.

.

“DE ONDERNEMENDE ONTWERPER”

MY BLOG deel 1

Professional SkillsSilke Jonkman Maria Prins

341669 IPO jaar 2

Move forwards!

De kracht van deze blog

In het vastleggen van je ontwikkeling ligt kracht. Misschien heb je dit al gemerkt in jaar 1 bij je portfolio. Daarom gaan we hier zeker mee door. Dit thema voeg je alle informatie toe aan deze blog. Het is jouw persoonlijke document. Voel je daarom vrij om de lay-out en feel wat te veranderen. Het is nu een basic format.

In deze blog geef je aan waar je staat en waar je naar toe wilt. En elk inzicht dat je opdoet door literatuur en tijdens de trainingen schrijf je op, zodat je aan het eind van de trainingen in thema 5 en 6 helder hebt welke ‘reis’ jij hebt gemaakt. Thema van onze reis: de ondernemende ontwerper. Ook je reflecties op jezelf en op basis van je samenwerking met anderen voeg je toe. Dit alles heeft als doel om bij te dragen aan jouw persoonlijke ontwikkeling als professional.

Eisen waar je blog aan moet voldoen, wil hij beoordeeld worden voor Professional Skills: Je hebt op de opdrachten voldoende uitgewerkt. Je hebt laten zien dat je de behandelde begrippen uit de theorie je eigen hebt gemaakt. In je blog is duidelijk hoe je hebt gereflecteerd op je eigen handelen in relatie tot de onderwerpen. Je komt tot persoonlijke leerdoelen zowel aan het begin als aan het eind van de reis.

JIJ als ondernemende ontwerper.

Je gaat dit thema samenwerken met anderen binnen en buiten onze opleiding. Hoe je met ze samenwerkt, wordt bepaald door hoe je denkt en wat je belangrijk vindt. Het gaat over aspecten onder de waterlijn van de bekende ijsberg, zoals je eigen waarden, normen en overtuigingen, ook wel paradigma’s genoemd. Ook je samenwerkingspartners hebben hun denkbeelden en overtuigingen. Om op een pro-actieve manier verder te komen in jullie samenwerking en miscommunicatie te voorkomen, staan we in dit thema op een dieper niveau stil bij het belang van een open luisterhouding en reflectie op jezelf als ondernemende ontwerper.

Persoonlijke leerdoelenBegin van de reis…. als je denkt aan jezelf als ondernemende ontwerper, wat zou je dan willen leren?

Bron: Kessels & Smit, the Learning CompanyAangepast door M. Foulon

Huiswerk – opdracht voorafgaand aan eerste college:Beschrijf het eerste contact dat je hebt gehad met de mensen uit je STUCO dan wel Projectgroep (kies maar een waar jij denkt dat de meeste samenwerkingskracht nodig is. Mag ook beide). Hoe verliep dit contact?

Hoe ontwikkelt zich jullie samenwerking momenteel? Denk bijvoorbeeld aan de onderlinge sfeer, nakomen van afspraken, groeit jullie enthousiasme? Waar liggen uitdagingen?

Samenwerking verloopt over het algemeen vrij stroef. Bij zowel de Stuco als bij het project in thema 5 zal het een en ander beter kunnen. Afspraken worden wel nageleefd maar vaak wel aan de late kant en na meerdere keren aansporen tot actie. Binnen de Stuco is het enthousiasme echter wel gegroeid en dit zorgt voor een positieve sfeer. Binnen de project groep is dit een stuk minder. Uitdagingen liggen voornamelijk bij goed plannen, enthousiast en gemotiveerd blijven.

Welke overtuigingen (meningen) heb jij sinds je hier studeert bij jezelf ontdekt als het gaat om samenwerken en pro-actief zijn?

Ik kan heel pro-actief zijn, zolang ik het leuk vind waar ik mee bezig ben. Als ik een opdracht niet zo leuk vind, verlies ik snel overzicht en ben ik gelijk veel minder pro-actief. Op zo’n moment maak ik de opdracht omdat het moet, voor de groep, niet omdat ik er zelf het idee heb iets van te leren. Dit motiveerd een stuk minder goed.

Denk terug aan een concrete situatie waarin een ander jouw voorstel (bijv. goed bedoeld advies of oplossing voor een probleem) afwees. Het liefst recent, zodat je nog weet hoe dit ging. Beschrijf deze situatie kort.

Ik was bij een goede vriend van mij, en hij was redelijk gestrest omdat hij het erg druk had met o.a. studie, werk en andere activiteiten. Ik gaf hem de tip om even de tijd te nemen om alles op te schrijven wat hij nog moest doen de komende dagen zodat hij kon afstrepen wat hij af/gedaan had. Persoonlijk vind ik dat dit mij helpt met overzicht houden. Hij vond echter dat dit te veel tijd koste en hij beter gewoon door kon gaan.

Bron: Kessels & Smit, the Learning CompanyAangepast door M. Foulon

COLLEGE: JIJ en jouw paradigma’s en denkniveau’s

Het eerste college gaat in op de basis van communicatie namelijk denkbeelden. We hebben allemaal denkbeelden en hoe beter we ze van onszelf en van elkaar kennen, hoe makkelijker we kunnen samenwerken, ook al zijn we verschillend.

Leerdoelen:

Je herkent in je eigen praktische ervaring de invloed van waarden, normen en paradigma’s op je eigen gedrag en het effect wat dat heeft op de omgeving.

Je kent het belang van een open luisterhouding en past dit toe Je kunt een kwalitatief onderzoek uitvoeren met de vragen van Bateson en Dilts.

Onderwerpen:

Waarden, normen en paradigma’s. Onderzoek van normen en waarden en paradigma’s van de adviseur zelf aan de hand van Bateson en

Dilts.

Hoe luister jij meestal? Welke houding heb je dan? Noem een aantal essentiële aspecten.

