leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat...

12
Middeleeuwse literatuur 4-havo 2016-2017 Naam: ______________________________ Klas: __________________ 1

Transcript of leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat...

Page 1: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

Middeleeuwse literatuur

4-havo 2016-2017

Naam: ______________________________

Klas: __________________

Een pennenproef als begin

1

Page 2: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

‘Hebban olla vogala...’ is het oudst bekende Nederlandse liefdesversje (opgeschreven ca. 1100); in deze periode werd literatuur in de volkstaal meestal mondeling overgeleverd.

Deze regels werden omstreeks het jaar 1100 als pennenproef neergeschreven door een Vlaamse monnik die in een Engels klooster verbleef. Zijn dagelijks leven was grotendeels gevuld met het overschrijven van Latijnse en Oudengelse teksten. Af en toe moest hij de ganzenveer waarmee hij schreef aanscherpen. Op de laatste bladzijde van het boek dat hij aan het maken was, probeerde hij uit of zijn pen weer goed schreef, alvorens verder te werken. In zo'n geval schrijf je vaak het eerste dat je te binnen schiet. Bij onze monnik was dat een liefdesversje dat hij nog uit zijn jeugd in Vlaanderen kende: Hebban olla vogala… En daarmee verschafte hij de Nederlandse literatuurgeschiedenis een romantisch begin.

Onze taal is al oud, ouder dan deze regels. Het is niet mogelijk een exact begin van het Nederlands aan te geven, omdat het deel uitmaakt van een familie van talen, die ooit één geheel vormde en zich geleidelijk aan opgedeeld heeft. De taal die van ca. 800 tot 1150 in onze contreien gesproken werd, noemen we Oudnederlands. Behalve Hebban olla vogala... zijn er niet meer dan enkele kleine schriftelijke resten van bewaard gebleven.

Als er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries - in eerste instantie alleen een spreektaal, die door het volk gesproken werd. Ook het vertellen van verhalen en het zingen van liederen gebeurde in deze volkstaal, van vader op zoon, van moeder op dochter… In de eeuwen voorafgaand aan Hebban olla vogala was er dus wel degelijk Nederlandse literatuur, maar die bestond slechts in de hoofden van mensen. Pas na verloop van tijd worden sommige van deze verhalen ook opgeschreven.

De eerste volkstalige literatuur in de ons omringende landen is nog enkele eeuwen ouder dan Hebban olla vogala.... Het Hildebrandslied in het Oudhoogduits, werd rond 800 opgeschreven. Het is een van de vroegste literaire teksten in een Germaanse taal. De Oudengelse Beowulf werd rond het jaar 900 opgeschreven. In het Frans, een Romaanse taal, is het Chanson de Roland (opgeschreven rond 1100) een van de oudste teksten. Het Oud-Nederlands heeft rond 1100 nog niet veel meer dan dat ene zinnetje.

In de eeuwen na 1100 groeien literatuur en boek steeds meer naar elkaar toe. Maar de orale overlevering van literatuur blijft voortleven. Veel middeleeuwse verhalen zijn waarschijnlijk nooit, of pas veel later, opgeschreven. Zo is het middeleeuwse Lied van heer Halewijn pas in de negentiende eeuw voor het eerst opgetekend. Eeuwenlang is het alleen bewaard gebleven doordat het van mond tot mond werd doorgegeven.

Opdrachten

1. Wat is een pennenproef?2. In welke periode werd Oudnederlands gesproken?3. Leg op grond van de tekstpagina Lied van Heer Halewijn uit welke eigenschappen van mondeling

overgeleverde literatuur daarin naar voren komen.4. Wat is orale overlevering?5. Welke gevolgen kan orale overlevering hebben voor het behoud van verhalen?6. Is Hebban olla vogala echt het eerste Nederlandse zinnetje? Zoek op internet welke andere ideeën hierover

bestaan en noteer deze in een paar zinnen. Geef bronvermelding van de websites die je gebruikt hebt.

2

Page 3: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

Vragen bij Handgeschreven wereldhttp://www.schooltv.nl/video/literatuurgeschiedenis-de-middeleeuwen-handgeschreven-wereld/#q=middeleeuwen

1. Wat is het grote verschil tussen een middeleeuws boek en een boek uit de huidige tijd?

2. Wat waren de mogelijkheden om een boek te schrijven?

3. Wat was onmisbaar voor het kunnen maken van een boek?

4. Welke term wordt gebruikt voor documenten die met de hand geschreven zijn?

5. Waarom zijn zulke documenten verdwenen?

6. Wat was het gevolg van de boekdrukkunst?

3

Page 4: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

RidderliteratuurRidders zijn de belangrijkste militairen van de Middeleeuwen. Ridderromans, geschreven voor en over ridders, zijn spannende verhalen over moed, trouw en liefde.

