jolijnschipholt.weebly.com · Web viewIn de P1 heb je kennis gemaakt met de beroepspraktijk van een...

Blokboek P2 BSK

Lokale problemen op de agenda

Avans Hogeschool Academie voor Veiligheid en Bestuur

Opleiding: BSKTitel: Blokboek P2 BSK Samenstellers: Blokteam P2 onder redactie van Daphne MalschaertPeriode: P2Versie: studiejaar 2013-2014, oktober 2013

Blokboek P2 BSK 2013-2014

Voorwoord

Dit is het blokboek Lokale problemen op de agenda van de opleiding Bestuurskunde van de Academie voor Veiligheid en Bestuur.

Dit blokboek is een gids voor de periode P2. Neem het bij de start van het blok goed door. Daarna is het van belang om het blokboek als dagelijkse leidraad te gebruiken. In dit blokboek vind je terug wat er van je verwacht wordt in de verschillende onderdelen van het blok.

De bij het blok betrokken docenten en tutoren wensen je een plezierige en leerzame periode toe.

2


Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene informatie over het blok 41.1 Thema P2: Lokale problemen op de agenda 41.2 Competenties 41.3 Onderdelen van het blok 41.4 Begeleiding 51.5 Coördinatie van het blok 61.6 Communicatie en contact 61.7 Studiebelasting 61.8 Toetsing, fraude en herkansing 61.9 Gedragsregels en afspraken 71.10 Schematisch overzicht blok 8

Hoofdstuk 2 Invulling van de integrale leerlijn: Beroepsproduct 92.1 Onderwerp beroepsproduct P2: agendavorming 92.2 Leerdoelen 92.3 Onderwerpen op de politieke agenda 102.4 Onderdelen van het beroepsproduct P2 112.5 Groepswerk en individueel werk in P2 112.6 Toelichting op de onderdelen van het beroepsproduct 112.7 Inlevermomenten 162.8 Beoordeling van het beroepsproduct 172.9 Cijfer voor het beroepsproduct 192.10 Herkansing 192.11 Studiebelasting 20

Hoofdstuk 3 Invulling van de integrale leerlijn: ondersteuning en Begeleiding bij het beroepsproduct 21

3.1 Begeleiding bij het maken van het beroepsproduct 213.2 Tussenstappen, startdocument en logboek 213.3 Invulling tutoruren 223.4 Aanwezigheid bij tutoruren 23

Hoofdstuk 4 Invulling van de kennisleerlijn 244.1 Inleiding 244.2 Politicologie 254.3 Economie 274.4 Recht 304.5 Digitale communicatie 324.6 Methoden en technieken van onderzoek 33

Hoofdstuk 5 Invulling van de vaardighedenleerlijn 355.1 Inleiding 355.2 Beroepsvaardigheden: teamrollen en presenteren 365.3 Schriftelijke communicatie 395.4 Engels: English in semi-professional context, starter workshop 42

Hoofdstuk 6 Invulling van de individuele leerlijn 476.1 IL P2 47

Hoofdstuk 7 Kwaliteitszorg 487.1 Kwaliteitszorg 48

Bijlagen 49

3


Hoofdstuk 1 Algemene informatie over het blok

1.1 Thema P2: Lokale problemen op de agendaIn de P1 heb je kennis gemaakt met de beroepspraktijk van een bestuurskundige. Het tweede blok van de opleiding BSK, de P2, gaan we kijken naar hoe problemen (je zou ook kunnen spreken van ‘ontwikkelingen’) in de samenleving, op gemeentelijk niveau, op de politieke agenda zijn gekomen in een gemeente. In dit blok gaat het, om met een beleidskundige term te spreken, over ‘agendavorming’. Ook gaan we kijken naar wat opvattingen van de politieke partijen in een gemeente zijn over die lokale problemen. Dit zijn onderdelen van het beroepsproduct P2.

1.2 CompetentiesIeder blok staan een aantal wat wij in de opleiding noemen ‘competenties’ centraal. Het gaat dan om wat je moet kunnen om straks als bestuurskundige in de praktijk aan de slag te kunnen. De opleiding Bestuurskunde van Avans Hogeschool werkt met competenties die landelijk vastgesteld zijn voor alle opleidingen Bestuurskunde. Aan het eind van je studie dien je deze competenties te beheersen. Alle competenties zijn vertaald naar niveaus. Hieronder zie je de competenties met de vertaling naar het geldende niveau waarin in dit blok wordt gewerkt. Het complete overzicht van competenties en niveaus vind je in de bijlage van dit blokboek.

De bachelor: - heeft inzicht in de inrichting van het openbaar bestuur, kent de hoofdrolspelers en kan de relaties daartussen definiëren. (competentie 1, niveau 1)- kan van een situatie aangeven of en waarom het een maatschappelijk vraagstuk is. (competentie 2, niveau 1)-kent onderzoeksmethoden en kan deze hanteren (competentie 5, niveau 1)- beheerst gesprekstechnieken, kan informatie ordenen, presenteren en samenwerken. (competentie 6, niveau 1)- ontwikkelt een beeld van het beroep en studiehouding.(competentie 7, niveau 1)

Aan een aantal van deze competenties is ook al aandacht besteed in P1. Omdat je deze competenties waarschijnlijk nog niet allemaal volledig beheerst, komen ze weer aan de orde tijdens dit tweede blok.

1.3 Onderdelen van het blokHet blok ‘Lokale problemen op de agenda’ bestaat uit een aantal verschillende onderdelen.

4


Globaal gezien bestaat de P2 uit de volgende onderdelen:

Integrale leerlijn: Beroepsproduct

- Kennisleerlijn:PoliticologieEconomieRechtDigitale communicatieMethoden en technieken van onderzoek (MTO)

- Vaardighedenleerlijn:Teamrollen en presenterenSchriftelijke communicatieEngels

-Individuele leerlijn

In de hoofdstukken 2 t/m 5 worden de onderdelen verder toegelicht.

1.4 BegeleidingJe wordt voor de verschillende onderdelen van het blok begeleid door docenten die in verschillende rollen zullen optreden. In de hoofdstukken 2 tot en met 5 wordt dit per leerlijn verder toegelicht. De volgende docenten zijn in de rol van tutor, vakdocent, trainer of mentor betrokken bij het blok:

Kim Anrar tutor, mentor, docent rechtWim Dankers tutor, mentor, docent economieJudith Hanssen tutor, mentor, docent EngelsJudith Groen tutor, mentorMaarten Dijk docent PoliticologieCees Hornman docent EconomieDaphne Malschaert docent Recht, themacoörinatorJan Oomes docent MTOSandra Verhoeven docent MTOFrans Coppelmans docent digitale communicatie, trainer schriftelijke communicatieMerel Luichies trainer beroepsvaardighedenSerge Verwiel trainer beroepsvaardigheden

5


Zie voor mailadressen en telefoonnummers het Blackboard.

1.5 Coördinatie van het blokIeder blok van de opleiding heeft een themacoördinator. De themacoördinator is verantwoordelijk voor de organisatorische gang van zaken en beslist in zaken en situaties waarin het blokboek niet voorziet.

De coördinator van de P2 is Daphne Malschaert, bereikbaar via [email protected] of eventueel op telefoonnummer 073-6295288. Binnenlopen kan op maandag en dinsdag in kamer OG346.

1.6 Communicatie en contactInformatie over het blok wordt verspreid via BlackBoard. De themacoördinator en betrokken docenten plaatsen daar mededelingen die van belang zijn en ook wordt daar (aanvullend) onderwijsmateriaal geplaatst. Je dient het BlackBoard dagelijks te raadplegen.

Tutoren en inhoudsdeskundigen zijn buiten de ingeroosterde momenten bereikbaar via e-mail. Je kunt langs die weg een afspraak maken.

1.7 StudiebelastingVoor elk onderdeel van het blok kunnen studiepunten worden behaald. Het programma is zo ontworpen dat de gemiddelde student onder normale omstandigheden ongeveer 40 uur per week nodig zal hebben om aan de gestelde eisen te voldoen.

In de P2 zijn de studiepunten als volgt verdeeld.

Onderdeel Aantal studiepunten- Integrale leerlijn:

Beroepsproduct 5 - Kennisleerlijn:

Politicologie 1,5 Economie 1,5 Recht 1,5 Digitale communicatie 1 Methoden en technieken van onderzoek (MTO) 1

- Vaardighedenleerlijn:

6

mailto:[email protected]


Beroepsvaardigheden: Teamrollen en presenteren 0,5Schriftelijke communicatie 1 Engels 1

-Individuele leerlijn 1

Totaal 15

1.8 Toetsing, fraude en herkansingDe verschillende studieonderdelen van dit blok worden allemaal getoetst. In de volgende hoofdstukken van dit blokboek worden de verschillende studieonderdelen uitgebreid beschreven waarbij ook wordt ingegaan op de toetsing.

De algemene regels van de opleiding Bestuurskunde over toetsing zijn te vinden in hoofdstuk 8 van de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER is te vinden op BlackBoard.In de OER vind je meer informatie over zaken als inschrijving, inzage, gedragsregels en vrijstellingen. In OER vind je ook informatie over fraude en de gevolgen daarvan.

Let op! Voor alle onderdelen in dit blok met een zelfstandige Osiriscode geldt dat je in dit collegejaar eenmaal het recht hebt op een herkansing. Heb je de herkansing niet gehaald, dan dien je het betreffende onderdeel in zijn geheel in het volgend studiejaar te herkansen, volgens de dan geldende eisen.

1.9 Gedragsregels en afsprakenTijdens jullie studietijd aan de opleiding BSK hopen docenten en studenten op een prettige manier met elkaar om te gaan; prettig voor ons allemaal, maar ook noodzakelijk voor jullie om de opleiding op een goede manier te doorlopen. Hieronder volgen een aantal gedragsregels/afspraken waarvan we verwachten dat jullie je eraan houden. Ook de docenten moeten zich aan een aantal gedragsregels houden. Van hen wordt onder andere verwacht dat ze hun lessen goed voorbereiden, op tijd reageren op vragen van studenten via de mail etc.

Houd dagelijks Blackboard en je Avans-mail in de gaten!

We volgen het programma zoals dat in de programmabeschrijvingen van het Blokboek staat. Mogelijke aanvullingen of wijzigingen worden via blackboard gecommuniceerd.

Bereid alle huiswerkopdrachten van tevoren/ thuis voor!

tenzij erbij staat dat een opdracht tijdens de les gemaakt wordt. Huiswerk staat in het blokboek aan gegeven of wordt via blackboard duidelijk gecommuniceerd.Als je je huiswerk niet gemaakt hebt, kan de docent je wegsturen uit de les. Bedenk dat voorbereiding essentieel is voor het goed kunnen volgen van een les en dat ook andere studenten er last van kunnen hebben als jij je niet goed voorbereid hebt. Natuurlijk kan het wel eens zo zijn dat je iets niet snapt; probeer dan van tevoren al met andere studenten te overleggen. Kom je er echt niet uit, dan kun je altijd in de les om uitleg vragen. Als je aanwezig bent, verwachten we een actieve houding van je tijdens de les.

Toon respect voor gastsprekers!

Vanaf het eerste blok krijg je hoorcolleges van gastsprekers. Je zit dan met veel studenten bij elkaar in een hoorcollegezaal. We verwachten dat je respect opbrengt voor de (gast)docent en voor elkaar: ga dus niet onderling zitten kletsen als je het onderwerp niet zo interessant vindt. Gebruik je laptop of tablet alleen voor het maken van aantekeningen. Twitteren is niet toegestaan en de mobiele telefoons staan op stil. Als jouw gedrag storend is, zal de docent je daarop aanspreken of zeggen dat je de ruimte moet verlaten. In beide gevallen zal dit resulteren in een fikse extra opdracht of een andere sanctie.

Kom op tijd!Zowel bij hoorcolleges als bij de gewone lessen geldt dat je op tijd aanwezig moet zijn, ook na de pauzes. Het is aan de docent om te bepalen of je tot de les/hoorcollege wordt toegelaten. In gevallen dat aanwezigheid verplicht is zal dit gevolgen hebben. De precieze consequenties van afwezigheid staan beschreven in het blokboek.Volgens de AMB-regels is het niet toegestaan te eten en te drinken tijdens de lessen. Ruim je rommel na de lessen altijd op!

Lever opdrachten in volgens de richtlijnen!

7


Zorg dat de opdrachten die je inlevert, altijd voldoen aan de richtlijnen uit het Themaboek. Op de omslag/de titelpagina staat in ieder geval:

- titel (en ondertitel): dit is meestal de ‘titel’ van de opdracht en de naam van het vak; vergeet bij vakken die in meerdere periodes voorkomen (bv. de Individuele leerlijn) niet de periode (bv. P1, P2) er ook bij te vermelden;

- naam student(en) en studentnummer(s); - klascode;- opleiding, fase (propedeuse, tweede jaar enz.);- plaats en datum.