In eerste instantie is dat natuurlijk heel verschillend per situatie, het verschilt voornamelijk of ik iets interessant vind of niet. Laten we er vanuit gaan dat dit het geval is. Dan probeer ik sowieso rechtop te zitten, hierdoor merk ik zelf al dat ik mijn aandacht er beter bij kan houden. Ik heb van verschillende mensen gehoord dat ik snel ‘ja’ knik met mijn hoofd als ik het blijkbaar ergens mee eens ben, en ‘nee’ schud als ik dat niet ben. Dit heb ik zelf alleen vaak niet door. Ik stel bevestigende vragen als ik luister, dingen als ‘oh, echt?’. Opmerkelijk hier aan is dat ik het zelf altijd bijzonder vind als mensen dit bij mij doen.

Je hebt de oefening van Ceasar & Cleopatra gedaan. Wat heb je geleerd?

Om vaste denkkaders los te laten, en outside the box te denken. Dit vind ik nog best lastig. Al had ik vrij snel door dat het niet over mensen ging, dan vind ik het toch lastig om te bedenken wat het dan wel kan zijn.

Wat zou je kunnen verbeteren aan je luisterhouding? Hoe kan je houding meer open en oordeelloos worden?

Ik ben een beelddenker, dus als mij iets verteld wordt zie ik het gelijk voor me. Maar als er bijvoorbeeld twee namen genoemd worden zie ik dus inderdaad meteen twee mensen voor mij. Dat is dus niet de bedoeling. Ik moet minder snel dingen aannemen en misschien wat meer doorvragen.

Een paradigma is:

Bron: Kessels & Smit, the Learning CompanyAangepast door M. Foulon

Paradigma

Een verschuiving van het oude wereld denken naar het nieuwe wereld denken.

Geef een paar concrete voorbeelden van jouw eigen paradigma’s:

Van gesloten merk naar open merk: Samen sta je sterker dan alleen. Samen aan de studie, samen trainen, samen een leuke avond, samen een verdrietige avond. Het maakt niet zoveel uit waar het om gaat, maar als je dingen met elkaar deelt kan je van elkaar leren, motivatie van elkaar overnemen etc.

Van differentiatie naar verbinden: Dit sluit wel een beetje aan bij het bovenstaande. Ik ben van mening dat je niet altijd hoeft te concurreren met andere. Daar wordt je vooral heel moe van, en is dus verspilde energie. Het is veel fijner op juist samen te werken en krachten te bundelen.

Geef een voorbeeld van een paradigma van jou dat in de loop van de tijd veranderd is:

Van angst naar liefde: Dit uit zich in mijn geval dat ik meer mezelf durf te zijn. Toen ik nog jonger was, was ik snel bang wat andere van mij dachten. Daar heb ik mij de afgelopen jaren goed over heen weten te zetten. Nu realiseer ik mij dat je niet vriendjes kan zijn met iedereen en dat mensen toch wel een mening over alles en iedereen klaar hebben staan. Zolang je je omringd met voor jou goede mensen, vrienden en familie maakt de het niet zo veel uit wat de rest vindt.

Bron: Kessels & Smit, the Learning CompanyAangepast door M. Foulon

(teken hiernaast het model van Bateson & Dilts)Voeg na dit blad de handout van de docent toe.

Omgeving De nadruk ligt op vertellen van wat er gebeurde, met wie, wanneer, waar. De verteller legt de oorzaken in het verhaal buiten zichzelf. Veel energie wordt gestoken in het verklaren hoe iets heeft kunnen ontstaan. Ook mopperen valt hieronder.

GedragDe nadruk ligt op wat de verteller zelf heeft gedacht en gedaan en welke invloed de verteller zelf heeft uitgeoefend op de situatie. Ook de gedachten over de eigen mogelijke invloed en wat de verteller had kunnen doen om de situatie te beïnvloeden vallen onder gedrag.

VaardighedenBij de analyse van de eigen invloed komt de verteller op acties die hij graag had willen uitvoeren, maar die nog niet tot het eigen repertoire behoren. Dan gaat het om vaardigheden die hij graag zou willen beheersen, om beter greep te krijgen op de situatie en op zichzelf.

OvertuigingDe verteller denkt na over het waarom van het gedrag, de achterliggende normen en waarden. Overtuigingen uiten zich in een herkenbaar patroon dat in verschillende situaties optreedt. Belemmerende overtuigingen kunnen verhinderen dat bestaande vaardigheden worden ingezet.

IdentiteitDe verteller exploreert hier persoonlijke zingevingsvragen. Waarom ben ik hier zo uitgeblust, wat is voor mij de moeite waard, waar bloei ik op, wat daagt me uit en waar wil ik voor gaan. Dit niveau speelt vaak een rol bij burn-out en overspanning.

Spiritualiteit / Zelfverwerkelijking / KernDe verteller legt verbanden met het groter geheel. Dit wordt wel het wijsheidsniveau genoemd. Het is je kijk op de zin van je bestaan, verantwoordelijkheid die je hebt voor de wereld en komende generaties. Het kan een diepgevoeld religieuze of spirituele visie zijn. Dit niveau vraagt vaak aandacht in het kader van een (levens)crisis.

Bron: Kessels & Smit, the Learning CompanyAangepast door M. Foulon

Denkniveau's

SpiritualiteitIdentiteit

OvertuigingVaardigheden

GedragOmgeving

De volgende vragen kunnen op identiteitsniveau verheldering bieden:

Waar wordt je enthousiast van, waar ga je voor? Wat zijn je drijfveren en passie? Welke drijfveer maakt je tot wie je bent? Wat is voor jou het belangrijkste om te kunnen zeggen dat je leven zin heeft gehad? Wie zal je altijd zijn? Waarin wordt zichtbaar wie je bent?

