iknoemjebloemen.files.wordpress.com€¦ · Web viewIk kan mijn presentatie zo vormgeven dat de...

Reader Overtuigende voordrachtHavo 5SE 30%

Sectie Nederlands 2016-2017

Reader ‘Overtuigende voordracht’havo 5 2016-2017

1

http://www.presentatiekracht.nl/wp-content/uploads/2008/10/ted-goff.gif

Spreekvaardigheid en examentekstenIn deze periode gaan we aan de slag met spreekvaardigheid. De toets aan het eind van deperiode is dan ook een argumentatieve voordracht. Daarnaast gaan we ons (verder) voorbereiden op de examens en gaan we tekstverklaren.

Einddoelen niveau 3F:

- Ik kan een voorbereide, overtuigende presentatie geven en daarbij een helder onderscheid maken tussen standpunt en argumenten.- Ik kan mijn presentatie zo vormgeven dat de structuur voor het publiek herkenbaar is.- Ik kan taal passend en correct gebruiken.- Ik kan de betekenis van wat ik zeg door non-verbale signalen kracht bijzetten.

VoordrachtOp internet is enorm veel informatie te vinden over het geven van voordrachten (het gevenvan presentaties). Op vele sites worden tips en trucs aangedragen, worden voorbeeldengegeven van hoe je het juist wel of juist niet moet doen en worden mooie lijstjesweergegeven waar je allemaal aan moet denken als je een voordracht wil gaan houden.

Starten maar…

Vorm een groepje van ca. 4 personen. Ga op internet op zoek naar informatie over hetgeven van een voordracht. Zorg dat je zoveel mogelijk nuttige informatie verzamelt.Het is de bedoeling dat je in ieder geval een lijst inlevert met tien tips, die je hebt gevonden,waarvan jullie vinden dat alle leerlingen die moeten weten voordat ze gaan starten met devoorbereiding van hun presentatie. Daarnaast geef je een voorbeeld van een slechte en vaneen heel goede presentatie. Je noteert de URL zodat het filmpje terug te vinden is en je legtuit waarom je deze twee voorbeelden hebt gekozen. Lever je antwoorden op papier in bij jedocent.


2

1. THEORIE

Publiek

Als je een voordracht gaat houden, is het natuurlijk erg belangrijk dat je rekening houdt metde doelgroep: welk publiek zit er in de zaal?

Er is natuurlijk een verschil of je een presentatie houdt voor een zaal met 100 mensen ofmaar voor een groepje van tien personen. Daarnaast moet je van te voren bedenken wat jepubliek al weet van het onderwerp. Niks vervelender dan te luisteren naar een spreker diezaken uit gaat leggen die voor het publiek allang duidelijk zijn. Het publiek voelt zich danbijvoorbeeld niet serieus genomen en kan de aandacht niet bij de presentatie houden. Maarook het overschatten van de kennis van het publiek is erg vervelend. Het raakt de draad kwijt en stopt uiteindelijk met luisteren.

De techniek van het presenteren

Een goede presentatie komt niet alleen door een goede inhoud, ook de manier vanpresenteren draagt bij aan het succes ervan. Het is belangrijk dat jij je bewust bent van hetgebruik van je stem, je lichaamshouding, je uitstraling, etc.

Een voordracht houden voor een groep mensen gaat altijd gepaard met enige spanning.Hieronder staat een paar tips waarmee je ervoor kunt zorgen dat deze spanning binnen deperken blijft. Zeg al tijdens de voorbereiding actief en bewust tegen jezelf:

• Een zekere mate van spanning komt mijn voordracht ten goede.• Als spreker breng ik de energie op die de ‘vonk’ doet overspringen naar detoehoorder… zonder spanning geen vonk!• Ik ken mijn verhaal door en door, ik weet wat ik wil overbrengen en waarom ik dat wildoen• Niemand is perfect, ook ik niet. Dat hoeft ook niet. Ik moet de informatie goedoverbrengen, dat is wat het publiek nodig heeft.• Toehoorders accepteren menselijke fouten zoals een verspreking, want ze zijn ookmensen. De toehoorders zijn geïnteresseerd in mijn informatie, niet in de eersteplaats in mijn persoon.

De informerende presentatie

Een informerende presentatie heeft als doel om informatie te geven over een bepaald onderwerp. Bij deze vorm van presenteren is het belangrijk dat je tijd besteed aan de opbouw van jouw praatje. Een informerende presentatie kan namelijk best saai zijn. Denk er goed over na over hoe je jouw publiek kunt amuseren en informeren. Vraag jezelf af: Wat mot een spreken doen om mij te boeien in die situatie? Wat kan ik doen om de aandacht van de groep op mij te richten? Wat vinden ze leuk om te horen en wat is interessant voor hen?