Geen plastic mapjes/snelhechters; een papieren omslag/titelpagina is voldoende. Wel de blaadjes aan elkaar nieten graag!

Spelfouten of foutief taalgebruik. Als er op een willekeurige pagina drie of meer spelfouten staan of de lezer ‘struikelt’ over meer dan drie formuleringen (hij kan de gedachtegang niet of nauwelijks volgen), dan wordt geen cijfer toegekend. Je kunt het verslag aanpassen voor de herkansing, nadat je inhoudelijk feedback hebt gehad.

Deadlines voor het inleveren van opdrachten moet je goed in de gaten houden: te laat inleveren betekent direct een herkansing!

Wanneer worden tentamenuitslagen en resultaten bekendgemaakt?

Docenten hebben in principe vijftien werkdagen om toetsen na te kijken.Tentamenuitslagen en resultaten van andere toetsingen worden zo snel mogelijk ingevoerd in Osiris. Het heeft dus geen zin om docenten te vragen wanneer die resultaten komen; zij snappen heel goed dat jullie zo snel mogelijk willen weten wat die resultaten zijn.Na de tentamens wordt er altijd een inzage georganiseerd. Daar kun je dus je tentamens en/of werkstukken inzien; er wordt geen feedback via de mail gegeven.

Informatie nodig?Als je vragen hebt, kijk dan eerst in het Themaboek en/of op Blackboard of je daar het antwoord op je vraag kunt vinden. Kom je er niet uit, stel je vragen dan zo veel mogelijk in de lessen / aan de docenten van het vak waarover de vragen gaan.Als het gaat om vragen over studievoortgang of OER-kwesties: lees de Onderwijs- en Examenregeling (te vinden op www.studentinfo.avans.nl) en vraag bij onduidelijkheid je mentor hoe iets zit. Ga niet te snel af op wat andere studenten zeggen!

1.10 Schematisch overzicht blok

Week

Kennis- en vaardighedenleerlijn Integrale leerlijn: beroepsproduct

1 Colleges politicologie, economie, recht, digitale communicatie, methoden en technieken van onderzoek

Zelfstudie verplichte literatuur Tentamenvoorbereiding

Startbijeenkomst Tutoruren

2 Colleges Zelfstudie Tentamenvoorbereiding

Tutoruren Gastcollege tijdens les politicologie


Tutoruren


Tutoruren


Tutoruren


Tutoruren


Tutoruren Gastcollege wethouder Deurne Gastcollege wethouder Tilburg

8 Studieweek:voorbereiding op tentamens Prezi’s volgens rooster Blackboard Inleveren handout vrijdag 12:00 uur Inleveren essay vrijdag 12:00 uur Inleveren verslag gastcolleges vrijdag

12:00 uur

8

http://www.studentinfo.avans.nl/


9 Tentamens P2

10 Hertentamens P1 Herkansingen beroepsproduct

9


Hoofdstuk 2 Invulling van de integrale leerlijn: Beroepsproduct

2.1 Onderwerp beroepsproduct P2: agendavormingHet beroepsproduct van de P2 gaat over het agenderen van problemen in de samenleving op lokaal niveau. Als het lukt om een probleem op de (politieke) agenda te krijgen is het mogelijk dat er ‘beleid’ gemaakt gaat worden ten aanzien van het probleem. ‘Agendavorming’ is dan ook een van de fases uit wat ‘de beleidscyclus’ genoemd wordt. De verschillende fases van de beleidscyclus zullen tijdens de opleiding BSK aan Avans Hogeschool steeds terugkomen.

In de P2 staat de fase van agendavorming centraal. Bij het onderwerp agendavorming kun je allerlei vragen stellen: hoe krijg je een onderwerp op de politieke agenda? Wie kunnen dat allemaal doen? Wat zijn instrumenten daarvoor? Wat zijn onderwerpen die op lokaal niveau op dit moment in de belangstelling staan en staan ze daarmee ook automatisch op de politieke agenda? Etcetera. Dit zijn de zaken die terugkomen in het beroepsproduct van dit blok.

2.2 LeerdoelenIn hoofdstuk 1 werden de voor dit blok relevante competenties benoemd. Voor het onderdeel integrale leerlijn (beroepsproduct) spelen met namen deze competenties een rol:

- heeft inzicht in de inrichting van het openbaar bestuur, kent de hoofdrolspelers en kan de relaties daartussen definiëren.- kan van een situatie aangeven of en waarom het een maatschappelijk vraagstuk is- ontwikkelt een beeld van het beroep en studiehouding

Deze competenties zijn vertaald in concrete leerdoelen. Het is de bedoeling dat iedere student na afronding van het beroepsproduct :

- van maatschappelijke problemen op lokaal niveau (zowel autonome als medebewindsproblemen) kan uitleggen hoe deze op de agenda zijn gekomen

- ten aanzien van die problemen de rol kan beschrijven die de verschillende betrokken actoren bij de agendering van het probleem hebben gespeeld

- de politieke opvattingen over die problemen kan weergeven- de verschillen tussen de agendavorming van lokale maatschappelijke problemen weergeven

10


- een vanuit opgedane kennis en vaardigheden onderbouwde mening kan vormen over de agendavorming van maatschappelijke problemen

- het beeld over beroep van de bestuurskundige verder heeft ontwikkeld

2.3 Onderwerpen op de politieke agendaWelke onderwerpen komen eigenlijk op de politieke agenda in een gemeente? Dat kan van alles zijn en verschilt natuurlijk ook per gemeente. Er wordt vaak een onderscheid gemaakt in twee soorten onderwerpen: wat wij dit blok noemen ‘autonome onderwerpen’ en ‘medebewindsonderwerpen’. Hieronder een uitleg.

Autonome onderwerpenAllereerst een paar voorbeelden van onderwerpen die op dit moment actueel zijn én op de politieke agenda staan in de gemeentes waar de ontwikkelaars van dit blok wonen:

-moet er een nieuwe schouwburg komen in de gemeente ’s-Hertogenbosch?-de herinrichting van GZG-terrein in de gemeente ‘s-Hertogenbosch-de toekomst van de openbare bibliotheek in de gemeente Deurne: door drastische vermindering van gemeentelijke subsidie en een erg duur pand wordt de bieb in Deurne met sluiting bedreigd-de bezuinigingen van de gemeente Deurne op groenonderhoud (gemeente is gestopt met het bestrijden van onkruid op verhardingen, zoals wegen, stoepen, fietspaden en vluchtheuvels)-de ontwikkeling van de ‘spoorzone’ in de gemeente Tilburg-mogelijke komst van een Primark naar Tilburg, maar het feit dat Primark daarbij allerlei eisen op tafel legt over de bereikbaarheid van de winkel in het centrum van de stad-allerlei zaken rondom bereikbaarheid en verkeer & vervoer in Nijmegen: het bereikbaar houden van de stad en het zorgen dat er goede ov-voorzieningen zijn in en naar de stad de aansluiting op nachtnet etc.-hoe kan Nijmegen ondanks de bezuinigingen een levendige stad op het gebied van kunst en cultuur zijn: hoe poppodia in stand houden, hoeveel culturele evenementen kunnen er nog worden georganiseerd en hoe garandeer je diversiteit binnen het aanbod.

Het gaat hier om onderwerpen die typisch zijn voor een specifieke gemeente (hoewel ze soms in veel gemeenten spelen, bijvoorbeeld op dit moment als gevolg van bezuinigingen). Dit blok duiden we deze onderwerpen aan met de term ‘autonome onderwerpen’.

MedebewindsonderwerpenNaast die onderwerpen die typisch zijn voor een bepaalde gemeente, staan er in iedere gemeente onderwerpen op de (politieke) agenda, omdat dat door ‘Den Haag’ zo bepaald worden. Dit noemen we dit blok ‘medebewindsonderwerpen’.

Voorbeelden van dit soort onderwerpen:

11


-verruiming zondag openstelling als gevolg van wijziging Winkeltijdenwet per 1 juli 2013-transitie jeugdzorg-invoering van de Wet werken naar vermogen-de overheveling van de AWBZ-begeleiding (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) naar de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning)

Beide soorten onderwerpen komen aan bod bij het beroepsproduct voor de P2.

2.4 Onderdelen van het beroepsproduct P2In de P1 bestond het beroepsproduct uit deelopdrachten per invalshoek. Per week stond een invalshoek met bijbehorende opdracht op het programma. Dat is anders in de P2.

Het beroepsproduct bestaat uit vier onderdelen, die aan het einde van het blok, in week 8, moeten worden ‘opgeleverd’. Er zijn geen opdrachten per week. In de vier onderdelen van het beroepsproduct moet je de tijdens de verschillende vakken en trainingen geleerde kennis en vaardigheden toepassen. Hoe je dit doet, komt aan de orde tijdens de tutoruren. Zie ook par. 2.7 van dit blokboek. Het beroepsproduct P2 bestaat uit de volgende vier onderdelen:

1. Prezi met handout groep 25 minuten week 82. Korte film groep 5 minuten week 83. Essay individueel 3 A4 vrijdag week 8 12:00 uur4. Verslag gastcolleges individueel 5 A4 vrijdag week 8 12:00 uur

2.5 Groepswerk en individueel werk in P2Het essay en het verslag van de gastcolleges maak je individueel. De prezi en de film maak je als groep.

De groep bestaat in P2 uit vier personen.

De groepsindeling is gemaakt door de tutoren en wordt bekend gemaakt via Blackboard. Ook voor andere studieonderdelen in dit blok wordt met groepen gewerkt. We zullen zoveel mogelijk proberen van een en dezelfde groep uit te gaan, maar dit zal niet altijd het geval zijn. Je zult dus in een aantal verschillende groepen werken aan de onderdelen van het blok.

2.6 Toelichting op de onderdelen van het beroepsproductHieronder volgt per onderdeel een uitgebreide toelichting.

2.6.1 Prezi met handout

12


Jullie maken als groep tijdens het blok een presentatie in de vorm van een ‘prezi’ over de agendavorming van twee maatschappelijke problemen in een gemeente waar een van de groepsleden woont.

Hoe je een prezi maakt komt aan de orde bij het onderdeel beroepsvaardigheden in de vaardighedenleerlijn.

Je houdt de prezi tijdens het assessment presenteren voor het onderdeel beroepsvaardigheden in week 8. Een rooster hiervoor wordt via Blackboard bekend gemaakt. Bij de groepspresentatie zijn twee of drie andere groepen uit de klas aanwezig.

Na de Prezi van 25 minuten is er voor de aanwezige studenten en beoordelaars gelegenheid om vagen te stellen. Ook krijg je kort wat feedback van de trainer beroepsvaardigheden en de tutor.

Ieder groepslid moet vijf minuten presenteren. Houd daar rekening mee bij de verdeling - van wie wat presenteert. De presentatie duurt in totaal 25 minuten: vier groepsleden die ieder vijf minuten presenteren en in de presentatie moet ook een korte film worden opgenomen van vijf minuten (beroepsproduct onderdeel 2). Let op: dit is dus qua omgang een forse presentatie die je goed invulling moet geven!

De inhoud van de Prezi:

1. Hoe is een autonoom probleem én een medebewindsprobleem op de agenda van de raad gekomen deze raadsperiode?-beschrijf de beide problemen-wie was de initiatiefnemer om het onderwerp op de agenda te zetten?-hoe is het onderwerp op de agenda gekomen?-wat was de reden om het onderwerp op de agenda te willen krijgen?-wat is er allemaal al ondernomen/gebeurd voordat het probleem daadwerkelijk op de politieke agenda kwam. Is er bijvoorbeeld een burgerinitiatief geweest, zijn er petities getekend, etc. -doe verslag van de berichtgeving over het onderwerp in de lokale of regionale pers.

2. Wat zijn de standpunten over het probleem van de verschillende bij het onderwerp betrokken actoren?-welke andere actoren hebben allemaal een mening of spelen een rol bij de ontwikkeling. Denk hierbij aan burgers, maatschappelijke organisaties/belangengroepen, actiegroepen, de verschillende media en ook nieuwe media etc. -beschrijf de rol en het standpunt van iedere actor bij de ontwikkeling.

3. Wat zijn de standpunten van de politieke partijen uit de gemeente over het probleem-wat zijn de standpunten van de politieke partijen?-beschrijf de betrokkenheid van iedere partij bij het probleem: welke partij heeft wat geïnitieerd?-wat staat er over in de verschillende verkiezingsprogramma’s?-wat staat er over in het coalitieakkoord?

13


‘Prezihandout’Naast dat je als groep de Prezi houdt, is het ook de bedoeling dat je een document maakt met daarin een samenvatting van wat je tijdens de prezi hebt verteld, evt. aangevuld met extra informatie die je niet hebt verteld, maar die wel interessant zijn. Voeg ook een link toe naar de prezi. We noemen dit document voor het gemak even een ‘prezihandout’, maar dit moet niet de traditionele handout zijn zoals je die kent van Powerpoint. Zo’n traditionele handout werkt bij prezi, gezien de omvang, ook niet goed. Je zult dus een apart document moeten maken. Zie hierover verder bijvoorbeeld http://preziuniversity.nl/prezi-tips.php

2.6.2 Korte filmIn de P1 heb je voor de individuele leerlijn een filmpje gemaakt. In de P2 ga je weer als groep een film maken, maar nu als onderdeel van het beroepsproduct.

