€¦ · Web viewDeze cursus borduurt voort op leesvaardigheid 1. De studenten hebben in...

Vastgesteld, met instemming van de MR d.d. 18-12-2018, op 8-1-2019/CvB-besluitnr. 2018/1414

H9 uit de Onderwijs- en examenregeling voor Bacheloropleidingen

Opleiding tot leraar tweede graad Nederlands

Projectgroep Kader OS OERDefinitieve versie – november 2018

H9 uit de Kader OER bacheloropleidingen 2019-2020 p. 2 van 120

Inhoudsopgave9 Beschrijving van het onderwijs (de OWE)..............................................................................................

9.1 OWE’s en modules van de propedeuse, inclusief keuze OWE’s...........................................................12

9.2 OWE’s en modules van de postpropedeuse, inclusief keuze OWE......................................................12

9.3 Minoren van de opleiding.....................................................................................................................61

9.4 Afstudeerrichtingen............................................................................................................................119

9.5 Honours-, talenten- en schakelprogramma’s....................................................................................1199.5.1 Honoursprogramma’s..................................................................................................................1199.5.2 Talentprogramma’s......................................................................................................................1199.5.3 Schakelprogramma’s....................................................................................................................119

9.6 Indeling studielast versneld traject....................................................................................................119

9.7 Verkorte route en AD-doorstroom programma’s..............................................................................119

9.8 Inrichting duale vorm.........................................................................................................................119

9.9 Onderwijs en tentamens in D-Stroom................................................................................................119


9 Beschrijving van het onderwijs (de OWE)In dit hoofdstuk is het onderwijs van jouw opleiding beschreven in de vorm van een curriculumoverzicht en beschrijving van de onderwijseenheden, te beginnen bij de onderwijseenheden van de propedeuse, daarna die van de postpropedeuse en tot slot die van de minoren.


Programma- en tentamenoverzicht propedeuse Nederlands (jaar 1)

Onderwijseenheid Code Semester en periode

Tentaminering Code Alluris Cijfer / Ven eis

Toetsperiode1ste kans 2de kans

Leesvaardigheid 1(2,5 stp)

ILS-Ne1-1 Periode 1 Kennis- en vaardigheidstoets leesvaardigheid 1

Leesvdh 1 Cijfer: min. 5,5

P1 P2

Leesvaardigheid 2(2,5 stp)

ILS-Ne1-2 Periode 3 Kennis- en vaardigheidstoets leesvaardigheid 2

Leesvdh 2 Cijfer: min. 5,5

P3 P4

Schrijfvaardigheid 1(2,5 stp.)

ILS-Ne1-3 Periode 2 Schrijfportfolio schrijfvaardigheid 1 DS schrijfvdh Cijfer: min. 5,5

P2 P3

Schrijfvaardigheid 2(2,5 stp)

ILS-Ne1-4 Periode 4 Schrijfportfolio schrijfvaardigheid 2 Schrijfvdh 2 Cijfer: min. 5,5

P4 P4

Mondelinge taalvaardigheid(2,5 stp)

ILS-Ne1-5 Periode 4 Vaardigheidstoets mondelinge taalvaardigheid

Mond taalvdh Cijfer: min. 5,5

P4 P4

Spelling (2,5 stp)

ILS-Ne1-6 Periode 1 en 2

Kennis- en vaardigheidstoets spelling KT spelling Cijfer: min. 5,5

P2 P3

Taalkunde(2,5 stp)

ILS-Ne1-7a Periode 1 en 2

Kennistoets Taalkunde KT taalkunde Cijfer: min. 5,5

P2 P3

Taalvariatie(2,5 stp)

ILS-Ne1-8 Periode 4 Kennistoets taalvariatie KT taalvari Cijfer: min. 5,5

P4 P4

Zinsontleding(2,5 stp)


Kennis- en vaardigheidstoets zinsontleding

KT zinsontl Cijfer: min. 5,5

P1 P2

Woordbenoemen(2,5 stp)

ILS-Ne1-10 Periode 3 Kennis- en vaardigheidstoets woordbenoemen

KT woordben Cijfer: min. 5,5

P3 P4




Onderzoek adolescenten(2,5 stp)


Leertaak onderzoek naar adolescenten

LT ond adol Cijfer: min. 5,5

P4 P4

Didactiek spelling1

(2,5 stp)ILS-Ne1-21 Periode 3

en 4Kennistoets didactiek spelling KT did Spell

Cijfer: min. 5,5

P4 P4

Leertaak presentatie didactiek spelling LTpresentatie Voldaan P3 P4

Verhaalanalyse(2,5 stp)

ILS-Ne1-12 Periode 1 Kennistoets verhaalanalyse verhaal anal Cijfer: min. 5,5

P1 P2

Literaire competenties(2,5 stp)

ILS-Ne1-13 Periode 2 Leertaak tafelpresentatie LT tafelpres Cijfer: min. 5,5

P2 P3

Jeugdliteratuur 1(2,5 stp)

ILS-Ne1-14a Periode 3 Dossier jeugdliteratuur DS jeugdl Cijfer: min. 5,5

P3 P4

Jeugdliteratuur 2(2,5 stp)

ILS-Ne1-14b Periode 4 LT presentatie jeugdliteratuur LT PR jeugdl Cijfer: min 5,5 P4 P4

ICT-vaardigheden in de klas(2,5 stp)

ILS-Ne1-15 Periode 4 Digitaal dossier ICT-vaardigheden DS ICT Cijfer: min. 5,5

P4 P4

Didactiek 1(2,5 stp)

ILS-Ne1-16 Periode 1 Kennis- en vaardigheidstoets didactiek 1

KT VT did 1 Cijfer: min. 5,5

P1 P2

Orientatie op onderwijs (gkb1) (2,5 stp)

ILS-Ne1-22 Periode 1 Kennistoets oriëntatie op onderwijs (GKB1)

KT oriëntatie ow

Cijfer: min. 5,5

P1 P2

Oriëntatie op het beroep van leraar periode 2 (5 stp)

ILS-Ne1-18a Periode 2 Dossier oriëntatie op het beroep van leraar: onderwijskundig perspectief Inclusief tussenbeoordeling wpl1

Dos oriëntatie beroep 1

Cijfer: min. 5,5

P2 P3

ILS-taaltoets ILS taaltoets Voldaan of Niet voldaan

P1 P3

1 Voor studenten vanaf cohort 2019-2020





Oriëntatie op het beroep van leraar periode 3 (2,5 stp)

ILS-Ne1-18b Periode 3 Dossier oriëntatie op het beroep van leraar inclusief afronding wpl1

Dos oriëntatie beroep 2

Cijfer: min. 5,5

P3 P4

Oriëntatie op de adolescent (gkb4) (2,5 stp)

ILS-Ne1-23 Periode 4 Kennistoets Oriëntatie op de adolescent GKB4

KT oriëntatie beroep 3

Cijfer: min. 5,5

P4 P4

Integraal handelen; Oriëntatie op het beroep (2,5 stp)

ILS-Ne1-24 Periode 4 Integrale eindtoets na periode 4: dossier integraal handelen 1

Integrale toets 1

Cijfer: min. 5,5

P4 P4


Programma- en tentamenoverzicht post propedeuse Nederlands (jaar 2)



Toetsperiode1ste

kans2de

kansDidactiek van taalvaardigheid en taalbeschouwing

(7,5 studiepunten)

ILS-Ne623/1

Periode 1, 2, 3, 4

Leertaak presentatie lesontwerp zakelijk lezen en schrijven LT lezen&schr Cijfer: min.

5,5 P2 P3

Leertaak didactiek taalbeschouwing LT taalbesch Cijfer: min. 5,5 3 P4

Leertaak presentatie lesontwerp mondelinge taalvaardigheid LTpresentatie Cijfer: min.

5,5 P4 augustus

Taal en onderwijs in maatschappelijke context

(5,0 studiepunten)

ILS-Ne624/2

Periode 1, 2, 3, 4 Dossier school en media DSschoolmedia Cijfer: min.

5,5 P4 augustus

Leertaak presentatie onderwijsontwikkelingen LTpresentatie Cijfer: min.

5,5 P4 augustus

Toegepaste taalkunde

(7,5 studiepunten)

ILS-Ne625/1

Periode 1 en 2 Kennistoets pragmatiek KTpragmatiek Cijfer: min.

5,5 P1 P2

Kennistoets taalverwerving en NT2 KTtaalverwerv Cijfer: min. 5,5 P1 P2

Kennistoets NT2-didactiek KT NT2 did Cijfer: min. 5,5 P2 P3

Taalassistentschap NT2 Taalass NT2 Voldaan P2 P3Passend taalonderwijs

(7,5 studiepunten)

ILS-Ne626/1

Periode 1, 2, 3, 4 Leertaak feedback taal en zorg LT taal&zorg Cijfer: min.

5,5 P4 P4

Kennistoets didactiek spelling2 KT did Spell Cijfer: min. 5,5 P2 P3

Leertaak presentatie didactiek spelling3 LTpresentatie Voldaan P1 P2

Kennis- en vaardigheidstoets taal en zorg KT&vdht T&Z Cijfer: min.

5,5 P4 P4

Taal en verbeelding en didactiek

ILS-Ne627/2

Periode 1, 2, 3

Leertaak ontwerpen bijdrage jeugdliterair tijdschrift LTtijdschift Cijfer: min.

5,5 P3 P4

Kennistoets poëzieanalyse en -didactiek

KT poezie ana Cijfer: min. 5,5

P3 P4

2 Voor studenten van cohort 2018-2019 en eerder3 Idem




Toetsperiode1ste

kans2de

kans(7,5 studiepunten) Leertaak presentatie lessenserie

poëziedidactiek LTpoezie did Voldaan P4 P4

Kennistoets literatuurgeschiedenis 1 KT litgesch 1 Cijfer: min. 5,5 P1 P2

Kennistoets literatuurgeschiedenis 2 KT litgesch 2 Cijfer: min. 5,5 P2 P3

Internationale jeugdliteratuur 1(2,5 studiepunten)

ILS-Ne641 Periode 2Fictieblog LT leeslogb Cijfer: min.

5,5 P2 P3

Leren over Leren (GKB5&6) (7,5 studiepunten)

ILS-Ne642 Periode 1 en 2 Kennistoets leren over leren KTlerler Cijfer: min.

5,5 P2 P3

Leertaak persoonlijk beroepsbeeld LT beroepsb Cijfer: min. 5,5 P2 P3

Vaardigheidstoets Drama 2 VT Drama 2 Cijfer: min. 5,5 P1 P2

Vaardigheidstoets Spreken voor de klas VT Spreken V P1-44 P1-45

Leren begeleiden (GKB7&8)

(7,5 studiepunten)

ILS-Ne643 Periode 3 en 4 Leertaak leren met ICT LT ICT Cijfer: min.

5,5 P4 P4

Eindbeoordeling WPL2A Eindbeo wpl2A Cijfer: min. 6,0 P4 N.v.t.

Leertaak positief leef- en leerklimaat LT pos L&L Cijfer: min. 5,5 P4 P4

Didactiek 2 en onderzoek

(7,5 studiepunten)

ILS-Ne635/1

Periode 3 en 4

Dossier didactiek 2 DS vakdid Voldaan P4 P4

Leertaak verslag onderzoek leergang LT leergang Cijfer: min. 5,5 P4 August

us

4 Afhankelijk van wanneer de lessen ‘spreken voor de klas’ geroosterd worden5 Afhankelijk van wanneer de lessen ‘spreken voor de klas’ geroosterd worden




Tentaminering Code Alluris

Cijfer / Ven eis

Toetsperiode1ste

kans2de

kansTaal over de grenzen

(7,5 studiepunten)

ILS-Ne636/1 Periode 1 Kennistoets interculturele gespreksvoering

KT intercult

Cijfer: min. 5,5 P1 P2

Leertaak wereldtaalkunde LT wereldtaal


Leertaak internationale (jeugd-)literatuur 2

LT int. jeugd 2


Integraal Handelen in de beroepspraktijk 2

(22,5 studiepunten)

ILS-Ne637/2 periode 1 en 2

Integrale toets

Deeltoetsen Eindbeoordeling wpl 2B

Eindbeo WPL2B

Cijfer min 6,0

P2 N.v.t.

Dossier leertaken onderwijskunde LT OWK Cijfer: min.

5,5 P2 P3

Leertaak Leren en lesgeven met ICT DS lesg ICT Cijfer: min.

5,5 P1 P2

Kennistoets Taalontwikkelend lesgeven

KT Tvgl Cijfer: min. 5,5 P1 P2

Leertaak studentassistentschap

LT stud. ass Voldaan N.v.t. N.v.t.

Didactiek 3: Leertaak lessenserie (onderzoeksleertaak)

LT onderzoek





Afstudeerrichting Tentaminering Code Alluris Cijfer / V en eis

ToetsperiodeHAVO/VWO VMBO/MBO 1e kans 2e kans

Integraal handelen in de beroepspraktijk 3

(30 studiepunten)

ILS-Ne640/2 Periode 1, 2, 3 en 4

Integrale toetsing

Portfoliobeoordeling integraal handelen 3 Pfbeo wpl3 Cijfer:

min. 5,5 P3-P4 P3-P4

Eindbeoordeling wpl 3 Eindbeo wpl3 Cijfer: min 6.0 P1 - P4 N.v.t.

Landelijke Kennistoets Nederlands(Alleen voor studenten die in 2011 of later zijn gestart met de opleiding)

LKT Ned Cijfer min 6,0

nov/dec mei/juni

Leertaak vakdidactiek; toetsing LT vakdid Voldaan P2 P3

Leertaak differentiëren owk LT diff owk Voldaan P2 P3

Onderzoek eindfase

(15 studiepunten)

ILS-Ne639 Periode 1, 2, 3 en 4

Onderzoek eindfase Oz verslag Cijfer min 5,5 P4 P4

Taal en School

(15 studiepunten)

ILS-Ne638/2 Periode 1, 2, 3 en 4

Dossier vrije ruimte incl. voorbereiden afstuderen DS vrije rui V N.v.t. N.v.t.

Dossier taalbeleid en taalgericht vakonderwijs DS taalbeleid Cijfer: min

5,5 P3 P4


9.1 OWE’s en modules van de propedeuse, inclusief keuze OWE’s

Algemene informatieNaam OWE Leesvaardigheid 1Code OWE ILS-Ne1-1

Onderwijsperiode Semester 1, periode 1

Studiepunten 2,5

Studielast in uren Leesvaardigheid 1: 16 lesuren in periode 1

Onderwijstijd (contacturen) De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.

Ingangseisen OWE (in categorieën)

N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze cursus werkt de student aan zijn eigen leesvaardigheid middels het lezen van

verschillende tekstsoorten (informerend, beschouwend en betogend) over tal van onderwerpen. De diverse leesstrategieën zullen hierbij centraal staan. Verder oefent de student in het analyseren van zakelijke teksten. Daarnaast wordt in deze OWE aandacht besteed aan uitbreiding van de woordenschat van de student.

Eindkwalificaties (beoogde leerresultaten)

Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Vakinhoudelijke bekwaamheid

Samenhang Deze OWE maakt deel uit van de leerlijn taalvaardigheid en hangt inhoudelijk samen met Leesvaardigheid 2, Schrijfvaardigheid 1 en 2, en Mondelinge Taalvaardigheid.

Kennisbases Subdomein Aspect

Kennisbasis Nederlands 2.1 Taalvaardigheid: leesvaardigheid

2.1.1 Teksten en tekstkenmerken2.1.2 Leesproces en leesstrategieën

Deelnameplicht onderwijs N.v.t.

Maximum aantal deelnemers

N.v.t.

Activiteiten en/of werkvormen

Werkcolleges. Tijdens de lessen zullen de studenten veelal in subgroepen teksten lezen en analyseren op taalgebruik en functie. Aan de hand van bestaande teksten zullen de studenten in subgroepen leesstrategieën leren toepassen. In duo’s en/of groepen worden teksten aan elkaar voorgelegd om de structuur en het bouwplan van de tekst te achterhalen.

Verplichte literatuur / Beschrijving ‘leerstof’

Oefenmaterialen en artikelen worden aangeboden via OnderwijsOnline.

Verplichte software / verplicht materiaal

-

Eigen financiële bijdrage -

TentamineringNaam en code

(deel)tentamen Kennis- en vaardigheidstoets leesvaardigheid 1Leesvdh 1

Beoordelingscriteria Analyseren van twee aangereikte teksten conform de methodiek die in de colleges is aangereikt. Het beantwoorden van vragen over inhoud en structuur over diezelfde teksten.

Vorm(en) tentamen en deeltentamens

Kennistoets

Weging deeltentamen 1

Minimaal oordeel 5,5

Tentamenmomenten 1 en 2

Aantal examinatoren bij individuele tentamenvorm

1

Toegestane hulpmiddelen -

Wijze van aanmelden voor tentamen /

aanmeldingstermijn

Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de aanmeldingstermijn.

Nabespreking en inzage Conform regelgeving in OER


Algemene informatieNaam OWE Leesvaardigheid 2Code OWE ILS-Ne1-2


Studiepunten 2,5

Studielast in uren Leesvaardigheid 1: 24 lesuren in periode 1

Onderwijstijd (contacturen) De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Deze cursus borduurt voort op leesvaardigheid 1. De studenten hebben in

Leesvaardigheid 1 o.a. geleerd een structuuranalyse te maken van zakelijke teksten en de teksten samen te vatten (bouwplan). In deze cursus staat de aanvaardbaarheid van redeneringen in betogende, zakelijke teksten centraal. De studenten leren welke factoren de aanvaardbaarheid van de teksten bepalen en leren argumentatiestructuren te analyseren en te beoordelen.


Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Vakinhoudelijke bekwaamheid

Samenhang Deze OWE is het vervolg op Leesvaardigheid 1 maakt deel uit van de leerlijn taalvaardigheid.


Kennisbasis Nederlands 2.1 Taalvaardigheid: leesvaardigheid

2.5 Taalvaardigheid: documenteren

2.1.1 Teksten en tekstkenmerken2.1.2 Leesproces en leesstrategieën

2.5.1 Gebruik en beoordelen van bronnen



N.v.t.


Werkcolleges.


Braas, C., Geest, E. van der & Schepper, A. de. (2015). Taaltopics Argumenteren. Denk kritisch, adviseer overtuigend. (vierde druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. ISBN 9789001809485Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Kennis- en vaardigheidstoets leesvaardigheid 2Leesvdh 2

Beoordelingscriteria De student maakt een tentamen waarin hij aantoont dat hij in staat is om een betogende tekst te analyseren en te interpreteren en daarbij blijk geeft van kennis van argumentatieve vaardigheden. Argumentatieve vaardigheden worden daarnaast getoetst door middel van korte analyseoefeningen.



Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Algemene informatieNaam OWE Schrijfvaardigheid 1Code OWE ILS-Ne1-3


Studiepunten 2,5

Studielast in uren 70

Onderwijstijd (contacturen) Schrijfvaardigheid 1: 16 lesuren in periode 2 De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid werkt de student aan het verbeteren van zijn eigen

schrijfvaardigheid. Daarnaast komen theoretische concepten uit de kennisbasis aan de orde.Schrijfvaardigheid 1 borduurt voort op datgene wat bij Leesvaardigheid 1 aan de orde is gekomen: aandacht voor schrijfstrategieën, oriëntatie op de schrijfopdracht en het maken van een schrijfplan. Het programma werkt toe naar een lange tekst als eindopdracht, waarbij aandacht is voor schrijven en herschrijven op basis van peer review en voor het verzamelen en selecteren van de benodigde informatie. Daarnaast is er aandacht voor correct, begrijpelijk en boeiend taalgebruik en voor stijlfiguren.De cursus wordt afgesloten met een eindtekst met bijbehorend dossier.


Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Vakinhoudelijke bekwaamheid Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Deze OWE maakt deel uit van de leerlijn taalvaardigheid.

Kennisbases Subdomein Omschrijving en/of toelichting

Kennisbasis Nederlands 2.2 Schrijfvaardigheid Schrijfproces en schrijfstrategieënTheorieën over het schrijfproces en schrijfvaardigheid; samenhang tussen tekstopbouw en structuur; strategieën bij het schrijven: zoals de oriëntatie op de taak, sturing van het proces (schrijfplan maken, informatie verwerven, verwerken en verstrekken), feedback op proces en product (inclusief herschrijven); stijlkenmerken: zoals het verschil formeel- informeel taalgebruik, redundantie, aandacht voor lay-out, interpunctie en tekstverzorging; inzicht in problemen bij de uitvoering van het schrijfproces; zoals een te geringe woordenschat, stijlproblemen, zinsbouwfouten, structureerproblemen; schrijfblokkades.



N.v.t.



Werkcolleges: studenten beoordelen teksten op opbouw, inhoud en taal. Aan de hand van oefeningen wordt gewerkt aan correct en boeiend taalgebruik. Daarnaast oefenen studenten met schrijfstrategieën. Deze strategie zal geëvalueerd worden in subgroepen. Ook worden bouwplannen en zelfgeschreven teksten in subgroepen besproken en zal de student zijn eigen tekst herschrijven.


Heur, A. van & Kolen, B. (2019). Tekstzinnig. Kritisch denken, zoeken en schrijven in het hbo. Bussum: Coutinho. ISBN 978 90 469 0646 0.Eventueel extra oefenmaterialen en artikelen. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Schrijfvaardigheid 1DS schrijfvdh 1

Beoordelingscriteria De student laat in een schrijfportfolio aan de hand van een aantal geschreven en herschreven teksten plus bijbehorende opdrachtuitwerkingen zien dat hij kennis heeft van de essentiële aspecten van het schrijfproces en dat hij individueel en middels peer review kan reflecteren op zijn eigen schrijfproces en schrijfvaardigheid. De student schrijft tevens voor zijn portfolio een informatieve eindtekst van circa 1200 woorden waarvan de tweede versie na peer review beoordeeld wordt op inhoud, structuur, stijl, publiekgerichtheid en tekstverzorging.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn




Algemene informatieNaam OWE Schrijfvaardigheid 2Code OWE ILS-Ne1-4


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Schrijfvaardigheid 2: 16 lesuren in periode 4 De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid werkt de student aan het verbeteren van zijn eigen

schrijfvaardigheid. Daarnaast komen theoretische concepten uit de kennisbasis aan de orde.De cursus borduurt voort op het onderdeel argumentatie van Leesvaardigheid 2 en besteedt daarnaast aandacht aan formuleer- en stijlkwesties bij het schrijven. Studenten leren argumentatie toepassen in betogende teksten op basis van opdrachten en door het schrijven en herschrijven op basis van peer review van een lange betogende tekst. De lange tekst is gebaseerd op documentatie.



