CWZ besproken. Allereerst wordt ingegaan op de respons (4.1). Bij 4.2 zullen de resultaten besproken worden van de werkdruk gemeten op de verschillende afdelingen en het gemiddelde aantal overuren, per afdeling. Vervolgens komen in de paragrafen 4.3 t/m 4.5 de resultaten met betrekking tot de drie onderzoeksvragen aan de orde. De vierde onderzoeksvraag wordt besproken bij de conclusies, discussie en de aanbevelingen en komt niet terug bij het onderdeel resultaten.

4.1 ResponsIn totaal is aan 195 verpleegkundigen een verzoek gestuurd om deel te nemen aan de enquête. Uiteindelijk is bij 112 verpleegkundigen een enquête afgenomen. Van deze enquêtes waren alle 112 enquêtes bruikbaar. Maar er zijn vanwege de beperkingen binnen het instrument 100 gebruikt. Hierdoor komt de totale response van het onderzoek uit op 51,28%.

Tabel 3 geeft het aantal respondenten per organisatie onderdeel weer. De hoogste response is behaald op de afdeling dermatologie met een score van 65%. De afdeling medium care heeft de lage response binnen het onderzoek met een score van 30%.

Tabel 3: Aantal respondenten, per organisatieonderdeelAfdeling Grootte van de

afdelingAantal respondenten

Dermatologie

Interne geneeskunde

Maag/darm en lever

Onocologie

Nefrologie

Intensive Care

Medium Care

26

25

23

40

21

40

20

17 (65%)

11 (44%)

14 (61%)

25 (62%)

9 (43%)

18 (45%)

6 (30%)

17

Page 18: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Tabel 3 geeft een overzicht van de response per leeftijdsgroep en geslacht. Vrouwen in de leeftijdscategorie 25 tot en met 34 jaar hebben de hoogste respons. De categorie mannen jonger dan 25 jaar heeft geen resultaten opgeleverd. Wat opvalt, is dat er veel minder mannen deel hebben genomen aan het onderzoek dan vrouwen.

Tabel 3.1: Deelnemers aan het onderzoek naar geslacht en leeftijd.

4.2 Hoogte van de werkdruk op de onderzochte afdelingen .De afdeling Dermatologie ervaart de meeste werkdruk en bij de afdeling Onocologie is sprake van de minste werkdruk. Echter je kunt niet stellen dat de werkdruk bij Onocologie vier keer zo hoog is als bij Dermatologie. Om te weten of iets vier keer zo hoog is moet je het absolute nulpunt kunnen bepalen. Bijvoorbeeld je kunt wel stellen dat iemand twee keer zo lang is als iemand anders, maar je kunt niet zeggen dat iemand twee keer zo kwaad is als een ander. De uitslagen van de Quickscan Werkdruk zijn dus relatieve scores.

Tabel 3.2 Gemeten werkdruk bij de onderzochte afdelingen

A. Dermatologie B. Interne Geneeskunde C. Maag/Darm/Lever D. Onocologie E. Nefrologie F. Intensive Care G. Medium Care

4.2.1. OverwerkWanneer er sprake is van werkdruk kunnen medewerkers meer uren gaan werken om het werk toch af te krijgen. Het gemiddelde aantal uren overwerk geeft een indruk van de mate van werkdruk.

In tabel 3.3 is een overzicht gegeven van het aantal overuren dat gemiddeld per week wordt gemaakt, opgesplitst naar organisatie-eenheden.

18

Leeftijdsgroep Mannen Vrouwen

Jonger dan 25 jaar 0 10 25 tot en met 34 jaar 1 29 35 tot en met 44 jaar 4 2545 tot en met 54 jaar 3 1955 jaar en ouder 3 6

Page 19: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Tabel 3.3: Het gemiddelde wekelijkse aantal overuren per organisatie-eenheid

Organisatie –eenheid Overwerk

Dermatologie 1,6

Interne geneeskunde 3,1

Maag/darm en lever 1,5

Onocologie 1,5

Nefrologie 2,5

Intensive Care 2,0

Medium Care 1,8

Totaal gemiddeld 2,0

4.3 Resultaten van de deelvragen

4.3.1 Deelvraag 1: Hoe hoog is de werkdruk bij de afdelingen interne geneeskunde, intensive care en medium Care in totaal?

Over werkdruk kan het volgende worden opgemerkt: De verpleegkundigen ervaren veel problemen met werkdruk. Om beter inzicht te krijgen in de werkdruk is het belangrijk specifiek te kijken naar de oorzaken en de gevolgen van werkdruk, de belastende factoren en de regelmogelijkheden.

4.3.2 Deelvraag 2: Hoe hoog is de score bij de belastende factoren van werkdruk?De belastende factoren zijn volgens het onderzoeksmodel van invloed op de werkdruk en verantwoordelijk voor de gevolgen van werkdruk. Bijvoorbeeld een hoge fysieke belasting kan leiden tot gezondheidsklachten van verpleegkundigen en bijdragen aan een hogere werkdruk.

Fysieke belasting

Fysieke belasting kan vele oorzaken hebben zoals tillen, draaien, duwen en buigen. Daarbij worden vaak nek, schouders, armen, benen en rug belast. De combinatie van het uit oefenen van kracht, beweging en houding veroorzaakt fysieke belasting. Hoe groter de frequentie, de duur en de intensiteit des te groter de belasting.