In deze film van maximaal 5 minuten moeten per probleem minimaal vier door jullie geïnterviewde burgers aan het woord komen over wat zij vinden van de twee problemen die spelen in de gemeente. Het filmpje moet een gevarieerd beeld geven over hoe inwoners van de gemeente denken over de twee problemen. Zorg dat telkens minimaal één burger aan het woord komt die actief betrokken is geweest bij het op de agenda krijgen van het probleem. Zorg dat ook een ‘passieve’ burger aan het woord komt. De interviews zelf moeten duidelijk zichtbaar en verstaanbaar terugkomen in het filmpje. Ook moet ieder groepslid minimaal 1 interview voor zijn of haar rekening nemen.

Het maken van de korte film voor in de prezi is dus een gezamenlijk te maken onderdeel van het beroepsproduct.

Hoe je op een goede manier een interview houdt, komt aan de orde in de tutoruren.

2.6.3 Essay

14

http://preziuniversity.nl/prezi-tips.php


Om ook je eigen persoonlijke kennis en vaardigheden te kunnen laten zien zijn er ook individueel onderdelen bij dit beroepsproduct: allereerst het schrijven van een essay.

Onder een essay wordt over het algemeen verstaan een opiniërend, argumenterend, prikkelend betoog waarin de auteur stelling durft te nemen. Een betoog is ‘droger’ dan een essay.

Inhoud van het essay:

Voor het onderdeel essay van het beroepsproduct P2 verwachten we dat je: -een inhoudelijke beschouwing geeft over de agendavorming van de twee in de prezi behandelde lokale maatschappelijke problemen-een beschouwing geeft van de verschillen tussen de twee in beeld gebrachte problemen-je bestuurskundige (!) mening geeft over de agendavorming van de twee ontwikkelingen.

Opbouw van het essay: -InleidingDe inleiding van het essay moet prikkelend en onverwacht zijn, het moet de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van het essay. Belangrijk is dat de inleiding richting geeft, er moet een hint worden gegeven waar het essay heengaat. Tip: gebruik een persoonlijke anekdote (niet verplicht, maar het werkt wel). Het persoonlijke verhaal kan een mooie leidraad zijn bij het opschrijven van je verhaal. Maar pas op: het gaat uit eindelijk om het verhaal of jouw boodschap. Je moet het persoonlijke verhaal daar dus aan aanpassen, in plaats van andersom. -Centrale deel In het centrale deel behandel je de eerste twee inhoudelijke onderdelen hierboven genoemd. Gebruik daarbij een van de vaste tekststructuren (aangeboden bij onderdeel schriftelijke communicatie uit de vaardighedenleerlijn)-ConclusieIn de conclusie geef je je bestuurskundige mening over de agendavorming van de twee ontwikkelingen. Geef voorbeelden van je standpunt : dit werkt niet/wel, kijk maar naar… Het kan helpen om tegenargumenten te ontkrachten. Let erop dat je stelling genuanceerd is.

Het essay moet 3 A4 lang zijn.

Schrijf het essay voor een ruim publiek, bestaande uit geïnteresseerde, goed opgeleide, redelijk geïnformeerde leken (denk bijvoorbeeld aan lezers van een serieus dagblad). Uitgangspunt voor je essay is de groepsprezi, daarnaast kun je andere bronnen gebruiken om je mening te onderbouwen. Doe dan wel aan bronvermelding!

2.6.4 Verslag gastcollegesOm je prezi, het filmpje en het essay te kunnen maken volg je lessen, trainingen en tutoruren en ga je met je tutorgroep aan de slag. Als ondersteuning én als verdere kennismaking met de beroepspraktijk van een bestuurskundige, bieden we je in dit blok ook gastsprekers aan.

Aanwezigheid bij de gastcolleges is verplicht en wordt geregistreerd.

15


De spekers:- Raadsadviseur Amsterdam-West week 2- Wethouder gemeente Deurne week 7- Wethouder economische zaken gemeente Tilburg (op locatie) week 7- Journalist nog niet bekend- Eventueel wordt nog een spreker van een actiegroep ingepland nog niet bekend

Van de vier gastcolleges maak je een verslag. Ga in het verslag in op wat je voor je beroepsproduct aan de gastcolleges hebt gehad.

Onderdelen van het verslag:

1. Inleiding In deze inleiding beschrijf je

-welk beeld je van het beroep van een bestuurskundige had bij de start van het blok- welke ideeën je voorafgaande aan het blok had over de agendavorming van maatschappelijke problemen in een gemeente

2. Hoofdstuk per gastcollege Wat stond in de lezing centraal? Welke inzichten kreeg jij over

-het beroep van een bestuurskundige- het op de politieke agenda krijgen van lokale maatschappelijke problemen door deze spreker?

Gebruik subkopjes/paragrafen

3. Conclusie Hoe kijk je terug op de gastcolleges? Welke inzichten heb je van de sprekers gekregen over

-het werkveld van de bestuurskundige. Vergelijk dit met het beeld dat je had bij de start van het blokhet op de politieke agenda krijgen van lokale maatschappelijke problemen.

Het verslag moet 5 A4 lang zijn.

In deze inleiding beschrijf je welk beeld je van het beroep van een bestuurskundige had vóór de lezingen. Misschien had je nog vragen over wat een bestuurskundige doet en waar hij of zij zich mee bezighoudt. Beschrijf dan op welke vraag/vragen jij na de lezingen een antwoord wil hebben.

16


2.7 Inlevermomenten

2.7.1 PreziJe houdt als groep de Prezi over het agenderen van maatschappelijke problemen tijdens de Assessments Presenteren voor het onderdeel beroepsvaardigheden in week 8. Bij de presentatie is dus de trainer beroepsvaardigheden aanwezig, maar ook je tutor die de presentatie op inhoud zal beoordelen. Ook zullen twee of drie andere groepen uit de klas aanwezig zijn.

Via Blackboard wordt bekend gemaakt welke groep wanneer precies aan de beurt is en welke groepen ook aanwezig zijn.

HandoutLever na de presentatie, uiterlijk vrijdag 12.00uur week 8, ook de prezihandout in bij de tutor en bij de bij de bij de presentatie aanwezige trainer.

Lever de prezihandout ook digitaal in via BlackBoard via de button digitaal inleveren. Deze ingeleverde versie wordt gebruikt om het werkstuk te controleren op fraude met het fraudeprogramma Ephorus. Het in te leveren stuk mag niet groter zijn dan 25 Mb en er mogen geen losse bijlagen bij zitten.

2.7.2 Korte filmDe film is onderdeel van de prezi.

Stuur na afloop van de presentatie een link naar waar je filmpje te vinden is naar je tutor.

2.7.3 EssayJe essay moet uiterlijk vrijdag week 8 om 12:00 uur te worden ingeleverd bij:-je tutor en bij -de docent schriftelijke communicatie Frans Coppelmans

Lever je essay ook digitaal in via BlackBoard via de button digitaal inleveren. Dit om het essay te controleren op fraude met het fraudeprogramma Ephorus. Het in te leveren stuk mag niet groter zijn dan 25 Mb en er mogen geen losse bijlagen bij zitten.

2.7.4 Verslag gastcolleges

17


Het reflectieverslag van de gastcolleges moet uiterlijk op vrijdag week 8 om 12:00uur worden ingeleverd bij je tutor.

Ook moet dit verslag digitaal worden ingeleverd via BlackBoard via de button digitaal inleveren. Dit om het essay te controleren op fraude met het fraudeprogramma Ephorus. Het in te leveren stuk mag niet groter zijn dan 25 Mb en er mogen geen losse bijlagen bij zitten.

2.7.5 Overzicht inlevermomenten

Product Inlevermoment Inleveren bijPrezi-handout Vrijdag week 8 12:00 uur Tutor en trainerLink naar film Direct na presentatie TutorEssay Vrijdag week 8 12:00 uur Tutor en Docent digitale

communicatieVerslag gastcolleges

Vrijdag week 8 12:00uur Tutor

2.8 Beoordeling van het beroepsproduct

2.8.1 Prezi en Prezi-handoutDe Prezi wordt in week 8 beoordeeld door:

-tutor op inhoud-trainer beroepsvaardigheden op presentatievaardigheid

Beoordelingscriteria inhoud Prezi:- De presentatie is compleet: er wordt gepresenteerd

hoe een autonoom én een medebewindsprobleem op de agenda van de raad zijn gekomen deze raadsperiode

wat de standpunten zijn over het probleem van de verschillende bij het onderwerp betrokken actoren

wat de standpunten zijn van de politieke partijen uit de gemeente over het probleem- De presentatie is inhoudelijk correct- De presentatie is gestructureerd en eenduidig vormgegeven- Studenten kunnen op adequate wijze antwoord geven op door docenten en klasgenoten

gestelde vragen

18


- Iedere student komt vijf minuten aan het woord- Korte film van vijf minuten maakt onderdeel uit van de Prezi

Beoordelingscriteria Prezi-handoutDe Prezi-handout mag geen letterlijke ‘uitdraai’ van de Prezi zijn, maar moet een samenvatting zijn van wat je tijdens de Prezi hebt verteld aangevuld met extra informatie die je niet hebt verteld, maar die wel interessant is.

Bij de beoordeling van de Prezi-handout geldt: als er op een pagina drie of meer formuleer- en/of spelfouten zitten, wordt de opdracht niet verder nagekeken. Het is dan sowieso een onvoldoende.

De tutor geeft een cijfer voor de inhoud van de Prezi, mede op basis van de Prezi-handout. Dit cijfer weegt mee voor het eindcijfer voor het beroepsproduct P2.

Krijg je een onvoldoende voor de Prezi/Prezi-handout ‘op inhoud’ dan moet er een uitgebreide verbeterde versie van de handout worden ingeleverd bij de tutor.

De trainer beroepsvaardigheden beoordeelt ieder groepslid individueel op presentatievaardigheid. Zie voor beoordelingscriteria het onderdeel beroepsvaardigheden in hoofdstuk 4 van dit blokboek.Deze beoordeling weegt niet mee voor het beroepsproduct, maar wel voor je eindbeoordeling voor beroepsvaardigheden.

Krijg je een onvoldoende voor de presentatie ‘op presentatievaardidheid’ dan betekent dit dat je het onderdeel bij beroepsvaardigheden moet herkansen.

2.8.2 Korte filmDe film maakt onderdeel uit van de Prezi en wordt door de tutor beoordeeld met voldaan/niet voldaan.

Beoordelingscriteria film:- De film is compleet :

Er komen minimaal vier door de groep geïnterviewde burgers aan het woord komen over wat zij vinden van de twee problemen die spelen in de gemeente, waardoor de film een gevarieerd beeld geeft geven over hoe inwoners van de gemeente denken over de twee problemen.

Er komt telkens minimaal één burger aan het woord komt die actief betrokken is geweest bij het op de agenda krijgen van het probleem en minimaal een ‘passieve’ burger.

- De interviews komen duidelijk zichtbaar en verstaanbaar terug in de film- Ieder groepslid heeft minimaal 1 interview voor zijn of haar rekening genomen.

Om een eindcijfer voor het beroepsproduct te krijgen moet een ‘voldaan’ voor de film zijn behaald.

2.8.3 EssayHet essay wordt door de tutor en de docent schriftelijke communicatie beoordeeld met een cijfer.

Beoordelingscriteria essay: - juiste opbouw - aanwezigheid en correcte invulling van de in par. 2.4 genoemde onderdelen - argumentatie en verwoording van de eigen mening- algehele verzorging (lay-out)- doelgroepen doelgerichtheid

19


- leesbaarheid en stijl- formulering - spelling

Bij de beoordeling van het essay geldt: als er op een pagina drie of meer formuleer- en/of spelfouten zitten, wordt de opdracht niet verder nagekeken. Het is dan sowieso een onvoldoende.

2.8.4 Verslag gastcollegesHet verslag van de gastcolleges wordt door de tutor beoordeeld met voldaan/niet voldaan. Bij de beoordeling van dit reflectieverslag door de tutor wordt vooral gelet op de reflectie, en veel minder op de beschrijving van de gastcolleges.

