bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4....

30
TOETS 3 Verbeterplan Discrepantie tussen afspraken en uitvoering op het gebied van het invullen van incidentformulieren na escalaties van fysiek- en verbaal geweld op school. Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 1

Transcript of bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4....

Page 1: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

TOETS 3

Verbeterplan

Discrepantie tussen afspraken en uitvoering op het gebied van het invullen van incidentformulieren na escalaties van fysiek- en verbaal geweld op school.

afbeelding: tijdschrift: Het veilig Onderwijs Magazine Basisonderwijs jaargang 2017 nummer 1

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 1

Page 2: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Inhoudsopgave:Inleiding

Hoofdstuk 1

1.1 Aanleiding en context. 4

1.2 Probleemstelling 6

1.3 Plan van aanpak 7

Hoofdstuk 2 Theorie

2.1 wettelijke kaders 8

2.2 Veranderingsproces 8 stappen van Kotter 11

Hoofdstuk 3 data

3.1 Data verzameling 13

3.2 De gehanteerde analysemethode 13

3.3 Conclusie en resultaten op dataniveau 14

Hoofdstuk 4 conclusie

4.1 De conclusie ten aanzien van de praktijk in relatie tot de theorie 15

4.2 Het uiteindelijke resultaat 15

4.3 Aanbevelingen 16

Hoofdstuk 5 reflectie

5.1 Reflectie persoonlijke ontwikkeling 18

5.2 Competenties van het schoolleiders register 19

5.3 Verbinding met Start-assessment 19

5.4 terugblik T1-T2 en leerdoelen 20

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 2

Page 3: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Inleiding:

Deze T3 zal bestaan uit het maken van een verbeterplan. Dit verbeterplan heeft betrekking op de routing van het incidentformulier genaamd FOBO-formulier (Fout, Ongeval, Bijna Ongeval) na een incident met een leerling. Hierbij speciaal gericht op wie welke activiteiten doet en monitort.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 3

Page 4: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Hoofdstuk 1

1.1 Aanleiding

De afgelopen jaren was er geen duidelijk beleid als het ging om aanpak van jongeren die grensoverschrijdend gedrag vertoonden. Er werd ad hoc besloten welke maatregelen van toepassing waren. Hierdoor kregen jongeren steeds meer autonomie binnen de school en werden de leerkrachten niet meer serieus genomen. Dit gaf voor leerlingen en leerkrachten een onveilig gevoel. De grip op een aantal jongeren was geheel verloren geraakt.

Binnen het team werd afgelopen najaar 2016 afgesproken harder op te treden tegen geweld. Er was onderling een afspraak gemaakt dat als er geweld, vernielingen, bedreiging etc. plaats zouden vinden de politie gebeld zou worden en er aangifte gedaan zou worden.

In november 2016 was ik waarnemend binnen het management. In die tijd zat een leerling genaamd M. in de tweede klas van onze school. Deze jongen heeft een ernstig autoriteitsprobleem. M. kan ook niet tegen grapjes waardoor hij vrij snel boos word. Zo boos dat hij de controle over zichzelf verliest.

Dit gebeurde afgelopen november ook. M. had buiten een situatie met andere leerlingen gehad en was er heel boos om geworden. M. rende vervolgens naar binnen, sloeg met zijn tot vuist gebalde rechterhand een ruit van het keukentje kapot en schopte een stalen kast in zijn klas om.

Als gevolg hiervan heb ik de politie gebeld. De jongen M. ging helemaal door het lint bij het zien van de politie en werd geboeid afgevoerd. Ik heb namens de school aangifte gedaan. Ouders van de jongen M waren het hier geheel niet mee eens daar het een jongen betrof die nog meer problemen zou krijgen nu de politie er bij betrokken was. Dit was al vaker gebeurd en hij had zelfs voorwaardelijke straf.

Enkele maanden- en vele gesprekken later met zorg, commissie van begeleiding (CvB), schoolleider a.i. werd besloten dat de jongen M in een andere klas zou komen en parttime naar school zou gaan. In zijn dossier waren weinig tot geen FOBO’s gevonden waardoor er geen structurele grensoverschrijdende gedragingen te herleiden waren. Door de regiodirecteur en schoolleider a.i. werd bij zijn terugkeer naar school direct aangeven dat hij zich aan de regels moest houden en zich diende te gedragen. Mocht dit niet het geval zijn hij verwijderd zou worden. In de tijd dat hij op school was vertoonde M. direct weer intimiderend gedrag naar andere leerlingen. Hij bedreigde jongeren. Dit liep zo hoog op dat M op een dinsdag na school terug gereden kwam op zijn fiets om een andere leerling nog even bij te werken. Hij had hiervoor bij een hamer en een schroevendraaier bij zich.

Tijdens dit conflict waren de schoolleider a.i. en de regiodirecteur beiden op school. Door geen van hen is ingegrepen. Personeel voelde zich in de steek gelaten en de leerling M. voelde zich weer gesterkt. De andere leerlingen voelden zich in het geheel niet veilig.