Samenhang Deze OWE maakt deel uit van de leerlijn taalvaardigheid.


Kennisbasis Nederlands 2.2 Taalvaardigheid: Schrijfvaardigheid

Schrijfproces en schrijfstrategieënTheorieën over het schrijfproces en schrijfvaardigheid; samenhang tussen tekstopbouw en structuur; strategieën bij het schrijven: zoals de oriëntatie op de taak, sturing van het proces (schrijfplan maken, informatie verwerven, verwerken en verstrekken), feedback op proces en product (inclusief herschrijven); stijlkenmerken: zoals het verschil formeel- informeel taalgebruik, redundantie, beeldspraak, uitdrukkingen, zegswijzen en spreekwoorden; aandacht voor lay-out, interpunctie en tekstverzorging; inzicht in problemen bij de uitvoering van het schrijfproces; zoals een te geringe woorden-schat, stijlproblemen, zinsbouwfouten, structureerproblemen; schrijfblokkades.



N.v.t.


Werkcolleges

Verplichte literatuur / Braas, C., Geest, E. van der & Schepper, A. de. (2015). Taaltopics Argumenteren.


Beschrijving ‘leerstof’ Denk kritisch, adviseer overtuigend! (4e druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. ISBN 9789001809485Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Schrijfvaardigheid 2DS schrijfvdh 2

Beoordelingscriteria De student laat in een dossier aan de hand van een aantal geschreven en herschreven teksten plus bijbehorende opdrachtuitwerkingen zien dat hij kennis heeft van het schrijven van een betogende tekst en dat hij individueel en middels peer review kan reflecteren op zijn eigen schrijfproces en schrijfvaardigheid. De student schrijft tevens voor zijn portfolio een betogende eindtekst van circa 1200 woorden, gericht op lezers van een kwaliteitskrant of een opinietijdschrift, waarvan de tweede versie na peer review beoordeeld wordt op inhoud en kwaliteit van de argumentatie, teksten argumentatiestructuur, zinsbouw en woordkeus, publiekgerichtheid (retorische middelen) en correct en kritisch bronnengebruik.


Leertaak



Tentamenmomenten 4


1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Mondelinge taalvaardigheidCode OWE ILS-Ne1-5


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) In periode 4 worden zeven colleges van drie lesuren aangeboden. De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid werkt de student aan het verbeteren van zijn of haar eigen

mondelinge taalvaardigheid. Daarnaast komen theoretische concepten uit de kennisbasis aan de orde. Hoewel de onderwijseenheid algemene communicatie en communicatietheorie als startpunt heeft, komt het zwaartepunt al snel te liggen bij debat en dialoog, anders gezegd bij gespreksvormen waarin discussie centraal staat. De studenten werken uiteindelijk toe naar het voeren van een debat over een onderwijs- of vakgerelateerd onderwerp.


Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificatie(s): Vakinhoudelijke bekwaamheid

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn taalvaardigheid. Er is samenhang met de eenheden leesvaardigheid 2 (waar studenten documentatiemateriaal verzamelen dat zij gebruiken voor het debat en waar zij zich verdiepen in argumentatietheorie) en schrijfvaardigheid 2 (waar studenten een betoog schrijven).


Kennisbasis Nederlands 2.4 Mondelinge taalvaardigheid en presenteren.

2.4.1 Gespreks- en spreekvormenArchetypen: monoloog, dialoog en polyloog; voor opleiding en maatschappelijk functioneren relevante spreek- en gespreksvormen en hun typerende kenmerken: waaronder presentatie, discussie, debat en vergaderingen.

2.4.2 Gespreksanalyse en strategieën gespreksvaardigheden; argumentatievaardigheden.



N.v.t.


Werkcolleges


Mondelinge taalvaardigheid:Geer, P. van der. (2011). Effectief in debat en dialoog. Groningen/Houten: Noordhoff ISBN 9789001802400Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt


aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Mondelinge taalvaardigheidMond taalvdh

Beoordelingscriteria De student kan declaratieve (zoals eisen aan deugdelijke argumenten en deugdelijke redenaties) en procedurele kennis (zoals eisen debatstelling, opbouw debat, standaardvragen) op adequate wijze toepassen tijdens een beleidsdebat. De student kan bijvoorbeeld tijdens het debat zijn standpunt formuleren en verdedigen, eigen argumenten ondersteunen, diverse type argumenten hanteren, tegenargumenten aanvallen, diverse redeneervormen toepassen, drogredenen herkennen en hier passend op reageren. Overige aandachtspunten zijn: tactiek, interactie, overtuigingskracht, publieksgerichtheid.


praktijktentamen: debat



Tentamenmomenten 2 (kans 1 en kans 2 aan het einde van periode 4)


2

Toegestane hulpmiddelen Documentatiemateriaal voor debat


aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE SpellingCode OWE ILS-Ne1-6

Onderwijsperiode Semester 1, periode 1 en 2

Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) In periode 1 worden er zeven colleges aangeboden van 2 lesuren. In periode 2 worden er zeven remedial-colleges aangeboden (van 2 lesuren) voor studenten die het tentamen niet met voldoende resultaat hebben afgesloten.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Als docent Nederlands dien je foutloos te kunnen spellen. In deze cursus leren de

studenten de basisbeginselen van de Nederlandse spelling, de geschiedenis van de spelling en het kunnen toepassen van alle spellingregels (werkwoordspelling en overige spelling).



Samenhang Deze OWE hangt onder andere samen met schrijfvaardigheid 1 en 2 en het werkplekleren.


Kennisbasis Nederlands 2.2 Schrijfvaardigheid 2.2.3 Tekstverzorging-Interpunctie-spellingregels

3.2 Taalsysteem 3.2.4 Het taalsysteem en spelling: orthografie-Beginselen van de Nederlandse spelling;- Foneem-grafeemkoppeling.



N.v.t.


Werkcolleges.


Schryver, J. de & Neijt, A. (2010). Handboek Spelling. Mechelen: Wolters Plantyn, ISBN 978-90-301-0581-7.Schryver, J. de & Neijt, A. (2010). Oefenboek Spelling. Mechelen: Wolters Plantyn, ISBN 978-90-301-7536-0.Studentenpakket: Handboek Spelling en Oefenboek Spelling. ISBN: 9030193239.Westen, W. van der (2005). Welgespeld. Bussum: Coutinho. ISBN 978-9062834709

Extra (oefen)materialen worden aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Kennis- en vaardigheidstoets spellingKT spelling

Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van de subdomeinen 2.2.3 en 3.2.4 zoals beschreven


op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE TaalkundeCode OWE ILS-Ne1-7a


Studiepunten 2,5

Studielast in uren 140 uur

Onderwijstijd (contacturen) Periode 1 en 2Taalkunde: 28 lesuren in periode 1 en 2

De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Als docent moet je in staat zijn het taalgebruik en de taalproductie van je leerlingen

op waarde te schatten en af te zetten tegen de standaardnorm. Deze OWE gaat in op de aard van die standaardnorm, de afwijkingen erop en veranderingen erin, de zinsbouw en analyse daarvan.

TaalkundeAan bod komen o.a. het ontstaan van taal en het taalsysteem: fonologie, fonetiek, morfologie, syntaxis en semantiek.



Samenhang Deze OWE vormt samen met de vakken Taalvariatie en Pragmatiek een introductie in de taalwetenschap. Het is de eerste kennismaking met het vak Taalkunde. In het tweede jaar wordt hier een vervolg aan gegeven met een Taalkunde onderzoek en met het vak taalbeschowuingsdidactiek.

Kennisbases Domein/subdomein Aspect

Generieke kennisbasisKennisbasis Nederlands

6. De professionele docent3.1 Taal en communicatie3.2 Taalsysteem

6.2 Doen van onderzoekOntwikkelen onderzoekende houding. Onderzoekbare vraagstelling. Enkele instrumenten voor dataverzameling en dataverwerking. Bronnen selecteren en raadplegen. Rapporteren en delen.

3.1.1 Eigenschappen van natuurlijke talen. Verschillen en overeenkomsten tussen natuurlijke talen.

3.2.1 Spraakklanken en klanksysteem (van het Nederlands). (Morfo)fonologische kenmerken en processen.

3.2.2 Representatie van woordkennis. Typen woorden. Betekenisrelaties. Principes van woordvorming.

3.2.3 (Functies van ) woordgroepen. Typen zinnen. Zinsvolgorde.


Maximum aantal N.v.t.


deelnemersActiviteiten en/of werkvormen

Werkcolleges waarin de student theorie krijgt aangeboden over taalkunde (welke voorafgaand aan het college door de student zelf thuis is bestudeerd) en oefent om de stof te laten beklijven (aan de hand van opdracht uit het boek en opdrachten aangedragen door de docent). Werkcolleges over het uitvoeren van een taalkundeonderzoek rond een thema uit de colleges. Er zal geoefend worden met het formuleren van een onderzoeksvraag, het theoretisch onderbouwen van de onderzoeksvraag, het gebruikmaken van verschillende perspectieven in de oordeelsvorming, het beargumenteerd onderbouwen van eigen meningen en opvattingen, alsmede het antwoord op de onderzoeksvraag.


TaalkundeBaker, A.E., Don, J. & Hengeveld, K. (red) (2012). Taal en taalwetenschap. 2e Editie. Oxford: Blackwell. ISBN 9780470672136


-



(deel)tentamen Kennistoets taalkundeKT taalkunde

Beoordelingscriteria De student beheerst alle bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis.


kennistoets





1

Toegestane hulpmiddelen geen


aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE TaalvariatieCode OWE ILS-Ne1-8


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Periode 4: 16 lesuren

De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze cursus maakt de student kennis met de geschiedenis van het Nederlands, de

varianten binnen het Nederlands en de hieraan gerelateerde taalveranderingen in het Nederlands. Onderwerpen die aan bod komen zijn: verschillen en overeenkomsten tussen talen, taalfamilies, taal en dialect, sociolinguïstiek (waaronder regionale en sociale taalvariatie, groepstalen en jongerentaal), attitudes t.a.v. taalverandering en taalgeschiedenis. De cursus wordt voor een belangrijk deel onderbouwd met verwijzingen naar recent taalvariatieonderzoek. Hierbij maakt de student impliciet kennis met onderzoeksbenaderingen in de (socio)linguïstiek en met het toenemende belang hierin van taalcorpora op het internet.



Samenhang Deze OWE hangt samen met Taalkunde, omdat bij taalvariatie dezelfde domeinen (fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek, lexicologie en syntaxis) een rol spelen.


Kennisbasis Nederlands 3.1 Taal en communicatie3.4 Talen en taalgemeenschap

3.1.1 Verschillen en overeenkomsten tussen natuurlijke talen. Relatie taal en cultuur. Relatie taal en denken.3.4.1 Nederlandse taalvarianten en factoren in taalvariatie. Taalattitudes. Factoren en processen in taalverandering. Taalgeschiedenis.



N.v.t.


Werkcolleges


Baker, A.E., Don, J. & Hengeveld, K. (red) (2012). Taal en taalwetenschap. 2e Editie. Oxford: Blackwell. ISBN 9780470672136Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-


Tentaminering


Naam en code (deel)tentamen

Kennistoets taalvariatieKT taalvar

Beoordelingscriteria In de studiewijzer worden criteria per deeltentamen beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de Dublindescriptoren (professionele standaard) en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.

DublindescriptorenKennis en inzicht - Toepassen van kennis en inzicht – Oordeelsvorming - CommunicatieLeervaardigheden


Kennistoets



Tentamenmomenten P4 en P4


1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE ZinsontledingCode OWE ILS-Ne1-9


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) In periode 1 worden er zeven colleges aangeboden van 2 lesuren. In periode 2 worden er zeven remedial-colleges aangeboden (van 2 lesuren) voor studenten die het tentamen niet met voldoende resultaat hebben afgesloten.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid leert de student hoe hij of zij redekundig zinnen moet

ontleden. Enerzijds gebeurt dit vanuit de traditie van de schoolgrammatica, anderzijds vanuit nieuwe benaderingen van grammatica zoals de semantische en inductieve aanpak. De student leert enerzijds te analyseren (dus binnen zinnen de constituenten aan te wijzen en deze van naam te voorzien) en anderzijds te synthetiseren (dus nieuwe zinnen te maken of op basis van grammaticale opdrachten zinnen van structuur te veranderen, of dubbelzinnigheid in zinnen grammaticaal te verklaren).



Samenhang Deze OWE past in de leerlijn taalbeschouwing. Er is duidelijke samenhang met de eenheid woordbenoemen. Tevens is deze eenheid een belangrijke voorloper van de eenheid didactiek taalbeschouwing in de hoofdfase.

Kennisbases Subomein Aspect

Kennisbasis 3.2 Taalsysteem 3.2.3. Zinnen zinsvorming en zinsbetekenis, syntaxis en semantiek



N.v.t.


Hoor- en werkcolleges


Al het verplichte materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.





(deel)tentamen Kennistoets zinsontledingKT zinsontl

Beoordelingscriteria De student maakt een tentamen dat bestaat uit twee delen. Het eerste deel, analyse, bestaat uit zinnen die door de student redekundig dienen te worden ontleed. Het tweede deel, synthese, bestaat uit diverse opdrachten waarbij studenten zelf zinnen moeten bouwen, bestaande zinnen moeten aanpassen of uitbreiden of waarin zij door redekundig te ontleden de dubbelzinnigheid van een zin moeten aantonen.



Kennistoets



Tentamenmomenten periode 1 (kans 1) en periode 2 (kans 2)


1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE WoordbenoemenCode OWE ILS-Ne1-10


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) In periode 3 worden er zeven colleges aangeboden van 2 lesuren.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid leert de student hoe hij of zij taalkundig zinnen moet

ontleden. Enerzijds gebeurt dit vanuit de traditie van de schoolgrammatica, anderzijds vanuit nieuwe benaderingen van grammatica zoals de semantische en inductieve aanpak. De student leert enerzijds te analyseren (dus binnen zinnen de woorden te benoemen) en anderzijds te synthetiseren (dus zinnen te maken op basis van een bepaalde volgorde aan woordsoorten of een bepaald woord op twee manieren in een zin te gebruiken).


Vakinhoudelijke bekwaamheid

Samenhang Deze OWE past in de leerlijn taalbeschouwing. Er is duidelijke samenhang met de eenheid zinsontleding. Tevens is deze eenheid een belangrijke voorloper van de eenheid didactiek taalbeschouwing in de hoofdfase.


Kennisbasis nederlands 3.2 Taalsysteem 3.2.3 Zinnen zinsvorming en zinsbetekenis, syntaxis en semantiek



Niet van toepassing


Hoor- en werkcolleges





Eigen financiële bijdrage


(deel)tentamen Kennistoets woordbenoemenKT woordben

Beoordelingscriteria De student maakt een tentamen dat bestaat uit twee delen. Het eerste deel, analyse, bestaat uit een tekst met daarin onderstreepte woorden die door de student taalkundig dienen te worden benoemd. Het tweede deel, synthese, bestaat uit diverse opdrachten waarbij studenten zinnen moeten bouwen op basis van reeksen woordsoorten of waarin zij een bepaald woord op een andersoortige manier moeten gebruiken in verschillende zinnen.


Kennistoets




Tentamenmomenten periode 3 (kans 1) en periode 4 (kans 2)


1

Toegestane hulpmiddelen Legenda die bij het tentamen wordt verstrekt.


aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Onderzoek adolescentenCode OWE ILS-Ne1-11


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Onderzoek adolescenten: 16 lesuren in periode 3 en 4De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student leert de onderzoekscyclus toe te passen aan de hand van een onderwerp

rondom adolescenten en het lezen van fictie. Doelen uit de leerlijn onderzoek die binnen deze cursus gehaald moeten worden zijn: De student: kan het nut van theorie bij onderzoek uitleggen. kan de betrouwbaarheid van bronnen bepalen en dit toelichten. kan relevante literatuur voor zijn onderzoek raadplegen. kan relevante theorie in zijn onderzoek verwerken. weet op welke manier onderzoek een rol speelt in het primaire proces (hier: bij

het analyseren van de beginsituatie). kan met de praktijkgerichte onderzoekscyclus werken (hier: de fases oriënteren,

richten, verzamelen en presenteren). kan een enquête opstellen. kan een enquête afnemen. kan kritisch naar resultaten van zijn eigen onderzoek kijken. kan het onderzoek zowel mondeling als schriftelijk communiceren met

belangstellenden.Het onderzoeksonderwerp is gekoppeld aan het onderwerp van het vak Jeugdliteratuur en betreft een onderwerp dat te maken heeft met de leessmaak van leerlingen van het voortgezet onderwijs en het mbo. Bij dit onderdeel wordt tevens aandacht besteed aan kwalificatie 2 (informatievaardigheden) van de leerlijn Leren en lesgeven met ICT.



Samenhang Onderzoek adolescenten maakt deel uit van de leerlijn onderzoek. Er is samenhang met de leerlijn ICT: studenten hebben informatievaardigheden nodig om bronnen voor het theoretisch kader te zoeken. Daarnaast is er samenhang met het vak jeugdliteratuur: het centrale onderwerp van het onderzoek is lezen van fictie. Bij onderzoek naar adolescenten komen de studenten voor het eerst grondig in aanraking met de onderzoekcyclus en alle aspecten die daarbij komen kijken. Op basis van literatuur over praktijkgericht onderzoek maken zij kennis met zaken als probleemstelling, theoretisch kader, onderzoeksmethode, dataverzameling, data-analyse, conclusie en discussie.

Kennisbases Domein Subdomein

Generieke kennisbasis 6. Professionele docent 6.2 Doen van onderzoekOntwikkelen onderzoekende houding. Onderzoekbare vraagstelling. Enkele instrumenten voor dataverzameling en dataverwerking. Bronnen selecteren en raadplegen. Rapporteren en delen.




N.v.t.


WerkcollegesTijdens de colleges wordt de theorie uit het boek ‘Praktijkonderzoek in de school’ gekoppeld aan de onderzoeken van de studenten. De student past de theorie (die vooraf thuis bestudeerd is) tijdens de colleges toe op het eigen onderzoek. De docent adviseert de studenten tijdens de bijeenkomsten over het onderzoek.


Donk, C. van der & B. van Lanen (2016). Praktijkonderzoek in de school, Bussum: Coutinho. ISBN 978 90 469 0513 5.


-



(deel)tentamen Leertaak onderzoek adolescentenLT-oz adolesc

Beoordelingscriteria De student presenteert zijn onderzoek middels een posterpresentatie. De student laat hierin zien dat hij een vraag op het gebied van de leessmaak van adolescenten kan beantwoorden door een systematische en onderzoeksmatige manier van werken (de onderzoekscyclus). Het betreft een samenwerkingsopdracht in groepen van 2 tot 4 studenten, maar elke student wordt individueel beoordeeld op het proces.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Didactiek spellingCode OWE ILS-Ne1-21

Onderwijsperiode Periode 3 en 4

Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Didactiek spelling: 48 lesuren in periode 1 en 2 De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


Didactiek spelling: Voor deelname aan tentamen de OWE Spelling met voldoende hebben afgesloten.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Didactiek spelling

De student is in staat om op didactisch verantwoorde wijze een spellingles(onderdeel) voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. Specifiek komen aan de orde:

- Aansluiting spellingonderwijs basisonderwijs - voortgezet onderwijs - Spelling in mbo - Spelling en doorlopende leerlijnen Nederlands - Analyse en beoordeling van de spellingaanpak in een methode;

spellingregels; spellingstrategieën; instructieprincipes - Behandeling werkwoordspelling: regels, analogie, algoritmen, hulpstrategie

In de colleges van periode 1 wordt de spellingvaardigheid van de student opgefrist. Studenten kiezen onderwerpen die ze nog niet goed (genoeg) onder de knie hebben, bereiden die voor elkaar voor. In de nabespreking staat de gekozen didactiek centraal. In periode 2 wordt ingezoomd op het spellingonderwijs in vo en mbo. De student onderzoekt de plaats en aanpak van spelling in leergangen en in aanvullend materiaal. De geschiktheid van digitaal materiaal en de eisen waaraan dat moet voldoen voor de verschillende schooltypes komt nadrukkelijk aan de orde.

Eindkwalificaties In deze onderwijseenheid wordt gewerkt aan de startkwalificatie: Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Het onderdeel Didactiek spelling veronderstelt als basis een goede spellingvaardigheid en bouwt verder op het onderdeel Spelling van Taalvaardigheid 1. Didactiek spelling: Dit vak sluit aan bij de ICT-leerlijn: de studenten onderzoeken de mogelijkheden met digitaal lesmateriaal. Taal en zorg: Dit vak sluit aan bij de leerlijn onderzoek en de leerlijn ICT. De student brengt op onderzoeksmatige wijze spelling- en leesproblemen bij leerlingen in kaart en onderzoekt de mogelijkheden tot digitale ondersteuning.

Kennisbases Domein Concept(en)

Kennisbasis Nederlands 2.2.4 Didactiek van schrijfvaardigheid

Functioneel spellingonderwijs

1.4.1 Didactiek taalvaardigheid, taalbeschouwing en fictie.

Bezit kennis en begrip van de mogelijkheden tot integratie van spelling in verschillende onderdelen van het schoolvak Nederlands

3.5.1 Didactische invulling van taalbeschouwing

Heeft kennis van manieren om taalbeschouwend les te geven, gebruikt deze kennis om middelen


en materialen te selecteren in dienst van taalverzorgingsonderwijs.



Niet van toepassing


Didactiek spelling


Didactiek spelling - Huizenga, H. (2015), Spelling en didactiek, Groningen: Noordhoff Uitgevers,

ISBN 978-90-01-87649-4 - Aanvullend: door de docent digitaal aangereikte literatuur


N.v.t.

