€¦ · Web viewIn het (concept) uitvoeringsplan Brandveilig Leven is uitgegaan van 2000 uur voor...

31
Programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’ Voorlichting aan basisschoolleerlingen in Gelderland-Zuid 2015-2018

Transcript of €¦ · Web viewIn het (concept) uitvoeringsplan Brandveilig Leven is uitgegaan van 2000 uur voor...

Programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’Voorlichting aan basisschoolleerlingen in Gelderland-Zuid 2015-2018

ColofonAuteur(s): Werkgroep Brandveilig LevenDatum: Februari 2015Versienummer: 1.0Status: ConceptAantal bijlagen: 2

Inhoudsopgave

1. Inleiding.......................................................................................................................................... 3

1.1 Aanleiding............................................................................................................................... 3

1.2 Landelijke ontwikkelingen.......................................................................................................3

1.3 Regionale ontwikkelingen.......................................................................................................4

1.4 Speerpunten en doelstelling...................................................................................................4

2. Beoogd effect................................................................................................................................. 5

2.1 Creëren veiligheidsbewustzijn................................................................................................5

2.2 Implementatie brandveiligheid in lesprogramma’s..................................................................5

2.3 Effecten meten........................................................................................................................ 5

2.3.1 Meting effect voorlichting op kinderen.................................................................................5

2.3.2 Meting effect voorlichting op gezin......................................................................................6

3. Keuze doelgroep............................................................................................................................ 7

3.1 Groep 1/2 (4-6 jaar)................................................................................................................7

3.2 Groep 3/4/5 (7-9 jaar).............................................................................................................7

3.3 Groep 6/7/8 (10-12 jaar).........................................................................................................7

3.3 Uitbouwen naar voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en studenten.................................7

4. Uitvoering....................................................................................................................................... 9

4.1 Stappenplan............................................................................................................................ 9

4.2 Randvoorwaarden................................................................................................................10

5. Proces.......................................................................................................................................... 11

6. Voorlichters Brandweer Gelderland-Zuid......................................................................................12

6.1 Voorlichters........................................................................................................................... 12

6.2 Vakbekwaamheid................................................................................................................. 12

6.3 Kwaliteitsborging................................................................................................................... 13

6.4 Representatie.......................................................................................................................13

7. Lespakket, materialen en beeldmerk............................................................................................14

7.1 Lespakket en materialen.......................................................................................................14

7.2 Beeldmerk............................................................................................................................. 14

8. Communicatie............................................................................................................................... 15

8.1 Interne communicatie...........................................................................................................15

8.2 Externe communicatie..........................................................................................................15

9. Uren- en kostenoverzicht..............................................................................................................16

9.1 Urenoverzicht........................................................................................................................ 16

9.2 Kostenoverzicht....................................................................................................................16

10. Bijlagen..................................................................................................................................... 18

Bijlage 1 Vragenlijsten meetbaarheid voorlichting groep 6 ‘Brandveilig Leven leer je nu!’.......19

Bijlage 2 Brief 1 Uitleg programma en uitnodiging voorlichtingsbijeenkomst...........................20

Bijlage 3 Brief 2 Uitleg programma en verzoek contact...........................................................21

Bijlage 4 Brief 3 Bevestiging geplande les...............................................................................22

1. Inleiding

In het uitvoeringsplan Brandveilig Leven 2015-2018 zijn de doelgroepen voor de komende beleidsperiode bepaald. Eén van de doelgroepen zijn basisschoolleerlingen. Het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’ richt zich op deze doelgroep. In dit programmaplan wordt de aanpak en uitwerking van dit programma verder uitgewerkt. Dit plan is bedoeld voor de medewerkers van Brandweer Gelderland-Zuid die uitvoering geven aan het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’.

1.1 AanleidingIn het algemeen wordt ervan uitgegaan dat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd op een goedewijze kunnen bijdragen aan de brandveiligheid in de eigen woning en daarbuiten. Landelijk zijn er diverse veiligheidsregio’s die deze doelgroep structureel benaderen via de basisscholen door het geven van voorlichtingen. Dit met als uitgangspunt ‘jong geleerd is oud gedaan’; als gedrag vroeg wordt aangeleerd, kan het geautomatiseerd worden (gewoontegedrag). Kinderen staan open voor andere waarden en normen. Zij zijn over het algemeengeïnteresseerd in de brandweer, staan er voor open om van alles te leren en pikken nieuweinformatie snel op. Daarnaast staan zij nog aan het begin van hun leven en nemen zij het fundamentdat zij in hun kinderjaren opbouwen mee in de rest van hun leven. Wanneer kinderen een andere visie ontwikkelen op hun eigen verantwoordelijkheid, zal dat tevens de basis zijn voor hetgeen zij in hun verdere leven meenemen en ooit aan hun kinderen overbrengen. Daarnaast kunnen via de kinderen de ouders (en/of directe omgeving) bereikt worden.Mede hierom heeft ook de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding(NVBR) schoolgaande kinderen als een belangrijke doelgroep geïdentificeerd.

1.2 Landelijke ontwikkelingenIn samenwerking met een aantal veiligheidsregio’s heeft de NVBR de pilot Jeugd opgezet.1 Deze pilot had als doel om de effectverschillen te meten tussen enerzijds het uitgeven van een lespakket (zonder brandweervoorlichter) en anderzijds een voorlichting gegeven door een brandweerfunctionaris die langs komt op school. De landelijke pilot was gericht op leerlingen in de groepen 7 en 8 (10 – 12 jaar). Uit het onderzoek kwam voort dat een combinatie van de genoemde werkwijzen waarschijnlijk aan te raden is. De achterliggende gedachte hierbij is dat beide soorten kennisverwerving hun voordelen hebben voor de opslag in het geheugen.