3

De overtuigende presentatie

Een overtuigende presentatie heeft als doel de luisteraar te overtuigen. Zo’n presentatie bevat meningen en argumenten. De argumenten worden door feiten, cijfers en constateringen ondersteund. De hoofdgedachte van een overtuigende presentatie is altijd een mening.

Met een overtuigende presentatie wil je de luisteraar overhalen een bepaald standpunt in te nemen. Om dat te bereiken moet je goede argumenten hebben. Daarnaast is het handig om te weten of de luisteraars een mening hebben ten aanzien van het standpunt. Als het standpunt van de luisteraars tegengesteld is aan het jouwe – ze hebben dan een negatief standpunt -, dan zul je de presentatie anders moeten opbouwen dan wanneer ze een standpunt van twijfel innemen.

Bij een standpunt van twijfel introduceer je de stelling in de inleiding en geef je in het middenstuk argumenten voor je standpunt. Je hoeft geen aandacht te besteden aan tegenargumenten omdat een neutrale luisteraar die niet zal bedenken. In het slot herhaal je je standpunt in iets andere bewoordingen.

Bij een publiek met een negatief standpunt formuleer je in de inleiding het standpunt als een vraag. In het middenstuk geef je behalve argumenten voor je standpunt ook tegenargumenten. Bij elk tegenargument geef je een weerlegging. Op die manier kun je een luisteraar met een tegengestelde mening misschien toch overtuigen. In het slot beantwoord je de vraag uit de inleiding. Geef je eigen standpunt nu niet als vraag, maar als mededeling.

Overtuigingskracht

De overtuigingskracht van een presentatie hangt af van drie factoren:- Logos = de argumentatie zelf- Ethos = het gezag van de spreker- Pathos = de sympathie van het publiek

Logos

Je staat achter je eigen verhaal, je weet waarover je praat. Als je niet overtuigd bent van je eigen presentatie, overtuig je het publiek ook niet! Je kent de zwakke plekken in je verhaal en weet hoe je die moet omzeilen. Bedenk ook dat je houding en opmerkingen het oordeel kunnen beïnvloeden: als jij je altijd negatief uitlaat over je onderwerp, gelooft niemand meer in je verhaal.

Om je verhaal geloofwaardiger te maken en je argumentatie te versterken, kun je de volgende vormen van bewijsvoering gebruiken:

• Onderzoeksresultaten presenteren• Bronnen noemen• Illustraties tonen


4

Ethos

Een gezaghebbende spreker is zelfverzekerd. Zelfverzekerd word je door een goede voorbereiding, door goed in de stof te zitten, door je op je gemak te voelen.

Spreekangst wordt niet veroorzaakt door het spreken zelf, maar door de fantasieën die een spreker daarover heeft, gedachten over wat er allemaal mis kan gaan. Daarin speelt de angst beoordeeld te worden een grote rol: het blinddoeken van het publiek verkleint de angst enorm, blijkt uit onderzoek!

Je kunt een aantal dingen doen om de angst beheersbaar te houden. Stel je precies voor wat er gebeurt en wat het allerergste is wat je kan overkomen. Verplaats je in de toehoorder – dat is altijd een sympathiek mens op zoek naar informatie, net zoals jij als je naar een presentatie luistert. Oefenen, op video opnemen en kritisch bekijken zijn ook prima hulpmiddelen.

Spanning voor het optreden reduceer je door er niet te veel over te praten. Doe ontspanningsoefeningen om je ademhaling te controleren. Verken de ruimte en het publiek, leg vast contact. Spanning is wie je wilt zijn, ontspanning is wie je bent. Wees erop bedacht dat je de reactie van je publiek niet verkeerd interpreteert.

Maar vooral: zenuwen verraden vrijwel altijd een slechte voorbereiding!

Pathos

De beste manier om sympathie te winnen is authentiek zijn, jezelf zijn. Neem een open houding aan, lach, straal uit dat je het fijn vindt om te doen. Wees niet bang om onzekerheden of andere emoties uit te stralen. Durf dingen van jezelf te laten zien: gebruik verhalen over opa’s en oma’s, laat een foto


5

zien, praat over jezelf etc. Een spreker die zichzelf niet al te serieus neemt of belangrijk maakt en zelfspot heeft, wordt vaak heel sympathiek gevonden.