Eigen financiële bijdrage N.v.t.


(deel)tentamen Kennistoets didactiek spellingKT did Spell

Beoordelingscriteria De student is in staat om op didactisch verantwoorde wijze een spellingles (onderdeel) voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. De student geeft er blijk van de theorie over Didactiek spelling te kunnen koppelen aan de praktijk. De student kan vaktaal correct interpreteren en hanteren.


kennistoets





1

Toegestane hulpmiddelen N.v.t.


aanmeldingstermijn




Leertaak presentatie didactiek spellingLTpresentatie

Beoordelingscriteria De student geeft er blijk van materiaal uit de praktijk (kant-en-klaar materiaal, een didactische aanpak) te kunnen beoordelen vanuit de theorie over Didactiek spelling en zijn bevindingen in een presentatie inzichtelijk te kunnen maken voor docent en medestudenten.


Leertaak

Weging deeltentamen N.v.t.

Minimaal oordeel V




1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE VerhaalanalyseCode OWE ILS-Ne1-12


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Verhaalanalyse: 24 lesuren in periode 1Leeskring: 6 lesuren in periode 1De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student leert verhalende teksten te analyseren, verwerken en bespreken ten

behoeve van de eigen literaire smaakontwikkeling.


Er wordt gewerkt aan de vakinhoudelijke bekwaamheid

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn Fictie in jaar 1 en 2 van de opleiding.


Kennisbasis Nederlands 4.1: Literatuuranalyse 4.1.1. Proza- en poëzieanalyseProza-analyse: Herkent en onderscheidt

verschillende soorten/genres epiek en dramatiek. Past een van de gangbare begrippenapparaten toe bij de analyse en evaluatie van verhalen.



N.v.t.


Werkcolleges: In de werkcolleges wordt de verhaalanalyse behandeld aan de hand van diverse literaire korte verhalen. Tevens bestudeert de student theorieën rondom het vak fictie.In een leeskring onder leiding van een student-assistent worden door de student gelezen romans besproken. Centraal staat het ontwikkelen van de literaire competentie: de student oefent met verhaalanalytische aspecten en ontwikkelt zijn leessmaak.


Boven van, Erica en Gilles Dorleijn (2013). Literair mechaniek. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789046903513Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Kennistoets verhaalanalyseverhaal anal

Beoordelingscriteria In de studiewijzer worden criteria per deeltentamen beschreven als onderdeel van


de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de Dublindescriptoren (professionele standaard) en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.DublindescriptorenKennis en inzicht - Toepassen van kennis en inzicht – Oordeelsvorming - CommunicatieLeervaardigheden


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Literaire competentieCode OWE ILS-Ne1-13


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Literaire competenties: 24 lesuren in periode 2Leeskring: 6 lesuren in periode 2De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Een docent Nederlands moet op de hoogte zijn van de laatste literaire

ontwikkelingen en voldoende leeservaring hebben. In deze cursus wordt daarom de kennis van de student op het gebied van de (laatste) literaire ontwikkelingen op niveau gebracht, voornamelijk wat betreft de literatuur voor volwassenen. Ook buitenlandse literatuur komt aan bod.



Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn Fictie in jaar 1 en 2 van de opleiding.

Kennisbases Subomein Aspect

Kennisbasis Nederlands 4.2: Literatuurgeschiedenis

4.3: Didactiek van fictie

4.2.1 Geschiedenis van de moderne letterkunde: Geschiedenis van moderne letterkunde: de Nederlandstalige literatuur vanaf 1880 tot heden.

4.3.1 Fictieonderwijs en fictiedidactiek: Opvattingen over fictieonderwijs en over vormen van fictiedidactiek



N.v.t.


Werkcolleges: De student bestudeer theorieën rondom het vak fictie en deze worden tijdens de lessen besproken. Daarbij is er aandacht voor literaire waardeoordelen.In een leeskring onder leiding van een student-assistent worden door de student gelezen romans besproken. Centraal staat het ontwikkelen van de literaire competentie: de student oefent met verhaalanalytische aspecten, met het geven van literaire waardeoordelen, met het toepassen van de theorie uit de werkcolleges en hij ontwikkelt zijn leessmaak.Als afsluiting van de cursus geeft de student in een tafelpresentatie uiting aan zijn literaire competentie en daagt hij zijn klasgenoten uit mee te denken over een fictiewerk d.m.v. een activerende werkvorm. Tevens geeft de student aan hoe hij deze activerende werkvorm in het vo/mbo kan inzetten bij het vormgeven en invullen van een les fictie.



Bolscher, I. e.a. (2005). Literatuur en fictie, een didactische handreiking voor het v.o. , Leidschendam: Biblion, ISBN 9789054835271Boven van, Erica en Gilles Dorleijn (2013). Literair mechaniek. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789046903513Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Leertaak tafelpresentatieLT tafelpres

Beoordelingscriteria De student is in staat een tafelpresentatie te geven waarin hij aantoont dat zijn literaire competentie op niveau is. De student wordt beoordeeld op de volgende punten: diepgang (betekenis geven), rode draad, activerende opdracht, koppeling theorie.


Leertaak



Tentamenmomenten 2


1



aanmeldingstermijn



Algemene informatie Naam OWE Jeugdliteratuur 1Code OWE ILS-Ne1-14a


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen)

Jeugdliteratuur: 16 lesuren in periode 3Workshop creatief schrijven: 12 lesuren in periode 3De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Een docent dient op de hoogte te zijn van recent verschenen jeugdboeken om


zo zijn leerlingen beter te kunnen adviseren bij hun boekkeuze en zo het lezen te bevorderen. In deze cursus leest de student om die reden een aantal (vertaalde) jeugdboeken en maakt hij kennis met de achtergronden van de jeugdliteratuur. Tijdens de cursus zoekt de student diverse bronnen in het kader van het onderzoek naar de leessmaak van leerlingen van het voortgezet onderwijs en het mbo, dat gedaan wordt in het kader van de onderwijseenheid Taalbeschouwing en onderzoek (ILS-Ne621). Tijdens de workshops onder leiding van een student-assistent krijgt de student ervaring in (de didactiek van) het creatief schrijven.



Samenhang Deze onderwijseenheid is onderdeel van de leerlijn fictie. Daarnaast hangt deze onderwijseenheid deels samen met de onderwijseenheid onderzoek adolescenten.


Kennisbasis Nederlands 4.2 Literatuurgeschiedenis 4.2.2 Geschiedenis van de jeugdliteratuur

4.3 Didactiek en fictie 4.3.1 Fictieonderwijs en fictiedidactiek

1.1. Professionele context 1.1.2 Beroepsgroep: Onderzoek vakliteratuur en internetsites

1. 4. Didactiek van het schoolvak

1.4.1 Didactiek taalvaardigheid, taalbeschouwing en fictie

2.4 Mondelinge taalvaardigheid en presenteren

2.4.1 Gespreks- en spreekvormen2.4.2 Gespreksanalyse en strategieën:

Spreek- en luisterdoelstellingen, strategieën, gespreksvaardigheden en argumentatievaardigheden.

Deelnameplicht onderwijs

Niet van toepassing


N.v.t


In de werkcolleges wordt theorie behandeld over de jeugdliteratuur. De workshops creatief schrijven vinden plaats in kleinere groepen onder begeleiding van een student-assistent.Zelfstudie.


Kamp, I. e.a. (2019). Jeugdliteratuur en didactiek, handboek jeugdliteratuur voor vo en mbo. Bussum: Coutinho, ISBN 9789046906859


-



(deel)tentamen Dossier jeugdliteratuur

DS jeugdlBeoordelingscriteria De student stelt een dossier samen waarmee hij zijn literaire competentie

aantoont. D.w.z. dat de student beoordeeld wordt op de volgende criteria:de student heeft een selectie gemaakt uit het totale jeugdboekenaanbod rekening houdend met de doelgroep; de student kan zijn leesbeleving van de


gekozen jeugdboeken verwoorden en zijn mening geven over de jeugdboeken.


Leertaak




Aantal examinatoren bij individuele

tentamenvorm

1

Toegestane hulpmiddelen

-


aanmeldingstermijn



Algemene informatie Naam OWE Jeugdliteratuur 2Code OWE ILS-Ne1-14a


Studiepunten 2,5



Jeugdliteratuur en presentaties: 12 lesuren in periode 4De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


Jeugdliteratuur 1 moet met een voldoende zijn afgerond

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Een docent dient op de hoogte te zijn van recent verschenen jeugdboeken om

zo zijn leerlingen beter te kunnen adviseren bij hun boekkeuze en zo het lezen te bevorderen. In deze cursus leest de student om die reden een aantal (vertaalde) jeugdboeken en maakt hij kennis met de achtergronden van de jeugdliteratuur. Tijdens de cursus zoekt de student diverse bronnen in het kader van het onderzoek naar de leessmaak van leerlingen van het voortgezet onderwijs en het mbo, dat gedaan wordt in het kader van de onderwijseenheid Taalbeschouwing en onderzoek (ILS-Ne621). Tijdens de workshops onder leiding van een student-assistent krijgt de student ervaring in (de didactiek van) het creatief schrijven.



Samenhang Deze onderwijseenheid is onderdeel van de leerlijn fictie. Daarnaast hangt deze onderwijseenheid deels samen met de onderwijseenheid onderzoek adolescenten.



Kennisbasis Nederlands 4.2 Literatuurgeschiedenis 4.2.2 Geschiedenis van de jeugdliteratuur

4.3 Didactiek en fictie 4.3.1 Fictieonderwijs en fictiedidactiek

1.1. Professionele context 1.1.2 Beroepsgroep: Onderzoek vakliteratuur en internetsites

1. 4. Didactiek van het schoolvak

1.4.1 Didactiek taalvaardigheid, taalbeschouwing en fictie


2.4.1 Gespreks- en spreekvormen2.4.2 Gespreksanalyse en strategieën:

Spreek- en luisterdoelstellingen, strategieën, gespreksvaardigheden en argumentatievaardigheden.

Deelnameplicht onderwijs


N.v.t


In de werkcolleges wordt theorie behandeld over de jeugdliteratuur. De presentaties vinden plaats tijdens de werkcolleges.Zelfstudie.


Kamp, I. e.a. (2019). Jeugdliteratuur en didactiek, handboek jeugdliteratuur voor vo en mbo. Bussum: Coutinho, ISBN 9789046906859


-



(deel)tentamen Presentatie jeugdliteratuurLT PR jeugdl

Beoordelingscriteria De student geeft een presentatie waarin hij blijk ervan geeft de theorie rondom jeugdliteratuur te kennen en gelezen jeugdboeken te kunnen koppelen aan de theorie en aan de resultaten van het onderzoek naar de leessmaak van leerlingen (uitgevoerd in het kader van het vak Onderzoek Adolescenten).


Leertaak



Tentamenmomenten 4

Aantal examinatoren bij individuele

tentamenvorm

1

Toegestane hulpmiddelen

-


aanmeldingstermijn



Algemene informatieNaam OWE ICT-vaardigheden in de klasCode OWE ILS-Ne1-15


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) ICT-vaardigheden in de klas: 16 lesuren in periode 4De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Docenten dienen op de hoogte te zijn van de stand van zaken op het gebied van

hardware en software die gebruikt kan worden binnen het mbo en vo. Bij dit onderdeel staat een praktische verkenning van enkele relevante ICT-toepassingen centraal. Tevens wordt de student uitgedaagd om kritisch te reflecteren op de relevantie en bruikbaarheid van deze ICT-toepassingen voor de eigen toekomstige onderwijspraktijk. Daarmee wordt gewerkt aan kwalificaties van de ILS-brede leerlijn Leren en lesgeven met ICT.


Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogische bekwaamheid Vakinhoudelijke bekwaamheid Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Deze OWE past in de leerlijn Leren en lesgeven met ICT


Kennisbasis Nederlands 1.4 Vakdidactiek:Didactiek van het schoolvak

Onderwijsproces; leeractiviteiten,leermiddelen, werkvormen. Lesontwerp en lesuitvoering: plannen, ontwikkelen, maken, uitvoeren en evalueren van effectief en aantrekkelijk onderwijs Nederlands; leeractiviteiten: (taal)leerprocessen, leer-theorieën, leerstijlen, intelligenties, vormen van leren, zoals observerend leren en samenwerkend leren, opbouw en begeleiding van zelfstandig leren, OVUR-model, metacognitieve strategieën; leermiddelen: selectie, ontwikkeling en inzet van doelmatige leermiddelen, methodes en aanpak van deelvaardigheden in een methode, gebruik van ICT; (taal)didactische werkvormen: taaldidactiek, waaronder dramatische werkvormen, activerende didactiek, inductieve en deductieve didactiek, werkvormen die recht doen aan niveau- en leerstijlverschillen.




N.v.t.


Werkcolleges: In de werkcolleges worden een aantal hedendaagse educatieve ICT-toepassingen gepresenteerd en uitgeprobeerd. Een aantal vakgerelateerde producten – vervaardigd met behulp van ICT-toepassingen – zullen worden ingeleverd ter toetsing.


Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Dossier ICT-vaardighedenDS-ICT

Beoordelingscriteria Student stelt een digitaal dossier samen van tussentijdse opdrachten waarmee hij aantoont 1) op de hoogte te zijn van meerdere educatieve ICT-toepassingen binnen het mbo

en vo.2) kritisch te kunnen reflecteren op de relevantie en bruikbaarheid van ICT-

toepassingen binnen zijn toekomstige beroepspraktijk.


Leertaak



Tentamenmomenten 4


1



aanmeldingstermijn




Algemene informatieNaam OWE Didactiek 1Code OWE ILS-Ne1-16


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Didactiek 1: 32 lesuren in periode 1De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Als docent Nederlands moet je in staat zijn een lesplan te maken en lessen te

verzorgen met behulp van het directe instructiemodel. Hierbij is het belangrijk dat je een verantwoorde keuze kunt maken uit een leergang. Daarvoor heb je gereedschappen nodig in de vorm van de ‘sleutelbegrippen lesgeven’. Je bent ook in staat een les te ontwerpen vanuit een vakachtergrond, volgens het DA-model. Verder komen aan bod: de didactiek van het schoolvak Nederlands, lesplannen maken, lesgedeelten verzorgen waarbij de sleutelbegrippen rondom lesgeven aan bod komen, lesmethoden analyseren en reflecteren op het geleerde


Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogische bekwaamheid Vakinhoudelijke Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Deze OWE past in de leerlijn vakdidactiek


Kennisbasis Nederlands 1.4 Vakdidactiek:Didactiek van het schoolvak

Onderwijsproces; leeractiviteiten, leermiddelen, werkvormenLesontwerp en lesuitvoering: plannen, ontwikkelen, maken, uitvoeren en evalueren van effectief en aantrekkelijk onderwijs Nederlands; leeractiviteiten: (taal)leerprocessen, leertheorieën, leerstijlen, intelligenties, vormen van leren, zoals observerend leren en samenwerkend leren, opbouw en begeleiding van zelfstandig leren, OVUR-model, metacognitieve strategieën; leermiddelen: selectie, ontwikkeling en inzet van doelmatige leermiddelen, methodes en aanpak van deelvaardigheden in een methode, gebruik van ICT; (taal)didactische werkvormen: taaldidactiek, waaronder dramatische werkvormen, activerende didactiek, inductieve en deductieve didactiek, werkvormen die recht doen aan niveau- en leerstijlverschillen.




N.v.t.


Werkcolleges: Elk colleges krijgen sleutelbegrippen rondom lesgeven en onderwijs aandacht; het boek van Ebbens & Ettekoven wordt hierbij ingezet (H1 en H2). De studenten maken kennis met het ontwerpen van lessen en oefenen met het lesgeven. In meerdere colleges staat een onderdeel van het schoolvak Nederlands in een leergang centraal.


Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2015). Effectief leren. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff (4e druk). ISBN 9789001873127Eventueel extra oefenmaterialen en artikelen. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Kennis- en vaardigheidstoets Didactiek 1KT VT did 1

Beoordelingscriteria De student is in staat een lesplan te ontwerpen bij aangereikt lesmateriaal waarbij hij het directe instructiemodel hanteert. De student kan de meerwaarde van een lesplan uitleggen. De student kan de ‘sleutelbegrippen lesgeven’ in eigen woorden weergeven. De student kan de stappen in een reflectiecyclus beschrijven en hij kan deze cyclus toepassen op een gegeven casus. De student kan in specifieke leeractiviteiten van leerlingen de vier denk-/leerniveaus afleiden en zijn keuze hiervoor beargumenteren.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Oriëntatie op onderwijs (GKB1)Naam OWE Oriëntatie op onderwijs (GKB1)Code OWE ILS-Ne1-22


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Contacttijd lessen onderwijskunde: 18 uuro periode 1: 3 lesuren per week

Zelfstudie: 52 uur (voorbereiding colleges, kennistoets)


Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Tijdens deze onderwijseenheid werken we aan de volgende leerresultaten.

De student bezit kennis over de werking van het Nederlandse onderwijssysteem. De student bezit kennis over de inrichting van het MBO met daar binnen specifiek de termen volwasseneducatie, basisdelen, profielen keuzedelen, kwalificatiedossier, vijf niveaus, bbl, bol en burgerschapsvorming. Tevens bezit de student kennis over de inrichting van het vmbo (leerwegen, lwoo, leerroutes, profielen, vrije deel) en de inrichting van havo-vwo. Dit thema is afkomstig uit de generieke kennisbasis domein C1.

De student bezit kennis over de motivatietheorieën SDT en de attributietheorie. Daarnaast bezit de student kennis over de 3 basisbehoeften relatie, competentie en autonomie en kan hierbij passende voorbeelden noemen en weet hoe hij daar als leerkracht rekening mee kan houden.

Eindkwalificaties (Beoogde leerresultaten)

In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van het programma onderwijskunde en is mede gebaseerd op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.

Kennisbases Domein Omschrijving/toelichting

Generieke kennisbasis

C1: Ontwikkeling in het onderwijs

Inrichting van het NederlandsonderwijssysteemKenmerken van middelbaarberoepsgericht onderwijsKenmerken van voortgezet onderwijs

A4: Leer- en motivatieprocessenMotivatietheorieën inclusief basisbehoeften leerling

Veilig en ordelijk Leerklimaat (basisbehoefte van de leerling)



N.v.t.


- (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten.


- Geerts, W., & Van Kralingen, R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. ISBN 9789046904176, ISBN e-book 9789046962466

- Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. (2014) Gemotiveerd leren en


lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Uitgeverij Coutinho ISBN 9789046903995


N.v.t.



(deel)tentamen Kennistoets oriëntatie op onderwijs (GKB1)

Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/ herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties.


Kennistoets



Tentamenmomenten Na periode 1 en na periode 2


N.v.t.



aanmeldingstermijn




Oriëntatie op het beroep van leraar periode 2Naam OWE Oriëntatie op het beroep van leraar periode 2 Code OWE ILS-Ne1-18a


Studiepunten 5


Onderwijstijd (contacturen) Contacttijd onderwijskunde: 32 uur periode 2: 4 lesuren per week, 8 lessen in de periode

Werkplekleren: 64 uurZelfstudie: 44 uur (voorbereiding colleges, taaltoets en leertaak)


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student bezit kennis over de werking van het Nederlandse onderwijssysteem en

kan de verschillende kenmerken herkennen in de onderwijscontext van zijn stageschool. De student bezit kennis over de inrichting van het MBO. Tevens bezit de student kennis over de inrichting van het vmbo en de inrichting van havo-vwo. De student bezit kennis over de werking van het directe instructiemodel en kan aan de hand van dit instructiemodel een les ontwerpen. Ook heeft hij kennis van (verschillende) lesvoorbereidingsmodel(len).

We werken met een dossier, waarin de student aantoont hoe en op welke manier hij de leerresultaten bereikt heeft. In dit dossier verzamelt de student bewijsmaterialen en reflecteert hij op zijn ontwikkeling.


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam

Samenhang Onderwijskunde, onderzoek en werkplekleren worden integraal aangeboden. Dit betekent dat studenten werken richting beoogde leerresultaten, waarin zowel de leerresultaten van onderwijskunde, onderzoek als werkplekleren zijn opgenomen. Om de leerresultaten te kunnen bereiken moet de student een continu proces langs de verschillende leeromgevingen maken.

Kennisbases Domein Kernconcept(en)

Generieke kennisbasis Domein C: De leraar als professional

C1; Ontwikkelingen in het onderwijs

Domein C: De leraar als professional

C4; onderzoekend vermogen

Domein A: Begeleiden van leerprocessen

A5; Directe instructiemodel, lesvoorbereidingsmodellen

Deelnameplicht onderwijs Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.


N.v.t.


- (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen, verwerkingsopdrachten en samenwerking met studiegenoten



- Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. (2014) Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Uitgeverij Coutinho ISBN


9789046903995


N.v.t.



(deel)tentamen ILS taaltoetsILStaaltoets

Beoordelingscriteria De student beheerst het taalniveau B2 volgens ‘Talige startcompetenties Hoger Onderwijs’, SLO, Enschede 2009. Het gaat hierbij om de onderdelen: Formuleren; werkwoordspelling; niet-werkwoordspelling; interpunctie; woordkeuze en woordenschat. De student beheerst het taalniveau 3f volgens Advies commissie Meijerink - Over de drempels met taal en rekenen (2008).


Afname is digitaal, op een computer in een computerlokaalDe toets bestaat uit 145 meerkeuzevragen/invulvragen


Minimaal oordeel V

Tentamenmomenten periode I en III: ILS voltijd


N.v.t.

Toegestane hulpmiddelen Geen


aanmeldingstermijn




Dossier oriëntatie op het beroep van leraar: onderwijskundig perspectief Inclusief tussenbeoordeling wpl1

Beoordelingscriteria De vraag: “kan en wil ik docent … worden”, staat centraal in het dossier.1. Het leerproces van de student/werkende.

Hoe gedraagt hij/zij zich als lerende?2. Het functioneren van de lerende op de werkplek.

Hoe gedraagt hij/zij zich als toekomstig werknemer? Functioneert hij/zij goed, als onderdeel van de professionele gemeenschap?

