extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis...

37
“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen voor leerlingen te ontwerpen en in die leeromgevingen als begeleider van het leren op te treden. Daartoe heeft een schoolvakbekwame docent biologie kennis van: de kennisbasis van het vak en de onderwijskunde hetgeen bepaalde thema’s moeilijk of juist gemakkelijk te leren maakt

Transcript of extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis...

Page 1: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

Zo’n docent

“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen voor leerlingen te ontwerpen en in die leeromgevingen als begeleider van het leren op te treden. Daartoe heeft een schoolvakbekwame docent biologie kennis van:

de kennisbasis van het vak en de onderwijskunde hetgeen bepaalde thema’s moeilijk of juist gemakkelijk te leren maakt de preconcepten waarmee leerlingen met het leren van het vak beginnen manieren om leerprocessen en -resultaten zowel formatief als summatief te

evalueren.”

Page 2: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

I. steunt zijn leerling bij zijn leren, ontdekken en begrijpen van het vak en weet de geschikte leerstof te kiezen, rekening houdend met ontwikkelings- en leerprocessen.

II. heeft een breed repertoire, omdat hij ook moet beschikken over kennis die hij in een bepaald geval niet kiest en niet gebruikt

III. is voor zijn leerling een autoriteit aan wie je met een gerust hart allerlei vragen kunt stellen over het vak.IV. brengt enthousiasme over. In zekere mate een bijna hobbyistisch enthousiasme, dat aanstekelijk op leerlingen kan werken.

I Jaar 1 Jaar2,3 Jaar 4

steunt zijn leerling bij zijn leren, ontdekken en begrijpen van het vak en Zo’n docent steunt zijn leerling bij zijn leren, ontdekken en begrijpen van het vak en weet de geschikte leerstof te kiezen, rekening houdend met ontwikkelings- en leerprocessen.

Weet de vakinhoudelijke kennis soepel tot zich te nemen

Ziet verschillen in groepen lerenden in verschillende fasen van ontwikkeling

Beheerst de vakinhoudelijke kennisbasis

Kan leerstof aanbieden aan groepen lerenden in verschillende fasen van ontwikkeling

Weet de geschikte leerstof te kiezen, rekening houdend met ontwikkelings – en leerprocessen

De student kan De student kan De student kan

Vakonderwijs-voorbereiding

Doelen a) problemen bij het gebruiken van vaktaal en jargon herkennen

b) bepalen wat moeilijke biologische begrippen zijn voor leerlingen van verschillende niveaus

i) de centrale biologische concepten benoemen en hun onderlinge samenhang aangeven

a) kan leerlingen begeleiden bij het leren hanteren van vakspecifiek taalgebruik en bij het herkennen van vaktaal in pers en mediab) lesmateriaal analyseren op biologische begrippen en vakspecifiek taalgebruik en op basis hiervan bepalen voor welk niveau het lesmateriaal geschikt is

Plan h) de beschikbare biologiemethodes kritisch vergelijken en beoordelen

h) biologiemethodes kritisch vergelijken en beoordelen en kan een keuze maken

Page 3: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

l) een PTA lezen en vertalen naar lessenseries, lesdoelen en lesinhoud n) lesstof kiezen die aansluit bij het niveau van de doelgroep

voor een biologiemethode en de keuze verantwoorden

i) lesmateriaal ontwerpen waarin de centrale concepten uit de biologie in samenhang aan bod komen

l) een PTA (helpen) opstellen

n) lesstof kiezen die voldoet aan de eisen zoals gesteld in de eindtermen van het betreffende niveau

Vakonderwijs-uitvoering

Begin c) voorkennis van leerlingen zichtbaar maken

f) inhoudelijke foute denkbeelden(misconcepten) van leerlingen expliciet maken

c) voortbouwen op de voorkennis van leerlingen

f) inhoudelijke foute denkbeelden van leerlingen expliciet maken en corrigeren

Onderwijsleersituatie d) verschillende biologische modellen in het werkplekleren gebruiken en hun bruikbaarheid beoordelen

d) de beperkingen en mogelijkheden van biologische modellen1aangeven

Interactie

Didactisch repertoire g) de biologieleerstof in relatie brengen met

sekseverschillen verschillen in culturele en

religieuze achtergrond

g) de impact die onderstaande verschillen tussen leerlingen kunnen hebben in een biologieles aangeven en daarop differentiëren;

Page 4: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

verschillen in belangstelling verschillen in

planningsvermogen verschillen in vermogen tot

abstractie denken

sekseverschillen verschillen in

culturele en religieuze achtergrond

verschillen in belangstelling

verschillen in planningsvermogen

verschillen in vermogen tot abstractie denken

Vakonderwijs-evaluatie

Formatief e) toetsvragen indelen in de verschillende cognitieve niveaus van Bloom

e) toetsvragen op verschillend cognitief niveau ontwikkelen die behoren bij concrete leerdoelen

Summatiefj)de kwaliteit van een toets analyseren en de toets eventueel bijstellen

k) een aantal vaktoetsen bekijken, en beoordelen op “contructive alignment”

j) toetsen opstellen en afnemen die passen binnen het PTA van de school

k) de keuze voor een bepaalde toetsvorm verantwoorden

Visie op vakonderwijsm) de belangrijkste thema’s in het biologiecurriculum van het middelbaar onderwijs benoemen

o) kan de invloed van de actuele ontwikkelingen in de biologie op het dagelijks leven van de student aangeven

m) de examenprogramma’s en eindtermen van het schoolvak biologie aangeven

o) de actuele ontwikkelingen in het biologiecurriculum en leergebieden van de onderbouw HAVO/VWO, van het VMBO en van het MBO

Page 5: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

II Jaar 1 Jaar2,3 Jaar 4

heeft een breed repertoire, omdat hij ook moet beschikken over kennis die hij in een bepaald geval niet kiest en niet gebruikt.