Wanneer een verandering op identiteitsniveau gewenst is, zijn de volgende vragen relevant:

Welke drijfveer wil je gaan ontwikkelen of versterken? Wie wil je in nog sterkere mate zijn? Wie zal je kunnen worden?

Met deze vragen kun je overtuigingen onderzoeken:

Wat maakt dat je er last of plezier van hebt? Wat zorgt er voor dat je dit blijft doen? Wat houdt je tegen om dit anders te gaan doen?

Om een belemmerende overtuiging te veranderen:

Hoe zou het zijn als deze overtuiging wat minder is? Welke overtuiging zou je liever willen hebben? Hoe ziet je overtuiging eruit die je gedrag verandert en je bekwaamheid ondersteunt?

Vragen om het niveau van vermogen te analyseren:

Hoe ziet je strategie er uit? Wat stuurt je gedrag?

En om een verandering aan te brengen:

Hoe kan je het anders doen? Door welke aanpak kan je dat laten lukken? Hoe kan je invloed uitoefenen? Welke overwegingen wil je leidend laten zijn?

Vragen om het gedragsniveau te bestuderen zijn:

Wat is jouw invloed op de situatie?

Ter verandering van gedrag kun je vragen:

Wat ga je doen / veranderen om meer invloed te hebben? Wat heb je nodig om je situatie te verbeteren? Hoe zie je jezelf dat doen?

7

Vragen bij de niveaus van Bateson Vragen om te leren van succeservaringen

OmgevingWelke succeservaring heb je jezelf voorgesteld?

Hoe zag die situatie eruit?

Wat gebeurde er precies?

Welke consequenties had deze situatie voor jou?

GedragWat deed jij in die situatie? Hoe deed je dat?

Op welk punt was je over jezelf het meest tevreden?

Wat was jouw invloed in de situatie?

Hoe had je nog meer invloed uit kunnen oefenen?

Wanneer kreeg je het trotse gevoel?

Waar denk je aan als je dat trotse gevoel oproept?

Wat is gemeenschappelijk in de verschillende situaties?

VaardighedenKun je dezelfde invloed ook in andere situaties uitoefenen?

Hoe komt het dat het lukt die invloed uit te oefenen?

Wat zou je nodig hebben om in andere situaties ook die invloed uit te oefenen?

Hoe kun je dat laten lukken?

Wat zou je dan moeten kunnen of leren?

Wat is gemeenschappelijk in de verschillende situaties?

OvertuigingenWaar kreeg je het trotse gevoel van?

Wat vind je daar eigenlijk van?

Wat is daar fijn aan? Waarom is dat goed?

In welke (vergelijkbare) situaties krijg je nog meer datzelfde trotse gevoel?

Wat is de gemeenschappelijk factor in de verschillende situaties?

Dus je zegt eigenlijk (overtuiging benoemen)

Hoe omschrijf jij zelf je overtuiging? Wat is voor jou belangrijk om iets als een succes te ervaren?8

Wat voor winst haal je uit deze overtuiging?

Hoe denk je dat deze overtuiging is ontstaan?

Kun je met deze overtuiging voldoende succeservaringen opdoen?

Wat betekent het feit dat je zicht hebt op je (succes) overtuiging voor je werk en je eigen ontwikkeling?

IdentiteitWaar word je enthousiast van? Waar ga je voor?Hoe zie jij jezelf in de situatie? Kom je tot je recht?Wil zo blijven leven? Past dat bij je?Wat is voor jou het belangrijkste?Welke nieuwe uitdagingen zie je?

Spiritualiteit / KernWat zie je voor verbanden in het leven?Welke ervaringen maken je rijker/wijzer?Wat zijn je levenslessen?Waar draait het uiteindelijk allemaal om?

Vragen bij de niveaus van Bateson Vragen om te leren van faalervaringen

OmgevingWaar heb je last van, waar wind je je over op/?

Kun je het wat concreter maken?

Wat gebeurt er dan precies?

Welke consequenties heeft dat voor jou?

GedragWat deed jij in die situatie?

Hoe doe je dat? Helpt dat?

Wat had je liever willen doen?

Wat is jouw invloed op de situatie?

Wat zou je kunnen doen om invloed uit te oefenen?

VaardighedenKun je dat? Waarom niet?

Wat zou je nodig hebben om die invloed uit te oefenen?

9

Hoe komt het dat je dat nog niet gedaan hebt?

Hoe kun je dat laten lukken?

OvertuigingenWat vind je daar eigenlijk van?

Wat is daar erg aan?

Wat zou er kunnen gebeuren?

Waarom is dat erg?

Waarom is dat goed/slecht/ondraaglijk?

Wat houdt deze overtuiging in stand?

Wat voor winst haal je uit die overtuiging?

Dus je zegt eigenlijk: (overtuiging benoemen)

Wat voor nut heeft het om dit te blijven geloven?

Hoe denk je dat deze overtuiging ontstaan is?Zit je eraan vast voor de rest van je leven?

IdentiteitWaar word je enthousiast van? Waar ga je voor?Hoe zie jij jezelf in die situatie? Wil zo blijven leven? Past dat bij je?Wat is voor jou het belangrijkste?

Spiritualiteit / KernWat zie je voor verbanden in het leven?Welke ervaringen maken je rijk?Wat zijn je levenslessen?Wie of wat laat je toe in je eigen denkwereld? Waarom?

10

Probeer eens andere beelden te verzamelen door op de verschillende niveau’s naar een situatie te kijken. Beschrijf de situatie die je thuis had voorbereid. De ander bevraagt je aan de hand van de niveau’s.

Silke: Mijn broertje en zusje kunnen vrij regelmatig ruzie maken. Ik vind dit altijd vervelend, mijn reactie hier op is dan ook vaak dat ik een opmerking maak dat ze moeten ophouden. Als ik dit zeg krijg ik juist alleen kritiek terug, ik zou me er niet mee moeten bemoeien en het op die manier alleen maar erger maken.