3. De kennis, vaardigheden en houding die de lerende opdoet tijdens het werkplekleren. Handelt de student adequaat in de taaksituatie? Kan hij kennis en vaardigheden in verschillende taaksituaties toepassen?


Dossier


Minimaal oordeel Cijfer. 5.5



1



aanmeldingstermijn

Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de


examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de aanmeldingstermijn.



Oriëntatie op het beroep van leraar periode 3 Naam OWE Oriëntatie op het beroep van leraar periode 3Code OWE ILS-Ne1-18b

Onderwijsperiode Semester 2: periode 3

Studiepunten 2.5 studiepunten

Studielast in uren 70 studielasturen

Onderwijstijd (contacturen) Contacttijd onderwijskunde: 24 uurperiode 3: 4 lesuren per week

Werkplekleren: 64 uur


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student werkt planmatig aan de eigen professionele ontwikkeling door kritisch te

kijken naar het eigen handelen vanuit een onderzoekende, resultaat- en ontwikkelingsgerichte houding. Hij bezit kennis van reflectiemodellen en is in staat om leerdoelen over zijn eigen ontwikkeling op te stellen.

We werken met een dossier, waarin de student aantoont hoe en op welke manier hij de leerresultaten bereikt heeft. In dit dossier verzamelt de student bewijsmaterialen en reflecteert hij op zijn ontwikkeling.



Samenhang Onderwijskunde, onderzoek en werkplekleren worden integraal aangeboden. Dit betekent dat studenten werken richting beoogde leerresultaten, waarin zowel de leerresultaten van onderwijskunde, onderzoek als werkplekleren zijn opgenomen. Om de leerresultaten te kunnen bereiken moet de student een continu proces langs de verschillende leeromgevingen maken.

Generieke kennisbasis Domein Subdomein

Domein C: De leraar als professional C1; Ontwikkelingen in het onderwijs

Domein C: De leraar als professional C4; onderzoekend vermogen

Domein A: Begeleiden van leerprocessen

A5; Directe instructiemodel, lesvoorbereidingsmodellen



N.v.t.


Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van leer(werk)taken aan je competentieontwikkeling.


Donk, C. van der, Lanen, B. van (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046903001


N.v.t.


Tentaminering Naam en code (deel)tentamen

Dossier oriëntatie op het beroep van leraar (inclusief afronding wpl1)

Beoordelingscriteria De vraag: “kan en wil ik docent … worden”, staat centraal in het dossier.


4. Het leerproces van de student/werkende Hoe gedraagt hij/zij zich als lerende.

5. Het functioneren van de lerende op de werkplek Hoe gedraagt hij/zij zich als toekomstig werknemer? Functioneert hij/zij goed, als onderdeel van de professionele gemeenschap?

6. De kennis, vaardigheden en houding die de lerende opdoet tijdens het werkplekleren. Handelt de student adequaat in de taaksituatie? Kan hij kennis en vaardigheden in verschillende taaksituaties toepassen?


Dossier


Minimaal oordeel Cijfer. 5.5

Tentamenmomenten Alleen na p3 (1 mogelijkheid per studiejaar)


2



aanmeldingstermijn




Oriëntatie op de adolescent (GKB4) Naam OWE Oriëntatie op de adolescent (GKB4)Code OWE ILS-Ne1-23


Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) Contacttijd lessen onderwijskunde: 18 uurperiode 4: 3 lesuren per week Zelfstudie: 52 uur (voorbereiding colleges, kennistoets)


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Tijdens deze onderwijseenheid werken we aan de volgende leerresultaten.

De student heeft kennis van de achtergronden van leerlingen en de diversiteit in het onderwijs. Hiervoor bezit hij kennis over de leefwerelden van leerlingen met daarbij kenmerkende aspecten van (jeugd)culturen en de invloed van social media. Tevens bezit hij kennis over verschillende opvoedingsstijlen en het begrip cultuur. De student kent verschillende ontwikkelingstheorieën die hem helpen de leerling te doorgronden, waarbij hij ook signalen kan opmerken waaruit blijkt dat er extra ondersteuning nodig is. De student bezit hiervoor kennis over de Sociale-, morele en identiteitsontwikkeling van de adolescent. Hij bezit kennis over kenmerken van de adolescentieperiode, persoonlijkheid, identiteit, crisis binnen de adolescente en de invloed van de sociale omgeving. Tevens bezit de student kennis over de seksuele ontwikkeling van de adolescent.


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogisch bekwaam


Kennisbases Domein Omschrijving/toelichting

Generieke kennisbasis B1. School in de pluriforme maatschappij

Leefwerelden van leerlingen en studentenOpvoedingsstijlen – en oriëntaties en culturele begaafdheid

B5. Ontwikkelingstheorieën Sociale ontwikkelingMorele ontwikkelingIdentiteitsontwikkelingSeksuele ontwikkelingGedrag- en ontwikkelingstoornissen



N.v.t.


(Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen, verwerkingsopdrachten en samenwerking met studiegenoten



- Wal, J. van der, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2017). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046905548


N.v.t.




(deel)tentamen Kennistoets Oriëntatie op de adolescent (GKB4)

Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/ herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties.


Kennistoets met 50% open vragen en 50% gesloten vragen.



Tentamenmomenten Periode 4


N.v.t.



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Integraal handelen; oriëntatie op het beroep Code OWE ILS-Ne1-24


Studiepunten 2.5 studiepunten

Studielast in uren 70 studielasturen

Onderwijstijd (contacturen) Drama Integraal handelen


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De integrale eindtoets wordt na periode 4 op het instituut beoordeeld. Deze

beoordeling borduurt voort op de praktijkbeoordeling die na periode 3 is gegeven ter afsluiting van de onderwijseenheid ‘oriëntatie op het beroep na periode 3’. Hierin wordt het accent gelegd op het kunnen verantwoorden van het handelen op basis van theorieën, opgedane kennis en visie. Het gaat erom dat de student laat zien dat hij bewust bekwaam is.De student kan antwoord geven op de vraag: ‘Kan en wil ik docent worden?

Drama:Het onderdeel Drama 1 is onder meer bedoeld om plezier en kennis te ontwikkelen om voor een groep te staan, om daarmee antwoord te krijgen op de vraag: Kan en wil ik voor de groep?Deze vraag die je nodig hebt om je propedeuse te halen zal bijdragen aan je antwoord op de vraag: Kan en wil ik leraar worden?Drama draagt op verschillende manieren bij aan de ontwikkeling tot docent. De spelwerkelijkheid geeft je de gelegenheid je op verschillende manieren uit te drukken. Het geeft je de mogelijkheid om situaties na te bootsen, of juist bepaalde patronen eens helemaal anders te doen en te ervaren. Het geeft je inzicht in verbale en non-verbale communicatie en doet appèl op creativiteit en flexibiliteit.


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties op niveau 1:

Brede professionele basis Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam


Kennisbases Generieke kennisbasis

Vakkennis basis De generieke- en vakspecifieke kennisbases zijn in voorafgaande onderwijseenheden

aan bod geweest. In deze OWE vindt verdieping en/of verbreding plaats.



N.v.t.


Drama omvat praktijkoefeningen rondom presentatievaardigheden tijdens werkcolleges met ondersteunende zelfstudieopdrachten.


N.v.t.

Verplichte software / N.v.t.


verplicht materiaalEigen financiële bijdrage N.v.t.

Tentaminering Naam en code

(deel)tentamen Integrale eindtoets na periode 4: dossier integraal handelen 1

Beoordelingscriteria Brede professionele basis:De student laat zien interesse te hebben in actuele ontwikkelingen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs, waaronder op het gebied van ICT-toepassingen voor het onderwijs. Aan de hand van voorbeelden laat de student zien dat hij zich ontwikkelt richting het leraarschap, hierin samenwerkt met collega’s en systematisch reflecteert. Hij toont aan dat hij zich georiënteerd heeft op het brede tweedegraads werkveld. Hij beantwoordt op een onderbouwde wijze de vraag ‘kan en wil ik leraar worden?’

Pedagogisch bekwaam De student verbindt zijn pedagogisch handelen aan opgedane kennis over de ontwikkeling van leerlingen/studenten en hun basisbehoeften. Hij reflecteert hierbij op gemaakte keuzes en toont zich bewust van de effecten van zijn handelen.

Vakdidactisch bekwaam De student verbindt zijn vakdidactische aanpak en opgedane kennis over didactiek, werkvormen, digitale leermiddelen en instructiemodellen. Hij reflecteert op de voorbereiding en uitvoering van zijn onderwijsactiviteiten en zich bewust van de effecten van de didactische keuzes die hij heeft gemaakt.

Vakinhoudelijk bekwaam De student verbindt de opgedane vakinhoudelijke kennis aan zijn integrale handelen op niveau 1.


Dossier


Minimaal oordeel 5.5

Tentamenmomenten P4


1

Toegestane hulpmiddelen n.v.t.


aanmeldingstermijn




Drama 1Code: VT Drama 1

Beoordelingscriteria Voorwaarden: De student is 100% aanwezig. De student neemt op een betrokken manier deel aan de lessen.

Doelen:


De student is zich bewust van eigen verbale en non-verbale mogelijkheden (lichaamshouding, stemgebruik en mimiek), van zijn eigen creativiteit en flexibiliteit en

- weet deze gevarieerd en bewust in te zetten en- weet deze uit te breiden.

De student toont aan zicht te hebben op zijn ontwikkeling op de hier boven genoemde gebieden.

De student kan een inhoud op een betrokken, theatrale manier publieksgericht presenteren.

De student toont aan op professionele wijze te kunnen samenwerken, te kunnen communiceren met docent en medestudenten en feedback te kunnen geven.


Vaardigheidstoets


Minimaal oordeel 5.5

Tentamenmomenten P4


1

Toegestane hulpmiddelen n.v.t.


aanmeldingstermijn




9.2 OWE’s en modules van de postpropedeuse, inclusief keuze OWE

Algemene informatie Naam OWE Didactiek van taalvaardigheid en taalbeschouwingCode OWE ILS-Ne623/1

Onderwijsperiode Periode 1, 2, 3 en 4

Studiepunten 7,5


Onderwijstijd (contacturen) - 72 uur contacttijd- 138 uur zelfstudie

Didactiek zakelijk lezen en schrijven: 24 lesuren in periode 1 en 24 lesuren in periode 2Didactiek taalbeschouwing: zeven colleges van drie lesuren in periode 3. Didactiek mondelinge taalvaardigheid: zeven colleges van drie lesuren in periode 4De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat de didactiek centraal van zakelijk lezen en schrijven,

van mondelinge taalvaardigheid en van taalbeschouwing.

Didactiek zakelijk lezen en schrijvenEen docent Nederlands heeft als taak de lees- en schrijfvaardigheid van de leerlingen te verbeteren waardoor de leerlingen informatie van schriftelijke bronnen die voor hen van belang zijn, beter kunnen begrijpen en adequaat kunnen reageren, als dat nodig is.De student bestudeert vakdidactische literatuur en gebruikt de hierdoor verworven inzichten om (deel)lessen te ontwikkelen. Daarbij wordt aandacht geschonken aan lesdoel, didactische opbouw, afstemming op de leerlingen, mogelijkheden tot differentiatie en het integreren van lees- en schrijfvaardigheid.

Didactiek TaalbeschouwingVerdieping in en kritisch beargumenteerde reflectie op het gangbare taalbeschouwingsonderwijs. Verkennen van de inhoud en mogelijkheden van taalbeschouwingsonderwijs in brede zin. Ontwerpen en, zo mogelijk, uitvoeren van een lessenserie grammatica- en/of taalbeschouwingsonderwijs met expliciet aandacht voor inductieve methoden en activerende werkvormen. Tijdens de cursus leveren de studenten een bijdrage aan een online database met aandachtrichters en werkvormen.

Didactiek mondelinge taalvaardigheidAls docent Nederlands heb je de taak om de mondelinge taalvaardigheid van leerlingen te vergroten. Dit houdt in dat je je leerlingen kunt begeleiden bij luister-, spreek- en gesprekstaken. In de bijeenkomsten oefen je met verschillende


werkvormen mondelinge taalvaardigheid binnen het voortgezet onderwijs en het mbo. Tijdens de bijeenkomsten wordt toegewerkt naar de eindpresentatie: de uitvoering van een miniles mondelinge taalvaardigheid.


Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Vakinhoudelijk bekwaam Vakdidactisch bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn Taalvaardigheid en de leerlijn Taalbeschouwing. In de propedeusefase staat binnen deze leerlijnen de eigen taalvaardigheid en kennisverwerving centraal, in de hoofdfase komt de nadruk te liggen op de vakdidactiek. Ook is er een relatie met de bijeenkomsten in het kader van WPL2a waarin de generieke kennisbasis aan de orde wordt gesteld.

Didactiek zakelijk lezen en schrijven en didactiek mondelinge taalvaardigheidDeze twee cursussen hangen met elkaar samen. Inhoudelijk ligt de nadruk op het proces van lezen/schrijven/spreken, en de didactische stappen die een docent moet zetten om leerlingen in dit proces te begeleiden. Reflectie op het lees-/schrijf-/spreekproces is een belangrijk terugkerend thema. Een belangrijke vakdidactische bron is Bonset, De Boer & Ekens (2015), daarnaast wordt geput uit recente vakdidactische artikelen. De inzet van ICT als hulpmiddel bij lezen, schrijven en spreken komt aan bod.

Didactiek taalbeschouwingEr is samenhang met de leerlijn ICT: studenten zoeken op internet naar aandachtrichters en leggen een online database aan. Daar taalbeschouwing om innovatief en uitdagend materiaal vraagt, dienen zij tevens op internet te zoeken naar geschikte werkvormen, video’s, geluidopnamen of andere zaken waarin voor leerlingen interessant taalmateriaal te vinden is. Tevens is er een belangrijke samenhang met de leerlijn vakdidactiek. Op basis van diverse didactische theorieën en uitgangspunten (Coppen, Huizenga, Steenbakkers e.a.) vormen zij een visie op het taalbeschouwingsonderwijs en vervaardigen zij een lessenserie met instructie, opdrachten en werkvormen. Ten slotte is er een duidelijke samenhang met de propedeutische onderdelen zinsontleding, woordbenoemen en taalkunde. Die onderdelen worden bij didactiek taalbeschouwing immers vertaald naar de didactiek.


Kennisbasis Nederlands 2.1 Leesvaardigheid 2.1.3 Didactiek van leesvaardigheid

2.2 Schrijfvaardigheid 2.2.3 Didactiek van schrijfvaardigheid

2.3 Luister- en kijkvaardigheid 2.3.3 Didactiek van luisteren kijkvaardigheid


2.4.4 Didactiek van mondelinge taalvaardigheid en presenteren

2.5 Documenteren 2.5.2 Didactiek van documenteren

3.5 Taalbeschouwing: Didactiek van taalbeschouwing

3.5.1 Didactische aanpak



N.v.t.



Didactiek zakelijk lezen en schrijvenWerkcolleges. Bestuderen van theorie over didactiek en achtergronden van schrijf- en leesvaardigheid, aangevuld met ervaren en uitvoeren van diverse werkvormen. Studenten oefenen door het geven van mini-lessen. Ter afronding van de cursus ontwerpen de studenten twee lessen waarin lees- en schrijfvaardigheid geïntegreerd worden aangeboden.

Didactiek taalbeschouwingWerkcolleges. Studenten bestuderen ter voorbereiding meerdere didactische bronnen en maken voorbereidingsopdrachten. Deze worden in de colleges besproken. Verder wordt in de colleges ingegaan op allerlei aspecten uit de theorie van didactiek taalbeschouwing. Ten slotte worden er in de colleges werkvormen uitgeprobeerd, wordt er gediscussieerd over onderwijs in taalbeschouwing en worden er klassensituaties nagespeeld om didactische uitgangspunten in de praktijk te brengen.

Didactiek mondelinge taalvaardigheidWerkcolleges. Bestuderen van theorie over didactiek en achtergronden van luisteren kijkvaardigheid, gesprek- en spreekvaardigheid. Door het zelf ervaren en uitvoeren van verschillende werkvormen en het lezen van de bijbehorende literatuur, krijgt de student zicht op de didactiek. Ter afronding van de cursus verzorgen studenten een mini-les mondelinge taalvaardigheid.


Zakelijk lezen en schrijven Bonset, H. e.a. (2015). Nederlands in de onderbouw, een praktische didactiek,

Bussum: Coutinho. ISBN 9789046904466 Vos, Bert de. Lezen! Achtergronden en ideeën om het leesonderwijs te verdiepen

en te variëren, Meppel: Ten Brink Uitgevers.

Didactiek taalbeschouwing Huizenga, H. (2001), Taalbeschouwing (serie Taal en didactiek). Groningen:

Wolters-Noordhoff. ISBN 9001407250

Didactiek mondelinge taalvaardigheid Bonset, H. e.a. (2015). Nederlands in de onderbouw, een praktische didactiek,

Bussum: Coutinho. ISBN 978904694466

Ontwerpen van lessen Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2015). Effectief leren. Groningen/Houten: Wolters-

Noordhoff (4e druk). ISBN 9789001873127 Ebbens & Ettekoven, Samenwerkend leren, Groningen/Houten: Wolters-

Noordhoff. ISBN 13: 9789001307493

Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline en/of er vindt een verwijzing plaats naar relevante internetsites.


N.v.t.



(deel)tentamen Leertaak Presentatie lesontwerp zakelijk lezen en schrijvenLT lezen&schr

Beoordelingscriteria De student presenteert met één of twee mede-studenten een lesontwerp waarin als


uitgangspunt een deel- of totaalvaardigheid wordt gekozen. Het lesontwerp wordt verantwoord vanuit de literatuur, de referentieniveaus, de kerndoelen en evt. de leergang. De didactiek is activerend van aard. De student demonstreert de activerende werkvorm tijdens de presentatie.


Leertaak

Weging deeltentamen 2/4




1



aanmeldingstermijn




Leertaak Didactiek taalbeschouwingLT taalbesch

Beoordelingscriteria De student ontwerpt een lessenserie van drie of meer lessen rondom één of meer grammaticale of taalbeschouwelijke onderwerpen, waarmee hij laat zien taalbeschouwingsonderwijs inductief en activerend te kunnen aanbieden. Deze lessenserie bevat tevens een verantwoording waarin de student, op basis van de behandelde bronnen en didactische literatuur, zijn visie op taalbeschouwingsonderwijs uiteenzet.


leertaak



Tentamenmomenten kans 1 in periode 3, kans 2 in periode 4


1



aanmeldingstermijn




Leertaak presentatie lesontwerp mondelinge taalvaardigheidLTpresentatie

Beoordelingscriteria De student geeft met medestudenten een mini-les mondelinge taalvaardigheid. De keuzes die tijdens de ontwikkeling van deze mini-les zijn gemaakt, worden verantwoord vanuit de literatuur, de referentieniveaus, de kerndoelen en evt. de leergang. De didactiek is activerend van aard. De student demonstreert de activerende werkvorm tijdens de presentatie.



Leertaak



Tentamenmomenten 4, herkansing op afspraak


1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie

Naam OWE Taal en onderwijs in maatschappelijke contextCode OWE ILS-Ne624/2


Studiepunten 5,0


Onderwijstijd (contacturen) - 32 uur contacttijd (incl. begeleidingstijd)- 178 uur zelfstudie

School en media: 24 lesuren + 10 uur begeleidingstijd. School en media: de colleges vinden plaats in periode 1. Daarnaast is in alle periodes van het studiejaar een groep van de studenten actief als redactielid van het studentenblad Stud en schrijven de overige studenten artikelen voor het blad.

Onderwijsontwikkelingen: 16 lesuren, periode 4De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving School en media

Als docent Nederlands heb je de taak leerlingen kennis te laten maken met verschillende tekstsoorten en media, dusdanig dat zij de tekstsoorten en media kunnen herkennen, begrijpen en beoordelen. Je zult leerlingen begeleiden bij het schrijven van diverse (journalistieke) teksten. Daarnaast kun je de taak krijgen de redactie van de schoolkrant te begeleiden. In deze cursus leer je theorie over journalistiek schrijven, pas je deze theorie toe in zelf geschreven journalistieke teksten voor het studentenblad Stud en neem je deel aan redactievergaderingen. Daarnaast verdiep je je in de beoordeling van dit journalistieke schrijven.

Onderwijsontwikkelingen Als docent word je geacht op de hoogte te zijn van actuele ontwikkelingen in het onderwijs en binnen het vakgebied en hier een visie op te hebben. Deze cursus gaat in op recente ontwikkelingen in het onderwijs en binnen het schoolvak Nederlands. Daarnaast wordt (een aantal thema’s van) de Nederlandse onderwijspraktijk vergelijken met het onderwijs in Vlaanderen in het kader van internationalisering. Nadruk ligt op het zelf vinden en beoordelen van bronnen, omdat dat noodzakelijke vaardigheden zijn bij het volgen van onderwijsontwikkelingen.


In deze OWE wordt gewerkt aan: Vakinhoudelijke bekwaamheid Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Deze onderwijseenheid past binnen de leerlijn Taalvaardigheid.


Kennisbasis Nederlands 1.1 Vakdidactiek: professionele context

1.1.1 Kennis van en visie op het schoolvak Nederlands

1.1.2 Beroepsgroep


2.2 Taalvaardigheid: schrijfvaardigheid

2.2.2 Schrijfproces en schrijfstrategieën2.2.3 Tekstverzorging

2.4 Taalvaardigheid: Mondelinge taalvaardigheid en presenteren

2.4.1 Gespreks- en spreekvormen2.4.3 Presentatietechnieken

2.5 Taalvaardigheid: Documenteren

2.5.1 Gebruik en beoordelen van bronnen

Deelnameplicht onderwijs Onderwijsontwikkelingen: 80%


N.v.t.