De donderdag erna ging weer het gerucht dat M vrijdags op school wilde komen met een hamer en een schroevendraaier. Door een aantal medewerkers werd de vrijdag ochtend met elkaar afgesproken dat we de jongeren die het betrof waaronder ook M. zouden fouilleren.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 4

Page 5: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Dit mag alleen met toestemming van de persoon. Het management was die vrijdag geheel afwezig.

Die bewuste vrijdagochtend werden een drietal jongeren aan een vrijwillige fouillering onderworpen. M. had wederom een hamer en een schroevendraaier in een tas bij zich. Die ochtend was er niemand van het management die beslissing kon nemen. Door het personeel aanwezig is dit toen zelf opgepakt. De boosheid onder het personeel was enorm daar er weer niets werd gedaan en de onveiligheid groter werd.

Reactie van de regiodirecteur hebben we nooit gehad en de schoolleider a.i. heeft nooit echt doorgepakt. Pas toen we enkele weken verder waren en door de CvB werd uitgesproken dat M een grotere zorgvraag had dan onderwijs, is men tot actie overgegaan. Dit heeft 4 maanden kunnen duren.

Er lag geen duidelijk beleid en wat er lag is fragmentarisch heeft mij doen besluiten een verbeterplan te schrijven met een stappenplan met betrekking tot het invullen van de FOBO en de routing die het formulier volgt.

Context

Veiligheid is een containerbegrip. Onder veiligheid wordt verstaan volgens Wikipedia “de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie of de mate van aanwezigheid van beschermende maatregelen tegen deze potentiële oorzaken.”

Doordat jongeren in cluster 4 scholen van het speciaal onderwijs vaker in conflict komen is veiligheid een onderwerp die belangrijk is. Veiligheid wordt echter ook snel over het hoofd gezien wordt. Binnen onderwijs valt veiligheid uiteen in twee sectoren.

Zo is er fysieke- en sociale veiligheid.

Fysieke veiligheid is bijvoorbeeld: Discriminatie, Pesten, BHV en EHBO, blusmiddelen etc. Sociale veiligheid is bijvoorbeeld: Social media Protocol, Pestprotocol, melden en registeren

Het probleem op de VSO De Rietlanden zit voornamelijk in:

Het niet juist handelen na een incident. Het niet consequent handelen na een incident. Incorrect invullen van het incidentenregistratieformulier. Weinig-, te laat- of geen terugkoppeling naar leerkracht, leerling en/of ouders Geen data-analyse van het incidentregistratieformulier. Geen dossieropbouw om verdere stappen te kunnen ondernemen.

Deze problemen zijn een probleem voor leerkracht, leerling, ouders, organisatie en in bepaalde mate de overige stakeholders.

Mocht het slecht registreren van de incident-formulieren niet veranderen dan kan dat zelfs leerlingeaantal negatief uit kunnen gaan vallen. Het kan leerkrachten doen besluiten ergens anders te gaan werken. Het gevoel van veiligheid is niet gewaarborgd. De leerkrachten worden niet serieus genomen.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 5

Page 6: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Het probleem staat niet op zichzelf. Doordat de gehele organisatie niet goed is ingericht, is dit onderdeel ook niet op de juiste wijze verankert binnen de organisatiestructuur. De bouwstenen van Knoster (1991) zijn allemaal zwak.

Er zijn diverse beleidsstukken geschreven waarin het belang van veiligheid beschreven staat, echter men heeft het niet geïmplementeerd en geborgd.

De huidige schoolleider ad interim (a.i.) leerde dit tijdens een thema bezoek van de onderwijsinspectie jongst leden. Hij werd gewezen op het ontbreken van het sociale aspect rondom de leerling. Noch het hebben van een leefstijl methode noch het vergroten van de sociale aspecten bij het kind is goed aan de orde. Binnen het team heerst gelatenheid rondom dit onderwerp. Op een eenduidige wijze aanspreken op gedrag naar de leerling toe is slecht aanwezig. Door de onduidelijkheid ervaren de jongeren ruimte. Naast het managementteam is ook het bestuur achter gebleven met zijn beleid hierop.

Door het gehele veiligheidsaspect goed weg te zetten binnen beleid is de enige manier om het probleem het hoofd te bieden. Daarna is het belangrijk dat het beleid goed wordt uitgevoerd en dat er gekeken wordt of het nog aanpassing nodig heeft. Een werkgroepje vanuit de weerbaarheidstraining is een poging aan het doen om een protocol op te het opstellen.

In verband met de verplichting van een digitaal veiligheidsplan is er bestuurlijk een persoon vrij gemaakt om dit beleidsmatig te ontwikkelen. In deze werkgroep zitten alle toekomstige veiligheidscoördinatoren en een afgevaardigde van het management

1.2 Probleemstelling

Het probleem is het ontbreken van afspraken hoe en wanneer een incidentregistratie ingevuld dient te worden en hoe de routing hiervan is.