Pascal: Wat was jou invloed op deze situatie?

Silke: Dat ik vraag om de ruzie te staken en iets gezelligs te gaan doen, maar dit wordt niet gewaardeerd.

Pascal: Wat vind je daar eigenlijk van?

Silke: Vervelend, ik heb het idee dat ik help maar krijg te horen dat ik het erger maak.

Pascal: Wat is voor jou dan het belangrijkste?

Silke: Dat het gezellig is in huis.

Pascal: Wat zijn je levenslessen?

Silke: Misschien dat ik niet altijd kan helpen, dat soms dingen gaan zoals ze gaan en je er niet echt iets aan kan veranderen.

Is je kijk op de situatie ook veranderd doordat er vragen op andere niveau’s gesteld werden? Zo ja, hoe dan?

Ja, wel een beetje. Ik wist ondertussen dat die ruzies oplossen niet werkt, maar nu zie ik in dat het ook niet zo veel zin heeft voor mezelf. Als ik wil dat het gezellig is kan ik ook even weglopen om iets anders te gaan doen, de kans dat de ruzie na 10 minuutjes weer over is, is vrij groot.

DE ONDERNEMENDE ONTWERPER IN DE STUCO

Schrijf hieronder een stuk over de volgende vragen:Welke beelden hebben TB-studenten van jou als student IPO-HT? Beide opleidingen kennen verschillende paradigma’s.Welke beelden heb jij over de andere studenten in je groep?Welke beelden hebben ze van jouw persoonlijk als mens? Ben je hier blij mee? Wil je hier pro-actief nog iets in sturen? Jullie samenwerking duurt 3 thema’s dus het is de moeite waard als het goed verloopt.

Ik denk dat TB-studenten vooral denken dat wij super creatief zijn, allemaal geweldig kunnen tekenen en zo het ene idee na het andere idee bedenken. Soms komen de TB-studenten wat standvastig op mij over. Op zich hoeft dit uiteraard geen slechte eigenschap te zijn maar af en toe kan het wel wat lastig zijn. De TB-studenten zijn met zijn vijven in onze groep, en wij zijn met drie IPO studenten. De verhouding is dus niet helemaal gelijk verdeeld, af en toe resulteert dit in dat zijn beslissingen meer met elkaar nemen en dat wij puur als controle het nog even moeten goedkeuren. Het beeld dat mijn groepsgenoten van mij hebben gaat toch richting de ‘stillere’ kant, noch wel oplettend en scherp. Aan de stillere kant zou ik nog wel wat willen veranderen, ik ben niet perse stil vanuit mijzelf maar in sommige situaties meer dan in andere. Dit zijn een situatie zijn waar ik wat stiller in kan zijn.

11

Kijk voorafgaand aan de volgende training deze video: https://www.youtube.com/watch?v=KaJMp93Twpo (van auteur Daniel Ofman zelf) en deze is aanbevolen: https://www.youtube.com/watch?v=itEiywRGghA (is met meer uitleg)

Training: JIJ als ondernemende ontwerper. Kernkwaliteiten

Een ondernemend type weet waar zijn/haar kracht ligt en kent ook zijn/haar valkuilen. Wanneer we leven in onze kracht zijn we veel effectiever en vaak ook vreugdevoller. Dus… waar ben jij goed in? Soms is dat best lastig te benoemen van jezelf. En op andere momenten ontdek je dat je wel degelijk bepaalde dingen goed kunt. Vandaag gaan we voor onszelf kwaliteiten benoemen die heel eigen zijn. Ook kijken we naar het effect van ‘te veel ‘ of ‘te weinig’ van iets.

Leerdoelen:

Je kent een aantal van je eigen kwaliteiten en weet welk effect je hiermee hebt op je omgeving. Je kent het belang van je geformuleerde uitdagingen Je hebt een authentieke houding als het om je kwaliteiten gaat.

Onderwerpen:

Kernkwaliteiten (theorie van Daniel Ofmann) Effect van onze kwaliteiten op anderen en andersom.

oprecht gemeend, persoonlijk (maatwerk, specifiek), positief, bemoedigend

Schrijf de complimenten op die je van anderen hebt gehad.

Jorrit: Je bent een harde werker en ziet dingen positief in

Ryanne: Je bent heel sociaal en kan mensen waarderen, daarnaast ben je een harde werker

(Helaas ben ik er een paar kwijt geraakt)

Schrijf 3 complimenten op die je aan anderen hebt gegeven. Wat zeggen deze complimenten over jou?

Ryanne: Je bent altijd gedreven en een enorm doorzettingsvermogen

Jorrit: Je weet wat je wilt en weet dit ook altijd op een positieve manier te brengen

KJ: Je bent heel rustig maar toch wel aanwezig, je kan wat afwachtend zijn maar laat niet over je heen lopen

Ik denk dat dit zegt dat ik op verschillende manieren naar mensen kan kijken een veel verschillende soorten eigenschappen kan waarderen.

12

Compliment

Schrijf 2 kwadranten voor jezelf uit. Wat ontdek je?

Wat mij opvalt bij mijn eigen kwadranten is dat ik erg van ‘aanpakken’ houd. Ik hou niet van twijfelen maar wil gewoon door.

13

Kern kwadrant

DoorzetterTe veel willen

doen

Rust en overzicht hebbenNa latend

Eigenzinnig Eigenwijs

Open mindedNaïef

MAAK MET JE PROJECTGROEP EEN TEGELVLOERTJEBekijk de kwadranten van elkaar. Is er ergens overlap? Als jij overlap met iemand uit je groep hebt, beschrijf het dan hier.

Ik denk dat Teade en ik op bepaalde vlakken redelijk het zelfde kunnen zijn. Door gaan, en niet moeilijk doen. Jorrit zou nog wel eens uitschieters richting mijn allergie ‘nalatend’ kunnen hebben

Waar vullen jullie elkaar aan in de samenwerking?