Beoordelingscriteria verslag gastcolleges:- Het verslag is compleet:

Gaat in op de ideeën die je voorafgaand aan het blok had over de agendavorming van maatschappelijke problemen

Geeft van ieder gastcollege kort de inhoud weer Gaat in op welke inzichten de student heeft gekregen door ieder gastcollege over de

agendavorming van lokale maatschappelijke problemen Een terugblik op de gastcolleges Welke inzichten je door de gastcolleges in het algemeen hebt gekregen over de

agendavorming van lokale maatschappelijke problemen De verplichte onderdelen van het verslag (uitgewerkt in par. 2.4 van dit blokboek)

worden allemaal uitgewerkt- Het verslag is inhoudelijk correct- Het verslag is gestructureerd en eenduidig vormgegeven

Het verslag wordt beoordeeld met voldaan/niet voldaan. Om een eindcijfer voor het beroepsproduct te krijgen moet een voldoende voor het verslag zijn behaald.

Bij de beoordeling van het verslag geldt: als er op een pagina drie of meer formuleer- en/of spelfouten zitten, wordt de opdracht niet verder nagekeken. Het is dan sowieso ‘niet voldaan’.

2.9 Cijfer voor het beroepsproductHet cijfer voor het beroepsproduct komt als volgt tot stand:

Cijfer A cijfer inhoud prezi door tutor op basis van aangehoorde prezi én ingeleverde handout Cijfer B cijfer voor essay door tutor en docent schriftelijke communicatie

A + B 2

Voorwaarde voor het verkrijgen van een eindcijfer is dat zowel de film als het verslag van de gastcolleges met een ‘voldaan’ is beoordeeld.

Alle onderdelen dienen minimaal een 5,5 of hoger te zijn. Is dat niet het geval, dan moet het onderdeel herkanst worden. Het eindcijfer dient 5,5 of hoger te zijn, om de studiepunten voor het beroepsproduct toegekend te krijgen.

2.10 HerkansingWanneer (een onderdeel van) het beroepsproduct zoals hierboven beschreven wordt beoordeeld met een cijfer lager dan een 5,5 of een ‘niet voldaan’ krijg je eenmalig de gelegenheid tot herkansing

20


van het betreffende onderdeel of de onderdelen. Herkansing vindt plaats in overleg met de beoordelaar en zal plaats moeten vinden in week 9 of 10.

2.11 StudiebelastingVoor het beroepsproduct zijn in totaal 5 ECTS te behalen.

21


Hoofdstuk 3 Invulling van de integrale leerlijn: ondersteuning en begeleiding bij het beroepsproduct

3.1 Begeleiding bij het maken van het beroepsproductBij het maken van de onderdelen van het beroepsproduct word je ondersteund door een tutor, waar nodig door de docenten als inhoudsdeskundigen en door de trainers van dit blok.

TutorDe tutor zal je als groep tijdens het blok begeleiden bij het proces van maken van de vier onderdelen. Net als in P1 is je tutor je eigen klassenmentor. De indeling is dus als volgt:

Klas A Kim AnrarEmail: [email protected]

Klas B Wim DankersEmail: [email protected]

Klas C Judith Hanssen Email: [email protected]

Klas D Judith GroenEmail: [email protected]

TrainersHet onderdeel beroepsvaardigheden uit de vaardighedenleerlijn wordt verzorgd door twee ervaren trainers die zullen ingaan op de onderwerpen ‘teamrollen’ en ‘presenteren’. Zie voor namen en contactgegevens hoofdstuk 4.

VakdocentenDe docenten die de lessen voor de verschillende vakken uit de kennisleerlijn verzorgen, kunnen voor het maken van de onderdelen van het beroepsproduct als inhoudsdeskundigen worden geraadpleegd. Dit kan rondom de lessen die zij geven of indien nodig op afspraak via email. Zie voor namen en contactgegevens hoofdstuk 3.

3.2 Tussenstappen, startdocument en logboekOm het beroepsproduct tot een goed einde te brengen en een voldoende beoordeling te krijgen aan het einde van het blok is het belangrijk om als groep goed te bepalen wat er precies moet gebeuren, wie wat moet doen etc. Daarvoor maak je als groep een startdocument en krijg je ondersteuning van de tutor tijdens de tutoruren.

Ook is het goed om als groep te bepalen welke tussenstappen moeten worden gezet of te bepalen wat de ‘mijlpalen’ zijn dit blok.

Hieronder een overzichtje van deze tussenstappen/mijlpalen dat je hierbij als inspiratie kunt gebruiken. Er zijn wellicht nog meer tussenproducten/mijlpalen te bedenken!

To do in P2 Uiterlijk in Gereed? Lezen blokboek week 1 Taakverdeling week 1

22






Structuur prezi Inhoud prezi Prezi Interviewafspraken Interviewvragen Interviews Filmscript Opzet essay Essay Deelverslagen gastsprekers Eindverslag gastsprekers

Startdocument en logboekHet met een groep samenwerken aan een grote opdracht zoals voor dit beroepsproduct vereist een goede planning en communicatie. Om deze te vergemakkelijken maken we in P2 gebruik van een startdocument en een logboek. Deze documenten dienen voor de tutor als hulpmiddel voor de tutor om inzicht te krijgen in de voortgang van de groep. Voor de groep zelf is het dossier handig om de gemaakte afspraken vast te leggen en om te controleren of die afspraken zijn nagekomen.

Meer informatie over vorm en inhoud is te vinden op het BlackBoard P2.

3.3 Invulling tutorurenIedere week zijn per klas twee tutorbijeenkomst geroosterd. Hieronder een globaal schema van de inhoud van iedere bijeenkomst. Ook is aangegeven als er een voorbereidingsopdracht is doe voorafgaand aan de bijeenkomst gemaakt moet worden.

Week

Bijeenkomst Onderwerpen Huiswerkopdracht vooraf

1 1 Samenwerken

Verkenning beroepsproduct

Bespreken individuele opdracht bijeenkomst 2

2 Keuze van een gemeente voor het beroepsproduct.

Ieder groep heef t een andere gemeente.

Keuze voor de twee problemen / ontwikkelingen (let op: autonoom onderwerp en medebewindsonderwerp).

Individuele opdracht: Ontwikkelingen binnen een gemeente (iedere student onderzoekt een andere gemeente).

Individuele bijdrage inleveren bij tutor.

2 1 Opstellen startdocument2 Tutor bespreekt startdocumenten

Informatie zoeken/bronnenlijst maken

Voorbereiden bijeenkomst week 3

Inleveren startdocument.

Breng laptops mee naar bijeenkomst 2.

3 1 3 groepen presenteren gekozen gemeente + autonoom en medebewindsonderwerp.

Startdocument definitief maken.

23


Daarbij bereid iedere groep ook vragen en discussie voor.

Voorbereiden presentatie.

2 Overige tutorgroepen presenteren Voorbereiden presentatie.4 1 Training interviewen

2 Verder werken aan beroepsproduct.Vergaderen op inhoud.

5 1 Procesbespreking met tutor en feedbacksessie in groepen.

Overige groepen: aan de slag met beroepsproduct.

Feedbacksessie individueel voorbereiden en inleveren bij tutor.

2 Procesbespreking en feedbacksessie overgebleven groepen.

Aan de slag met beroepsproduct.6 1 Bereiken van voldoende diepgang:

hoe doe je dat?2 Mogelijkheid van oefenpresentatie Eventuele oefenpresentatie

voorbereiden.7 1 Reflecteren op de gastcolleges:

hoe doe je dat?2 Aan de slag met beroepsproduct.

Indien nodig procesbespreking met tutor.

3.4 Aanwezigheid bij tutorurenAanwezigheid bij de tutoruren is verplicht en wordt geregistreerd.

Daarnaast geldt aanwezigheidsplicht voor alle bijeenkomsten waarvoor als groep is afgesproken dat de groep bij elkaar komt. Het beroepsproduct wordt namelijk gemaakt door een groep. Het werken met een groep betekent dat sommige zaken met zijn allen worden gedaan terwijl daarnaast taken worden verdeeld resp. weer naar elkaar worden teruggekoppeld. Voor de continuïteit en het eindresultaat is het van groot belang dat ieder zich aan gemaakte afspraken houdt en aanwezig is op de afgesproken gezamenlijke bijeenkomsten.

Melden afwezigheidIn het geval dat een groepslid als gevolg van persoonlijke omstandigheden niet aan de aanwezigheidsplicht kan voldoen, moet dit vooraf met opgave van reden per e-mail bij de tutor worden gemeld. Zorg er ook voor dat groepsgenoten worden ingelicht. Indien melding vooraf redelijkerwijs onmogelijk was, wordt zo spoedig mogelijk erna gemeld. Overigens wordt onder persoonlijke omstandigheden verstaan omstandigheden zoals ziekte, begrafenisbezoek e.d. Een bijbaan kan nooit een reden zijn verplichte onderdelen te verzuimen!

24


Hoofdstuk 4 Invulling van de kennisleerlijn

4.1 InleidingOm het beroepsproduct succesvol te kunnen maken heb je kennis nodig. In dit blok wordt vanuit de volgende disciplines kennis aangeboden en zijn ook studiepunten te halen:

-politicologie 1,5 sp-economie 1,5 sp-recht 1,5 sp-digitale communicatie 1 sp-methoden en technieken van onderzoek 1 sp

Voor deze onderdelen worden lessen aangeboden en te bestuderen literatuur. Niet alles wat in de lessen wordt aangeboden zal een rechtstreekse link hebben met het beroepsproduct. Ook wordt ingegaan op zaken die je leren hoe het Nederlandse lokale bestuur reilt en zeilt. Er is dan een indirecte link met het beroepsproduct.

In dit hoofdstuk van het blokboek wordt voor ieder van de onderdelen een programmabeschrijving gegeven. Elke programmabeschrijving bevat de volgende onderdelen:

Inhoud Relatie met het beroepsproduct Leerdoelen Verplichte literatuur Lesplanning en huiswerkplanning per week Aanwezigheid Toetsing Herkansing Docenten en contactgegevens

25


4.2 Politicologie

InhoudWelkom bij het vak Politicologie! Bij politiek denk je vast aan verkiezingen en politieke debatten. Politiek is echter veel meer dan dat. Je moet je voorstellen dat elke samenleving behoefte heeft aan orde en regels. Zonder orde en regels kunnen mensen moeilijk met elkaar samenleven. Maar de vraag is dan vervolgens: wie mag de regels maken en handhaven? Wie bepaalt hoe de regels eruit zien en hoe de samenleving ingericht moet worden? Wie heeft de macht en wie controleert de macht? Dat is ook politiek. Volgens politicologen is politiek dan ook het (be)sturen van een samenleving. Je zult begrijpen dat er verschillende opvattingen bestaan over hoe een samenleving bestuurd moet worden. Een liberaal vindt bijvoorbeeld individuele vrijheid heel belangrijk, terwijl een socialist gelijkheid boven alles plaatst. Ook landen verschillen van opvatting over hoe de (ideale) samenleving eruit moet zien. Amerika gaat bijvoorbeeld anders om met politiek dan Nederland; denk maar aan het kiezen van een president in Amerika, terwijl wij in Nederland een monarchie kennen. Kortom, het vak Politicologie gaat over politiek in ruime zin.

Relatie met het beroepsproductVoor het beroepsproduct in dit blok ga je kijken naar maatschappelijke problemen binnen een gemeente. Je gaat kijken hoe deze problemen op de agenda zijn gekomen, door wie en welke lokale politieke opvattingen er over deze maatschappelijke problemen bestaan. Door het vak Politicologie krijg je inzicht in hoe de politiek werkt, welke politieke opvattingen er zijn en hoe het politieke systeem werkt. Met deze kennis en inzichten ben je in staat met een analytische blik te kijken naar het lokale bestuur en de lokale politiek. Je weet hoe agendavorming werkt en kan die kennis toepassen in het beroepsproduct.

LeerdoelenNa afloop van de colleges Politicologie:

Kan je de belangrijkste politicologische begrippen uitleggen; Ken je de verschillende opvattingen over democratie en kan je de kritieken op deze

opvattingen weergeven; Weet je wat een politieke partij is, kan je uitleggen welke functies een partij heeft en kan je

de veranderende rol van politieke partijen binnen de democratie uitleggen en verklaren; Kan je de belangrijkste politieke stromingen herkennen en beschrijven; Ken en herken je de verschillende vormen van politieke vertegenwoordiging en kan je de

voor- en nadelen van deze vormen uitleggen; Ken je de verschillende kiesstelsels en kan je de voor- en nadelen van elke stelsel uitleggen; Ken en begrijp je de principes van machtenscheiding binnen de staat en de rol- en

taakverdeling tussen de verschillende machten; Kan je de verschillen benoemen tussen een unitaire staat, een federatie en een confederatie; Kan je de begrippen en concepten van de bovenstaande leerdoelen herkennen en toepassen

in een casus.Verplichte literatuurPolitiek, een inleiding in de politieke wetenschappen van Kris Deschouwer en Marc Hooghe. Uitgeverij Boom Lemma, 3e druk, 2011.

Naast de aangegeven hoofdstukken worden mogelijk nog artikelen uitgedeeld in het college of op blackboard geplaatst. Deze behoren ook tot de tentamenstof.