Om globaal inzicht te krijgen in de effecten van brandveiligheidvoorlichting, zijn de veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi en Vechtstreek in 2011 een meetproject gestart.2 In dit project werd het kennisniveau voorafgaand, direct na en langer dan 2 maanden na een brandveiligheidvoorlichting van de betrokken kinderen (groep 4) gemeten. Naast de meetgroep werd er tevens gebruik gemaakt van een zogenaamde schaduwgroep. Deze kinderen kregen dezelfde vragenlijsten maar geen voorlichting. De resultaten van het onderzoek tonen een gemiddelde lange termijn kennisstijging van circa 11% bij de kinderen die een voorlichting hadden gekregen (meetgroep). Dit is een aanzienlijke stijging, zeker omdat hieraan slechts 1 uur voorlichting ten grondslag ligt.Uit het onderzoek is tevens gebleken dat de kinderen die een voorlichting hadden gekregen dezeinformatie thuis deelden met hun directe omgeving. Een groot aantal ouders vulden naar aanleidingvan de voorlichting aan hun kind een vragenlijst in. Uit 94% van de ingevulde vragenlijsten bleek datde kinderen dezelfde dag nog met hun ouders/verzorgers over de voorlichting hadden gesproken.Met het voorlichtingstraject werden dus niet alleen de kinderen maar werd ook hun directe omgevingbereikt. De resultaten van het meetproject geven daarom voldoende basis om van start te gaan met een gestructureerd basisschoolprogramma.

1 Informatie van www.brandweernederland.nl. 2 Afstudeeronderzoek Brandveiligheidvoorlichting voor leerlingen in groep 4. Hilversum: Jeroen F. van den Brakel.

3

1.3 Regionale ontwikkelingenIn het eerste kwartaal van 2014 is geïnventariseerd welke activiteiten Brandweer Gelderland-Zuid onderneemt op het gebied van Brandveilig Leven. In de clusters Nijmegen, Neder-Betuwe Tiel en Wijchen-Heumen (vuurwerk) wordt er structureel voorlichting gegeven op basisscholen. In de andere clusters gebeurt dit niet, niet structureel of op aanvraag (bijvoorbeeld door ondersteuning van de brandweer bij themaweken).Regionaal is de wens uitgesproken om één uniforme presentatie te gebruiken voor alle basisscholen in Gelderland-Zuid, met daarbij het gebruik van eenzelfde beeldmerk, gelijke inhoud van de lessen en dezelfde informatie mee te geven aan de basisschoolleerlingen.

1.4 Speerpunten en doelstellingDe insteek is om binnen de beleidsperiode (2015-2018) een brandveiligheidprogramma neer te zetten in de groepen 6 en 8 van alle basisscholen in Gelderland-Zuid. Het doel is om de brandveiligheidkennis bij de kinderen op te bouwen en dit om de 2 jaar te herhalen. Dezeherhalingsmethodiek wordt ook gebruikt in de referentieregio’s (Haaglanden, Drenthe en Utrecht), die zich eveneens richten op de groepen 6 en 8.De regionale uitrol zal zo goed mogelijk met de regionaal verantwoordelijken worden afgestemd.Naast de scholen zelf, valt hierbij onder meer te denken aan regionale onderwijskoepels en dewethouders welke verantwoordelijk zijn voor onderwijs.Het lesprogramma zal vanaf 2015 als pilot van start gaan en gefaseerd over de groepen worden uitgerold. Vanaf het schooljaar 2015/2016 kan het programma dan concreet van start gaan en regiobreed worden uitgevoerd.

Het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’ kent de volgende speerpunten: Het programma is actueel en sluit aan bij de leeftijdscategorie van de kinderen; Binnen het programma worden netwerkpartners benaderd; Het programma wordt organisatiebreed, structureel en uniform uitgevoerd; Vakbekwaamheid van de medewerkers is essentieel; Binnen het programma is er sprake van eenduidige meting en registratie; Het programma wordt gemonitord op kwaliteit en bijgesteld indien nodig.

Voor de komende beleidsperiode geldt de volgende doelstelling voor het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’:In de beleidsperiode 2015-2018 worden alle basisscholen (groep 6 en 8) in Gelderland-Zuid eenmaal per jaar bezocht door de brandweer met een gastles over Brandveilig Leven.

Om kinderen voor te bereiden op de lessen in groep 6 en groep 8 zal er een korte kennismaking met de brandweer en een introductie van brandveiligheid in groep 4 van het basisonderwijs ontwikkeld worden. Vervolgens zal het programma uitgebreid worden met lessen op het voortgezet, middelbaar en hoger beroepsonderwijs.3

3 Hierbij dient opgemerkt te worden dat het startpunt van de (nu nog) verschillende clusters niet gelijk is. Het is dan ook niet reëel om tegelijkertijd in alle clusters alle groepen en de uitbouw naar het voortgezet onderwijs te laten bezoeken. Wat de invloed van de ontwikkelingen met betrekking tot de fijnstructuur (team Brandveilig Leven) Risicobeheersing hierop zal zijn en hoe dit praktisch ingevuld gaat worden, is momenteel nog onduidelijk.

4

2. Beoogd effect

De voorlichting op basisscholen wil de volgende effecten bewerkstelligen: Veiligheidsbewustzijn creëren bij de kinderen en daarmee indirect bij de gezinnen van deze

kinderen. Het thema brandveiligheid implementeren in de lesprogramma’s van basisscholen.