De focus zal liggen op het verbeteren van het beleidsplan sociale veiligheid en de uitvoering door management en team. Onderzocht zal worden:

Welke beleidsplannen t.a.v. sociale veiligheid liggen er. Zijn de beleidsplannen rondom sociale veiligheid bekend bij de personeelsleden? Weten leerlingen en ouders welke afspraken er liggen? Hoe wordt een incident genoteerd. Hoe is de routing van zo’n incidentformulier Wie bespreken de incidentformulieren? Wat wordt er met de incidentformulieren gedaan Is er een terugkoppeling? Naar wie is de terugkoppeling?

Doel van het onderzoek zal zijn dat duidelijk wordt waar het rondom het registreren van incidentformulieren en de routing erna verbeterd kunnen worden. Dit zal in een stappenplan vorm worden. Op deze manier zal er een Plan Do Check en Act (PDCA) cyclus ontstaan. De school zal tevreden zijn als de stappen door ieder teamlid gedaan wordt.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 6

Page 7: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

1.3 Plan van aanpak

Zoals al werd vernoemd is veiligheid een container begrip. Om in een korte tijd al positiever verandering in te voeren zal er alleen gekeken worden naar het verbeteren van het registeren van incidenten en de opvolging.

Dit zal bereikt worden door Vraag:

1. Welk formulier wordt gebruikt als incidentregistratie?2. Hoe wordt dit formulier ingevuld?3. Wie beoordeelt dit formulier?4. Wie bespreekt het formulier?5. Wanneer en hoe en naar wie is de terugkoppeling?6. Is er een analyse van de incidenten?7. Wordt er gestuurd op deze analyse?8. Hoe is de nazorg geregeld?9. Hoe is de borging?

Het resultaat zal bereikt worden als alle vragen beantwoord zijn en er een verbeterd plan ligt die recht doet aan de veiligheid eisen gesteld in het digitaal veiligheidsplan.

Voor de interne medewerkers zullen de lijnen duidelijker worden en weet men de afspraken die gelden. Hier kan men op aangesproken worden.

Dit zal bereikt worden door Antwoord:

1. De VSO De Rietlanden gebruikt het FOBO-formulier. Deze zal worden bijgevoegd.2. Dit formulier wordt door het team op verschillende wijze ingevuld. De een typt het

digitaal en stuurt het digitaal door naar personen van het CvB. De ander print het uit en schrijft het met de hand. Degene stopt het formulier meestal in een vakje bij de administratie.

3. De schoolleider, IB-er een afgevaardigde van het team. Soms aangevuld met het School Maatschappelijk Werkster (SMW).

4. Onder punt 3 benoemde personen.5. Er staat geen tijd voor wanneer er een terugkoppeling plaats zal vinden. Er vindt een

terugkoppeling plaats met de leerkracht.6. Er is een beperkte analyse. Er wordt gekeken naar de jongeren die het conflict heeft

gehad. Er is geen analyse op plaats, tijd, klas, groep en thuissituatie.7. Er is een zeer beperkte sturing richting de leerkracht. Zij krijgen informatie dan wel

tips hoe om te gaan met de jongeren. Ook kunnen de mentoren tips krijgen om een bijeenkomst te organiseren met ouders/verzorger etc. Dit is individueel en incidenteel.

8. Er is een nazorg naar leerling/leerkracht vanuit intermenselijke contacten. Er is geen stappenplan of een tijdpad om nog eens over een situatie te reflecteren.

9. Er is geen borging.

Er is geen lijst van ‘overtredingen’ wanneer er een FOBO ingevuld dient te worden. Dit is individueel voor de leerkracht.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 7

Page 8: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Hoofdstuk 2

2.1 theoretisch kaders

De theoretische kaders waarbinnen de burger zich dient te bewegen zijn legio. Het is dan ook goed dat een protocol en het handelen vanuit dat protocol binnen deze kaders zijn opgesteld. Het is tevens van belang dat bij eenieder bekend is waar de wettelijke bevoegdheden liggen. Zowel voor leerkrachten als voor leerlingen en ouders.

De wetsartikelen A tot en met F zijn daar het raamwerk voor.

A. Grondwet Artikel 11 Onaantastbaarheid van het lichaam.(1)

Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam

B. Wet Primair Onderwijs (WPO) en Wet Voortgezet Onderwijs (WVO) Algemene bepalingen artikel 3c en 4b (2)

lid 1 Het bevoegd gezag draagt zorg voor de veiligheid op school, waarbij het bevoegd gezag in ieder geval:

a. beleid met betrekking tot de veiligheid voert,

b. de veiligheid van leerlingen op school monitort met een instrument dat een representatief en actueel beeld geeft, en

c. er zorg voor draagt dat bij een persoon ten minste de volgende taken zijn belegd:

1°. het coördineren van het beleid Wet Primair Onderwijs (WPO) en Wet Voortgezet Onderwijs (WVO) Algemene bepalingen het kader van het tegengaan van pesten, en

2°. Het fungeren als aanspreekpunt in het kader van pesten.