Ridder werd je, in principe, van vader op zoon. Oorspronkelijk vormde de ridderstand de onderste laag van de adel, maar omdat ridderschap al vrij gauw veel aanzien gaf, lieten ook graven en prinsen zich op den duur tot ridder wijden (pas veel later in de Middeleeuwen werd de ridderslag gebruikelijk).

De ceremonie waarbij iemand ridder werd, was plechtig en duur. Bovendien kostten ook een goed paard en een solide wapenrusting veel geld: het was niet goedkoop om ridder te zijn. In de late Middeleeuwen zagen veel jonge mannen uit de armere adel dan ook af van zo'n officiële wijding. Omdat je immers tóch al van geboorte van adel was, hoefde je niet langer te bewijzen dat je erbij hoorde. De vraag of je ridderschap van je ouders kon erven of zélf moest verdienen, was een punt van discussie. In het verhaal over Ferguut speelt deze discussie een belangrijke rol.

Vanaf ongeveer 1100 werden in Europa talloze ridderromans gedicht. Het waren romans vóór en over de ridderstand. Op rijm, want dat lag beter in het gehoor. En in de volkstaal, want veel ridders verstonden geen Latijn. De mode van de ridderroman begon in Frankrijk, met de vijf Arturromans van Chrétien de Troyes. Veel Nederlandse romans zijn dan ook vertalingen uit het Frans.

De meeste ridderromans spelen zich af aan en rond het hof van Karel de Grote of van koning Artur. Maar ook over helden uit een verder verleden werden ridderromans geschreven. In de ogen van de middeleeuwers stonden grote helden uit het verleden op gelijke hoogte met de vooraanstaande ridders uit de eigen tijd.

De belangrijkste ‘ridders’ uit de wereldgeschiedenis werden vereerd als de ‘Negen Besten’: drie uit de klassieke oudheid (Hector, Alexander de Grote en Julius Caesar); drie uit de joodse geschiedenis (Jozua, David en Judas Maccabeüs) en drie christenen (Artur, Karel de Grote en Godfried van Bouillon).

Veel Karelromans zijn hoofdzakelijk gewijd aan oorlog en massa-gevechten, vaak tussen christenen en moslims, terwijl in de Arturromans de nadruk ligt op individuele avonturen, toernooien en tweegevechten, en de hoofse liefde. Hoewel de naam van deze romans anders zou doen vermoeden, waren Karel of Artur vrijwel nooit zélf de hoofdpersoon. In veel Karelromans was keizer Karel zelfs een ronduit onsympathieke figuur, die de eigenlijke held het leven zuur maakte. Koning Artur bleef meestal op de achtergrond, terwijl de aan zijn hof verbonden ridders op avontuur gingen. Deze ridders, die bekend stonden als de ridders van de Ronde Tafel, probeerden elkaar op tochten vol avontuur en tijdens toernooien de loef af te steken.

Ridderliteratuur was een bron van verstrooiing: aan de middeleeuwse hoven genoot men van lange en spannende verhalen over moed, trouw en liefde. Maar ze had ook een voorbeeldfunctie: de lotgevallen van de romanfiguren dienden tot voorbeeld van de edelen die naar zulke verhalen luisterden. Als Elegast in het beroemde verhaal Karel ende Elegast zijn onbeschofte tegenstander uit het zadel heeft gestoten, laat hij hem - zoals een hoofs ridder betaamt - eerst weer in het zadel klimmen alvorens op leven en dood verder te vechten. Maar of het in de werkelijkheid altijd zo hoofs toeging?

Opdrachten

1. Wat zijn de voornaamste verschillen tussen Karel- en Arturromans?2. Welke voorbeeldfunctie hadden ridderromans voor het oorspronkelijke publiek?3. In de tekst worden ridders ‘militairen van de middeleeuwen’ genoemd. Leg uit hoe dit bedoeld wordt.4. Welke discussie ontstond er rondom de ridderstand?5. Noteer de kenmerken van ridderromans.6. Kies een ridder uit van de ‘negen besten’ en zoek op internet informatie over deze ridder. Ga in een paar

zinnen in op de volgende vragen: wanneer en onder welke omstandigheden leefde deze ridder?