19

Page 20: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

In de vragenlijst zijn er vijf vragen gesteld die een aantal aspecten van fysieke belasting behandelen. Een voorbeeld hiervan is de vraag ‘Moet u in uw werk bukken, trekken of boven uw macht werken?’ 53% van de ondervraagde antwoordde daarop met ‘vaak’. Hoe hoger de fysieke belasting des te groter is de kans dat werkdruk tot gezondheidsklachten leidt.

Een score van 1,51 geeft het volgende resultaat: Verpleegkundigen ervaren een hoge fysieke belasting in het werk.

Emotionele belasting

Bij emotionele belasting roept het werk emoties op bij de medewerker. Je kunt hierbij denken aan agressieve klanten, ernstig zieke mensen en overlijden, ongewenste intimiteiten, pesten etc. Door een hoge werkdruk is er vaak onvoldoende tijd om hier aandacht aan te besteden. Als het werk veel vraagt van het emotionele incasseringsvermogen kan werkdruk eerder leidden tot negatieve gevolgen. Vaak is het bij emotioneel belastend werk moeilijker om aan de eisen van het werk te voldoen.

Een score van 0,53 geeft het resultaat: Verpleegkundigen worden regelmatig geconfronteerd met situaties die emotioneel belastend zijn.

Mentale belasting

Bij mentale belasting is er gekeken naar of verpleegkundigen het werk mentaal inspannend vinden, geconcentreerd en precies moeten werken en of ze in hun werk vaak gestoord worden. Een voorbeeld van een vraag die is gesteld bij mentale belasting is: Heeft u in uw werk te maken met onverwachte situaties? De grootste groep, namelijk 59% antwoordde met ‘vaak’.

Een score van 0,78 heeft als resultaat: Verpleegkundigen vinden het werk erg emotioneel belastend vinden.

Invloed op werkprocessen

20

Page 21: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Bij het onderdeel invloed werkprocessen is er gevraagd of verpleegkundigen invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van het werk en de planning. Tevens is er gekeken naar de mogelijkheden of zij zelf de tijd kunnen bepalen voor hun werkzaamheden en of ze deel kunnen nemen aan besluiten die met hun werk te maken hebben.

Het resultaat 0,49 heeft als gevolg dat: Dat verpleegkundigen nauwelijks invloed ervaren op de inrichting van de werkprocessen.

Invloed op werktijden

Bij het onderwerp invloed op werktijden is er gevraagd of verpleegkundigen vinden dat ze in staat worden gesteld om werk en privé goed te kunnen combineren, of ze begin- en eindtijden van het werk kunnen bepalen en of er ook begrip is voor de persoonlijke omstandigheden van een medewerker.

De score van 0,95 heeft als resultaat: Verpleegkundigen vinden dat ze weinig invloed hebben op het afstemmen van de werktijden.

Ontplooiing

Bij ontplooiing gaat het erom of verpleegkundigen vinden dat zij interessant, leuk en afwisselend werk hebben en dat zij zich voldoende gewaardeerd voelen. Dit heeft te maken met de manier waarop verpleegkundigen hun eigen mogelijkheden, kennis, vaardigheden en ervaring kunnen toepassen in het werk.

De verpleegkundigen hebben geen klachten bij ontplooiing, het resultaat is -0,64 wat inhoudt: Verpleegkundigen zijn tevreden over het werk en de mogelijkheden daarin. Wat zijn de gevolgen voor verpleegkundigen van werkdruk?

Verpleegkundigen op de afdelingen intensive care, medium care en interne geneeskunde ervaren een hoge fysieke belasting. De verpleegkundigen worden regelmatig geconfronteerd met emotioneel belastende situaties en vinden het werk mentaal erg belastend. Daarnaast hebben verpleegkundigen nauwelijks invloed op de

21

Page 22: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

inrichting van de werkprocessen en weinig invloed op het afstemmen van de werktijden. De ontplooiingsmogelijkheden zijn positief. Verpleegkundigen zijn tevreden over het werk en de mogelijkheden daarin.

4.3.3 Deelvraag 3: Welke gevolgen heeft werkdruk op de lichamelijke en psychische gesteldheid van de verpleegkundigen in het CWZ?Bij dit onderdeel wordt er gekeken naar de gevolgen van werkdruk. Bij het onderzoeksmodel worden drie bekende gevolgen gemeten namelijk: kwaliteit, gezondheid en vermoeidheid. Het doel hiervan is het signaleren van eventuele problemen die kunnen leiden tot een hoger ziekteverzuim en ontevredenheid over het afgeleverde werk. Daarnaast wordt er gekeken naar lichamelijke en psychische reactie op een hogere werkdruk.

Kwaliteit

Een gevolg van werkdruk is tevredenheid over de kwaliteit van het afgeleverde werk. Binnen de vragenlijst is er bij het onderdeel kwaliteit aandacht besteed aan of er vaak fouten worden gemaakt, afspraken niet worden nagekomen, het werk minder aandacht krijgt dan nodig en of er klachten worden geuit over de service. Een voorbeeld vraag is, gebeurt het dat er in de afdeling fouten worden gemaakt of afspraken niet worden nagekomen? Van de ondervraagde antwoordde 75% met soms en 23% met vaak.