2.1 Creëren veiligheidsbewustzijnOm een veilige woonomgeving te creëren, onveiligheden te voorkomen en bij onveilige situaties actief te reageren, heeft men kennis nodig van (on)veiligheid. Kinderen leren snel, onthouden het geleerde hun hele leven en betrekken vaak de ouders en overige gezinsleden in het leerproces. Wanneer bij kinderen de basis van het veiligheidsbewustzijn gelegd wordt, blijft deze kennis niet alleen bij het kind zelf. De ouders, overige gezinsleden, familie en mogelijk een nog groter aantal mensen wordt daarin betrokken. Er ontstaat een domino-effect van veiligheidsbewustzijn. 2.2 Implementatie brandveiligheid in lesprogramma’sOm kinderen op de hoogte te brengen van brandveiligheid moeten zij bereikt kunnen worden. De gemakkelijkste manier om dit te bewerkstelligen, is via de basisscholen. Elk kind in Nederland is leerplichtig en zal de lessen meekrijgen. Wanneer de brandweer de scholen een lesmethode kan aanbieden waardoor het leren over brandveiligheid interessant, leerzaam en leuk is, zal de school eerder bereid zijn om de brandweer lessen te laten verzorgen.

Daarnaast is het van belang dat het thema brandveiligheid niet één keer in het lesprogramma verschijnt, maar meerdere keren herhaald wordt. Naarmate een kind ouder wordt, zijn er nieuwe mogelijkheden en ingangen om een kind bewust te maken van brandveiligheid. De kracht zit in herhaling. Veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi- en Vechtstreek pleiten dat het thema brandveiligheid tenminste op 3 momenten gedurende de basisschoolperiode in het lesprogramma terugkomt. Het meest aannemelijk is het om dit te doen in groep 4, 6 en 8.

2.3 Effecten metenBrandweer Flevoland en Brandweer Gooi- en Vechtstreek hebben in 2011 onderzoek gedaan naar de effecten van het geven van voorlichting op basisscholen.4 Uit het onderzoek is gebleken dat het geven van voorlichting op gestructureerde wijze resulteert in een verhoging van het kennisniveau en veiligheidsbewustzijn. Brandweer Gelderland-Zuid vindt het eveneens van belang om de effecten van de lessen op basisscholen te meten. Daarnaast moet er inzicht verkregen worden in hoeverre de informatie thuis gedeeld wordt. Deze methoden zijn toepasbaar ongeacht de gebruikte lesmethode of gekozen leeftijdsgroep voor de voorlichting op basisscholen.

2.3.1 Meting effect voorlichting op kinderenTijdens iedere les wordt aan de kinderen gevraagd een formulier in te vullen over een aantal brandveiligheidsonderwerpen; de aanwezigheid van rookmelders thuis, het hebben van blusmiddelen en het bespreken van het vluchtplan. Dit is met name het meten van harde cijfers, waarbij aangegeven moet worden dat dit niet geheel objectief is. Sommige kinderen weten niet of er bijvoorbeeld rookmelders aanwezig zijn thuis, maar steken hun hand op omdat bijna alle kinderen dat doen.

Door middel van een vragenlijst5 op het niveau van de voorlichting worden kinderen getoetst op hun kennisniveau van brandveiligheid. Het meten van het effect van de voorlichting op basisscholen wordt op een tweetal momenten gedaan:

Groep 6 (meetmoment 1: de nulmeting) Groep 8

4 Evaluatierapport Brandveiligheidsvoorlichting, Brandweer Flevoland en Brandweer Gooi- en Vechtstreek, november 2012. Artikel Voorlichting basisscholen effectief, Brand en Brandweer, 3 maart 2013.5 Zie bijlage 1 voor de vragenlijsten meetbaarheid voorlichting ‘Brandveilig Leven leer je nu!’.

5

Aan de hand van de ingevulde vragenlijsten wordt het kennisniveau over brandveiligheid getoetst. Tevens is hierbij meetbaar aan welke deelthema’s meer aandacht geschonken moet worden in de presentatie.

2.3.2 Meting effect voorlichting op gezinIn groep 8 krijgen de kinderen een herhalingsles over het thema brandveiligheid in de eigen woonomgeving. Ook tijdens deze les wordt aan de kinderen gevraagd om een formulier in te vullen. Dit is het vervolg op de nulmeting die in groep 6 gedaan wordt. Door de vragenlijsten die in groep 8 gebruikt worden, wordt inzichtelijk gemaakt of er in het gezin maatregelen genomen zijn om de brandveiligheid te verbeteren.

6

3. Keuze doelgroep

De leeftijd van basisschoolleerlingen loopt van 4 tot 12 jaar. In deze periode vindt een zeer grote ontwikkeling plaats bij een kind. Bij de diverse ontwikkelingsfasen van een kind zijn er kansen en mogelijkheden om hier met gerichte voorlichting op in te spelen. Aan de hand van deze ontwikkelingsfasen en op basis van ervaringen van andere veiligheidsregio’s, is het mogelijk te beslissen welke leeftijd de uiteindelijke doelgroep voor de lessen ‘Brandveilig Leven leer je nu!’ zal worden.6

3.1 Groep 1/2 (4-6 jaar)Kinderen van groep 1 en 2 (4-6 jaar) gaan begrijpen dat acties gevolgen kunnen hebben. Ze kunnen zich echter maar op één ding tegelijk richten en zullen de andere zaken vergeten. Daardoor begrijpen ze nog niet alles en kunnen zich niet lang concentreren. Er zijn geen veiligheidsregio’s die zich primair op deze doelgroep richten, omdat het lerend vermogen nog te beperkt is voor de materie van Brandveilig Leven.Brandweer Gelderland-Zuid richt zich met het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’ niet op deze leeftijdscategorie.

