Lesbeschrijvingsformulier ki-fase.

Opleiding tot leraar Basisonderwijs

Student(e): Carmen Smedema

Stageschool: ‘t Getij Groep: 3

Datum: 9-11-2015 (20e dag)

Groepsmentor: Samantha Dieleman

Wpa-f les ko-fase: RekenenBeginsituatie: *: - de leerlingen kennen de getallen tot 30.- de leerlingen hebben 1 keer eerder les gehad over de bus sommen. - de leerlingen kunnen werken met fiches en snappen het gebruik hiervan.

**:- De leerlingen kennen de getallen tot 30.- De leerlingen hebben geen extra materiaal nodig in deze les (fiches)- ***:- De leerlingen hebben geen extra instructie nodig.

Doelstellingen Les:* (4lln.): Aan het einde van de les kunnen de lln.:- getal structuren herkennen m.b.v. het rekenrekje. - het erbij en eraf teken gebruiken m.b.v. fiches.

** (22lln.): Aan het einde van de les kunnen de leerlingen:- getal structuren herkennen m.b.v. het rekenrekje. - het erbij en eraf teken gebruiken.

***(1 lln.): Aan het einde van de les kunnen de leerlingen:- zelfstandig de bewerkingen eraf en erbij gebruiken. - zelfstandig structureren met het rekenrek.

Persoonlijke doelstellingen voor de student: Adaptief werken toepassen op een rustige en vloeiende manier.

Gebruikte bronnen: WIG Blok 3 week 1 les 2

Wat doen de kinderen? Timing: Wat doe ik? Hoe organiseer ik dat?Inleiding:(Alle leerlingen)- De leerlingen vertellen wat ze gisteren hebben gedaan in de les (leerstof, bewerken)- De leerlingen luisteren naar het doel (leerstof, opnemen)

- De leerlingen onderzoeken zelfstandig het rekenrekje en luisteren naar de uitleg van de juf (leerling, openen/ leerstof,

15 min. Inleiding:Terugblik: Ik vraag of de leerlingen nog weten wat we gisteren gedaan hebben. (introductie bus sommen)

Doel voor vandaag:- Jullie gaan leren hoe je met een rekenrek moet werken. - Jullie leren erbij en eraf sommen te maken en weten de betekenis hiervan (meer/minder).

Presentatie: Ik vertel dat we vandaag beginnen met het werken met het rekenrekje. Iedereen krijgt er één. Wie weet hoe je het moet neerzetten en hoe je het moet gebruiken? Hoeveel kralen tel je?

Inleiding: De les staat op het bord zodat de

leerlingen op het bord kunnen meekijken. De rekenrekjes worden door de helpers

uitgedeeld. Fiches en schriften (rood+groen) worden

uitgedeeld. Er staat een digitaal rekenrek op het bord. De computers staan startklaar voor

rekenen.

Lukprobleem: De leerlingen begrijpen het rekenrek

opnemen) ik laat m.b.v. het rekenrek op het bord zien hoe het rekenrekje eruit ziet en wat je ermee kunt. Ik tel de kralen en vertel hoeveel kralen er van welke kleur zijn. We doen samen een paar oefeningen met het rekenrekje en de leerlingen doen ook mee.

helemaal niet en snappen niet hoe je hiermee moet werken. Oplossing: ik laat zien op het bord hoe het werkt en doe met de leerlingen mee.

Kern: - De *** lln. Start met het werkboek en mag daarna op de computer. Wanneer dit klaar is mag hij in het groene werkschrift aan de slag (leerstof, bewerken).

- De * en ** lln. Spelen het busspel om te oefenen met erbij en eraf. (leefwereld, ervaren/ leerstof, opnemen)

- De * en ** leerlingen bekijken de instructie op het bord en doen mee met hun gekregen fiches. (leerstof, opnemen)

- De leerlingen beantwoorden de vragen (leerstof, opnemen).

- ** De leerlingen maken som 1+2 zelfstandig af en werken hierna in het groene schrift.

15 min.

15 min.

Kern:Begeleide inoefening: Ik zet de *** lln. Aan de slag.