We hebben snelle werkers, en wat meer perfectionisten.

Waar ontstaat de allergie?

Een deel van onze groep is van het doorpakken, niet moeilijk doen en weer door, en een deel van onze groep wil graag goed de tijd hebben om ergens even goed over na te denken. Beide zijn in mijn opzicht geen negatieve eigenschappen maar het zou wel kunnen botsen.

Wat is dan de uitdaging?

De uitdaging is om alles goed en nauwkeurig uit te werken, maar niet te lang bij een onderdeel te blijven steken.

Welke uitdaging heb jij uit deze oefeningen gekregen? Kies je er zelf een die concreet gaat oefenen de komende week.Maak het SMART (specifiek, meetbaar, acties, resultaat, tijd). Spreek ook af hoe je elkaar hierin kunt supporten.

14

Groepskwadranten

DE ONDERNEMENDE ONTWERPER IN DE STUCO

Schrijf hieronder een stuk over de volgende vragen:Welke kwaliteiten zie jij binnen jullie groep? Merk je ook fricties (de een z’n valkuil is de ander z’n allergie, dat soort dingen)? Kan er winst gehaald worden door meer te doen vanuit kwaliteiten binnen jullie bedrijfje?Beschrijf HOE jij jullie samenwerking positief kan beïnvloeden?

We hebben binnen onze stuco groep veel verschillende soorten mensen. Hier door kunnen we elkaar uiteraard goed aanvullen, dat is positief. Echter komen we daardoor ook snel bij elkaars allergieën. Zo is er iemand binnen de groep die snel beslissingen voor zichzelf maakt, dit botst met iemand die graag alles in goedoverleg doet. Ook is er iemand binnen de groep die snel tevreden is, dit persoon vindt alles wel prima. Er zijn meerdere mensen binnen onze project groep die heel gedreven zijn, de valkuil van deze mensen zou je haast perfectionistisch kunnen noemen, dit botst uiteraard met iemand die vrij laks is en alles goed vindt.

15

Wie of wat inspireert mij?

We gaan het de volgende trainingsdag hebben over drijfveren , belangen en wat jou inspireert. Ter voorbereiding willen we graag dat je nadenkt over jouw inspiratiebronnen op dit moment.

Stel je krijgt 2 minuten de tijd om te vertellen wat jou op dit moment persoonlijk inspireert, waar je echt enthousiast van wordt, wat of over wie zou je dan vertellen?

Wat of wie heeft je in het leven echt iets gebracht? Welke keuzes die jij gemaakt hebt, deden er echt toe?

Waar kan iemand jou midden in de nacht voor wakker maken?

Schrijf het hieronder op:

Atletiek speelt een hele belangrijke rol in mijn leven. Ik heb een paar jaar terug de keuze gemaakt dat, naast studie, dit prioriteit heeft, als ik training heb ga ik trainen, hoe dan ook. Ik train op dit moment 6/7 keer (ongeveer 12 uur) per week. Dit vergt vaak enige planning, want dat is uiteraard vrij veel tijd. Mensen denken vaak dat ik het hierdoor heel erg druk heb, wat ook zeker wel zo is. Het verschil is dat veel mensen sporten zien als iets wat gedaan moet worden, terwijl het voor mij een moment op de dag is waar ik naar uit kijk. Ik ben heel erg gedreven in mijn sport, ik wil graag beter worden. Soms moet je daar andere dingen voor laten maar dat heb ik geaccepteerd. Als je mijn coaches en trainingsmaatjes zou vragen iets over mij te zeggen binnen het lopen zou je te horen krijgen dat ik perfectionistisch ben, niet snel tevreden. Dit motiveert mij om door te zetten.

Ik kan niet zeggen dat je mij nou wakker zou kunnen maken voor een rondje lopen. Maar als er belangrijke atletiek wedstrijden zijn, of trainingsmaatjes van mij lopen een belangrijke wedstrijd, dan mag je mij wel wakker maken voor het resultaat.

16

Training: JIJ als ondernemende ontwerper. Drijfveren, Inspiratie

Waarom doe jij wat je doet? Of waarom doe je iets niet? Soms is dat best lastig te benoemen van jezelf. En op andere momenten ontdek je dat je wel degelijk drijfveren hebt. Vandaag gaan we voor onszelf drijfveren benoemen en kijken hoe die ons gedrag beïnvloeden.

Leerdoelen:

Je weet wat drijfveren zijn en kan een onderscheid maken tussen ego/ontwikkeling en zielsdrijfveren. Je wordt je bewust van eigen drijfveren en kan ze benoemen op verschillende niveaus Je kunt op adequate wijze vragen over drijfveren en behoeften bespreekbaar maken op een respectvolle

wijze in een adviessituatie. Je kunt ontdekte drijfveren die tot inspiratie leiden vertalen in concreet gedrag.

Onderwerpen:

Drijfveren Inspiratie Effect van onze drijfveren op ons gewenste gedrag.

Deel met iemand je inspiratie. Welke reacties of feedback kreeg je van die andere persoon/personen?

Veel verbaasde blikken, voornamelijk. Verder geen bijzondere reacties of enige feedback.

Als ik mezelf hier wel feedback op zou mogen geven, zou ik zeggen dat er ook nog andere dingen zijn naast lopen. Uiteraard vind ik studie ook belangrijk, maar dat is ook niet helemaal wat ik daarmee wil zeggen. Meer dan ik mij soms minder zou moeten laten beïnvloeden door het lopen. Als ik bijvoorbeeld een slechte wedstrijd loop kan ik gelijk de hele dag chagrijnig zijn, dit gebeurd soms zelfs al met trainingen. Als ik in een langere periode zit met tegenslagen kan ik hier zeker mee zitten. Dit vindt ik zonde. Aan de andere kant, als het goed gaat, kan ik daar ook heel erg vrolijk van worden, en dat is natuurlijk wel weer positief!

