tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een...

10
OEFENVRAGEN TIJDVAK 6, 7, 8 HAVO-5 1 (4pnt) In 1598 werd in Frankrijk het Edict van Nantes uitgevaardigd. Dit maakte een einde aan de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. In 1685 trok koning Lodewijk XIV (1638-1715) het edict weer in, omdat hij één godsdienst in zijn land wilde. Veel Franse protestanten vluchtten toen naar de Nederlandse Republiek. Noem twee redenen waarom veel Franse protestanten juist naar de Republiek vluchtten en leg uit dat het beleid van Lodewijk XIV paste bij het absolutisme van veel vorsten in de zeventiende eeuw. 2 (4pnt) De Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715) staat bekend als een absoluut vorst. Hij benoemde Jean-Baptiste Colbert (1619-1683), de zoon van een rijke lakenkoopman, tot minister. Dat was voor die tijd een bijzonder benoemingsbeleid, omdat Colbert niet van adel was. Leg uit dat dit benoemingsbeleid: − paste bij een absoluut vorst uit die tijd en − samenhing met de maatschappelijke veranderingen die het handelskapitalisme met zich meebracht. 3 (2pnt) Een bewering: Het jaar 1672 betekende voor de Republiek een enorme slag, maar betekende voor Willem III een grote kans. Licht beide onderdelen van deze bewering toe. 4 (2pnt) Frankrijk heeft er in 1672 toe bijgedragen dat er een einde kwam aan de Gouden Eeuw van de Republiek. Leg dit uit. 5 (4pnt)

Transcript of tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een...

Page 1: tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een maatschappelijk probleem. Noem de naam waaronder dit probleem bekend is geworden

OEFENVRAGEN TIJDVAK 6, 7, 8 HAVO-5

1 (4pnt)In 1598 werd in Frankrijk het Edict van Nantes uitgevaardigd. Dit maakte eeneinde aan de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. In 1685 trokkoning Lodewijk XIV (1638-1715) het edict weer in, omdat hij één godsdienst inzijn land wilde. Veel Franse protestanten vluchtten toen naar de NederlandseRepubliek.

Noem twee redenen waarom veel Franse protestanten juist naar de Republiekvluchtten enleg uit dat het beleid van Lodewijk XIV paste bij het absolutisme van veelvorsten in de zeventiende eeuw.

2 (4pnt)De Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715) staat bekend als een absoluutvorst. Hij benoemde Jean-Baptiste Colbert (1619-1683), de zoon van een rijkelakenkoopman, tot minister. Dat was voor die tijd een bijzonderbenoemingsbeleid, omdat Colbert niet van adel was.Leg uit dat dit benoemingsbeleid:− paste bij een absoluut vorst uit die tijd en− samenhing met de maatschappelijke veranderingen die hethandelskapitalisme met zich meebracht.

3 (2pnt) Een bewering:Het jaar 1672 betekende voor de Republiek een enorme slag, maar betekendevoor Willem III een grote kans.Licht beide onderdelen van deze bewering toe.

4 (2pnt) Frankrijk heeft er in 1672 toe bijgedragen dat er een einde kwam aan deGouden Eeuw van de Republiek.Leg dit uit.

5 (4pnt)Gebruik bron 1.In de achttiende eeuw bestaat er een tegenstelling tussen de landgewesten ende zeegewesten over de vraag of er geïnvesteerd moet worden in de landmachtof in de vloot.(zonder bron) wat het verband is tussen deze tegenstelling en degebeurtenissen in 1672 en(met bron) dat Swildens in deze tegenstelling een genuanceerd standpuntinneemt.

bron 1In 1781 verschijnt een leesboek (een "Vaderlandsch AB-boek") voor de jeugd inde Republiek, geschreven door J.H. Swildens. Daarin staat, bij de letter S

Page 2: tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een maatschappelijk probleem. Noem de naam waaronder dit probleem bekend is geworden

I. Oorlogsschepen moeten wij houden om onze zeegrenzen te beveiligen, netals wij een landmacht moeten houden om onze landsgrenzen te beveiligen.II. Oorlogsschepen moeten wij vooral houden om onze koophandel tebeveiligen. (…)Onze zeemacht is de eigenlijke waarborg van onze landmacht. Want wij kunnengeen landmacht onderhouden zonder koophandel en onze zeemacht is de enigeveiligheid van onze koophandel. "Oorlogsschepen, oorlogsschepen!" moestendaarom de Nederlandse moeders hun kinderen zelfs in de wieg leren roepen.Een vaste zeemacht is, naast onze landmacht, het enige middel om het bestaanen welvaren van ons hele land op een onwrikbare grond te vestigen.