Lesplanning per week

26


Elke week heb je een college van 2 lesuren. In de lessen wordt niet alle leerstof behandeld! Wel wordt tijdens elke les aangegeven wat de belangrijkste onderdelen van elk te leren hoofdstuk is.

GastcollegeIn week 2 is er een gastcollege voor alle klassen gezamenlijk. De gastspreker is Jorrit Jongbloed. Hij is raadsadviseur in Amsterdam West. In zijn gastcollege gaat hij op hoe de lokale politiek werkt en hoe burgers en/of organisaties onderwerpen op de politieke agenda proberen te plaatsen.

Week Onderwerp(en) Hoofdstuk(ken) boek1 Wat is politiek? 1+22 Gastcollege over lokale politiek &

agendavormingLeesopdracht volgt op blackboard

3 Politieke stromingen 34 Democratie & politieke partijen 4+65 Kiesstelsels & politieke vertegenwoordiging 4+76 Trias Politica: machten binnen de staat 87 Staatsvorming & internationalisering 11+12+13

FacebookpaginaHet vak kent een eigen facebookpagina waarop interessant nieuws, feiten en opinies over de politiek worden geplaatst. Dit dient als extra ondersteuning voor het vak. Het is niet verplicht om lid te worden van de pagina, maar wordt wel aanbevolen. Informatie die op deze pagina wordt gezet behoort niet tot de tentamenstof.

AanwezigheidAanwezigheid bij de colleges is niet verplicht, maar wordt wel ten zeerste aanbevolen.Om toegang te krijgen tot de colleges moet het huiswerk zijn gemaakt.

ToetsingJouw kennis en inzicht van het vak Politicologie wordt in week 9 van het tweede blok getoetst en omvat een individueel schriftelijk tentamen over de leerstof. De vragen zijn een mengeling van kennis over en inzicht en toepassing van de stof.

HerkansingHertentamens vinden plaats in week 10 van blok 3.

StudiebelastingVoor dit onderdeel zijn 1,5 ECTS te behalen. Deze worden toegekend bij een minimale beoordeling van het tentamen van 5,5.

Docenten en contactgegevensDe lessen worden verzorgd door:Maarten Dijk [email protected]

27



4.3 Economie

InhoudVeel maatschappelijke problemen zijn voor de overheid aanleiding om ze op de politieke agenda te zetten. Een aantal maatschappelijke problemen zijn ook sterk economisch van aard. Denk bijvoorbeeld aan het niet hebben van werk, de stijgende kosten die de vergrijzing, het steeds grotere beroep op de gezondheidszorg etc. Op stedelijk niveau spelen zaken zoals criminaliteit, overlast en integratieproblemen, die voor een deel ook een economische oorzaak hebben. Een gezonde economische ontwikkeling schept kansen voor burgers en helpt tal van deze problemen te voorkomen.Om al deze problemen te kunnen aanpakken (agenderen) zijn voldoende financiele middelen nodig. In de nabije toekomst zullen gezien de forse bezuinigingen op de overheidsfinancien keuzes gemaakt moeten worden.

In dit p2-thema wordt na een korte introductie over een aantal macro-economische begrippen allereerst een antwoord gegeven op de vraag hoe de overheidsector economisch in elkaar zit. Daarna wordt er aandacht besteed aan hoe inkomsten en uitgaven van rijk en lagere overheden zijn samengesteld en de manier waarop economisch beleid wordt gevoerd.Verderop in het programma wordt meer specifiek op de economische structuur en de concurrentiepositie van Nederland ingezoomd. Belangrijk voor een versterking van de nationale economische structuur zijn sterke economische regio’s en krachtige steden. Bepaalde regio’s en grote steden zijn vaak de motoren van de economische groei. Welke mogelijkheden heeft het Rijk en hebben gemeenten om een activerend economisch beleid te voeren; beleid dat zorgt voor een goed vestigingsklimaat en economisch krachtige steden. Ook is er enige aandacht voor city-marketing.

Relatie met het beroepsproductIn het beroepsproduct gaat het om de vraag hoe in een gemeente zaken op de agenda zijn gekomen. In het algemeen kan dat op verschillende manieren gebeuren. Bij voorbeeld door burgers, actiegroepen en politieke partijen binnen een gemeente of door een onderwerp dat onder druk van het rijk of de Eu op de agenda komt. vele van die maatschappelijke problemen zijn economisch van aard of hebben een belangrijke economische component.

LeerdoelenDe student heeft na afloop van de cursus:

- kennis van de begrippen: toegevoegde waarde, productie, inkomen en bestedingen- kennis en inzicht in de factoren die de economische groei op lange en korte termijn - bepalen- kennis en inzicht in de diverse conjunctuurbewegingen in de economie- kennis van de overheidsorganen, uitgaven, inkomsten en de rol van de overheid binnen de

economie- kennis en inzicht in de taakverdeling tussen bestuurslagen en de financiele verhouding

tussen Rijk en Lagere overheden- kennis en inzicht van het door het Rijk gevoerde macro-economische beleid- kennis en inzicht in de factoren die de economische groei op lange termijn bepalen- kan een relatie leggen tussen ontwikkelingsniveau van een land en economische groei- inzicht in de economische structuur van de Nederlandse economie- kan aangeven welke factoren vooral van belang zijn voor de versterking van de

concurrentiepositie van de Nederlandse economie en kunnen aangeven hoe de overheid die factoren kan versterken

- kennis van de theorie van Porter (de diamant van Porter)- kennis en inzicht in factoren die van belang zijn voor de versterking van de lokale

economische structuur (o.a. de theorie van Florida)

28


- kennis en inzicht in het gevoerde lokaal/regionaal economisch beleid - kennis en inzicht in het belang van city-marketing

Verplichte literatuurD. de Jong/C. de Lange: Algemeen economische basisprincipes 2011Reader: vanaf week 2 diverse hoofdstukken en artikelen op blackboard.Eventueel:extra artikelen en oefenmateriaal uit te reiken tijdens de colleges.


Week Onderwerp Literatuur huiswerk1 Productie en bestedingen H6: boek Algemene

economische basisprincipes J. de Jong/C. de Lange

Opgaven bij dit hoofdstuk

2 Groei en conjunctuurDe collectieve sector

H8: boek Algemene economische basisprincipes en Reader ‘De Collectieve sector’ zie blackboard

Opgaven bij deze hoofdstukken

3 Decentrale overheden Zie reader ‘Decentrale overheden’ blackboard

Vragen en opgaven bij dit hoofdstuk

4 Macro-economische politiek Zie reader ‘Macro-economische politiek’ blackboard

Vragen en opgaven bij dit hoofdstuk

5 Economische groei op lange termijn en De structuur van de Nederlandse economie

Zie reader ‘Economische groei op lange termijn’ en ‘De structuur van de Nederlandse economie’ op blackboard

Vragen en opgaven bij deze hoofdstukken

6 Concurrentiekracht op lokaal niveau

Zie reader blackboard: ‘De diamant van Porter’, ‘Het belang van de creatieve klasse’, de economische kracht van de stad en ‘Monitor tevredenheid Vestigingsklimaat’

Vragen en opgaven bij deze artikelen

7 Lokaal economisch beleid Zie reader: Me judice Brainport Eindhoven en artikel city-marketing, hoofdlijnen programma vestigingsklimaat gemeente Tilburg.Gastcollege wethouder economische zaken Tilburg

AanwezigheidAanwezigheid bij de lessen wordt sterk aanbevolen.In week 7 is er een gastcollege van de wethouder van economische zaken van Tilburg. Aanwezigheid daarbij is verplicht.

ToetsingIn week 9 wordt kennis en inzicht getoetst middels een tentamen van de in de colleges aangeboden stof en de doorgenomen literatuur. Het tentamen zal bestaan uit meerkeuzevragen en open vragen

HerkansingHet herkansingstentamen is in week 10 van blok 3

29


StudiebelastingDe studiebelasting bedraagt 1,5 studiepunten = 42 uren.Deze studiepunten worden toegekend bij een minimale beoordeling van het tentamen van 5,5 en de aanwezigheid bij het gastcollege.

Docenten en contactgegevensDe lessen worden verzorgd door:

Wim Dankers [email protected] Cees Hornman [email protected]

30




4.4 Recht

InhoudIn het tweede blok van de propedeuse Bestuurskunde staat agendering van lokale problemen centraal. Omdat het gaat om lokale problemen gaat het om bestuur en beleid op lokaal, gemeentelijk niveau. De invalshoek recht behandelt de juridische inrichting van de gemeente en de taken en bevoegdheden die het lokale bestuur heeft. Waar in blok 1 het onderwerp was hoe Nederland als staat in juridische zin is georganiseerd, wordt dit blok ingezoomd op de gemeente: hoe is een gemeente, juridisch gezien, georganiseerd?

Relatie met het beroepsproductHet beroepsproduct P2 gaat over agendering van lokale problemen op de politieke agenda. Daarvoor is het van belang te weten hoe een gemeente georganiseerd is: wat is het politieke bestuursorgaan binnen de gemeente, welke bestuursorganen zijn er nog meer, welke rol speelt het ambtelijk apparaat? Maar ook: wie heeft eigenlijk de bevoegdheden om het lokale probleem aan te pakken? In de lessen wordt uitgebreid stilgestaan bij de juridische organisatie van de gemeente en de taken en bevoegdheden van de verschillende bestuursorganen.

Verplichte literatuur-F.H. Eijkelhof (e.a.), Praktisch Gemeenterecht, hoofdstuk 1 t/m 8-Kluwer Wettenbundels, 2013-2014-Overig tijdens de lessen gebruikt materiaal


Week Onderwerp Literatuur1 De gemeente in Nederland Praktisch Gemeenterecht:

hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 2 De gemeentewet

Bestuurlijk toezichtPraktisch Gemeenterecht:hoofdstuk 3

3 De gemeenteraad Praktisch gemeenterecht:hoofdstuk 4

4 Het College van B&W Praktisch gemeenterecht: hoofdstuk 5

5 De Burgemeester Praktisch gemeenterecht:hoofdstuk 6

6 Binnengemeentelijke organen, Praktisch gemeenterecht:

31


gemeentesecretaris, griffier en ambtelijke organisatie

hoofdstuk 7 en hoofdstuk 8

7 Uitloop en oefententamen

Vanaf week 2 wordt er gewerkt met huiswerkopdrachten (maken voorafgaande aan het college). Deze worden gepubliceerd op BB.

Leerdoelen- De student kan bepalen of sprake is van autonoom of medebewindsbeleid- De student kan de samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de verschillende

organen bij de gemeente uitleggen aan de hand van een casus- De student kan de verhouding tussen de verschillende organen bij de gemeente in uitleggen

aan de hand van een casus- De student kent de wettelijke bepalingen omtrent de benoeming, de rechtspositie en de taak

van de gemeentesecretaris en van de griffier

AanwezigheidAanwezigheid bij de lessen wordt sterk aanbevolen.

ToetsingIn week 9 wordt kennis en inzicht getoetst van de in de colleges aangeboden stof en de verplichte literatuur.

HerkansingHet herkansingstentamen is in week 10 van blok 3.

StudiebelastingVoor dit onderdeel zijn 1,5 ECTS te behalen. Deze worden toegekend bij een minimale beoordeling van het tentamen van 5,5.


Kim Anrar [email protected] Daphne Malschaert [email protected]

32




4.5 Digitale communicatie

InhoudIn de module Digitale communicatie komen drie onderwerpen aan bod, die samenhangen met het beroepsproduct, maar ook verder kijken dan dit beroepsproduct: ze zijn in te zetten bij alle beleid dat gemaakt wordt. Het is vooral een hulpmiddel om zaken te bereiken en om onderwerpen op de agenda te krijgen, te houden of om interactief beleid te kunnen maken. De nadruk ligt op de mogelijkheden om digitale communicatie te gebruiken bij beleidsvorming en –uitvoering.

Relatie met het beroepsproductDeze module komen drie onderwerpen aan bod: de overheid en digitale communicatie, digitale communicatie en agendavorming en digitale communicatie en interactief beleid. Daarmee is ook de relatie met het beroepsproduct gegeven.

LeerdoelenDe student weet na de lessen hoe vormen van digitale communicatie effectief in te zetten zijn voor het op de agenda krijgen van beleidsonderwerpen, voor interactieve beleidsvoering en voor het uitvoeren van beleid. Ook kan hij daarover adviseren.

Verplichte literatuur Aalbrecht, H, E. Tiggeler en P. Wagenaar (2012), Check je sociale media, Succesvol zakelijk

communiceren via sociale netwerken, Den Haag: SDU uitgevers, isbn: 9789012583619

Lesplanning per weekWeek 3: de overheid en digitale communicatie.Week 4: digitaal communiceren gebruiken voor agendavorming.Week 7: digitaal communiceren bij het uitwerken en implementeren van beleid.

AanwezigheidDe gekozen werkvorm is: lessen/werkgroepbijeenkomsten.De lessen zijn voor een deel interactief van opzet; actieve deelname is daarbij een must. Daarom is er een aanwezigheidsplicht. Bij een keer afwezigheid volgt een vervangende opdracht, bij meer afwezigheid wordt verwezen naar de herkansing.