Je publiek is je klant en je wilt dat ze straks bij jou gaan kopen. Verleid ze, neem ze mee.

Schrijf op waarom presenteren voor jou vervelend is

Wat is het ergste dat je zou kunnen gebeuren

Wat zou je in dat geval doen?

2. DE OPBOUW


6

Inleiding: Aandacht pakken

Zorg voor een pakkende introductie van je onderwerp

• Vooroordeel noemen en bestrijden: vrouwen kunnen niet voetballen, literatuur is saai etc.

• Begin met een voorbeeld uit de actualiteit en koppel dat aan je onderwerp• Begin met een vergelijking. Als je presentatie gaat over de moeilijkheden van het

onderzoek, en dat je door de bomen het bos niet meer zag, is een foto van een wandelaar in het bos een aardige illustratie.

• Verbaas de luisteraar. Vraag het publiek waar de letters YKK voor staan. Vraag ze dan naar de rits van hun broek te kijken.

• Meedoen. Activeer het publiek door een ja/nee-vraag. Geef een vraagstuk met twee antwoorden. (Let op: mensen vinden het vaak niet prettig direct aangesproken te worden.)

• Identificatie. Vraag je publiek ‘stel dat u morgen … hoe zou u dat aanpakken?’• Vertel een anekdote. Een goed verhaal doet wonderen en vooral als je over jezelf

durft te vertellen, heb je gelijk meer contact met je publiek.

Inleiding: Biedt de luisteraar houvast

• Maak duidelijk wat men van je kan verwachten. Geef informatie over de opbouw, de probleemstelling en de onderwerpen, probeer ook een tijdsaanduiding te geven.

• Vertel wat jij verwacht van je publiek: moeten ze aantekeningen maken? • Verwacht je vragen? Wanneer kunnen die gesteld worden?

Kern: Overtuigende presentatie

De presentatie van het onderzoek bestaat uit drie delen:

• Een beschrijving van het onderwerp, de stand van zaken en de probleemstelling • Argumenten voor en tegen, met daarbij behorende voorbeelden en

weerleggingen.

Slot: Afsluiting van de presentatie

• Trek een conclusie en herhaal kort de argumenten.• Eindig met een pakkende slotzin. • Bedank het publiek voor de aandacht• Geef de gelegenheid om vragen te stellen (en zorg er door vakkundige regie voor

dat de eerste vraag een door jou bedachte is, die iemand uit het publiek stelt.)• Beantwoording van vragen• Herhaal de vraag en controleer of je de vraag goed begrepen hebt: “ Je/U vraagt

dus of ….”• Vraag na de beantwoording of je antwoord duidelijk is.


7

3. DE PRESENTATIE ZELF

Hulpmiddelen

• Gebruik audiovisuele hulpmiddelen alleen als ondersteuning• Laat alleen zien wat je niet kunt vertellen• Gebruik weinig tekst: onderwerp, uitwerking in drieën, afsluiting• Wees summier: maximaal 6 sheets (welkomstpagina, inleiding, kern in drieën,

slot) zijn voldoende voor een presentatie van 10 minuten• Maak het goed zichtbaar• Hou het eenvoudig: less is more.• Zorg dat de apparatuur werkt en dat jij weet hoe alles werkt• Zorg voor een goede verlichting: regel dus bijvoorbeeld iemand voor de bediening

van het licht• Praat niet tegen het smartboard, maar tegen je publiek• Geef je publiek de kans de (nieuwe informatie op de) dia te lezen • Voorkom taalfouten in je dia’s• De dia’s zijn geen spiekbriefjes, laat staan uitgeschreven spreektekst

Een goede dia

Een goede dia bestaat uit drie delen:

• Een basisuitspraak Een stellende: Ouderen begrijpen niets van sms-taal Een vragende: Is sms-taal voor ouderen te begrijpen? De opsommende: Drie problemen van oudere sms’ers. De prikkelende: sms, een medicijn tegen dementie

• Een onderbouwing of uitwerking in drie punten• De pay-off: een bruggetje naar de volgende pagina, een conclusie, een tip etc.