6 (4pnt)Gebruik bron 2.In deze tekst beschrijft de Engelse filosoof Hobbes zijn ideeën over de inrichtingvan de ideale staat.

Leg telkens met de bron uit:− waarom zijn ideeën voor de traditionele absolute vorsten niet aantrekkelijkzijn− maar voor de latere verlichte absolute vorsten wél.

bron 2De Engelse filosoof Thomas Hobbes schrijft in 1651 een boek over de inrichtingvan de staat. Daarin zegt hijDe enige manier om zo'n gemeenschappelijke macht in te stellen is, dat allenhun macht en kracht overdragen aan één man (…), zodat de veelheid van willenteruggebracht wordt tot één wil. Dit is meer dan een overeenkomst of akkoord;het is een reële eenheid van allen in één en dezelfde persoon, ingesteld dooreen overeenkomst van allen met allen, alsof ieder tot allen zou zeggen: “Ikverleen het gezag en het recht mijn eigen leven te leiden aan deze man (…), opvoorwaarde dat u hetzelfde doet”.Zijn persoon bevat de essentie van de staat. Die staat kunnen we omschrijvenals één persoon, voor wiens handelingen de verantwoordelijkheid bij een grotemassa mensen rust, die zich door onderlinge overeenkomsten verbondenhebben. Daardoor kan hij, naar eigen inzicht, al hun krachten en middeleninzetten voor hun vrede en gemeenschappelijke bescherming.

Page 3: tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een maatschappelijk probleem. Noem de naam waaronder dit probleem bekend is geworden

7 (4pnt)Gebruik nogmaals bron 2.Op sommige ideeën van Hobbes wordt voortgebouwd bij de democratischerevoluties van het einde van de achttiende eeuw.

Leg uit op welke opvatting van Hobbes wél en op welke opvatting niet wordtvoortgebouwd bij deze democratische revoluties.

8 (3pnt)De Pruisische koning Frederik de Grote wordt beschouwd als een voorbeeld van eenverlicht absoluut vorst. Aan hem wordt de uitspraak toegeschreven “Alles voor het volk,maar niets door het volk”. Deze uitspraak wordt vaak gebruikt om te laten zien dat‘verlichte’ vorsten niet alle ideeën van de Verlichting overnamen.Noem het idee dat zij meestal niet overnamen en verklaar dit.

9 (6pnt)Gebruik bron 3.

Deze afbeelding kan gebruikt worden als illustratie bij een aantal paragrafen uit een boekover het Abolitionisme, met de volgende titels:1 Verlichtingsideeën2 De transatlantische slavenhandel3 De Industriële Revolutie

Leg voor elke paragraaf uit welk verband er bestaat tussen de titel van de paragraaf en• het Abolitionisme,• de bron met het medaillon.

BRON 3Een medaillon uit 1787 gemaakt door de Britse aardewerkfabrikant Josiah Wedgewood(1730-1795). Hij kopieerde dit medaillon en stuurde het naar vrienden in New York. Hetwerd een enorm succes: er werden meer dan 200.000 exemplaren van gemaakt en verkocht

VertalingBen ik geen mens en broeder?

Page 4: tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een maatschappelijk probleem. Noem de naam waaronder dit probleem bekend is geworden

10 (2pnt)Tijdens de Franse Revolutie (1789) werden onder invloed van ideeën van de Verlichting devoorrechten van de eerste en tweede stand afgeschaft.Noem een idee van de Verlichting en leg uit dat het van invloed was op de afschaffing vandeze voorrechten.

11 (2pnt)Marie-Antoinette was tijdens het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789 koningin vanFrankrijk. Zij zou tijdens een van de rellen in 1789 gezegd hebben: “De mensen roepen ombrood, maar als zij geen brood hebben, waarom eten zij dan geen cake?”Deze uitspraak wordt vaak gebruikt om twee oorzaken van de Franse Revolutie teillustreren.Leid deze twee oorzaken uit de uitspraak van Marie-Antoinette af.

12 (2pnt)De Industriële Revolutie begint in de textielnijverheid.Leg uit waarom de textielnijverheid als eerste gemechaniseerd werd.

13 (2pnt)Gebruik bron 4.

Liberale fabrikanten wezen in het algemeen overheidsingrijpen in de economie af. Tochsteunden ze vaak regulering van de fabrieksarbeid door de overheid.Noem een reden voor deze steun die uit de bron blijkt.