17

Inspiratie

Je las het artikel: Waarvoor ga jij naar je werk? geschreven door Lenette Schuijt. Maak een korte samenvatting van de drie drijfveren.

Ego drijfveren

BehoeftenDeze biologische drijfveer voelt bijna als instinct. De piramide van Marshlow kent behoeften daarom toe aan de eerste laag.

GevoelensDit zijn directe impulsen en daarmee een belangrijkste drijfveer in het handelen van mensen. Gevoelens als emotie, verdriet en blijheid laten ons vaak handelen. Hierbij de angst een sterke drijfveer omdat dit mensen op hun plaats houd of zich anders voor laten doen dan dat de daadwerkelijk zijn. Gevoelens kunnen elkaar tegenspreken . Als drijfveer leiden ze daarom zelden tot bezieling. De meeste mensen ontlenen hun bezieling niet aan hoe ze zich voelen, maar aan datgene wat belangrijk en nastrevenswaardig voor hen is.

PatronenIeder mens ontwikkelt in de loop van het leven vele gedragspatronen. Dit kan voortkomen uit ouderlijk milieu, seks specifieke opvoeding, bepaald type onderwijs of uit een professionele trainen. Patronen als drijfveer leiden zelden tot bezieling.

Vroegere ervaringVolgens het Zenboeddhisme is de belangrijkste bron van niet bezield zijn in het heden, dat een mens als een machine blijft herhalen wat er ooit is gebeurd en hoe hij daarop heeft gereageerd. Ook positieve ervaringen kunnen doorwerken als drijfveer.

EigenbelangIn vergelijking met behoeften, gevoelens en patronen zijn belangen meestal meer weloverwogen. Er is ten slotte persoonlijke winst in het geding. Je laten leiden door eigenbelang kan een zekere voldoening geven maar leidt zelfden tot bezieling.

18

Drijfveren

Ontwikkelingsdrijfveren

InvloedAls ons voortbestaan als individu niet in gevaar is, hebben we de behoefte om ons te laten gelden in de wereld, om een stempel op de wereld te drukken. Niet zelden is het meer een behoefte aan de macht dan een werkelijke wens o m te zien hoe iemand de omringende wereld kan beïnvloeden.

DoelenEen doel is een concrete situatie in de toekomst die men wil bereiken. Met het stellen van een doel geven we bewust richting aan de periode die voor ons ligt. Dit maakt dat we bewust activiteiten gaan ontplooien die de gewenste toekomstige situatie dichterbij brengen.

KwaliteitenVaak laten we ons onbewust leiden door datgene wat we goed kunnen. Automatisch vallen we terug op die talenten die we van nature bezitten. Bewust worden van je kwaliteiten is een proces dat jong begint en misschien wel nooit ophoudt.

LeerwensenMensen kunnen er naar verlangen om meer te weten. Velen vinden het inspirerend om iets nieuws te ontdekken, om een wereld te zien opengaan. De wens om zich te verdiepen ontstaat als iemand zich afvraagt: wat wil ik nu eigenlijk echt?

ZielsdrijfverenOnder deze drijfveren wordt verstaan waardoor we ons richten op dat wat werkelijk belangrijk en nastrevenswaardig voor ons is. Ziels- drijfveren brengen ons ertoe, om in ons hart te kijken en te onderzoeken wat het leven voor ons werkelijk van waarde maakt.

Dromen, verlangens en idealenVerlangens verwijzen naar zaken die we met heel ons hart wensen, waarover we fantaseren en die we misschien niet eens voor mogelijk houden. Dromen toepen onze verbeeldingskracht wakker. Een ideaal kan aanzetten tot een enorme dadendrang Het kan ertoe leiden dat mensen hun ego behoeften volkomen.

Creatieve aspiratiesDit is de wens om iets te scheppen dat er nog niet is. Creatieve aspiraties kunnen betrekking hebben op kunstzinnige gaven maar ook op een nieuw product ontwikkelen, een nieuwe dienst creëren voor klanten, een nieuwe wetenschappelijk theorie ontwerpen, nieuw voorlichtingsmateriaal schrijven of een nieuw beeldmark ontwerpen.

WaardenDit zijn onstoffelijke zaken, die nastrevenswaardig zijn. Ze verwijzen naar zaken die belangrijk zijn, van waarde zijn, ertoe doen. Waarden zijn meestal niet concreet en ze zijn voor meerdere interpretaties en invullingen vatbaar. Waarden geven toegang tot bezieling omdat ze raken aan zaken die wij in ons hart belangrijk vinden.

19

VisieEen visie kan men opvatten als een mentaal plaatje van een mogelijke wen wenselijke toekomst en als een overtuiging of gefundeerde opvatting ten aanzien van een specifiek onderwerp.

BestemmingDeze drijfveer heeft betrekking op een diepgeworteld besef van een bedoeling met je leven. Datgene waarvoor je gebakken bent, datgene wat je bestemd of bedoeld bent te zijn in het leven.

Zielsdrijfveren: gericht op datgene wat van waarde is, wat het leven zinvol maakt er toe doet, belangrijk is.

Ontwikkelingsdrijfveren: gericht op het verkennen van eigen mogelijkheden, op het ontdekken van de wereld en op leren in het algemeen.

Egodrijfveren: gericht op het eigen ‘ik’, op de eigen belangen en behoeften en op het behouden van een stevige basis.

20

HET DRIJFVERENSPEL (doen we tijdens de training)

Je speelt met elkaar het drijfverenspel. Maak aantekening hieronder over de ontdekte drijfveren.

Kaartjes gekozen uit het drijfverenspel

Helaas ben ik ivm. een kapotte telefoon de foto van mijn drijfveren kwijt geraakt en kan ik ze niet noteren. De vragen hieronder heb ik beandwoord met de kennis die ik nog had.