ToetsingHet individueel maken van een paper bij een drietal casussen die na les 3 op BB worden gepubliceerd.

HerkansingIndividueel paper op basis van casussen, inleveren vrijdag lesweek 3 blok 3, voor 12.00 uur


Frans Coppelmans [email protected]

33



4.6 Methoden en technieken van onderzoek

InhoudDoor middel van onderzoek proberen we dagelijks een antwoord te krijgen op vele vragen. Onderzoek is dan ook geen bezigheid die alleen aan wetenschappers is voorbehouden. Meer en meer maken organisatieleden (managers, beleidsmedewerkers, adviseurs etc.) gebruik van verschillende vormen van onderzoek.

Met name voor het maken van beleid hebben we behoefte aan eenduidige en betrouwbare gegevens en informatie. Immers het uitvoeren van plannen (vaak het veranderen van een bestaande situatie in een gewenste nieuwe situatie) vraagt investeringen in geld en tijd, waarbij de leiding van een organisatie vooraf enerzijds zicht wil hebben op het slagen van de activiteit en het realiseren van de doelstelling.

Maar ook bij het oplossen van problemen van individuele medewerkers of bij het adviseren van (lijn-)management zal beperkt of uitgebreid (voor-)onderzoek nodig zijn om een adequate oplossing voor problemen of goede advisering mogelijk te maken!

Zowel tijdens de studie Bestuurskunde als in de praktijk zullen jullie als beleidsmedewerkers in aanraking komen met opgaven, problemen en/of vragen die je op een effectieve en efficiënte manier kunt oplossen/beantwoorden. Tijdens de lessen MTO wordt een methodiek aangedragen die je daarbij behulpzaam is.

Relatie met het beroepsproductIn dit lesblok is er geen relatie met het beroepsproduct.

LeerdoelenStudenten zijn na afloop van deze module in staat om:

1. onderzoeksverslagen kritisch te lezen en te beoordelen; dit betekent dat er kritische vragen gesteld kunnen worden over de doelstelling, probleemstelling, onderzoeksmethode, betrouwbaarheid, reikwijdte van de conclusies, …;

2. een onderzoeksopzet te maken voor kwalitatief onderzoek;3. een eenvoudig onderzoek op te zetten (d.w.z. doelstelling, probleemstelling, centrale vraag,

deelvragen en onderzoeksontwerp en -verantwoording)

Verplichte literatuurFischer, T., & Julsing, M. (2007). Onderzoek doen!: Kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Groningen Wolters-Noordhoff, ISBN: 9789001702526.

Lesplanning en huiswerkplanning per week

Week Onderwerp Huiswerk1 (2 uur) Inleiding, inhoud en onderzoekscasus

Onderzoek doen en afbakenen van het onderzoekIndeling in groepen voor MTO

Bestudeer Hst 1 en 2

2 (2 uur) Werkcollege: aan de slag, maak bijlage 1 en 2 (de aangepaste versie die op BB staat!!) voor de casus, breng boek mee!, einde werkcollege inleveren:Checklist aanleiding onderzoek en checklist inperken onderzoek voor de casus.(BB-versie!)

Bestudeer Hst 1 en 2Breng mee bijl 1 en 2

3 (3 uur) (1 uur)

Bespreking: ingeleverde stuk week 2 Workshop Informatievaardigheden, per groep 1 laptop/device

Wo of DoHst 4

34


meebrengen4 (2 uur)

(1 uur)

Les: Onderzoeksopzet en methoden voor informatieverzameling: deskresearch en kwalitatief onderzoekWorkshop Informatievaardigheden, per groep 1 laptop/device meebrengen

Hst 3, 4, 5.1 en 9

Hst 45 (2 uur) Werkcollege: aan de slag, maak bijlage 3 ( de aangepaste versie

die op BB staat!!) verder af voor de casus, breng boek mee!, toegang alleen indien ieder groepslid afzonderlijk het vooronderzoek heeft gedaan (overzicht met bronnen en samenvatting per bron van de inhoud).Einde werkcollege inleveren voor de casus:Chequelist 3 Onderzoeksopzet voor de casus(BB-versie!)

Voorafgaand aan de les (individueel) hard copy van het vooronderzoek(onderdeel van de beoordeling, zie hieronder Beoordeling)

6 (3 uur) Bespreking: ingeleverde stuk week 5

7 (1 uur) Spreekuur voor gerichte vragen, geen stukken aanleveren of teksten ter lezing mee brengenInleveren voor de casus: Checklists: onderzoeksopzet, onderzoeksbriefing en keuze informatie verzamelingsmethode (bijlage 3, 4 en 5 (BB-versie!))

Donderdag 12.00 uur postvak docent

AanwezigheidAanwezigheid bij de lessen wordt sterk aanbevolenBij de werkcolleges en de (groeps)besprekingen met docent is aanwezigheid verplicht.Bij de workshop Informatievaardigheden in lesweek 3 en 4 is aanwezigheid verplicht, bij afwezigheid aanvullende opdracht.

ToetsingIn week 7 wordt de onderzoeksopzet voor de uitgereikte casus ingeleverd.

Beoordeling:Eindcijfer MTO = beoordeling van ingeleverd werkstuk (zie week 7 lesplanning hierboven)Het eindcijfer kan per student verschillen (-1 punt) afhankelijk van het individueel ingeleverde vooronderzoek in lesweek 5.

HerkansingBij een eindcijfer lager dan een 5,5 krijg je eenmalig de gelegenheid tot herkansing in week 10. Voor de herkansing krijg je een nieuwe casus aangereikt door de docent.


Jan Oomes [email protected] Verhoeven [email protected]

35




Hoofdstuk 5 Invulling van de vaardighedenleerlijn

5.1 InleidingVoor het succesvol kunnen maken van het beroepsproduct zijn naast kennis ook vaardigheden nodig. Dit blok worden trainingen aangeboden in en kunnen studiepunten worden gehaald voor de volgende onderdelen:

- Beroepsvaardigheden: Teamrollen en presenteren 0,5 sp- Schriftelijke communicatie 1 sp- Engels 1 sp

In dit hoofdstuk wordt voor alle drie de onderdelen een programmabeschrijving gegeven. De programmabeschrijving bevat in de volgende onderdelen:

Inhoud Relatie met het beroepsproduct Leerdoelen Verplichte literatuur Lesplanning per week Aanwezigheid Toetsing Herkansing Docenten en contactgegevens

36


5.2 Beroepsvaardigheden: Teamrollen en presenteren

InhoudVaardigheden en gedrag worden in de beroepspraktijk steeds belangrijker. Het gaat niet meer uitsluitend om technische kennis van zaken, maar meer en meer om de wijze waarop mensen functioneren in teamverband. Iemand die beschikt over de juiste vaardigheden zal zich op positieve wijze onderscheiden en zo betere kansen creëren, voor zichzelf én de organisatie waarin hij werkzaam is. In de Vaardighedenlijn werk je aan de ontwikkeling van een professionele beroepshouding.

Relatie met P1 en P3In het eerste blok gingen we aan de slag met je eigen gedrag en andermans gedrag in willekeurige (sociale) situaties. Je leerde o.a. de kneepjes van samenwerken en hoe je het beste feedback kunt geven. Doelmatig presenteren is een belangrijke vaardigheid waar je tijdens en na de opleiding veel gebruik van gaat maken. We besteden in P2 daarom ruim aandacht aan presenteren en je presentatievaardigheden. Het benutten van elkaars kwaliteiten in teamwerk is van essentieel belang voor een goede samenwerking. Op basis van Belbin teamrollen wordt je in staat gesteld een team samen te stellen dat d.m.v. diversiteit sterk is. Ook daarmee gaan we in P2 aan de slag.Een belangrijk onderdeel is het leren reflecteren en doelen bepalen o.b.v. thema’s als assertiviteit en jouw rol in het samenwerken met anderen. Dat komt aan bod in P3. In het laatste blok besteden we aandacht aan Debatteren.

Relatie met het beroepsproduct en andere vakkenDe P2 BV-trainingen hebben een duidelijke relatie met het maken van de beroepsproducten en eventueel andere groepsopdrachten. Tijdens of na afloop van een bepaalde opdracht zul je in staat moeten zijn de uitkomsten van je opdracht te presenteren aan medestudenten en docenten. Ook is er een duidelijke relatie met de Individuele leerlijn waarin je inzichten in jouw presentatievaardigheden kunt koppelen aan je individuele ontwikkeling.

LeerdoelenNa de cursus teamrollen en presenteren:

Kent je de verschillende teamrollen van Belbin en heb je inzicht in je eigen teamrollen-profiel van Belbin

Ken je de theoretische aspecten rondom presenteren; Ken je verschillende presentatievormen; Weet je hoe een presentatie dient voor te bereiden; Kun je structuur bieden aan je presentatie (opening, kern, slot); Kun je in een presentatie de doelgroep op de juiste wijze aanspreken, bereiken; Ken je alle hulpmiddelen en weet je ze adequaat in te zetten; Kun je een helder doel bepalen in een presentatie en weet je dat te behalen; Kun je je presentatie visueel ondersteunen met PowerPoint en/of Prezi; Ben je bewust van je non-verbale houding, stemgebruik en uitstraling (tijdens een

presentatie voor een grotere groep); Heb je geoefend met houding en stemgebruik.

Verplichte literatuurSeverijnen, O., Bakker, M., Pas, N. (2013) Basisboek Communiceren, Amersfoort: ThiemeMeulenhoff > H 10, 11 & 12

Werkwijze BV-trainingen blok P2

37


Vanaf week 1, 2 of 3 volg je de BV-trainingen in één helft van je klas. Dit betekent dat de training bij iedereen op het rooster staat met de toevoeging a) en b). Voordat de eerste training in de halve klas begint, krijg je te horen in welke lesweken jij training hebt, volgens het rooster in groep a) of b) (zie Blackboard). Tijdens de BV-trainingen gaan we Presenteren veel oefenen. We maken daarbij gebruik van video om je presentatietechnieken te analyseren.

Opzet en rooster 3 x 3 uur per halve klas; Op Blackboard wordt eind week 1 een Presentatieschema gecommuniceerd wanneer je aan

de beurt bent om te presenteren.

Lesplanning – Voorbereiding - Vaardigheidsdossier Op Blackboard in het mapje Beroepsvaardigheden tref je een gedetailleerde lesplanning aan. Tevens vind je daar alle opdrachten welke je in het vaardigheidsdossier zult inleveren. Aan het einde van elke BV-training zal mondeling de Voorbereidingsopdracht voor de volgende BV-training toegelicht worden.

Week

Les / Activiteit Onderwerpen

2 – 3 BV-training 1 Belbin en inleiding presentatietechnieken4 – 5 BV-training 2 Groeps- en individuele presentatietechnieken6 – 7 BV-training 3 Groeps- en individuele presentatietechnieken

Er kan van de weeknummers worden afgeweken. Zie je def. rooster voor je lesplanning!

AanwezigheidVoor de BV-trainingen geldt een 100% aanwezigheid- en participatieplicht. Wanneer je onverhoopt een training wegens omstandigheden niet kunt volgen, dien je je voorafgaand aan de training in persoon of via e-mail af te melden bij de trainer. Vervolgens beoordeelt de trainer of je de gemiste training in een andere groep / klas in kunt halen.

ToetsingJe wordt beoordeeld op actieve participatie in de BV-training, je voorbereiding voorafgaand aan de BV-training (Voorbereidingsopdrachten) en het assessment (gecombineerd met de Beroepsproduct groepspresentaties). Je sluit de cursus Beroepsvaardigheden P2 (onderdeel teamrollen en presenteren) Voldaan (VLD) dan wel Niet Voldaan (NVD) af.