4

Page 5: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

HoofsheidDe hoofse cultuur ontwikkelt zich vanaf de twaalfde eeuw als systeem van gecultiveerde omgangsvormen. De literatuur speelt een belangrijke rol bij het propageren en verspreiden hiervan.

Goede manieren moet je leren. Meestal gaat dat mondeling, maar er worden ook al eeuwenlang boeken geschreven met regels over hoe men zich moet gedragen. De oudste Nederlandse etiquetteboekjes werden rond 1200 geschreven en zijn dus achthonderd jaar oud. Toch lijken veel van de voorschriften in die boekjes nog nauwelijks verouderd:

Vrouwen eere na dine machte,Ne sprec van hem no quaet no lachter;Dune moetse niet met quaetheit doemen,Want wi sijn alle van vrouwen comen.

Eer du in die dore sult gaen,Die du vints besloten staen,Saltu hoesten ofte spreken,Niet metter druust die dore up steken.

Als een beter of vroeder manDan du best, di spreket an,Swijch die wile datti spreket.Het es onhovesch dat men breketOfte scuert iemens tale,Vor hise hevet ghehendt wale.

Ne lene met hellenboghe nietUptie tafle, daer ment ziet. Sit rechte ende dienen dinen gheselle,Dat hi doghet van di telle.

In de twaalfde eeuw nemen in West-Europa zowel bevolking als welvaart flink in omvang toe. Een van de gevolgen hiervan is dat de bovenlaag van de bevolking, de adel, meer tijd heeft om zich met de aangename zaken van het leven bezig te houden. Tijdens de kruistochten raakten velen onder de indruk van de Arabische cultuur, waar de kunst van het levensgenieten veel verder ontwikkeld was dan in Europa. Vanaf die tijd begint zich, het eerst aan de Franse hoven, een 'hoofse' [= van het hof] cultuur te ontwikkelen. Ons woord ‘hoffelijk’ is daarvan afgeleid.

Deze hoofsheid, begonnen als gecultiveerde omgangsvormen binnen de adellijke elite, wordt al snel de norm in bredere lagen van de middeleeuwse samenleving: je hoort je medemens met respectvolle gemanierdheid tegemoet te treden, je laat de ander in zijn waarde en plaatst deze niet voor onaangename verrassingen. Je bent wellevend, galant en je beheerst je driften en impulsen, kortom: je bent hoofs.

De literatuur speelt een belangrijke rol in de hoofse cultuur. Het schrijven en voordragen van liederen en gedichten over de liefde geeft blijk van grote beschaving. Luisteren naar ridderverhalen is een geliefd tijdverdrijf van hoofse edelen en al gauw ook van burgers, die zich aan hen spiegelen. In veel van die verhalen laten de helden zien hoe het hoort volgens de hoofse regels, terwijl de schurken zich juist onhoofs gedragen. De liederen en de Eneasroman van Veldeke zijn vroege voorbeelden van hoofse literatuur. Ook het verhaal over Floris ende Blancefloer van Diederic van Assenede is een goed voorbeeld van een roman waarin de held weet hoe hij zich moet gedragen.

Het bekendste voorbeeld van hoofse literatuur zijn de Arturromans. Daarin wordt een schoolvoorbeeld gegeven van de hoofse ridderwereld. Ridders zijn hier niet alleen dappere vechtersbazen, maar ook voorbeeldige minnaars. Ze brengen op aangename wijze hun vrije tijd door, ze genieten samen met elegante vrouwen van muziek, wijn, gezelschapsspelen en van de liefde. In het echte leven was dit alleen weggelegd voor wie tijd en geld hadden: zij konden hoofs eten, dansen, converseren en zich smaakvol en kostbaar kleden. Zij namen een voorbeeld aan de helden uit de hoofse verhalen.

Opdrachten

1. Welke invloed hadden de kruistochten op de hoofse cultuur?

5

Page 6: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

2. Lees de oud-Nederlandse teksten uit de etiquetteboekjes die in de tekst hierboven staan. Elke strofe bevat minstens een etiquetteregel die ook nu nog geldt. Noteer van elke strofe om welke regel of regels het gaat.