Een resultaat van 0.42 heeft als gevolg dat: Een aantal verpleegkundigen is zeer ontevreden over de kwaliteit van het afgeleverde werk.

Vermoeidheid

Vermoeidheid hoeft niet perse te leidden tot ziekteverzuim echter het kan een belangrijk signaal zijn en mogelijk een indicatie zijn voor langdurig uitval. Een voorbeeldvraag is bent u uitgerust als u weer aan het werk begint? Hierop antwoordde 32% met ‘soms’ en 57% met ‘vaak’.

Een score van 0,04 heeft het volgende resultaat: Een klein aantal verpleegkundigen voelt zich regelmatig gespannen en/of vermoeid door het werk.

Gezondheid

Het testen van de gevolgen van werkdruk op gezondheid heeft zich in deze test beperkt tot drie vragen. Bij dezen drie vragen is gekeken naar of verpleegkundigen de laatste tijd gezondheidsklachten hebben, of ze gezondheidsklachten hebben die samenhangen met het werk en hoe vaak ze zich ziek hebben gemeld het

22

Page 23: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

laatste half jaar. Bij de vraag heeft u gezondheidsklachten waarvan u denkt dat ze door het werk komen, antwoordde 17% met ja.

Gezondheid heeft een resultaat van 0,21: Dit betekend dat een aanzienlijk aantal (vijftien verpleegkundigen van de honderd) gezondheidsklachten heeft die naar hun oordeel samenhangen met het werk.

Een aantal verpleegkundigen is zeer ontevreden over de kwaliteit van het afgeleverde werk. Klein aantal van de respondenten voelt zich regelmatig gespannen/ en of vermoeid door het werk. Daarnaast kampt een aanzienlijk aantal verpleegkundigen met werkgerelateerde gezondheidsklachten.

4.3.4 Deelvraag 4: De belangrijkste oorzaken van werkdruk

De Quickscan werkdruk meet 7 oorzaken van werkdruk, een overzicht van deze resultaten kunt u terugvinden in bijlage 4. Bij dit onderdeel beperken we ons tot de belangrijkste oorzaken. Er is berekend welke oorzaken de grootste samenhang hebben met de werkdrukschaal. Hoe groter de samenhang, hoe groter de kans dat de werkdruk veroorzaakt wordt door de desbetreffende oorzaak.

Planning

Bij planning is er gekeken naar fluctuaties in de bezetting en het werkaanbod. Daarnaast is er in kaart gebracht op welke wijze het werk en de mensen verdeeld zijn over de tijd.

Met een resultaat: van 0.60 heeft planning de grootste samenhang met de werkdrukschaal.

Multi-inzetbaarheid en samenwerken.

Dit onderwerp betreft de mate waarin medewerkers ervaren dat zij multi-inzetbaar zijn, moeten bijspringen bij andere taken en veel tijd kwijt zijn met ondersteunende taken. Daarnaast is gevraagd naar competitie tussen medewerkers en of medewerkers worden afgerekend op de output die ze leveren.

23

Page 24: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Met een resultaat: van 0.39 is multi-inzetbaarheid en samenwerken de tweede belangrijkste oorzaak van werkdruk.

Tijdelijk personeel

Bij dit onderwerp gaat het erom in hoeverre medewerkers vinden dat zij veel tijd kwijt zijn met inwerken en controleren van tijdelijk personeel (inclusief stagiaires), of uitzendkrachten 'vol' in de bezetting meetellen en of tijdelijk personeel meer fouten maakt dan vast personeel.

Met een resultaat: van 0.36 wordt tijdelijk personeel als derde belangrijkste oorzaak gezien van werkdruk.

Planning heeft de grootste samenhang met werkdrukschaal daarna volgt Multi –inzetbaarheid en daarna planning. Bij belangrijkste oorzaken heb ik me beperkt tot de drie belangrijkste de andere twee oorzaken met hoge samenhang waren automatisering en hulpmiddelen en apparaten.

24

Page 25: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

5.Conclusie en discussie

5.1 ConclusieDe centrale vraag in deze scriptie luidde: hebben verpleegkundigen van de afdelingen intensive care, medium care en interne geneeskunde last van werkdruk en zo ja, wat zijn hiervoor de belangrijkste oorzaken en wat zijn de gevolgen voor verpleegkundigen? Het onderzoek heeft aangetoond dat verpleegkundigen veel problemen ervaren met werkdruk. Aan de oorzakelijke kant worden de problemen met werkdruk vooral veroorzaakt door multi-inzetbaarheid, tijdelijk personeel en planning. De gevolgen van werkdruk uitten zich voornamelijk in gezondheid en kwaliteit.

Deelvraag 1 Hoe hoog is de werkdruk op de zevental afdelingen?De verpleegkundigen ervaren een hoge werkdruk omdat ze niet, of met moeite binnen de beschikbare tijd kunnen voldoen aan de gestelde eisen. Bij de werkdrukschaal komt naar voren dat een groot deel van de ondervraagde (68%) soms genoeg tijd heeft om het werk af te krijgen. Maar vaak (39%) moet er teveel werk worden gedaan in een te korte tijd waardoor er werk blijft liggen (30%). Tevens geeft 70% van de ondervraagde aan regelmatig te worden gestoord tijdens hun werkzaamheden. De storende elementen zijn vaak andere disciplines zoals artsen, tijdelijk personeel of andere afdelingen. Ook is er volgens een derde van de ondervraagde sprake van onderbezetting (te weinig mensen voor het werk).