3.2 Groep 3/4/5 (7-9 jaar)Kinderen ontwikkelen op de leeftijd van 7-8 jaar de eigenschappen om een voorlichting te kunnen volgen en de informatie vervolgens in de praktijk te brengen. Een kind van deze leeftijd is goed in staat te luisteren en zich te concentreren. Daarnaast ontwikkelt een kind rond dat moment het gevoel voor ethiek (goed/slecht). Veiligheidsregio Flevoland en Gooi- en Vechtstreek hebben een lesmethode ontwikkeld voor de groepen 4 van de basisschool, waarbij zij met een schatkast op een interactieve wijze een verhaal (storytelling) over brandveiligheid aan de kinderen vertellen. Brandweer Gelderland-Zuid wil zich in een later stadium (na invoering van de voorlichtingen voor groep 6 en 8, begin 2016) richten op groep 4. Aan de hand van een film (op basis van storytelling), krijgen de kinderen een introductie op brandveilig leven en maken zij kennis met de brandweer. Omdat het qua capaciteit niet haalbaar is om deze groepen fysiek te bezoeken, wordt er voor een andere vorm gekozen. Hierbij kan gedacht worden aan het uitreiken van de film op dvd aan de leerkracht, met daarbij een begeleidende brief, die de brandweervoorlichter uit kan reiken wanneer hij op de school is voor voorlichting aan groep 6 of 8.

3.3 Groep 6/7/8 (10-12 jaar)Kinderen in deze leeftijd (10-12 jaar) zoeken een identificatiefiguur. De gastspreker van de brandweer kan zo’n identificatiefiguur zijn. Houding, gedrag een taalgebruik worden snel gekopieerd. Een kind van ongeveer 10 jaar wordt steeds zelfstandiger en kan verantwoordelijkheid leren dragen. Daarnaast kan een kind zich inleven in situaties die het zelf niet heeft meegemaakt. Het lerend vermogen is groot en er wordt verder gedacht dan de theoretische kaders. Dit bouwt zich verder uit naarmate het kind ouder wordt. Veel veiligheidsregio’s geven om deze redenen voorlichting aan kinderen in zowel groep 6 als groep 8. De kracht van de boodschap zit immers in herhaling.Brandweer Gelderland-Zuid zal zich allereerst richten op de kinderen in groep 6. Vervolgens zullen de kinderen in groep 8 een vervolg krijgen op de voorlichting in groep 6. Er wordt gekozen om dit gefaseerd in te voeren, vanwege de grote verscheidenheid binnen de regio op het gebied van voorlichting geven. De prioriteit ligt bij deze groepen, omdat dit de fase is wanneer kinderen verantwoordelijkheid leren dragen en zich goed in kunnen leven.

3.3 Uitbouwen naar voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en studentenIn het kader van jong geleerd is oud gedaan kan Brandweer Gelderland-Zuid naast het geven van voorlichting aan basisschoolleerlingen, ook aansluiting zoeken bij middelbare scholieren, het hoger en middelbaar beroepsonderwijs en studenten om voorlichting te geven over brandveilig leven. Het is aan te bevelen om een structurele inbedding in het onderwijs voor elkaar terug te krijgen, zodat brandveiligheid jaarlijks terugkomt. Hierbij kan gedacht worden aan brandveiligheid en voorlichting in het kader van beroepskeuze, brandveiligheid als introductieles bij ontruimingsoefeningen of brandveiligheid en maatschappelijke stage. Ook in het beroepsonderwijs kan met voorlichting

6 Evaluatierapport Brandveiligheidsvoorlichting, Brandweer Flevoland en Brandweer Gooi- en Vechtstreek, november 2012.Informatie over de ontwikkelingsfasen van kinderen uit onderzoeken van Piaget en Delfos.

7

aangesloten worden bij de vakrichting van de leerlingen, zoals bij opleidingen in de zorg of bouwkunde.Studenten vormen een risicogroep omdat zij in hun woonomgeving mogelijk ongewenst gedrag vertonen als het gaat om brandveiligheid.7 Daarnaast zijn de risico’s groter vanwege het feit dat zij vaak met meer mensen in een pand wonen (kamerverhuur). Het belangrijkste probleem is dat de doorsnee student zich al dan niet bewust is van wat wel en wat geen brandveilig gedrag is. Bovendien speelt een bepaalde mate van desinteresse en groepsgedrag een rol. Binnen Gelderland-Zuid zijn de meeste (nagenoeg allemaal) studenten woonachtig in Nijmegen. Brandweer Gelderland-Zuid wil zich in een later stadium (2016) richten op het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs. Dit geldt niet voor studenten; aangezien zij als risicogroep worden beschouwd, zal hier actief op ingespeeld moeten worden. Het geniet de voorkeur om dit buiten het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu’ te doen, omdat het benaderen van deze doelgroep een geheel andere aanpak betreft. Daarbij betreft dit een lokaal programma vanwege de aanwezigheid van studenten in met name Nijmegen en omgeving.

7 Brandveilig Leven, Toepassing op de woonomgeving. Brandweeracademie, november 2014.

8

4. Uitvoering

4.1 StappenplanVoor de komende beleidsperiode geldt de volgende doelstelling voor het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’:In de beleidsperiode 2015-2018 worden alle basisscholen (groep 6 en 8) in Gelderland-Zuid eenmaal per jaar bezocht door de brandweer met een gastles over Brandveilig Leven. Er volgt een uitbouw naar de groepen 4 om kinderen kennis te laten maken met de brandweer en brandveiligheid. Het doel is om brandveiligheid ook een thema te laten worden op het voortgezet, middelbaar en hoger beroepsonderwijs.

Om een beeld te krijgen van de omvang van deze doelstelling, is het belangrijk om te weten over hoeveel basisscholen het gaat.8 Het aantal middelbare scholen en de onderwijsinstellingen voor het middelbaar en hoger beroepsonderwijs zullen in een later stadium inzichtelijk gemaakt worden.