Heeft de kern van de biologie(concepten) door

Heeft zich in enkele deelconcepten verbreed tot “voorbij de kennisbasisgrenzen”

heeft een breed repertoire, omdat hij ook moet beschikken over kennis die hij in een bepaald geval niet kiest en niet gebruikt.

De student kan De student kan De student kanVakonderwijs-voorbereiding

Doelen a) de centrale biologische concepten omschrijven

a) de belangrijkste contexten van de schoolbiologie benoemen en de samenhang tussen de centrale biologieconcepten aangeven

a) kan biologische begrippen omschrijven, schematisch plaatsen in hun onderlinge relaties en toepassen in verschillende contexten

Plan

Vakonderwijs-uitvoering

Begin d) de curriculumonderdelen de landelijke kennisbasistoets aangeven

d) kan naast de aangeboden kennisbronnen (Campbell, 10voorbiologie) zich toegan verschaffen tot nieuwe informatiebronnen over biologie

Onderwijsleersituatie

Interactie

Didactisch repertoire c) zich een beeld vormen van de aangeboden biologie in de “belendende” schoolvakken

) e de aangeboden biologie in de “belendende” schoolvakken/vakgebieden

b) kennis en vaardigheden uit verschillende belendende vakgebieden

Page 6: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

(natuurkunde, scheikunde, aardrijkskunde, gezondheidzorg en welzijn en lichamelijke opvoeding)

benoemen

c) aangeven welke onderwerpen zich lenen voor integratie tussen verschillende vakken binnen de school (ecologie = ak+bio, celbiologie = scheikunde + bio)

integreren in de biologieles

c) samenhang tussen verschillende vakken binnen de school uitwerken en bevorderen, met name in vakoverstijgende projecten

Vakonderwijs-evaluatie

Formatief

Summatief

Visie op vakonderwijs d) regelmatig, systematisch (populair) wetenschappelijke literatuur op het gebied van de biologie raadplegen

Page 7: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

III Jaar 1 Jaar2,3 Jaar 4

is voor zijn leerling een autoriteit aan wie je met een gerust hart allerlei vragen kunt stellen over het vak.

Heeft een beeld van hetgeen leerlingen moeilijke, spannende en inspirerende biologie vinden

Straalt “biologie” uit op school, in de les

is voor zijn leerling een autoriteit aan wie je met een gerust hart allerlei

vragen kunt stellen over het vak.

De student kan De student kan De student kanVakonderwijs-voorbereiding

Doelen

Plan a) artikelen lezen over biologie

i) de veiligheidsrisico’s in een gebied beoordelen

a) vak- en vakdidactische literatuur lezen

i) de veiligheidsrisico’s voor leerlingen in een gebied beoordelen

a) en wil vak- en vakdidactische literatuur bijhouden

Vakonderwijs-uitvoering

Begin

Onderwijsleersituatieb)een biologieles didactisch analyseren

e) verschillende biologiepracticumlokalen met elkaar vergelijken en beoordelen

b) een helder beeld geven van de nieuwe ontwikkelingen in de biologie en de vakdidactiek

e) een veilig en verantwoord biologiepracticum uitvoeren en het biologisch materiaal bij de uitvoering van proeven/experimenten gebruiken

f) zijn/haar “ideale” biologielokaal beschrijven en dit onderbouwen met gegevens uit d eliteratuur en uit eigen ervaring

b) nieuwe ontwikkelingen in de biologie en de vakdidactiek verwerken in de eigen lespraktijk

e) kent de ARBO-wetgeving voor de inrichting van practicumlokalen en kabinet,voor het uitvoeren van een veilig en verantwoord biologiepracticum en voor het gebruik van biologisch materiaal bij de uitvoering van proeven/experimenten

f) didactische overwegingen maken bij de inrichting van het theorie- en

Page 8: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

practicumlokaal

Interactie

Didactisch repertoire g) de standaard veldwerkactiviteiten benoemen

h) de veldwerkmaterialen –technieken die voor veldonderzoek nodig zijn benoemen

j) aangeven dat dezelfde biologieleerstof op verschillende manieren kan worden aangeboden

d) aangeven wat hij zich nog aan biologiekennis en –vaardigheden dient aan te leren

g) veldeducatieve lesactiviteiten uitvoeren in het buitengebied

h) de veldwerkmaterialen –technieken die voor veldonderzoek met leerlingen nodig zijn gebruiken

d) kan wensen ten aanzien van nascholing expliciteren en deelnemen aan een daarbij aansluitend nascholingsaanbod

g) gestructureerd activiteiten ontwerpen die passen bij de mogelijkheden van een buitengebied

h) de benodigde veldwerkmaterialen aanschaffen en de veldwerktechnieken inzetten om een buitengebied (veld, stad of schoolomgeving) te beschrijven en te onderzoeken

j) biologische concepten in verschillende, voor de leerling relevante, contexten uitwerken

Vakonderwijs-evaluatie

Formatief

Summatief

Visie op vakonderwijsc) aangeven wat belangrijk is voor een biologiedocent en zijn onderwijs

c) bzich kritisch uitlaten over zijn/haar rol als biologiedocent en een beeld geven van die onderdelen die hij als lio nog moet bijsturen en -scholen

c) zijn/haar rol als biologieleraar kritisch beschouwenen kan adequate maatregelen nemen om zichzelf bij te

Page 9: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

sturen en te scholen

k) kan de problematiek van het biologieonderwijs omschrijven waarop de keuze is gebaseerd om over te stappen op de concept-context benadering

l) de uitgangspunten van de, door CVBO beschreven concept-context benadering verwoorden

Page 10: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

IV Jaar 1 Jaar2,3 Jaar 4

brengt enthousiasme over. In zekere mate een bijna hobbyistisch enthousiasme, dat aanstekelijk op leerlingen kan werken.