Deelvraag 2: Wat zijn de belangrijkste oorzaken van werkdruk?Uit het onderzoek blijkt dat Multi –inzetbaarheid, tijdelijke personeel en planning de grootste samenhang hebben met de werkdrukschaal. Deze drie oorzaken zijn de belangrijkste oorzaken van werkdruk in het CWZ.

Bij Multi –inzetbaarheid wordt de hoge werkdruk vooral veroorzaakt doordat verpleegkundigen naast hun uitvoerende taken veel tijd kwijt zijn met andere dingen regelen. Bij de presentatie kwam naar voren dat hier vooral gaat om het vervoeren van patiënten, overleg, mondiger worden van patiënt en familie, opname en ontslag van patiënten, medicatie verantwoording, mip-meldingen en het bijspringen bij andere afdelingen.

Het probleem bij tijdelijk personeel zit hem vooral in de kwaliteit en de controle van het tijdelijk personeel. Doordat afdelingen binnen een ziekenhuis steeds meer gespecialiseerd zijn wordt het steeds ingewikkelder om uitzendkrachten te vinden die voldoen aan de gestelde eisen. Hierdoor is het lastig om uitzendkrachten van buitenaf zelfstandig te laten functioneren binnen een afdeling.

Dit probleem kan worden opgelost door begeleiding van een ervaren verpleegkundige echter deze komen hier vaak simpelweg tijd voor te kort. Daarnaast is er bij geen van de onderzochte afdelingen een vaste verpleegkundige aangesteld die zich bezig houdt met de introductie van nieuw personeel of met eventuele begeleiding. Afdelingen moeten dus met kwalitatieve minder goed personeel, dezelfde hoeveelheid werk verrichten, aangezien uitzendkrachten voor vol mee worden geteld in de bezetting.

Deelvraag 3: Wat zijn de belangrijkste belastende factoren en welke gevolgen heeft dat op de lichamelijke en psychische gesteldheid van de verpleegkundigen in het CWZ?Bij de belastende factoren komt naar voren dat bij alle factoren sprake is van klachten, alleen ontplooiing vormt hierop een positieve uitzondering. Vooral over de fysieke belasting zijn er veel klachten door verpleegkundigen geuit. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat verpleegkundigen geconfronteerd worden met een hoge fysieke belasting. Deze fysieke belasting wordt vooral veroorzaakt doordat het werk lichamelijk inspannend is en verpleegkundigen vaak in hun werk moeten bukken, trekken of boven hun macht moeten werken. Ook geven de verpleegkundigen aan in het onderzoek hinder te ondervinden van de opstelling van meubilair en apparatuur. De bedden zijn te breed voor de kamers waardoor de bewegingsruimte te krap is.

25

Page 26: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

De invloed van werktijden ligt bij de functiegroep verpleegkundigen erg laag. Binnen het onderzoek geeft 79% van de ondervraagde aan nooit invloed uit te kunnen oefenen op de begin –en eindtijd van het werk. Deze achterliggende oorzaak die werkdruk verhogend werkt is niet of nauwelijks te beïnvloeden door verpleegkundigen. Enkel door ander beleid van het hogere management kan hier verandering in worden aangebracht.

De gevolgen van een te hoge werkdruk uit zich bij de onderzochte afdelingen vooral in ontevredenheid over de kwaliteit van het afgeleverde werk. Deze ontevredenheid zit vooral in slordigheden in het afgeleverde werk. Het niet nakomen van afspraken of het maken van fouten tijdens de werkzaamheden. Daarnaast geven verpleegkundigen aan dat er minder aandacht wordt besteed aan het werk dan nodig is.

Deelvraag 4: Is het instrument te gebruiken in de toekomst in het CWZ en zo ja, wat zijn de vervolgstappen? Na de presentaties van de resultaten voor de verschillende teams, evaluatie van het instrument met de P&O –adviseurs, managersbedrijfsvoering, teamleiders en bedrijfsbegeleider is geconcludeerd dat het instrument inzetbaar is binnen het CWZ. Echter het instrument moet gezien worden als een middel om werkdruk op de kaart te zetten binnen de afdeling. De onderzoeksresultaten geven teamleiders de mogelijkheid om gezamenlijk met het team in discussie te gaan over eventuele verbeteringsmogelijkheden. Het beste kan dit gebeuren door middel van de vragen bijgeleverd in het frequentieoverzicht. In de meest ideale situatie leidt de discussie tot een aantal prioriteiten die worden opgedeeld in quick wins, middellange doelstellingen en lange termijn doelstellingen. Naar een jaar kan er dan een herhaalmeting plaatsvinden om te kijken of de genomen maatregels hebben geleid tot het gewenste effect.

Er zijn echter wel een aantal valkuilen waar toekomstige procesbegeleiders attent op moeten zijn. Het is belangrijk dat er een goede communicatie is naar het team toe over het onderzoek, zodat er een reëel verwachtingspatroon vanuit het managent wordt geschept. Daarnaast is de bereidheid van de teamleiders en het team zelf een belangrijk factor voor een succesvol onderzoek. Alleen het team en de teamleiders hebben genoeg kennis om succesvol iets met de resultaten te kunnen doen.