School en mediaCentraal staan het bestuderen van aspecten van journalistiek schrijven, tekstsoorten en het vergelijken van verschillende media, om zo tot eigen (journalistieke) schrijfproducten te komen. Tijdens de colleges staat de theorie centraal. Buiten de colleges om worden redacties gevormd van het studententijdschrift van het ILS: Stud. De student maakt gedurende één periode deel uit van de redactie van het studentenblad Stud en verricht van tevoren vastgestelde redactionele werkzaamheden, waaronder het becommentariëren van teksten volgens een afgesproken stramien. De overige drie periodes toont de student aan in staat te zijn journalistieke teksten van verschillende genres te schrijven, rekening houdend met publiek en actualiteit en deze te herschrijven op basis van peer review. Een wezenlijk onderdeel van de cursus is dan ook het beoordelen van teksten van anderen. De aansturing van redactieleden krijgt een plaats alsmede het uitvoeren van andere taken die passen binnen het medium schoolkrant.

Onderwijsontwikkelingen Hoor- en werkcolleges over actuele thema’s in het onderwijs, van macro- tot microniveau. We volgen de actualiteit en zoeken daarnaast verdieping op een aantal prominente thema’s. De studenten onderzoeken in kleine groepen een zelfgekozen thema, en bereiden daarover een (eind)presentatie voor.


School en media Donkers, H., Markhorst, S. & Smits, M. (2010). Journalistiek schrijven voor het hoger

onderwijs. Bussum: Coutinho. ISBN 978 90 469 0193 9. Software: Indesign (vormgevingsprogramma)

Onderwijsontwikkelingen Actuele bronnen worden ter beschikking gesteld via OnderwijsOnline.


N.v.t.



(deel)tentamen Dossier School en mediaDSschoolmedia

Beoordelingscriteria De student toont aan dat hij kennis heeft van diverse aspecten van journalistiek schrijven (invalshoek, publiekgerichtheid, interviewtechnieken, vormen van


verslaglegging) en kent de kenmerken van de verschillende journalistieke genres (recensie , column, opiniërend artikel, persoonlijk verhaal). Deze kennis wordt toegepast in en beoordeeld aan de hand van zelf geschreven journalistieke teksten voor het studentenblad Stud. De student maakt deel uit van de redactie van het studentenblad Stud en verricht van tevoren vastgestelde redactionele werkzaamheden. Deze werkzaamheden moeten naar behoren worden uitgevoerd.


Dossier



Tentamenmomenten P4 en augustus


1



aanmeldingstermijn




Leertaak presentatie onderwijsontwikkelingenLTpresentatie

Beoordelingscriteria Leertaak presentatie: de student toont aan dat hij kennis heeft over en inzicht heeft in een onderwijsontwikkeling binnen het voortgezet onderwijs naar keuze en dat hij die kennis op heldere wijze overbrengt op zijn publiek. De presentatie wordt in groepen van twee studenten voorbereid en met behulp van ondersteunende middelen en met een interactief karakter gepresenteerd.


Leertaak (presentatie)

Weging deeltentamen ½


Tentamenmomenten 4 en augustus


1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Toegepaste taalkundeCode OWE ILS-Ne625/1


Studiepunten 7,5


Onderwijstijd (contacturen) - 48 uur contacttijd- 142 uur zelfstudie- 20 uur taalassistentschap(individuele NT2-begeleiding van een ROC-student)

Pragmatiek: 16 lesuren in periode 1Eerste- en tweedetaalverwerving: 16 lesuren in periode 1NT2-didactiek: 24 lesuren in periode 2De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Pragmatiek

Aan de hand van zowel schriftelijke als mondelinge teksten komen de belangrijkste benaderingen voor de analyse van taalgebruik (pragmatiek) aan de orde. De student kan deze kennis uiteindelijk toepassen bij het interpreteren van interessant en/of opvallend taalgebruik in de context van zijn beroep als leraar. Inzichten uit de pragmatiek winnen aan actualiteit met het oog op het snel groeiende aandeel en belang van communicatie met ICT-middelen, waaronder communicatie met en via sociale media. In de cursus wordt parallel hieraan aandacht besteed aan deze vormen van communicatie.

Eerste- en tweedetaalverwerving De student verwerft kennis van en inzicht in de volgende onderwerpen: (psycho) linguïstische opvattingen over T1- en T2-verwerving, fases van de ontwikkeling in T1 en T2, factoren van invloed op T1- en T2-verwerving, overeenkomsten en verschillen tussen T1- en T2-verwerving, de invloed van T1 op T2-verwerving, receptief en productief beheersen van taal, opvattingen over meertaligheid, taalvaardigheid en schoolsucces: alledaagse en schoolse taalvaardigheid.

NT2-didactiekDe student kan de mogelijke problemen die zich voordoen bij het verwerven van Nederlands als tweede taal op het gebied van woordenschat, grammatica en de taalvaardigheden herkennen en analyseren. De student kan de didactiek van Nederlands als tweede taal op het gebied van woordenschat, grammatica en de taalvaardigheden beschrijven, uitleggen en vertalen in concrete uitwerkingen voor de lespraktijk.

De student kan de hoofdbenaderingen in het onderwijs Nederlands als tweede taal en de vertaling daarvan in uitgangspunten, doelen en oefeningen van leergangen herkennen en analyseren.

Nadere informatie t.b.v. afstudeerrichtingen: NT2-didactiek is gericht op de anderstalige leerling en op leerlingen die taalproblemen ondervinden tijdens hun studie. Zowel in het vmbo/mbo als in het havo/vwo zijn er anderstalige leerlingen


die taalproblemen ondervinden. Het taalassistentschap (individuele taalondersteuning aan een anderstalige student) op het ROC geeft de student de gelegenheid nader kennis te maken met de specifieke beroepssetting van het mbo.


In deze onderwijseenheid wordt gewerkt aan: Vakinhoudelijke bekwaamheid Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn Toegepaste Taalkunde. Er is aandacht voor kennis over eerste en tweede taalverwerving en het toepassen van deze kennis.


Kennisbasis Nederlands 1.2 Taalontwikkelend lesgeven 1.2.3 WoordenschatdidactiekDidactische modellen om woorden en woorleerstrategieën aan te leren;Incidenteel en intentioneel woordenschat-onderwijs.1.2.4 NT (-didactiek)Kennis van hoofdbenaderingen in het NT2-onderwijs;Kennis van uitgangspunten en aanpak van NT2-methoden;Kennis van didactiek van de taalvaardigheden, woordenschat en grammatica in NT2-onderwijs;Kennis van de doelen van de ISK.

3.1 Taal en communicatie 3.1.2 Taalgebruik en pragmatiekCommunicatieve en sociale functies van taal;Communicatiemodellen en conversatieanalyse;Taalhandelingen en pragmatische principes

3.2 Taalsysteem 3.3.1 Nederlands als eerste taal Taalverwervingstheorieën;Taalverwervingsstadia en – processen.

3.3 Taalverwerving 3.3.2 Nederlands als tweede of vreemde taalTheorieën en principes van tweedetaalverwerving;Tweedetaalverwervingssituatie;Processen, stadia en factoren in tweedetaalverwerving.



N.v.t.


Pragmatiek: Hoor- en werkcolleges.

Eerste- en tweedetaalverwerving en NT2-didactiek: Theorie wordt door de student voornamelijk zelfstandig doorgenomen en verwerkt voorafgaand aan de colleges. In periode 1 ligt de nadruk op de theorie rondom taalverwerving en NT2, in periode 2 wordt de in periode 1 behandelde theorie toegepast en ligt de nadruk op NT2-


didactiek. Na periode 1 wordt taalverwerving en NT2 getoetst, na periode 2 NT2-didactiek. De colleges zijn werkcolleges waarin de bestudeerde theorie gekoppeld wordt aan praktische oefeningen. De student ondersteunt een anderstalige ROC-student die taalproblemen ondervindt in zijn mbo-opleiding.


Pragmatiek- Springorum, D. (2003), Strategisch communiceren. Interactiestrategieën in het

taalverkeer. Bussum: Coutinho. ISBN 9062833320- Baker, A.E., Don, J. & Hengeveld, K. (red) (2013). Taal en taalwetenschap. 2e

Editie. Oxford: Blackwell. ISBN 9780470672136

Eerste- en tweedetaalverwerving en NT2-didactiek- Bossers, B.H., Kuiken, F. & Vermeer, A. (red.) (2015). Handboek Nederlands als

tweede taal in het volwassenenonderwijs. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046904718

- Hulshof, H., Rietmeijer, M. & Verhagen, A. (2006). Taalkunde voor de tweede fase van het vwo. Amsterdam University Press. ISBN: 9789053568644

Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


N.v.t.



(deel)tentamen Kennistoets pragmatiekKTpragmatiek

Beoordelingscriteria Kennistoets waarin met gesloten en open vragen de declaratieve kennis van de behandelde stof bevraagd wordt en waarin met een casusopdracht de procedurele kennis van strategisch communiceren getoetst wordt. De student toont aan dat hij kennis heeft van pragmatische theorieën en dat hij deze kennis kan toepassen bij het interpreteren van interessant en/of opvallend taalgebruik in de context van zijn beroep als leraar.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Kennistoets Eerste en tweede taalverwervingKTtaalverwerv

Beoordelingscriteria De student kan diverse taalkundige theorieën over taalverwerving beschrijven


(Chomsky, Tomasello, Skinner), hij kan de diverse taalverwervingsfasen benoemen en taaluitingen in een specifieke fase plaatsen, de student kan beschrijven wat simultane en successieve meertaligheid inhoudt, hij kan drie hypotheses m.b.t. T2 (interferentiehypothese, creatieve constructiehypothese en de interactionele benadering) beschrijven, hij kan de principes van eerste- en tweedetaalverwerving aangeven, de student kan benoemen welke factoren van invloed zijn bij de verwerving van T2, de student kan de relatie tussen woorden en concepten(relatie taal-denken) beschrijven, de student kan diverse aspecten van woordenschatdidactiek beschrijven (zoals het VSCC-model, woordraadtechnieken, verschil tussen schooltaal- en vaktaalwoorden, incidenteel-intentioneel woordenschatonderwijs, strategieën voor het uitbreiden van woordenschat en idioomkennis), de student kan de voorwaarden voor taalverwerving noemen.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Kennistoets NT2-didactiek

Beoordelingscriteria De student kan verschillende benaderingen in het taalonderwijs onderscheiden. Hij kan het ABCD-model beschrijven en oefeningen analyseren a.d.h.v. dit model. De student kan beschrijven welke problemen anderstaligen ondervinden bij de vaardigheden lezen, schrijven, spreken en luisteren en daarvoor passende oplossingen formuleren. Hij kan NT2-methoden beoordelen op basis van de vereiste didactische principes. De student kan de functie van grammaticaonderwijs voor verschillende NT2-doelgroepen benoemen. Hij kan functionele en betekenisvolle oefeningen herkennen. De student kan een foutenanalyse maken van een spreek- en schrijfproduct van een NT2-leerder.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn

Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de


inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de aanmeldingstermijn.



Taalassistentschap NT2

Beoordelingscriteria De student geeft acht bijlessen NT2 aan een anderstalige student van het ROC. Hij houdt hier een logboek over bij. Voorbereiding en reflectie vindt plaats tijdens de colleges NT2-didactiek. De student laat hiermee zien dat hij de theorie uit de colleges concreet kan toepassen in de praktijksituatie van de bijlessen.


Leertaak


Minimaal oordeel V



1



aanmeldingstermijn



Algemene informatie Naam OWE Passend taalonderwijsCode OWE ILS-Ne626/1


Studiepunten 7,5


Onderwijstijd (contacturen) - 81 uur contacttijd - 129 uur zelfstudie Didactiek spelling: 48 lesuren in periode 1 en 2 Taal en zorg: 33 lesuren in periode 3 en 4 De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


Didactiek spelling: Voor deelname aan tentamen het onderdeel spelling van Taalvaardigheid 1 uit leerjaar 1 met voldoende hebben afgesloten. Taal en Zorg: voor deelname aan de tentamens het onderdeel Didactiek spelling met minimaal een voldoende afgesloten hebben.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Didactiek spelling

De student is in staat om op didactisch verantwoorde wijze een spellingles(onderdeel) voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. Specifiek komen aan de orde:


- Aansluiting spellingonderwijs basisonderwijs - voortgezet onderwijs - Spelling in mbo - Spelling en doorlopende leerlijnen Nederlands - Analyse en beoordeling van de spellingaanpak in een methode;

spellingregels; spellingstrategieën; instructieprincipes - Behandeling werkwoordspelling: regels, analogie, algoritmen, hulpstrategie

In de colleges van periode 1 wordt de spellingvaardigheid van de student opgefrist. Studenten kiezen onderwerpen die ze nog niet goed (genoeg) onder de knie hebben, bereiden die voor elkaar voor. In de nabespreking staat de gekozen didactiek centraal. In periode 2 wordt ingezoomd op het spellingonderwijs in vo en mbo. De student onderzoekt de plaats en aanpak van spelling in leergangen en in aanvullend materiaal. De geschiktheid van digitaal materiaal en de eisen waaraan dat moet voldoen voor de verschillende schooltypes komt nadrukkelijk aan de orde. Taal en zorg Een docent Nederlands kan spelling- en leesproblemen signaleren, de ernst en de aard ervan vaststellen met behulp van gestandaardiseerd toetsmateriaal en een diagnostisch gesprek. Hij kan in de reguliere les lees- en spellingzwakke leerlingen de zorg bieden die ze nodig hebben. Hij heeft de bagage om samen te werken met collega’s binnen de zorgstructuur van de school. De lees- en/of spellingsproblemen van een leerling/student worden in deze OWE op een onderzoeksmatige wijze in beeld gebracht. Daarbij komt de mogelijke inzet van digitale programma’s aan de orde.


In deze OWE wordt gewerkt aan: Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Het onderdeel Didactiek spelling veronderstelt als basis een goede spellingvaardigheid en bouwt verder op het onderdeel spelling van Taalvaardigheid 1 en Werkwoordspelling van Taalbeschouwing en oriëntatie op onderzoek. Het onderdeel Taal & zorg sluit aan op Didactiek spelling dat het voorafgaande onderdeel is van deze OWE en op didactiek zakelijk lezen en schrijven uit de OWE Didactiek van taalvaardigheid en taalbeschouwing.

Didactiek spelling: Dit vak sluit aan bij de ICT-leerlijn: de studenten onderzoeken de mogelijkheden met digitaal lesmateriaal. Taal en zorg: Dit vak sluit aan bij de leerlijn onderzoek en de leerlijn ICT. De student brengt op onderzoeksmatige wijze spelling- en leesproblemen bij leerlingen in kaart en onderzoekt de mogelijkheden tot digitale ondersteuning.


Kennisbasis Nederlands 2.2 Schrijfvaardigheid 2.2.4 Didactiek van schrijfvaardigheid: Functioneel spellingonderwijs

1.4 Didactiek van het schoolvak

1.4.1 Didactiek taalvaardigheid, taalbeschouwing en fictie: Bezit kennis en begrip van de mogelijkheden tot integratie van spelling in verschillende onderdelen van het schoolvak Nederlands

3.5 Didactiek van taalbeschouwing

3.5.1 Didactische invulling van taalbeschouwing: Heeft kennis van manieren om taalbeschouwend les te geven, gebruikt deze kennis om middelen en materialen te selecteren in dienst van taalverzorgingsonderwijs.

1.3 Taal en zorg 1.3.1 Dyslexie, laaggeletterdheid en lees-, spreek- en schrijf problemen bij het schoolvak Nederlands:


- problemen met technisch en begrijpend lezen, signalering van taalzwakke leerlingen, signalering van dyslexie, compensatiestrategieën bij lezen;

- rol van leesmotivatie; - schrijfproblemen; - hardnekkige spellingproblemen - formuleerproblemen; - theorieën over deficiëntie versus

diversiteit; - gebruik van diagnostische toetsen, - foutenanalyse; - remediëring op gestructureerde wijze,

middelen, aanpak; - differentiatie; - werkzaamheden van een remedial

teacher dyslexieprotocollen vo en mboDefinitie en criteria van dyslexie; verklaringstheorieën voor dyslexie; het signaleren en omgaan met dyslexie in de klas; dyslexiebeleid; schoolbeleid, compenserende en dispenserende maatregelen; hulpmiddelen.



Niet van toepassing


Taal en Zorg: In de colleges komt de door studenten bestudeerde theorie aan de orde en er wordt geoefend aan de hand van filmfragmenten en casussen.


Didactiek spelling - Huizenga, H. (2015), Spelling en didactiek, Groningen: Noordhoff Uitgevers,

ISBN 978-90-01-87649-4 - Aanvullend: door de docent digitaal aangereikte literatuur

Taal en zorg - Wordt door de docent digitaal aangereikt.


N.v.t.



(deel)tentamen Kennistoets didactiek spellingKT did Spell

Beoordelingscriteria De student is in staat om op didactisch verantwoorde wijze een spellingles (onderdeel) voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. De student geeft er blijk van de theorie over Didactiek spelling te kunnen koppelen aan de praktijk. De student kan vaktaal correct interpreteren en hanteren.


Kennistoets





1




aanmeldingstermijn




Leertaak presentatie didactiek spellingLTpresentatie

Beoordelingscriteria De student geeft er blijk van materiaal uit de praktijk (kant-en-klaar materiaal, een didactische aanpak) te kunnen beoordelen vanuit de theorie over Didactiek spelling en zijn bevindingen in een presentatie inzichtelijk te kunnen maken voor docent en medestudenten.


Leertaak


Minimaal oordeel V



1



aanmeldingstermijn




Leertaak feedback taal en zorgLT taal&zorg

Beoordelingscriteria De student toont aan taalleerproblemen te kunnen signaleren en analyseren, een bij de onderwijsbehoeften aansluitende aanpak te kunnen ontwerpen en een bijdrage te kunnen leveren aan de zorgstructuur van zijn school. Daarbij onderbouwt hij zijn handelen vanuit de theorie.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn





Kennis- en vaardigheidstoets taal en zorgKT&vdht T&Z

Beoordelingscriteria De student kan zijn handelen t.a.v. taalzorg onderbouwen met theoretisch gefundeerde argumenten. De student geeft er blijk van de bij het vakgebied passende vaktaal correct te kunnen hanteren en interpreteren.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Taal en verbeelding en didactiek Code OWE ILS-Ne627/2

Onderwijsperiode Semester 1 en 2, periode 1, 2 en 3

Studiepunten 7,5


Onderwijstijd (contacturen) 98 uur contacttijd


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Poëzieanalyse en -didactiek:

In periode 3 worden zeven colleges van drie lesuren aangeboden voor poëzieanalyse. In periode 4 worden drie colleges van drie lesuren aangeboden voor poëziedidactiek, waarna er nog vier bijeenkomsten van drie lesuren worden aangeboden waarin studenten hun eindwerk presenteren. Studenten leren om ten aanzien van poëzie een onderzoekende houding aan te nemen waardoor zij een gedicht niet interpreteren op basis van vooronderstellingen, maar op basis van techniek, (historische) achtergrond en context. Tevens leren zij een beargumenteerd waardeoordeel te geven over een gedicht en leren zij wat ze met poëzie kunnen doen in de klas.

Fictiedidactiek:Er is samenhang met de leerlijn vakdidactiek: studenten verkennen de mogelijkheden van jeugdliteratuur en creatief schrijven in de klas en denken na over de didactiek die aan lessen jeugdliteratuur en creatief schrijven ten grondslag ligt. Leesbevordering staat centraal.

Literatuurgeschiedenis 1 en 2:De student kan de belangrijkste stromingen en perioden in de literatuurgeschiedenis van Nederland van de middeleeuwen tot heden noemen en beschrijven, literaire werken beargumenteerd binnen een stroming of in een periode plaatsen, de literatuurgeschiedenis in een breder maatschappelijk en cultuurhistorisch kader plaatsen, verbanden leggen tussen de Nederlandse literatuur en de internationale literatuur en ziet parallellen tussen literatuur en andere kunstvormen en kan deze benoemen.



Samenhang Deze onderwijseenheid past deels in de leerlijn Fictie.


4.1. Literatuuranalyse Literaire analyse, interpretatie en kritiek:Drie fasen, gericht op de samenhang van vorm en inhoud; analyse: gericht op de tekst zelf en afhankelijk van het genre, interpretatie: betekenis geven aan analyse-elementen, en evaluatie: waardeoordelen over literaire teksten met behulp van literaire normen en maatstaven; toepassing van de 3 fasen bij lyriek, zoals


strofebouw, klank en rijm, metrum en ritme, beeldspraak, stijlfiguren en thema; epiek, zoals thema, personagebeschrijving en situering; dramatiek, zoals uitvoering en thema; recensies: opvattingen over literaire waarden, soorten argumenten zoals vernieuwingsargument, stilistisch argument, moreel argument.

4.2 Literatuurgeschiedenis Diachronische beschrijving van alles wat met literatuur te maken heeft; literatuur koppelen aan maatschappelijke en historische context.

4.3 Didactiek van fictie Literatuurdidactiek: manieren om belangstelling voor fictie bij de leerlingen te wekken en te stimuleren, praten over fictie, relatie tussen fictie en werkelijkheid; leesverwerking; vergelijken van andere vormen van fictie; creatieve verwerking



N.v.t.


Fictiedidactiek:In de colleges passeren diverse werkvormen de revue: de leeskring, discussie, minipresentaties. Zelfstudie van theorie over jeugdliteratuur en didactiek.

Poëzieanalyse en -didactiek:In de colleges wordt theorie over poëzieanalyse behandeld. Tevens worden er gedichten geanalyseerd en worden de studenten in staat gesteld om zelf met poëzie aan de slag te gaan. Studenten dragen ook allemaal een gedicht voor en geven daar een gefundeerd waardeoordeel over met gebruikmaking van de literaire argumenten zoals ze door Mooij (1979) geformuleerd zijn.

Literatuurgeschiedenis 1 en 2:Werkcolleges waarin de historische en maatschappelijke context wordt gekoppeld aan secundaire en primaire literatuur over/uit de betreffende tijdvakken.


Literatuurgeschiedenis 1- Joosten, C., Peppelenbos C. & Temme, B. (2017). Basisboek Literatuur (6e druk).