Heeft een aanstekelijk enthousiasme ontwikkeld

Weet met welke biologie leerlingen gegrepen kunnen worden

brengt enthousiasme over. In zekere mate een bijna hobbyistisch enthousiasme, dat aanstekelijk op leerlingen kan werken

De student kan De student kan De student kanVakonderwijs-voorbereiding

Doelen

Plan b) zelf natuurbelevingactiviteiten ondernemen

d) tijdens de stage een schoolomgeving onderzoeken op aanwezige natuurwaarden

f) een overzicht geven van de instellingen/bedrijven/organisaties waarin biologische kennis (concepten) een belangrijke rol speelt

b) activiteiten benoemen die gericht zijn op natuurbeleving en de waarde van natuur voor de mens

d) de geschikte faciliteiten in zijn/haar schoolomgeving voor gebruik in de biologieles herkennen

f) in een instelling/bedrijf/organisatie (“context”) de daar gebruikte biologie-concepten herkennen

b) activiteiten ontwikkelen die gericht zijn op natuurbeleving en de waarde van natuur voor de mens

d) de faciliteiten in zijn/haar schoolomgeving in de biologieles inzetten

f) de geboden context van de externe faciliteit in zijn/haar onderwijs integreren

Vakonderwijs-uitvoering

Begin

Onderwijsleersituatie

Interactie a) zich een beeld vormen van de biologie die de leerling iedere dag tegenkomt

a) in zijn/haar lessen het belang en positie van biologie in het dagelijkse leven aangeven

a) in zijn/haar lessen het belang en positie van biologie in het dagelijkse leven en als levenswetenschap in de maatschappij duidelijk aangeven.

Page 11: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

Didactisch repertoire c) kan de beroepen waarin biologie een rol speelt benoemen

c) beroepen en vervolgopleidingen waarin biologie een rol speelt benoemen

c) beroepen en vervolgopleidingen waarin biologie een rol speelt aangeven en kan deze in zijn/haar lessen bij ieder concept aan de orde komen

Vakonderwijs-evaluatie

Formatief

Summatief e) lesmateriaal en lesdoelen van eigen veldwerkactiviteiten evalueren

e) lesmateriaal maken en lesdoelen formuleren voor een veldwerkactiviteit

e) bij een specifieke excursie leerdoelen opstellen en daarbij behorend lesmateriaal ontwikkelen en uitvoeren eventueel i.s.m. een externe instantie

Visie op vakonderwijs

Toelichtingen:

In onderstaand schema staan per doel de studieactiviteiten in het opleidingscurriculum beschreven.

Page 12: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

Vakdidactische leerlijn biologie: koppeling van de doelen aan de studieaktiviteiten

Vakdidactische leerlijn Biologie - HOOFDFASEBEKWAAM

1. weet de geschikte leerstof te kiezen, rekening houdend met ontwikkelings- en leerprocessen.

Hoofdfasebekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatoren.

Weet de vakinhoudelijke kennis soepel tot zich te nemen

Ziet verschillen in groepen lerenden in verschillende fasen van ontwikkelingDe student kan

a) zich vaktaal eigen maken

b) het verschil in taalniveau beschrijven in onderwijs over hetzelfde onderwerp voor verschillende doelgroepen. c) verschillen in voorkennis waarnemen

d) -

e

f) inhoudelijke foute denkbeelden van leerlingen waarnemen

g) de volgende verschillen tussen leerlingen observeren: sekseverschillen verschillen in culturele en religieuze achtergrond

De student

a) maakt een lijst met 10 termen die typisch zijn voor de biologie, uiteindelijk een woordenboek maken met alle betekenissen uit een klas/groep (BO2)

doet in een (halfnatuurlijk) cultuurlandschap een aantal biologische waarnemingen en gebruikt daarbij speciale biologie-zoekkaarten, veldgidsen en determinatiehulpmiddelen in het veld. (Zeelandexcursie, Terschellingexcursie, Zuid Limburgexcursie, deeltijdwandeling, deeltijdweekeinden, ecologie-excursie’s, BO2)

bezoekt op eigen initiatief natuurwetenschappelijke musea (Teylers, Naturalis etc) (diersystematiek 1)

b) geeft van lesmateriaal over één onderwerp op verschillende niveaus het verschil in taalgebruik aan

Page 13: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

verschillen in belangstelling verschillen in planningsvermogen verschillen in vermogen tot abstract denken

h) verschillende beschikbare biologiemethodes met elkaar vergelijken

i) de centrale biologische concepten benoemen en hun onderlinge samenhang aangeven

j) toetsen over verschillende onderwerpen met elkaar vergelijken

k)

l) een PTA1 lezen en de functie van een PTA-biologie in het biologiecurriculum begrijpen

m) -

n) van lesstof aangeven bij welk niveau het hoort

o) de actuele ontwikkelingen in het biologieonderwijs aangeven

c + f) observeert een les biologie waarbij voorkennis wordt opgehaald en doet verslag van de verschillen in voorkennis en inhoudelijk foute denkbeelden van leerlingen(fysiologie voortplanting) .