De belangrijkste conclusie is dat verpleegkundigen veel problemen ervaren met werkdruk. En dus niet binnen de beschikbare tijd kunnen voldoen aan de gestelde eisen. De belangrijkste oorzaken van werkdruk zijn Multi –inzetbaarheid, planning en tijdelijk personeel. De gevolgen uitten zich vooral in ontevredenheid over de kwaliteit van het werk en in werkgerelateerde gezondheidsklachten.

5.2 DiscussieHet discussiestuk richt zich op de betrouwbaarheid van het meetinstrument. En er wordt gezocht naar alternatieve verklaringen voor de gevonden oorzaken binnen het onderzoek. Omdat externe factoren ook van belang zijn om in de toekomst werkdruk te kunnen verminderen wordt hier nog extra aandacht aan besteed.

5.2.1 MeetinstrumentHet meetinstrument geeft een betrouwbare wetenschappelijke verklaring voor een aantal oorzaken, de hoogte van werkdruk en in welke mate factoren belastend werken. Echter tijdens het onderzoek kwam naar voren dat er eigenlijk nog meer behoefte is aan een instrument dat specifiek ontwikkeld is voor de doelgroep verpleegkundigen. Het probleem is dat er op dit moment in de huidige markt geen instrument aanwezig is die voldoet aan de criteria makkelijk inzetbaar, goede kosten –baten analyse voor management en wetenschappelijk onderbouwd.

Het tweede nadeel is dat een aantal oorzaken en belastende factoren van het meetinstrument niet relevant zijn voor de functiegroep verpleegkundigen. Een voorbeeld hiervan is het onderdeel automatisering. Bij dit onderdeel worden er aantal vragen gesteld over het gebruik van de computers terwijl dit voor bijna alle verpleegkundigen niet relevant is. Hetzelfde geldt voor de voorspelbaarheid van de belastende factor invloed op werktijden. Deze belastende factor, zal bij elk nieuw onderzoek van verpleegkundigen op elke willekeurige

26

Page 27: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

afdeling, naar voren komen als een belangrijke factor in de rapportage. Ook bestaan er problemen rond de anonimiteit door de vraag naar het geslacht van de ondervraagde. De meeste afdelingen bestaan grotendeels uit vrouwen waardoor er met de resultaten van een man, zorgvuldig om gegaan moet worden door de desbetreffende onderzoeker.

De problemen rondt het testen van de werkdruk worden ook bevestigd in het onderzoek het ‘Grote gevaar van de zorg’ (2008). Waarin geconcludeerd wordt dat er een relatieve beperkte beschikbaarheid c.q. toepassing is van maatregelen en instrumenten voor de aanpak van werkdruk. Met het oog op de toekomstige problemen rond de arbeidscapaciteit en de hoge arbeidsrisico’s in de zorg is het belangrijk om hier in toekomst als zorgsector meer prioriteit aan te geven.

De laatste valkuil bij de uitvoering van dit onderzoek is dat de kennis van een buitenstaander om met de verzamelde resultaten een goed onderbouwd advies te kunnen geven, zeer lastig is. Dit heeft te maken met dat de resultaten vrij oppervlakkig van aard zijn. Daarom is de bereidheid van een team om hiermee aan de slag te gaan van groot belang. De rol van de P&O –adviseur bij het onderzoek is dan ook vooral adviserend van karakter en gericht op het begeleidden en ondersteunen van het proces.

5.2.2 Oorzaken Bij de bespreking van de resultaten is naar voren gekomen dat de werkdruk niet alleen bepaald wordt door de factoren die gevonden zijn bij het onderzoek maar ook door de samenstelling van het team. Er is minder werkdruk op een afdeling als er meer senior verpleegkundigen aanwezig zijn. Deze verpleegkundigen zijn kwalitatief beter in staat om te voldoen aan de eisen van het werk op een gespecialiseerde afdeling. Kortom zij kunnen alle handelingen binnen een afdeling zelfstandig uitvoeren waardoor de werkdruk op een afdeling afneemt.

Hierdoor wordt dan ook bij verzuim de werkdruk hoger op een afdeling omdat de tijdelijke kracht niet in staat is om zelfstandig alle handelingen uit te voeren. Dit in combinatie met het patiënt gericht werken -wat inhoudt dat elke verpleegkundige verantwoordelijk is voor een groep patiënten die zij alleen verzorgen- verhoogt de werkdruk. Het gevolg hiervan is dat vaste verpleegkundigen vaker worden gestoord tijdens hun eigen werkzaamheden met vragen en genoodzaakt worden meer controle uit te oefenen op de gedane werkzaamheden van een tijdelijke kracht.

5.2.3 Externe factorenDe werkdruk bij het ziekenhuis wordt niet alleen bepaald door interne factoren maar ook door een aantal externe factoren. Deze externe factoren zijn naar voren gekomen tijdens de bespreking van de resultaten en zijn dus niet gebaseerd op de onderzoeksgegevens maar op de meningen en de ervaringen van de respondenten in de praktijk. Bij Multi –inzetbaarheid kwam naar voren dat de overhead veel tijd kost. Tevens worden er klachten geuit over het niveau van de instroom van startende verpleegkundigen en de schoonmaak. Daarnaast geven de ongunstige leefstijltrends en de toekomstige verhoging van de vraag naar zorg extra druk op de sector.