Totaal aantal basisscholen in Gelderland-Zuid 258Aantal klassen 273Gemiddeld aantal leerlingen per klas 23,3Totaal groep 6 6360

Om alle scholen te benaderen, is onderstaand stroomschema gemaakt. Vanwege de verscheidenheid tussen de clusters en de intensiteit van voorlichting geven, zijn er verschillende momenten van instappen in het stroomschema. Er zijn clusters die al contacten hebben gelegd met scholen, andere nog niet. Het schema kent verschillende stappen, waarbij op alle contactmomenten via brief gebruikt gemaakt wordt van eenzelfde format. De eerste brief9 betreft een uitnodiging aan de schooldirectie voor het bijwonen van een voorlichtingsbijeenkomst waarin het programma uitgelegd wordt en het doel van voorlichting geven op basisscholen. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten kan eveneens aan de directie een contactpersoon gevraagd worden voor het plannen van de lessen en wordt het verzoek gedaan om de voorlichtingslessen structureel in te bedden in het onderwijs.De tweede brief10 (wordt verstuurd na de presentatie aan de directie of als eerste brief wanneer er al contacten zijn met de school) betreft een beknopte uitleg van het programma en een verzoek om contact op te nemen voor het plannen van de les. De derde brief11 is de bevestiging van de geplande les.

In Firstwatch wordt per basisschool een rooster aangemaakt met daarin de contactmomenten, contactgegevens en de planning van de voorlichtingslessen. Zo wordt op uniforme wijze geregistreerd hoeveel voorlichtingen er jaarlijks gegeven worden en is intern de informatie uitwisselbaar. Er wordt zowel een rooster voor voorlichtingslessen in groep 6 als in groep 8 aangemaakt. Daarnaast kan er op deze manier jaarlijks een rapportage uitgedraaid worden, waarin inzichtelijk gemaakt wordt hoeveel voorlichtingen er gegeven zijn en of het doel van dat jaar behaald is.

8 Zie uitvoeringsplan Brandveilig Leven 2015-2018 voor een verdere (statistische) onderbouwing.9 Zie bijlage 2 voor Brief 1 uitleg programma en uitnodiging voorlichtingsbijeenkomst.10 Zie bijlage 3 voor Brief 2 uitleg programma en verzoek contact.11 Zie bijlage 4 voor Brief 3 bevestiging geplande les.

9

Een aantal clusters heeft ervaring met het benaderen van scholen en het geven van voorlichting. Op basis van deze ervaringen blijken er verschillen te zijn in het benaderen van de scholen. Zo is gebleken dat het in Nijmegen moeilijker is om op scholen binnen te komen, dan in dorpen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het grote aanbod aan gastlessen wat binnenkomt op de scholen in Nijmegen. In het stroomschema zijn daarom verschillende stappen opgenomen waarbij er naast de brief telefonisch contact gelegd wordt met de scholen. Als scholen niet reageren, wordt hier actief achteraan gebeld. Wanneer scholen aangeven geen interesse te hebben in een gastles door de brandweer, wordt er eveneens contact opgenomen om na te vragen wat de reden hiervan is.

Separaat aan de stappen uit het stroomschema wordt er op een ander niveau contact gezocht met basisscholen. Dit zal gedaan worden via de overkoepelende onderwijsinstanties waar veel basisscholen bij aangesloten zijn. Ook de wethouder Onderwijs zal hierbij betrokken worden. In de overleggen met de onderwijsinstanties wordt het doel uitgelegd van de voorlichtingen op basisscholen en zal het doel zijn om een duurzaam samenwerkingsverband te starten.

4.2 RandvoorwaardenOm uitvoering te kunnen geven aan het programma, is een aantal randvoorwaarden vereist.

Er moet één lesmethode beschikbaar zijn die door alle voorlichters gebruikt wordt om op uniforme wijze naar buiten te treden.

Alle voorlichters krijgen de beschikking over dezelfde materialen die zij op de scholen kunnen gebruiken/achterlaten.

Voorlichters dienen scholing te krijgen over de lesmethode en de beschikbare voorlichtingsmaterialen. Daarnaast dienen zij scholing te krijgen over onderwijskundige vaardigheden, zodat zij goed voorbereid voor de klas staan.

Er dient een plan te komen over de opslag en het voorraadbeheer van de voorlichtingsmaterialen.

10

5. Proces

De uitvoering zoals beschreven in hoofdstuk 4 komt niet zomaar tot stand. In de onderstaande tabel zijn het stappenplan en de randvoorwaarden in elkaar geschoven. Door eerst de randvoorwaarden te scheppen en het stappenplan te doorlopen, is het mogelijk om op gestructureerde wijze aan de slag te gaan. De onderstaande tabel biedt tevens ruimte om een actie aan personen toe te wijzen en indien gewenst een einddatum aan de actie te verbinden. De tabel richt zich met name op de opstart van het programma. Jaarlijks zal er een beknopt uitvoeringsplan gemaakt worden voor het desbetreffende schooljaar.