Groningen: Uitgeverij kleine Uil. ISBN 978 94 92190 64 2

Literatuurgeschiedenis 2- Joosten, C., Peppelenbos C. & Temme, B. (2017). Basisboek Literatuur (6e

druk). Groningen: Uitgeverij kleine Uil. ISBN 978 94 92190 64 2

Poëzieanalyse en -didactiek- Reader via OnderwijsOnline

Fictiedidactiek- Boektitel en isbn-nummer worden nog bekendgemaaktEventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt


aangeboden via OnderwijsOnline.


N.v.t.



(deel)tentamen Leertaak ontwerpen bijdrage jeugdliterair tijdschrift

Beoordelingscriteria De student toont aan twee opeenvolgende lessen rondom fictie te kunnen ontwikkelen, rekening houdend met het lesdoel (leesbevordering) en de leessmaak, de leesbeleving en het niveau van de doelgroep. De student maakt daarbij gebruik van relevante theorieën rondom leesbevordering en activerende didactiek.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn




Kennistoets Poëzieanalyse en -didactiekKT poezie ana

Beoordelingscriteria De student toont aan kennis te hebben van de poëticale begrippen (uit reader en kennisbasis): hij kan deze reproduceren en uitleggen. De student kan voorbeelden herkennen, (re)produceren en benoemen.De student kan de kennis van de poëticale begrippen toepassen in gedichten. De student kan tevens de vormen inhoudsaspecten van een gedicht onderzoeken, met elkaar in verband brengen en tot een nieuw geheel samenvoegen: analyseren en interpreteren.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn

Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de


aanmeldingstermijn.



Leertaak Presentatie lessenserie poëziedidactiekLTpoezie did

Beoordelingscriteria De student presenteert een lesontwerp over poëzie. Hij toont aan daarbij aan dat hij op de hoogte is van de kerndoelen en referentieniveaus voor het fictieonderwijs, in het bijzonder poëzieonderwijs. De student toont aan dat hij in staat is rekening te houden met het niveau van de leerlingen.De student is in staat om lessen poëzie te ontwerpen voor een bepaalde doelgroep en zijn keuzes te verantwoorden. De student presenteert tevens een bloemlezing van zelf gekozen gedicht waarbij hij aandacht heeft voor motivatie, doelgroep en didactische mogelijkheden.


Leertaak

Weging deeltentamen N1/5

Minimaal oordeel V



1



aanmeldingstermijn




Kennistoets Literatuurgeschiedenis 1KT Litgesch 1

Beoordelingscriteria De student kan de belangrijkste stromingen en perioden in de literatuurgeschiedenis van Nederland van de middeleeuwen tot aan de Tweede Wereldoorlog noemen en beschrijven, hij kan (enkele) literaire werken beargumenteerd binnen een stroming of in een periode plaatsen, hij kan de literatuurgeschiedenis in een breder maatschappelijk en cultuurhistorisch kader plaatsen, hij kan verbanden leggen tussen de Nederlandse literatuur en de internationale literatuur, hij ziet - indien van toepassing - parallellen tussen literatuur en andere kunstvormen en kan deze benoemen.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn






Kennistoets Literatuurgeschiedenis 2KT Litgesch 2

Beoordelingscriteria De student kan de belangrijkste stromingen en perioden in de literatuurgeschiedenis van Nederland van de Tweede Wereldoorlog tot heden noemen en beschrijven, hij kan (enkele) literaire werken beargumenteerd binnen een stroming of in een periode plaatsen, hij kan de literatuurgeschiedenis in een breder maatschappelijk en cultuurhistorisch kader plaatsen, hij kan verbanden leggen tussen de Nederlandse literatuur en de internationale literatuur, hij ziet - indien van toepassing - parallellen tussen literatuur en andere kunstvormen en kan deze benoemen.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn



Algemene informatie Naam OWE Internationale jeugdliteratuur 1Code OWE ILS-Ne641

Onderwijsperiode Semester 1 periode 2

Studiepunten 2,5


Onderwijstijd (contacturen) 3 uur contacttijd


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Er is samenhang met de leerlijn Leren en lesgeven met ICT: studenten werken samen

met studenten uit Antwerpen en Paramaribo in een fictieblog. Deze module levert een bijdrage aan het multiperspectivisch leren kijken.



Samenhang Deze onderwijseenheid past deels in de leerlijn Fictie.


4.1. Literatuuranalyse Literaire analyse, interpretatie en kritiek:Drie fasen, gericht op de samenhang van


vorm en inhoud; analyse: gericht op de tekst zelf en afhankelijk van het genre, interpretatie: betekenis geven aan analyse-elementen, en evaluatie: waardeoordelen over literaire teksten met behulp van literaire normen en maatstaven; toepassing van de 3 fasen bij lyriek, zoals strofebouw, klank en rijm, metrum en ritme, beeldspraak, stijlfiguren en thema; epiek, zoals thema, personagebeschrijving en situering; dramatiek, zoals uitvoering en thema; recensies: opvattingen over literaire waarden, soorten argumenten zoals vernieuwingsargument, stilistisch argument, moreel argument.

4.2 Literatuurgeschiedenis Diachronische beschrijving van alles wat met literatuur te maken heeft; literatuur koppelen aan maatschappelijke en historische context.

4.3 Didactiek van fictie Literatuurdidactiek: manieren om belangstelling voor fictie bij de leerlingen te wekken en te stimuleren, praten over fictie, relatie tussen fictie en werkelijkheid; leesverwerking; vergelijken van andere vormen van fictie; creatieve verwerking



N.v.t.


Het leveren van bijdragen aan de fictieblog


Zes primaire jeugdboeken uit een selectie binnen- en buitenlandse jeugdliteratuur


N.v.t.



(deel)tentamen Fictieblog LT leeslogb

Beoordelingscriteria De student toont aan jeugdboeken (12+) gelezen te hebben. De student is in staat zijn mening te geven op de blog over gelezen jeugdboeken, die al dan niet literair zijn. Daarbij is het van belang dat de student in zijn argumentatie gebruik maakt van zijn eigen leeservaringen en leessmaak, de theorie rondom verhaalanalyse en fictiedidactiek en dat hij een link legt tussen de gelezen werken en de (literaire competentie van de) doelgroep.Daarnaast kan de student ‘in gesprek’ gaan via de blog met Vlaamse en Surinaamse studenten over de gelezen jeugdboeken om zo zijn horizon te verbreden.


Leertaak






1



aanmeldingstermijn



Leren over Leren (GKB5&6) Naam OWE Leren over Leren (GKB5&6) Code OWE ILS-Ne642

Onderwijsperiode Periode 1 & 2

Studiepunten 7,5


Onderwijstijd (contacturen) Onderwijskunde: 3 lesuren per week, 7 lessen per periode Drama: 20 uurSpreken voor de klas: 20 uur


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In periode 1 staan de volgende leerresultaten centraal:

De student heeft kennis over visies en definities van leren. Tevens heeft de student kennis van verschillende leertheorieën en de implicaties voor het onderwijs en zicht op vormen van leren in diverse contexten. Kennis van en inzicht in de achtergronden van leren helpt docenten bij het opbouwen van een onderwijskundig referentiekader en bij het komen tot een onderbouwd perspectief op leren. De student kan in een specifieke onderwijscontext zijn onderwijs vormgeven. Hiervoor bezit hij kennis over praktijk en beroepsgericht leren, model 21-eeuwse vaardigheden en didactische concepten met inzet van technologie. Ook bezit hij kennis over verschillende onderwijsconcepten, traditionele vernieuwingsscholen, profielscholen en moderne onderwijsconcepten zoals gepersonaliseerd leren. De student is in staat zijn professioneel handelen vanuit een persoonlijke visie te expliciteren en te verantwoorden en kan ethisch handelen in de beroepscontext.

In periode 2 staan de volgende leerresultaten centraal:De student bezit kennis over de werking van de hersenen, werking van het geheugen, executieve functies en emoties & leren. De student kan inzichten over de werking van de hersenen op waarde schatten voor het lesgeven. De inzichten bieden verklaringen voor leerlinggedrag en effectiviteit van het handelen van de docent. De student heeft zicht op effectieve didactische strategieën op basis van kennis over leer- en motivatieprocessen. Hiervoor bezit de student kennis over kennissoorten, cognitieve leerstrategieën, strategieën van zelfregulatie, mediawijsheid,


motivatietheorieën, leervoorkeuren, betekenisvol leren.

Drama:Door gevarieerde dramawerkvormen bouwen we, na drama 1, verder aan de ontwikkeling van verbale en non-verbale communicatie en wordt er tijdens de lessen appèl gedaan op creativiteit en flexibiliteit. Er worden communicatie en interventiemogelijkheden verkend a.d.h.v. de roos van Leary. Ook worden mogelijkheden uitgeprobeerd hoe dramawerkvormen in te zetten zijn voor het vak en voor mentoruren; welke werkvormen zijn geschikt en hoe begeleid je dat. De student laat door middel van digital storytelling zien verteltechnieken te beheersen.

Tijdens lessen ‘spreken voor de klas’ komen kennis en vaardigheden met betrekking tot professioneel spreekgedrag aan de orde.


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogisch bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn onderwijskunde/drama/spreken voor de klas, die mede gebaseerd is op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.

Kennisbases Domein Kernconcept(en)

Generieke kennisbasisA1: Opvattingen over leren en leerconcepten

Visies en definities van lerenLeertheorieën en implicaties voor het onderwijsVormen van leren in diverse contexten

A2: Onderwijsconcepten

Praktijk- of beroepsgericht leren Model ’21-eeuwse’ vaardigheden Didactische concepten met inzet van technologie Moderne onderwijsconcepten Onderwijsconcepten van traditionele vernieuwingsscholen Onderwijsconcepten van profielscholen

C5: Professionele identiteitBiografie Persoonlijke onderwijsvisie Beroepsethiek

A3: Hersenen en lerenOntwikkeling van de hersenen Werking van het geheugen Executieve functies Emoties en leren

A4: Leer- en motivatieprocessen

Kennissoorten Cognitieve leerstrategieën Strategieën van zelfregulatie Mediawijsheid Motivatietheorieën Leervoorkeuren

Deelnameplicht onderwijs Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.Spreken voor de klas: Screening : deelname is verplicht om deel te mogen nemen aan het tentamen. Aanwezigheid lessen drama : omdat het hier gaat om praktische lessen waarbij interactie met medestudenten en docent van groot belang zijn geldt als ingangseis voor het tentamen een aanwezigheidsplicht. Wanneer je meer dan 2 lessen niet aanwezig bent (om welke reden dan ook) kun je niet deelnemen aan het tentamen. Om alsnog te kunnen voldoen aan de gestelde ingangseis dien je de gemiste lessen in te halen in een volgende onderwijsperiode. Neem hiervoor contact op met je docent drama.



Niet van toepassing



- Drama omvat praktijkoefeningen rondom presentatievaardigheden tijdens werkcolleges met ondersteunende zelfstudieopdrachten.

- Spreken voor de klas omvat oefeningen betreffende het eigen spreken, zowel klassikaal als in kleine groepjes


Onderwijskunde- Wal, J. van der, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2017). Identiteitsontwikkeling en

leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046905548 - Geerts, W., Kralingen, R. van (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.

ISBN: 9789046902509- Slooter, M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.

ISBN: 9789065086167- Teitler, P. (2017). Lessen in orde; handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum:

Coutinho. ISBN:9789046905531- Verstraete, I., & Nijman, K. (2016). Handboek leren leren voor het voortgezet

onderwijs. Huizen: Pica ISBN: 9789491806568- Artikelen op OnderwijsOnline.

Drama: artikelen op OnderwijsOnline. Spreken voor de klas: Reader “Spreken voor de klas (OnderwijsOnline)


N.v.t.



(deel)tentamen Leertaak persoonlijk beroepsbeeld onderwijskunde (GKB5)LT Beroepsb

Beoordelingscriteria De student expliciteert wat het beroep van leraar voor hem inhoudt, uit welke aspecten het beroep bestaat en welke waardering hij toekent aan deze verschillende aspecten. De student reproduceert en analyseert de kennis en past deze toe in zijn beeld op het beroep.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn




Kennistoets Leren over Leren (GKB6)

Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen uit de generieke kennisbasis het niveau van onthouden/ kennis, het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties.



Kennistoets





N.v.t.



aanmeldingstermijn




Vaardigheidstoets Drama 2VT drama 2

Beoordelingscriteria Voorwaarde: 100% aanwezigheidDoelen:

De student verheldert en breidt de eigen mogelijkheden uit op het gebied van begeleiden en presenteren.

De student verkent op praktische wijze interactieve werkvormen. De student leert interactieve werkvormen toe te passen binnen

leerprocessen. De student weet de opgedane leerervaringen te koppelen aan diverse

onderwijspraktijksituaties. De student kan boeiend en motiverend vertellen en acteren vanuit een

inhoudelijke betrokkenheid. De student weet te reflecteren op de eigen ontwikkeling.


Vaardigheidstoets





1



aanmeldingstermijn




Vaardigheidstoets spreken voor de klasVT Spreken

Beoordelingscriteria De student laat zien en horen dat hij:1. zich bewust is van het eigen spreekgedrag;2. de verschillende aspecten van het spreekgedrag, zoals behandeld in de lessen,

kan toepassen.

Vorm(en) tentamen en Mondeling in groepjes van +/- 4 studenten.


deeltentamensWeging deeltentamen N.v.t.

Minimaal oordeel V

Tentamenmomenten 1-4


1



aanmeldingstermijn



Leren begeleiden (GKB7&8)Naam OWE Leren begeleiden (GKB7&8)Code OWE ILS-Ne643


Studiepunten 7,5


Onderwijstijd (contacturen) Contacttijd Onderwijskunde: 3 lesuren per week Ingangseisen OWE (in categorieën)

Bij de aanvraag van stageplaatsen door studenten, wordt gebruik gemaakt van het ‘Protocol Plaatsing Studenten’ zoals opgenomen in bijlage 4 van de OER.Een leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 2A.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student hanteert effectieve didactische strategieën met ondersteuning van ICT

om sturing te geven aan leerprocessen van leerlingen en studenten. Hiervoor bezit hij kennis over diverse instructiestrategieën. Ook bezit de student kennis over interpersoonlijk leerkrachtgedrag, planning en organisatie, regels en afspraken, consequent docenthandelen en positief leerklimaat en kan deze tevens inzetten in zijn eigen lespraktijk. Een docent werkt met concrete en meetbare doelen om zijn onderwijs (instructie, toetsing) richting te geven. Hiervoor beschikt hij kennis over functies en soorten van leerdoelen, taxonomieën en weet hij hoe hij het beste leerdoelen kan formuleren.

Een student beschikt over digitale vaardigheden om ICT effectief in te kunnen inzetten in lessituaties en in de onderwijsorganisatie en heeft een open, kritische houding ten aan zien van de integratie van technologie in het leren en onderwijs. Er wordt gewerkt met de volgde leeruitkomsten:

De student maakt in onderwijssituaties weloverwogen gebruik van ICT gekoppeld aan zijn eigen visie op onderwijs.

De student geeft les met ICT en experimenteert met ICT in de klas. De student heeft aandacht voor de pedagogiek in de klas, wanneer ICT wordt

ingezet. De student kan ICT-rijke lesactiviteiten ontwerpen. De student reflecteert op het lesgeven met ICT.

Het onderwijs wordt gegeven aan de hand van de volgende 4 principes:1. Lef: durf experimenteren, creatief gebruik


2. Differentiatie 3. ICT en klassenmanagement

Pedagogisch handelen Hoe ga ik om met devices

4. Tools inzetten als ‘onderwijsversterker’ Bewuste keuzes (Leren leren)

Tijdens dit semester wordt er intensief samengewerkt met het vak vakdidactiek. Door de vakken integratief aan te bieden wordt het beroep van leraar holistisch benaderd. Hierbij wordt extra aandacht besteed aan de beroepshouding van een leraar, ethiek, visie op onderwijs en bewustwording van het leraarschap.


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de generieke leerlijn. De leerlijn is gebaseerd op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.


Generieke kennisbasisA5: Begeleiden van leerprocessen

InstructiestrategieënOndersteuning ICT bij leerprocessenMethoden van differentiërenFeedback Begeleiden in verschillendeLeeromgevingen Klassenmanagement

A6: Hanteren van doelen Functie en soorten van leerdoelen Taxonomie Formuleren van leerdoelen

C3: Persoonlijke professionele ontwikkeling

Reflectie

C6: ICT-vaardigheden in de onderwijscontext.

Inzet van digitale middelen Digitaal brongebruik

A7 Ontwerpen van onderwijs Modellen voor didactische analyse Methodisch ontwerpen van leerarrangementen LeerarrangementenDidactische werkvormen



N.v.t.



- Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van de leertaak aan je ontwikkeling.


- Geerts, W., Kralingen, R. van (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902509

- Slooter, M. (2009). De zes rollen van de leraar. Amersfoort: CPS. ISBN: 9789065086167

- Teitler, P. (2017). Lessen in orde; handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho. ISBN:9789046905531

- Verstraete, I., & Nijman, K. (2016). Handboek leren leren voor het voortgezet onderwijs. Huizen: Pica ISBN: 9789491806568


N.v.t.


Tentaminering



Eindbeoordeling WPL2AEindbeo wpl2A

Beoordelingscriteria De student laat in zijn handelen bij wpl 2A zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock-out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond.


Praktijk



Tentamenmomenten 2


1 of 2



aanmeldingstermijn




Leertaak positief leef- en leerklimaatLt pos L&L

Beoordelingscriteria Hoe kan ik een positief leef- en leerklimaat creëren?’ staat centraal in deze leertaak.


Leertaak



Tentamenmomenten 2


1



aanmeldingstermijn




Leertaak leren en ICT

Beoordelingscriteria 1. De student maakt in onderwijssituaties weloverwogen gebruik van ICT gekoppeld aan zijn eigen visie op onderwijs.

2. De student geeft les met ICT en experimenteert met ICT in de klas.3. De student heeft aandacht voor de pedagogiek in de klas, wanneer ICT wordt

ingezet. 4. De student kan ICT-rijke lesactiviteiten ontwerpen. 5. De student reflecteert op het lesgeven met ICT en kan leerprocessen en –

opbrengsten evalueren met behulp van ICT.



Leertaak



Tentamenmomenten 2


1



aanmeldingstermijn



Algemene informatie Naam OWE Didactiek 2 en onderzoekCode OWE ILS-Ne635/1


Studiepunten 7,5


Onderwijstijd (contacturen) - 32 uur contacttijd- 50 uur zelfstudie- 128 uur stage WPL2a: 128 klokuren in periode 3 en 4Instituutsdagen: 30 lesuren in periode 3 en 4De contacttijd is inclusief eventuele responsiecolleges en inzage en/of bespreking van deeltentamens.


WPL1 en Didactiek 1 met een voldoende afgerond

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Werkplekleren 2a

Het werkplekleren vindt plaats op een opleidingsschool, een samenwerkingsschool of een stageschool.Op opleidingsscholen kunnen de ondersteunende onderwijsactiviteiten in het kader van WPL2a in samenwerking met schoolopleiders worden begeleid en beoordeeld.

Vakdidactiek en onderzoekIn deze onderwijseenheid worden de ondersteunende onderwijsactiviteiten in het kader van WPL2a (instituutsdag op de woensdag) vanuit de vakdidactiek begeleid en beoordeeld. Deze cursus biedt een verbreding en verdieping van de cursus directe instructie in het propedeusejaar. Er is aandacht voor vakdidactische kennis en voor het toepassen van deze kennis.

Ondersteunende onderwijsactiviteiten in het kader van WPL2a:a. Reflectieoefeningen;b. Vakdidactische thema’s en achtergronden;c. Ontwerpen en uitvoeren van leerarrangementen;


d. Onderzoek naar een leergang.

Binnen de leertaak onderzoek naar een leergang wordt gewerkt aan de volgende doelen uit de onderzoekleerlijn: De student kan (vakdidactische) literatuur zoeken, bestuderen en aanwenden. kan werken met theoretische kijkkaders, gericht op vakdidactiek. kan onderzoeksresultaten koppelen aan theoretische perspectieven. onderkent hoe praktijkonderzoek de eigen onderwijspraktijk kan verbeteren.De student zal vertrouwd gemaakt worden met informatievaardigheden (leerlijn leren en lesgeven met ICT).

Nadere informatie t.b.v. afstudeerrichtingen: op een van de instituutsdagen wordt een studiedag/themadag georganiseerd. Tijdens deze studiedag/themadag wordt kennisgemaakt met het mbo. De studenten kunnen zo een beeld krijgen van het typerende van het mbo, zoals: competentiegericht leren, kwalificatiedossiers, het leren vanuit een beroepsgerichte setting.

Eindkwalificaties (beoogde leerresultaten)Samenhang Deze onderwijseenheid hangt nauw samen met de onderwijseenheid Begeleiden. In

beide onderwijseenheden vindt een deel van het werkplekleren plaats én een deel van de instituutsdag.


Kennisbasis Nederlands 1.1 Professionele context 1.1.1 Kennis van en visie op het schoolvak Nederlands

1.1.2 Beroepsgroep

1.4 Didactiek van het schoolvak

Differentiëren naar niveau en rekeninghouden met doelgroep, interesses, cultureleen maatschappelijke achtergronden,leerstijlen en werktempo;interactief taalvaardigheidsonderwijs;samenwerkend leren;activerende didactiek;peerfeedback.



N.v.t.


WPL2aDe student loopt op maandag en dinsdag stage in week 1 t/m 8 van periode 3 en van periode 4. WPL2a omvat in totaal 32 stagedagen (32x8= 256 SBU). Tijdens WPL2a werkt de student d.m.v. het uitvoeren van leerwerktaken en (verplichte) opdrachten aan zijn competentieontwikkeling.

Instituutsdag: Vakdidactiek algemeenDe instituutsdag in het kader van WPL2a (woensdag) wordt vorm gegeven vanuit de leerlijn beroepscomponent en vanuit de leerlijn vakdidactiek en bestaat uit ondersteunende onderwijsactiviteiten: reflectieoefeningen, werkcolleges rondom thema’s, het verzorgen/ontwerpen van “minilesjes” en zelfstudieopdrachten. In deze onderwijseenheid ligt de nadruk op de vakdidactiek van het schoolvak Nederlands,


het ontwerpen van lessen, het analyseren en herzien van een schriftelijke toets en het onderzoek naar een leergang.