5.2.3 Startende verpleegkundigenEr wordt door verschillende teamleiders, managers bedrijfsvoering en de verpleegkundigen geconstateerd dat startende verpleegkundigen te algemeen worden opgeleid. Een net pas afgestudeerde verpleegkundige heeft te weinig kennis om zelfstandig op een afdeling te kunnen functioneren.

Dit probleem wordt deels opgevangen doordat startende verpleegkundigen bij binnenkomst een training aangeboden krijgen gericht op het bijbrengen van de basisvaardigheden. Echter doordat de afdelingen steeds meer gespecialiseerd zijn is de introductieperiode voor een startende verpleegkundige erg lang en moet er juist veel aandacht worden besteed aan de begeleiding.

27

Page 28: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Maar juist over deze begeleiding worden in de gestelde open vraag bij het onderzoek door verpleegkundigen klachten geuit. Ze geven aan dat er te weinig tijd is om stagiaires en startende verpleegkundige te trainen. Deze samenloop van omstandigheden verhoogt de werkdruk op de verschillende afdelingen.

5.2.3 SchoonmaakUit onderzoek van de consumentenbond onder 670 verpleegkundigen blijkt dat verpleegkundigen regelmatig moeten schoonmaken. Tijdens de presentatie aan de groep interne geneeskunde werd deze klacht ook geuit over het ingehuurde schoonmaak team van het CWZ. Deze verspilling van tijd zorgt ervoor dat de verpleegkundigen minder tijd kunnen besteden aan het verlenen van zorg aan patiënten. Door deze storende factor weg te nemen kan de werkdruk worden verlaagd.

5.2.4 Ongunstige leefstijltrendsTijdens het onderzoek is er geconstateerd dat er binnen het CWZ nog geen integraal gezondheidsbeleid is. Terwijl juist overgewicht, weinig bewegen en gebruik van alcohol en tabak leid tot een hoger verzuim en dus een hogere uitval. Om ook in de toekomst de verpleegkundigen zo lang mogelijk gezond te kunnen laten werken is het belangrijk om een duidelijk motiverend gezondheidsbeleid te voeren. Waarin verpleegkundigen door het aanbod van cursussen en trainingen geprikkeld worden om zo gezond mogelijk te leven. Het is verstandig om als CWZ zijnde ziekenhuisbreed zo snel mogelijk beleid op te stellen met een duidelijke visie op gezondheidsbeleid voor de korte, middellange en lange termijn.

5.3.5 De vraag naar zorgOm ook in de toekomst voldoende verpleegkundigen te hebben in het CWZ is het belangrijk om de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten. Uit onderzoek de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig en verzorgend beroep 2009, (NIVEL 2010) blijkt dat drie maatregelen de aantrekkelijkheid van het beroep vergroten. De eerste belangrijke maatregel is meer waardering voor verpleegkundigen en verzorgenden vanuit de organisatie (68%). De tweede maatregel is de verlaging van de werkdruk (66%) en als laatste maatregel wordt genoemd door verpleegkundigen meer bij –en nascholingsmogelijkheden (57%).

5.2.6 Gevolgen van de werkdrukBij het onderzoek is ook gekeken naar het gemiddelde aantal overuren van verpleegkundigen op de verschillende afdelingen. Uit onderzoek van Nivel: Werkdruk meer dan overwerk (A.J.E. de Veer e.a. 2010) blijkt dat ‘overwerk samenhangt met de werkdruk die verpleegkundigen ervaren.

Echter minstens zo belangrijk zijn de werkomstandigheden’. De werkomstandigheden die bepalend waren voor de mate van werkdruk zijn de kwaliteit van de zorg, de waardering van het hogere management en de ervaren autonomie. Hierbij komt naar voren dat verpleegkundigen die tevreden zijn over de kwaliteit van de zorg die door het team wordt gegeven, minder werkdruk ervaren. Juist deze factor komt in het onderzoek naar voren als het belangrijkste gevolg van werkdruk op de verschillende afdelingen.

Het meetinstrument heeft naast vele voordelen ook een aantal belangrijke nadelen. Zo zijn niet alle factoren even relevant en zijn de resultaten vrij oppervlakkig van aard. Daarom is betrokkenheid en de bereidheid van een afdeling voor een onderzoek naar werkdruk, cruciale factoren voor een succesvol onderzoek. Daarnaast moet er betere samenwerking komen tussen de branche en de opleidingsinstituten omdat de opleiding niet aansluit bij de eisen van de werkgevers. Verpleegkundigen ervaren veel problemen met de ingehuurde schoonmaakorganisatie omdat zij hun werk niet goed genoeg uitvoeren, dit leidt tot veel irritatie onder verpleegkundigen.

Ondanks ongunstige gezondheidstrends van verpleegkundigen in het ziekenhuis is er geconstateerd dat er nog integraal gezondheidsbeleid is. Zowel bij de gevolgen en de vraag naar zorg, komt naar voren dat het belangrijk is om als CWZ zijnde aandacht te aan de waardering vanuit de organisatie en vergroten van de autonomie

28

Page 29: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

6. Aanbevelingen

Bij het onderdeel aanbevelingen worden er voor het meetinstrument, de oorzaken, externe factoren en de gevolgen van werkdruk aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen zijn vrijblijvend van karakter maar geven richting aan ideeën die bedacht kunnen worden om de werkdruk binnen het CWZ te verlagen.