Actie Persoon EinddatumBrieven uit stroomschema opstellen Specialist BvL December 2014Werving voorlichters binnen Gelderland-Zuid

TLOR, TLOI, groepschefs 1e kwartaal 2015 (en continu)

Presentatie en lesplan ontwikkelen (groep 6)

Taakgroep BvL December 2014

Programma voorleggen aan TLOR en betrokkenen

Specialist BvL Februari 2015

Lijst met benodigde materialen opstellen

Taakgroep BvL December 2014

Benodigde materialen bestellen Taakgroep BvL Februari 2015Scholing van de werkwijze en methode voor alle voorlichters

Specialist BvL, evt. extern bureau

1e en 2e kwartaal 2015

Aanbieden gastles aan scholen Taakgroep BvL 1e en 2e kwartaal 2015Inventariseren aanmeldingen scholen Taakgroep BvL 1e en 2e kwartaal 2015Planning gastlessen Taakgroep BvL 1e en 2e kwartaal 2015Pilotperiode gastlessen (groep 6) Voorlichters 1e en 2e kwartaal 2015Meting effect gastlessen Specialist BvL Zomer 2015Themabijeenkomst/afstemmingsoverleg voorlichting en doorkijk naar schooljaar 2015-2016

Alle betrokkenen Voor aanvang nieuwe schooljaar

Presentatie en lesplan opstellen (groep 8)

Taakgroep BvL 1e en 2e kwartaal 2015

Start presentaties groep 8 Voorlichters 3e kwartaal 2015

11

6. Voorlichters Brandweer Gelderland-Zuid

6.1 VoorlichtersHet geven van voorlichting op basisscholen vereist de nodige kwaliteiten en vaardigheden. Het is belangrijk om de gastles op een natuurlijke manier te verzorgen. Hierbij is zowel de inhoud van de presentatie van belang, maar ook de manier waarop en door wie.

In het boek ontwikkelingspsychologie voor het onderwijs (Brakenhoff & Homminga, 1987) worden aanbevelingen gegeven over welke vaardigheden een goede leerkracht of voorlichter zou moeten beschikken. Daarbij wordt opgemerkt dat door middel van goede en slechte ervaringen een goed onderwijsgedrag ontwikkeld wordt.

Aanbevelingen van Brakenhoff & HommingaDuidelijkheid De leerkracht doet duidelijke en begrijpelijke uitspraken,

aangepast op het begripsniveau van de leerlingen.Variatie Niet beperkt tot het gebruik van één methode of middel; er komen

afwisselende activiteiten voor, zoals luisteren, praten, doen, zitten en bewegen.

Enthousiasme Uitgedrukt door ritme, stembetuiging, articulatie, houding, gelaatsuitdrukking en gebaren.

Taak oriënterend gedrag Brengt de leerling ertoe de gegeven taken, opdrachten en oefeningen uit te voeren.

Vermijden van negatieve kritiek Dit betreft met name de manier waarop de leerlingen feedback krijgen op hun gedrag.

Non-directief gedrag Vooral het ingaan op zelf aangedragen ideeën van leerlingen en het accepteren van hun gevoelens.

Beoordelen Aanleren en gebruiken van criteria om prestaties te beoordelen.Geven van structuur Onder meer door richting te geven aan het denkproces, de

discussie samen te vaten, juiste aanwijzingen te geven en bepaalde leerinhouden te beklemtonen.

Variëren van cognitief niveau Bijvoorbeeld gesloten reproductievragen afwisselen met open denkvragen.

De voorlichters die uitvoering gaan geven aan het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’, moeten aan het volgende profiel voldoen:

Affiniteit met kinderen; Vaardigheden om voorlichting vorm te geven, gelet op de aanbevelingen van Brakenhoff &

Homminga; Macht en gezagsuitstraling; Repressieve ervaring is een pre.

De verwachting is dat de voorlichtingen op basisscholen door zowel medewerkers Risicobeheersing als Incidentbestrijding gegeven worden.

6.2 VakbekwaamheidZoals in de vorige paragraaf beschreven is, zijn er een aantal competenties waarover elke voorlichter dient te beschikken. Een aantal competenties zal men van nature hebben, andere competenties zullen getraind en aangeleerd moeten worden. Om hierin vakbekwaam te worden, is een training van belang. Het geven van voorlichting aan kinderen vergt immers andere vaardigheden dan wanneer dit gedaan wordt richting volwassenen.

Diverse veiligheidsregio’s hebben inmiddels ervaring met het geven en organiseren van trainingen aan voorlichters die gastlessen verzorgen op basisscholen. Hieruit is gebleken dat een aantal zaken van belang zijn:

Didactische en pedagogische vaardigheden Inhoud

12

Voor het verzorgen van de training, zal een extern bureau ingeschakeld worden. Hiervoor zal de inhoudelijke presentatie als input gebruikt worden. Het doel van de training is om handvatten te bieden om de inhoud over te brengen op de doelgroep. Het is van belang dat de presentatie blijft hangen bij de kinderen, door op begrijpelijke wijze aan te sluiten bij hun belevingswereld. De training is als volgt opgebouwd:Training Inhoud trainingDag 1 Workshop presentatievaardigheden

Korte presentatie verzorgen Feedback ontvangen Persoonlijke ontwikkelpunten opstellen

Tussentijds Presentatie programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’Dag 2 Algemene basisschoolkennis

Inhoudelijk de presentatie doornemen Presentatie geven Feedback ontvangen

6.3 KwaliteitsborgingGezien de externe werking van de basisschoolvoorlichtingen is de kwaliteit hiervan zeer belangrijk.Deze wordt mede gerealiseerd door een uniforme aanpak. Hier zal in het aanlooptraject veel aandacht voor zijn (bij training en tijdens de pilotperiode), maar ook gedurende de uitvoering van het programma.

Behouden en meten van een minimaal kwaliteitsniveauScholing / bijscholing Door gebruik te maken van een selectie- en scholingsprocedure,

wordt een minimaal kwaliteitsniveau ontwikkeld. De kwaliteit dient geborgd en behouden te blijven. Eén van de manieren om de kwaliteit te borgen, is invulling geven aan bijscholing en themabijeenkomsten. Op deze wijze worden voorlichters optimaal geïnformeerd over de ontwikkelingen in het vakgebied en binnen het onderwijssysteem.