organiseert een gesprek met kinderen, die onderlinge verschillen tussen de kinderen verheldert. (WPL1) onderzoekt op de stageschool , gestart en gestuurd vanuit de module fysiologie voortplanting naar misconcepten op dit gebied. (fysiologie voortplanting)

onderzoekt misconcepten over nutriënten en energie (Ecologie)

g) kan kenmerken van leerlinggedrag in de klas waarnemen die gebaseerd zijn op

sekseverschillen verschillen in culturele en religieuze achtergrond verschillen in belangstelling verschillen in planningsvermogen verschillen in vermogen tot abstract denken

(BO1)

i) Weet verschillende concepten in een biologiethema te benoemen(Combitoetsen)

i) Weet in een woordenweb rondom de centrale biologieconcepten de relaties tussen die concepten te benoemen (BO2)

1

Programma van toetsing en afsluiting

Page 14: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

o) verzorgt in een beperkte tijd een korte uiteenzetting van een actuele ontwikkeling in de biologie en/of het biologieonderwijs (BO2)

2. heeft een breed repertoire, omdat hij ook moet beschikken over kennis die hij in een bepaald geval niet kiest en niet gebruikt.

Hoofdfasebekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenHeeft de kern van de biologie(concepten) doorDe student kan

a) de centrale biologische concepten omschrijven

b)

c) zich een beeld vormen van de aangeboden biologie in de “belendende” schoolvakken (natuurkunde, scheikunde, aardrijkskunde, gezondheidzorg en welzijn en lichamelijke opvoeding)

d) de curriculumonderdelen de landelijke kennisbasistoets aangeven

De student

a) kan centrale biologische begrippen omschrijven(Kwartetspel maken? Memory? Of pim pam pet?)(BO2)

Kan in een mindmap biologische kernconcepten met elkaar in verband brengen.

3 is voor zijn leerling een autoriteit aan wie je met een gerust hart allerlei vragen kunt stellen over het vak.

Hoofdfasebekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenHeeft een beeld van hetgeen leerlingen moeilijke, spannende en inspirerende biologie vindenDe student kana) artikelen lezen over biologie

b)een biologieles didactisch analyseren

c) aangeven wat belangrijk is voor een biologiedocent en zijn onderwijs

De studentb) kan een les ontwerpen op basis van de didactische modellen van Ebbens

en Marzano.

c) maakt een checklist van de ideale biologiedocent en geeft daarop aan waar hij/zij zelf staat(BO1)

Page 15: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

d)

e) verschillende biologiepracticumlokalen met elkaar vergelijken en beoordelen

f)

g) de standaard veldwerkactiviteiten benoemen

h) de veldwerkmaterialen –technieken die voor veldonderzoek nodig zijn benoemen

i) de veiligheidsrisico’s in een gebied beoordelen

j) aangeven dat dezelfde biologieleerstof op verschillende manieren kan worden aangeboden

k)

l)

e + f) maakt een verslag van observaties van verschillende biologiepracticumlokalen

maakt een plattegrond zijn zijn/haar ideale biologielokaal met een uitleg(BO1 en BO2 en de bezoekdagen)

g+h) geeft een wat de standaard veldwerkactiviteiten zijnweet na de excursie’s Terschelling/zeeland de gebruikte veldwerktechnieken uit de propedeuse te benoemen (BO2)

i) weet de veiligheidsrisico’s in een gebied te beoordelen Practicumlokaal op HVA beoordelen (BO2)

i) weet op welke manier reagentia gebruikt moeten worden. (fysiologie voeding)

j) heeft waargenomen dat dezelfde biologieleerstof op verschillende manieren kan worden aangeboden (wpl1)

maakt een vergelijking van werkvormen op de HVA en op de stageschool (BO2)

Page 16: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

4. brengt enthousiasme over. In zekere mate een bijna hobbyistisch enthousiasme, dat aanstekelijk op leerlingen kan werken.

Hoofdfasebekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenHeeft een aanstekelijk enthousiasme ontwikkeldDe student kan

a) zich een beeld vormen van de biologie die de leerling iedere dag tegenkomt

b) zelf natuurbelevingactiviteiten ondernemen

c) kan de beroepen waarin biologie een rol speelt benoemen

d) tijdens de stage een schoolomgeving onderzoeken op aanwezige natuurwaarden

e) lesmateriaal en lesdoelen van eigen veldwerkactiviteiten evalueren

f) een overzicht geven van de instellingen/bedrijven/organisaties waarin biologische kennis (concepten) een belangrijke rol speelt

De studenta) kan tenminste 10 biologische voor- of onderwerpen noemen die een

leerling in zijn dagelijks leven tegenkomt en kan tenminste 10 biologische beroepen noemen waarin biologie een rol speelt (BO2)

a) bekijkt en evalueert lesmateriaal en lesdoelen van excursies van de stageschool(WPL1)

b) heeft de waarde voor het eigen leren van de excursie Terschelling benoemd (excursie Terschelling)

f) Heeft een bio(technologisch) bedrijf bezocht en het bezoek geëvalueerd Boerderij, kasbouw . (Plantenfysiologie)

Page 17: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

Vakdidactische leerlijn Biologie - LIOBEKWAAM

1. weet de geschikte leerstof te kiezen, rekening houdend met ontwikkelings- en leerprocessen.

Liobekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenBeheerst de vakinhoudelijke kennisbasis

Kan leerstof aanbieden aan groepen lerenden in verschillende fasen van ontwikkeling

Page 18: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

De student kana) problemen bij het gebruiken van vaktaal en jargon herkennen

b) bepalen wat moeilijke biologische begrippen zijn voor leerlingen van verschillende niveaus

c) voorkennis van leerlingen zichtbaar maken

d) verschillende biologische modellen in het werkplekleren gebruiken en hun bruikbaarheid beoordelen

e) toetsvragen indelen in de verschillende cognitieve niveaus van Bloom

f) inhoudelijke foute denkbeelden(misconcepten) van leerlingen expliciet maken

g) de biologieleerstof in relatie brengen met sekseverschillen verschillen in culturele en religieuze achtergrond verschillen in belangstelling verschillen in planningsvermogen verschillen in vermogen tot abstractie denken

De studenta + b) legt termen die kenmerkend zijn voor biologie voor aan leerlingen en bespreekt per niveau wat de betekenis is om zo problemen met het gebruik van vaktaal te herkennen. Schooltaalwoordenlijst biologie ( vd2/BO4)

analyseert uitspraken en meningen over een belangrijk biologisch thema “evolutie” (evolutie)

maakt op eigen initiatief natuurwandelingen en doet daar biologische waarnemingen. (keuzepunten hoofdfase)

bekijkt op eigen initiatief documentaires over biologie(Keuzepunten hoofdfase)

inhoudelijke foute denkbeelden expliciet te maken

d) maakt een beschrijving van een aantal biologische modellen2 en maakt een opdracht waarbij speciaal aandacht is gegeven aan modelmatig denken in de biologie (fysiologie voeding , veldeducatie, genetica en evolutie)

e) kan uit 50 toetsvragen een vijftal vragen selecteren die passen bij een gegeven leerdoel(BO4,)

kan van verschillende toetsen (methodegebonden, methode-onafhankelijke, examens) toetsvragen indelen in de verschillende cognitieve niveaus van Bloom(mc=toetsvragen bij vergelijkende dierfysiologie open vragen bij sociobiologiecelbiologie 2 bloomschikken)

2 Onder modellen wordt verstaan: een gesimplificeerde voorstelling van de werkelijkheid. Bijvoorbeeld: DNA-model, torso, wiskundig model, wetten van Mendel, theorie van Natuurlijke selectie.

Page 19: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

h) de beschikbare biologiemethodes kritisch vergelijken en beoordelen

i) de centrale biologische concepten benoemen en hun onderlinge samenhang aangeven

j)de kwaliteit van een toets analyseren en de toets eventueel bijstellen

k) een aantal vaktoetsen bekijken, en beoordelen op “contructive alignment”

l) een PTA lezen en vertalen naar lessenseries, lesdoelen en lesinhoud

m) de belangrijkste thema’s in het biologiecurriculum van het middelbaar onderwijs benoemen

n) lesstof kiezen die aansluit bij het niveau van de doelgroep

o) kan de invloed van de actuele ontwikkelingen in de biologie op het dagelijks leven van de student aangeven

n) kan van lesstof aangeven bij welk niveau het hoort(BO3)

f) heeft een beeld van de eigen misconcepten in de kennisbasis biologie (Campbell) (tip:de docentenhandleiding van Campbell gebruiken bij alle vakmodulen van HF1)

g) kan kenmerken van leerlinggedrag in de klas waarnemen die gebaseerd zijn op

sekseverschillen verschillen in culturele en religieuze achtergrond verschillen in belangstelling verschillen in planningsvermogen verschillen in vermogen tot abstractie denken

en weet aan te geven bij welke biologie-onderdelen speciaal met deze verschillen rekening gehouden dient te worden(vooral BO3 verder diersystematiek en evolutie en (fysiologie) voortplanting)

vergelijkt de presentatie van hetzelfde thema (groei bv) in verschillende boeken met elkaar (Evolutie)

h) vergelijkt en beoordeelt biologiemethodes volgens een SLO-checklijst (BO4)

i) heeft kennis van de centrale biologische concepten en hun onderlinge samenhang campbell masteringsite. (Bij iedere vakmodule)

ii) Weet tussen de centrale concepten te schakelen binnen een thema (vb groei)(vergelijkende dierfysiologie)

j + k) heeft verschillende soorten (vak)toetsen over hetzelfde onderwerp met elkaar vergeleken (BO4)

Page 20: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

l) Kan de kwaliteit van een PTA-biologie beoordelen

m) maakt een mindmap van de belangrijkste thema’s in het biologiecurriculum van het middelbaar onderwijs aan de hand van de eindtermen.(BO4)

n) weet bij een gegeven doelgroep uit verschillende methoden de best passende lesstof te kiezen (fysiologie voeding)

o) presenteert een(actuele) ontwikkeling in de biologie die hem zeer heeft aangegrepen (BO4) Heeft een 7 gehaald voor de kennisbasistoets 1 (op basis van 10voorbiologie vwo) (BO4)

Page 21: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

2. heeft een breed repertoire, omdat hij ook moet beschikken over kennis die hij in een bepaald geval niet kiest en niet gebruikt.

Liobekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenHeeft zich in enkele deelconcepten verbreed tot “voorbij de kennisbasisgrenzen” De student kana) de belangrijkste contexten van de schoolbiologie benoemen en de samenhang tussen de centrale biologieconcepten aangeven

b) e de aangeboden biologie in de “belendende” schoolvakken/vakgebieden benoemen

c) aangeven welke onderwerpen zich lenen voor integratie tussen verschillende vakken binnen de school (ecologie = ak+bio, celbiologie = scheikunde + bio)

d) kan naast de aangeboden kennisbronnen (Campbell, 10voorbiologie) zich toegan verschaffen tot nieuwe informatiebronnen over biologie

De student

a) geeft de samenhang tussen de centrale biologieconcepten aan(literatuurlijn)

a) benoemt de belangrijkste contexten van de schoolbiologie(BO4)

b) geeft aan de hand van methoden aan welke onderwerpen zich lenen voor integratie tussen verschillende vakken binnen de school (BO4)

c) geeft aan welke biologie nodig is voor de “belendende” schoolvakken(NASK. Natuurwetenschap en Lichamelijke opvoeding)

c) weet een aantal nieuwe (digitale) bronnen te noemen die regelmatig bezocht worden en naast Campbell en 10voorbiolgie worden gebruikt/

(BO4)

Page 22: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

3 is voor zijn leerling een autoriteit aan wie je met een gerust hart allerlei vragen kunt stellen over het vak.

Liobekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenStraalt “biologie” uit op school, in de lesDe student kana) vak- en vakdidactische literatuur lezen

b) een helder beeld geven van de nieuwe ontwikkelingen in de biologie en de vakdidactiek

c) bzich kritisch uitlaten over zijn/haar rol als biologiedocent en een beeld geven van die onderdelen die hij als lio nog moet bijsturen en -scholen

d) aangeven wat hij zich nog aan biologiekennis en –vaardigheden dient aan te leren

e) een veilig en verantwoord biologiepracticum uitvoeren en het biologisch materiaal bij de uitvoering van proeven/experimenten gebruiken

f) zijn/haar “ideale” biologielokaal beschrijven en dit onderbouwen met gegevens uit d eliteratuur en uit eigen ervaring

g) veldeducatieve lesactiviteiten uitvoeren in het buitengebied

h) de veldwerkmaterialen –technieken die voor veldonderzoek met leerlingen nodig zijn gebruiken

i) de veiligheidsrisico’s voor leerlingen in een gebied beoordelen

j) een biologisch concept in verschillende, voor de leerling relevante contexten uitwerken

l De studenta) LLeest biologieboeken “ van enig

niveau”(literatuurlijn)

b) mMaakt een samenvatting van een Nederlandstalig en van een Engelstalig artikel over biologieonderwijs en vergelijkt deze met een medestudent die dezefde artikelen heeft gelezen en eveneens samenvattingen heeft gemaakt. (BO4)

c + d) schrijft een activiteitenplan om zich de ontbrekende onderdelen in biologiekennis en –vaardigheden – bij te leren(SLB/BO4)

e) heeft een veilig en verantwoord biologiepracticum voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd(fysiologie voeding, celbiologie, fysiologie voortplanting)

d) vVergelijkt de lokalen uit de verschillendee stagescholen met het eigen “ ideale” biologielokaal (wpl2)

e) ) heeft een veilig en verantwoord biologiepracticum uitgevoerd en geeft aan welk biologisch materiaal bij de uitvoering van proeven/experimenten zijn gebruikt en hoe deze past in de ARBO-wetgeving(cel2)

e)

g) Heeft veldeducatieve lesactiviteiten uitgevoerd in het buitengebied en hier een verslag + reflectie over geschreven.Hei en Boeicop(veldeducatie)

h) geeft aan welke veldwerkmaterialen –technieken nodig zijn voor veldonderzoek met leerlingen en weet zich deze

Page 23: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

k) ide belangrijkste contexten waarin biologische concepten een belangrijke rol vervullen aangeven

l) de concept-context benadering uiteenzetten

materialen met een minimum aan kosten te verwerven (veldeducatie)

i) kan de veiligheidsrisico’s voor leerlingen in een uitgekozen gebied te beoordelen (veldeducatie)

j + k + l) heeft een biologische concept uitgewerkt in verschillende, voor de leerling relevante contexten (BO6)

4. brengt enthousiasme over. In zekere mate een bijna hobbyistisch enthousiasme, dat aanstekelijk op leerlingen kan werken.

Liobekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenWeet met welke biologie leerlingen gegrepen kunnen wordenDe student kan

a) in zijn/haar lessen het belang en positie van biologie in het dagelijkse leven aangeven

b) activiteiten benoemen die gericht zijn op natuurbeleving en de waarde van natuur voor de mens

c) beroepen en vervolgopleidingen waarin biologie een rol speelt benoemen

d) de geschikte faciliteiten in zijn/haar schoolomgeving voor gebruik in de biologieles herkennen

e) lesmateriaal maken en lesdoelen formuleren voor een veldwerkactiviteit

f) in een instelling/bedrijf/organisatie (“context”) de daar gebruikte biologie-concepten herkennen

De studenta) Heeft uit een drietal vacature-advertenties uit

Bionieuws een beeld gekregen van de vereisten voor het betreffende beroep (BO4)

a) geeft in tenminste vijf van zijn/haar lessen het belang en positie van biologie in het dagelijkse leven aan. (Ecologie, genetica, lp voeding. Lp gezondheid)

b) kan vijf activiteiten benoemen die gericht zijn op natuurbeleving en de waarde van natuur voor de mens (veldeducatie)

c) heeft kennis van beroepen en vervolgopleidingen waarin biologie een rol speelt en behandelt deze in een les (BO6)

d) is op de hoogte van geschikte faciliteiten (eventueel in zijn/haar schoolomgeving) en geeft daar een overzicht van(WPL)een evaluatie van een onderwijsactiviteit die de “sfeer in de klas/in de les” verbeterde (BO5)

e) stelt leerdoelen op bij een specifieke excursie en ontwikkelt daarbij behorend lesmateriaal (WPL)

Page 24: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

f) Bedrijfsstage bij profilering (v)mbo

Vakdidactische leerlijn Biologie - STARTBEKWAAM

1. weet de geschikte leerstof te kiezen, rekening houdend met ontwikkelings- en leerprocessen.

Startbekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenWeet de geschikte leerstof te kiezen, rekening houdend met ontwikkelings – en leerprocessenDe student kana) kan leerlingen begeleiden bij het leren hanteren van vakspecifiek taalgebruik en bij het herkennen van vaktaal in pers en mediab) lesmateriaal analyseren op biologische begrippen en vakspecifiek taalgebruik en op basis hiervan bepalen voor welk niveau het lesmateriaal geschikt is

c) voortbouwen op de voorkennis van leerlingen

d) de beperkingen en mogelijkheden van biologische modellen1aangeven

e) toetsvragen op verschillend cognitief niveau ontwikkelen die behoren bij concrete leerdoelen

f) inhoudelijke foute denkbeelden van leerlingen expliciet maken en corrigeren

g) de impact die onderstaande verschillen tussen leerlingen kunnen hebben in een biologieles aangeven en daarop differentiëren;

sekseverschillen verschillen in culturele en religieuze achtergrond verschillen in belangstelling verschillen in planningsvermogen

De studenta + b) maakt een opdracht waarbij speciaal aandacht is gegeven aan het juist hanteren van vaktaal. taalgericht vakonderwijs weet consumenteninformatie en (populair) medisch artikelen te lezen en te doorzien .

f) voert een pre-conceptenonderzoek uit ter voorbereiding van een nieuw thema (vd 2)

c) maakt een werkblad en/of planner waarin duidelijk zichtbaar is op welke manier aangesloten is bij de preconcepten (VD2)

d) kan van een biologisch model de beperkingen en mogelijkheden aangeven en geeft aan hoe deze in een les zijn verwerkt (genetica)

d) analyseert vakdidactische leerproblemen bij een specifieke groep leerlingen, geeft een beschrijving van de gekozen didactische aanpak van deze groep leerlingen en evalueert het effect(celbiologie 2:in de vorm van een leerverslag van het eigen leerproces)

Page 25: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

verschillen in vermogen tot abstractie denken

h) biologiemethodes kritisch vergelijken en beoordelen en kan een keuze maken voor een biologiemethode en de keuze verantwoorden

i) lesmateriaal ontwerpen waarin de centrale concepten uit de biologie in samenhang aan bod komen

j) toetsen opstellen en afnemen die passen binnen het PTA van de school k) de keuze voor een bepaalde toetsvorm verantwoorden

l) een PTA (helpen) opstellen

m) de examenprogramma’s en eindtermen van het schoolvak biologie aangeven

n) lesstof kiezen die voldoet aan de eisen zoals gesteld in de eindtermen van het betreffende niveau

o) de actuele ontwikkelingen in het biologiecurriculum en leergebieden van de onderbouw HAVO/VWO, van het VMBO en van het MBO

e) geeft voorbeelden van enkele gemaakte beoordelings- en evaluatie-instrumenten met verantwoording(nabespreking toetsen)

g) ontwerpt n.a.v. een preconceptenonderzoek een les(senserie)(VD2)

h) ontwerpt zelf diagnostische toetsvragen (vergelijkende dierfysiologie en sociobiologie)

i) maakt een lesontwerp is gedifferentieerd op één van de volgende onderwerpen:

sekseverschillen fysiologie voortplanting (documentaire “echte jongensfilm)

verschillen in culturele en religieuze achtergrond verschillen in belangstelling verschillen in planningsvermogen (SLB) verschillen in vermogen tot abstractie denken BO3

(leefstijl analyse bij fysiologie voortplanting, fysiologie hersenen)

h) een vergelijking tussen verschillende biologiemethoden met uiteindelijke keuze voor één methode (BO4)

i) ontwept een lessenserie van drie lessen waarin centrale concepten en samenhang tussen de begrippen aan bod komen (WPL3)

j + k) construeert toetsen die passen binnen het PTA van de school en de keuze voor de toetsvorm(en) verantwoorden (bloomschikken BO4)

l) stelt zelf een PTA op met verantwoording(WPL 4), BO6)

m) ontwerpt een lessenserie met een duidelijke koppeling naar examenprogramma’s en eindtermen van het schoolvak biologie(BO4)

n) maakt een analyse van door jou gemaakt lesmateriaal op de eisen zoals gesteld in de eindtermen van het betreffende niveau (WPL3)

Page 26: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

o) maakt een verslag van de actuele ontwikkelingen in het biologiecurriculum en leergebieden van de onderbouw, van het VMBO en van het MBO (profilering (v)MBO, BO6)

Page 27: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

2. heeft een breed repertoire, omdat hij ook moet beschikken over kennis die hij in een bepaald geval niet kiest en niet gebruikt.

Startbekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenheeft een breed repertoire, omdat hij ook moet beschikken over kennis die hij in een bepaald geval niet kiest en niet gebruikt.

De student kan

a) kan biologische begrippen omschrijven, schematisch plaatsen in hun onderlinge relaties en toepassen in verschillende contexten

b) kennis en vaardigheden uit verschillende belendende vakgebieden integreren in de biologieles

c) samenhang tussen verschillende vakken binnen de school uitwerken en bevorderen, met name in vakoverstijgende projecten

d) regelmatig, systematisch (populair) wetenschappelijke literatuur op het gebied van de biologie raadplegen

De studenta) kan biologische begrippen omschrijven, schematisch plaatsen in hun onderlinge relaties en toepassen in verschillende contexten( BO4, landelijke kennisbasistoetsing)

b) Doet een vakoverstijgend project waarin duidelijk het eigen aandeel in het ontwerp en de uivoering is aangegeven (vd natuurwetenschappen)

antwoord op de vraag In welk gebied van de biologie ga je je de komende tijd (5 jaar) verder verdiepen? Hoe pak je dat aan? (SLB bij BO6)

Page 28: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

3 is voor zijn leerling een autoriteit aan wie je met een gerust hart allerlei vragen kunt stellen over het vak.

Startbekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenis voor zijn leerling een autoriteit aan wie je met een gerust hart allerlei vragen kunt stellen over het vak.De student kan

a) en wil vak- en vakdidactische literatuur bijhouden

b) nieuwe ontwikkelingen in de biologie en de vakdidactiek verwerken in de eigen lespraktijk

c) zijn/haar rol als biologieleraar kritisch beschouwenen kan adequate maatregelen nemen om zichzelf bij te sturen en te scholen

d) kan wensen ten aanzien van nascholing expliciteren en deelnemen aan een daarbij aansluitend nascholingsaanbod

e) kent de ARBO-wetgeving voor de inrichting van practicumlokalen en kabinet,voor het uitvoeren van een veilig en verantwoord biologiepracticum en voor het gebruik van biologisch materiaal bij de uitvoering van proeven/experimenten

f) didactische overwegingen maken bij de inrichting van het theorie- en practicumlokaal

g) gestructureerd activiteiten ontwerpen die passen bij de mogelijkheden van een buitengebied h) de benodigde veldwerkmaterialen aanschaffen en de veldwerktechnieken inzetten om een buitengebied (veld, stad of schoolomgeving) te beschrijven en te onderzoeken.

i) de veiligheid in een gebied beoordelen en maatregelen nemen om deze te garanderen

j) biologische concepten in verschillende, voor de leerling relevante, contexten uitwerken

k) kan de problematiek van het biologieonderwijs omschrijven waarop de keuze is gebaseerd om over te stappen op de concept-context benadering

De studenta) is bereid en in staat zijn/haar vak- en vakdidactische literatuur bij te houden (BO6)

b) ontwerpt een les waarin nieuwe ontwikkelingen in de biologie en de vakdidactiek zijn verwerkt (vd natuurwetenschappen)

a) maakt een artikel voor een biologie tijdschrift met informatie uit populair wetenschappelijke biologieliteratuur (BO6)

b) a) heeft vijf populair wetenschappelijke biologieboeken gelezen en hier een discussie over gehouden (literatuurlijn)

b) geeft een ppt-presentatie van nieuwe ontwikkelingen in de biologie en de vakdidactiek (BO6)

c + d) maakt een verslag waarin staat op welk gebied in de biologie en vakdidactiek biologie je je zelf een expert acht, met bewijzen van deze expertise en geeft wensen ten aanzien van nascholing te aan, waarbij een aansluitend nascholingsaanbod wordt gezocht (BO6)

g) heeft gestructureerd activiteiten ontworpen die passen bij de mogelijkheden van een buitengebied deeltijdwandeling, verldeducatie

h) toont aan dat hij/zij de benodigde veldwerkmaterialen kent en de veldwerktechnieken beheerst om een buitengebied (veld, stad of schoolomgeving) te beschrijven en te onderzoeken (BO6)

Page 29: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

l) de uitgangspunten van de, door CVBO beschreven concept-context benadering verwoorden

j + k + l) is op de hoogte van de problematiek van het biologieonderwijs waarop de keuze is gebaseerd om over te stappen op de concept-context benadering en werkt vanuit die kennis daar biologische concepten in verschillende, voor de leerling relevante, contexten uit met daarin de uitgangspunten van de, door CVBO beschreven, concept-context benadering verwoord (BO6, WPL4)

Page 30: extranet.mijnhva.nl · Web view“ Een schoolvakbekwaam, startbekwaam docent biologie bezit kennis en vaardigheden die het hem mogelijk maken op basis van gedegen vakkennis leeromgevingen

4. brengt enthousiasme over. In zekere mate een bijna hobbyistisch enthousiasme, dat aanstekelijk op leerlingen kan werken.

Startbekwaam Vakdidactische opdrachten/gedragsindicatorenbrengt enthousiasme over. In zekere mate een bijna hobbyistisch enthousiasme, dat aanstekelijk op leerlingen kan werkenDe student kana) in zijn/haar lessen het belang en positie van biologie in het dagelijkse leven en als levenswetenschap in de maatschappij duidelijk aangeven.

b) activiteiten ontwikkelen die gericht zijn op natuurbeleving en de waarde van natuur voor de mens

c) beroepen en vervolgopleidingen waarin biologie een rol speelt aangeven en kan deze in zijn/haar lessen bij ieder concept aan de orde komen

d) de faciliteiten in zijn/haar schoolomgeving in de biologieles inzetten

e) bij een specifieke excursie leerdoelen opstellen en daarbij behorend lesmateriaal ontwikkelen en uitvoeren eventueel i.s.m. een externe instantie

f) de geboden context van de externe faciliteit in zijn/haar onderwijs integreren

a De student) geeft in zijn/haar lessen het belang en positie van biologie in het dagelijkse leven en als levenswetenschap in de maatschappij duidelijk aan. WPL4)

c) ontwikkelt activiteiten die gericht zijn op natuurbeleving en de waarde van natuur voor de mens (WPL4, BO6)

c) een evaluatie van een onderwijsactiviteit waarin biologie in beroepen en opleidingen aan bod gekomen is (BO6,WPL4)

c) een voorbeeld van een les/activiteit waar beroepscontexten van het vak aan de orde komen.((V)MBO profielkeuze)

d) is op de hoogte van geschikte faciliteiten (eventueel in zijn/haar schoolomgeving) en maakt hier een excursie voor (WPL4)

e) stelt bij een specifieke excursie leerdoelen op en ontwikkelt daarbij behorend lesmateriaal eventueel i.s.m. een externe instantie (WPL4, BO6))

antwoord op de vraag welke biologie je hart echt heeft gegrepen en hoe je dit enthousiasme weet over te dragen op je leerlingen, voorzien van concreet voorbeeldmateriaal (WPL4,BO6)