Donk. C. van der & Van Lanen, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN 90 469 0513 5

Bonset, H. e.a. (2010). Nederlands in de onderbouw. Bussum: Coutinho. ISBN 9789046901922

Eventueel extra oefenmaterialen, artikelen en readers. Dit materiaal wordt aangeboden via OnderwijsOnline.


-



(deel)tentamen Dossier Didactiek 2

Beoordelingscriteria Dossier deel A: in het lesplan dat ontworpen en geëvalueerd is voor de kennisclip (opdracht i.s.m. owk) wordt o.a. aandacht gegeven aan de onderwijsdoelen, leerlijnen, beginsituatie leerling en het onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen en werkvormen vanuit het DA-model van Van Gelder. De student laat zien dat hij een gedegen lesontwerp kan maken en kan onderbouwen door gebruik te maken van vakdidactische literatuur. De student toont aan dat hij systematisch en structureel kan reflecteren o.a. middels feedback van derden. Dossier deel B: De student laat zien dat hij een kleine schriftelijke toets kan analyseren en een voorstel kan doen ter verbetering.

De student beschikt over digitale basisvaardigheden om ICT in het onderwijs effectief in te zetten en hij kan leerarrangementen met ICT ontwerpen. (pedagogisch-didactisch gebruik van ICT & instrumentele vaardigheden).


Leertaak


Minimaal oordeel V



1



aanmeldingstermijn




Leertaak onderzoek leergangLTozleergang

Beoordelingscriteria De student presenteert zijn onderzoeksresultaten schriftelijk in een onderzoeksverslag van 5 tot 10 pagina’s (body tekst). De student laat met het verslag zien dat hij (vakdidactische) literatuur kan zoeken, bestuderen en aanwenden. met theoretische kijkkaders, gericht op vakdidactiek kan werken.


onderzoeksresultaten aan theoretische perspectieven kan koppelen. onderkent hoe praktijkonderzoek de eigen onderwijspraktijk kan verbeteren.De student geeft een met theorie onderbouwd antwoord op de vraag of de onderzochte leergang geschikt is voor hem als docent en zijn leerlingen, gekoppeld aan het antwoord op de vraag 'hoe wil ik mijn docentschap invullen?' De student toont aan dat hij dit antwoord heeft verkregen door een systematische en onderzoeksmatige manier van werken.


Leertaak



Tentamenmomenten P4 en augustus


1



aanmeldingstermijn




Hoofdfase jaar 3Algemene informatie Naam OWE Taal over de grenzenCode OWE ILS-Ne636/1


Studiepunten 7,5




N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Interculturele gespreksvoering

In deze module maakt de student kennis met een interactionele en cultuur-dynamische benadering van interculturele communicatie op basis van een systeem-theoretische opvatting over communicatie zoals die uitgewerkt en gespecificeerd is in het TOPOI-model van Edwin Hoffman. Deze benadering biedt de student een wezenlijk andere kijk op cultuur, communicatie en interculturele communicatie dan zoals die aan de orde is in veelgebruikte en populaire benaderingen zoals die van Hofstede, Pinto en andere min of meer essentialistische benaderingen.Van meet af aan wordt de TOPOI-benadering geconcretiseerd door die zo veel mogelijk duidelijk te maken aan de hand van eigen ervaringen van de studenten, zowel binnen als buiten het onderwijs.

WereldtaalkundeIn deze zelfstudiemodule voert de student individueel een of meerdere crosslinguïstische onderzoeken uit naar een verschijnsel op het niveau van de pragmatiek, de syntaxis, de morfologie, de fonologie of op het gebied van het lexicon of de orthografie, waarbij steeds het Nederlands vergeleken wordt met een andere taal of met andere talen. De student kan werken op basis van gestructureerde onderzoekssuggesties en/of aan de hand van eigen voorstellen.Centraal bij de onderzoeksopdrachten staat het streven de student bewust te maken van de relativiteit van hoe taalverschijnselen in een taal, i.c. het Nederlands, gerealiseerd kunnen worden. Anders gezegd: min of meer algemeen voorkomende taalverschijnselen worden verschillend vormgegeven en dergelijke verschillen zijn niet terug te voeren op ‘betere’ of ‘slechtere’ talen. In deze zin levert deze module, evenals ‘Internationale (jeugd)literatuur’, ook een bijdrage aan het multiperspectivisch leren kijken in het kader van ‘Taal over de grenzen’ en uiteraard zal de module in algemene zin bijdragen aan het bevorderen van het taalkundig denken.

Internationale (jeugd)literatuur 2


Deze zelfstudieopdracht geeft de student de mogelijkheid zich te verdiepen in multiculturaliteit met behulp van de (jeugd)literatuur. Het doel van de opdracht is dat de student zijn perspectief verbreedt en zo leert 'multiperspectivisch' te kijken, zodat hij straks in het onderwijs meer oog heeft voor en een andere kijk op de verschillen tussen leerlingen en daar wellicht beter op kan inspelen.


Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificatie:- Vakinhoudelijke bekwaamheid

Samenhang Zie leerlijn internationalisering deel B.

Kennisbases Kennisbasis Nederlands Subdomein Aspect

3.1 Taal en communicatie 3.1.2 Taalgebruik en pragmatiek

3.2 Taalsysteem 3.2.1 Spraakklanken: fonetiek en fonologie3.2.2 Woordenschat, woordvorming en woordbetekenis: morfologie en semantiek3.2.3 Zinnen, zins vorming en zinsbetekenis: syntaxis en semantiek

3.4 Talen en taalgemeenschap 3.4.1 Taalvariatie, taalverandering en taal attitudes


2.4.2 Gespreksanalyse en -strategieën



N.v.t.


Internationale (jeugd-)literatuur 2Studenten bereiden in groepjes van drie een presentatie voor waarin zij ingaan op verschillen en overeenkomsten tussen verschillende culturen m.b.t. opvattingen / zienswijzen t.a.v. een relevant thema voor de doelgroep (12-18 jaar). De groep onderbouwt zijn bevindingen aan de hand van gelezen fictiewerken waarin dit thema is uitgewerkt. Studenten geven aan in hoeverre de gevonden verschillen en overeenkomsten aansluiten bij hun eigen ervaringen en secundaire literatuur over het gekozen thema. Daarnaast benoemen ze de meerwaarde van hun bevindingen voor de eigen lespraktijk.

Interculturele gespreksvoeringIn werkcolleges wordt de stof uit Hoffman (2009/2013) besproken en verwerkt aan de hand van opdrachten uit het boek en op basis van de inbreng van ervaringen door de deelnemers. Te beginnen in het tweede college vervullen de studenten hierin een actieve bijdrage door individueel of in twee- of drietallen eenmaal een interactieve presentatie te verzorgen over de aan de orde zijnde stof en bijbehorende opdrachten.De module wordt afgesloten met een openboektentamen of een meeneemtentamen. Voorwaarde voor deelname aan het tentamen is dat een dossier met alle uitgewerkte opdrachten ingeleverd en met een voldoende beoordeling afgesloten is.


WereldtaalkundeDe zelfstudiemodule wordt ondersteund door twee instructie-, c.q. responsiebijeenkomsten. Verdere begeleiding vindt plaats naar behoefte en volgens afspraak. Het eindproduct kan een schriftelijk werkstuk zijn of een presentatie van de bevindingen voor de medestudenten.


Internationale (jeugd-)literatuurGeen verplicht onderwijsmateriaal.

Interculturele gespreksvoeringHoffman, E. (2009/2013). Interculturele gespreksvoering. Theorie en praktijk van het TOPOI-model (tweede of derde druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031361823.

WereldtaalkundeBaker, A., Don, J. & Hengeveld, K. (red.) (2013). Taal en taalwetenschap. (2e editie) Sussex: Wiley-Blackwell. ISBN: 9780470672136.


N.v.t.



(deel)tentamen Kennistoets interculturele gespreksvoeringKT intercult

Beoordelingscriteria De studenten presenteren in groepjes hun uitwerking van een aantal verwerkingsopdrachten bij Interculturele Gespreksvoering (Hoffman, 2009) en leveren deze uitwerkingen na afloop van de cursus in in een dossier. In een openboektentamen wordt de declaratieve kennis over het thema interculturele communicatie en gespreksvoering bevraagd. Het eindcijfer voor het vak wordt voor 30 % bepaald door het dossier en voor 70 % door het tentamen.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Leertaak wereldtaalkundeLT wereldtaal

Beoordelingscriteria De student doet een contrastief onderzoek van 1 EC naar een taalverschijnsel op het gebied van de fonologie, morfologie, semantiek, syntaxis, pragmatiek of het lexicon, en presenteert haar resultaten in een kort onderzoeksverslag of in een presentatie.


Voorbeelden zijn een vergelijking van Engelse leenwoorden in het Nederlands en het Frans, het woordgeslacht in het Nederlands en het Duits, ontwikkelingen in de woordvolgorde in de bijzin in het Nederlands en het Engels, lexicale verschillen tussen het Nederlandse Nederlands en het Surinaamse Nederlands, etc. De student kan voor maximaal 3 EC's WereldTaalkunde-onderzoeken doen. Elk onderzoek wordt beoordeeld met een cijfer; bij twee of drie cijfers is het eindcijfer het gemiddelde van deze cijfers.Voor 1 EC kan er ook voor gekozen worden vijf opdrachten uit de Taalkunde Olympiade uit te voeren, waarbij een vergelijking met het Nederlands verplicht is, ook als die niet in de betreffende opdracht verweven zit.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn




Leertaak internationale (jeugd-)literatuur 2LT int. Jeugd 2

Beoordelingscriteria Studenten bereiden in groepjes van drie een presentatie voor waarin zij ingaan op verschillen en overeenkomsten tussen verschillende culturen m.b.t. opvattingen / zienswijzen t.a.v. een relevant thema voor de doelgroep (12-18 jaar). De groep onderbouwt zijn bevindingen aan de hand van gelezen fictiewerken waarin dit thema is uitgewerkt. Studenten geven aan in hoeverre de gevonden verschillen en overeenkomsten aansluiten bij hun eigen ervaringen en secundaire literatuur over het gekozen thema. Daarnaast benoemen ze de meerwaarde van hun bevindingen voor de eigen lespraktijk.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn



Algemene informatie Naam OWE Integraal handelen in de beroepspraktijk 2Code OWE ILS-Ne637/2


Studiepunten 22,5


Onderwijstijd (contacturen) - 42 uur contacttijd onderwijskunde - 32 uur contacttijd vakdidactiek - 300 uur zelfstudie (inclusief leertaken)- 256 uur werkplekleren Vakdidactiek periode 1 en 2: 16 bijeenkomsten van 2 lesuren in periode 2Vrije ruimte: periode 1: diversTaalontwikkelend lesgeven: 16 bijeenkomsten van 2 lesuren in periode 1


- Een voldoende beoordeling voor werkplekleren 2A is een voorwaarde voor deelname aan de bijeenkomsten voor OWK in periode 1 en 2.

- Bij de aanvraag van stageplaatsen door studenten, wordt gebruik gemaakt van het ‘Protocol Plaatsing Studenten’ zoals opgenomen in bijlage 4 van de OER.

- Een goedgekeurd concept leerwerkplan is een voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 2B.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze OWE staat het integraal handelen en een aantal domeinen uit de generieke

kennisbasis centraal. Een deel daarvan wordt verzorgd door de onderwijskundigen en een deel door de vakdidactici. In deze onderwijseenheid werk je ook aan je onderzoeksvaardigheden en aan de leerlijn leren en lesgeven met ICT.Didactiek 3 - Leertaak onderzoek (lessenserie)Tijdens de instituutsdagen in periode 2 is er aandacht voor het werken aan de eigen professionele ontwikkeling (beroepshouding), het onderwijssysteem (o.a. vernieuwde onderbouw), het vormgeven van leerprocessen, selectie en ontwerp van leermiddelen en deze creatief toepassen in lesplannen voor de stage, de kenmerken en sleutelbegrippen van samenwerkend leren en deze toepassen in concrete lesontwerpen (zie leertaak), interne differentiatie, activerende werkvormen, leerganganalyse van de diverse domeinen. Tijdens de stage voert de student een leertaak “samenwerkend leren” uit waarin hij op een onderzoeks-matige manier een lessenserie ontwerpt, uitvoert en evalueert voor een onderdeel van het schoolvak Nederlands. Deze opdracht past binnen de leerlijn onderzoek doen, er is o.a. aandacht voor: de rol van onderwijs bij het primaire proces, het toepassen van een praktijkgerichte onderzoekscyclus, werken met theoretisch kijkkader, leren werken met ontwerpeisen, toepassen van betrouwbaarheid, validiteit en triangulatie, analyseren van onderwijssituaties, leren concluderen.

OnderwijskundeIn de lessen onderwijskunde staan 3 thema’s centraal: klassenmanagement, het omgaan met verschillen (o.a. zorgleerlingen en culturele diversiteit) en de school op mesoniveau. Binnen deze thema’s is specifieke aandacht voor (interculturele) gespreksvoering, groepsprocessen, onderwijsvisie, de omgang met ethiek en ethische dilemma’s en professionele verantwoordelijkheid, waarbij het mbo-veld nadrukkelijk de aandacht krijgt.Tijdens de instituutsdagen is er nadrukkelijk aandacht voor het leren van elkaar tijdens begeleide intervisiebijeenkomsten. De student werkt tijdens deze onderwijseenheid aan zijn professionele beroepshouding. Deze wordt gekenmerkt door aspecten als het houden aan afspraken, op tijd komen, voorbereiden van de


lessen, het tonen van (proactieve) inzet, het effectief samenwerken met medestudenten waaronder het geven van adequate (peer)feedback, de gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en op effectieve communicatie, verantwoordelijkheidszin, organisatievermogen, beslissingsvermogen en de bereidheid tot het voortdurend en zelfstandig leren van praktijkervaringen.Het leerwerkplan is aangestuurd in de laatste lessen van periode vier, jaar 2. Dit wordt nog aangevuld met het onderdeel visie van de school, hier wordt in de eerste lessen aandacht aan besteed.

Studentassistentschap In semester 1 vervullen de studenten een studentassistentschap. Bijvoorbeeld bij: fictie (leeskring, workshop creatief schrijven), school en media (vormgeving, hoofdredacteurschap of eindredactie Studiaal), schrijven met dyslexie (Talencentrum).

Taalontwikkelend lesgevenHet vak ‘taalontwikkelend lesgeven’ en het vak ‘taalbeleid en taalgericht vakonderwijs’ (eindfase) vertonen een duidelijke inhoudelijke samenhang. Bij taalontwikkelend lesgeven staat het schoolvak Nederlands centraal, bij taalbeleid en taalgericht vakonderwijs gaat het o.a. om de centrale rol van de docent Nederlands binnen het taalbeleid van de school.

‒ De student kan na afloop van dit vak talige en culturele obstakels die tijdens de les Nederlands voorkomen herkennen en analyseren.

‒ De student is in staat om de speciale problematiek van NT2- leerders in meertalige klassen en de consequenties voor het vak Nederlands te beschrijven.

‒ De student kan na afloop van dit vak oefenvormen (taken/opdrachten) taalgericht maken met de pijlers context, taalsteun en interactie.

‒ De student kan na afloop van dit vak zijn keuzes verantwoorden vanuit zijn kennis over taalverwerving en taalvaardigheidsdidactiek.

Leren en lesgeven met ICT Ook in deze onderwijseenheid is er aandacht voor de acht kwalificaties van de faculteitsbrede leerlijn Leren en lesgeven met ICT. De studenten bestuderen theorie rondom de inzet van ICT in de klas en ontwerpen een ICT-rijke lessenserie waarin ICT op een verantwoorde pedagogisch-didactische wijze wordt ingezet.Onder voorbehoud bestaat de mogelijkheid om de module te volgen via een andere route: deelname aan het VOC Innovatieateljé van Quadraam.



Samenhang Deze OWE hangt samen met de OWE’s rondom wpl in leerjaar 2 (wpl 2a). Het vak ‘taalontwikkelend lesgeven’ is een vervolg op het vak NT2-didactiek in leerjaar 2.Voorwaarde voor het vak Didactiek 3 is dat de student het vak Didactiek 2 voldoende heeft afgerond en wpl 2a behaald.

Leertaak onderzoek lessenserieDit vak hangt samen met de leerlijn onderwijskunde en de leerlijn vakdidactiek en de leerlijn onderzoek. De student ontwerpt op onderzoeksmatige wijze middels de onderzoekscyclus van Van der Donk een lessenserie en verantwoordt het construct


met vakdidactische literatuur.

Leren en lesgeven met ICTDit vak hangt samen met de ILS-brede leerlijn leren en lesgeven met ICT.



Kennisbasis Nederlands


1. Vakdidactiek: het schoolvak Nederlands

1. Vakdidactiek: het schoolvak Nederlands:1.1 Onderwijsdoelen en leerlijnen1.2 Beginsituatie en aansluiting1.3 Onderwijsproces: leeractiviteiten, leermiddelen en werkvormen.

1.2 Taalontwikkelend lesgeven 1.2.1 Taalgericht vakonderwijsTaalontwikkelend lesgeven bij Nederlands en andere vakkenVerschil tussen DAT en CATScaffolding

A3: Hersenen en leren Ontwikkeling van de hersenenWerking van het geheugen

A4: Leer- en motivatieprocessen Leervoorkeuren

Betekenisvol lerenLeerproblemen/stoornissen

A5: Begeleiden van leerprocessen Instructiestrategieën

Begeleiden in verschillende leeromgevingenKlassenmanagement

A6: Hanteren van doelen Taxonomie Functie en soorten van leerdoelenFormuleren van leerdoelen

A7: Ontwerpen van onderwijs Modellen voor didactische analyseDidactische werkvormen

A8: Toetsen en evalueren Functies van toetsen Toetsontwikkeling

ToetsvormenTaxonomieënKwaliteitseisen bij toetsing

B2: Pedagogische functie van de school

Functie van het onderwijsSchoolbeleid, visie en invullingRelatie tussen school en thuisSociale veiligheid

B3: Pedagogisch klimaat in school en klas

Veilig en ordelijk leerklimaatOmgaan met diversiteitGroepsdynamische processen

B4: Leerlingbegeleiding Begeleiding in de zorgstructuurBegeleiding gericht op de leerloopbaanPrincipes van effectieve communicatieGespreksvaardighedenSoorten en functie van begeleidingsprocessen

B5: Ontwikkelingstheorieën Gedrag- en ontwikkelingstoornissen

C1: Ontwikkelingen in het Inrichting van het Nederlands onderwijssysteem


onderwijsMaatschappelijke ontwikkelingen

C2: Werken in de schoolorgansiatie Schoolcultuur en organisatie

C3: Persoonlijke professionele ontwikkeling

BeroepsstandaardProfessionaliseringReflectie

C5: Professionele identiteit Biografie

Persoonlijke onderwijsvisieBeroepsethiek

A3: Hersenen en leren Ontwikkeling van de hersenenWerking van het geheugen



N.v.t.


De ondersteunende onderwijsactiviteiten tijdens de instituutsdag in het kader van wpl2B worden vormgegeven door de onderwijskundigen en de vakdidactici en bestaan o.a. uit werkcolleges, zelfstudieopdrachten en begeleide intervisie. Werkplekleren 2B omvat per week 2 stagedagen van elk 8 uur en een instituutsdag.Vrije ruimte en onderzoek:Diverse activiteiten en werkcolleges.


Onderwijskunde: - Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.

ISBN: 9789046902509- Horeweg, A. (2015). Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet onderwijs.

Houten: Lannoocampus. ISBN: 9789401425780- Konig, A. (2008). In gesprek met de leerling. Houten: EPN. ISBN 13:

9789040200328; in readervorm aangeboden.- Teitler, P. (2009/2013). Lessen in orde. Bussum: Coutinho. ISBN 9789046901236,

zie ook reader jaar 2.- Wal, J. van de, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2006). Identiteitsontwikkeling en

leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. ISBN 13: 9789046900161. - Nauta, P., Giesing, M. (2006). Leerlingen met een specifieke hulpvraag. Uitgeverij:

Nauta en Giesing. ISBN: 90-810460-1-2- Nunez, C. Nunez, R. & Popma, L. (2010). Interculturele communicatie. Assen: Van

Gorcum. - Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum:

Coutinho. ISBN10: 9046903001- Reader en verplichte artikelen van jaar 1 en 2Vakdidactiek Ebbens, S. & Ettekoven S. (2005). Samenwerkend leren. Praktijkboek. Groningen: Wolters Noordhoff. ISBN 9789001307493Bonset, H. e.a. (2015) Nederlands in de onderbouw. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046904466

Taalontwikkelend lesgevenVan de Laarschot, M. (1997). Lesgeven in meertalige klassen, Groningen: Noordhoff ISBN: 978-90-01-36320-8 (alleen tweedehands verkrijgbaar of via de docent)


-




(deel)tentamen Eindbeoordeling WPL 2BEindbeo WPL2B

Beoordelingscriteria De student laat in zijn handelen bij wpl 2B zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock-out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond.


Leertaak



Tentamenmomenten 2


1 of 2



aanmeldingstermijn




Dossier Leertaken onderwijskundeLT OWK

Beoordelingscriteria Het dossier bestaat uit drie deeltaken. Er wordt een miniles gegeven op het gebied van gedrags- en leerproblemen. De tweede taak bestaat uit het maken van een plan van aanpak ter verbetering van het leef- en of werkklimaat van de groep. De derde taak bestaat uit het vergaren en verwerken van peerfeedback op het gebied van gespreksvaardigheden. In leerjaar 3 wordt de student, afhankelijk van het subdomein, met name beoordeeld op het niveau van het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige en complexe situaties.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn




Kennistoets Taalontwikkelend lesgevenKT Tvgl


Beoordelingscriteria De student kan talige obstakels (bijv. ontoereikende woordenschat) en culturele obstakels (bijv. cultureel perspectief in teksten) die tijdens de les Nederlands voorkomen herkennen en analyseren. Hij is zich ervan bewust dat de speciale problematiek van NT2-leerders in meertalige klassen consequenties heeft voor het vak Nederlands. Hij weet hoe hij lessen Nederlands zo kan vormgeven dat er taalontwikkeling plaatsvindt voor zowel taalzwakke leerlingen als voor leerlingen voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De student kan onderwijsmateriaal omvormen met behulp van de pijlers context, taalsteun en interactie. Hij baseert zijn keuzes op de theorie.