Lid 2. Onder veiligheid, bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan de sociale, psychische en fysieke veiligheid van leerlingen

(1) https://www.denederlandsegrondwet.nl/ (2) http://maxius.nl/wet-op-het-primair-onderwijs/hoofdstuk1/titel1

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 8

Page 9: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

C. Wetboek van Strafrecht. Wederrechtelijke vrijheidsberoving artikel 282 (3)

Lid 1: Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Lid 2: Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Lid 3: Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Lid 4: De in dit artikel bepaalde straffen zijn ook van toepassing op hem die opzettelijk tot de wederrechtelijke vrijheidsberoving een plaats verschaft.

D. Wetboek van Strafrecht. Noodweer artikel 41(4)

Lid 1: Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.

Lid 2: Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt

E. Cao PO 2016-2017 Bepaling 11.5 Veiligheid en het voorkomen van seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld (5)

Lid 1: De werkgever stelt in overleg met de PGMR het beleid vast dat gericht is op het realiseren van een gezonde en veilige leer- en werkomgeving binnen de instelling, bedoeld voor alle geledingen. De werkgever evalueert jaarlijks het gevoerde beleid.3

Lid 2: Binnen het in het eerste lid bedoelde beleid worden ten aanzien van de werknemers in ieder geval afspraken gemaakt over: het bewerkstelligen van sociale en fysieke veiligheid;

F. Arbeidsomstandighedenwet artikel 3 (6)

Lid 2: De werkgever voert, binnen het algemeen arbeidsomstandighedenbeleid, een beleid gericht op voorkoming en indien dat niet mogelijk is beperking van psychosociale arbeidsbelasting.

(3) http://maxius.nl/wetboek-van-strafrecht/artikel282 (4) http://maxius.nl/wetboek-van-strafrecht/artikel41/lid1 (5) cao_po_2016-2017_versie_per_1_januari_2017(6) http://maxius.nl/arbeidsomstandighedenwet/artikel3

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 9

Page 10: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

G. Veilige publieke taak Onderwijs (7)

Deel 2 lid 1 staat een korte beschrijving van de voortgang in sector onderwijs. Dit is een platform die heeft bestaan van 2010-2016. Daarna zijn alle aanbevelingen verwerkt binnen de site: www.agressievrijwerk.nl (7)

Wat betekent dit?

Voornoemde wetsartikelen geven verplichtingen binnen het sociaal veiligheidsbeleid. Hoe de school dit inricht is aan de school zelf. Dit kan doormiddel van een aanspreekpunt zoals bijvoorbeeld een Veiligheidscoördinator. Nergens staat echter wat concreet de norm moet zijn. Men kan wel van een paar punten uitgaan zoals:

Protocollen fysiek ingrijpen op school hanteren. Gebruik als uitgangspunt: ‘niet ingrijpen is erger dan wel ingrijpen’. Er is een dunne scheidslijn tussen acceptabel ingrijpen en grensoverschrijdend ingrijpen bij situaties van onmiddellijkheid.

Onmiddellijkheid; heeft te maken met deugdelijk protocol- overeenstemming handelen. Hierbij in gedachten hebbende:

1.Proportionaliteitsbeginsel: geen onnodig geweld

2. Subsidiariteitsbeginsel: geen geweld als er nog andere mogelijkheden zijn.

DENK VOORAL AAN HET VOLGENDE: “NIET INGRIJPEN KAN OOK VERWIJTBAAR ZIJN”-

Door het hebben van een FOBO voldoet een school ook aan de noodzakelijke inzicht. Door middel van een registratie op het aantal incidenten en die tot stand zijn gekomen.

(7) www.agressievrijwerk.nl

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 10

Page 11: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

2.2 Veranderingsproces 8 stappen van Kotter

Om het verbeterplan te kunnen laten slagen zal er verbetert moeten worden. Dat zal gedaan worden via de 8 stappen/fases van John Kotter (1996)

2

Kotter (1996)

Stap 1: Gevoel van noodzaak

Er zal een besef van urgentie moeten zijn wil men kunnen gaan veranderen. Doordat men beseft dat als men gaat veranderen er ook problemen worden opgelost. Men zal er het vertrouwen in moeten gaan hebben dat het gaat werken. In dit geval zal men doordrongen moeten zijn dat als men een juist stappenplan hanteert met het invullen van een incidentformulier aan alle partijen recht is gedaan. De leerling weet wat er met het formulier is gebeurd. Leerkracht voelt zich serieus genomen en krijgt vertrouwen en de ouders hebben inzicht in het handelen van school.

Stap 2: Mensen in beweging krijgen tot een leidende coalitie.

Door een groep enthousiaste mensen uit de volle breedte van de organisatie zal het plan ondersteunt moeten worden. Zij zullen het verbeterplan met een meerdere gaan maken. In dit geval zal het onder leiding van de schoolleider vorm moetengaan krijgen samen met de kerninstructeurs fysieke weerbaarheid aangevuld met 2 andere personeelsleden. Dan heb je een goede doorsnee van het team.