Opmaak

De basisuitspraak: groter en vet, links uitgelijnd De uitwerking: standaard, goed leesbaar, met bulletpoints De pay-off: cursief, rechts uitgelijnd


8

4. DE SPREKER

Spreektips

• Spreek rustig en nadrukkelijk, alsof je tegen een individu op enige afstand praat Neem pauzes. Hierdoor leg je accenten en verlaag je het tempo iets. (“Dames en heren … mag ik u aankondigen … het onderzoek van Jan de Boer en Gert van Dijk … Rare snijbonen in de rivierdelta”)

• Articuleer duidelijk. Spreek de woorden bewust uit.• Kies eenvoudige woorden. Wees kritisch: kun je langere vaktermen vervangen

door iets eenvoudigers? Spreek je vreemde woorden en buitenlandse woorden, als je ze tocht gebruikt, correct uit?

• Spreek niet te hard en niet te zacht. Richt je tot iemand op de achterste rij. Oefen je volume en controleer door te vragen.

Omgang met het publiek

• Maak contact: vooraf, tijdens de presentatie door oogcontact, kijk mensen aan (linksvoor – midden achter – rechtsvoor)

• Laat je niet afleiden door afwijkend gedrag. Een gaap of en blik op een horloge betekent niet per se dat je saai bent.

• Wees eerlijk. Als zich een onverwachte situatie voordoet, benoem die dan en betrek je publiek erbij.

• Zorg dat je weet wie er in de zaal zitten en speel daarop in. Ken je hun interesses, behoeftes? Hoe sta jij tegenover hen en zij tegenover jou, spelen er dingen, hoe vermijd je die?

• Maak publieksreacties of een gebrek daaraan bespreekbaar. Vraag desgewenst naar de oorzaak van stilte of drukte en speel in op het antwoord.

De spreker

• Zorg dat je optimaal voorbereid bent en dat je de tekst kunt dromen• Zorg ervoor dat je je zo prettig mogelijk voelt voor de groep. Die nieuwe trui kan

nog zo goed staan, als hij kriebelt leidt hij je af.• Wees voorbereid op een noodsituatie: kriebelhoest, druipneus, lege pen, geen

internet. Jou krijgen ze niet gek.• Gebruik je handen, maar ga er niet mee staan frummelen. Je kunt bijvoorbeeld

een pen vasthouden. • Neem geen defensieve houding aan.


9

5. AMUSEREN

Drie methodes om je publiek te amuseren

Maak je presentatie levendig Houd de aandacht en concentratie van je publiek vast Gebruik waar mogelijk humor

1. Maak je presentatie levendig

Je kunt je onderwerp op verschillende manieren verlevendigen:

Laat je publiek actief deelnemen: test, quiz, vragen Vertel een passende anekdote ter illustratie Toon beeldmateriaal (maar alleen als dat werkelijk iets toevoegt of verduidelijkt) Doe iets verrassends Toon voorwerpen

2. Houd de aandacht en concentratie vast

Denk na over de volgorde waarin je je stof presenteert. Over het algemeen werkt het niet om je publiek heel lang in spanning te laten zitten: dat creëert onrust. Kortdurende vergroting van de spanning werkt wel: denk aan een prijsuitreiking. Als je 40 minuten moet wachten op de presentatie van iets essentieels (je cijfer, bijv.) dan word je onrustig.

Bij moeilijke onderwerpen (ingewikkelde theorie of lastige stellingen) zet je heel veel tussenstapjes waarmee je je publiek tussentijds laat instemmen

Laat weg wat niet per se verteld hoeft te worden. In de beperking toont zich de meester, zegt het spreekwoord.

3. Gebruik waar mogelijk humor

Humor breekt de spanning en verlevendigt de presentatie, maar

Gebruik humor alleen als je het publiek kent of kan inschatten wat het leuk vindt Gebruik humor alleen als het gepast is Sla verdere grappen over als je merkt dat (jouw) humor niet aanslaat Wees voorzichtig met ironie, omdat die vaak de vorm heeft van een omdraaiing van zaken. Je

publiek zal het maar serieus opvatten, die komische opmerking over …. Wees voorzichtig met cartoons. Vaak moet je die uitleggen en dan help je het effect om zeep.

Bovendien kun je een cartoon op een dia lastig overslaan als je merkt dat je humor niet werkt.


10

6. FEEDBACK

Evalueren

Van fouten kan je leren. Het is een cliché maar wel waar. Om te kunnen leren van fouten iser één belangrijke voorwaarde: je moet niet alleen gewezen worden op je fouten, maarvooral ook gestimuleerd worden om het beter te doen.