Beoordelingscriteria: 100% aanwezigheid Actieve participatie in de BV-trainingen Voldoende voorbereiding voorafgaand aan elke BV-training Het behalen van het assessment (zie BlackBoard: Vaardighedenlijn)

Herkansing


Merel Luichies [email protected] Serge Verwiel [email protected]

38




39


5.3 Schriftelijke communicatie

Inhoud Relatie met het beroepsproduct Leerdoelen Verplichte literatuur Lesplanning per week Aanwezigheid Toetsing Herkansing

Inhoud

Nederlandse managers vinden het nog steeds erg belangrijk dat de sollicitant geen spelfouten maakt in zijn of haar cv. Ook communicatievaardigheden staan hoog in het vaandel. Dit blijkt uit het onderzoek Workplace Survey 2010 in opdracht van uitzend- en detacheringbureau Accountemp. Aan het onderzoek deden meer dan 3.000 managers mee. 59 procent wijst een kandidaat af als de kandidaat drie tot vijf spelfouten heeft gemaakt. 14 procent vindt zelfs één type- of spelfout al te veel. Naast vaktechnische kennis moeten starters op de arbeidsmarkt in Nederland beschikken over communicatievaardigheden. 35 procent van de bedrijven zegt dat dit het belangrijkst is. Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse managers veel strenger zijn dan managers in andere Europese landenBron: http://www.hrpraktijk.nl/nieuws/nieuws/nederlandse-managers-dulden-geen-spelfouten.580532.lynkx, geraadpleegd op 12 september 2013

Waarom moet je over deze vaardigheden beschikken?Formuleer- en spelfouten leiden de lezer af van de inhoud van een tekst. Daarom je correct moet formuleren en spellen. Veel mensen ergeren zich aan de slordigheid waarmee geschreven wordt. In een sms’je of What’s App-bericht is dat misschien niet zo erg, maar in zakelijke teksten (dus ook in formele e-mails!) stoort het mensen.Als een lezer afgeleid wordt door formuleer- en/of spelfouten, dringt de inhoud van een tekst dus niet of minder goed door. En uiteindelijk wil je toch dat je tekst effectief is, dat je je doel bereikt. Daarvoor moet je op z’n minst correct formuleren en spellen, al is dat niet genoeg!Er is ook een formele reden voor het aanleren van deze vaardigheden: schriftelijke communicatie is een hbo-kernkwalificatie en hoort dus ook in een hbo-opleiding thuis.

In bijna alle beroepen die je kunt uitoefenen na een opleiding van de Academie voor Veiligheid en Bestuur heb je schriftelijke communicatie nodig. Je schrijft e-mails, brieven, artikelen, rapporten en soms moet je met een korte tekst je baas of collega kunnen overtuigen.

Deze vaardigheidstraining bestaat voor een deel uit theorie over schriftelijke communicatie, maar we gaan ook veel oefenen met vaardigheden, deels via internet. Je moet dan denken aan zaken als:- e-mail etiquette;- herhaling van de belangrijkste spellingsregels;- formuleren;- doelgericht schrijven;- overtuigend schrijven;- doelgroepgericht schrijven;- zakelijke brieven schrijven;

40


- wervende teksten schrijven;- goede rapporten leren opstellen en schrijven.

Relatie met het beroepsproductDe opleiding heeft ervoor gekozen om deze invalshoek vroeg in de opleiding aan te bieden, zodat je zo snel mogelijk op het gewenste hbo-niveau zit als het gaat om formuleren en spellen. Onderdeel van het beroepsproduct is een essay. Daarin moet je de vaardigheden die je bij dit onderdeel leert toepassen.

Verplichte literatuur Severijnen, O., Bakker, M. & Pas, N. (20133), Basisboek communiceren, Amersfoort: Thieme

Meulenhoff.

Lesplanning

Les Onderwerp Huiswerk/Bijbehorend hoofdstuk

Oefeningen deels via www.basisboekcommuniceren.nl

1Schrijven: de basis

E-mail etiquette

Belangrijkste spellingsregels

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6.2

Hoofdstuk 26

Tips maken voor verantwoord gebruik van e-mailOefening verbeteren e-mails

Oefening zinnen studenten

2FormulerenDoelgericht schrijvenDoelgroepgericht schrijvenOvertuigend schrijven

Hoofdstuk 5.1, 5.2Hoofdstuk 27

Vaste structuren gebruiken

Correct formuleren

3 Zakelijke brieven schrijvenWervende teksten schrijven

Hoofdstuk 7Hoofdstuk 9

Een doelgerichte tekst schrijven (1)

Een uitnodigingsbrief schrijven

4 Rapporteren Hoofdstuk 8Een inleiding voor een onderzoeksverslag schrijvenParafraseren en citeren (1)Parafraseren en citeren (2)Je bronnen beschrijven [plus inleiding]

Toetsing en beoordelingDe beoordeling vindt plaats aan de hand van een individueel te schrijven brief én een individueel te schrijven inleiding van een rapport die je moet inleveren uiterlijk op de vrijdag van week 7 (vrijdag 20 december 2013). De keuze voor de soort brief staat vrij, als het maar een zakelijke brief is die of behandeld is in de les, of behandeld wordt in hoofdstuk zeven. De inleiding van een rapport moet een inleiding voor een onderzoeksverslag (onderwerp naar keuze) zijn.De brief mag maximaal twee A4 groot zijn; de inleiding maximaal een A4.

De brief/inleiding wordt beoordeeld op:- opbouw - aanwezigheid en correcte invulling van de verschillende onderdelen

41

http://www.basisboekcommuniceren.nl/


- algehele verzorging (lay-out)- doelgroepen doelgerichtheid- formulering - spelling(indien van toepassing: verwoording van je eigen mening).

Algemene norm voor formuleer- en spelfouten: als er op een pagina uit een brief/verslag/werkstuk/rapport drie of meer formuleer- en/of spelfouten zitten, wordt de opdracht niet verder nagekeken. Het is dan sowieso een onvoldoende.

Herkansing: een eventuele herkansing moet ingeleverd worden in week 3 van periode 3: vrijdag 14 februari 2014 is de uiterste inleverdatum.


Frans Coppelmans [email protected]

42



5.4 Engels: English in semi-professional context, starter workshop

InhoudEngelse taalvaardigheid is van groot belang voor beleidsmakers en beleidsadviseurs. Velen onder jullie zullen uiteindelijk gaan werken in banen waarin van je verwacht wordt dat je in het Engels kunt communiceren met internationale collega’s of klanten. Bovendien zul je op de hoogte willen blijven van de ontwikkelingen in jouw vakgebied door middel van het lezen van internationale vakliteratuur

Een taal leren kost tijd. Het lukt bij geen enkele taal om die te leren zonder je eraan bloot te stellen, zonder ermee te oefenen en zonder er maar gewoon mee aan de gang te gaan. In deze eerste cursus van het curriculum voor het vak Engels wordt er van je verlangd om ‘vlieguren’ te maken met de Engelse taal binnen de BSK beroepscontext. De nadruk in deze cursus ligt op het verwerven van bestuurskundig vocabulaire door het lezen van beroepsgerelateerde Engelstalige (vak-)literatuur. Daarnaast geef je in deze cursus in groepsverband (je tutorgroep) twee Engelstalige presentaties over beroepsgerelateerde thema’s op basis van Engelstalige (vak-)artikelen.

Relatie met het beroepsproduct en andere vakkenDe cursus ‘English in semi-professional context’ sluit zowel qua inhoud als uitvoering aan bij de overige onderdelen van het blok. Voor de presentaties ga je op zoek naar artikelen die vakgerelateerd zijn. Daarnaast kun je de presentatietechnieken uit de trainingen direct toepassen bij je Engelstalige presentatie.

LeerdoelenJe maakt tijdens de P2-cursus een begin met de stap naar B1+ (binnen een beginnende beroepscontext) voor wat betreft de vaardigheden Lezen en Spreken (zie tabel hieronder). Het verwachte instapniveau op de academie AVB van Avans Hogeschool voor het vak Engels is ERK-niveau B1 (Europees ReferentieKader voor taalvaardigheidsniveaus), met name voor de vaardigheden Spreken en Schrijven.

Vaardigheid B1 descriptoren B1+ descriptorenLezen I can understand the main points in

straightforward factual texts on subjects of personal or professional interest well enough to talk about them afterwards.

I can find and understand theinformation I need in brochures,leaflets and other short texts relating to my interests.

I can understand the main points in short newspaper and magazinearticles about current and familiar

I can understand the main points instraightforward texts on subjects of personal or professional interest.

I can look quickly through simple, factual texts in magazines, brochures or on a website, and identify information that might be of practical use to me

I can identify the main conclusions intexts which clearly argue a point ofview.

43


topics.

Spreken I can relate the main content of short texts I have read.

I can briefly explain and justify my opinions.

I can give a short prepared presentation on a very familiar area (e.g. “My country”) and answer clear questions.

I can find out and pass on uncomplicated factual information.

I can summarise non-routine information on familiar subjects from various sources and present it to others.

I can develop an argument well enough to be followed without difficulty most of the time.

I can give a prepared presentation and answer clear questions

I can summarise and give my opinion about a short story, article, talk, discussion interview, or documentary and answer further questionsof detail

I can explain why something is a problem.Bron: Eaquals/Alte CEF scales descriptors (2008)Bron: British Council – EAQUALS Core Inventory for General English (2011)

Een andere doelstelling van deze cursus is om vertrouwd te raken met het zoeken naar en lezen van Engelstalige beroepsrelevante informatie in digitaal beschikbare (vak)tijdschriften, in tegenstelling tot informatie die vrijelijk te vinden is op internet.

LiteratuurEr is geen verplichte literatuur. Er wordt gebruik gemaakt van beroepsgerelateerde teksten die door studenten zijn gevonden. Wel wordt aanbevolen gebruik te maken van de Van Dale Engels-Nederlands & Nederlands-Engels, van een Engels-Engels woordenboek en een Engelse Thesaurus (=synoniemen woordenboek). Deze woordenboeken vind je in Xplora en de Van Dale staat op de site van Xplora.

Lesplanning & Opdracht14-Stappenplan:

1. Je bepaalt het onderwerp/thema van de presentatie, dit thema dient beroepsgerelateerd te zijn (groep);

2. Zoek drie artikelen in beroepsgerelateerde Engelstalige (vak-)tijdschriften (groep). Je zoekt er eerst natuurlijk méér dan drie en maakt vervolgens een selectie. Zie Blackboard voor criteria waar artikelen aan moeten voldoen;

3. Bereid een outline van jullie mogelijke presentatie voor. De kern van de presentatie moet bestaan uit evenveel delen als er groepsgenoten zijn, dus meestal 4 (groep);

4. Neem de artikelen en presentatie-outline mee naar de bespreking met de docent (groep);5. Lees één van de door jullie gekozen beroepsgerelateerde artikelen (individueel). Spreek

binnen je groep zodanig af dat alle artikelen minstens één keer gekozen zijn;6. Maak van dat artikel een Word Map (presentatie1) of Idioms list (presentatie 2). Format

staat op Blackboard (individueel);7. Schrijf een samenvatting van het artikel. Nederlandstalig voor presentatie 1, Engelstalig voor

presentatie 2 (individueel);8. Lees de overige artikelen van je groep (individueel);9. Maak een PPT presentatie of Prezi op basis van info uit de artikelen in het Engels en conform

de outline van je presentatie (4 delen!). Twee of drie slides per artikel/invalshoek (groep);10. Completeer de groeps-PPT met intro slide en afsluitende slide (groep);11. Oefen de gehele presentatie, maak en deel een opname van de proefpresentatie (week 6)

en geef elkaar feedback. Let op: in week 7 moet iedereen elk willekeurig deel kunnen presenteren! (groep);

44


12. Schrijf een reflectie op basis van de proefpresentatie volgens de PDCA cyclus (week 6). Format staat op Blackboard (individueel);

13. Week 4 en week 7: presentation before a ‘live’ audience (groep);14. Verzamel al het individuele en groepswerk en bundel dit in een portfolio volgens de

richtlijnen op Blackboard; lever in bij je docent ( week 7, groep), 1 portfolio per groep, zie “Toetsing”.

Schema per week

Week Inhoud Bijeenkomsten Activiteit Student1 Algemene instructie Introductiecollege 1u Iedere groep bepaalt het

onderwerp van de presentatie + outline;

Individuele student zoekt in databases Xplora naar relevante en bruikbare artikelen voor de presentatie

2 Bespreking voortgang werkplan met docent

Verplichte aanwezigheid

Neem een laptop mee

Ga met je tutorgroep bij elkaar zitten in de klas

Neem gevonden artikelen mee (groep)

Afstemming thema van de presentatie op de info uit de artikelen

Groep: Maak selectie van 3 artikelen

Individueel: Maak Word Map van het artikel Schrijf Nederlandstalige

samenvatting van je artikel (100-150 woorden)

Lees overige artikelenIndividueel + groep:

Voorbereiden presentatie Begin maken met portfolio

3 Voorbereiding Geen les/bijeenkomst Individueel: Afmaken Word Map en

samenvatting van artikelIndividueel + groep:

Voorbereiden presentatie Oefenpresentatie houden

4 Presentatie Bijeenkomst met presentaties

Verplichte aanwezigheid alle studenten;

Maximaal 5 keywords op ‘spiekbriefje’ (format op Blackboard)

Spiekbriefje inleveren bij docent

Ter voorbereiding van de 2e presentatie, zelfde als week 1:

Iedere groep bepaalt het onderwerp van de presentatie + outline;

Individuele student zoekt in databases Xplora naar relevante en bruikbare artikelen voor de presentatie

Portfolio samenstellen

5 Bespreking voortgang werkplan met docent

15 min per groep Verplichte

aanwezigheid alle

Groep: Maak selectie van 3 artikelen

Individueel:

45


studenten Neem een laptop

mee Artikelen verplicht

meenemen

Maak Idioms list van artikel Schrijf Engelstalige samenvatting

van je artikel (100-150 woorden) Lees overige artikelen

Individueel + groep: Voorbereiden presentatie (elke

student dient zich voor te bereiden op het presenteren van elk gedeelte van de groepspresentatie)

Portfolio aan docent laten zien6 Voorbereiding Geen les/bijeenkomst Individueel:

Afmaken Idioms list en samenvatting van artikel

Individueel + groep: Voorbereiden presentatie Proefpresentatie opnemen en

feedback geven Reflectieverslag maken PDCA

cyclus, in het engels. Docent uiterlijk 24 uur voor

presentatie mailen met bestand of link naar filmpje

7 Presentatie Bijeenkomst met presentaties

Verplichte aanwezigheid alle studenten;

Maximaal 5 keywords op ‘spiekbriefje’ (format op Blackboard)

Spiekbriefje inleveren bij docent

Individueel + groep: Afmaken en inleveren portfolio

(digitaal, per email naar docent) voor vrijdag 12.00 uur.