Leren van elkaarWanneer collega’s met elkaar meegaan tijdens een les, kan men van elkaar leren en elkaar feedback geven. Door middel van collegiale waarneming kunnen de voorlichters hun niveau aan elkaar spiegelen en de kwaliteit van de voorlichting verhogen.

Kwaliteitsmeting Alle betrokken docenten van de basisscholen zal worden gevraagd om na afloop van een voorlichting een evaluatieformulier in te vullen. Mede op basis hiervan worden mogelijke verbeterpunten gesignaleerd en kunnen deze vervolgens geïmplementeerd worden.

Nadat het voorlichtingstraject officieel van start is gegaan, zal er eenmaal per jaar een themabijeenkomst of afstemmingsoverleg plaatsvinden waarvoor alle voorlichters worden uitgenodigd. Doel van deze bijeenkomst is onder meer om:

De leservaringen te delen; De feedback van docenten en leerlingen te bespreken; De implementatie van verbeterpunten te bespreken; De nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied en in het onderwijssysteem te bespreken; De planning door te nemen; Terugblikken op het afgelopen schooljaar en een vooruitblik naar het komende jaar.

6.4 RepresentatieBrandweer Gelderland-Zuid vindt het van belang om zich professioneel te presenteren. Alle voorlichters worden daarom voorzien van dezelfde materialen om de gastlessen te verzorgen. Ook de kleding van de voorlichters is hierbij van belang. De heren en dames dragen in de zomer de pantalon (inclusief riem met logo) met de blouse met korte mouw. De dames dragen hierbij de rode shawl. De rangonderscheidingstekens worden op de blouse gedragen. In de winter dragen zowel de heren als dames de blouse met lange mouw, waarbij de heren de stropdas dragen en de dames de shawl.12

12 Draagvoorschrift Brandweerkleding, Brandweer Nederland, 18 maart 2014.

13

7. Lespakket, materialen en beeldmerk

7.1 Lespakket en materialenBij elke voorlichting wordt een kist meegenomen, waarin verschillende materialen zitten ter ondersteuning van de les. Deze materialen hebben een relatie met brandveiligheid. Door de kinderen voor te lichten over brandveiligheid aan de hand van de presentatie en de meegenomen voorwerpen, wordt de les interactief en visueel. Kinderen kunnen bijvoorbeeld zelf ervaren hoe het is om in het donker de weg te moeten zoeken en hoe een rookmelder klinkt en getest moet worden.

De onderstaande materialen worden tijdens elke voorlichting gebruikt: Stolp, kaars en aansteker Branddriehoek Rookmelder Slowwhoop Blindmasker Opsteekkaarten

De voorlichters nemen de kist met materialen op een steekkarretje mee, met daarnaast een aantal kratten waarin de lespakketten voor de kinderen zitten. Het lespakket voor de kinderen is bedoeld om meer over brandveiligheid te leren, om er mee bezig te zijn na de voorlichtingsles, maar ook om hun ouders informatie te kunnen geven.

De kinderen krijgen na de les een tasje mee, waarin de volgende materialen zitten: Kleurplaat Fikkie Vluchtspel Zoek-de-fouten-plaat woning Sticker Zaklampje Brief met folders voor ouders

Uit het meetonderzoek van de Veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi- en Vechtstreek is gebleken dat het effect van de brandveiligheidsvoorlichting versterkt wordt door het meegeven van materiaal aan de kinderen. Deze versterking van het effect vindt plaats bij zowel de kinderen als hun directe omgeving.

7.2 BeeldmerkLandelijk worden er verschillende beeldmerken gebruikt ter ondersteuning van de Brandveilig Leven boodschap. De bekendste beeldmerken zijn Billy Brandkraan, Professor Blussemans en Smokey de Rookmelder. In Gelderland-Zuid is een aantal jaar geleden Fikkie en Luci ontwikkeld. Dit beeldmerk wordt door verschillende clusters gebruikt bij de voorlichtingslessen.

Er zijn diverse argumenten voor en tegen een eigen beeldmerk. De voornaamste reden om voor Fikkie en Luci te kiezen, is dat Brandweer Gelderland-Zuid het beeldmerk ziet ter ondersteuning van de voorlichtingslessen. Het beeldmerk wordt vooral gebruikt voor voorlichtingen aan kinderen. Bij het geven van voorlichting aan volwassenen wordt het beeldmerk niet gebruikt. Door een eigen beeldmerk te kiezen, zijn er veel ontwikkelingsmogelijkheden met betrekking tot het ontwerpen van zaken. Hierdoor houden we zelf de regie. Uiteraard brengt het ontwikkelen van nieuwe afbeeldingen van het beeldmerk kosten met zich mee. Daar staat tegenover dat het aankopen van een ander (landelijk) beeldmerk hoge kosten met zich meebrengt, omdat dit bij een uitgever ontwikkeld wordt (en deze hier het alleenrecht op heeft).

14

8. Communicatie

Betrokkenheid en enthousiasme zijn essentieel om het voorlichtingsprogramma op basisscholen te laten slagen. Om zowel de interne organisatie als de basisscholen enthousiast en betrokken te krijgen, is het van belang om duidelijk en eenduidig te communiceren. In dit hoofdstuk wordt beknopt beschreven welke zaken op communicatief gebied in ieder geval aandacht verdienen.

8.1 Interne communicatieEr zijn verschillende manieren om intern te communiceren over het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’. Na akkoord op het programmaplan, wordt dit gedeeld met de direct betrokkenen. In de nieuwsbrief zal regelmatig aandacht geschonken worden aan het programma. Zowel bij de start, gedurende de voortgang van het project en bij het behalen van mijlpalen wordt hier in de nieuwsbrief over gecommuniceerd.Jaarlijks zal er een bijeenkomst georganiseerd worden voor alle voorlichters. Hierbij wordt het afgelopen schooljaar geëvalueerd, de presentatie bijgesteld indien nodig en worden nieuwe informatie en ontwikkelingen besproken.