Stap 3: Ontwikkelen visie en strategie

Maak een eenvoudige verander visie. Hierbij gezocht naar de gemeenschappelijke waarden om zo de verandering te realiseren. Dat er duidelijk gemaakt wordt waarom er een stappenplan moet komen om incidentregistratie en de analyse helder te krijgen. Belangrijk is ook om het helder te maken wat de rol van het team is wil men duidelijkheid hebben en zo de veiligheid te vergroten.

afbeelding:2 https://www.google.nl/search?q=8+stappen+van+john+kotter&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEwjp6L33zJDUAhVKZlAKHfGiCDoQ_AUICigB&biw=912&bih=959#imgrc=lSzUy8QTNcaxMM:

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 11

Page 12: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Stap 4: Communiceer en enthousiasmeer

Zorg dat de stappen die er gemaakt worden binnen de leidende coalitie gedeeld worden met het team. Als men zich ‘veilig voelt’ zal het vertrouwen toenemen dat de juiste dingen gebeuren tijdens de bijeenkomsten. Voor de VSO De Rietlanden betekent dit dat er heel veel gecommuniceerd dient te worden met het team. Na elke bijeenkomst zal er een soort briefing plaats moeten vinden in de ochtend briefing. Op die manier zal het vertrouwen vergroot kunnen worden.

Stap 5: Zorgen voor draagvlak

Belangrijk is dat het management ook de juiste mensen op de juiste plaatsen zal zetten en dat dit via op de juiste wijze is gebeurd. Door middel van gesprekken en scholing zal dit vergroot worden. Bijvoorbeeld dat als er materialen aangeschaft moeten worden dat het ook geregeld wordt door het management. Zij zullen de randvoorwaarden moeten creëren. Dit zou kunnen betekenen dat mensen naar een andere school moeten kunnen gaan om daar te kijken hoe het werkt.

Stap 6: Korte termijn successen creëren.

Het is belangrijk dat als er zaken goed zijn gegaan deze successen met het team gedeeld worden. Bij dit verbeterplan zou het kunnen zijn dat er, na onderzoek, de verschillende stappen van het registratieformulier gezamenlijk besloten worden.

Stap 7: Doorgaan. Niet verslappen.

Door een tijdspad uit te zetten en dit te volgen kan men voorkomen dat zal verzanden/vergeten. Blijf het team betrekken bij de veranderingen.

Stap 8: Borgen

Door het plan te verankeren in de organisatie zal er een bestendiging plaats gaan vinden. Belangrijk is om te zorgen dat eenieder de discipline zal opbrengen en het doorzettingsvermogen tonen om daadwerkelijk anders te gaan doen. Bij het verbeterplan van de incidentregistratie betekent dit dat erbij elke formulier gekeken zal worden of de routing is gelopen zoals het hoort en dat de personen die het invulde ook het heeft gedaan op de afgesproken wijze. Mocht dit niet het geval zijn zal degene hierin gecoacht worden om het wel goed te gaan doen. Dat zal door een en dezelfde persoon gedaan moeten worden.

Tips: a. Toon respect voor het verleden en verschaf ook duidelijkheid over wat van de bestaande routing wordt behouden. Werk continue aan vertrouwen en betrokkenheid. (Bouwsteen cultuur) Koppel de gewenste verandering rechtstreeks aan de strategische doelen: welk gedrag is wenselijk in de bijdrage aan de doelen? (Bouwsteen Strategie). Vraag feedback over de effectiviteit van het veranderingsproces. (Bouwsteen mensen)

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 12

Page 13: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Hoofdstuk 3 Data

3.1 Data verzameling

Enquête:

De verzamelde data is afkomstig van leerlingen en leerkrachten. Door middel van een enquête. Allen zijn vragenlijsten voorlegt betreffende sociale veiligheid. Het team bestaat uit 30 personeelsleden en 169 leerlingen. De bovenbouw leerlingen waren ten tijde van de enquête niet op school in verband met de schriftelijke examens.

Leerlingen 40 x waarvan 30 jongens, 8 meisjes en 2x onbekende formulieren

Leerkrachten 13x waarvan man 7x en vrouw 6x formulieren.

Gesprekken:

Er zijn gesprekken geweest met directe collega’s, middenmanagement (zover aanwezig) en administratie.

3.2 De gehanteerde analysemethode

Analyseren

Leerkrachten:

Nu de gegevens verzameld zijn, is het tijd om terug te gaan naar het startpunt van het onderzoek en terug te halen op welke vraag het onderzoek antwoord moest geven en welke verandering het in gang moest zetten.

De vragen bij de personeelsleden betrof onder andere:

12 Er zijn op deze school voldoende vastgestelde procedures/protocollen in geval van incidenten

13 De school handelt adequaat in geval van incidenten14 De school doet voldoende aan preventie van ongewenst gedrag.

Hierbij kon men aanvinken: -- (zeer oneens) of – (oneens)of + (eens)of ++ (zeer eens)

Op vraag 12: 8% 30% 54% 8%

Op vraag 13: 31% 46% 38 % 0%

Op vraag 14: 7% 62% 31% 0%

Op vraag 13 is door twee personeelsleden dubbel geantwoord.

Als men de verhouding man/vrouw bekijkt is duidelijk dat vrouwen veelal oneens hebben ingevuld.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 13

Page 14: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Leerlingen:

De vragen 6,7 en 10 hebben te maken met fysieke- en sociale onveiligheid.