AanwezigheidVoor de bijeenkomsten geldt een 100% aanwezigheid- en participatieplicht. Wanneer je onverhoopt een bijeenkomst wegens omstandigheden niet kunt bijwonen, dien je je vooraf in persoon of via e-mail af te melden bij de docent. Vervolgens wordt bekeken wanneer je de bijeenkomst / presentatie in kunt halen.

ToetsingJe geeft twee presentaties (één in week 4 en één in week 7) samen met je (tutor-)groep, filmt en deelt de proefpresentatie, en levert per groep één portfolio in. Tijdens de besprekingen met de docent (week 2 en 5) laat iedere groep de gekozen teksten zien ter goedkeuring en wordt de voortgang van de portfolio besproken.De portfolio (digitaal) wordt uiterlijk vrijdag in week 7 vóór 12 uur ingeleverd, per email naar de docent. Op Blackboard wordt een format voor de portfolio gepubliceerd.

Beoordeling

46


Aan het eind van de cursus ontvangt de student een Voldaan/Niet Voldaan beoordeling op basis van de volgende criteria:

het niveau individuele spreekvaardigheid Engels is waargenomen als minimaal B1 de selectie artikelen zijn meegenomen tijdens de voortgangsbesprekingen met de docent en

tevens goedgekeurd (week 2 en 5) alle schriftelijke opdrachten zijn correct en op tijd ingeleverd (selectie artikelen, word

maps/idioms lists, samenvattingen, filmpje, PPT e.d. in de portfolio; zie criteria portfolio op Blackboard)

de proefpresentatie is opgenomen, de video is uiterlijk 24 uur voor de presentatie gedeeld met de docent

portfolio is op tijd ingeleverd er is voldaan aan de aanwezigheidsplicht (zie weekindeling) (afwezigheid ivm ziekte is vooraf

aan docent via e-mail gecommuniceerd) de groepspresentaties zijn beide als voldoende beoordeeld. In elk geval zijn er één

introductie slide, 1 of 2 slides per artikel/invalshoek van het thema, en één afsluitende slide, waarbij er een (liefst coherente) presentatie over één en het zelfde thema wordt gehouden; alle artikelen krijgen ongeveer evenveel aandacht en er treden geen dubbelingen op, dat wil zeggen dat informatie niet twee keer wordt gegeven.

LET OP: in week 7 bepaalt de docent ter plekke welk gedeelte van de presentatie de student voor zijn/haar rekening neemt. Zie ook Criteria P2 Engels Presentaties voor toegestane hulpmiddelen.

Voor dit onderdeel is 1 ECTS te behalen. Het studiepunt wordt toegekend bij een beoordeling Voldaan (VLD).

Herkansing(Individueel of per groep)Indien niet aan alle bovenvermelde criteria wordt voldaan, betekent dit direct een herkansing in week 10 van hetzelfde blok. De inhoud van de herkansing is afhankelijk van het criterium/de criteria waar niet aan voldaan is. Datum en tijdstip worden via BB bekendgemaakt.Herkansing portfolio uiterlijk donderdag week 10, 12 uur per e-mail naar de docent


Judith Hanssen [email protected]

47



Hoofdstuk 6 Invulling van de individuele leerlijn

6.1 IL P2Parallel aan de andere leerlijnen loopt de individuele leerlijn (IL). In de individuele leerlijn denkt de student na over de fit tussen zijn studie en het beroepenveld waarvoor hij gekozen heeft. De student dient zich af te vragen welke persoonlijke ontwikkeling hij dient door te maken om de beroepsbeoefenaar te worden die hij wil zijn.De individuele leerlijn is onder te verdelen naar drie kenmerkende activiteiten:

b) Oriënteren en richting geven aaan studieloopbaan;c) Reflecteren op werken leerervaringen;d) Behouden van een goede studievoortgang

De uitvoering van de IL is per blok verschillend. De invulling van de Il tijdens P2 is te vinden op het Blackboard, in de map IL van de course P2 Lokale problemen op de agenda.

48


Hoofdstuk 7 Kwaliteitszorg

7.1 KwaliteitszorgDe kwaliteit van het blok wordt op de volgende manieren bewaakt.

Vergadering blokteamHet blokteam dat de invoering heeft voorbereid en waarvan de vakdocenten, tutoren en trainers deel uitmaken vergadert regelmatig onder leiding van de themacoördinator. In die bijeenkomst worden ervaringen van docenten uitgewisseld en manieren van werken en beoordelen van het proces op elkaar afgestemd. Klachten, open aanmerkingen van studenten over het thema kunnen rechtstreeks bij de themacoördinator worden gemeld en zullen in de eerstvolgende vergadering van het themateam worden besproken.

EvaluatieNa afloop van het blok worden alle studieonderdelen geëvalueerd. Dat gebeurt via: een schriftelijke evaluatie met alle studenten een aanvullend gesprek met een deel van de studenten gesprekken met eventueel betrokken externe opdrachtgevers of begeleiders een evaluatiegesprek van de leden van het blokteam

De evaluatie wordt door het blokteam gebruikt om het blok (waar nodig) voor het volgende jaar bij te stellen.De themacoördinator maakt een verslag van de resultaten van de evaluaties en van de verbeteracties. De evaluaties en verbeteracties worden door de onderwijscommissie besproken met de themacoördinator en in de vergadering van de opleidingscommissie. De verbeterpunten zullen tijdens het blok P3 bekend worden gemaakt.

49


Bijlage 1 Competenties Bestuurskunde Opleidingen Nederland

1. De bachelor kan zijn weg vinden in het publieke domein.

De bachelor kan zijn weg vinden in het publieke domein en heeft daarbij oog voor de internationale context.Niveau 1. heeft inzicht in de inrichting van het openbaar bestuur, kent de hoofdrolspelers en kan de

relaties daartussen definiëren.2. kan bij een concreet beleidsterrein de betrokken organisaties, gangbare procedures en kaders in kaart brengen.3. kan bij een complexe opdracht een analyse maken van de betrokken organisaties en het krachtenveld waarin deze zich bevinden.

2. De bachelor kan politiek strategische keuzes overzien voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.

De bachelor is in staat om maatschappelijke vraagstukken te analyseren met oog voor het politieke en maatschappelijke krachtenveld waarin die vraagstukken zich voordoen en kan politiek strategische keuzes overzien voor het oplossen van deze vraagstukken vanuit alle betrokken belangen.

Niveau 1. kan van een situatie aangeven of en waarom het een maatschappelijk vraagstuk is. 2. kan vanuit verschillende invalshoeken maatschappelijke vraagstukken analyseren.3. kan een analyse van maatschappelijke vraagstukken geven vanuit alle betrokken belangen, kan politiek strategische keuzes en hun gevolgen overzien en draagvlak onder betrokkenen inzichtelijk maken.

3. De bachelor kan beleid ontwikkelen, implementeren en evalueren.

De bachelor kan bestaand beleid analyseren, implementeren, kan na evaluatie oorstellen doen tot verbetering van het beleid of de uitvoering en kan nieuw beleid ontwerpen.

Niveau 1. kan bestaand beleid beschrijven en analyseren. 2. kan eenvoudig beleid construeren, evalueren en implementeren.3. kan complex beleid construeren, evalueren en implementeren.

4. De bachelor kan participeren in organisaties en samenwerkings-verbanden.

De bachelor heeft een adequaat, correct en up-to-date beeld van de rganisatieprocessen, beheersstructuren en al dan niet tijdelijke samenwerkingsverbanden waarin hij participeert en draagt bij aan het soepel functioneren daarvan.

Niveau 1. kan binnen organisaties structuren, culturen en processen herkennen. 2. kan vanuit een goed beeld van organisatieprocessen en beheersstructuren participeren in de eigen organisatie en bijdragen aan het soepel functioneren daarvan.3. kan vanuit de eigen organisatie participeren in samenwerkingsverbanden en netwerken en draagt bij aan het soepel functioneren daarvan.

5. De bachelor kan praktijkgericht onderzoek verrichten.

De bachelor kan zelfstandig onderzoek verrichten en op basis hiervan adviseren en aanbevelingen doen.

50


Niveau 1. kent onderzoeksmethoden en kan deze hanteren. 2. kan zelfstandig een onderzoeksplan maken en onder begeleiding toepassingsgericht onderzoek verrichten en hierover rapporteren.3. kan bruikbare aanbevelingen doen op basis van zelfstandig opgezet en uitgevoerd toepassingsgericht onderzoek.

6. De bachelor is sociaal communicatief vaardig.

De bachelor beschikt over de sociale vaardigheden om te kunnen functioneren in zijn beroepsomgeving en beschikt over mondelinge en schriftelijke ommunicatievaardigheden om zowel intern als extern met doelgroepen te kunnen communiceren.

Niveau 1. beheerst gesprekstechnieken, kan informatie ordenen, presenteren en samenwerken. 2. kan effectief samenwerken en doelgericht rapporteren.3. kan effectief communiceren met interne en externe doelgroepen.

7. De bachelor is zelfsturend.

De bachelor is in staat zijn ontwikkeling te sturen en reguleren, te reflecteren en verantwoording te nemen voor zijn handelen, een (ethische) beroepshouding te ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan de professionalisering van de eigen beroepsuitoefening.

Niveau 1. ontwikkelt een beeld van het beroep en studiehouding. (Il)2. neemt op basis van een ethische beroepshouding standpunten in en reflecteert op eigen werk.3. kan een kritisch oordeel geven en ontvangen en kan gemotiveerd zijn handelen al dan niet aanpassen.

51


Bijlage 2 Toelichting leerlijnen

Teneinde alle competenties die voor de opleiding zijn vastgesteld te realiseren wordt gedurende de gehele opleiding gewerkt met een viertal leerlijnen. Achtereenvolgens zijn dit de integrale leerlijn, de kennisleerlijn, de vaardighedenleerlijn en de individuele leerlijn. Hieronder staat beschreven wat de inhoud is van de verschillende leerlijnen en hoe deze leerlijnen deze periode zijn ingevuld.

Integrale leerlijnIn de integrale leerlijn wordt gewerkt aan een beroepsproduct. Het beroepsproduct heeft dit blok het thema ‘kennismaking met de beroepspraktijk van een bestuurskundige’. Alle opdrachten die je voor deze leerlijn verricht, dragen bij tot inzicht in het werkveld van een bestuurskundige.

Dit blok maak je een opdracht per vak uit de kennisleerlijn (totaal 4 opdrachten) en geef je een mondelinge presentatie van de bevindingen van deze 4 deelopdrachten aan de klas.

KennisleerlijnIn de kennisleerlijn leert de student vanuit verschillende voor de opleiding Bestuurskunde en het thema relevante disciplines redeneren als professional. Er wordt kennis opgedaan die nodig is voor het maken van het beroepsproduct.

Voor het thema van dit blok zijn de volgende disciplines relevant: economie, organisatiekunde, recht, inleiding bestuurskunde en Kijk op de Samenleving.

VaardighedenleerlijnIn de vaardighedenleerlijn leert de student sociaal vaardig opereren. Als bestuurskundige gaat het naast de technische kennis van zaken ook om te wijze waarop de mensen werken in teamverband.

Individuele leerlijnParallel aan de andere leerlijnen loopt de individuele leerlijn (IL). In de individuele leerlijn denkt de student na over de fit tussen zijn studie en het beroepenveld waarvoor hij gekozen heeft. De student dient zich af te vragen welke persoonlijke ontwikkeling hij dient door te maken om de beroepsbeoefenaar te worden die hij wil zijn.Zie voor een uitgebreide programmabeschrijving van de IL per blok de Handleiding IL BSK (beschikbaar via Blackboard, course Individuele leerlijn BSK P1P4 Individuele leerlijn 1e jaar 2013-2014).

52

jolijnschipholt.weebly.com · Web viewIn de P1 heb je kennis gemaakt met de beroepspraktijk van een...

Documents

Transcript of jolijnschipholt.weebly.com · Web viewIn de P1 heb je kennis gemaakt met de beroepspraktijk van een...