3. Wat was het belangrijkste principe van de hoofse omgangsvormen?

6

Page 7: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

Vragen bij fragment Literatuur in dienst van God

http://www.schooltv.nl/video/literatuurgeschiedenis-de-middeleeuwen-literatuur-in-dienst-van-god/#q=middeleeuwen

1. Wie was de oppergod in het godenrijk waarin Germaanse stammen geloofden?

2. Tot welke godsdienst bekeerden de Germanen zich?

3. Wat had het bekeringswerk tot gevolg voor hoe mensen leefden?

4. Noem twee manieren waarop de kerk aan de samenleving liet zien hoe je moest leven.

5. Wat is ‘mystiek’?

6. Waardoor ontstonden er hervormingen in kloosterorden?

7

Page 8: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

Beeld van de wereldDe middeleeuwse mens vormde zich een beeld van de wereld uit bijbelse en klassieke geschriften, aangevuld met kennis door eigen waarneming. In dat beeld stond de aarde in het centrum, met boven de hemel en onder de hel.

Het middeleeuwse wereldbeeld was heel wat minder primitief dan vaak gedacht wordt. Dit zogenaamde Ptolemeïsche wereldbeeld was gevormd door kennis uit klassieke geschriften, de bijbel en door eigen waarneming van de wereld.

Middeleeuwse geleerden wisten dat de aarde rond was en geen platte pannenkoek. In hun optiek was de aarde het centrum van de wereld waar alle hemellichamen - zon, maan en sterren - omheen draaien. Boven de aarde strekt de hemel zich uit, waar God op zijn troon zit omringd door engelen en heiligen, en onder de aarde bevindt zich de hel. Het is een wereld waarin alles met alles samenhangt. De Natuurkunde van het geheelal is een tekst waarin die samenhang wordt beschreven. De invloed van de planeten op het leven op aarde komt daarbij uitgebreid ter sprake.

De schrijver van de Natuurkunde van het geheelal en ook Jacob van Maerlant baseren zich op geschriften van grote geleerden uit het verleden. Hun kijk op de wereld was gevormd door allerlei gegevens uit de bijbelse en klassieke oudheid te combineren. Hoe het heelal er werkelijk uitzag konden ze in een tijd zonder krachtige telescopen en ruimtevaartuigen alleen

maar beredeneren. Dat betekent niet dat ze alles zomaar geloofden. Maerlant bijvoorbeeld baseert zich voor zijn beschrijving van het heelal op wat hij gelezen heeft. En als hij in zijn boek over de natuur (Der naturen bloeme) spreekt over volkeren aan het einde van de aarde doet hij hetzelfde: hij vertrouwt zijn bronnen. Soms laat hij zijn verbazing merken, alsof hij het niet helemaal vertrouwt. Maar als hij in datzelfde boek de natuur uit zijn eigen omgeving beschrijft, is hij kritischer en voegt hij gegevens toe die hij uit eigen waarneming wist. Wanneer hij de rat behandelt, schrijft hij bijvoorbeeld: ‘Op Westvoorne komen geen ratten voor, daar kan de schrijver van dit boek voor instaan’.

Middeleeuwers hadden een duidelijk beeld van hun eigen wereld. Europa, Noord-Afrika en het Nabije Oosten waren bekend, zoals we op verschillende landkaarten zien. Op de uiterst schematische wereldkaarten zijn die gebieden ingetekend. Jeruzalem ligt altijd in het midden: dat was de stad van God en dus het centrum van de wereld. Van Europa en de gebieden rond de Middellandse zee bestonden kaarten en routebeschrijvingen, zowel voor pelgrims als voor kooplieden. Maar ook buiten de bekende wereld werd gereisd. Sommigen reisden naar het oosten en kwamen tot in China. Marco Polo uit Venetië is wel de bekendste. Zijn reisverhaal, vol fantastische avonturen, was heel geliefd. Het verhaal van Jan van Mandeville was nog populairder. Mandeville was een Engelse ridder, die in het begin van zijn reisverslag uitgebreid uitlegt wat hij te vertellen heeft:

Ik, Jan van Mandeville, ridder (hoewel ik dat niet waardig ben) geboren en opgevoed in Engeland, in een stad die Saint Albans heet, ondernam deze tocht over zee in het jaar ons Heren 1322 op Sint Michielsdag. Ik ben lange tijd op zee geweest en ik heb rondgekeken en rondgereisd in vele landen, vele provincies, vele koninkrijken en diverse eilanden. Ik ben door Turkije getrokken, door groot en klein Armenië, door Tartarije, door Perzië, Syrië, Arabië, door boven en beneden Egypte, door Libië, door het grootste deel van Ethiopië, door Chaldea, Amazonië, door voor- midden- en achter-Indië. En ik ben bij allerlei volkeren geweest, met allerlei wetten, verschillend van wijsheid, van geloof en verschillend van lichaamsbouw en uiterlijk.