6: Word je weleens uitgescholden door andere kinderen op school?

7: Word je weleens bedreigd door andere kinderen op school?

10: Bel je weleens geschopt of geslagen door andere kinderen op school?

Men op drie wijzen antwoorden: (bijna) nooit of soms of vaak

Op vraag 6 45% 40% 15%

Op vraag 7 83% 10% 8%

Op vraag 10 60% 30% 10%

 3.3 Conclusie en resultaten op dataniveau

Conclusie Van de leerkrachten enquête is dat er zeer wisselend gereageerd is op de vragen. Duidelijk is wel dat bijna niemand het helemaal eens is met de huidige situatie. Grote groep is het zelfs oneens met hoe school omgaat met preventie en ongewenst gedrag. Over het hebben en volgen van protocollen is men ook zeer wisselend.

Conclusie zou kunnen zijn dat het niet goed duidelijk is, anders zou er wel een duidelijker antwoord zijn.

Conclusie van de leerlingen enquête is at de leerlingen zich doorgaans redelijk veilig voelen, echter een kwart van de tijd onveilig als het gaat om dreigingen en fysiek geweld. Is een redelijk hoge score die aan de hand van een goede analyse van FOBO ook eruit had kunnen komen. Daar had men dan weer beleid op kunnen aken als de koppeling goed was geweest tussen analyse en terugkoppeling ouders, leerling en leerkracht.

Gesprek lid CvB:

“Er is wel degelijk een terugkoppeling. De uitslag van de besproken FOBO’s komen in het leerlingvolgsysteem terecht. Deze worden geacht door de mentor gelezen te worden en gecommuniceerd met betrokkenen. Verdere analyses worden er niet op los gelaten. Ook is er geen stappenplan om de FOBO’s terug te koppelen met ouders/verzorgers en leerling. Niemand monitort dit. Ook blijkt dat er geregeld geen FOBO ingevuld is, waardoor dossiervorming rondom een leerling niet goed verloopt.”

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 14

Page 15: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Hoofdstuk 4 Conclusie

4.1 De conclusie ten aanzien van de praktijk in relatie tot de theorie

In theorie heeft men een routing die bekend is van het incidentformulier. Deze staat niet beschreven. Deze is bij iedereen op een of andere manier bekend.

Er is sprake van enige vorm van analyse tijdens de CvB vergaderingen. Dit blijft bijna altijd beperkt tot de leden van het CvB. Indien direct nodig zal er gecommuniceerd worden met de leerkracht. Dar kan soms de SMW zijn of de orthopedagoog. Hier zijn geen vaste afspraken voor.

In de praktijk worden door de diverse leden van het team verschillend op het invullen van een FOBO gereageerd. Ook wordt het geregeld vergeten. Hier is geen controle op zodat dit ook makkelijk vergeten kan worden.

4.2 Het uiteindelijke resultaat

Het uiteindelijke resultaat is dat iedereen maar iets doet. Met betrekking tot het FOBO-formulier is er geen goed protocol die er vooraf dient te gaan. Ook is de routing is niet beschreven.

Resultaat is dat iedereen het maar op invult zoals hij/zij het goed acht. Ook is het criterium om het in te vullen personeelsafhankelijk.

De monitoring is er niet, waardoor FOBO’s goed vergeten kunnen worden.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 15

Page 16: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

4.3 Aanbevelingen

Stappen Activiteiten Beoogde resultatenStap 1 Incident doet zich voor. FOBO-formulier wordt digitaal

ingevuld door betrokkene binnen 24 uur.

Formulier wordt digitaal verstuurd naar

1. schoolleider, 2. zorg- coördinator, 3. Leerling-coördinator, 4. Duo-partner 5. FOBO-commissie

Ouders leerling worden op hoogte gebracht incident en FOBO door mentor/ leerling coördinator

Concrete eerste stap. Formulier is direct in

bezit bij meerderen LVS krijgt zo digitale

dossiervorming.

Stap 2 FOBO formulier wordt besproken door FOBO commissie

Elke week komen vaste groep bijeen om incidenten te bespreken. Hierbij horende de orthopedagoog en leerling coördinator.

Groep beschrijft consequentie FOBO. Vraagt indien nodig verduidelijking betrokkenen.

Dezelfde groep mensen bekijken de FOBO’s.

Dezelfde groep mensen kunnen analyses maken.

Stap 3 resultaat FOBO commissie wordt meegenomen CvB

Meer dan 3 FOBO’s per maand bespreking CVB en eventueel aanpassing handel plan.

Ouders leerling worden meegedeeld dat hun kind besproken wordt binnen Cvb.

Leerling wordt besproken in CVB en zal er een aanpassing handel plan kunnen ontstaan.

CVB kan besluiten zorgstructuur rondom jongeren te vergroten.

Stap 4 terugkoppeling betrokkene

Door FOBO-commissie wordt resultaat teruggekoppeld aan betrokkene/ incidentmelder per mail.