6.1 MeetinstrumentVerder onderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen is noodzakelijk. Het belangrijkste hierbij is dat er een instrument wordt ontwikkeld dat zich specifiek richt op de functiegroep verpleegkundigen. Er is namelijk behoefte aan maatwerk op het gebied van werkdruk bij verpleegkundigen. Belangrijk is om hierbij rekening te houden met de kosten en baten van het onderzoek, hanteerbaarheid, wetenschappelijk onderbouwing en niet statisch van aard (aanpassingsmogelijkheden).

6.2 OorzakenOm de werkdruk te verlagen is het verstandig om in de toekomst te kijken naar verbeteringsmogelijkheden op de gebieden Multi- inzetbaarheid, tijdelijke personeel, planning en de verdeling van de kwalitatieve betere verpleegkundigen.

Het grootste probleem bij Multi –inzetbaarheid ligt in het feit dat verpleegkundige naast hun uitvoerende taken, veel tijd kwijt zijn met dingen regelen. Om de problemen rond Multi -inzetbaarheid in de toekomst op de onderzochte afdelingen te verbeteren is het advies om het project ‘tijd voor zorg’ op te starten. Het project is ontwikkeld door het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg (CBO) en het landelijk expertisecentrum voor verpleegkundigen & verzorgenden (LEVV). Het heeft als doel de tijd voor directe patiëntenzorg te vergroten door het optimaliseren van de zorgprocessen. (Zie bijlage 3 voor uitleg + good practices in de zorg)

De problemen bij tijdelijk personeel met de controle, het niveau en de begeleiding in de toekomst op te lossen is het advies om het werk anders te organiseren. Een goed voorbeeld hiervan is het leren van andere afdelingen zoals de afdeling oncologie van Interne geneeskunde. Hier worden namelijk de problemen opgelost door een uitzendkracht te koppelen aan een ervaren verpleegkundige. Op deze afdeling kiezen ze dan niet voor directe patiëntzorg maar hebben ze ervoor gekozen om gezamenlijk een deel van de afdeling te doorlopen. Hierdoor hoeft de afdeling oncologie geen extra controle uit te voeren op de gedane werkzaamheden, worden de problemen opgelost met het niveau verschil en heeft een uitzendkracht de juiste begeleiding. Bijkomend voordeel is dat andere verpleegkundigen minder worden gestoord tijdens hun eigen werkzaamheden.

Daarnaast is het verstandig om te kijken voor het CWZ of het haalbaar is om in de toekomst de Multi-inzetbaarheid van de verpleegkundigen te vergroten. Door verpleegkundigen van het CWZ te trainen om ook op andere afdelingen te kunnen werken, zul je in de toekomst makkelijker verzuim kunnen opvangen. Het werk wordt dan ook aantrekkelijker voor veel verpleegkundigen en je wordt als werkgever interessanter voor toekomstige werknemers.

Het verbeteren van de problemen rond de verdeling van het kwalitatieve betere personeel en de planning is het advies om op een afdeling te beginnen met een pilot zelfroosteren. Deze manier van werken wordt in zweden al tien jaar succesvol toegepast en tegenwoordig ook bij het UMC in Utrecht. Zelfroosteren is bij uitstek geschikt voor teams met weinig verschillende kwalificaties in één team, zoals een verpleegkundige afdeling in een algemeen ziekenhuis. Het uitgangspunt bij deze pilot moet zijn dat verpleegkundige zelf in staat zijn om hun dienstenrooster samen te stellen.

Het zelfroosteren vergroot de efficiëntie door een betere personeelsbezetting en geeft verpleegkundigen de mogelijkheid om de personeelsbezetting aan te passen aan de veranderende werkomstandigheden (piekmomenten op een afdeling kunnen worden opgevangen door een betere afstemming van vraag en

29

Page 30: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

aanbod). Door het zelfroosteren geef je verpleegkundigen meer invloed op hun eigen werktijden, wat kan leidden tot een verbetering in de balans tussen werk en privé. Daarnaast zorg je voor een onderscheidende arbeidsvoorwaarde, toon je als CWZ zijnde goed werkgeverschap en zorg je ervoor dat je aantrekkelijk bent als werkgever. (zie bijlage 4 voor meer uitleg)

6.3 Externe factorenBij de externe factoren is het belangrijk te beseffen dat het tijd kost om veranderingen teweeg te brengen bij factoren die niet direct binnen de beïnvloedingssfeer liggen. Het gaat hierbij om de factoren, startende verpleegkundigen en het verminderen of efficiënter laten verlopen van de wettelijke verantwoording richting de overheid (overhead). Het belangrijkste is dat de raad van bestuur van het CWZ met de desbetreffende verantwoordelijken in overleg gaat over de verbeteringsmogelijkheden.

Op landelijk niveau moet het CWZ gezamenlijk met andere ziekenhuizen in samenwerking met de beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden in overleg gaan met het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport (Ministerie van VWS). Het doel moet zijn om de opleidingen beter te laten aansluiten bij de praktijk.

Op regionaal gebied kan het CWZ gezamenlijk met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en het ROC samenwerken om betere praktijkgericht onderwijs aan te bieden. Doel moet zijn dat verpleegkundigen minder algemeen worden opgeleid en beter kunnen voldoen aan de eisen die worden gesteld binnen de ziekenhuisbranche.