Commentaar krijgen is niet altijd even gemakkelijk, sterker nog het is wellicht een stukmoeilijker dan commentaar geven. Belangrijk is dat je niet direct in de verdediging gaat.Het moeilijkste aspect van commentaar krijgen, is goed luisteren. Luister dus naar wat erwordt verteld en probeer er je voordeel mee te doen. Hieronder een paar aandachtspuntenvoor commentaar krijgen en geven:

Regels voor feedback geven1. Wees eerlijk2. Geef vooral positieve feedback3. Geef productieve/ constructieve feedback4. Geef feedback in de ik-vorm en NIET in de jij-vorm

Regels voor feedback ontvangen1. Vat feedback niet meteen op als een persoonlijke aanval2. Ga niet onmiddellijk in de verdediging3. Vraag door naar de bedoeling4. Toon waardering voor feedback


11

OPDRACHTEN

Opdracht 1

Als het goed is heb je al verschillende spreekbeurten gehouden, diverse presentaties gegeven. Denk daar eens goed over na met behulp van het volgende schema.

Wanneer hield je een goede presentatie?

Waar ging die presentatie over?

Waarom was deze presentatie goed? Noem twee externe factoren (bijv. de reactie van het publiek) en twee interne factoren (bijv. je eigen plezier).

Welke positieve les kun je uit deze presentatie halen voor SE2?

Wanneer was je niet tevreden over een presentatie?

Waar ging die presentatie over?

Waarom was deze presentatie goed? Noem twee externe factoren en twee interne factoren.

Welke verbeterpunten kun je uit deze ervaring afleiden?


12

Mijn sterke punten als spreker zijn1.

2.

3.

Mijn zwakke punten als spreker zijn1.

2.

3.

Opdracht 2

Kijk deze week eens goed naar mensen die iets presenteren of die instructie geven: op school, op de sportvereniging, op televisie. Beschrijf 3 goede voorbeelden en 3 slechte voorbeelden. Leg uit wat er goed of fout ging.

Goed voorbeeld 1

Wat was er goed?

Goed voorbeeld 2

Wat was er goed?

Goed voorbeeld 3

Wat was er goed?


13

Fout voorbeeld 1

Wat was er niet goed?

Fout voorbeeld 2


Fout voorbeeld 3


Opdracht 3

Bereid een korte presentatie voor van 5 minuten over een actueel nieuwsonderwerp. Gebruik hiervoor twee betrouwbare bronnen. Maak een opbouw met een inleiding, middenstuk, slot en maak vervolgens een PowerPoint van maximaal drie sheets.

Kies een klasgenoot uit waar jij voor gaat presenteren. Hij/zij filmt de korte presentatie en mailt deze naar de docent. Daarna wissel je van taak. Je vult ook het beoordelingsformulier voor elkaar in (zie bijlage 4).

Let op: dit moet dus buiten de les!

Opdracht 4


14

Lees onderstaande tips en kies drie tips uit waarvan jij denkt, dat dat inderdaad iets is waarjij specifiek op moet letten.

o Spreek niet te zacht, maar ook niet te hard; zorg dat iedereen je kan verstaan.

o Praat langzaam, maar wissel je tempo wel af.

o Spreek de woorden duidelijk uit (articuleer goed).

o Praat niet op een vlakke toon. Zorg voor verandering in toonhoogte, klemtoon en

melodie.

o Gebruik pauzes. Je geeft het publiek de gelegenheid informatie te verwerken.

o Ga bij voorkeur staan en niet zitten.

o Ga ontspannen, rechtop en zelfverzekerd voor je publiek staan.

o Zorg voor oogcontact met je publiek. Kijk niet voortdurend dezelfde mensen aan,

maar kijk rond en geef iedereen de indruk dat hij persoonlijk wordt aangesproken

(kijk niet over het publiek heen).

o Leun niet doorlopend op een tafel of spreekgestoelte. Het geeft de indruk of je steun

zoekt.

o Ga niet met je armen over elkaar staan. Je sluit je daarmee af voor je publiek en het

kan arrogant overkomen.

o Sta niet met je handen in je zaken, dat komt onverschillig over.

o Gebruik je handen om je woorden kracht bij te zetten. Maak gebaren, maar overdrijf

niet.

o Kijk niet voortdurend naar PowerPoint-dia’s of overheadsheets.

o Zorg dat je er netjes en verzorgd uitziet: jij bent het visitekaartje van hetgeen dat je

presenteert.

o Draag kleding waar je je goed bij voelt en die niet afleidt.

o Toon interesse in zowel je eigen presentatie als het publiek.

Opdracht 5


15

Jouw proefpresentatie gaat over je profielwerkstuk. Dit is geen overtuigende maar een informerende voordracht om weer even te voelen hoe het is om voor een publiek te staan.