Betrokkene ziet dat zijn registratie is behandeld en vergroot zo de betrokkenheid

Stap 5 Leerling coördinator monitort hoeveelheid FOBO’s

Alle FOBO formulieren worden door leerling-coördinator vermeld in LVS binnen 2 weken.

Binnen 2 weken is er met een formulier gehandeld.

Stap 6 Betrokkene/mentor informeert ouders/begeleiders eindoordeel FOBO-commissie

Mentor informeert leerling en ouders/verzorgers binnen 3 dagen na uitsluitsel FOBO-commissie.

Voorkomen van miscommunicatie met ouders/verzorgers en leerlingen.

Op tijd inzet zorg indien nodig.

Stap 7 leerling coördinator draagt zorg voor dossiervorming leerling.

Het FOBO-formulier wordt hard kopie uitgedraaid en bij administratie gelegd.

administratie stopt FOBO formulier in het leerlingen dossier.

Voldoen aan eisen onderwijsinspectie.

Hoe zou dit verbeterplan ingevoerd moeten gaan worden?

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 16

Page 17: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Activiteit wie Het verbeterplan voorleggen.

Directie/MR Noodzaak verbeteren bespreken team. Team Verbeterplan voorleggen met het team. Team Formeren FOBO-commissie. Team Evaluatiemomenten inplannen na een maand FOBO-

commissie Afspreken wie monitort. Leerling

coördinator Opnemen in jaarkalender.

Administratie Na een maand evaluatie. Allen Bijstellen stappenplan.

FOBO-commissie/Directie

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 17

Page 18: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Hoofdstuk 5 Reflectie

5.1 Reflectie persoonlijke ontwikkeling

Om tot een juiste reflectie te komen heb ik het model van Prof. Dr. F. Korthagen (1993) genomen.

1. Wat wilde ik bereiken/uitproberen2. Wat was mijn concreet handelen?3. Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)4. Wat neem ik mee voor de volgende keer

1. Ik wilde bereiken dat als er een incident is geweest erdoor door de leerkracht op de juiste wijze het FOBO ingevuld gaat worden. Dat zij de noodzaak inzien van een goede registratie. Dat het volgen van een juiste routing bijdraagt aan inzicht/analyse van de conflicten en een groter veiligheidsgevoel.

2. Ik heb concreet verschillende FOBO’s bekeken. Hierbij viel op dat er op verschillende manieren een FOBO werd ingevuld. De ene deed dit met pen en anderen deden dit digitaal. Ook het beschrijven van het incident was heel verschillend. Daarnaast heb ik de routing bekeken. Verscheidene teamleden schreven het met de hand en legden 1 kopie bij de administratie. Daar stond een bakje waar FOBO’s verzameld werden. Andere schreven ze en leden een kopie bij de schoolleider neer en weer anderen legden ook een kopie bij de orthopedagoog. Als laatste wijze was er ook de digitale wijze en werd er voldaan aan het onderaan het formulier beschreven afschrift waar een kopie naartoe moest worden gezonden.

3. Het probleem zit hem erg in het niet kennen van de routing van een FOBO-formulier en het op de onjuiste wijze invullen. Hierdoor ontstaat een slechte tot geen monitoring.

4. Ik neem mee dat ik zelf de juiste routing bewandel. Ook laat ik de schoolleider mijn opzet van de verbeterde routing zien. Dit Is al gebeurd. Ik heb daar nog geen feedback op gekregen. Dit zou na overleg met het team en de noodzaak aangevend per nieuw schooljaar geïmplementeerd kunnen worden.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 18

Page 19: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

5.2 Verbinding met de competenties van het schoolleidersregister

1. Strategieën hanteren voor samenwerking, leren en onderzoeken op alle niveaus

Het incidentenformulier FOBO valt als onderdeel geheel binnen het begrip veiligheid. Veiligheid op zijn beurt is een begrip die op alle niveaus en en maatschappelijk een zeer belangrijke positie in neemt. Helaas is dat nu nog meer dan eerst aan de orde. Daarom is het een onderwerp die nooit en te nimmer onderschat mag worden en dus altijd serieus genomen moet worden. Hierbij is het onderdeel het verbeten van de routing een onderdeel waarbij zeer de samenwerking gezocht dient te worden wat weer een link gat zijn naar alle niveaus binnen en buiten de organisatie. Ik denk dat ik, ondanks dat ik soms nog teveel als teamlid kijk, ik wil goed zie wat er moet veranderen. Het is nog een punt ter ontwikkeling voor mij om die helicopterview te hebben en te houden. Gelukkig leer ik iedere dag weer.

2. Hogere orde denken

Het hogere orde denken is wel aanwezig, maar duidelijk is dat de vertaalslag van teamlid naar management nog werk verdiend. Mijn rol als mogelijke schoolleider zie ik nog niet direct. Ik zie mijzelf wel als teamleider/adjunct. De verbinding maken met het team en als tussenlaag richting schoolleider fungeren. Door die stap nog eerst te zetten kan ik misschien verder komen.