Bron 4

In 1833 neemt het Engelse parlement een wet aan over arbeid in textielfabrieken. In 1836spreekt John Fielden, fabrikant en parlementslid, over de nadelige gevolgen van deze wetvoor de fabrikantenDe stelselmatige verbetering van de machines in de grote katoenfabrieken e 1 n de geldzucht2 van de fabriekseigenaars hebben ertoe geleid dat fabrieksarbeiders meer arbeid moeten3 leveren dan waartoe ze in staat zijn. Ook de fabriekseigenaars die deze behoefte niet4 hadden, zijn hiertoe gedwongen op straffe van faillissement. Mijn partners en ik hebben5 nooit meer dan 71 uur werk per week aan onze arbeiders gevraagd, maar nu de wet van6 1833 ons verplicht de arbeidstijd van volwassenen te beperken tot 67,5 uur per week en die7 van kinderen tot 48 per week, geeft dat ons grote problemen, omdat het werk dat de8 kinderen laten liggen nu door de volwassenen moet worden gedaan.

14 (4pnt)Voor het ontstaan van de Industriële Revolutie moest een land aan een aantalvoorwaarden voldoen. Er moesten bijvoorbeeld voldoende grondstoffen,kapitaal, arbeid en afzetmarkten aanwezig zijn.Kies een land, en leg telkens met een historisch voorbeeld uit dat land uit, welkverband er bestond tussen:− een afzetmarkt en de Industriële Revolutie in dat land,− grondstoffen en de Industriële Revolutie in dat land,− arbeid en de Industriële Revolutie in dat land en− kapitaal en de Industriële Revolutie in dat land.

15 (4pnt)

Page 5: tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een maatschappelijk probleem. Noem de naam waaronder dit probleem bekend is geworden

Gebruik bron 5.In deze tekst van H.W. Tydeman komen twee opvattingen uit de negentiendeeeuwsediscussie over de sociale kwestie naar voren:1 De industrialisatie is de oorzaak van de sociale kwestie.2 De industrialisatie zal leiden tot een grotere rol van de overheid.

Toon dit aan door per opvatting:− een argument te noemen om die opvatting te ondersteunen en− aan te geven hoe die opvatting in de bron naar voren komt.

bron 5De econoom H.W. Tydeman schrijft in 1820 een studie over de vraag of deoverheid het gebruik van machines in de nijverheid moet bevorderen oftegengaan. Daarin zegt hijDe machines, om het even of dieren, of stoom, of wind of water de raderwerkenaandrijven, doden de nijvere werkzaamheid van duizenden huisgezinnen, endaarmee hun levensgenot. Ja veelal, helaas! het zedelijk gevoel en demenselijke beschaving van hen en hun kinderen. (...)Zo van nuttige producenten verlaagd tot alleen maar consumenten, worden zij,onschuldig en zonder dat zij er iets aan kunnen doen, een bezwaar en tot eenverrot lid voor de maatschappij, die zij hielpen en deden bloeien. (…)De regering weet dat door de vrijheid, die zij aan de nijverheid geeft, het gebruikvan machines meer algemeen gaat worden. Zij kent de voordelen daarvan, maarzij kent ook de directe nadelen van het afdanken van arbeiders. Door hettreurige lot van deze klasse bewogen, kan zij voor een deel zelf maatregelennemen en voor een ander deel plannen bedenken waardoor of door de klasseder arbeiders zelf, of door de fabrikanten of door de meest bemiddelde burgersin het algemeen, voorzorgen getroffen worden voor zulke omstandigheden. (...)

16 (2pnt)Een bewering:De socialistische arbeidersbeweging in de negentiende eeuw in West-Europa was tegen hetimperialisme, maar de arbeiders hadden belang bij de instandhouding van het koloniale rijkvan hun land.Leg dit voor beide onderdelen van de bewering uit.

17 (3pnt)Gebruik bron 6.

De uitbreiding van het kiesrecht was in het Nederland van de negentiende eeuw één van debelangrijkste politieke kwesties. Lange tijd bleef het kiesrecht beperkt tot een betrekkelijkkleine groep rijke mannen. In 1917 werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd, tweejaar later gevolgd door het algemeen vrouwenkiesrecht.

Leg uit:• dat de tekening is gemaakt vóór 1917 en• dat de tekenaar de kiesrechtstrijd ziet als een strijd tussen twee klassen.