De wereld die Mandeville beschreef, was vreemd en opwindend en zijn verslag werd in alle Europese talen vertaald. Pas eeuwen later bleek dat Mandeville een eersteklas bedrieger was. Hij had niet geschreven wat hij gezien had, maar een mooi verhaal gemaakt uit wat hij in allerlei geschriften was tegengekomen. Toch geeft hij juist daardoor een mooi beeld van de wereld zoals veel middeleeuwers die zelf zagen.

8

Page 9: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

Hoewel Mandeville zelf niet zo ver had gereisd als hij beweerde, blijkt uit de belangstelling voor zijn werk dat mensen nieuwsgierig waren naar de wereld buiten hun eigen omgeving. Telkens werd geprobeerd daarvan iets te ontdekken. Columbus was de eerste die de oceaan overstak, maar dat was niet omdat eerdere zeevaarders bang waren van de aarde af te vallen, maar omdat hun schepen en navigatiemiddelen technisch nog te kort schoten. De technische vooruitgang maakte uiteindelijk de kennis van de wereld groter en zo gaat het ook nu nog steeds.

Opdrachten

1. Waarom waagde men zich pas laat in de Middeleeuwen verder de oceaan op?2. Waarop was het middeleeuwse wereldbeeld voornamelijk gebaseerd, op overlevering of waarneming? Leg je

antwoord uit.3. Hoewel Mandeville een bedrieger bleek te zijn, is zijn werk toch interessant. Leg uit waarom.

9

Page 10: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

RederijkerijDe rederijkerskamers speelden een centrale rol in het literaire leven in de laatmiddeleeuwse stad. Rederijkers hielden zich bezig met literatuur in wedstrijdvorm.

Overal in het Nederlandse taalgebied werden rederijkerskamers opgericht. Dat waren verenigingen van mensen die van literatuur hielden en met elkaar hadden afgesproken om ongeveer een keer per maand allemaal een gedicht te schrijven over een opgegeven onderwerp. Het gedicht, dat aan strenge regels moest voldoen en vaak uiterst kunstig was gemaakt, moest worden opgedragen aan de prins van het gezelschap (een soort voorzitter) en wie zich niet aan de regels hield, moest een boete betalen. In uitgebreide reglementen waren al deze spelregels vastgelegd, zoals in het reglement van rederijkerskamer ‘De Fonteine’ te Gent, dat in 1448 werd opgesteld.

Regelmatig werden er ook wedstrijden gehouden tussen rederijkers uit verschillende steden. Een beroemd voorbeeld is de Gentse wedstrijd uit 1539. De organiserende kamer stuurde dan maanden van tevoren een uitnodiging naar alle steden in de wijde omgeving. Die kaart (zoals de uitnodiging werd genoemd) gaf aan wat de opdrachten waren en welke prijzen er vielen te verdienen. Vaak bestond de wedstrijd, die ook wel landjuweel werd genoemd, uit verschillende onderdelen en waren er prijzen te verdienen met toneel (zowel serieus als komisch) en met gedichten.

Rederijkers speelden in veel steden een belangrijke rol bij feesten en plechtige gebeurtenissen. Bij processies bijvoorbeeld, wanneer een groot deel van de bevolking door de stad trok om te bidden, werden allerlei bijbelse maar

ook niet-bijbelse taferelen uitgebeeld. Rederijkers hadden een groot aandeel in de organisatie en uitvoering hiervan. Ook tijdens officiële bezoeken van een vorst werd de stad versierd en stonden er vele podia langs de route die hij volgde. Zo ging het ook toen Johanna van Castilië, de moeder van Karel V, in 1496 Brussel bezocht. Een kunstenaar heeft in een lange reeks tekeningen vastgelegd wat er allemaal te zien was. Rederijkers hielpen bij de uitbeelding van de scènes die vaak een politieke boodschap hadden: de stad wilde haar invloed laten zien en benadrukte de goede verhouding met de vorst.