Ik vraag wie er nog weet hoe de busactiviteit van gisteren ook alweer werkte. Ik vertel dat we deze activiteit weer gaan doen , maar dan in het klein in de klas. De andere kinderen leggen met hun fiches de kinderen in hun eigen bus op het vorige werkblad

.

Individuele verwerking: Ik vertel dat we weer bus sommen gaan doen net als gisteren in het werkboek. We nemen de eerste som samen door. Ik stel vragen zoals:- hoeveel mensen zaten er eerst in de bus?- is de bus bij de halte gestopt?- Hoeveel mensen zaten er daarna in de bus? Wordt het nu + of -? Ik vertel dat dit de hele som zo is. Je moet bij som 2 zelf gaan tekenen, meer of minder. Ik zet de ** groep aan

Kern: Bij het digibord wordt een halte gemaakt

doordat ik hier ga staan.

Loopprobleem: Het wordt rumoerig in de klas doordat lln. Lawaai maken tijdens de busrit. Oplossing: Ik benoem het feit dat je in de bus ook rustig en netjes moet zijn, anders wordt je uit de bus gezet.

Lukprobleem: De ** lln. Hebben moeite om de sommen op te lossen zonder de hulp van de juf. Oplossing: De juf doet na haar verlengde instructie een loopronde en geeft dit van te voren bij de kinderen gaan. Wanneer een kind de sommen écht niet snapt mag hij/zij altijd aansluiten bij de instructietafel.

Stoplicht op oranje, stel vragen aan

(leerstof/bewerken)

- De * leerlingen werken met de juf aan de instructietafel aan som 1. (leerstof, bewerken)

- De leerlingen kunnen vragen stellen wanneer dit nodig is (leerstof, bewerken)

het werk. Klaar? Groene schriftje!

Ik doe een loopronde. Ik beantwoord vragen waar nodig.

elkaar.

Schriften die klaar zijn worden open op de instuctietafel ingeleverd.

Het stoplicht staat voor iedereen op groen. Vraagkaartjes worden gelegd wanneer er een vraag is aan mij.

Verwerking / afsluiting- De leerlingen vertellen wat ze geleerd hebben (leerstof, reflecteren)

5 min. Verwerking / afsluiting:Feedback/reflectie: Ik vraag: Wat hebben jullie deze les geleerd?Wat was er moeilijk en wat was er nieuw?

Verwerking / afsluiting:Alles is opgeruimd wanneer ik aftel van 20 naar 0.

Reflectie les Rekenen 20e dagDeze les had ik heel goed voorbereid en geprobeerd om zoveel mogelijk elementen erin te verwerken. Het was de eerste les met het rekenrekje, best spannend. Ik had van te voren heel goed in mijn hoofd hoe ik wilde dat ik dit zou duidelijk maken. Ik had mijn instructie al in mijn hoofd. Ik wilde ze vooral kennis laten maken met het rekenrekje door ze de kans te geven om fouten te maken. Ze mochten hem verkeerd neerzetten, ze mochten verkeerd tellen. Daar was deze les voor; om te ontdekken.

Ik heb weer goed gebruik gemaakt van differentiatie binnen mijn groep. Ik ben ook bezig met het materiaal wat gebruikt kan worden voor leerlingen die het minder goed begrijpen. Ik gebruikte bijv. fiches aan de instructietafel om het voor de ster leerlingen net iets overzichtelijker te maken.

Door mezelf voorspelbaar te maken liep deze les goed. Ik gaf aan wanneer ik beschikbaar was en wanneer niet d.m.v. de timer. Hierna deed ik een vaste loopronde waarin de kinderen vragen konden stellen door hun vraagkaartje te leggen. Ik stuur de leerlingen ook resoluut terug naar hun plaats wanneer ze toch langs komen met vragen.

Ik ben erg tevreden over het verloop van mijn lio stage en voel me verantwoordelijk in de klas. Ik heb ook echt het gevoel dat het mijn klasje is. Mijn mentor is ook ontzettend positief en laat me heel veel doen. Ook stelt ze dingen voor buiten de klas over bijv. oudergesprekken en rapporten. Ik ben zeer tevreden.