5.3 Verbinding met het startassessment

In mijn Big Five staat vermeld dat mijn vermogen om op tegenslagen te reageren stabiel is. Ik reageer veerkrachtig en ben rustig tijdens een tegenslag. Ik haal dit aan omdat mijn verbeterplan gericht is op een onderdeel binnen veiligheid. Veiligheid in zijn breedste zin is een onderdeel wat in mijn DNA zit. Doordat dit sterk onderschoven was en tot onveilige situaties leidde werd het bijna een missie om dit op een of andere manier te verbeteren. In eerste instantie was de schoolleider a.i. niet echt onder de indruk om het te veranderen. Tegelijkertijd liep het veiligheidsplan bovenschool door. In een persoonlijk gesprek met de schoolleider gaf ik aan dat er totaal niet gemarchandeerd kan- en mag worden met veiligheid. Een themaboek van de onderwijsinspectie bevestigde mijn idee nog eens extra. De schoolleider heeft daarna ook direct de veiligheid hoger op de agenda gezet. Tegenslagen, onrecht en misstanden maken dat ik strijdbaarder word en niet snel rust voordat er iets aan verandert.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 19

Page 20: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

5.4 Leerdoelen en terugblik T1 en T2

Mijn leerdoelen zijn sinds Toets 2 niet veel veranderd.

1.Betrokkenheid houden. Deze wil ik nooit kwijtraken. Ik zal dat blijven doen door attent voor mijn collega’s te zijn. Complimenten geven en vragen hoe het met hen gaat. Zowel op school als thuis.

2. Complexiteit behouden. Dit zal altijd een strijd voor mijzelf zijn. Ik zal dit echter altijd blijven doen. Goed dat ik me er bewust van blijf. Ik zal me af moeten blijven vragen of ik iedere keer de taken op zal pakken die er liggen of het een ander laten doen. Iedere keer balansen tussen taken en tijd.

3. Confrontatie minder aangaan. Ik ben me er bewust van en zal moeten leren vaker mijn mond te houden en anderen laten praten. Ik zal dus letterlijk mijn mond moeten gaan houden in vergaderingen. Ook moet ik anderen meer in hun kracht zetten door het zelf op te lossen in plaats van het voor hen op te lossen.

4. Eigen initiatief behouden. Dit wil ik nooit kwijtraken. Het is een voortdurend proces. Ik zal met altijd betrokken blijven houden waar ik werk. Als ik dit niet meer doe dan weet ik dat er iets aan de hand is. Ik zal dan goed moeten gaan kijken waarom ik met terugtrek. Is dit omdat het mij niet meer interesseert of omdat ik teveel op mijn bordje heb laten schuiven.

5. doel voor komend schooljaar: Ik ga eerst voor een tussenjaar houden om te zien wie onze nieuwe schoolleider zal worden en welke ondersteunende rol ik hierin kan vervullen. Ik hoop dan goed de helicopterview te kunnen gaan leren gebruiken om het team verder te krijgen. Dat ik goed mag aanvoelen en zien waar het team behoefte aan heeft en dit samen met de schoolleider kan plaatsen binnen de schoolactiviteiten. Ik doel op een goede didactische ontwikkeling, het geven van goede feedback, een taakbeleid die ook nageleefd wordt en het hebben van een scholing en voortgangsgesprek.

Als allerlaatste grootste wens is te zien dat we als school de goede richting weer opgaan in rust en stabiliteit. Als ik daar een positieve rol in kan spelen ben ik al op de goede weg.

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 20

Page 21: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Bronnenlijst:

Boeken/tijdschriften

- Boek “als de school het niet alleen kan…: betrokkenheid van politie en justitie bij ernstige delicten. Ine Spee KPC Groep 2006

- Notulen vanuit Integraal Personeelsbeleid (IPB)- Onderzoek: ‘toepassing preventieve en interne maatregelen in het onderwijs.”

19-3-2016- Tijdschriften: ‘Het veilig onderwijs magazine basisonderwijs”

internetsites:

- https://www.denederlandsegrondwet.nl/ - http://maxius.nl/wet-op-het-primair-onderwijs/hoofdstuk1/titel1 - http://maxius.nl/wetboek-van-strafrecht/artikel282 - http://maxius.nl/wetboek-van-strafrecht/artikel41/lid1 - cao_po_2016-2017_versie_per_1_januari_2017- http://maxius.nl/arbeidsomstandighedenwet/artikel3 - www.agressievrijwerk.nl - www.schoolenveiligheid.n l

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 21

Page 22: bbbmirandavandelaar.weebly.com  · Web viewInleiding. Hoofdstuk 1 . Aanleiding en context.4. Probleemstelling6. Plan van aanpak7. Hoofdstuk 2 Theorie. 2.1 wettelijke kaders8. 2.2

Bijlagen:

1. Enquête Sociale Veiligheid beknopt leerkrachten (voorbeeld).2. Enquête Sociale veiligheid leerlingen (voorbeeld).3. Checklist sociale veiligheid.4. Checklist fysieke veiligheid.5. Voortgangsrapportage Programma Veilige Publieke Taak januari-juli 20156. FOBO-formulier

Magistrum Miranda van de Laar-Oskam 22