Reflectie aan de hand van het spel en je aantekeningen:

1.Welke drijfveren ben jij je bewust geworden?

Dat ik het belangrijk vind er niet alleen voor anderen te zijn maar ook voor mijzelf. Ik probeer mijzelf niet weg te cijferen.

Daarnaast zie ik in dat het feit dat ik gezond eet en goed voor mijzelf wil zorgen niet zo normaal is als ik altijd dacht

21

2. Ga eens na of dit overzicht volledig is. Mis je drijfveren?

Dit is lastig te zeggen omdat ik helaas mijn drijfveren niet meer op papier heb.

3. Staan er drijfveren die bij nader inzien toch niet zo’n grote rol spelen?

Ik kan me herinneren dat ik vrij veel drijfveren op sociaal vlak had. Dat is natuurlijk altijd mooi meegenomen en zeker wel belangrijk, maar ik denk niet dat hier mijn sterkste kant ligt.

4.Zijn er drijfveren bij die in het verleden een rol speelden maar intussen niet meer?

Meer andersom, ik heb de afgelopen jaren meer zelfvertrouwen opgebouwd. Eerder was ik bang wat mensen van mij dachten en daar heb ik mij goed over heen weten te zetten.

5.Probeer eens van elke soort drijfveer de drie belangrijkste te selecteren. Waardoor laat jij je het meeste door leiden?

Ook deze vraag is helaas niet te beandwoorden.

6. Zijn er drijfveren bij die met elkaar botsen of zelfs uitsluiten? Welke zielsdrijfveren worden door egodrijfveren belemmerd?

Zover ik mij kon herinneren was er niets wat echt botste. Ik was er overigens ook niet van overtuigd dat alle ego drijfveren perse belemmerend zouden werken.

7. Welke drijfveer geeft in de praktijk de doorslag?

Dat ik voor mijzelf op kan komen en voor mijzelf kan kiezen .

8. Hoe zou je meer ruimte kunnen maken voor zielsdrijfveren, voor wat je werkelijk inspireert?

Ik zou af en toe best iets meer open-minded kunnen zijn en nieuwe dingen toelaten. Hierdoor zou ik meer zielsdrijfveren kunnen ontdekken.

9. Als dit inderdaad je drijfveren zijn, wat zegt dit dan over jou ? Welke conclusie zou je hieruit kunnen trekken als je naar je concrete leven nu kijkt?

Ik denk dat hier uit komt dat ik zelfstandig ben. Hier ben ik blij mee. Maar ik zou toch nog hard willen werken om andere kanten van mijzelf te ontdekken.

22

Huiswerkopdracht na afloop van de training: beantwoord (met behulp van mensen die je goed kennen) de volgende verdiepingsvragen. Leg je antwoorden ook eens naast je leerdoelen. Wat heb je over jezelf geleerd?

Egodrijfveren:

1. Door welke behoeften laat jij je leiden?Ik wil graag de beste zijn

2. Wat heb je nodig?Tijd voor leuke dingen

3. Waar hecht je aan?Goede vrienden

4. Welke basis voorwaarden heb je nodig om goed te kunnen functioneren?Elke dag minimaal een uurtje bewegen, ik wordt helemaal kriebelig als ik dat niet doe

5. Welke patronen ken je van jezelf?Ik probeer s’ochtends te opgeruimd te beginnen, zo maak ik elke ochtend mijn bed op

6. Hoe heb je geleerd jezelf te handhaven?Dingen opschrijven als ik niet meer weet waar ik moet beginnen of wat ik moet doen

7. Door welke belangen laat je jezelf leiden?Zekerheid, ik heb zekerheid nodig

Ontwikkelingsdrijfveren:

1. Door welke doelen laat jij je leiden in je dagelijks handelen?Ik wil me wel graag onderscheiden van de rest

2. Waar wil je invloed op uitoefenen?Ik wil graag invloed uitoefenen op mijn eigen motivatie niveau

3. In hoeverre laat jij je leiden door datgene waar je goed in bent?Heel erg, als ik ergens goed in ben vindt ik het ook gelijk leuker en ga ik er nog meer mijn best voor doen

4. Welke kwaliteiten wil je meer inzetten?Mijn kwaliteit dat ik overzicht kan houden en leiding kan nemen

5. Welke patronen heeft u zodanig door dat je ervoor kiest om je daar soms niet door te laten leiden?Ik kan hier niet iets voor bedenken

6. Welke uitdagingen liggen er voor je?Zat uitdagingen, op sportief vlak hoop ik nog flink wat vooruit te gaan, en ook op seniorenniveau mee te komen. Ik wil graag mijn studie afronden en een master gaan doen aan de universiteit. Voor beide van deze uitdagingen zullen veel doorzettingsvormogen nodig zijn.

23

willen

7. Wat wil je leren?Ik wil leren ten allentijden mijzelf te kunnen zijn. Als ik in een onbekende omgeving ben kan ik heel anders overkomen dan ik daadwerkelijk ben.

8. In welke richting wil je jezelf ontwikkelen?Sociaal en in het plannen van de toekomst

Zielsdrijfveren:

1. Als je helemaal je hart zou volgen, hoe zou dat er dan uit zien?Ik zou voor het hardlopen gaan

2. In hoeverre laat jij je leiden door de wens om iets te creëren?Niet heel erg, ik kijk vooral heel erg naar dit moment en ben nog niet zoveel bezig met over ‘zoveel jaar’.

3. Welke toekomst fantasieën heb je?Zoals eerder aangegeven wil ik na mijn bachelor een master gaan doen aan de universiteit, maar ik heb nog niet besloten wat ik daar precies wil doen

4. Door welke waarden laat jij je leiden?Dat ik iedereen respecteer, en ook verwacht dat ik wordt geaccepteerd

5. Hoe zie jij je de wereld (mensen, de school, je werk)? Laat jij je daardoor leiden?Ik denk dat iedereen zich bewust of onbewust door zijn omgeving laat leiden. Je wilt bijvoorbeeld je studie halen natuurlijk, daar zal je af en toe dingen voor moeten laten.