Page 6: tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een maatschappelijk probleem. Noem de naam waaronder dit probleem bekend is geworden

BRON 6

Tekening Albert Hahn in het socialistische weekblad De Notenkraker met als titel ‘Achterhet horretje’Onderschrift: “Is het niet om te gieren? Die bende wil hetzelfde kiesrecht hebben als ik.”Toelichting: Een horretje is een vliegengordijntje

18 (2pnt)Gebruik bron 7.

De Tweede Kamer besluit in 1886 om een parlementair onderzoek te houdennaar een maatschappelijk probleem.Noem de naam waaronder dit probleem bekend is geworden en leg kort uit welkverband er bestaat tussen dit probleem en de Industriële Revolutie.

bron 7In 1886 besluit het Nederlandse parlement een onderzoek te doen naar deleefomstandigheden van de arbeiders. Op 10 september 1887 verschijnt PoppeCorzaan, 25 jaar, (voormalig) fabrieksarbeider te Sappemeer, voor deonderzoekscommissie(Vraag): Zijt gij niet van de papierfabriek afgeraakt bij gelegenheid van dewerkstaking die daar verleden jaar heeft plaats gehad? Kunt gij onsook vertellen wat aan die werkstaking is voorafgegaan?(Antwoord): Vooraf moet ik zeggen dat het niet waar is dat ik met de werkstakingvan de fabriek gekomen ben; ik zou kunnen bewijzen dat ik reedsplusminus zes maanden vóórdat de werkstaking is uitgebroken, wegben gegaan.(Vraag): Wij wensen slechts te vernemen wat er voorgevallen is. Is er niet eenverzoek gedaan om vrijstelling van de zondagnachtarbeid?(Antwoord): Ja, ik heb een verzoekschrift aan fabrikant Scholten opgesteld datinhield: het beleefde verzoek om vrijdom van arbeid te krijgen vanzondagsavonds zes uur tot 's maandagsochtends zes uur. Door het

Page 7: tientijdvakken.weebly.comtientijdvakken.weebly.com/.../oefenvragen_6_7_8.docx · Web viewnaar een maatschappelijk probleem. Noem de naam waaronder dit probleem bekend is geworden

langdurig werken 's nachts gingen de arbeiders natuurlijk dadelijkslapen en om zes uur 's avonds moest er weer gewerkt worden zodatmen gedurende de zondag niets aan het huisgezin had, want mendeed niets dan slapen en werken.(Vraag): Wat heeft de heer Scholten op het verzoek geantwoord?(Antwoord): Ik heb het verzoekschrift geschreven op verzoek van enkelewerklieden. Ik had geen bezwaar om het te schrijven omdat hetredelijk was. Het werd door 65 arbeiders ondertekend. Het werdopgezonden en wij kregen een antwoord. De opzichter Jongman zeidat ons verzoek voorlopig niet ingewilligd kon worden omdat er te veelwerk was. Later als de nieuwe papiermachine in werking zou zijn, zoumen bovendien nog wel een dag in de week behalve de zondag vrijkunnen geven. Ik vermoed dat dit doelde op overproductie. Deopzichter Jongman verzocht nogmaals de ondertekenaars door hunhandtekening te verklaren wie al dan niet met dit antwoord van deheer Scholten genoegen namen. Ik heb toen een tweede stukopgesteld. Dit stuk werd getekend door 45 arbeiders. Toen dat tweedegeschrift ingezonden was, liet de opzichter Jongman het in hethonderd lopen. Ik geloof niet dat het stuk reeds aan de heer Scholtenkon zijn opgezonden. De opzichter liet de beide ploegen op hetkantoor komen en begon daar te donderen. Hij zei dat wie genoegennam met de voorwaarden van de fabriek konden blijven, maar dat deanderen de poort uit moesten. Hij voegde daarbij: “Jullie wordenallemaal zeker brodeloos”. Toen durfden zij niet meer.(Vraag): Dus allen namen toen genoegen met de voorwaarden van de heerScholten?(Antwoord): Ja, maar ik kreeg mijn ontslag omdat ik het verzoekschrift geschrevenhad.

19 (3pnt)Gebruik nogmaals bron 7.De bron laat zien hoe de machtsverhouding tussen arbeiders en werkgeversrond 1890 is.Geef deze machtsverhouding weer en gebruik daarbij twee voorbeelden uit debron.

20 (4pnt) Gebruik nogmaals bron 7.Een bewering:Modernisering kan leiden tot verbetering van de omstandigheden voor arbeiders,maar ook tot verslechtering.Leg de twee mogelijke gevolgen van modernisering uit met het voorbeeld van denieuwe papiermachine uit de bron.