8.2 Externe communicatieDe communicatie met scholen is primair de verantwoordelijkheid van de voorlichters. Verspreid over de regio wordt er in de (lokale) media aandacht geschonken aan het programma. De regionale website wordt ingericht voor het programma, zodat zowel kinderen als hun ouders/verzorgers informatie kunnen krijgen over brandveiligheid in hun woonomgeving. Ook zal het op termijn mogelijk zijn om een enquêteformulier voor ouders op de website te plaatsen (waarnaar verwezen zal worden in de brief aan ouders). De doelstelling is om het programma op basisscholen structureel terug te laten keren. In de communicatiestrategie zal daarom ingezet worden op duurzame samenwerkingsverbanden tussen de brandweer en basisscholen. Hiervoor zal contact gelegd worden met wethouders Onderwijs en overkoepelende onderwijsinstanties.

15

9. Uren- en kostenoverzicht

9.1 UrenoverzichtIn het (concept) uitvoeringsplan Brandveilig Leven is uitgegaan van 2000 uur voor het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’. Op basis van ervaringen uit de clusters die momenteel lesgeven op basisscholen, valt op te maken dat er gemiddeld 3 uur per voorlichting gerekend moet worden (inplannen lessen, voorbereidingstijd, voorlichting, reistijd, opbouw- en afbreektijd). Urenbesteding UrenPer voorlichting groep 6 3Totaal (273 klassen) 819

Voor groep 8 wordt het zelfde aantal uur aangehouden. De resterende tijd (circa 350 uur) wordt besteed aan randzaken om het programma heen, zoals de voorbereiding en het uniformeren van het programma en de (bij-)scholing van de vertegenwoordigers. Door de taakverschuiving binnen de huidige fte invulling van Risicobeheersing kunnen de medewerkers dit programma uitvoeren. De verwachting is dat maximaal 40% van deze uren uitgevoerd gaat worden door vertegenwoordigers vanuit incidentbestrijding.In de resterende 350 uur wordt ook tijd gereserveerd om het programma verder uit te werken, door bijvoorbeeld het maken van een introductiefilm voor groep 4.

9.2 KostenoverzichtVoor de uitvoering van het programma ‘Brandveilig Leven leer je nu!’ worden materialen aangeschaft ter ondersteuning van de boodschap. Deze kosten zijn onder te verdelen in eenmalige opstartkosten en jaarlijks terugkerende kosten voor het meegeven van een informatietasje aan kinderen.

De onderstaande tabel geeft de eenmalige kosten weer. Hierbij wordt uitgegaan van 10 volledige setjes.Onderwerp KostenTrolley (steekwagen) € 1090Opbergkratten (20 liter, voor materialen) € 328Opbergkratten (40 liter, voor tasjes kinderen) € 939USB-sticks € 48,30Slowwhoop € 500Aanstekers € 20Verduisteringsmaskers € 31,90Waxinelichtjes € 29,90Stolp - (geen kosten)Rookmelders - (geen kosten)Totaal € 2987,10

De kosten voor Vakbekwaamheid zijn hierin nog niet meegenomen. Dit wordt nader bekeken wanneer de poule van voorlichters vorm gegeven wordt.

Na elke voorlichting in groep 6 krijgen de kinderen een tasje waarin informatie over brandveiligheid zit, zodat de kinderen ook thuis met brandveiligheid bezig zijn en dit kunnen delen met hun gezin. Onderwerp KostenTasje € 0,65Sticker € 0,224Zaklampje € 0,56Kleurplaat € 0,0225Zoek-de-fouten plaat € 0,05Bouwplaat branddriehoek € 0,045Vluchtspel € 0,04Folder brandveiligheid thuis (ouders) € 0,20Brief ouders € 0,02Totaal € 1,8115

16

De kosten voor de overige lessen (die nog ontwikkeld worden) zijn hierin niet meegenomen. De kosten voor het printen van brieven van bevestigde lessen (zoveel mogelijk per e-mail versturen), vragenlijsten, enveloppen en frankeerkosten zijn hierin niet meegenomen.

17

10. Bijlagen

18

Bijlage 1 Vragenlijsten meetbaarheid voorlichting groep 6 ‘Brandveilig Leven leer je nu!’

Wat weet ik al over brandveiligheid? Wie is er verantwoordelijk voor brandveiligheid thuis?

□ De gemeente □ De bewoners zelf□ De brandweer

Bij een vlam in de pan, blus je nooit met

□ Water□ Een passende deksel

Als je zelf vlam vat, moet je altijd

□ heel hard weg rennen□ over de grond gaan rollen

Hoe lang moet je minimaal koelen, als je een brandwond hebt?

□ 3 minuten□ 10 minuten□ 15 minuten

Brandwonden koel je altijd met

□ koud water□ lauw water□ warm water

Het grootste gevaar bij brand is

□ rook□ hitte□ instortings gevaar

Wij hebben thuis rookmelders opgehangen

□ ja□ nee□ we hebben ze wel, maar ze zijn niet opgehangen of werken niet

Waar moeten in ieder geval rookmelders opgehangen worden?

□ In de woonkamer□ In de slaapkamers□ In de gang en de overloop

Naam: ________________________________________________________

Groep: ________________________________________________________

School: _______________________________________________________

19

Bijlage 2 Brief 1 Uitleg programma en uitnodiging voorlichtingsbijeenkomst

20

Bijlage 3 Brief 2 Uitleg programma en verzoek contact

21

Bijlage 4 Brief 3 Bevestiging geplande les

22