6. Ben jij je bewust van je missie?Niet altijd. Ik wil gelukkig zijn, daar ben ik me bewust van. Maar dat ik ook vooral op dit moment. Ik zou je nog niet kunnen vertellen hoe mijn leven over 5 jaar uit zal gaan zien.

7. Waarvoor doe jij je opleiding?Ik wil iets bereiken in het leven, en daar hoort een opleiding bij in mijn ogen. Ik weet nog niet of dit is wat ik uiteindelijk wil doen, maar ik vind het leuk wat we doen. Maar het zou kunnen dat ik over 2,5 jaar een andere richting op ga. Ik ben daar nu wel mee bezig en hoop komend jaar hier wel een scherper plan van te maken.

8. Laat jij je gedrag bepalen door wat je kunt bijdragen aan anderen?Ik ben iemand die toch wel snel voor zichzelf kiest. Dat betekend niet dat ik nooit wat voor een ander zou doen, absoluut niet zelfs. Zolang ik mezelf niet benadeel bij het bijdragen aan een ander ben ik blij dit te kunnen doen.

DE ONDERNEMENDE ONTWERPER IN DE STUCOSchrijf hieronder een stuk over de volgende vragen:Welke drijfveren zie jij binnen jullie groep? Welke drijfveren hebben jullie gemeenschappelijk? Welke drijfveer heb jij om binnen deze STUCO te functioneren? Laat zien hoe het je gedrag beïnvloedt. Geef voorbeelden van hoe je mensen op hun drijfveren hebt gemotiveerd binnen jullie groep. Ik denk dat we als Hbo-studenten sowieso een gemeenschappelijke drijfveer hebben dat we iets moois van onze toekomst willen maken. Iedereen wil zijn/haar diploma halen uiteraard. Het is mooi om te zien dat iedereens drijfveren dan toch wel weer op een ander vlak liggen. Zo hebben we de financiële man, de creatieveling etc. Ik denk dat binnen de stuco het ook wel heel belangrijk is dat er een goede samenwerking is. Hierdoor zal iedereen zich wel eens in moeten houden. Iedereen heeft andere meningen en die zullen niet altijd gedeeld worden, en dat is helemaal niet erg, maar dit zal zeker gedrag kunnen beïnvloeden.

24

COLLEGE: JIJ als ondernemende ontwerper die afstemt op anderen.

Het laatste college van dit thema gaat over afstemmen. We willen de laatste slag maken HOE je kunt afstemmen. Dat heeft natuurlijk alles te maken beelden, kwaliteiten en drijfveren. Dus de basis ligt er al. De laatste slag maken we samen op basis van de 6 A’s van Nathans.

Leerdoelen:

Je kunt afstemmen op andere partijen door signalen waar te nemen en metacommunicatie toe te passen.

Onderwerpen:

De 6 A’s van adviseren, die ook voor een ondernemende ontwerpers belangrijk zijn (van Hannah Nathans).

A Aandacht voor de signalen van anderen

A Aandacht voor eigen signalen

A Afstemmen

A Aanvullen

A Assertiviteit

A Alternatieven

25

In het laatste college hebben we voornamelijk aandacht besteed aan ‘afstemmen’. Afstemmen op andere, jezelf etc. Ik dit wil graag kort beschrijven.

Om het ‘afstemmen’ goed te begrijpen en ook in de praktijk toe te passen hebben we gekeken naar de 6A’s, die al op de vorige pagina’s te vinden zijn. Ik wil ze graag even stuk voor stuk af gaan.

Aandacht voor signalen van anderen. Soms is het belangrijk om je eigen opvattingen even opzij te zetten en even goed te luisteren naar wat anderen te zeggen hebben. Luister dan actief, laat die zowel verbaal als non-verbaal zien. Dit is goed voor onderlinge relaties.

De een heeft wat moeite met bovenstaande, maar er zijn ook zeker mensen die moeite hebben met het aandacht hebben voor hun eigen signalen. Wat uiteraard ook super belangrijk is. Het is goed om jezelf af en toe even af te vragen hoe je je nou echt voelt. Signalen kunnen zich lichamelijk uiten, emotioneel maar natuurlijk ook mentaal..

De derde A staat voor afstemmen. Dit heeft vooral betrekken wat jij te doen hebt met degene tegenover jou. Als jij gaat solliciteren is het natuurlijk niet netjes om aan te komen in een oud shirt en een broek met gaten, tenzij jjj er uiteraard van overtuigd van bent dat dat past bij het bedrijf waar jij voor solliciteert. Kijk wie er tegen over je staat en stem je daar op af, praat iemand heel formeel, probeer dit dan mee te nemen. Lichaamshouding is belangrijk, hierbij is spiegelen een handig hulpmiddeltje.

De vierde A staat voor aanvullen, dit kan soms best lastig zijn. Dat afstemmen hierboven staat is een bewuste keuze. Het is belangrijk dat je iemand eerst goed begrijpt en dat je goed op hem/haar bent afgestemd. Daarna kan je gaan aanvullen. Pas op dat je dit niet te veel doet, dan maak je de ander afhankelijk van jou.

Assertiviteit is de vijfde A. Laat zien dat je weet wat je wilt, laat jou eigen standpunten voorzichtig naar voren komen. Zorg er voor dat je de ander wel de ruimte geeft om nog zijn/haar eigen standpunt vast te houden, het is respectloos om dat niet te doen.

De zesde A staat voor alternatieven. Hou het breed door meerdere alternatieven te bieden. Hier zit ook weer een valkuil, pas op dat er niet te veel alternatieven zijn, dit leid tot vragen mbt. Beslisvaardigheid en vakkennis.

Mijn tussentijdse conclussie is te vinden onder evaluatie.

26