Kennistoets





1



aanmeldingstermijn




Leertaak Onderzoek lessenserie (Didactiek 3)LT onderzoek

Beoordelingscriteria De student kan een praktijkgerichte onderzoekscyclus toepassen: oriënteren en richten, plannen en ontwerpen, evalueren, concluderen en reflecteren). Hij kan zijn keuzes (onderzoeksdoel, vraag, ontwerpeisen, evaluatiecriteria) verantwoorden. De student kan vanuit een theoretisch kader een set ontwerpeisen opstellen op basis waarvan hij een lessenserie ontwerpt, uitvoert en evalueert. Verder toont hij aan dat hij kan reflecteren op zowel het verloop van de lessenserie (reflectie op product), als de wijze waarop het onderzoeksproces verlopen is (reflectie op proces). De student beschikt over digitale basisvaardigheden om ICT in het onderwijs effectief in te zetten en hij kan leerarrangementen met ICT ontwerpen (pedagogisch-didactisch gebruik van ICT & instrumentele vaardigheden).


Leertaak





1



aanmeldingstermijn

Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de


aanmeldingstermijn.



StudentassistentschapLT stud. Ass

Beoordelingscriteria In semester 1 vervullen de studenten een studentassistentschap. Bijvoorbeeld bij: fictie (leeskring, workshop creatief schrijven), school en media (vormgeving, hoofdredacteurschap of eindredactie Studiaal), schrijven met dyslexie (Talencentrum). Ter afsluiting daarvan schrijven de studenten een kort reflectieverslag. Voorafgaand aan deelname aan/uitvoering van een activiteit maakt de student schriftelijke afspraken met de begeleider over de uiteindelijke verantwoording ervan. Het is afhankelijk van de gekozen activiteit hoe die verantwoording eruitziet.


Leertaak


Minimaal oordeel V

Tentamenmomenten N.v.t.


1



aanmeldingstermijn




Leertaak Leren en lesgeven met ICTDS lesg ICT

Beoordelingscriteria De student is in staat een lessenserie te ontwerpen waarin ICT op een pedagogisch-didactisch verantwoorde wijze wordt ingezet. De student kiest daarbij uit een aantal door de docent voorgeselecteerde ICT-toepassingen. De student leest zich op dit thema in en verantwoordt zijn keuzes in de lessenserie aan de hand van de bestudeerde (vak)didactische literatuur. De studenten presenteren hun lessenseries aan hun studiegenoten door een blog op te stellen.


Leertaak





1



aanmeldingstermijn



Eindfase jaar 4Algemene informatie Naam OWE Taal en schoolCode OWE ILS-Ne638/2

Onderwijsperiode Semester 1 en 2, periode 1, 2, 3, 4

Studiepunten 15


Onderwijstijd (contacturen) - 27 uur contacttijd verplichte onderdelen- 169 uur zelfstudie verplichte onderdelen- 56 uur zelfstudie (visie)- 168 uur vrije ruimteTaalbeleid en taalgericht vakonderwijs: 14 lesuren in periode 2 en 3


N.v.t.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs

Er wordt gewerkt aan de volgende leeruitkomsten:De student kan een taalbeleidssituatie op een school beschrijven en analyseren aan de hand van onderzoeksinstrumenten en recente vakliteratuur en vervolgstappen opstellen om het taalbeleid te bevorderen.De student kan reflecteren op zijn eigen rol in het taalbeleid als docent of mogelijk taalcoördinator, taalexpert of taalcoach.De student kan de pijlers context, taalsteun en interactie van taalgericht vakonderwijs en de vuistregels van taalbewust beroepsonderwijs in de lespraktijk herkennen, beschrijven en analyseren en voorstellen doen om lessen in andere vakken taalgerichter te maken.

Vrije ruimte incl. Voorbereiding LKT en inrichting dpf De student kiest activiteiten waarmee hij kan aantonen dat hij onderwijs kan ontwikkelen waarbij hij verder kijkt dan de reguliere les Nederlands. De activiteiten moeten betrekking hebben op beroepstaak 5 (ontwikkelen van vakdeskundigheid) en zijn gericht op / of vinden plaats in de context van de gekozen afstudeerrichting.Denk bijvoorbeeld aan: het volgen van een keuzevak bezoek aan een conferentie volgen van relevantie cursus buiten de opleiding student-assistentschap doen van relevant vakinhoudelijk onderzoek taalbegeleiding allochtone studenten geven van een cursus buiten de opleiding

De activiteiten kun je in principe doen in de gehele hoofdfase van je opleiding. Voorwaarde is dat je de activiteiten aanvraagt bij de opleiding Nederlands. Inkleuring vanuit de te kiezen/gekozen afstudeerrichting (eindfase) is aan te raden. Het aanvragen van een activiteit voor de vrije ruimte kan door het invullen van een aanvraagformulier vrije ruimte (te verkrijgen via je studieloopbaanbegeleider). Je aanvraag wordt dan in het digitale bestand ingevoerd; bij succesvolle afronding van


de activiteit worden ook de overeengekomen studiepunten opgenomen in dit digitale bestand.

De student wordt geacht de Landelijke Kennisbasis Toets (LKT) te behalen alvorens hij zijn studie kan afronden. Binnen dit deeltentamen wordt gefaciliteerd in voorbereidingstijd hiervoor, aangezien in de LKT alle kennis in de generieke en vakspecifieke kennisbasis getoetst wordt. In de eindfase werkt de student aan zijn/haar portfolio voor de ‘portfoliobeoordeling integraal handelen niveau 3’. In het digitaal portfolio werkt de student aan een verantwoordingsverslag en verzamelt diverse bewijsmaterialen (zie OWE integraal handelen in de beroepspraktijk 1). Binnen deze onderwijseenheid begeleiden we je niet alleen naar de landelijke kennistoets, maar ook naar de portfoliobeoordeling integraal handelen in de beroepspraktijk 3.


Er wordt gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Samenhang met de OWE Integraal handelen in de beroepspraktijk 2 (hoofdfase)Het vak ‘taalbeleid en taalgericht vakonderwijs’ is een vervolg op het vak ‘taalontwikkelend lesgeven’ in leerjaar 3.

Kennisbases Subdomein Omschrijving/toelichting

Kennisbasis Nederlands 1.1.3 Taalbeleid Taalbeleidsplan:Opzet en implementatie;Middelen om invulling te geven aan taalbeleid in een school;Rol van de docent als taalcoördinator, taalexpert en taalcoach in het vo/mbo.

1.2 Taalontwikkelend lesgeven Belang en mogelijkheden van taalgericht vakonderwijs in alle contexten;Taalontwikkelend lesgeven bij Nederlands en andere vakken;Verschil tussen DAT en CAT.



N.v.t.


Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs: werkbijeenkomsten waarin de student wordt ondersteund bij het maken van een dossier.


Hajer, M. & T. Meestringa (2015) Handboek taalgericht vakonderwijs, Uitgever: Coutinho. ISBN: 9789046904480.Bolle, T. & I. Meelis. (2017) Taalbewust beroepsonderwijs, vijf vuistregels voor effectieve didactiek. Uitgever: Coutinho ISBN 9789046905890.Artikelen : Via OnderwijsOnline worden artikelen en internetbronnen door de docent aangereikt


N.v.t.


Tentaminering



Dossier vrije ruimte incl. voorbereiden afstuderenDS vrije rui

Beoordelingscriteria Zie richtlijnen vrije ruimte


Leertaak


Minimaal oordeel V



1



aanmeldingstermijn




Dossier taalbeleid en taalgericht vakonderwijsDS taalbeleid

Beoordelingscriteria Zie beoordelingsformulier


Leertaak





1



aanmeldingstermijn



Algemene informatie Naam OWE Onderzoek eindfaseCode OWE ILS-Ne639

Onderwijsperiode Semester 1 en 2, periode 1-4

Studiepunten 15

Studielast in uren 15 studiepunten = 420 uur

Onderwijstijd (contacturen) Contacttijd ongeveer 40 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten). Daarnaast 20 uur individuele begeleiding.


Precieze contacttijd varieert per opleiding en opleidingsschool.


Voldoende beoordeling voor de leertaak onderzoek uit de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 2’.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Het uitvoeren van praktijkonderzoek in de eindfase is gericht op de volgende drie

doelen:

1. Het versterken van de onderzoekende houding, het vergroten van onderzoeksvaardigheden en het vergroten van de kennis over onderzoek om op basis van vakliteratuur en data uit de praktijk vragen te kunnen stellen en beantwoorden over de eigen lespraktijk.

2. Het vergroten van de kennis over een pedagogisch, didactisch of vakdidactisch onderwerp dat relevant is voor de eigen professionele ontwikkeling als startbekwame leraar.

3. Het vergroten van het reflectievermogen op het eigen handelen als startbekwame leraar.

Definitie praktijkonderzoekWe hanteren de volgende definitie van praktijkonderzoek:Praktijkonderzoek in de school is onderzoek dat wordt uitgevoerd door leraren en leraren-in-opleiding, waarbij op een systematische wijze en in dialoog met belanghebbenden antwoorden verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen onderwijspraktijk en gericht zijn op verbetering van deze praktijk.

Dit betekent het volgende in de eindfase:1. Een praktijkonderzoek is altijd gericht op het beter leren begrijpen en/of

verbeteren van de eigen lespraktijk. Het onderzoek kan uitsluitend gericht zijn op het beter inzicht willen krijgen in de lespraktijk (iets willen weten). In dat geval spreken we van een kennisgericht praktijkonderzoek . Op het moment dat er sprake is van het willen doorvoeren en evalueren van een verandering in de lespraktijk (iets willen weten en verbeteren), spreken we van een ontwerponderzoek .

2. De student start het praktijkonderzoek met een oriëntatie op de eigen lespraktijk (binnen de gekozen afstudeerrichting) en bepaalt op basis van deze oriëntatie welk praktijkvraagstuk hij/zij wil onderzoeken. Bij een praktijkvraagstuk kan het gaan om een handelingsverlegenheid of een leervraag in de eigen lessen en/of op teamniveau. Het thema kan van de student zelf komen, van de school, de opleiding of het kenniscentrum.

3. De student kan een groot onderzoek uitvoeren of maximaal drie, met elkaar verbonden, kleinere onderzoeken.

4. De student maakt gebruik van vakliteratuur en verbindt deze theorie met de praktijk.

5. De student neemt bewust verschillende perspectieven in en betrekt hierbij belanghebbenden.

6. De student voert zijn/haar praktijkonderzoek systematisch uit. Hij/zij gaat uit van een analyse van het vraagstuk. Hij/zij maakt gemotiveerde keuzes voor methoden en technieken bij het verzamelen en analyseren van data en laat zien hoe hij/zij tot analyseresultaten en conclusies komt.

7. Het onderzoek levert kennis op voor zowel de student als de opleidingsschool in de vorm van beroepsproducten . Bij een kennisgericht onderzoek kan gedacht worden aan een adviesrapport, een onderbouwd besluit, een evaluatierapport of een visiedocument. Bij een ontwerponderzoek kan het gaan om een lessenreeks, een project, een toets, een toetsmatrix, reflectie-instrument, instructiefilm, didactische werkvorm, coaching tool, rubrics, leerdoelen, evaluatie, analyse van een groepsproces, stappenplan, kijkwijzer, etc. De student draagt hierbij zorg voor passende kennisdeling.

8. De totstandkoming van het beroepsproduct/de beroepsproducten wordt altijd


schriftelijk verantwoord.

De keuzevrijheid van de student staat centraal bij het onderzoek in de eindfase. De student kan kiezen uit verschillende scenario’s waarbinnen hij/zij zijn onderzoek uitvoert. De student voert het praktijkonderzoek uit binnen zijn/haar gekozen afstudeerrichting.

Begeleiding en beoordeling

1. Bij de begeleiding en beoordeling is er – indien een student stage loopt op een opleidingsschool – altijd sprake van samenwerking tussen de opleidingsschool en het ILS of het kenniscentrum.

2. Alle onderzoeken in de eindfase worden beoordeeld aan de hand van één gezamenlijk beoordelingsmodel. Dit model wordt jaarlijks vastgesteld.


1. Interpersoonlijk competent2. Pedagogisch competent3. Vakinhoudelijk en didactisch competent4. Organisatorisch competent5. Competent in samenwerken met collega’s 6. Competent in samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling

De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding.

Deze competenties komen overeen met de nieuwe bekwaamheidseisen voor leraren:

1. Brede professionele basis2. Vakinhoudelijke bekwaam3. Vakdidactisch bekwaam4. Pedagogisch bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 3’ en de vakinhoudelijke onderwijseenheden de eindfase van de opleiding.Deze onderwijseenheid vormt de afsluiting van de leerlijn onderzoek. Het praktijkonderzoek vindt altijd plaats in de context van de door de student gekozen afstudeerrichting.


6. Professionele docent 6.2. Praktijkonderzoek

Deelnameplicht onderwijs Niet van toepassing


Niet van toepassing


Varieert per opleiding, opleidingsschool


Donk, C. van der & Lanen, B. van (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Derde, herziene druk


Online leermiddelen op OnderwijsOnline




(deel)tentamen Oz Eindfase

Beoordelingscriteria Basis voor de beoordeling is een of meerdere beroepsproduct(en) met verantwoordingsverslag.

De beoordeling is gericht op het beoordelen van het onderzoekend vermogen van de student in de context van zijn/haar lespraktijk. Dit onderzoekend vermogen kenmerkt zich door: kennis over onderzoek, onderzoeksvaardigheden en een onderzoekende houding.

De uitgewerkte beoordelingscriteria (het beoordelingsmodel inclusief weging en cesuur) zijn te vinden in bijlage bij de Studiewijzer Onderzoek Eindfase en op #OO.


Beroepsproduct(en) en schriftelijk verantwoordingsverslag



Tentamenmomenten P1, P2, P3,P4


2Twee examinatoren beoordelen onafhankelijk van elkaar op basis van het vastgestelde beoordelingsmodel.

Toegestane hulpmiddelen geen


aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Integraal handelen in de beroepspraktijk 3 Code OWE ILS-Ne640/2

Onderwijsperiode Periode 1 t/m 4

Studiepunten 30


Onderwijstijd (contacturen) - 72 uur contacttijd- 128 uur zelfstudie- 640 uur werkplekleren


Bij de aanvraag van stageplaatsen door studenten, wordt gebruikgemaakt van het ‘Protocol Plaatsing Studenten’ zoals opgenomen in bijlage 4 van de OER.

Voldoende beoordeling WPL2b.150 studiepunten behaald (met uitzicht op 180 studiepunten). Een leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 3, inclusief een voldoende beoordeling voor wpl 2b.

Er kan pas deelgenomen worden aan de Landelijke Kennistoets als de student:- de propedeuse heeft behaald en; - tenminste 65% van de studiepunten heeft behaald behorende bij de onderwijseenheden van de kennisbasis en deze onderwijseenheden geheel heeft doorlopen en; - deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat het integraal handelen centraal. De

onderwijseenheid bestaat voor een groot deel uit het werkplekleren 3.

Naast het werkplekleren zijn er instituutsdagen met een aanbod vanuit onderwijskunde en vakdidactiek binnen de gekozen afstudeerrichting. Bij de inrichting van de instituutsdagen staat de ontwikkelbehoefte van de student centraal. Een aantal instituutsdagen wordt instituutsbreed aangeboden. De student heeft hier de mogelijkheid te kiezen uit thema’s passend bij leerbehoeften en gekozen afstudeerrichting . De student overlegt met zijn of haar begeleiders (onderwijskundige en vakdidacticus van de opleiding, WPB, SLB) over de keuzes en legt deze vast in het leerwerkplan.

Er is aandacht voor de afstudeerrichtingen middels verdiepingslessen.

In deze eindfase staat centraal:- kwalificatie 8 het leren en innoveren met ICT

Bij Onderwijskunde wordt een leeractiviteit uitgevoerd rondom het thema Omgaan met verschillen met ICT.

Informatie over de landelijke kennistoets is te vinden op http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen-en-informatie .




http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen-en-informatie

Samenhang Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘het afstudeeronderzoek’ en de vakinhoudelijke onderwijseenheden de eindfase van de opleiding.

De Landelijke Kennistoets toetst of de student voldoet aan het landelijk vastgestelde basisniveau voor het betreffende vak. Toetstof is al eerder in de vakinhoudelijke en vakdidactische onderwijseenheden behandeld.


Generieke kennisbasis De generieke kennisbasis is in jaar 1 t/m 3 aan bod geweest. In deze OWE

vindt verdieping en/of verbreding plaats.

Deelnameplicht onderwijs Bij de instituutsdagen in leerjaar 4 geldt een aanwezigheidsplicht van 80%. Bij onvoldoende aanwezigheid volgen vervangende opdrachten.


N.v.t.


Er kan wel onderwijs gevolgd worden in het kader van werkplekleren 2B wanneer werkplekleren nog met een voldoende beoordeling is afgesloten.


In jaar 4 kan de student gebruikmaken van literatuur die eerder in de studie aan bod is geweest, tevens worden bij de diverse thema’s literatuursuggesties gegeven.

Onderwijskunde: Berben, B., & Teeseling, B., van. (2017). Differentieren is te leren (5e druk).

Amersfoort: CPS


N.v.t.



(deel)tentamen Portfoliobeoordeling integraal handelen 3PFbeo wpl3

Beoordelingscriteria Bij de deeltoets Portfoliobeoordeling integraal handelen 3 worden studenten getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoeren van de beroepstaken. De student bewijst bij het assessment de competenties en dublindescriptoren (professionele standaard) op het niveau ‘startbekwaam’(niveau 3) zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’. De beoordelingscriteria zijn in rubrics uitgewerkt in het beoordelingsformulier voor de portfoliobeoordeling integraal handelen niveau 3.


Assessment



Tentamenmomenten 1 t/m 4


2



aanmeldingstermijn






Leertaak vakdidactiek; toetsing

Beoordelingscriteria Deze leeractiviteit is bedoeld om een bestaande toets systematisch te analyseren en op basis daarvan verbeteringen aan te brengen en de herziene versie van de toets bij een klas af te nemen en te evalueren. Het resultaat van deze leeractiviteit mondt uit in een verslag dat voldoet aan de eisen die zijn geformuleerd in het beoordelingsformulier.


Leertaak toetsing


Minimaal oordeel V

Tentamenmomenten 2 en 3 (inclusief twee formatieve toetsingsmomenten)


1



aanmeldingstermijn




Leertaak differentiëren owk

Beoordelingscriteria In deze leertaak laat de student zien een lessenserie te kunnen maken aan de hand van een ontwerpmodel waarin aandacht is voor differentiatie, samenwerkend leren en toetsing. De student kan leerarrangementen met ICT ontwerpen waarbij recht wordt gedaan aan verschillen tussen leerlingen en maakt keuzes inzichtelijk.


Leertaak


Minimaal oordeel V



1



aanmeldingstermijn




Eindbeoordeling WPL 3Eindbeo wpl3

Beoordelingscriteria De student laat in zijn handelen bij wpl 3 zien dat hij op de zeven competenties op


niveau 3 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock-out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond.


Dossier



Tentamenmomenten 1 t/m 4


1 of 2



aanmeldingstermijn




Landelijke Kennistoets NederlandsLKT

Beoordelingscriteria De student wordt beoordeeld op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Zie voor meer informatie http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen-en-informatie .


Kennistoets



Tentamenmomenten Zijn landelijk bepaald, zie website


N.v.t.



aanmeldingstermijn






9.3 Minoren van de opleiding In dit studiejaar biedt het ILS de volgende minoren aan:

•De betekenisvolle leraar (deeltijd).•Veldwerk en landschap•Vakverdieping geschiedenis ,•Rekenexpert•Docent worden in vo en mbo•International Teacher Programma.•Education in International Perspective (EIP)•Drama en theater in het onderwijs•Onderwijs aan de slag voor bedrijven•Educational Needs

Je kunt ook een minor bij een andere HAN-opleiding kiezen. Het overzicht van minoren van de HAN en de toegangseisen ervoor vind je hier: www.minoren-han.nl .

9.4 AfstudeerrichtingenIn hoofdstuk 9 is in het curriculumoverzicht en de OWE-beschrijvingen zichtbaar hoe de afstudeerrichtingen voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs zijn verwerkt in het curriculum. Deze afstudeerrichtingen maken voor studenten die instromen in de propedeutische fase vanaf 1 september 2013 onderdeel uit van de opleidingen en vanaf 2017 onderdeel van het afsluitend examen. Een afstudeerrichting is een onderdeel van de major en heeft een studielast van 60 studiepunten.In hoofdstuk 9.2 is in de gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen bepaald welke onderwijseenheden en integrale toetsen ten behoeve van welke fase, welk niveau, en welke afstudeerrichting worden verzorgd.

9.5 Honours-, talenten- en schakelprogramma’sNiet van toepassing.

9.5.1 Honoursprogramma’sNiet van toepassing.

9.5.2 Talentprogramma’sNiet van toepassing.

9.5.3 Schakelprogramma’sNiet van toepassing.

9.6 Indeling studielast versneld trajectNiet van toepassing.

9.7 Verkorte route en AD-doorstroom programma’sHet IlS biedt kopopleidingen aan voor de lerarenopleidingen vo 2e graads. De hbo-kopopleiding biedt hbo- en wo-vakbachelors de mogelijkheid om in een jaar een tweedegraads onderwijsbevoegdheid te behalen.De kopopleidingen worden separaat beschreven.

9.8 Inrichting duale vormNiet van toepassing.

9.9 Onderwijs en tentamens in D-StroomNiet van toepassing.


http://www.minoren-han.nl/

€¦ · Web viewDeze cursus borduurt voort op leesvaardigheid 1. De studenten hebben in...

Documents

Transcript of €¦ · Web viewDeze cursus borduurt voort op leesvaardigheid 1. De studenten hebben in...