Het verbeteren van de schoonmaak ligt wel binnen de beïnvloedingssfeer van het CWZ. Komend jaar gaat er opnieuw onderhandeld worden over het contract met de desbetreffende schoonmaakorganisatie. Hier moeten of duidelijkere afspraken worden gemaakt over het verbeteren van het schoonmaken of worden afgewogen om met andere organisatie in zee te gaan. Doel moet zijn dat verpleegkundigen weinig tot geen schoonmaakhandelingen meer hoeven uit te voeren.

6.4 Gevolgen van de werkdrukOm de gevolgen van de werkdruk te verminderen bij het CWZ is het noodzakelijk de belastende factor fysieke belasting te verlagen om dat deze factor volgens het model mede verantwoordelijk is voor de gevolgen van de werkdruk. Bij het bespreken van de resultaten kwam naar voren dat er weinig tot geen visie is van de teamleiders op de aanpak van fysieke belasting op de werkvloer. Het advies is om gezamenlijk met de afdeling Arbeid, Verzuim & Re-integratie (AVR) bestaande instrumenten te onderzoeken die in de toekomst inzetbaar zijn om de fysieke belasting te verlagen.

Om de kwaliteit op de verschillende onderzochte afdelingen te verbeteren is het advies om gezamenlijk binnen een teamoverleg te discussiëren over de verschillende onopgeloste kwesties. Er kan hierbij geïnventariseerd worden wat veel voorkomende fouten zijn, aan welke slordigheden verpleegkundigen zich ergeren, welke afspraken niet worden nagekomen en wat er volgens verpleegkundigen moet gebeuren om de tevredenheid over het afgeleverde werk te verhogen. Uitgangspunt van deze discussie moet zijn, concrete afspraken voor de aanpak van de verbetering van de kwaliteit op een afdeling.

Het is belangrijk dat de branche verder onderzoek doet naar werkdruk en een meetinstrument ontwikkelt die beter aansluit bij de functiegroep verpleegkundigen. Om de problemen rond tijdelijk personeel te verbeteren is het essentieel om het werk anders te organiseren. Een goed voorbeeld is de aanpak van de afdeling Oncologie. Bij Multi –inzetbaarheid is advies om het ‘project tijd voor zorg’ op te startten. Dit project geeft teams de mogelijkheid om de werkprocessen te optimaliseren. Om de problemen rond de inzet van het kwalitatief beter personeel en de planning op te lossen is het advies een pilot zelfroosteren op te startten. Om de gevolgen van werkdruk te verminderen moet er visie zijn op de aanpak van fysieke belasting en is het noodzakelijk te discussiëren over de verschillende onopgeloste kwesties van het onderdeel kwaliteit.

30

Page 31: academyofminds.comacademyofminds.com/wp-content/uploads/2017/02/62048E1BA... · Web viewOnderzoek naar werkdruk bij verpleegkundigen in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis. Gemaakt

Literatuurlijst

French, J. R. P., Caplan, R. D., & Harrison, R. V. (1982). The Mechanisms of Job Stress and Strain. London: Wiley.

Karasek,R. A., Theoroll,T (1990). Healthy work: stress, productive and the reconstruction of working life. New York: Basic Books

Klein Hesselink, J. (2001). Werkstress en verandering. Verslag van een evaluatieonderzoek van de cursus Anders Werken. TNO: Arbeid.

Kwartel A van der, Paardekooper P, Velde F van der, Windt W van der. (2007) Arbeid in Zorg en Welzijn, Stand van zaken en vooruitblik voor de sector Zorg en de sector Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang. Utrecht: Prismant.

Lazarus, R. S. (1966). Psychological Stress and the Coping Process. New York: McGraw-Hill.

Schaufeli, Bakker, W,A (2007). De psychologie van arbeid & gezondheid. Nederland: Bohn Stafleu van Loghum / 2e druk /.

Spielberger, C. D. (1972). Anxiety as an emotional state. Anxiety: Current Trends in Theory and Research. New York: Academic Press.

Vagg, P.R., Spielberger, C.D., & Wasala, C.F. (2002). Effects of Organizational Level and Gender on Stress in the Workplace. International Journal of Stress Management 9, 243-261.

Veer, A.J.E.,Francke, A.L.(2010) Werkdruk; meer dan overwerk. Utrecht: NIVEL

Internet bronnenDouwes, van den Heuvel, Sonneveld, (2008). Het grote gevaar van de zorg. 12-12-2009. http://www.venvn.nl/Portals/20/publicaties/Het%20grote%20gevaar%20van%20de%20zorg%20-%20arbeidsrisicos.pdf.

Veenendaal, H van, Waardenaar, J,Trappenburg, W, (2008) Tijd voor administratie of voor de patiënt. 01-03-2010. www.cbo.nl/Downloads/61/artikel%202.6%20kiz.pdf

Warning, J (2002). De methodiek van de Quickscan Werkdruk Methodiek. 01-11-2009. http://www.werkdruk.com/Portals/werkdruk/documenten/Methodiek_QSW.pdf

Gesprekken

P&O –adviseurs van de desbetreffende team.

Managers bedrijfsvoering van Interne geneeskunde, Intensive Care en Medium Care.

Presentaties: bespreking van de resultaten met alle teamleiders van interne geneeskunde.

31