Bereid de presentatie hieronder voor. De docent kiest het moment uit waarop jij moet presenteren.

De presentatie wordt gehouden in tweetallen mits jouw profielwerkstukpartner in jouw klas zit.

Geef een beschrijving van je onderwerp

Wat is je onderzoeksvraag?

Hoe heb je het onderzoek aangepakt

Hoe is het onderzoek verlopen: hoe ging het, welke problemen kwam je tegen, hoe heb je dat opgelost?

Wat zijn de belangrijkste resultaten van je onderzoek?


16

Wat is het belang van je onderzoek?

Wat is/zijn de belangrijkste aanbevelingen?

Wat kan of moet er nog verder onderzocht worden?

DE EXAMENOPDRACHT

Reader ‘Overtuigende voordracht’havo 5 2016-2017Opdracht: een argumentatieve voordracht

Doel: overtuigen van het publiek

Publiek: twee docenten Nederlands en ongeveer

17

STAPPENPLAN

Stap 0: Kies een klasgenoot waarmee jij je presentatie gaat houden. Oriënteer je over een actueel onderwerp. Raadpleeg hiervoor betrouwbare media (krant, tv, radio, tijdschriften etc.). Laat je onderwerp goedkeuren door je docent.

Waarom is jouw onderwerp interessant?

Waarom is jouw onderwerp interessant voor je publiek?

Hoe maak jij duidelijk dat het een interessant onderwerp is?

Stap 1: Documenteer je. Gebruik minimaal vijf betrouwbare bronnen en verwerk deze op A3-papier (zie bijlage 1).

Stap 2: Neem een standpunt in ten opzichte van de kwestie die jullie aan de orde wilt stellen. Denk ook na over je doelen. Vul eerst onderstaand schema in:


Opdracht: een argumentatieve voordracht

Doel: overtuigen van het publiek

Publiek: twee docenten Nederlands en ongeveer

18

Stap 3: Bedenk welk standpunt het publiek zal innemen.

Stap 4: Kies een bijpassende structuur; een voor- nadelenstructuur of argumentatiestructuur (zie bijlage 2).

Stap 5: Bepaald met welke argumenten je je standpunt gaat onderbouwen. Bepaal bij een publiek met een negatief standpunt welke tegenargumenten je noemt en hoe je die kunt weerleggen.

Stap 6: Maak een spreekplan (zie bijlage 3).

Stap 7: Bepaal welke hulpmiddelen je gaat gebruiken. Maak je een PowerPoint of Prezi?

Stap 8: Maak een spiekbriefje. Schrijf de opbouw van je presentatie summier uit.

Stap 9: Oefen de presentatie een paar keer hardop.

Stap 10: Gebruik de checklist (bijlage 4) om je presentatie te ‘controleren’


19

Ik wil mijn publiek vooral informeren over

Ik wil ze overtuigen van

Ik maak mijn presentatie levendiger door

Bijlage 1 – Hoe gebruik je bronnen?

Lees de artikelen en bekijk ze kritisch op de inleiding, afsluiting en tekstverbanden (signaalwoorden, verwijswoorden, inhoudelijke verwijzingen), het gebruik van voorbeelden, argumenten, citaten, opsommingen, tegenstelling, de opbouw van alinea’s. Journalisten beheersen namelijk als geen ander het schrijven van uiteenzettingen, betogen en beschouwingen.

Onderstreep interessante woorden, zinnen, alinea’s.

Dit schema kun je gebruiken om jouw artikelen samen te vatten. Neem dit over op je A3-blad.


20

Schrijver Titel Bron

Standpunt(en)

Argumenten

Tegenargumenten

Voorbeelden

Citaten

Voorbeelden van bijzonder taalgebruik

Andere opvallende zaken

Bijlage 2 - Structuur

Argumentatiestructuur


Standpunt

Argument 1 Argument 2 Argument 3

Tegenargument

21

Weerlegging

Voor- en nadelenstructuur:


Hoofdgedachte (stelling):

Voordelen Nadelen

Afweging/conclusie

22

Bijlage 3 – Spreekplan


23

Bijlage 4 – Beoordelingsblad / checklist (4 exemplaren)


24

iknoemjebloemen.files.wordpress.com€¦ · Web viewIk kan mijn presentatie zo vormgeven dat de...

Documents

Transcript of iknoemjebloemen.files.wordpress.com€¦ · Web viewIk kan mijn presentatie zo vormgeven dat de...