Stadsbesturen zagen het belang in van rederijkers die een rol konden spelen bij de propaganda voor de eigen stad. Ze deden dan ook hun best om rederijkers aan zich te binden. In verschillende

steden werden stadsdichters aangesteld. In 1466 kreeg Brugge als eerste zo'n stadsdichter: Anthonis de Roovere. Hij was de bekendste dichter uit de vijftiende eeuw en hij schreef tientallen toneelstukken (waarvan er maar één bewaard bleef) en honderden gedichten. Zijn gedicht Vander mollen feeste beschrijft de dood als een feest van de mollen waarvoor iedereen is uitgenodigd. In een kleurige stoet trekt iedereen langs: jong en oud, arm en rijk. Ondanks het serieuze onderwerp heeft het gedicht een humoristische ondertoon die in veel meer gedichten van De Roovere voorkomt.

Opdrachten

1. Welke rol speelden rederijkers bij officiële gelegenheden in de stad? 2. Waarom en hoe probeerden steden rederijkers aan zich te binden?3. Wat is een processie?4. Welke rol speelden rederijkers bij officiële gelegenheden in de stad? 5. Bedenk een aantal moderne varianten van rederijkerskamers die vandaag de dag bestaan.

10

Page 11: leeskunst.files.wordpress.com€¦  · Web viewAls er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn. Nederlands was - net als overigens Frans, Duits, Engels en Fries

Literatuur als wapenDe reformatie begint in 1517 met Luther en bereikt ook de Nederlanden. In de literatuur wordt volop strijd geleverd tussen voor- en tegenstanders. Vooral Anna Bijns bestrijdt Luther in felle bewoordingen.

Maarten Luther had het in 1517 gewaagd om de kerk van Rome en de paus openlijk te bekritiseren. Dat was wel eerder gebeurd, bijvoorbeeld door Geert Grote en Erasmus, maar Luther deed dit met grote vasthoudendheid. Bovendien raakte Luther de kerk in het hart door zijn kritiek op de corruptie van hoog tot laag. Zelfs een plaats in de hemel was te koop, als je sommige priesters mocht geloven.

Luther maakte gebruik van de drukpers voor de verspreiding van zijn ideeën. Kort nadat zijn geschriften in het Duits waren gepubliceerd, verschenen ze ook in het Nederlands, gedrukt in Antwerpen. Nu kon ook hier het gevecht beginnen.

De felste bestrijder van de hervorming was Anna Bijns, een dichteres die haar hele leven in Antwerpen woonde en werkte. Ze was onderwijzeres en had een eigen schooltje. Maar ze kon vooral ook erg goed schrijven en deed dat in de stijl van de rederijkers. Al gauw werden haar gedichten ook gedrukt, niet in de eerste plaats vanwege hun literaire waarde, maar vooral omdat ze daarin zo fel van leer trok tegen Luther en zijn kornuiten:

Princen en princessen, als u Luters ghespuysWilt genaken, maect geringhe een cruys,Geeft hem geen geloove, haer fondament is wack [...]Luegenachtich spreken sij met twee monden,Men soude haer bedroch niet meten met ellen.Al dat sij soecken, is vrijheit in sonden.Tsijn eertsce duvels, die de menschen quellen

Met Anna Bijns' gedichten had de centrale overheid weinig moeite, maar des te meer met de geschriften van iedereen die de kerk bekritiseerde. Liedjes, toneelstukken en gedichten werden uiterst kritisch bekeken en er was volop censuur. Een boek dat niet officieel was goedgekeurd, mocht niet verschijnen.

Grote problemen ontstonden rond de grote rederijkerswedstrijd te Gent in 1539. Alle steden die daar verschenen, hadden een spel geschreven op de vraag: Wat biedt de meeste troost aan een stervende mens? Dat was in die tijd een gevoelige vraag. De aanhangers van Luther en de katholieke kerk verschilden precies op dit punt sterk van elkaar. De gestelde vraag was dus bewust provocerend en datzelfde geldt voor de inhoud van verschillende spelen die in Gent werden opgevoerd. Toen ze kort daarna in druk verschenen, werden ze dan ook meteen door de overheid verboden. Wie het boek met deze spelen verkocht of in bezit had was een ketter en kon worden vervolgd en uiteindelijk op de brandstapel terechtkomen. Literatuur was niet zo onschuldig.

Opdrachten

1. Van welke nieuwe uitvinding maakte Luther dankbaar gebruik?2. Hoe en waarom bemoeide de overheid zich met de literatuur?3. Welke kritiek had Luther op de katholieke kerk?4. Welke rol had Anna Bijns in de reformatie?5. Hoe en waarom bemoeide de overheid zich met de literatuur?6. ‘Literatuur was niet zo onschuldig’. Hoe bedoelen de schrijvers van literatuurgeschiedenis.nl dit?7. Wat is een ketter?

11